Programma Duurzaamheid WDO 8 februari 2016 Inhoud 1 2 3 Inleiding Uitwerking thema's opgaveplan 2.1 Energietransitie 2.1.1 Energiebesparing 2.1.2 Alternatieven warmte 2.1.3 Windenergie 2.1.4 PV-panelen 2.1.5 Smart Grid en energieopslag 2.1.6 Participatie en lokale energie 2.2 Mobiliteit 2.3 Circulaire Economie 2.4 Ruimtegebruik 2.5 Voorbeeldige gemeente Programma Duurzaamheid WDO 3.1 WDO Algemeen 3.1.1 Onderzoek kansen circulaire economie 3.1.2 Zonnepanelen op bestaande daken 3.1.3 Duurzame alternatieven warmte bestaande bedrijven 3.1.4 Aanpak Duurzame mobiliteit 3.1.5 Klimaatneutrale openbare ruimte 3.1.6 Communicatie 3.2 Dordtse Kil IV 3.2.1 BREEAM certificering 3.2.2 Energietransitie 3.2.3 Borging Duurzaamheid 3.2.4 Windmolens Kilwind 3.2.5 PV-centrale Transberg 3.2.6 Waterstof facility point 3.3 DK I II en Amstelwijck West 3.3.1 Kwaliteitsimpuls 3.3.2 Energiescans 3.4 Dordtse Kil III 3.4.1 Stimuleren duurzaam bouwen DKIII 3.5 Zeehaven 3.5.1 "Kwaliteitsimpuls" Zeehaven 3.5.2 Initiatief Windmolens ECD 3.6 Infrastructuur 3.6.1 Duurzaam aanbesteden 2 4 4 5 5 6 6 7 7 7 7 8 8 10 10 10 11 11 12 12 13 13 13 14 14 14 15 15 15 15 16 16 16 16 16 17 17 17 1 1 Inleiding De Westelijke Dordtse Oever (WDO) is met een oppervlak van 700 hectare en 750 bedrijven verreweg het grootste bedrijventerrein van de regio. Het gebied ligt ten westen van de A16 en strekt zich uit van de Zeehaven in het noorden tot en met het nieuw te ontwikkelen terrein Dordtse Kil IV in het zuiden. De Westelijke Dordtse oever is voor een groot deel een bestaand bedrijventerrein (Dordtse Kil I, II en III, Amstelwijck-West en de Zeehaven). Daarnaast is op Dordtse Kil III en in de Zeehaven nog uitgeefbare grond beschikbaar en is Dordtse Kil IV nog in ontwikkeling. In september 2014 heeft in de gemeenteraad besluitvorming plaatsgevonden waarin de ambitie is uitgesproken om de WDO te (her)ontwikkelen tot een aantrekkelijk, hoogwaardig en duurzaam bedrijventerrein. Met dit Programma Duurzaamheid WDO wordt invulling gegeven aan de hoge ambities op het gebied van duurzaamheid voor de WDO. Het Programma Duurzaamheid WDO maakt onderdeel uit van de WDO organisatie. Inhoudelijk is het programma gekoppeld aan, en afgestemd met, het stedelijke Opgaveplan Duurzaamheid. Het Programma Duurzaamheid WDO kan worden gezien als een nadere invulling van het Opgaveplan Duurzaamheid 2015-2018. Figuur 1.1 geeft een overzicht van de vijf thema's uit het opgaveplan. 2 energietransitie 1. Het verbruik van energie moet minder 2. de opwekking van energie moet schoner, 3. en het managen van opwekking en gebruik slimmer (Smart Grid). Het gaat om de balans tussen opwekken en gebruiken. Niet alleen distributie, maar ook opslag en/of omzetting; kortom: intelligent energie(net)managem ent. Figuur 1.1 mobiliteit Minder en schonere vervoerskilometers op, maar ook van en naar het eiland van Dordrecht! Het gaat om regisseren, stimuleren, faciliteren of limiteren van: 1. vervoersmiddele n, 2. brandstoffen, 3. gedrag, 4. routes. circulaire economie Afval is grondstof door-dat de cyclus zich sluit: 1. bedenken/ontwerp en, 2. produceren, 3. distribueren, 4. aanschaffen, 5. gebruiken, 6. hergebruiken, 7. disassembleren (grondstof). Naast het sluiten van de cyclus gaat dit thema ook over gebruik van andere soorten grondstof, zoals biogrondstoffen. ruimtegebruik Duurzaam ruimtegebruik benut sociaal, ecologisch en economisch kapitaal efficiënt en in harmonie. Concreet is de ruimte dan veelzijdig, prettig en schoon, bereikbaar met OV en fiets, multifunctioneel ook in de tijd, dienend aan meerdere verschillende belangen, mix van verzachting en verharding, efficiënt in benutting m2, vrij van overlast, niet ‘verrommeld’. voorbeeldig e gemeente De gemeente Dordrecht gaat zelf voorop lopen op de thema’s! Thema’s hiernaast zijn ook voor gemeente leidend: energietransitie mobiliteit, circulaire economie, ruimtegebruik Vijf thema's uit Opgaveplan Duurzaamheid Met het Programma Duurzaamheid WDO wordt, binnen de WDO, invulling gegeven aan de vijf thema's uit het Opgaveplan Duurzaamheid. Hierbij wordt aangesloten bij relevant stedelijk beleid en afgestemd met overige stedelijke en regionale programma's. Hierbij kan gedacht worden aan de structuurvisie windenergie, het bodemenergieplan, het mobiliteitsplan en het programma Beter Benutten 2. Ook wordt samenwerking gezocht met onderwijs (Duurzaamheidsfabriek) en met het MVO netwerk. Dit programma geeft een overzicht van de lopende en geplande activiteiten op het gebied van duurzaamheid in de WDO. Het is een dynamisch programma. Als zich nieuwe kansen of ontwikkelingen voordoen, dan biedt het programma de ruimte om deze op te nemen mits de benodigde uren en budget gedekt zijn en mits deze passen binnen staand gemeentelijk of regionaal beleid. De huidige activiteiten zijn gedekt uit het voorbereidingsbudget voor de WDO. Uitzonderingen zijn de energiescans voor DKI, II en AW-W die worden gedekt door een provinciale subsidie. Voor toekomstige activiteiten geldt dat deze ook uit het budget voor de WDO betaald moeten worden tenzij er dekking is uit andere gemeentelijke of regionale programma's of subsidies. 