Tractus digestivus 2 Mond en verder FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 1 Bouw – Cavum oris (mondholte) FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 2 Spijsverteringsstelsel • bestaat uit: – cavitas oris (mondholte) – os (mond) met lingua (tong) en speekselklieren – farynx (keelholte) met epiglottis (strotklepje) – oesophagus (slokdarm) – gaster (maag) – dunne darm (duodenum, jejunum, ileum) – colon (dikke darm) – anus FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 3 1 Functie van de mond • Mond – Proeven – Kauwen – Verdelen in brokken • Speeksel S k l circa i 1 1,5 5 lit liter per d dag – Smeren – Spoelen – Verteren FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 4 Mond - kauwen • Mechanisch verkleinen • Vermengen met speeksel – Transport naar slokdarm vergemakkelijken • Gebit – Afsnijden / vermalen is samenwerking met tong, wangspieren en lippen • Kauwen is reflexactiviteit; aanwezigheid van voedsel prikkelt tast en smaaksensoren (kauwreflexcentrum) ->kauwen (staat ook wel onder invloed van de wil) FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 5 Mond - speekselsecretie • Regulatie via CZS • Parasympatische stimulatie • Reflectoir bepaald door onder andere ruiken ik van, zien i van off llezen over eten t off kauwen • Ook conditionering (Pavlov reactie, bel hond) FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 6 2 Slikken • Reflectoir wanneer voedsel of vocht achter in de mond komt gaat als volgt: – Eerst punt tong ↑ tegen harde verhemelte – Rest tong achteren waardoor voedsel -> – Weke W k verhemelte h lt mett h huig i ↑ neusholte h lt di dicht ht – Door beweging tong strottenklepje ↓ en -> dus voorliggende luchtpijp dicht – Dan peristaltiek keelholte verder transport Verslikken is te laat sluiten strottenklepje FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 7 Luchtweg kruising met voedselweg A = bij inademen B = bij slikken 1 = neusholte 2 = huig 4 = strotklepje 5 = wervelkolom 7 = slokdarm 8 = voedselbrok C = bij verslikken 3 = tong 6 = luchtpijp 9 = voedsel in ‘verkeerde’ keelgat FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 8 Keelholte en slokdarm • farynx (keelholte) is holte/buis achter neus en mondholte gaat over in slokdarm • nasofarynx (neus-keelholte) achter neusholte tot einde huig • orofarynx (mond (mond-keelholte) keelholte) achter de mondholte tot strotklepje • laryngofarynx (strottenhoofd-keelholte) achter de opening naar het strottenhoofd • Slokdarm begint dus feitenlijk na luchtpijp FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 9 3 Transport naar de maag • Ingewikkeld mechanisme dat bestaat uit 3 delen: • Orale deel: – Spijsbrok wordt verplaatst van mondmond naar keelholte • Faryngeale deel: – Verplaatsing van keel naar slokdarm • Oesofageale deel: – Verplaatsing van slokdarm naar maag FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 10 Oesophagus (Slokdarm) • Transporteren van voedsel naar de maag d.m.v. peristaltische bewegingen. FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 11 Oesophagus (slokdarm) • • • • • 25-30 cm lange gespierde buis. Verbind keelholte met de maag ligt achter luchtpijp en voor wervelkolom passeert diafragma (middenrif) mondt 3 cm onder diafragma in de maag uit • 4 vernauwingen, net achter strottenhoofd, kruising aorta, kruising hoofdbronchus, en passeren diafragma FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 12 4 Opbouw en peristaltiek FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 13 Functies oesophagus Peristaltiek = voortbewegen voedsel naar maag wand bestaat uit: (nr, zie tekening vorige dia) – slijmvlies (tunica mucosa) sterk geplooid (1,2) – bindweefsel (tela submucosa) bloedvaten en zenuwen (3,4) – twee spierlagen kring en lengte (tunica muscularis) (5,6) – laag bindweefsel (adventitia) verbinding met omliggende weefsels • Deels beïnvloedbaar bovenste deel willekeurig • Anti-peristaltiek is braken, mede door krachtige samentrekking middenrif FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 14 Gaster (maag) Ventriculus = gaster = maag FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 15 5 Maag • leeg ongeveer een vuist groot met een inhoud 375 ml • gevulde maag ongeveer 30 cm lang, 1500 mll • ligging onder het diafragma, naast aorta FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 16 Maag functie • • • • • Tijdelijke opslag, bewaren van voedsel Chemische vertering, afscheiding maagsap (HCl) Mechanische afbraak, kneden en mengen voedsel Eliminatie van micro-organismen, bacteriedodend Beperkte absorptie (water (water, alcohol en in vet oplosbare stoffen) • Productie van intrinsic factor • Uitscheiding van gastrine (hormoon) • Regulering van het transport richting dunne darm, het doorgeven van een aangepaste hoeveelheid FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 17 Gastrische fase; chemische vertering • Voortzetting vertering koolhydraten o.i.v. speekselamylase tot dit onwerkzaam wordt door maagzuur (HCl). • Maagsap 1,5 1 5 tot 2 l/d • bevat pepsine -> eiwitsplitsend. – Breekt lange eiwitketens in brokstukken (peptiden) • Maagwand zelf wordt tegen HCl beschermd door een slijmlaag. FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 18 6 Gastrische fase; Tijdelijke opslag • Vloeibare voedsel (water, koffie) verlaat de maag binnen enkele minuten, ook al is de maag gevuld, soort gootje in de maag • Na normale maaltijd j is de maag g na ca. 3 uur leeg, na een vetrijke maaltijd duurt dit ca. 4 tot 5 uur, aangezien het neutraliseren van de zuurgraad van de vetzuren langer duurt FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 19 Ontlediging van de maag • maagmond (cardia) sluit na elke hap • pylorus (maagportier) is een krachtige circulaire sluitspier die reflectoir geregeld ld wordt dt via i d de pylorusreflex l fl • pylorusreflex reageert op zuurgraad van de duodenum twaalfvingerige darm FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 20 Maagsap afscheiding • sympathicus remt de sap secretie en de peristaltiek door bijvoorbeeld slecht humeur, pijn, ergernis • hormonale afscheiding g van met name gastrine (uit het bloed) onder invloed van vlees of vleesextracten • gastrine wordt vrijgemaakt door acetylcholine, neurotransmitter ook van nervus vagus! FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 21 7 Vervolg; Mechanische afbraak • Lege maag vertoont een geringe activiteit – Peristaltische golven – Frequentie ca. 3 / minuut • Is de maag langere tijd leeg – Toename van frequentie en kracht van deze golven (knorrende maag) • Voedsel stapelt zich in lagen op • Verdwijnen van de ‘hongercontracties’ • Peristaltische contracties zijn gering FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 22 Gastrische fase; Gastrine • Door maagvulling scheiden klieren in het antrum (maagholte, middendeel van de maag) het hormoon gastrine uit. • Via bloedbaan -> > stimulatie van productie van maagsap. – Met name bouillon en eiwitverteringsprodukten prikkelen sterk. • Activatie van de maagmotoriek. FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 23 Pancreas 15 cm lang en 5 cm breed FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 24 8 Functies pancreas Endocriene als exocriene functie – Endocrien; eilandjes van Langerhans • 2 hormonen; insuline en glucagon, beide hormonen t.b.v. suikerstofwisseling – Exocrien; grootste deel bestaat uit trosvormige klieren klieren, met afvoergang afvoergang. FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 25 Functies pancreas exocrien • Pancreas secreet (1 l/d) – water en slijm – Amylase (zetmeel -> maltose) – Proteïnasen o.a. trypsinogeen -> in de darm -> enterokinase -> trypsine (eiwitsplitsing) ( ) – Lipase (vetsplitsing) – NaHCO3 (natriumbicarbonaat Na+HCO3) pH circa 8-9 voor neutraliseren van zure chymus en prikkel tot openen pylorus. FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 26 Gal en galzouten • Worden in de lever gevormd • Bestaan uit billirubine en galzouten • Circa 750 ml/d • Functie is het emulgeren van vet • Tekort aan galzouten -> weinig tot geen absorptie van vetten FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 27 9 enterohepatische kringloop gal galzure zouten darm resorptie 95% vena portae galzure zouten faeces galzure zouten lever FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 e n t e r o h e p a t i s c h e k r i n g l o o p cyclus waarbij stoffen via resorptie in de darmen via het bloed vena portae (poortader) naar de lever gaan, zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden Slechts klein gedeelte wordt uitgescheiden 28 10