Zorginstituut Nederland Copro 16094C Accountantsprotocol subsidievaststelling Eerstelijns verblijf 2016 Pagina 1 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Uitgangspunten 1.1 Doelstelling 1.2 Definities 1.3 Procedures 3 3 3 Hoofdstuk 2 Verantwoording van de gerealiseerde prestatie-eenheden 2.1 Plan van aanpak 2.2 Referentiekader assurance-rapport 2.3 Betrouwbaarheid & nauwkeurigheid assurance-rapport 4 4 4 Hoofdstuk 3 Rapport van feitelijke bevindingen over de aan de subsidie verbonden verplichtingen 3.1 3.2 3.3 3.4 Plan van aanpak Referentiekader Gevolgen van aanvullende subsidiebepalingen Rapporteren van feitelijke bevindingen 6 6 7 7 Modellen assurance-rapport & rapport van feitelijke bevindingen Model assurance-rapport Model rapport van feitelijke bevindingen Pagina 2 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Hoofdstuk 1 Uitgangspunten 1.1 Doelstelling Het accountantsprotocol Subsidievaststelling eerstelijns verblijf 2016 (protocol) heeft betrekking op de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 (subsidieregeling). Hierbij geldt dat de tekst van dit controleprotocol is bijgewerkt tot en met de wijzigingsregeling van 19 april 2016 als gepubliceerd in de Staatscourant 19636. De regelgeving is te vinden op de internetsite van de rijksoverheid. De subsidieregeling is bedoeld om de volgende activiteiten als genoemd in artikel 1.2, tweede lid van de subsidieregeling te realiseren ten behoeve van Wlz verzekerden (verzekerden): - eerstelijns verblijf basis; - eerstelijns verblijf intensief; - eerstelijns verblijf palliatief terminaal. Een Wlz-uitvoerder komt in aanmerking voor subsidie indien hij op grond van artikel 4.2.4, tweede lid van de Wlz is aangewezen als zorgkantoor voor de regio waar hij eerstelijnsverblijf toekent en hij op grond van artikel 1.2, derde, vierde, vijfde en zesde lid kan aantonen dat de te vergoeden prestaties voor subsidie in aanmerking komen. 1.2 Definities De van toepassing zijnde definities staan vermeld in het eerste hoofdstuk van de subsidieregeling. Hiernaast zijn er specifieke voorschriften voor registeraccountants en accountants-administratie-consulenten van kracht als neergelegd in de Nadere voorschriften Controle en overige standaarden (NV COS). Uitgangspunt voor het accountantsonderzoek bij het verantwoorden van gerealiseerde prestatie-eenheden is Standaard 3000 “Assurance opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie”. Het rapport van feitelijke bevindingen en de daaraan verbonden overeengekomen specifieke werkzaamheden vallen onder de Standaard 4400 “Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie”, die ook van toepassing is op andere dan historische financiële informatie. 1.3 Procedures De aanvraag tot vaststelling van een instellingssubsidie (aanvraag) dient op grond van artikel 6.1, eerste lid van de subsidieregeling uiterlijk op 1 juni 2017 te zijn ingediend. De aanvraag moet worden ingediend via een door Zorginstituut Nederland vastgesteld formulier als bepaald in artikel 6.2 van de subsidieregeling en vergezeld gaan van een assurance-rapport en een rapport van feitelijke bevindingen. Het assurance-rapport en het rapport van feitelijke bevindingen zijn verstrekt door een registeraccountant of een accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid. De accountant mag volstaan met het afgeven van een “WG-ondertekening”, waarbij alleen de naam van de accountant met was getekend (w.g.) is aangeduid. Op grond van de Praktijkhandreiking 1103 van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants (NBA) moeten de origineel ondertekende rapporten voorzien van de persoonlijke handtekening van de accountant bewaard worden door de instelling. Pagina 3 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Hoofdstuk 2 Verantwoording van gerealiseerde prestatie-eenheden 2.1 Plan van aanpak Op grond van artikel 6.3 is een verantwoording per prestatie inzake de som van het aantal verrichte prestaties per etmaal vereist voor de regio’s waarvoor de subsidieontvanger is aangewezen als zorgkantoor. Vanwege de bepaling van de betrouwbaarheid van de overlegde verantwoording door de Wlz uitvoerder is een assurance-rapport met een redelijke mate van zekerheid vereist. 2.2 Referentiekader assurancerapport De volgende aandachtspunten staan centraal bij het uitvoeren van de assurance-opdracht: artikel 1.2 tweede lid van de subsidieregeling geeft aan dat subsidie slecht wordt verstrekt bij eerstelijns verblijf basis, eerstelijns verblijf intensief en eerstelijns verblijf palliatief terminaal; artikel 1.2 derde, vierde, vijfde en zesde lid geven nadere voorwaarden op grond waarvan de prestaties voor subsidie in aanmerking komen; volgens artikel 6.3, eerste lid van de subsidieregeling is een verantwoording per prestatie inzake de som van het aantal verrichte prestaties per etmaal vereist voor de regio’s waarvoor de subsidieontvanger is aangewezen als zorgkantoor; artikel 1.2, eerste lid en artikel 7.1 van de subsidieregeling regelen beide de periode waarover de prestaties worden verantwoord. Om bovenstaande werkzaamheden te kunnen uitvoeren moet de accountant ook kennis hebben genomen van de overige artikelen uit de subsidieregeling1. 