Klaar voor een opwindende ontdekkingstocht … (Let ook op de PIJLTJES …) De SPELEOLOGIE is die tak van de aardwetenschappen die zich bezighoudt met de studie van GROTTEN. Hoewel speleologie een serieuze wetenschap is, komt er bij het verkennen van grotten ook een element van sportiviteit, avontuur en moed kijken. Het verkennen van grotten, zeker als zij nog onvolledig bekend zijn, is zeker niet zonder gevaar en vereist vaardigheid en training. Soms moeten de speleologen onderaardse rivieren volgen waarbij er trajecten volledig onder water staan, zodat een duikuitrusting noodzakelijk is. Speleo is afgeleid van het Griekse woord spelaion, wat grot betekent. Speleologie is het best te omschrijven door een vergelijking te maken met enerzijds de wetenschap, anderzijds de sport. Als wetenschap bestudeert de speleologie o.a. de geologie (het ontstaan van gesteentelagen, grotten en druipsteen), de hydrologie (onderaardse waterlopen), de biologie (de fauna en flora in een grot), de paleontologie (overblijfselen van uitgestorven dieren in grotten) en de archeologie (grotschilderingen en werktuigen uit de prehistorie). Ook de geologie van streken waar grotten voorkomen is onderwerp van studie. De speleologie als sport kunnen we vergelijken met de bergsport, omdat voor een groot deel dezelfde technieken en materialen worden gebruikt. We kunnen drie typen grotten onderscheiden: De omvangrijkste en meest voorkomende zijn kalksteengrotten. Deze grotten ontstaan door inwerking van water in kleine haarscheurtjes in de kalkbodem. Kooldioxide heeft zich namelijk opgelost in regen- en rivierwater. Hierdoor ontstaat via een chemische reactie koolzuur. Het calciumcarbonaat in kalksteen verbindt zich heel makkelijk met het koolzuurhoudende water. Door deze aaneenschakeling van chemische reacties en de eroderende werking van water, kunnen kleine scheurtjes in de bodem uitgroeien tot immense gangenstelsels. Tevens ontstaan door de chemische en eroderende werking diverse vormen van kalkafzetting zoals stalactieten/stalagmieten en kalkgordijnen. Om een indruk te geven hoe groot grotten kunnen zijn, vermelden we: de Flint-Mammoth Cave in de Verenigde Staten. Deze grot omvat 485 km aan gangenstelsels. De diepste gemeten grot bevindt zich in Georgië: de Voronja - Krubera grot, die een hoogteverschil heeft van 2190 m. Kalksteengrotten vinden we ook veel in België. Het tweede type grot ontstaat in vulkanisch gesteente. Bij afkoeling van een stroom lava, stolt de buitenkant terwijl de binnenste kern, vloeibare lava, verder stroomt. Hierdoor kunnen lange, egale gangen ontstaan. Dit type komt veel voor op de Canarische eilanden en dichter bij huis: in het Sauerland. Het laatste type, de zandsteengrot, wordt gevormd door erosie, door inwerking van wind en water. Hierbij ontstaan geen omvangrijke gangenstelsels, maar blijft het beperkt tot de vorming van kleine holtes. Deze zijn veel te vinden in de Amerikaanse staat Utah. Een speleoloog in actie. Vaak moeten speleologen door zéér enge doorgangen kruipen. Alhoewel enge doorgangen soms worden afgewisseld met ruime galerijen. Maar voor hun moeite worden ze dikwijls beloond met een adembenemend spektakel. Soms vinden ze getuigen van menselijke bewoning. Primitieve tekeningen. Maar soms ook verbazend artistieke. Een degelijke en betrouwbare uitrusting is geen overbodige luxe. Een ijskoud bad is geen uitzondering, maar dankzij hun speciaal pak hebben ze daar niet de minste last van. Alhoewel … sommige speleologen lijken ook zonder hun speciaal pak geen last te hebben van de kou. Nu en dan moeten ze hun duikuitrusting gebruiken om van de ene grot naar de andere te gaan. Hier en daar kan het zonlicht binnensijpelen. Dan voelen ze zich weer wat dichter bij de buitenwereld. Ook bij het verlaten van het grottenstelsel worden ze vaak geconfronteerd met een fascinerend panorama.