MAGAZINE OVER WERKEN EN LEREN IN DE METAALBEWERKING | WWW.OOM.NL | NAJAAR 2013 t r o p x E de heeft tor X-fac et op Lees h a 15 pagin REPORTAGE Ode aan de vakman ‘Ik heb het mezelf geleerd’ ‘Beroepsonderwijs kan, veel leren van Duitsland’ aldus Herman Blom, directeur academisering Stenden Hogeschool Leeuwarden KIJK OP PAGINA 08 IN DIT NUMMER: 08 Duitse bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid en begrijpen dat goede vakmensen van levensbelang zijn voor een succesvolle economische ontwikkeling, stelt deskundige Herman Blom. COLUMN Supermarkthaat Marijn de Vries is freelance columnist en auteur. En ze is profwielrenster bij het Lotto-Belisol Ladies Team. In Metaaljournaal schrijft zij over zaken die haar bezighouden. Als ik ergens een hekel aan heb, is het aan boodschappen doen. Dat gesjouw langs die schappen met zo’n ellendig mandje – een muntje voor een kar vergeet ik natuurlijk altijd mee te nemen. En dan dat gezeul met overvolle tassen, achterop de fiets, de trappen naar ons appartement op. Dus ik stel het ’t liefst zo lang mogelijk uit. Tot op een zeker moment de koelkast helemaal leeg is. Maar ook in de dagen ervoor weet ik al lang dat ik eigenlijk naar de supermarkt moet. Want koken met te weinig ingrediënten is nog irritanter dan een volledig lege koelkast. Pasta zonder kaas, maaltijden zonder groente... dit staat bij ons regelmatig op tafel. Ik vraag mezelf vaak af: hoe komt het dat ik zo’n klein klusje als boodschappen doen maar blijf uitstellen, terwijl ik een grote klus als een loodzware training van vier uur wel zonder morren begin? Ik vind die training minstens net zo vervelend als naar de supermarkt gaan. Maar toch doe ik dat wél. Waarschijnlijk is het dit: als ik een zware training doe, hou ik altijd voor ogen dat juist die training ervoor kan zorgen dat ik de volgende koers win. Dat motiveert. Hetzelfde geldt eigenlijk voor alles wat je in het leven doet: dat ene uurtje extra studeren, die keer dat je jezelf écht een trap onder je kont geeft, kan ervoor zorgen dat je geen herexamen hoeft te doen. Dat je slaagt. De kunst bij vervelende bezigheden is dus om altijd het einddoel voor ogen te houden. Daarom heb ik geen hekel aan zware trainingen. Toch gek dat dat bij mij niet voor boodschappen doen geldt. Alsof een gevulde maag geen belangrijk doel is. Dus hup, pak die boodschappentassen en ga. Oké. Ik ben weg. Doei! BEROEPSONDERWIJS KAN VEEL LEREN VAN DUITSLAND 10 15 LEREN OP DE WERKVLOER Steeds meer vakmensen in de sector doen specialistisch werk. De kennis die daarvoor nodig is, leren ze in het bedrijf zelf. Hoe regelen bedrijven dit? EXPORT HEEFT DE X-FACTOR De Nederlandse economie is grotendeels afhankelijk van de export. Voor steeds meer metaalbedrijven is het de enige manier om nog aan groei te komen. 24 KLANTENBINDING 27 ODE AAN DE VAKMAN Bij Klein Hesselink Mechanisatie BV in Aalten volgen alle medewerkers maar liefst drie à vier cursussen per jaar. ‘Bijblijven móet!’ Vakmanschap is eeuwenoud, maar tegenwoordig weer helemaal hip. EN VERDER... 4 20 21 26 31 35 Eerst De hobby van... Onderwijs De dialoog Service Puzzel, colofon METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 3 EERST De Maker TEKST EN FOTO ROB OVERMEER Steve (31) en Roy (29) Verhoef Eigenaars van Lasbedrijf Verhoef in Andijk 4 STEVE: ‘We hebben het bedrijf vorig jaar overgenomen van onze ouders. We werken met vier man personeel en één stagiair. Het team is heel jong. Naast het lassen doen we ook plaatconstructiewerk.’ ROY: ‘We maken producten op maat. Dit doen we voor de maritieme sector en voor industriële en designtoepassingen. Voor deze sluispoldermolen hebben we de wieken gemaakt. De molen staat midden in de weilanden. Toevallig gaan we op deze plek regelmatig vissen.’ STEVE: ‘Vaak komt de klant met een idee in zijn hoofd. We zetten het dan om naar een 3D-tekening en vandaaruit werken we het uit tot een product. Het is geweldig als de klant naderhand enthousiast reageert en zegt: zo had ik het precies bedoeld.’ ROY: ‘Ik kan het goed vinden met mijn broer. Ook buiten het werk. Hij is heel creatief. Een complex probleem kan Steve in twee zinnen verwoorden.’ STEVE: ‘Roy is heel goed op de werkvloer. Hij heeft overwicht. Als hij zegt: zo moet het gebeuren, dan gaat het ook zo.’ Steve en Roy Verhoef op een sluispoldermolen >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 TOEN & NU Aanraders Daar hang je dan Beeldend kunstenaar Tomás Saraceno schiep voor K21 Ständehaus het surrealistisch landschap van draadstaal In orbit. In de nok van het kunstencentrum in Düsseldorf, op meer dan twintig meter boven de binnenplaats, ben je tot en met september 2014 uitgenodigd om het enorme cloudscape te verkennen. Geen tijd om naar Duitsland af te reizen? Bekijk het spectaculaire kunstwerk op youtube.com, zoek op ‘in orbit’. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. En dat heeft invloed op het werk en de werkplek. In Toen & Nu vertellen metaalbewerkers over toen en over nu. Deze keer: Roeland Wasser (56) van Spako Food Machinery in Deurne over hoe de Spako Kookketelfabriek in zestig jaar transformeerde van wasketelfabriek tot producent van ambachtelijke en industriële vleesverwerkingsapparatuur. TOEN In 1953 begon mijn vader Wim Wasser in een paar schuurtjes achter het warenhuis van mijn opa de Spako Kookketelfabriek. Hij maakte op turf of kolen gestookte ketels, waar huisvrouwen thuis de was in kookten. Die ketels waren van koper met een mantel van beton eromheen. Mijn broer Gabriël en ik hielpen als kleine mannetjes weleens mee met het schilderen van die betonlaag. In de jaren zestig werd de wasmachine gemeengoed en daalde de vraag naar wasketels. Mijn vader ging toen geleidelijk aan steeds meer kookketels maken voor de vlees- en voedselindustrie. Eerst alleen apparatuur om te koken, daarna ook voor roken en later kwam ook het mengen erbij. Zo zijn de producten van Spako meeveranderd met de eetgewoonten van de Nederlander: van ambachtelijk gekookte en gerookte waar naar steeds meer kant-en-klaarmaaltijden.’ NU ‘De ketels zijn in de loop der jaren steeds groter geworden en ze worden natuurlijk niet meer van koper en beton, maar van roestvrijstaal gemaakt. We produceren nu niet alleen meer ketels, maar ook rookkasten en ovens – dat is ook te zien aan onze huidige bedrijfsnaam Spako Food Machinery. Het werk gebeurt sinds 1975 in een speciaal daarvoor gebouwd bedrijfspand. Wat gebleven is, is dat we maatwerk leveren. Elk apparaat van Spako is helemaal toegesneden op de omstandigheden en behoeften van de klant. Nog steeds wordt elke machine daarom helemaal door één man gemaakt. De fysieke belasting van het werk is dan ook niet veranderd. Wel maken we het ontwerp nu op de computer en niet meer op de achterkant van een sigarendoos, zoals mijn vader deed.’ ‘Onze producten zijn meeveranderd met de eetgewoonten van de Nederlander’ Down & dirty welding tips Leer de fijne kneepjes van het lassen op www.weldingtipsandtricks.com. Jody Collier legt je in grappig Amerikaans allerlei trucjes uit om nog beter te tig-, mig- en elektrodenlassen en post elke week weer video’s met nieuwe tips. Op het Welding Forum adviseren lassers elkaar bij lastige laskwesties en in de Weldmongerstore kun je terecht voor tig fingers; lasvingerhandschoenen die superhandig zijn als je je vingers wilt sparen bij het aluminiumlassen. CAD in je zak Ter plekke nog even een afmeting controleren of een afstand doormeten? Met de AutoCAD WS iPhone-app heb je je ontwerptekeningen altijd bij de hand. Met deze app kun je al je AutoCADtekeningbestanden bekijken, bewerken en met anderen delen. Gratis te downloaden in de App-store. Knutselbeurs to the max Behalve in San Mateo, New York, Rome en Tokyo, nu ook in Hengelo: de Maker Faire. Op deze beurs, op 23 en 24 november in Creatieve Fabriek Hazemeijer, laten allerlei mensen zien wat zij maken op gebied van technologie, wetenschap, ambachten, mode, kunst en voeding. Meld je eigen product aan op www.makerfairetwente.com, ga naar www.makerfaire.com voor de buitenlandse versies van de beurs en lees het magazine Make op www.makezine.com. Pas op: het plezier van de do-it-yourselfproducten werkt aanstekelijk. Voor je het weet heb je een hobby! METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 5 HET CV VAN... Han Bruning (49) technisch installateur Wat heb je gedaan voordat je bij Jachtwerf Bloemsma ging werken? ‘Na de havo en mts bouwkunde, heb ik eerst een paar jaar gevaren als stuurman/motordrijver. Daarna had ik een eigen bedrijf voor zeilende passagiersvaart. In de winter werkte ik in de scheepsbouw.’ De liefde voor schepen zat dus al in je bloed? ‘Zeker. Ik voelde me dan ook meteen thuis bij Jachtwerf Bloemsma. Eerst werkte ik er freelance, daarna in vaste dienst. Ik fungeer als contactpersoon tussen de eigenaar, bemanning en werf. Mijn werk bestaat uit onderaannemers begeleiden, de bemanning wegwijs maken in de techniek van het schip, kijken of alles goed functioneert en kleine mankementen verhelpen.’ Dat klinkt alsof je volleerd bent? ‘Een groot deel van mijn kennis heb ik mezelf geleerd. Maar ik gebruikte alleen de kennis die ik nodig had. Als je je functie wilt uitbreiden, blijkt dat die kunde op sommige punten toch te beperkt is. Om die reden heb ik in 2007 de cursus hydrauliek gevolgd. Die had meteen nut, want ik heb vervolgens zelf een compleet hydraulisch systeem ontworpen en in bedrijf gesteld.’ Onlangs heb je ook nog de opleiding voor scheepswerktuigkundige gedaan. Waarom? ‘Het is een onzekere tijd en ik begin op leeftijd te raken. Stel dat de situatie binnen het bedrijf verandert? Dan heb ik alleen mijn mts bouwkunde, cursus hydrauliek en zwemdiploma A en B op zak. Ik wil voorbereid zijn op die situatie. Vorig jaar ben ik daarom de opleiding voor scheepswerktuigkundige gaan doen. Inmiddels heb ik mijn diploma en mag ik mezelf scheepswerktuigkundige voor alle schepen noemen. Daarmee kan ik, mocht het nodig zijn, ook in andere banen terecht. Ze kunnen mij bijvoorbeeld inhuren als machinist op schepen.’ Ondervind je al voordelen van het diploma? ‘Ik kan nu met bevoegdheid meevaren met grote schepen om de bemanning te begeleiden. Laatst moest bijvoorbeeld een schip dat op een andere werf was gebouwd technisch bekeken worden door een onafhankelijke partij. Ik heb toen alle technische systemen voor generatoren en stroomvoorziening nagelopen en getest.’ Superslimme snelweg Techniek integreren in kunst voor iedereen, dat kan social designer Daan Roosegaarde als geen ander. Onlangs won hij de grootste internationale designprijs: de Deense Index: Award 2013. Hij kreeg 100.000 euro voor zijn project Smart Highway; een reeks innovaties die hij ontwierp met bouwbedrijf Heijmans om autowegen te moderniseren. De superslimme snelweg heeft Glow-in-the-dark Lines: belijning die oplicht in het donker. De nieuwe autoweg wordt verlicht met Interactive Light: lichten die aanfloepen met de energie uit wind van langsrijdende auto’s. Ook leuk: de Electric Priority Lanes; rijstroken voor elektrische auto’s die al rijdend door inductie met spoelen onder het wegdek worden opgeladen. En mocht het gaan vriezen, dan worden bestuurders door de oplichtende ijskristallen van Dynamic Paint gewaarschuwd voor gladheid. Nog even en je kunt de Smart Highway zelf uitproberen. Op een nog geheime locatie in Brabant wordt inmiddels gewerkt aan een stukje superslimme snelweg. www.studioroosegaarde.net 6 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 Hoog logeren Overnachten in een oude havenkraan, dat kan binnenkort op het NDSM-terrein in Amsterdam. Scheepswerf Talsma in Franeker is druk bezig de kraan te verbouwen tot een hotel met luxe kamers. Compleet met jacuzzi én een fantastisch uitzicht over de hoofdstad. In juli is de kraan – die na 25 jaar werkloosheid behoorlijk was vervallen – in drie delen naar de werf in Friesland getransporteerd. Daar brengen de mensen van Talsma de buitenkant weer terug in de oorspronkelijke staat en bouwen ze er vervolgens drie luxe kamers in. De machinekamer wordt de middelste suite, daarbovenop en eronder komen de andere twee. Onder in een van de poten komt een studio en helemaal boven in de giek legt Talsma een jacuzzi aan. Al dat staalwerk is de scheepsbouwers wel toevertrouwd, maar bijzonder vinden ze het toch. ‘Zo’n project komt maar een keer in je leven voorbij’, zegt directeur Jelle Talsma. TIE LEZERSDIAE C BON! KNIP UIT GRATIS naar eum HEIM Techniekmusurnaal met Metaaljo h in hoe de industrie zic m HEIM ervaar je entse Tw de n va gin be In Techniekmuseu t twikkelde, vanaf he t on he uw n ee va lve tto rha mo t ande n’ is he rboden af te blijve uw op stoom, zet eto efg textielindustrie. ‘Ve we n ee t rimenteer me ale uit museum. Dus expe n een telefooncentr r in gang, of bedie nnis oto ke n lm da se ak die n Ma ee ? lf ze derne technieken mo er interov de ten P, we AA t er 1920. Me of speel me k, RFI en infrarood, g en oud. jon or vo k met radar, ballistie leu is . Museum HEIM actieve orang-oetan 9, Hengelo. IM, Industriestraat Techniekmuseum HE umheim.nl www.techniekmuse EERSTE GASTEN Eind oktober gaat de kraan terug naar Amsterdam om door Talsma op de oorspronkelijke plek weer te worden opgebouwd. Nog voor Kerst zullen de eerste gasten hier op topniveau overnachten. Heb je geen hoogtevrees en lijkt het je wel wat, vanuit je jacuzzi op vijftig meter hoogte over Amsterdam uitkijken? Je kunt een suite reserveren op www.faralda.nl. De oude NDSM-kraan wordt weer helemaal in oude glorie hersteld. Bon! bewijs voor gratis toegearsnongen voor maximaal 5 p GSBEWIJS. MEE ALS TOEGAN KNIP UIT EN NEEMentree bij HEIM voor maximaal vijf personen gratis Deze actiebon biedt december 2013. en is geldig t/m 31 (normaal € 6,- p.p.) METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 7 VOORAF ‘Duitse bedrijven committeren zich echt aan het opleiden van potentials’ 8 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 ‘Beroepsonderwijs kan veel leren van Duitsland’ In Duitsland is de jeugdwerkloosheid veel lager dan in Nederland. Hoe krijgen ze dat voor elkaar? Herman Blom, directeur academisering aan de Stenden Hogeschool in Leeuwarden en docent op verschillende Duitse scholen weet het: ‘Hun systeem van duaal beroepsonderwijs steekt met kop en schouders uit boven dat van ons.’ TEKST ANNEMIEK DE GIER FOTO’S HANS VAN DEN HEUVEL Waarin verschilt het Duitse beroepsonderwijs van het Nederlandse? ‘De inhoud van het onderwijs is meer dan bij ons georiënteerd op het beroep waarvoor en het bedrijf waarin wordt opgeleid. Het is totaal anders opgezet dan in Nederland: in Duitsland werken bedrijven, scholen en overheden intensief met elkaar samen. Er is een uitgebreid en centraal geregeld systeem van planningen, regelingen, exameneisen, enzovoort. Duitse bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid en begrijpen dat het vinden en binden van goede vakmensen van levensbelang is voor een succesvolle economische ontwikkeling. Zij behandelen hun potentiële nieuwe werknemers goed: leerlingen zijn tijdens hun opleiding in dienst van het bedrijf en ontvangen een wettelijk vastgelegde opleidingsvergoeding. Na hun opleiding is de kans groot dat leerlingen een vaste aanstelling krijgen.’ In Nederland zijn er toch ook constructies waarbij scholen en bedrijven samenwerken, scholingspools bijvoorbeeld? ‘Inderdaad, die zijn er en dat is natuurlijk geweldig. Helaas staan Nederlandse bedrijven hier toch wat vrijblijvender in. Een praktijkbegeleider in Duitsland bijvoorbeeld, moet aan strenge eisen voldoen terwijl in Nederland de kwaliteit per bedrijf kan verschillen. Duitse bedrijven committeren zich echt aan het opleiden van potentials.’ Is hier misschien ook een cultuurverschil in het spel? ‘Ja, zeker. Duitsers staan bekend om hun drang onzekerheid in te dammen door middel van systemen. In Nederland moeten we daar niets van hebben, zaken moeten toch vooral flexibel blijven, niet te gereguleerd zijn en niet te ver vooruit gepland. De keerzijde hiervan is onze zeer gebrekkige opleiding van vakmensen. Wat ook opvalt is dat technici in Duitsland in hoog aanzien staan, van handwerker tot ingenieur.’ Hoe zorgen we er dan voor dat ook ons beroepsonderwijs beter georganiseerd wordt? ‘Behalve dat bedrijven hun verantwoordelijkheid moeten gaan nemen, zal het onderwijssysteem totaal op de schop moeten. Nederlandse mbo-scholen worden gedwongen zo veel mogelijk leerlingen binnen te halen, anders kunnen ze geen omzet maken. Daarom bieden ze een oerwoud aan verschillende opleidingen aan, waarvan een groot deel helemaal geen zicht biedt op werk. In plaats daarvan zou het onderwijs zich moeten richten op wat bedrijven nodig hebben op de langere termijn. Het is goed dat de overheid bezig is om de spelregels voor onderwijsinstellingen te veranderen.’ Zou het Nederlandse beroepsonderwijs niet gebaat zijn bij een strengere inspectie? ‘Ik vind het typisch Nederlands om dingen eerst mis te laten gaan en er vervolgens een inspectie op af te sturen. Dit is “het paard achter de wagen spannen”. Daar kan ik me oprecht druk over maken. Verspild geld, steek het liever in zaken vooraf goed regelen en degelijk plannen.’ De Nederlandse overheid gaat zestig miljoen euro in het techniekonderwijs pompen… ‘Prima, als dat maar niet gebeurt in de vorm van premies of subsidies. Ik denk dat subsidie de instellingen en bedrijven ondergraaft. Natuurlijk kan extra geld zin hebben, in Duitsland besteden ze dit bijvoorbeeld aan nieuwe opleidingsmogelijkheden voor mensen die na hun afgeronde opleiding toch niet aan het werk komen. Als ik zelf die zestig miljoen zou mogen besteden in Nederland, zou ik het opleidingssysteem per bedrijfstak centraal regelen, natuurlijk met betrokkenheid van scholen en werknemers- en werkgeversvertegenwoordiging. De rest zou ik aan bedrijven geven. Daarmee kunnen ze hun opleidingssystemen ontwikkelen, zoals het scholen van begeleiders en investeren in leerfaciliteiten. Leerlingen krijgen overigens als volwaardig werknemer vanzelf de juiste werkattitude mee: ijver, loyaliteit en het accepteren van regels en hiërarchie. Dit is ook een belangrijk aspect van het Duitse succes.’ U bent een Duitslandfan? ‘Ja, absoluut. Ik ben er op vakantie geweest en ik heb mijn ogen de kost gegeven. Nu ik weer terug ben, valt het verschil in mentaliteit mij weer extra op.’ ] METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 9 IN BEELD Steeds meer vakmensen in de metaalsector doen uniek en specialistisch werk. De kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn, leren ze in het bedrijf zelf. Waarom is dit belangrijk en hoe regelen bedrijven dit? TEKST MARLEEN KAMMINGA EN ANNEMIEK DE GIER FOTO’S MAURITS GIESEN ieuwe technologieën hebben de innovatie in de metaalN industrie een flinke impuls gegeven. Tegelijkertijd is er concurrentie uit landen waar de lonen lager liggen. ‘Om aan de vraag van de markt te blijven voldoen, passen bedrijven in ons land graag nieuwe technieken toe en blijven ze zoeken naar efficiencywinst. Dat leidt tot innovaties die vaak zo specifiek zijn dat je zelf je medewerkers moet trainen om ermee te werken’, weet Anton Verlaan, regiomanager Noord-Holland bij OOM. Bovendien kun je niet opleiden voor zo’n grote diversiteit aan functies.’ Hij schetst daarvan een voorbeeld. ‘Uit stripjes staal beugeltjes maken, dat doen we niet meer zelf. Meervoudige bewerkingen die je kunt robotiseren zijn daarentegen wél concurrerend, maar dan moeten de medewerkers meeontwikkelen. Onze vakmensen zijn steeds meer procesoperator. Die processen zijn bedrijfsgebonden, dus de kennis ervan kunnen ze alleen in het bedrijf zelf opdoen.’ CONFECTIE VERSUS MAATWERK TE DUUR, TE SNEL Het reguliere onderwijs kan daar nooit helemaal in voorzien, legt hij uit. ‘Je kunt van opleidingen niet verwachten dat ze altijd over de nieuwste software en de meest geavanceerde machines beschikken: dat is eenvoudig te duur en daarvoor gaan de ontwikkelingen te snel. 10 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 Scholen, zo legt Verlaan uit, zijn vooral sterk in het competentiegerichte onderwijs: naast vakkennis doe je er onmisbare vaardigheden op, zoals nauwkeurig werken, in een team werken, enzovoort. ‘Zie het als confectie versus maatwerk. De opleiding legt een onmisbare basis. Daar voegen bedrijven hun eigen maatwerk aan toe: kennis die specifiek is voor hun processen, machines en producten.’ INFORMEEL LEREN Leren op de eigen werkvloer heet in de opleidingswereld informeel leren, omdat er geen algemeen geldende criteria en diploma’s aan verbonden zijn. ‘Maar ik merk wel dat het in de praktijk steeds minder informeel is’, vertelt Anton Verlaan. ‘Meelopen met een ervaren medewerker gebeurt nog steeds, maar je ziet dat bedrijven de kennisoverdracht toch graag willen structureren. Dat brengt namelijk allerlei voordelen met zich mee. Je kunt bijvoorbeeld objectief vaststellen wat er moet worden geleerd en wanneer de leerling iets goed in de vingers heeft.’ ] METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 11 12 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 13 Paul Vesseur directeur van ACE Carwash Systems in Weesp ‘Wasstraten zijn technisch zeer complex en worden steeds verder doorontwikkeld. Onze monteurs moeten dus breed én specialistisch inzetbaar zijn. Daar investeren we ook in en dat gebeurt gestructureerd en doelgericht: elke medewerker heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan. Inhouse trainingen maken deel uit van ons opleidingsaanbod. Deze hebben als voordeel dat de stof heel sterk is gericht op de praktijk en op het niveau van de medewerkers. Het is ook belangrijk dat we onze eigen cultuur kunnen laten doorklinken in de interne trainingen. Communicatie en je aan afspraken houden zijn in dit bedrijf belangrijk en komen dus in bijna elke training terug. En als mensen samen leren, gaan de neuzen vanzelf dezelfde kant op.’ 14 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 THEMA ‘De wereld is groot. Ook al is het crisis, er liggen genoeg kansen’ Export heeft de X-FACTOR De Nederlandse economie is voor een groot deel afhankelijk van de export: zo’n 33 procent van ons inkomen komt uit het buitenland. Zeker tijdens de crisis is het dus belangrijk dat de export op peil blijft, ook in de metaalsector. TEKST GEERTJE TUENTER FOTO’S BOB TREUEN, WILMA PEELEN, MARK VERSTRATEN e nieuwste Economische Barometer van Koninklijke D Metaalunie over de tweede helft van dit jaar laat zien dat de binnenlandse markt blijft kwakkelen. ‘Het laatste kwartaal dat er een substantiële groei in de binnenlandse orderpositie zat is twee jaar geleden’, zo meldt het rapport. Gelukkig zijn er de buitenlandse markten. Want de export heeft zich opnieuw verder versterkt, blijkt uit de Barometer. ‘Net als de afgelopen twee jaar ontwikkelt de buitenlandse markt zich substantieel beter dan de binnen- t ash 2011 in Moskou pik Tijdens de Agroprodm e. me n eve in Ple e Rod Bob Treuen ook het METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 15 ‘We kunnen ons onderscheiden met innovatie. Een goede naam hebben de Nederlanders gelukkig al in het buitenland’ Een bedank je van Burts Po de snelle se rvice van Mar tato Chips voor celissen. landse. Dit geldt voor de realisaties, de waardering van de orderportefeuille én de verwachtingen voor het derde kwartaal.’ Paul Verlinden, beleidssecretaris Internationaal Ondernemen bij de Koninklijke Metaalunie, zegt dat het belang van export in de metaalsector ‘niet te onderschatten’ is. ‘Export is voor steeds meer bedrijven in de metaalsector de enige manier om nog aan groei te komen. Bedrijven die exporteren, staan er nu beter voor. Zij hebben hun risico gespreid.’ Alleen bij de exporterende bedrijven – bedrijven die tien procent of meer van hun omzet uit het buitenland halen – is de werkgelegenheid gelijk gebleven. ZELF ZOEKEN Traditiegetrouw is de belangrijkste partner nog steeds dicht bij huis te vinden. Verlinden: ‘Duitsland doet het op het moment goed. In de op- komende markten, zoals Brazilië, Rusland, India en China, gaat de groei inmiddels wat langzamer.’ Belangrijke exporteurs zijn machinebouwers en toeleveranciers. Ook landen als China, Rusland en Kazachstan zijn nu grote afnemers. ‘Van de bijna 14.000 leden van de Metaalunie exporteert 45 procent’, vertelt Verlinden. ‘Maar er is een grote groep die slechts incidenteel exporteert. Bij die groep, zo’n tien procent van de bedrijven, is de export puur vraaggedreven. Het is natuurlijk mooi dat er vraag is naar Nederlandse producten, maar wij willen stimuleren dat ondernemers zelf gaan zoeken naar nieuwe exportmogelijkheden. Ondernemers moeten er zelf op uit.’ Volgens cijfers van het ING economisch bureau van januari dit jaar heeft de machinebouw jaarlijks een groeipotentieel van zo’n 4,5 procent tot 2020. ‘De sector is weliswaar conjunctuur- Marcelissen Food Processing Equipment is een familiebedrijf in het Limburgse Belfeld en specialist in machines voor de voedselverwerkende industrie. Van ontstenen, wassen en ontgronden tot schillen, snijden en verpakken. Het bedrijf begon in 1952 en produceerde toen al voor de Nederlandse, Duitse en Belgische markt. Bob Treuen, sales manager: ‘Het leuke is dat we de ene dag om de tafel zitten met een snackbarhouder over de aankoop van een frietsnijder, en de andere dag met PepsiCo, een van de grootste multinationals ter wereld. Vanaf de jaren tachtig merkten wij dat er steeds meer spelers op onze markt kwamen. Wij moesten ons gaan ontwikkelen. Inmiddels hebben we aan 103 landen machines geleverd. Zo’n negentig procent van de omzet komt uit export. Onze medewerkers zijn er trots op dat we zaken doen met andere landen. Ze vinden het leuk dat ze gevraagd kunnen worden voor een montage in het buitenland. Van onze monteurs die uitgezonden worden, verwachten we dat 16 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 ze Engels en Duits beheersen. Is dat niet het geval, dan volgen ze een intensieve taaltraining. De periode van uitzending proberen we met interessante voorwaarden zo prettig mogelijk voor hen te maken. We vergoeden reistijd en overuren, en zorgen dat er tijd is om ook iets van de omgeving te zien. Ter plaatse is er altijd iemand van de leiding van ons bedrijf of een agent om de monteurs te begeleiden. Kennismaken met andere culturen is goed voor de ontwikkeling. Onze monteurs zien bijvoorbeeld hoe hun buitenlandse collega’s technische problemen oplossen en worden daar heel inventief van. Zelfs in Belfeld hebben ze het over inches, in plaats van millimeters.’ en Bob Treuen dineert met klanten agent in Nagoya, Japan. gevoelig,’ schrijft de ING, ‘maar relatief goed verbonden met de opkomende economieën. Nederlandse bedrijven produceren machines voor halfgeleiders, maar ook voor bijvoorbeeld de voedselindustrie, landbouw, metaalbewerking en de gezondheidszorg.’ Volgens Verlinden liggen er vooral kansen voor producenten van technisch hoogwaardige eindproducten en kennisintensieve toelevering. ‘Je onderscheiden door innovatie wordt steeds belangrijker. Een goede naam hebben de Nederlanders gelukkig al in het buitenland.’ Jaap Snee directeur en boer met de van Ecotoo medewerkers l in Tokio, Ja pan. de Weerzien met Japanse klanten op . London Chelsea Flower Show 2013 UITHOUDINGSVERMOGEN Wat is volgens de Metaalunie belangrijk voor bedrijven die willen gaan exporteren, of die hun export willen vergroten? Verlinden: ‘Goed nadenken over hoe de vraag er over vijf jaar uitziet. En je afvragen waar die vraag vandaan komt. Om de Jaap Sneeboer en Wilma Peelen. Sneeboer in Bovenkarspel produceert handgemaakt tuingereedschap. Het familiebedrijf bestaat dit jaar honderd jaar en exporteert tachtig tot negentig procent van haar producten. Wilma Peelen, mede-eigenaar: ‘Dit jaar stonden we al voor de dertiende keer op de Chelsea Flower Show in Londen, de grootste tuinbeurs ter wereld. In een knaloranje tent. Kwaliteit leveren is heel belangrijk, daar gaan we voor. Zit er een scheurtje in een handvat, dan leveren we een nieuw product. Niet elke klant vraagt om dezelfde benadering. Amerikanen werken altijd en waarderen het als je ’s avonds nog een mailtje stuurt. Duitsers vinden het prettig als je je talen spreekt. Voor de Japanse markt lieten we een promotiefilm van Sneeboer in het Japans nasynchroniseren. Met succes: we hebben daar het afgelopen jaar het dubbele omgezet. Japanse klanten noemen me Wilma San. Zij buigen naar me, maar je leert al snel: terugbuigen is not done. Voor onze exportactiviteiten is het belangrijk om goed op de hoogte te blijven van de exportdocumenten die nodig zijn voor het vervoer, en die verschillen per land. En natuurlijk moeten we onze talen spreken. Dat laatste is een bottleneck; werknemers beheersen geen vreemde talen meer. Omdat we exportpotentieel zien in Frankrijk, willen we investeren in iemand die de Franse taal machtig is, maar vooralsnog hebben we die niet gevonden. Ook voor de functie van receptionist lukt het niet om iemand te vinden die Engels, Frans en Duits beheerst. Ik ben zelf maar weer meer gaan werken.’ METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 17 Willem Verstraten (zo on van Mark) aan tafe l met een klant in Ougadougo u, Burkina Fasso. Steeds meer werknemers in de metaal volgen een cursus met hun PTT... concurrentie met lagelonenlanden aan te kunnen blijven gaan, is het van groot belang je te specialiseren, nieuwe producten te ontwikkelen en te investeren in automatiseringsprocessen. Daarnaast is training en opleiding van personeel cruciaal, zegt Verlinden. ‘We hebben een groot gebrek aan goed opgeleid personeel.’ Ondernemers in de metaal zijn zich daarvan bewust, blijkt uit de Economische Barometer van de Metaalunie: 45 procent van de deelnemers geeft aan het komende jaar een stagiair aan te nemen. ‘Metaalondernemers begrijpen dat het belangrijk is om stage- en leerwerkplekken beschikbaar te stellen. Zo kunnen ze investeren in de toekomst van het eigen bedrijf én maatschappelijk betrokken zijn’, staat in de Barometer. Ook uithoudingsvermogen is volgens Verlinden een goede eigenschap om van handel met het buitenland een succes te maken: ‘Voor export moet je de tijd nemen, en misschien 26.444 cursisten in 2012 kost het in het begin zelfs wat geld. Maar op een gegeven moment is het ook gewoon een kwestie van doen. De wereld is gelukkig groot. Ook al is het crisis, er liggen genoeg kansen.’ ADVIES EN COACHING De Koninklijke Metaalunie helpt bedrijven op verschillende manieren hun export te bevorderen. Bijvoorbeeld met het subsidieprogramma Starters International Business (SIB), een samenwerkingsverband tussen verschillende Nederlandse organisaties zoals de Metaalunie en Agentschap NL, uitvoeringsorgaan van de Rijksoverheid. Dit SIBprogramma is bedoeld voor bedrijven die willen beginnen met exporteren of bedrijven die hun export willen uitbreiden van incidentele export naar aanbodgerichte, meer structurele export. Ondernemers worden gewezen op de mogelijkheden en op de risico’s van handel met klanten in het buitenland. ‘We leveren advies en coaching. In een aantal ... en steeds vaker is dat een taalcursus. 18.099 cursisten in 2011 11.637 cursisten in 2010 287 362 567 taalcursussen in 2010 18 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 taalcursussen in 2011 taalcursussen in 2012 sessies krijgen de ondernemers bouwstenen voor het maken van een exportplan.’ Daarnaast organiseert de Metaalunie handelsmissies en andere activiteiten die zijn gericht op het stimuleren en ondersteunen van internationaal zakendoen. ‘Een handelsmissie is een laagdrempelige manier om direct in contact te komen met potentiële buitenlandse partners’, aldus Verlinden. ‘De afspraken in het buitenland worden van tevoren voorbereid. We leren ondernemers ook over cultuurverschillen. Hoe ga je om met buitenlandse klanten? Wat willen Duitsers bijvoorbeeld graag horen?’ In januari volgend jaar organiseert de Metaalunie een missie naar die belangrijke handelspartner Duitsland en, verder van huis, naar Vietnam. ] Rimas Technology Group in Beringe begon in 1994 als technische handelsonderneming voor het aluminiumprofielenprogramma van Bosch Rexroth, met klanten in Nederland en België. Sinds de overname in 2005 exporteert het bedrijf vooral productiemachines voor de solarindustrie aan relatieve nieuwkomers op dat gebied, zoals Azerbeidzjan, Tunesië en Jemen. Mark Verstraten, managing director: ‘Acquisitiebureaus hebben ons geholpen om vreemde markten te veroveren, een goede aanwezigheid op internet en mond-tot-mondreclame deden de rest. Inmiddels exporteren we bijvoorbeeld naar Azerbeidzjan, Tunesië, de Filippijnen en de VS, maar ook in West-Afrika zit veel potentie. We werden eigenlijk overvallen door de vraag vanuit deze hoeken. Het verschilt per jaar, maar gemiddeld komt zo’n zeventig procent van onze omzet uit het buitenland. Niet alleen uit solar, maar ook uit de productielijnen voor de automotive en vliegtuigindustrie. In de arbeidsovereenkomsten van de medewerkers is vastgelegd dat iedereen bereid moet zijn om een poosje voor het bedrijf naar het buitenland te gaan, als dat nodig is. We organiseren intern taalcursussen Engels en Frans en selecteren nieuwe medewerkers op taalvaardigheid. Als we zaken gaan doen met een ‘nieuw’ land, zorgen we dat we goed beslagen ten ijs komen. We kopen (reis)boekjes met wetenswaardigheden over het land. Exportvereniging Fenedex praat ons bij over de omgangsvormen ter plaatse, en over de financiële mores winnen we informatie in bij banken en kredietverzekeraars. In een land als India is het bijvoorbeeld gebruikelijk om de laatste tien procent van een factuur niet te betalen. Klanten zoeken naar onvolkomenheden in de producten of het proces om onder de betaling uit te komen. Het is handig om daarop te anticiperen door te zorgen dat alles tot in de puntjes geregeld is.’ w van Mark) Marianne Verstraten-Winius (vrou lijn in Canada. uctie prod