wetenschap ‘Een beter inzicht in de hersenen, is een beter inzicht in onszelf’ Hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn Als kind was Margriet Sitskoorn al gefascineerd door het menselijke gedrag. “Dat kon ik eindeloos observeren.” Dat ze psychologie ging studeren lag voor de hand. Maar al snel begreep ze dat de hersenen ten grondslag liggen aan al het menselijke gedrag. Haar gedrevenheid en passie voor de hersenen hebben haar gemaakt tot wat ze nu is: hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg. Door haar boeken ‘Het maakbare brein’, ‘Lang leven de hersenen’ en ‘Passies van het brein’, E publieke optredens én haar sprankelende persoonlijkheid is ze ook buiten de collegezaal bekend. Er heerst een serene stilte in het Prismagebouw van de Universiteit van Tilburg. Overal zijn studenten geconcentreerd aan het werk. De ideale omgeving om de hersenen eens flink te laten kraken. Hier is Margriet Sitskoorn – sinds 2008 als hoogleraar klinische neuropsychologie verbonden aan de Universiteit van Tilburg – helemaal op haar plek. In het labyrint van gangen is het wel even zoeken naar haar kamer. Als we iets later dan afgesproken, aankloppen, steekt Margriet meteen van wal over enkele verschillen tussen het mannenen het vrouwenbreincollege in: “De weg kwijtraken is typisch voor het vrouwenbrein. De gebieden in de hersenen die te maken hebben met oriëntatie en ruimtelijk inzicht staan onder invloed van testosteron. Deze gebieden zijn bij mannen sterker ontwikkeld dan bij vrouwen. Bij vrouwen is de sociale functie van de hersenen over het algemeen beter, dat verklaart misschien waarom zij eerder de weg zullen vragen dan mannen. Het vinden van de weg was in de oertijd van levensbelang voor de jagende man. Strategieën die toen succesvol waren in de strijd om te overleven, zijn in onze hersenen opgeslagen. En bepalen daardoor nog altijd een deel van ons gedrag.” Zijn we dan slaaf van onze hersenen en de evolutie? “Die conclusie is te negatief. We zijn geen slaaf van onze hersenen, we zíjn onze hersenen en we hebben het vermogen ze zelf te ontwikkelen en daardoor ons gedrag te ontwikkelen. Natuurlijk is het niet zo zwart-wit dat ons gedrag helemaal alleen door onze hersenen wordt bepaald. Ons lichaam speelt ook een rol. Wie lange benen heeft, kan over het algemeen harder rennen dan iemand met korte benen. En het maakt uiteraard ook uit of we door onze omgeving worden gestimuleerd om hard te rennen.” Vrouwen zouden hun ruimtelijk inzicht en oriëntatievermogen beter kunnen ontwikkelen als ze het meer oefenen en als ze daartoe worden aangemoedigd? “Ja, als dat nieuwe gedrag hen concreet voordeel oplevert dan staat niets in de weg om de betrokken netwerken in de hersenen ook beter te trainen. Hersenen zijn plastisch, ze kunnen zich aanpassen aan de omstandigheden. Dat is de kracht van de evolutie, hierdoor kan de menselijke soort zichzelf ontwikkelen en in stand houden.” Sleutel Het onderzoeksterrein van professor doctor klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn is de relatie tussen hersenen en gedrag. In het kennen en begrijpen van de werking van de hersenen ligt volgens haar de sleutel tot meer inzicht in het menselijk handelen. “Een beter inzicht in de werking van de hersenen, is een beter inzicht in onszelf.” Het zijn wat dat betreft interessante tijden want de kennis over de werking van de hersenen heeft door de ontwikkelingen in de techniek een grote vlucht genomen. “We hoeven gelukkig niet alleen meer in schedels te zagen om de hersenen bloot te leggen, we kunnen hersenscans maken. Die scans worden steeds nauwkeuriger waardoor we een steeds beter beeld krijgen van de processen in onze bovenkamer.” Een van de nieuwe inzichten van de laatste jaren is bijvoorbeeld dat de hersenen van pubers nog volop in ontwikkeling zijn. “Lange tijd is gedacht dat de hersenen rond de pubertijd ‘af’ waren. Maar nu blijkt dat de voorhoofdskwabben (frontale lobben) nog