2.3 Betrouwbaarheid & nauwkeurigheid assurance-rapport Het onderzoek moet zodanig worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen afwijkingen (fouten en onzekerheden) van materieel belang bevat. Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, betekent dit een betrouwbaarheid van 95 procent. Een assurance-rapport met een goedkeurende strekking impliceert, dat, gegeven de bovengenoemde betrouwbaarheid, in de verantwoording geen afwijkingen (fouten en onzekerheden) voorkomen die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen materialiteitstabel. Als omvangsbasis geldt hierbij de som van de prestaties zoals opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking. Met betrekking tot het oordeel van de accountant gelden de volgende toegestane afwijkingen. Oordeel Goedkeurend Beperking Oordeelonthouding Afkeuring Fouten in de aanvraag < 1% > 1% en < 3% n.v.t. > 3% Onzekerheden in het onderzoek < 3% > 3% en < 10% > 10% n.v.t. Van een fout in de verantwoording is sprake als naar aanleiding van het onderzoek blijkt dat een (gedeelte van) een post niet in overeenstemming is met één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin opgevat, saldering van fouten is daarom niet toegestaan. Van een onzekerheid in het onderzoek is sprake als er onvoldoende (assurance-) informatie beschikbaar is om een (gedeelte van een) post als goed of fout aan te merken. Kortom als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de subsidievoorwaarden. Bij fouten in de verantwoording kan onderscheid gemaakt worden 1 Artikel 4.2 van de subsidieregeling blijft buiten beschouwing Pagina 4 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C tussen incidentele en structurele fouten. Van een incidentele (geïsoleerde) fout is sprake als het een toevallige fout betreft. Kenmerkend voor incidentele fouten is dat in principe geen herhaling optreedt van de geconstateerde fout. Hierbij neemt de accountant de bepaling uit standaard 530.13 in acht. Van een structurele fout is sprake als de oorzaak van de fout is gelegen in (onderdelen van) het systeem van uitvoering, waardoor fouten met een (zeker) herhalingskarakter (kunnen) optreden. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op onzekerheden. Voor een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de accountant fouten en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert. Pagina 5 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Hoofdstuk 3 Rapport van feitelijk bevindingen over de aan de subsidie verbonden verplichtingen 3.1 Plan van aanpak Zorginstituut Nederland is belast met de uitvoering van de subsidieregeling. Centraal in de uitvoering staat dat met de verstrekte subsidie de aan de subsidie verbonden verplichtingen en doeleinden zijn nagekomen en behaald. Om hier informatie over te krijgen dient een aanvraag niet alleen vergezeld te gaan van een assurance-rapport maar eveneens van een rapport van feitelijke bevindingen. De accountant stelt het rapport van feitelijke bevindingen volgens Standaard 4400. Dit rapport verschaft geen zekerheid, maar is een rapportage van onderzoeksbevindingen. De aard, omvang en planning van de uit te voeren werkzaamheden stemt de accountant af met de subsidieontvanger. De accountant geeft in het rapport een beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden en feitelijke bevindingen. De bevindingen zijn constateringen op zichzelf, ze hebben niet tot doel om op grond hiervan extrapolaties te maken of conclusies te trekken. Het is aan de gebruiker van het rapport om zelf tot een oordeel te komen en zijn conclusies te trekken. 3.2 Referentiekader Het rapport van feitelijke bevindingen is gestoeld op een onderzoek uitgevoerd door de accountant behorend bij de aanvraag. Het onderzoek van de accountant richt zich op de volgende onderwerpen: 1. inrichting en interne beheersing Wlz-uitvoerder op grond van artikel 4.3 van de subsidieregeling; 2. administratie en controleerbaarheid op grond van artikel 4.4 van de subsidieregeling; 3. meldingsplicht met betrekking tot subsidietoekenning op grond van artikel 4.5 van de subsidieregeling; 4. subsidiabele verplichtingen die geen verband houden met het subsidiedoel op grond van artikel 4.7 van de subsidieregeling. Ad1. Inrichting & interne beheersing Wlz-uitvoerder In artikel 4.3 van de subsidieregeling staan de punten vermeld waaraan de accountant aandacht moet besteden. Dit leidt tot de volgende onderzoekswerkzaamheden van de accountant: De accountant stelt vast of binnen de instelling procedures zijn opgesteld en bestaan om aan de verplichtingen van