de van ing open de bij Mark Verstraten (links) met zijn medewerkers in een fabriek in Toronto, Canada, waar een productielijn van Rimas wordt geïnstalleerd. METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 19 De hobby van... Gerrit Esselink Eigenaar EMB Metaalbewerking In 1977 zag hij met eigen ogen hoe tractor pulling in Flevoland geïntroduceerd werd door de Amerikanen. Sindsdien heeft de sport zijn hart gestolen. Met de zelfgebouwde Hurricane komt hij uit in de 3,5 ton Superstock klasse in de Grand National League; het hoogst haalbare niveau in Europa. Team Hurricane kijkt de gegevens na van de laatste wedstrijd in Alphen. Een computer op de tractor registreerde minutieus wat er gebeurde met de temperatuur in de motor, de druk en het brandstofverbruik. Zaken als weersomstandigheden, bandenspanning en klepspeling worden handmatig bijgehouden. Met deze informatie worden de prestaties van de Hurricane doorlopend verbeterd. In de werkplaats naast het huis van Gerrit komt Team Hurricane zeker twee avonden per week bij elkaar om aan de tractor te sleutelen. De kleppen worden gesteld, het oliefilter wordt vervangen, en de olie wordt uitgekookt, waardoor de methanol verdampt en de olie opnieuw kan worden gebruikt. De tractor loopt op methanol en verbruikt tijdens een wedstrijd al gauw twintig liter brandstof in tien seconden. Afgezien van het verplichte standaard motorblok is bijna alles aan de Hurricane zelfgemaakt. De turbo’s zijn aangepast voor een nog betere flow. Het maken van onderdelen voor de Hurricane en het sleutelen eraan vindt Gerrit minstens zo leuk als het rijden van een full pull. ‘Door tractor pulling ben ik de metaalbewerking ingegaan.’ 20 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 Twee jaar geleden is begonnen aan de Hurricane, een zescilinder. Inmiddels is er ruim anderhalve ton aan gespendeerd, en meer dan vijfduizend uur aan gewerkt. Het resultaat? 3.500 pk, en een toerental van 5.000. Maar: ‘We zijn met deze tractor nog in de opbouwende fase, het duurt echt jaren voor je iets hebt waarmee je Europees kampioen wordt.’ Dit zijn ze dan: de mannen van Team Hurricane. Van links naar rechts: Luuk ten Broeke, Björn Braakman, Tom en Gerrit Esselink. Samen doen ze jaarlijks mee aan allerlei wedstrijden.Teamcaptain Gerrit: ‘Het is hartstikke leuk om je kennis over te brengen op jonge, leergierige teamgenoten.’ KIJK OP WWW.HURRICANE.NU OM DE HURRICANE VOLOP IN ACTIE TE ZIEN. ONDERWIJS Geld voor een goed plan Een geldbedrag voor metaalbedrijven en vmbo-scholen die structureel met elkaar samenwerken, is zoiets een goed idee? OOM experimenteert op dit moment in alle tien regio’s met de zogeheten aanjaagpremie. TEKST ANNEMIEK DE GIER FOTO’S ROB OVERMEER e belangstelling van jongeren voor techniekonderwijs is de D afgelopen tien jaar sterk afgenomen. Dit is niet alleen slecht voor de technische vmbo- en mbo-opleidingen, die moeite hebben hun opleidingen in de lucht te houden. Ook het bedrijfsleven kampt met de gevolgen van de terugloop: er zijn te weinig goed geschoolde potentiële nieuwe medewerkers. Een mogelijke oplossing hiervoor zou zijn een betere regionale samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Daarom is OOM een pilot gestart, waarbij scholen en bedrijven die goede plannen hebben voor samenwerking in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage van maximaal vijftigduizend euro, vrij te besteden aan de uitvoering van het plan. Aan buitenschools leren bijvoorbeeld, aan gastlessen, een practicumopstelling of aan materialen. Overigens wel op basis van co-financiering, school en bedrijf moeten zelf ook een bedrag inleggen. SPECIFIEKE KENNIS Maar wat is nou precies een goed plan? Bozena van Trigt, beleidsadviseur bij OOM, vertelt: ‘Wij willen stimuleren dat scholen en bedrijven op een structurele manier samen vorm geven aan beroepsgerichte programma’s. De vernieuwing van het onderwijsprogramma biedt daartoe een kans. Dat krijgt een “Lego-structuur”; een basisdeel en een keuzedeel. Het keuzedeel kan dan regionaal worden ingekleurd, dus als er in de regio veel mechatronicabedrijven zijn, dan kan daar meer nadruk op komen te liggen. Op die manier ontstaat bij leerlingen specifiekere kennis, die gericht is op het bedrijfsleven in zijn of haar omgeving. Wat ook kan, is dat een school bijvoorbeeld een aantal opleidingsopties voorlegt aan het bedrijfsleven, waarop bedrijven een keuze kunnen maken voor de opleiding die het best aansluit bij hun wensen.’ Bozena: ‘Iedereen kijkt mee en beoordeelt de plannen vanuit zijn eigen perspectief. Dan heb ik het bijvoorbeeld over duurzaamheid, zichtbaarheid voor leerlingen, draagvlak bij schoolbesturen, aantrekkelijkheid voor het bedrijfsleven, enzovoort. De meeste plannen zijn inmiddels binnen en ik ben nu al enthousiast over wat ik lees.’ GEEN REGELS Voor de pilot zijn alle tien OOM-regiomanagers op zoek gegaan naar twee samenwerkingsverbanden in hun regio, waarbij al een goede dialoog tussen school en bedrijven aanwezig was. Deze scholen en bedrijven zijn uitgenodigd een plan in te dienen om in aanmerking te komen voor de aanjaagpremie. Daarvoor heeft OOM geen vastomlijnde regels of standaarden voorgeschreven, aangezien scholen en mkb zo divers zijn. Wel zijn verschillende koepelorganisaties en sociale partners bij de pilot betrokken, zoals de VO-raad (sectororganisatie voortgezet onderwijs), de landelijk programmamanager sector techniek, de Koninklijke Metaalunie, CNV en FNV Bondgenoten. LEERPROCES Het is de bedoeling dat de pilot dit jaar wordt afgerond. Daarna zal OOM bekijken of de aanjaagpremie landelijk beschikbaar komt. De eerste reacties van deelnemende metaalbedrijven zijn in elk geval enthousiast. ‘Zij vinden het prettig om meer invloed te hebben op het opleidingsaanbod van scholen’, vertelt Bozena. ‘Voor alle partijen is dit een belangrijk leerproces. Geld van bedrijven inzetten om het onderwijs beter te maken is nieuw in Nederland en we willen kijken op welke manier we de beste resultaten kunnen bereiken.’ METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 21 José Leenders Mede-eigenaar Klift Metaalbewerking in Berkel en Rodenrijs en bestuurslid OOM ‘De aanjaagpremie biedt de mogelijkheid om vanuit bedrijven iets te betekenen voor de kwaliteit van het beroepsonderwijs. Dat is een goede zaak, al moeten we wel kritisch blijven en niet zomaar met geld gaan rondstrooien. De plannen die we tot nu toe binnen hebben zijn soms wat erg breed opgezet. Scholen willen natuurlijk altijd meer doen, bijvoorbeeld hun hele techniekaanbod promoten. Maar wij selecteren specifiek op de verbetering van het metaalonderwijs. Daarnaast is het belangrijk dat een project scholen en bedrijven laat samenwerken en dat het is gericht op de behoefte van het lokale bedrijfsleven. De constructie van co-financiering zorgt ervoor dat de aanjaagpremie meer is dan een pot met geld, alle partijen blijven scherp op de uitvoering van de plannen. Bij Klift Metaalbewerking werken we ook samen met scholen, bijvoorbeeld met een vmbo in Rotterdam. Uiteindelijk levert het je als bedrijf iets op, namelijk dat je kunt bijdragen aan het inwilligen van de eisen die je aan leerlingen stelt. Sowieso kan een sterkere relatie met een school tot mooie dingen leiden, denk aan stageplekken, gastlessen en bijscholing van docenten. Dit alles zorgt er dan hopelijk voor dat we in de toekomst meer en beter opgeleide leerlingen hebben.’ ‘Door co-financiering blijft iedereen scherp’ 22 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 Peter Niehoff Afgevaardigde FNV Bondgenoten ‘Techniek is een ondergeschoven kindje in onderwijsland. Vooral laaggeschoolde jongeren ondervinden hier de nadelen van: zij kiezen voor een algemene vmbo-opleiding en komen dan vaak terecht in ‘wegwerpbanen’ of flexbanen bij bijvoorbeeld fastfoodrestaurant of supermarkt. En dat terwijl de techniek zo veel perspectief biedt, zo veel meer zekerheid ook. Het is jammer dat een aanjaagpremie nodig is om scholen en technisch bedrijfsleven beter te laten samenwerken. Maar als het dan toch nodig is, dan vind ik de insteek goed en interessant. Op dit moment zijn we nog bezig de ingediende plannen door te nemen. Mijn taak is om vanuit FNV Bondgenoten de plannen mede te beoordelen. Ik kijk vooral of een plan daadwerkelijk zoden aan de dijk zet, of het echt om een structurele samenwerking gaat en of de nadruk ligt op de regio. Natuurlijk zijn er al veel samenwerkingsverbanden tussen scholen en bedrijven. Maar om in aanmerking te komen voor de aanjaagpremie, moet een samenwerking vernieuwend zijn en een heel gerichte en concrete aanpak hebben. Steeds probeer ik me in te leven in de leerling: zou ik het interessant vinden als ik daar op school zou zitten? Zou ik overtuigd raken van de veelzijdigheid van de techniek?’ ] ‘Zo’n plan moet wel vernieuwend zijn’ METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 23 CURSISTEN ‘Wij binden klanten met de juiste opleidingen’ Bij Klein Hesselink Mechanisatie BV in Aalten volgen alle medewerkers maar liefst drie à vier cursussen per jaar. ‘We kunnen niet hebben dat klanten zeggen dat ze het zelf ook wel hadden gekund.’ TEKST MARLOES DE MOOR FOTO MARK VAN DER ZOUW anwege de snel veranderende techniek – vooral op het gebied V van elektronica – is bijscholing onmisbaar, merken ze bij Klein Hesselink. Daarom besteedt het bedrijf sinds 2010 veel meer aandacht aan opleidingen en cursussen. ‘Je móet daar tijd voor vrijmaken, anders loop je in no time hopeloos achter’, zegt bedrijfsleider Dirk-Jan Winkelhorst. ‘We kunnen niet hebben dat klanten zeggen “dat hadden we zelf ook wel gekund”. Ons nieuwe opleidingsbeleid komt natuurlijk ook voort uit de recessie. Klanten proberen steeds meer zelf te doen en bellen pas als ze er echt niet uitkomen. Dan moet je snel en adequaat een oplossing kunnen bieden.’ HAKSELAAR EN MAAIDORSER Aan het eind van elk jaar bekijkt Winkelhorst met de werkplaatschef aan welke bijscholing de medewerkers behoefte hebben. Gemiddeld volgt iedere monteur drie à vier cursussen per jaar. Harmen te Winkel, monteur en plaatsvervangend werkplaatschef, heeft bijvoorbeeld een cursus gedaan voor het gebruik van een zelfrijdende hakselaar en is nu bezig zich te specialiseren in de maaidorser. Zijn collega Gerben Lensink heeft zich vooral 24 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 bijgeschoold in de techniek van tractoren en deed een cursus voor elektrische en hydraulische systemen. Winkelhorst: ‘De basisprincipes – zoals het instellen en uitlezen van de machines – kennen onze monteurs wel, maar het gaat vooral om het oplossen van storingen.’ OMZET GESTEGEN Collega Stef Lageschaar begint per september met niveau 4 van de mbo-opleiding landbouwtechniek aan de CLAAS Academy. Deze opleiding is gelieerd aan het Duitse bedrijf CLAAS (de grootste producent van landbouwmachines in Europa), waarvan Klein Hesselink de verkoop- en onderhoudsrechten heeft. Zo kan Lageschaar de theorie meteen in de praktijk toepassen. Klein Hesselink ervaart duidelijk voordelen van het opleidingsbeleid. Veel leerlingen melden zich aan voor een stageplaats. Het bedrijf krijgt ook steeds meer klanten en de omzet is de afgelopen jaren zichtbaar gestegen. ‘Klanten kun je binnenhalen door te stunten met prijzen, maar wij binden ze door kwaliteit te leveren met de juiste instelling en de juiste opleidingen.’ ] Harmen te Winkel monteur en plaatsvervangend werkplaatschef Dirk-Jan Winkelhorst bedrijfsleider Gerben Lensink monteur Stef Lageschaar monteur ‘Je móet tijd vrijmaken voor opleidingen, anders loop je in no time hopeloos achter’ METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 25 DE DIALOOG Jesse Mijnen (18) is bbl-leerling plaatwerken bij apparatenfabriek Ara. Hij heeft pas een verslag ingeleverd voor zijn BeroepsPraktijkVorming-wijzer (een portfolio dat een overzicht geeft van zijn vorderingen in zijn leerbedrijf en op school) en heeft daarover een evaluatiegesprek met zijn leidinggevende Tonny te Winkel (44). Tonny & Jesse Tonny: ‘Ha Jesse, mooi verslag had je gemaakt voor je BPV-wijzer.’ Tonny: ‘Dat kan wel zijn, maar je hebt heel duidelijk beschreven hoe je zoiets doet, en ook je foto’s van alle handelingen in het proces waren prima. Wat me wel opviel, is dat je jezelf kritischer beoordeelt dan ik dat doe.’ Jesse: ‘Ik vond de opdracht niet moeilijk. Kanten doe ik graag en ik had al vaker een cilinderkap voor een hydraulische slagschaar gekant. Het was eigenlijk een routineklusje.’ Jesse: ‘Ik vind het lastig om mezelf te beoordelen, ik wil niet opschepperig overkomen.’ Tonny: ‘Bedenk: je bent een leerling, dus je mag een zeperd maken. Hoe moet je anders een vakman worden? Maar het gaat goed, dus maak je geen zorgen. Je vaktechnisch inzicht is ruim voldoende. Je vaktechnische vaardigheden zijn goed, en ook met je beroepshouding, je functioneren in het bedrijf en je persoonlijke capaciteiten zit het wel snor.’ Tonny: ‘Binnenkort komt je mentor van het Graafschapcollege, dan bekijken we hoe we je nog wat extra ondersteuning kunnen bieden. Maar je bent een prima leerling, en ik heb alle vertrouwen in je ontwikkeling. Als ik alleen al zag hoe snel je de cnc-machine kon bedienen… Ik zie jou wel een niveau 4-opleiding volgen.’ Jesse: ‘Het rekenen gaat wat moeizaam, maar ik ben blij met de extra lessen op school en de uitleg bij Ara, dat helpt.’ Jesse: ‘Misschien cnc-plaatwerken, hierna. Maar dat is toekomstmuziek; eerst maar eens kijken hoe ik het er bij het volgende werkstuk van afbreng.’ 