tot na het twintigste levensjaar in ontwikkeling zijn. “Deze gebieden zijn belangrijk voor het abstract denken, het vooruit denken, het onderdrukken van ongewenst gedrag en het afwegen van de consequenties van wat men doet. Dat dit deel van de hersenen bij adolescenten nog niet af is, verklaart veel van wat wij als ‘pubergedrag’ kennen. “Pubers willen graag zelfstandig zijn, maar kunnen dat voor een deel nog niet aan omdat ze nog niet goed vooruit kunnen plannen en ook niet altijd kunnen overzien wat de gevolgen van hun gedrag zijn.” Toch heeft deze, voor ouders vaak lastige fase, evolutionair gezien zeker nut. “Het is noodzakelijk dat kinderen zich tegen hun ouders gaan afzetten, dat er wrijving ontstaat, dat ze iets anders willen. Anders komen ze nooit op eigen benen te staan, kiezen ze geen levenspartner waarmee ze een eigen nest bouwen en komt er ook geen nageslacht.” Pubers gedragen zich dus niet asociaal en roekeloos om hun ouders te pesten, het is noodzakelijk om echt volwassen te worden. Dat veel ouders en docenten nu meer over de hersenontwikkeling van pubers weten, zorgt voor meer begrip en het besef dat pubers – ook al lijken ze heel volwassen – wel degelijk nog moeten worden bijgestuurd. Deze kennis heeft op haar beurt weer invloed op het onderwijs. “Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor kleine kinderen. Sinds ik weet dat de geheugennetwerken van de hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, begrijp ik dat ze niet veel tegelijk kunnen onthouden en uitvoeren, en houd ik daar rekening mee. Dat voorkomt een hoop frustratie en ellende. De kennis die voortkomt uit ‘We moeten van de homo sapiëns – de wijze mens – de homo sapiëns vero – de waarachtig wijze mens zien te worden’ hersenonderzoek, is vaak zeer goed toepasbaar in het dagelijkse leven.” Missie Margriet Sitskoorn is dan ook absoluut niet het type wetenschapper dat zich opsluit in haar kamer en alleen in de collegezaal kennis overdraagt. Ze is al vanaf het begin Tekst: Floor de Booys Fotografie: Enith Stenhuys 52 Academy® Magazine / 2010 53 Academy® Magazine / 2010 van haar succesvolle loopbaan zeer actief met het geven van lezingen. “Ik geloof heel erg in het overbrengen van kennis. Ik zie het als mijn missie om op een begrijpelijke manier de werking van de hersenen over het voetlicht te brengen.” Dat doet ze door boeken te schrijven. Haar eerste boek ‘Het maakbare brein’ (2006), was meteen een bestseller. Twee jaar later, in 2008 verscheen haar tweede boek ‘Lang leve de hersenen’ en begin dit jaar kwam ‘Passies van het brein’ uit. Ook werkte Sitskoorn mee aan diverse tvprogramma’s zoals de ‘Nationale IQ test’, ‘Get smarter in a week’, ‘Nieuwslicht’, de ‘Nationale geheugentest’ en ‘Max geheugentrainer’ en is ze regelmatig te gast bij populaire talkshows als ‘Pauw en Witteman’ of bij BNR. Ze spreekt regelmatig op congressen en publiceert niet alleen in wetenschappelijke vakbladen, maar schrijft ook voor populair-wetenschappelijke tijdschriften. “Daar voel ik me echt niet te groot voor. In tegendeel, ik vind het juist een uitdaging om ingewikkelde materie voor een breed publiek inzichtelijk te maken. Ik word vaak voor lezingen gevraagd door het onderwijs, docenten willen graag op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen. Maar ik spreek ook veel op symposia van verzekeraars en ondernemers. Onze hersenen en dus ons gedrag wordt zeer sterk geprikkeld door beloning. Mensen doen door de werking van hun hersenen veel als ze weten dat er een bonus tegenover staat of een mooie nieuwe leaseauto, in dit principe ligt echter ook de verklaring voor hebzucht.” niets een gezegde. Haar nieuwste boek ‘Passies van het brein’ gaat in op de vraag waarom zondigen zo verleidelijk is. Sitskoorn neemt de zeven hoofdzonden als uitgangspunt: hoogmoed, vraatzucht, woede, lust, hebzucht, luiheid en afgunst en laat zien dat dit gedrag, dat al sinds mensenheugenis als zondig wordt bestempeld, evolutionair