Memo In het kader van de verplichte driejaarlijkse repartitietoets (VOI©E Keurmerk voor CBO’s) worden de repartitiereglementen en bestuursbesluiten doorlopend getoetst. De toetsing wordt uitgevoerd door het bestuur en de commissie Repartitiestromen, die bestaat uit vertegenwoordigers van bestuur en ledenraad, in samenspraak met de directie op diverse bestuurs- en commissievergaderingen. In die lijn zijn ook de volgende onderwerpen tegen het licht gehouden waarover het bestuur u nader wil informeren: De volgende onderwerpen tegen het licht gehouden waarover het bestuur u nader wil informeren: 1. Herverdeling van de incasso bij schouwburgen en theaters (de zgn. SCHOUW incasso) over diverse distributierubrieken. 2. De Toeslag Ernstig: een toeslag op de uitkeringen in bepaalde ‘ernstige’ distributierubrieken, betaald uit het Sociaal-Cultureel Fonds. Ad 1: Op basis van bestuursbesluiten uit het verleden vond een herverdeling plaats van de incasso uit schouwburglicenties. Hierbij werd een deel van het geld toegekend aan algemene Podia categorieën (het zgn. Amusement Levend) en een deel aan enkele specifieke Ernstige categorieën. Uit onderzoek naar het muziekgebruik in schouwburgen en theaters is gebleken dat de gehanteerde verdeling tegenwoordig geen afspiegeling is van de realiteit. Het bestuur heeft hierop besloten om deze herverdeling af te schaffen en alle optredens in schouwburgen en theaters één op één af te rekenen. Dat wil zeggen dat per gebruiksjaar 2015 (distributie Buma Algemene Rechten van oktober 2016) voor elk optreden het bedrag beschikbaar is dat voor dat specifieke optreden is geïncasseerd, zoals dat nu al gebruikelijk is in de categorie AS. Tijdens de bijeenkomst zullen deze wijzigingen verder worden toegelicht. Ad 2: De Toeslag Ernstig bestaat al vele jaren in de huidige vorm, waarbij componisten/auteurs en uitgevers in elf distributiecategorieën (zie bijlage 1) jaarlijks een toeslag van een bepaald percentage op hun inkomsten uit die categorieën ontvangen. In 2015 heeft het bestuur besloten dat per categorie bekeken moest worden of de motivering voor het toekennen van deze toeslag nog steeds relevant is. Met andere woorden: voldoet een categorie anno nu nog steeds aan de maatschappelijk-culturele doelstellingen die met deze toeslag worden beoogd? Om deze vraag te beantwoorden heeft het bestuur vijf relevante criteria opgesteld, waaraan elk van de elf categorieën is getoetst. Deze criteria luiden als volgt: Licentiepraktijk: 1. Zijn er in sterke mate geldstromen ter dekking van de productiekosten van het concert die niet worden opgenomen in de incassogrondslag? Bijv. het algemeen tarief schrijft voor dat er wordt gelicenseerd op basis van gage/uitkoopsom of recette (het hoogste bedrag telt). Bij ernstige muziek worden bijv. loonkosten van orkestleden echter niet meegenomen in de berekening, deze gebeurt in het algemeen op basis van recette. Deze kosten kunnen bij Ernstige muziek echter oplopen tot wel 90% van de productiekosten, waarbij de recette deze kosten voor een groot deel niet dekt; deze worden betaald uit andere geldstromen, bijv. uit subsidies voor een orkest. Bij concerten in de niet-Ernstige Podiacategorieën dekt de recette deze kosten voor een groter deel wel. Hierdoor kunnen popmuziek en ernstige muziek op dit vlak niet goed met elkaar vergeleken worden. Als er naast de recette nog alternatieve geldstromen zijn, die een belangrijk deel van de kosten van een optreden dekken, maar dus niet tot een hogere incasso leiden, dan kan de categorie in aanmerking komen voor een compensatie. 2. Heeft de wijze van tariefstelling op enige wijze invloed op het te gebruiken repertoire voor een uitvoering? Anders gesteld: ondervindt beschermde muziek concurrentie van werken uit het publieke domein met als doel het te betalen licentiebedrag te verlagen? Zo ja, dan kan de categorie in aanmerking komen voor een compensatie. Maatschappelijk-cultureel doel: 3. Dient de uitvoering het doel van muziek als kunstvorm op zich of is er sprake van een ander maatschappelijk-cultureel doel? Dit criterium betreft uitdrukkelijk niet enig oordeel over de kunstzinnige waarde van de uitgevoerde muziek. Het gaat hier uitsluitend om de redenen die de uitvoerende artiest zelf heeft om muziek bij een uitvoering ten gehore te brengen, of om secundaire maatschappelijk-culturele