artikel 4.3 te voldoen. Van de accountant wordt niet verwacht dat hij de werking en de effectiviteit van deze procedures toetst of daarover een inhoudelijk oordeel geeft. Ad2. Administratie & controleerbaarheid In artikel 4.4 van de subsidieregeling staan de punten vermeld waaraan de accountant aandacht moet besteden. Dit leidt tot de volgende onderzoekswerkzaamheden van de accountant: De accountant onderzoekt of de instelling over een registratiesysteem beschikt, waarin financiële transacties en gerealiseerde consulten en behandelingen volgens een bestendige gedragslijn worden geregistreerd. Het door de instelling gebruikte registratiesysteem moet bovendien management- en verantwoordingsinformatie kunnen opleveren op zowel reguliere als ad hoc basis. Vertoont het registratiesysteem deze kenmerken dan mag de accountant aannemen dat het systeem voldoet aan de bepalingen van artikel 4.4, zodat verder onderzoek niet nodig is. Ad3. Meldingsplicht met betrekking tot subsidietoekenning In artikel 4.5 van de subsidieregeling staat dat de Wlz-uitvoerder van iedere omstandigheid die van belang kan zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie schriftelijk melding moet maken bij Zorginstituut Nederland. Dit leidt tot de volgende onderzoekswerkzaamheden van de accountant: De accountant onderzoekt of de meldingen die de instelling op grond van artikel 4.5 heeft gedaan op de voorgeschreven wijze zijn gedaan. Pagina 6 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Van de accountant wordt niet verwacht dat hij de volledigheid van de mededelingen onderzoekt of daarover een inhoudelijk oordeel geeft Ad4. Subsidiabele verplichtingen die geen verband houden met het subsidiedoel In artikel 4.7 van de subsidieregeling staat dat aan de subsidie verplichtingen kunnen worden verbonden op grond van artikel 4:38 van de Awb. Dit leidt tot de volgende onderzoekswerkzaamheden van de accountant: De accountant onderzoekt of de instelling zich heeft verantwoord over het naleven van eventuele subsidiabele verplichtingen die geen verband houden met het subsidiedoel. Hij doet geen onderzoek naar de naleving van deze verplichtingen als zodanig. 3.3 Gevolgen van aanvullende subsidiebepalingen In de beschikking tot subsidieverlening kunnen nadere verplichtingen zijn opgenomen op grond van artikel 4:38 van de Awb. De accountant neemt kennis van de inhoud van de beschikking en stelt vast via zijn onderzoekswerkzaamheden of de beschikking is nageleefd door de subsidieontvanger. Hierbij zijn twee situaties mogelijk: de subsidieverplichtingen hebben effect op het assurance-rapport. In dat geval is hoofdstuk 2 van dit protocol van toepassing. Indien de accountant afwijkingen constateert die van materieel belang zijn voor het te verstrekken assurance-rapport, dan wegen deze bevindingen mee in zijn oordeel. de subsidieverplichtingen hebben geen effect op het assurance-rapport. In dat geval is hoofdstuk 3 van dit protocol van toepassing. Indien de accountant afwijkingen constateert rapporteert hij daarover in het rapport van feitelijke bevindingen. 3.4 Rapporteren van feitelijke bevindingen In het rapport van feitelijke bevindingen vermeldt de accountant de specifieke werkzaamheden die zijn verricht en tot welke bevindingen dit heeft geleid. Geconstateerde bijzonderheden ten aanzien van de in dit protocol onder 3.2 en 3.3 genoemde aandachtspunten rapporteert de accountant onder vermelding van de bepaling uit de subsidieregeling. Voor de aandachtspunten waarbij de accountant geen bijzonderheden constateert, kan de accountant volstaan met het noemen van het aandachtspunt onder vermelding van dat hij geen bijzonderheden heeft vastgesteld. Pagina 7 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Modellen assurance-rapport & rapport van feitelijke bevindingen Pagina 8 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Assurance-rapport Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 Assurance-rapport Afgegeven ten behoeve van Zorginstituut Nederland Aan: opdrachtgever Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben bijgevoegd een door ons gewaarmerkte opgave ten behoeve van de subsidievaststelling over (subsidiejaar) als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 van (naam instelling) in (zetel) onderzocht (verder: ‘Opgave’). De opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de instelling. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport inzake de opgave te verstrekken. Werkzaamheden Wij hebben ons onderzoek ingericht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie’ en het Accountantsprotocol Subsidievaststelling eerstelijns verblijf 2016. Dienovereenkomstig dienen wij ons verzoek zodanig te plannen en uit te voeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de Opgave geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een assurance-opdracht omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van relevante gegevens. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de bijgevoegde opgave ten behoeve van de subsidievaststelling over (subsidiejaar) het aantal gerealiseerde consulten en behandelingen, in de subsidieverlening gedefinieerd als (nadere omschrijving), in alle van materieel belang zijnde aspecten juist weer in overeenstemming met de relevante bepalingen van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016, en de nader gestelde subsidieverplichtingen, zoals vastgelegd en voor zover van toepassing in de beschikking tot subsidieverlening. Beperking in het gebruik en verspreidingskring De Opgave is opgesteld voor Zorginstituut Nederland met als doel (naam instelling) in staat te stellen te voldoen aan de Subidieregeling eerstelijns verblijf 2016. Hierdoor is de Opgave mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Ons assurance-rapport is derhalve uitsluitend bestemd voor (naam instelling) en Zorginstituut Nederland en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen. Plaats, datum Naam accountantspraktijk Naam accountant Pagina 9 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Rapport van feitelijke bevindingen – Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 Rapport van feitelijke bevindingen Afgegeven ten behoeve van Zorginstituut Nederland Aan: opdrachtgever Opdracht In artikel 6.4, onder b van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 is bepaald dat de verantwoording over de verrichte prestaties als bedoeld in hoofdstuk 4 van de de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 vergezeld dient te gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Wij hebben een aantal specifieke werkzaamheden verricht met betrekking tot de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen voor (naam entiteit) te (zetel) over (subsidiejaar). Deze rapportage omvat de uitkomsten van deze werkzaamheden. Het is de bedoeling dat Zorginstituut Nederland zelf een oordeel vormt over de werkzaamheden en over de in dit rapport weergegeven bevindingen en op basis daarvan zijn eigen conclusie trekt. Wij wijzen er op dat indien wij aanvullende werkzaamheden zouden hebben verricht of een controle- of assurance-opdracht zouden hebben uitgevoerd, wellicht andere onderwerpen zouden zijn geconstateerd die voor rapportering in aanmerking zouden zijn gekomen. Aard en reikwijdte van de verrichte werkzaamheden Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 4400 “Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden tot financiële informatie” en het Accountantsprotocol Subsidievaststelling eerstelijns verblijf 2016. Het doel van een opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden is het verrichten van die werkzaamheden die wij met (naam entiteit) zijn overeengekomen en het rapporteren over de feitelijke bevindingen. Aangezien wij slechts verslag doen van feitelijke bevindingen uit hoofde van de overeengekomen werkzaamheden betekent dit dat op het in het kader van het onderzoek beoordeelde cijfermateriaal en toelichtingen geen accountantscontrole is toegepast en evenmin een beoordelingsopdracht of andere assuranceopdracht is uitgevoerd. Dit houdt in dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van dit cijfermateriaal en de toelichtingen daarop. Beschrijving uitgevoerde specifieke werkzaamheden Wij hebben de werkzaamheden uitgevoerd zoals met u overeengekomen en zoals beschreven in het Accountantsprotocol Subsidievaststelling eerstelijns verblijf 2016. De toereikendheid en geschiktheid van de te verrichten werkzaamheden is de verantwoordelijkheid van de gebruikers van deze rapportage met wie deze werkzaamheden zijn overeengekomen. Derhalve doen wij geen uitspraak over de toereikendheid en geschiktheid van de verrichte werkzaamheden in relatie tot het doel waarvoor deze worden verricht, noch voor elk ander doel. Beschrijving van de feitelijke bevindingen Op grond van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zoals hierboven beschreven rapporteren wij conform het Accountantsprotocol Subsidievaststelling eerstelijns verblijf 2016 de volgende bevindingen. Wij hebben vastgesteld dat: (onder verwijzing naar het desbetreffende artikel of nader gestelde subsidieverplichting) (onder verwijzing naar het desbetreffende artikel of nader gestelde subsidieverplichting) Pagina 10 van 11 Zorginstituut Nederland Copro 16094C Overige aspecten – beperking in het gebruik en verspreiding Deze rapportage is uitsluitende bestemd voor (naam entiteit) te (vestigingsplaats) en Zorginstituut Nederland, aangezien anderen die niet op de hoogte zijn van het doel van de werkzaamheden de resultaten onjuist kunnen interpreteren. Wij attenderen u er daarom op dat de rapportage niet (geheel of gedeeltelijk) aan derden mag worden verstrekt zonder onze uitdrukkelijke toestemming. Plaats, datum Naam accountantspraktijk Naam accountant Pagina 11 van 11