Opnieuw is de omgeving van Fukushima in Japan getroffen door een aardbeving van 6,8 op de Schaal van Richter. Met het noemen van zo’n getal weet zelfs een leek: “dat is een serieuze beving”. Maar wie was eigenlijk die Richter, en waar haalde hij zijn schaalverdeling vandaan? De Richterschaal is het geesteskind van Charles Francis Richter. Deze Amerikaanse seismoloog werd geboren op 26 april 1900. Hij studeerde natuurkunde en promoveerde in 1928 aan het California Institute of Technology, kortweg Caltech. Een prestigieuze universiteit waar meerdere Nobelprijswinnaars, zoals Carl Anderson (1936, natuurkunde), Williman Lipscomb ( 1976, scheikunde) en Edward Lewis (1955, geneeskunde) studeerden of onderzoek verrichtten. Ook de populaire sitcom ‘The Big Bang Theorie’, speelt zich af op dit instituut. Na zijn promotie kwam Richter in dienst van het nieuwe seismologische instituut van de universiteit. Samen met collega Beno Gutenberg (1889-1960) werd hij aan het werk gezet om een nieuwe meetschaal voor aardbevingen te ontwerpen. Schaal van Mercalli Op dat moment gebruikte men om de sterkte van aardbevingen aan te duiden de Schaal van Mercalli uit 1902. Guiseppe Mercalli (1850-1914) ging bij het maken van die schaal uit van de waarnemingen van de gevolgen van een aardbeving en deelde die in van I (niet te voelen) tot XII (buitengewoon catastrofaal) op grond vanintensiteit, met andere woorden de zwaarte van de gevolgen. De Schaal van Mercalli is dus afhankelijk van waarnemingen. Richter ging uit van metingen en van het begrip magnitude. Hij definieerde een aardbeving met magnitude 3 als een aardbeving die op een Wood-Anderson seismograaf (een seismograaf die in 1925 werd ontwikkeld door H. Wood and J. Anderson, en op dat moment de meest betrouwbare seismograaf) een uitwijking van 1 mm opwekt op een afstand van 100 km van het epicentrum. Bij de vaststelling van de kracht van de aardbeving hoefde je dan niet meer ter plaatse te zijn. Meetinstituten overal ter wereld die de aardbeving met hun instrumenten opvingen konden zelf de berekeningen maken. Niet alleen kon daardoor sneller vastgesteld worden wat de kracht van de aardbeving was en kon daarop worden ingespeeld door hulpdiensten. Bovendien konden ook de meetresultaten uit de hele wereld met elkaar vergeleken worden, wat de seismologische kennis alleen maar ten goede kwam. Naar voorbeeld van Mercalli deelden ook Richter en Gutenberg de schaal in 12 waardes in. Schaal van Richter Toch heeft de Schaal van Richter ook haar tekortkomingen. Bij een afstand van meer dan 500 kilometer van het epicentrum, en bij aardbevingen hoger dan 6,5 op de schaal van Richter, loopt de betrouwbaarheid van de schaal terug. Vandaar dat de Schaal van Mercalli, na een revisie ervan in 1964, ook nog steeds door seismologen wordt gebruikt. De Momentmagnitudeschaal (MMS) In de jaren ’70 werd de momentmagnitudeschaal (MMS) ontwikkeld, Deze is voor seismologen tegenwoordig leidend. De MMS meet de kracht van de aardbeving aan de hand van een berekening van de vrijgekomen energie. De schaal heeft, in tegenstelling tot die van Mercalli en Richter, geen maximum waarde, en kan dus ook voor zeer zware aardbevingen gebruikt worden. Niettemin is de Schaal van Richter nog steeds het meest bekend. Charles Richter overleed in 1985.