doelen als bijv. het bevorderen van muziekbeoefening. Zo kan men denken aan een coverband, die gewoon een feestje wil bouwen met zijn favoriete muziek en daarbij geen ‘hogere’ doelen nastreeft. Of bijvoorbeeld aan een groep mensen die voor de gezelligheid bijeenkomen om samen te zingen, in tegenstelling tot een professioneel koor dat met specifieke programmering nieuw licht probeert te werpen op de ontwikkeling van een bepaalde liedvorm in de 20e eeuw. Het is daarmee geen keihard objectief gegeven, maar kan een rol spelen in de vergelijking van verschillende categorieën, als men in gedachten houdt dat de Compensatie Ernstig bedoeld is om een actieve, levende serieuze muzieksector te ondersteunen. Bij muziek als kunstvorm op zich kan de categorie in aanmerking komen voor een compensatie. Inhoudelijke motivatie: 4. Is er sprake van (relatief) veel compositieopdrachten of wordt meestal gebruik gemaakt van reeds bestaand repertoire? Net als bij het vorige criterium is dit moeilijk objectief vast te stellen, maar gaat het om het algemene beeld van een levendige sector, waar bijv. met nieuwe muziek grenzen worden opgezocht/verlegd, tegenover een veld waarbij vooral genoten wordt van muziek die zijn waarde in termen van populariteit al heeft bewezen. Dat wil dus niet zeggen dat er dan geen compositieopdrachten kunnen voorkomen, maar dat dit niet kenmerkend is voor deze categorie. Bij veel opdrachtrepertoire kan de categorie in aanmerking komen voor een compensatie. 5. Is de muziek het hoofdbestanddeel van de totale uitvoering/voorstelling of is deze ondersteunend aan een ander doel van deze uitvoering/voorstelling? Hierbij gaat het om de vraag of de uitvoering specifiek draait om de ten gehore gebrachte muziek (zoals bij een vooraf aangekondigd concert, waar betalend publiek op af komt) of dat deze muziek dient ter ondersteuning van een ander doel; oftewel, speelt de muziek een hoofdrol of een bijrol. Bij muziek als hoofdbestanddeel kan de categorie in aanmerking komen voor een compensatie. Als voorlopig resultaat van deze toetsing heeft het bestuur voorgenomen om de Toeslag Ernstig in het vervolg toe te kennen aan nog slechts drie Ernstige categorieën. Deze zijn in het overzicht in bijlage 1 groen gemarkeerd. De criteria en de toetsing zullen tijdens de bijeenkomst nader worden toegelicht. Overigens zal naast deze drie categorieën ook de hierboven beschreven nieuwe distributiecategorie ASE een Toeslag Ernstig ontvangen. Proces verwerking Ernstige muziek Naast het behandelen van deze onderwerpen heeft Buma/Stemra ook – in samenwerking met de Ledenraad en Nieuw GeNeCo – in een aantal sessies het complete proces van uitvoering tot en met uitkering voor Ernstige muziek doorgenomen. Hierbij is een aantal verbeterpunten geïdentificeerd in het verwerkingsproces van Buma/Stemra, maar ook bijvoorbeeld in de informatievoorziening door de leden zelf. Zo worden mogelijk ontbrekende uitvoeringen beter in kaart gebracht, onder andere door het inzetten van een extra medewerker op dit specifieke muziekgebruik. Ook wordt informatie intern beter gedeeld, waardoor meer uitvoeringen daadwerkelijk kunnen worden afgerekend. Deze verbeteringen zullen leiden tot meer, snellere en betere afrekeningen aan onze rechthebbenden. Tijdens de bijeenkomst zullen deze punten nader worden toegelicht. Bijlage 1: Overzicht Ernstige categorieën Categorie CA CB CE CM CO CR CS CZ HB HF KP KR Naam Carillonmuziek Ballet Symfonische muziek Muziekscholen Orgelmuziek Recitals & Kamermuziek Overige concertmuziek Zang & Accordeonmuziek Harmonie & Fanfaremuziek Harmonie & Fanfaremuziek Protestantse Kerkmuziek R.K. Kerkmuziek Omschrijving Beiaardbespelingen in torens door heel Nederland Muziek bij Ballet- en overige dansvoorstellingen Beroeps- en amateur symfonieorkesten Uitvoeringen op muziekscholen t.b.v. het leerproces Orgelconcerten Concertmuziek van -overwegend- Ernstige muziek Uitvoeringen van -overwegend- hedendaagse jazz Uitvoeringen door amateur zangkoren, accordeon- en mandolineorkesten Uitvoeringen door militaire beroepsorkesten Uitvoeringen door amateur harmonie- & fanfareorkesten, brass- en drumbands Muziek bij Protestantse erediensten Muziek bij Rooms-Katholieke erediensten Groen gemarkeerd zijn de categorieën die volgens de toetsing nog in aanmerking komen voor een Toeslag Ernstig.