3 2 Uitwerking thema's opgaveplan 2.1 Energietransitie In de "Routekaart Dordrecht" is vastgelegd dat Dordrecht in 2050 klimaatneutraal wil zijn en dat het aandeel duurzame energie in 2020 20% moet zijn. De vraag is welke bijdrage de WDO kan leveren aan deze doelstellingen? Kan de WDO op termijn klimaatneutraal worden? Moet CO2-uitstoot in de WDO elders in Dordrecht gecompenseerd worden? Of kan de WDO per saldo energieleverend worden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn de (toekomstige) CO2-uitstoot en de mogelijkheden om deze te beperken en te compenseren in figuur 2.1 naast elkaar gezet. Figuur 2.1: CO2-uitstoot WDO en potentiële reductie In de linker kolom staat de (toekomstige) CO2-uitstoot die bestaat uit de uitstoot van de bestaande bedrijven plus een schatting van de uitstoot van de toekomstige bedrijven op DK III en DKIV. In de middelste kolom staat de geplande reductie van de CO2-uitstoot in de vorm van de windmolens op DKIV en de zonnecentrale op de Transberg. In de rechter kolom staat het technisch potentieel om de CO2uitstoot in het gebied verder te beperken. In potentie zijn de mogelijkheden om de CO2-uitstoot groter dan de uitstoot. Dit betekent dat de WDO in potentie energieleverend kan worden en daarmee in theorie een meer dan evenredige bijdrage kan leveren aan de doelstellingen uit de Routekaart. 4 Om de CO2-reductie uit figuur 2.1 te realiseren is nog een lange weg te gaan. PV-panelen op bedrijfspanden kunnen een belangrijke bijdrage leveren. De ruimte is er maar in hoeverre de daken praktisch bruikbaar zijn voor PV-panelen is nog niet bekend. Ook voor andere maatregelen geldt dat op dit moment niet zeker is welk deel van het technisch potentieel ook praktisch haalbaar is. Het Programma Duurzaamheid WDO zet daarom breed in op de mogelijkheden om de CO2-uitstoot te reduceren. Hierdoor is de kans het grootst dat het lukt om op termijn in de WDO klimaatneutraal te worden en mogelijk zelfs energieleverend. Bij de formulering van de doelstellingen in de Routekaart Dordrecht zijn de transportbrandstoffen buiten beschouwing gelaten. Reden hiervoor was dat de gemeente zeer beperkt is in de mogelijkheden om de uitstoot door transportbrandstoffen te beïnvloeden. Om deze reden is de CO2-uitstoot in figuur 2.1 ook exclusief transportbrandstoffen. In de Marsroute 2050 die nu in ontwikkeling is, gaan transportbrandstoffen hoogstwaarschijnlijk een rol spelen. Op wat voor manier precies is nu nog niet duidelijk. Wanneer doelstellingen op het gebied van transportbrandstoffen worden opgenomen in de Dordtse doelstellingen, dan worden deze op dezelfde manier toegevoegd aan de doelstelling voor de WDO. 2.1.1 Energiebesparing Uit gegevens van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid1 blijkt dat bestaande bedrijven gemiddeld 17% kunnen besparen op het energiegebruik met maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Ook uit andere bronnen is bekend dat besparingen op het energiegebruik mogelijk zijn tot 20% a 30% met maatregelen die relatief snel kunnen worden terugverdiend. In figuur 2.1 is gerekend met een potentiële besparing van 30% ten opzichte van het huidige energiegebruik, uitgaande van maatregelen die zich binnen maximaal 10 jaar terugverdienen. Energiebesparing blijkt een belangrijke bijdrage te kunnen leveren in de reductie van de CO2-uitstoot in de WDO. Na de PV-panelen is dit de grootste post in figuur 2.1. In de WDO lopen verschillende acties die tot doel hebben om de energiegebruik te beperken. 2.1.2 Alternatieven warmte Een belangrijk deel van de CO2-uitstoot in de WDO wordt veroorzaakt door de verbranding van aardgas ten behoeve van ruimteverwarming en warmtelevering in bedrijfsprocessen. Door over te schakelen naar alternatieven voor aardgas kan de uitstoot van CO2 worden beperkt. Mogelijke alternatieven zijn: aansluiten op het warmtenet, warmtepompen of biomassa/hout gestookte installaties. In 2010 heeft de gemeente Dordrecht een inventarisatie laten uitvoeren naar de kansen op verduurzaming in Dordtse kil I & II2. In 2011 heeft HVC Energie een vervolgonderzoek3 laten uitvoeren waarin de warmtevraag op Dordtse Kil I, II en Amstelwijck West breder in beeld is gebracht. Het beeld uit de inventarisatie uit 2010 is dat een aantal grotere energiegebruikers openstaat voor alternatieve vormen van warmtelevering. Voor de HVC was er in 2011 geen aanleiding om plannen voor het doortrekken van het warmtenet naar de bestaande bedrijven op de WDO verder uit te werken. De aanleg in Dordrecht moest nog starten en de inventarisatie had geen "stepping stone" opgeleverd die een businesscase richting de WDO haalbaar maakten. 