toch nuttig kan zijn. “Afgunst heeft een zeker nut voor je overlevingskansen. Als je je gaat ‘Hersenen zijn plastisch, ze kunnen zich aanpassen aan de omstandigheden’ vergelijken met anderen die hoger op de sociale ladder staan, dan wordt het pijnnetwerk in je brein gestimuleerd. Dat gevoel is een prikkel om je aan te zetten tot bepaalde maatregelen die ervoor zorgen dat jij relatief gezien weer hoger op de ladder komt. Je kunt nu kiezen: of je haalt de ander naar beneden, bijvoorbeeld via roddel en achterklap, of je laat je juist inspireren. Door beide wordt het genotssysteem in je hersenen gestimuleerd, waardoor je je beter zult voelen, maar het laatste is natuurlijk een stuk positiever.” Ook vraatzucht is een overlevingsmechanisme dat is opgeslagen in de hersenen. “Dat stamt nog uit de tijd dat de mens in schaarste leefde en elke kans op eten moest benutten. Tegenwoordig leven wij in Nederland in een onvoorstelbare overvloed, we hoeven helemaal geen reserves meer op te bouwen. Maar onze hersenen geven nog wel die signalen af. Onze uitdaging is om op dit punt het evolutionair nieuwste deel van onze hersenen te gebruiken en te ontwikkelen en zo nee te leren zeggen tegen die zak chips of dat stuk chocolade of al dat andere dat ons verleidt maar waaraan we ten onder gaan. We moeten van de homo sapiëns – de wijze mens – de homo sapiëns vero – de waarachtig wijze mens zien te worden. We moeten onze hersenen blijven aanpassen aan de tijd waarin wij leven en de vraagstukken en uitdagingen die daarbij horen. Onze hersenen zijn daartoe in staat, en we krijgen steeds meer kennis over hoe we dat moeten doen.” Sociaal Maar niet alleen concrete, materialistische zaken prikkelen ons brein en zetten ons aan tot betere prestaties. “De mens is een sociaal wezen en we hebben dus ook een sociaal brein. Dat brein is er op gericht om ons te handhaven in onze ‘kudde’. Buiten die kudde zijn we veel kwetsbaarder en is de kans op overleving klein. Het is dus zaak om bij de groep te horen en daar hebben we onze hersenen en ons gedrag op aangepast.” We blijken net zo gevoelig te zijn voor complimenten van onze collega’s en het krijgen van meer verantwoordelijkheid van onze leidinggevende, als voor een beter salaris. “Het nieuwe werken, waarbij de werknemer zelf zijn tijd in mag delen en vaak vanuit huis werkt, leunt sterk op de competenties van dit sociale brein. Het gaat immers uit van een groot verantwoordelijkheidsgevoel en loyaliteit ten opzichte van het bedrijf.” Deze competenties kunnen onderuit worden gehaald doordat zondes daar tegenover staan. Liever lui dan moe is niet voor Prof. dr. Margriet Sitskoorn studeerde in de jaren tachtig psychologie in Tilburg, met als specialisatie neuropsychologie. Zij promoveerde in 1994 aan de Universiteit van Nijmegen op onderzoek naar hoe baby’s de wereld waarnemen ‘Infant perception of dynamic object relations’. Tijdens haar promotie volgde ze opleidingen aan het Henry Ford Hospital in Detroit. In februari 2008 werd Margriet Sitskoorn benoemd tot hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg. Haar onderzoek richt zich op de relatie tussen hersenen en gedrag en spitst zich toe op hoe gedrag en omgeving, invloed op de hersenen uitoefenen en hoe men op deze manier de emoties, vaardigheden en het gedrag van mensen kan beïnvloeden. Naast haar wetenschappelijke werk, schrijft ze columns voor verschillende populair-wetenschappelijke bladen en werkt ze mee aan diverse televisieprogramma’s. Eerder verschenen van haar hand de boeken ‘Het maakbare brein: Gebruik je hersens en word wie je wilt zijn’ (2006, 22e druk) en ‘Lang leven de hersenen: Positieve prikkels voor hersenen die ouder worden’(2008). Haar nieuwste boek ‘Passies van het brein: Waarom zondigen zo verleidelijk is’ kwam begin dit jaar uit en is reeds in derde druk. Sinds 2000 is zij ook directeur van het NeuroCognitief Centrum Nederland. [email protected] 54 Academy® Magazine / 2010