LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Eline Seldeslachts Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Wiskunde – Aardrijkskunde Stagebegeleider DLO: Mevr. Verstappen Academiejaar: 2014-2015 School: Les gegeven door: Eline Seldeslachts Onderwijsvorm: Vak: Aardrijkskunde Richting: Onderwerp: Mineralen en grotten Klas: Vakmentor: Mevr. Verstappen Lokaal: Datum/Data: 11-12-2014 of 12-12-2014 Aantal leerlingen: / Lesuur/-uren: 15 minuten BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks De les situeert zich in het thema “4.5 Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond”. Dit thema duurt ongeveer drie lesuren. Deze les zal draaien om een uitbreidingsdoel. De bedoeling is om interesse te wekken bij de lln, maar niet om dit onderwerp uit te diepen. Ze leerden al over gesteenten in hun leefruimte en over fossielen. Nu zullen ze leren interesse te tonen voor mineralen en grotten. Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) Ze leerden al over gesteenten en fossielen. De lln verzamelen eventueel zelf mineralen. De lln weten waarschijnlijk wat stalactieten en stalagmieten zijn. De lln hebben misschien zelf al grotten bezocht. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit De lln hebben misschien zelf al grotten bezocht. De lln verzamelen misschien zelf mineralen. Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … De klas bestaat uit medestudenten aardrijkskunde, dus de lln zullen waarschijnlijk interesse tonen en hun best doen. DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming) Aanschouwelijkheidsprincipe Integratieprincipe Herhalingsprincipe EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) ET 9: De lln kunnen enkele gesteenten op monsters benoemen op basis van proefondervindelijke waarnemingen. Situering in het leerplan: VVKSO, Leerplan aardrijkskunde 1ste graad, Brussel, September 2008. 4.5 Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond 3 (U) Bewondering en verwondering hebben voor mineralen. W1. Het is zeker niet de bedoeling om dit onderwerp uit te diepen. Wel kan vanuit de interessesfeer van de leerlingen (sommigen verzamelen mineralen) gewezen worden op de unieke structuur van mineralen zoals de kristalvorm, kleur en hardheid. 4 (U) Bewondering en verwondering hebben voor grotten. W1. Via beelden of een bezoek (tijdens een schoolreis) leren de leerlingen de spectaculaire verschijnselen die zich in grotten voordoen (stalactieten – stalagmieten) beschrijven en benoemen. ALGEMEEN LESDOEL De llln zijn geïnteresseerd in mineralen en grotten. SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.) Mineralen en grotten BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) Maljaars, C. (2013). Mineralen. http://www.medicinfo.nl/%7B3748c469-6f84-453d-b35a7fd3536b7909%7D Verstappen, H. (2014). Geologie. Ongepubliceerd eindwerk, Katholieke Hogeschool Leuven, Heverlee. Wikipedia, (2014). Druipsteen. http://nl.wikipedia.org/wiki/Druipsteen Wikipedia, (2014). Grot. http://nl.wikipedia.org/wiki/Grot LEERMIDDELEN & MEDIA Werkblaadjes Powerpoint Krijt en bord Didactisch lesontwerp KRACHTIGE LEEROMGEVING Leerdoelen Lesfasen & timing Instapfase 3 min. Onderwijs- en leeractiviteiten Leerinhoud Lkr stelt zich voor. We zijn aan het werken rond het thema “Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond”. Vandaag zullen we het hebben over grotten en mineralen. Luisterend volgen. (M1) Media ppt Wie verzamelt er mineralen? Welke? Welke grotten hebben jullie al bezocht? Neem jullie agenda en noteer: Mineralen en grotten BORD: Mineralen en grotten Lkr deelt ondertussen werkblaadjes uit. Verwondering tonen voor mineralen. (A1) Lesfase 1: 6 min. Probleemstelling Wat zijn de kenmerken en eigenschappen van mineralen en grotten? Hoe worden ze gevormd? Onderwijsleergesprek – Mineralen BORD: We gaan beginnen met mineralen. Wat is het verband tussen mineralen en gesteenten? 1. Mineralen 1.1 Vorming, voorkomen en kenmerken Ppt Verband: mineralen zijn bouwstoffen van gesteenten Ppt Ppt Ppt Vorming: geologische processen Voorkomen: bijna overal, opbouw aardkorst Kenmerken: kleur, kristalvorm, dichtheid, hardheid Mineralen zijn de bouwstoffen van gesteenten. Het zijn vaste stoffen. Hoe worden mineralen gevormd? Waar komen mineralen voor? Welke kenmerken van mineralen vinden jullie mooi? Mineralen hebben een chemische samenstelling. Dit bepaald de vorm van het mineraal. De hardheid wordt bepaald door een chemisch rooster of patroon. Hoe regelmatiger het patroon is, hoe harder het mineraal. Welk mineraal is het hardste? Er bestaan drie soorten mineralen: edelstenen, halfedelstenen en ertsen. Ppt Hardste mineraal: diamant Ppt 1.2 Soorten mineralen Ppt Edelstenen: diamant, robijn, smaragd, malachiet, saffier Ppt Ertsen: ijzererts, kopererts, tinerts, nikkel, looderts, aluminium, zinkerts Edelstenen zijn mooie en zeldzame mineralen. Sommige edelstenen zijn in de loop van tijd gedegradeerd tot halfedelstenen. Een eigen voorbeeld geven van edelstenen en van ertsen. (C3) Verwondering tonen voor grotten. (A1) Wat zijn voorbeelden van edelstenen? Ertsen zijn mineralen of een mengsel van mineralen die ontgonnen worden voor economische redenen. Lesfase 2: 6 min. Wat zijn voorbeelden van ertsen? Onderwijsleergesprek - Grotten Nu gaan we het hebben over grotten. BORD: Aan wat denk je bij grotten? Grotten bestaan uit gesteenten. Het is een ondergrondse ruimte die wordt gevormd door de natuur. 2. Grotten 2.1 Kenmerken Ppt Grotten bestaan uit grote en kleine ruimtes die worden verbonden met gangen. Elke grot heeft verschillende groottes, dieptes en lengtes. 2.2 De langste en de diepste grot ter wereld De langste grot ter wereld is de “Mammoth Cave” in de Verenigde Staten. Deze is meer dan 600 meter lang. Ppt De diepste grot ter wereld is de “Krubera Cave” in Georgië. Deze is meer dan 2000 meter diep. Ppt 2.3 Soorten grotten Er bestaan twee soorten grotten: de actieve en de fossiele grotten. Bij actieve grotten stroom er de dag van vandaag nog een rivier onder, bij fossiele grotten niet. Ppt 2.4 Druipstenen In grotten vind je regelmatig druipstenen terug. Als water door een kalksteenlaag in een grot drupt, ontstaan er druipstenen. Benoemen van stalactieten en stalagmieten. (C2) Welke twee soorten druipstenen bestaan er? o Wat is het verschil? Stalactieten ontstaan op de plaats waar het water door het dak van de grot drupt. Stalagmieten ontstaan op de plaats waar het water op de bodem drupt. Soorten: stalactieten en stalagmieten Ppt Stalactieten Stalagmieten Opmerkingen i.v.m. bijlagen: Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek. Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit). Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen. BORDSCHEMA MINERALEN EN GROTTEN MINERALEN GROTTEN