1 2 3 Energiebesparing bij (Industriële) Grootverbruikers, Omgevingsdienst ZHZ, 13 april 2012, Verduurzaming Dordtse Kil I&II, inventarisatie kansen, Innoforte, 26 maart 2010 Inventarisatie Light Dordtsekil, Eindrapportage, GreenVis, 1 juli 2011 5 Op dit moment is het de vraag of de HVC nog warmte over heeft als alle reeds geplande aansluitingen in Dordrecht gerealiseerd zijn. Mogelijk dat voor de WDO gezocht moet worden naar andere alternatieven zoals ketels op (lokale)houtsnippers. Deze kunnen al worden toegepast op de schaal van een bedrijf of een cluster van een paar kleinere bedrijven. Installatiebedrijf van Dijk op Dordtse Kil II bouwt dit soort installaties plug&play samen in een zeecontainer. Om op dit onderdeel een stap verder te komen zal samen met geïnteresseerde bedrijven op het terrein en leveranciers moeten worden gezocht naar haalbare businesscases voor alternatieve warmte. Vanuit het Programma Duurzaamheid WDO wordt dit op dit moment aan de markt overgelaten. Het ministerie van Economische Zaken werkt aan een warmtevisie. Als deze er is zal worden bekeken of er mogelijkheden zijn vanuit het programma om de overschakeling naar duurzame warmte te versnellen. 2.1.3 Windenergie In de Structuurvisie Windenergie in Dordrecht staan de locaties in de WDO waar windenergie onder voorwaarden mogelijk is. Kilwind gaat vier windmolens realiseren aan de rand van DKIV. De planning is dat deze windmolens eind 2016 operationeel zijn. Daarnaast is de ECD bezig met een windmolen op Duivelseiland op het terrein van HVC. Realisatie van deze windmolen heeft een hoge mate van waarschijnlijkheid. Een tweede windmolen van de ECD op het Duivelseiland is afhankelijk van de medewerking van de grondeigenaar, Jansen Recycling. De grondeigenaar van een mogelijke derde locatie op het Duivelseiland, Rijkswaterstaat, heeft aangegeven vooralsnog niet mee te willen werken aan de plaatsing van een windmolen. Naast de genoemde locaties zijn er op basis van de structuurvisie mogelijkheden om extra windmolens op Dordtse Kil III, Dordtse Kil IV en Krabbepolder te realiseren. In figuur 2.1 zijn de 4 windmolens van Kilwind op Dordtse Kil 4 apart aangegeven omdat deze een hoge mate van zekerheid hebben. De overige ruimte voor windenergie is aangegeven als 'extra wind'. In deze categorie hebben een of twee molens van de ECD een hoge kans dat ze gerealiseerd worden. Voor de andere locaties is de kans op dit moment laag. Vanuit het Programma Duurzaamheid WDO is het wenselijk dat ook op andere locaties de mogelijkheden van windenergie maximaal worden benut. Knelpunt voor het realiseren van (extra) windmolens in de WDO is het draagvlak bij ondernemers en omwonenden. Toekomstige activiteiten ter bevordering van de productie van windenergie in de WDO dienen gericht te zijn op het verhogen van het draagvlak hiervoor. 2.1.4 PV-panelen In potentie kunnen zonnepanelen de grootste bijdrage leveren aan het reduceren en compenseren van de CO2- uitstoot op de WDO. Dit komt door het grote dakoppervlak dat in theorie beschikbaar is voor PV-panelen. Uitgangspunt bij de schatting van potentiele productie van zonne-energie in het gebied is dat de kavels gemiddeld voor 50% bebouwd zijn en dat gemiddeld de helft van de daken geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen. Bij het bepalen van het potentieel van zonne-energie is uitgegaan van de huidige opbrengst van PV-panelen. Als de opbrengst in de toekomst hoger wordt zou de potentiele bijdrage van zonne-energie nog groter kunnen worden. Op dit moment is het belangrijkste initiatief op het gebied van zonnepanelen een PV centrale van circa 7 MW op de Transberg. Dit initiatief loopt mee in de bestemmingsplanwijziging voor DKIV. Voor het benutten van het potentieel op de daken geldt dat ook SDE+ subsidie nodig is. In 2016 is het beschikbare budget voor duurzame energie meer dan verdubbeld ten opzichte van 2015 naar 8 miljard euro. Dit zou kunnen betekenen dat in 2016 de kans relatief groot is dat subsidieaanvragen voor 6 grootschalige PV-projecten kunnen worden gehonoreerd. Voor de WDO geldt dat vanuit het Programma Duurzaamheid zal worden gestimuleerd dat bedrijven hun daken gaan benutten voor het opwekken van energie uit zonlicht. Om dit te bereiken wordt gedacht aan een (doorlopend) collectief project dat bedrijven ondersteund bij het opzetten van PV-projecten op daken en bij het aanvragen van subsidie hiervoor. 2.1.5 Smart Grid en energieopslag Met de toename van productie van duurzame elektriciteit in de WDO, veranderen de eisen die worden gesteld aan het elektriciteitsnet. Het elektriciteitsnet moet niet alleen energie kunnen leveren maar ook energie kunnen opnemen op momenten dat meer energie wordt geproduceerd dan wordt verbruikt. Door vraag en aanbod in het gebied op elkaar af te stemmen (smart grid) en door mogelijkheden in te bouwen om energie op te slaan, kunnen mogelijk hoge investeringen in extra capaciteit van het net worden voorkomen of beperkt. Daarnaast kan het afstemmen van vraag en aanbod van energie en energieopslag nieuwe interessante businesscases opleveren voor ondernemers in het gebied. Bij de uitwerking van de Energievisie voor Dordtse Kil IV worden de mogelijkheden en kansen die smart grids en energieopslag bieden nader onderzocht. 2.1.6 Participatie en lokale energie Met de verschuiving van centraal opgewekte fossiele energie naar lokaal opgewekte duurzame energie ontstaan kansen voor nieuwe vormen van samenwerking. Inwoners en ondernemers raken meer betrokken bij de lokale energievoorziening wat goed is voor het draagvlak voor windmolens of een zonnecentrale. Binnen het Programma Duurzaamheid WDO is aandacht voor de kansen die participatie en lokale energie bieden bij de verduurzaming. 2.2 Mobiliteit Doel van de opgave mobiliteit is om te komen tot minder en schonere vervoerskilometers. De rol van de gemeente hierin is vooral voorwaarden scheppen om duurzamer vervoer mogelijk te maken. Voor de bedrijven in de WDO die geen laadpunten op eigen terrein kunnen plaatsen zijn de Dordtse beleidsregels voor publieke laadinfra van toepassing. Daarnaast richten we ons op het faciliteren van alternatieve brandstofpunten maar ook op een goed OV en een goede (fiets)infrastructuur. In het Programma Duurzaamheid WDO zitten diverse onderdelen die zijn gericht op het verminderen en verduurzamen van vervoerskilometers van, naar en op de WDO. Voor het vervolg wordt aangehaakt bij het mobiliteitsplan dat in ontwikkeling is voor de gemeente Dordrecht. 2.3 Circulaire Economie Grondstoffen worden steeds schaarser en zijn niet onbeperkt voorradig. De circulaire economie streeft naar businessmodellen waarin de grondstoffenkringloop wordt gesloten. Op hoofdlijnen komt dit neer op het minimaliseren van het gebruik van (zeldzame) grondstoffen, het verlengen van de levensduur van producten en steeds opnieuw hergebruiken van grondstoffen. Een circulaire economie produceert geen afval. Doelen in het opgaveplan zijn het bevorderen dat bestaande Dordtse bedrijven een meer circulair profiel krijgen. Daarnaast wil Dordrecht bedrijven aantrekken met een duurzaam profiel. Op dit moment loopt in Dordrecht een onderzoek waarmee de circulaire kansen in Dordrecht in beeld worden gebracht. Bij dit onderzoek zijn ook bedrijven betrokken die zijn gevestigd op de WDO. De bedoeling is dat dit onderzoek circulaire businesscases oplevert die vervolgens verder worden uitgewerkt. De verwachting is dat dit voor de WDO nieuwe circulaire kansen oplevert. 7 Overigens blijken diverse bedrijven in de WDO een sterk circulair profiel te hebben zonder dat de bedrijven dat zelf op die manier benoemen. In de communicatie over de WDO zal aandacht gegeven worden aan bestaande succesverhalen op het gebied van circulaire economie om zo ook andere ondernemers bekend te maken met de kansen die circulair ondernemen biedt. De ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein DKIV biedt een kans om bedrijven met een duurzaam profiel aan te trekken. In de eerste plaats doen we dat door voorwaarden te scheppen die DKIV een aantrekkelijke vestigingslocatie maken voor bedrijven met een duurzaam profiel. Het is hierbij wenselijk dat de eerste bedrijven die zich vestigen het goede voorbeeld geven en sterk duurzaam profiel hebben. Bij het zoeken naar een lead-customer speelt dit een belangrijke rol. Een andere manier waarop een aantrekkelijk vestigingsklimaat kan worden gecreëerd voor duurzame bedrijven is de BREEAM certificering voor DKIV. Naast het scheppen van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven met een duurzaam profiel kunnen bij de gronduitgifte ook voorwaarden gesteld worden op het gebied van duurzaamheid. Het komende jaar zal meer duidelijk worden over de manier waarop het vestigingsklimaat voor bedrijven met een duurzaam profiel aantrekkelijk zal worden gemaakt en over eventuele voorwaarden die op dit gebied worden gesteld. 2.4 Ruimtegebruik Duurzaam ruimtegebruik heeft betrekking op zorgvuldig omgaan met de schaarse ruimte en op de kwaliteit van die ruimte. De resultaten zijn meervoudig ruimtegebruik, beperking van vervoersbehoefte en een goede en aantrekkelijke werk- en leefomgeving. Voor Dordtse Kil I, II en Amstelwijck West wordt hier invulling aan gegeven met het project "Kwaliteitsimpuls". Beoogde resultaten van dit project zijn een professionele parkmanagement organisatie, verbeterde kwaliteit privaat vastgoed, ruimte voor herverkaveling en verbetering van de openbare ruimte. In het Zeehavengebied loopt een vergelijkbaar proces dat wordt uitgevoerd door het HbR. De ontwikkeling van DKIV biedt de kans om het duurzaam ruimtegebruik vanaf de start goed te regelen. Evenals bij DK III zal hier vanaf de start een parkmanagement organisatie worden opgericht waar bedrijven verplicht aan moeten bijdragen. De manier waarop het terrein en de openbare ruimte duurzaam wordt ingericht zal de komende tijd nader worden ingevuld. Een mogelijkheid voor Dordtse Kil IV is tijdelijk ruimtegebruik in de vorm van tijdelijke windmolens of zonnepanelen. Diverse marktpartijen hebben laten weten hier interesse in te hebben. 2.5 Voorbeeldige gemeente Onderdeel van het opgaveplan is dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft op de vier voorgaande thema's, "practice what u preach". Voor de WDO liggen de kansen wat dat betreft vooral in de openbare ruimte. Ten eerste kan worden ingezet op een klimaatneutrale openbare ruimte. Dat betekent energiezuinige openbare verlichting en rioolgemalen. Daarnaast dient de energie die in de openbare ruimte wordt gebruikt ook in de openbare ruimte opgewekt te worden. Bijvoorbeeld met zonnepanelen op een geluidscherm. Daarnaast kunnen in de werken die door de gemeente worden uitbesteed zoals de infrastructuur en het bouwrijp maken voorwaarden worden opgenomen op het gebied van duurzaamheid en circulaire economie. 8 9 3 Programma Duurzaamheid WDO De WDO organisatie heeft een matrixstructuur. De matrix kent projecten en thema's (figuur 3.1). Een van de thema's is duurzaamheid. Projecten Thema's Hoofdwegennet A16/N3 + aantakking DK IV op A16 (Projectmanage r Walter van Beers + Omgevingsman ager André Groninger RWS) Figuur 3.1: Onderliggend wegennet + hoofdinfra DK IV (Projectman ager Walter van Beers) Westelijke ontsluiting (Projectman ager Walter van Beers) Zeehaven (Gebiedsman ager Aldo van Kleef) Kwaliteitsim puls DK I, II en AWW (Gebiedsmana ger Aldo van Kleef) Uitgifte DK III (Projectman ager Madelon Soeteman) ZW-hoek DK III (Projectman ager Otto Verschoor) DK IV (grex) (Projectman ager Otto Verschoor) Programma WDO (Programmaman ager Nico van Klinken) Gebiedsmarketing (Programmamanager Nico van Klinken + Gebiedsmanager Aldo van Kleef) Duurzaamheid (Coördinator Duurzaamheid Jeroen Tent) Parkmanagement (Gebiedsmanager Aldo van Kleef) Fondsenwerving Publieke processen t.b.v. DK IV - A16/N3 (Programmamanager Nico van Klinken) Arbeidsmarkt (Gebiedsmanager Aldo van Kleef) Innovatie (Gebiedsmanager Aldo van Kleef) Onderwijs (Gebiedsmanager Aldo van Kleef) Communicatie (Gebiedsmanager Aldo van Kleef) Matrixorganisatie WDO Het Programma Duurzaamheid WDO beschrijft de activiteiten binnen de verschillende projecten en deelgebieden in de WDO. Daarnaast vindt afstemming plaats tussen duurzaamheid en de andere thema's. Het Programma Duurzaamheid WDO kent zowel onderdelen die betrekking hebben op de WDO als geheel als onderdelen die betrekking hebben op een specifiek deelgebied. In de hoofdstuk staat een overzicht van de verschillende onderdelen van Programma Duurzaamheid WDO 3.1 WDO Algemeen 3.1.1 Onderzoek kansen circulaire economie De gemeente Dordrecht heeft opdracht gegeven aan Cirkellab om de kansen voor de circulaire economie in beeld te brengen. Beoogd resultaat is dat dit onderzoek levensvatbare businesscases oplevert die vervolgens verder kunnen worden uitgewerkt. Het onderzoek richt zich op heel Dordrecht en dus ook op de WDO. Voor zover dit onderzoek businesscase(s) oplevert in de WDO, zal worden bekeken op wat voor manier de verdere uitwerking een plek kan krijgen in het Programma Duurzaamheid WDO Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Circulaire Economie Eindrapportage onderzoek kansen circulaire economie: Plan van aanpak uitwerken businesscases: Q1 2016 Q1 2016 10 3.1.2 Zonnepanelen op bestaande daken Zonnepanelen op bestaande daken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de doelstellingen op het gebied van energietransitie. Op dit moment worden de daken in de WDO nog nauwelijks gebruikt voor de opwekking van energie uit zonlicht. Vanuit het Programma Duurzaamheid WDO wordt een project gestart dat het plaatsen zonnepanelen op bestaande daken gaat stimuleren. Hierbij wordt gedacht aan het ontsluiten van kennis op technisch en financieel gebied, organiseren van gezamenlijke inkoop, organiseren van subsidieaanvragen et cetera. Uitgangspunt is dat de gemeente een initiërende en verbindende rol heeft. Voor subsidiering is het de bedoeling om gebruik te maken van de landelijke SDE+ regeling. De precieze vorm van het stimuleringsproject wordt nader uitgewerkt. Binnen de gemeente is bijvoorbeeld ervaring opgedaan met een veiling van zonnepanelen voor particulieren. Onderzocht wordt of een dergelijke actie ook interessant is voor bedrijven. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Ruimtegebruik Plan van aanpak actie zonnepanelen WDO: Q1 2016 3.1.3 Duurzame alternatieven warmte bestaande bedrijven Om uiteindelijk klimaatneutraal te worden is het wenselijk om minder aardgas te gaan gebruiken. In de WDO wordt aardgas gebruikt voor de levering van warmte voor ruimteverwarming en voor bedrijfsprocessen. Er zijn verschillende alternatieve warmtebronnen denkbaar zoals doortrekken van het warmtenet, hout gestookte ketels of warmtepompen. In 2010 en 2011 is reeds onderzoek gedaan naar mogelijkheden op dit gebied. Het geleidelijk uitfasen van aardgas heeft ook landelijk aandacht. Het ministerie van EZ werkt aan een warmtevisie. Naar aanleiding van dit plan zal een plan van aanpak voor de WDO worden opgesteld. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie Plan van aanpak uitfaseren aardgas Bestaande bedrijven: Na warmtevisie EZ 11 3.1.4 Aanpak Duurzame mobiliteit De aanpak op het gebied van duurzame mobiliteit in de WDO kent een aantal onderdelen: 1. OV en fietsinfra Op dit onderdeel wordt aansluiting gezocht bij het mobiliteitsplan dat in ontwikkeling is voor de gemeente Dordrecht. Hierover worden afspraken gemaakt met de afdeling verkeer. 2. Publieke Laadinfra Op dit onderdeel gelden de Dordtse Beleidsregels. Een bijzondere vorm van publieke laadinfra is netstroom voor koelwagens. Deze worden nu gekoeld met diesel aggregaten. Met netstroom kan een belangrijke milieuwinst worden gehaald. Onderzocht wordt welke positie de gemeente hierin inneemt en of de beleidsregels voor publieke laadpalen hierop ook van toepassing zijn. 3. Beter Benutten De infrastructuur rond de WDO gaat de komende jaren op de schop. Dit kan een aanleiding zijn voor bedrijven om anders om te gaan met vervoersbehoefte. Vanuit het programma Beter Benutten 2 heeft de Vervoersonderneming Rotterdam de opdracht om bedrijven op dit gebied te adviseren. Voor de WDO is het wenselijk om afspreken te maken met de Vervoersonderneming Rotterdam over inzet in de WDO 4. Onderzoek Goederenvervoer Op het gebied van duurzame mobiliteit liggen mogelijk kansen voor meer vervoer over het water en het spoor. De gemeente heeft niet de kennis en de expertise om de goederenstromen in kaart te brengen en te zoeken naar haalbare duurzame alternatieven. Binnen het programma Duurzaamheid WDO leeft de wens om dit te laten onderzoeken door een gespecialiseerde partij. Een plan van aanpak wordt nog uitgewerkt. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Duurzame Mobiliteit Afspraken over aanhaken bij mobiliteitsplan: Plan van aanpak netstroom koelwagens Afspraken met Vervoersonderneming Rotterdam Aanpak onderzoekgoederenvervoer Q2 2016 Q4 2016 Q2 2016 Q2 2016 3.1.5 Klimaatneutrale openbare ruimte Het energiegebruik in de openbare ruimte bestaat uit energiegebruik voor de openbare verlichting en voor rioolgemalen. Door het energiegebruik in de openbare ruimte te compenseren met opwekking van duurzame energie kan de openbare ruimte klimaatneutraal worden gemaakt. Uiteraard helpt het als gebruik wordt gemaakt energiezuinige verlichting en gemalen. De consequenties van de keuze voor een klimaatneutrale openbare ruimte zullen worden onderzocht en zullen worden vertaald naar een plan van aanpak. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Ruimtegebruik, Voorbeeldige gemeente Rapportage klimaatneutrale openbare ruimte: Plan van aanpak klimaatneutrale openbare ruimte: Q3/4 2016 Q3/4 2016 12 3.1.6 Communicatie Communicatie over de het Programma Duurzaamheid WDO vindt plaats in gesprekken, artikelen, nieuwsbrieven, website, presentaties/bijeenkomsten et cetera. Communicatie via deze kanalen wordt afgestemd met de gebiedsmanager. Voor veel onderdelen van het Programma Duurzaamheid WDO is een goede communicatie met ondernemers in het gebied een voorwaarde voor succes. Dit geldt overigens niet alleen voor het thema duurzaamheid maar ook voor andere thema's in de WDO. Vanuit het programma WDO wordt hard gewerkt aan het verbeteren van het netwerk met ondernemers. In overleg met de gebiedsmanager zal worden gezocht naar een manier activiteiten op het gebied van duurzaamheid onder de aandacht te krijgen bij de ondernemers in de WDO. Bij de uitgifte van grond in de WDO en in de marketing van het gebied moet duurzaamheid ook een plek krijgen. In de nieuwe marketingstrategie die in ontwikkeling is voor de WDO heeft duurzaamheid een vanzelfsprekende plek. Bij de verdere uitwerking van de marketingstrategie zal dit inhoud krijgen. Vanuit het Programma Duurzaamheid WDO is een aandachtspunt dat de marketingboodschap de lading (blijft) dekken. Bij de uitgifte van grond kunnen voorwaarden gesteld worden op het gebied van duurzaamheid. Mede naar aanleiding van de resultaten uit de Energievisie DKIV zal de uitgiftestrategie op het gebied van duurzaamheid worden vormgegeven. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Alle Communicatie nieuwsbrieven en website : Aanvullende communicatie Programma Duurzaamheid WDO: Doorlopend n.t.b. 3.2 Dordtse Kil IV 3.2.1 BREEAM certificering BREEAM NL gebiedsontwikkeling is een internationaal erkende beoordelingsmethode om de duurzaamheidsprestatie van een gebiedsontwikkeling te beoordelen. Binnen de BREEAM methode komen alle aspecten van duurzaamheid aan bod. Met de BREEAM certificering borgen we aan de ene kant ons eigen proces op duurzaamheidsaspecten. Het houdt ons scherp en zorgt ervoor dat we breed naar alle aspecten van duurzaamheid kijken. Aan de andere kant levert het certificaat ook erkenning voor onze inspanningen op het gebied van duurzaamheid. Het BREEAM-certificaat kan een rol spelen bij het aantrekken van bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan en die voor hun eigen ontwikkeling ook kiezen voor een BREEAM certificering. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Mobiliteit, Circulaire Economie, Ruimtegebruik BREEAM certificaat: Q2 2016 13 3.2.2 Energietransitie De transitie naar een klimaatneutrale energievoorziening in 2050 heeft invloed op de ontwikkeling van een bedrijventerrein als Dordtse Kil IV dat naar verwachting de komende 20 jaar uitgegeven wordt. Om grip te krijgen op deze materie is een energievisie opgesteld voor DKIV. Een van de aanbevelingen uit deze energievisie is om te kiezen voor een "All Electric" variant. Dat wil zeggen dat alleen een elektriciteitsinfrastructuur wordt aangelegd en geen aardgas of warmte-infrastructuur. In september 2015 is de energievisie gepresenteerd aan marktpartijen en belanghebbenden. Algemeen beeld van die marktconsultatie was dat men zich kon vinden in de All Electric variant. Belangrijke vraag die uit de marktconsultatie kwam was hoe we een vestigingsklimaat kunnen scheppen dat uitnodigt om een duurzaam bedrijf te vestigen. Naar aanleiding van deze vraag zijn met de deelnemers een viertal werkgroepen geformeerd die nader op een aantal deelvragen ingaan. Hierbij is specifiek aandacht voor smart grid, energieopslag, participatie en lokale energie. Op basis van de energievisie en de resultaten uit de werkgroepen wordt een plan van aanpak opgesteld voor het vervolg. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Vaststellen Energievisie DKIV: Plan van aanpak vervolg: Q1 2016 Q1 2016 3.2.3 Borging Duurzaamheid Duurzaamheid moet geborgd worden in de verdere ontwikkeling van DKIV. Dit kan mogelijk door voorwaarden te stellen bij de gronduitgifte maar ook door partijen uit te dagen duurzaam te ontwikkelen en ze hierin te faciliteren. Met name dit laatste vraag om een goede borging in de gemeentelijke processen en vraagt om een goede afstemming met de acquisitie en marketing. Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe duurzaamheid in DKIV geborgd gaat worden. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Alle Plan van aanpak borging Duurzaamheid DKIV: Q4 2016 3.2.4 Windmolens Kilwind Kilwind realiseert 4 windmolens aan de rand van Dordtse Kil IV. Het betreft een marktinitiatief en is geen onderdeel van het gemeentelijke programma. Omdat de windmolens wel bijdragen aan de energietransitie naar klimaatneutraal worden ze wel genoemd in dit programma. Het vermogen van de windmolens is circa 9 MW en de windmolens leveren voldoende stroom om circa 5.000 huishoudens jaarlijs van stroom te voorzien. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Windmolens operationeel: Q4 2016 14 3.2.5 PV-centrale Transberg TP Solar heeft het voornemen een PV-centrale te realiseren op de locatie van de voormalige vuilstort Transberg. De PV centrale heeft een vermogen van circa 7 MW en levert voldoende stroom voor circa 2.000 huishoudens. Het betreft een marktinitiatief en is geen onderdeel van het gemeentelijke programma. Omdat de PV-centrale wel bijdraagt aan de energietransitie naar klimaatneutraal wordt deze wel genoemd in dit programma. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Ruimtegbruik Oplevering PV-centrale: Nog niet bekend 3.2.6 Waterstof facility point Er is een marktpartij die een tankstation voor waterstof wil vestigen op Dordtse Kil IV. Een dergelijk initiatief draagt bij aan verschillende thema's uit het opgaveplan zoals energietransitie, mobiliteit en circulaire economie. Uit het oogpunt van het Opgaveplan Duurzaamheid is de komst van het waterstof facility point dan ook gewenst. Uiteraard zijn er ook nog diverse andere randvoorwaarden die bepalen of het waterstof facility point zich daadwerkelijk vestigt op Dordtse Kil IV. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: 3.3 DK I II en Amstelwijck West 3.3.1 Kwaliteitsimpuls Energietransitie, mobiliteit, circulaire economie Vanaf 2012 loopt het project "Kwaliteitsimpuls" voor de deelgebieden DKI, II en Amstelwijck West. Fase 1 van de Kwaliteitsimpuls is inmiddels afgerond. Met het aantrekken van een gebiedsmanager voor de WDO heeft de 2e fase vanaf medio 2015 vorm gekregen. De kwaliteitsimpuls is onderdeel van het Programma WDO en heeft als beoogde resultaten: 1 Professionele parkmanagementorganisatie; 2 Verbetering kwaliteit privaat vastgoed, ruimte creëren voor herverkaveling en verbetering openbare ruimte; 3 Een duurzaam bedrijventerrein. Voornamelijk met het tweede onderdeel wordt invulling gegeven aan het thema "ruimtegebruik" uit het stedelijke Opgaveplan Duurzaamheid. Onderdeel van punt 3 zijn energiescans die nader worden toegelicht in paragraaf 3.3.2. 15 3.3.2 Energiescans Doel van de energiescans is om de energiehuishouding bij bedrijven te verbeteren. Om bedrijven te stimuleren energiebesparende maatregelen in hun bedrijfsvoering en/of aan hun bedrijfspand te nemen, wordt een energiebesparingstraject aangeboden dat bestaat uit een factuurscan en een maatwerkadvies. De factuurscan wordt volledig gefinancierd vanuit een provinciale subsidie. Voor het maatwerkadvies is een bijdrage mogelijk vanuit de provinciale subsidie. De uitvoering van het project ligt bij de Energie Coöperatie Dordrecht (ECD). Indien de energiescans voor DKI, II en Amstelwijck –West een succes zijn, dan kunnen deze ook uitgerold worden naar andere deelgebieden in de WDO. Hierbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om aan te haken bij de bedrijvenaanpak vanuit het regionale duurzaamheidsprogramma Drechtsteden. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Start uitvoering: Einddatum project: Q1 2016 Q4 2016 3.4 Dordtse Kil III 3.4.1 Stimuleren duurzaam bouwen DKIII Dordtse Kil III kent geen lopende activiteiten op het gebied van duurzaamheid die specifiek zijn gericht op dit deelgebied. Bij de uitgifte van grond door ROM-D is geen specifieke aandacht voor duurzaamheid. Bij de uitgifte van grond op Dordtse Kil IV worden mogelijk wel voorwaarden gesteld op het gebied van duurzaamheid. Het is dan niet wenselijk dat in andere delen van de WDO andere voorwaarden gelden. Op korte termijn zal onderzocht worden welke mogelijkheden er zijn om bedrijven te stimuleren duurzaam te bouwen bij vestiging op Dordtse Kil III. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie, Circulaire Economie, Ruimtegebruik Plan van aanpak stimuleren Duurzaam Bouwen DKIII: Q2 2016 3.5 Zeehaven 3.5.1 "Kwaliteitsimpuls" Zeehaven Voor het Zeehavengebied geldt een bijzondere situatie. Gemeente Dordrecht en het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) zijn per 1 januari 2013 voor dit gebied een overeenkomst aangegaan waarin HbR verantwoordelijk is voor beheer, exploitatie en verdere ontwikkeling van de Zeehaven. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de openbare ruimte en de wegen. Het HbR doorloopt in de Zeehaven een vergelijkbaar project als de Kwaliteitsimpuls in DKI, II en AW-W. HbR en gemeente stemmen dit onderling af. 16 3.5.2 Initiatief Windmolens ECD De Energie Coöperatie Dordrecht is van plan een windmolen te plaatsen op het Duivelseiland op het terrein van de HVC. Mogelijk komt er ook een tweede molen van de windmolen op het terrein van Jansen Recycling. De directie van Jansen Recycling heeft hierover nog geen beslissing genomen. Via Drechtse Stromen kunnen inwoners van Dordrecht participeren in de windmolen(s) van de ECD. Dit betreft een initiatief derden en draagt bij aan het realiseren van de doelstelling energietransitie uit het stedelijke Opgaveplan Duurzaamheid. Thema's Opgaveplan Duurzaamheid: Energietransitie Realisatie windmolens: n.n.b. 3.6 Infrastructuur Voor een logistiek bedrijventerrein is de ontsluiting van het gebied essentieel. Daarom wordt fors geïnvesteerd in infrastructurele maatregelen. Rijkswaterstaat gaat de fileproblemen op het knooppunt A16/N3 aanpakken door de realisatie van een kwartklaverblad in combinatie met een parallelweg langs de westelijke rijbaan van de A16. Dordrecht realiseert aan de oostkant van de A16 zowel richting het noorden als richting het zuiden een nieuwe aansluiting van het gebied op de A16. Daarnaast wordt tegelijk met de dijkversterking langs de Dordtse Kil een nieuwe westelijke ontsluiting aangelegd die zorgt voor een uitstekende verbinding van de Zeehaven met de bedrijventerreinen Dordtse Kil I, II, III en IV. 3.6.1 Duurzaam aanbesteden Bij de planvorming is rekening gehouden met diverse aspecten van duurzaamheid. Voornamelijk op het gebied van duurzaam ruimtegebruik en circulaire economie. Vanuit het thema "voorbeeldige gemeente" is het nu zaak om dit verder uit te werken en om duurzaamheid mee te nemen in de aanbestedingen. Op dit onderdeel vindt afstemming plaats tussen de projectleider van de infrastructurele projecten en de coördinator duurzaamheid voor de WDO. 17