26 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 REPORTAGE ‘Prachtig werk dat mij veel voldoening geeft’ Ode aan de vakman Vakmanschap is eeuwenoud, maar tegenwoordig weer helemaal hip. Mensen zijn steeds vaker op zoek naar eerlijke, handgemaakte producten. Het ontbreekt alleen nog aan voldoende goede ambachtslieden om al die producten te maken, en dat is eigenlijk best vreemd. TEKST MARLOES DE MOOR FOTO’S MARK VAN DER ZOUW Pieter Brand (44) is hoefsmid in Ridderkerk en handgemaakte racefiets, een custom made zakmes of een op maat gesmede loungebank. Mooi om te hebben, E maar minstens zo mooi om te maken. Want zoiets kan niet iedereen. Zélf iets maken, of dat nu een fiets, een hek of een klok is, vereist vakmanschap. Precisie, kwaliteit en maatwerk zijn heel belangrijk. En die kwaliteiten doe je alleen op door veel te oefenen en ervaring, kunde en vaardigheid op te bouwen. Niet iedereen die weleens met zijn handen werkt is dan ook zomaar een ambachtsman. De vraag naar ambachtelijk gemaakte producten groeit snel. Consumenten keren zich vaker af van massaproductie en zijn op zoek naar duurzaamheid en kleinschaligheid, naar authentieke, lokale en regionale producten. En dat is precies wat ambachtslieden te bieden hebben. Zij staan dicht bij de mensen én bij de materialen waarmee ze werken. Vaak werken ze in kleine werkplaatsen waar klanten gemakkelijk even binnenlopen. In Brooklyn in ‘Ik rijd zelf paard en kwam daardoor regelmatig bij de hoefsmid. Dat vond ik zo’n mooi vak dat ik bij die man in de leer ben gegaan. Ik volgde daarnaast de Nederlandse Hippische Beroepsopleiding (NHB) in Deurne. Nu ben ik zelf hoefsmid en ontvang ik klanten van maneges, fokkerijbedrijven en sportstallen. Ik hou van dit werk, omdat ik de hele dag met paarden in de weer kan zijn. Die liefde voor paarden moet je wel hebben. Ik geniet ervan als ze weer mooi op de ijzers staan en goed en lekker lopen. Ik heb bij mijn smederij ook een paardenkliniek waar paarden met blessures terecht kunnen. Ze krijgen een behandeling met speciaal beslag om de hoeven rust te geven en te ondersteunen. Prachtig werk dat mij veel voldoening geeft.’ METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 27 REPORTAGE Geert Jan van der Heide (68) Maker van historische blaasinstrumenten in Putten ‘Het is leuk om op een instrument te spelen dat er mooi uitziet én een tweede leven heeft gekregen. Ik hou me al dertig jaar bezig met het kopiëren van historische koperen blaasinstrumenten uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. De originelen liggen in een museum, maar muzikanten krijgen geen toestemming om daarop te spelen. Om hen daartoe toch in staat te stellen, maak ik de instrumenten na. Een opleiding is er niet voor. Ik heb het mezelf geleerd door veel te studeren in oude literatuur, door te kijken bij collega’s. Inmiddels heb ik een wereldwijde klantenkring opgebouwd. Het handwerk van het vak spreekt me aan. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in geschiedenis en speel ik zelf ook trompet. De combinatie van die drie is mooi.’ New York bloeit deze trend al volop. Ambachtslieden maken er in hun eigen werkplaatsjes koksmessen, snijplanken, glazen of pannen. Dat levert een enorme toestroom van klanten op: hun producten zijn zo populair dat er inmiddels wachtlijsten voor zijn. Behalve de kwaliteit is ook het verhaal achter het product belangrijk. Een willekeurige winkelketen die een kandelaar verkoopt, kan daar verder niet zo veel over kwijt. Maar wie kan vertellen dat hij handgemaakt is door een échte smid, die in een naar ijzer geurende werkplaats bij flink opgestookt vuur aan deze kandelaar zat te werken, komt een stuk interessanter voor de dag. PLUIZIGE MIDDELEEUWEN Ambachten bestaan al vanaf de middeleeuwen. Tot eind achttiende eeuw waren ze verenigd in zogenaamde beroepsgildes, waarbinnen je het vak kon leren. Een vakman werd opgeleid via het principe van leerling-gezel-meester. Je liep als leerling mee bij een volleerd ambachtsman. Vervolgens ‘Ik heb het mezelf geleerd’ 28 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 ‘Het mooie is dat je overal ziet wat je maakt’ De jonge garde van Smederij Oldenhave: Sergio Wopereis en Erik Oldenhave. Willem Oldenhave (60) Smid bij Ambachtelijke Smederij Oldenhave in Vorden ‘Vijftig jaar geleden hielp ik als jongen al in de smederij van mijn vader. Na de lts werd ik zelf smid. Inmiddels hebben we veel grote klanten. We maakten de kroonluchters van de Ridderzaal en het hekwerk rond het Torentje en restaureerden Michiel de Ruyter in Vlissingen. Dit hebben we bereikt door altijd kwaliteit en vakmanschap te leveren. Ik heb de liefde voor het ambacht overgebracht op mijn zoon, die vanaf zijn vijftiende in de smederij werkt. Het mooie is dat je overal ziet wat je maakt: van de fonteinen op het Binnenhof tot de torenbekroning van de Grote Kerk van Deventer. Ook de variatie is leuk. We maken van alles. Kapstokken, hekken, wijnrekken. Als mensen vragen wat we niet kunnen, weet ik daar geen antwoord op.’ werd je gezel: je kende je vak en ging je specialiseren. De volleerde ambachtsman kon ten slotte een meesterproef doen en zijn eigen bedrijf beginnen. Vanaf de achttiende eeuw veranderde dat systeem en ontstonden ambachtsscholen en specialistische vakopleidingen. Helaas kleeft aan ambachten, vooral onder jongeren, soms een imago van pluizige middeleeuwen en bebaarde mannen in stoffige gildes. Een kantoorbaan met een snelle Engelse benaming klinkt een stuk veelbelovender. Dat is vreemd, omdat dat beeld helemaal niet klopt met de werkelijkheid. De ambachtssector telt 290.000 bedrijven, 865.000 mensen en een jaarlijkse omzet van 110 miljard euro. Door de vergrijzing komen tot 2021 ruim 200.000 banen vrij. Als er ergens werkgelegenheid en een rooskleurige toekomst te vinden zijn, dan is het in deze sector. HELDER VERHAAL De overheid heeft de creatieve industrie aangewezen als Topsector en wil Nederland in 2020 de meest creatieve METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 29 REPORTAGE economie van Europa laten zijn. Onder deze creatieve industrie vallen ook de ambachten. Denk maar aan het maken van mode, sieraden, muziekinstrumenten, architectuur en designmeubelen. Zeg nou zelf, als ambachtsman heb je alle reden om trots te zijn op je werk. Terwijl de ict’er op verjaardagsfeestjes in zijn uitleg strandt bij ‘iets met computers’, kun je als meubelmaker of goudsmid met een mooi, helder verhaal voor de dag komen. Al was het maar door simpelweg te laten zien wat je hebt gemaakt. ] ‘Dit vak pakt je en dan wordt het je passie’ 30 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 Albert de Goeij (52) Uurwerkmaker in Middelburg ‘Van kleins af aan ben ik al geïnteresseerd in techniek. Toen ik in aanraking kwam met antieke klokken, wist ik dat dat mijn vak moest worden. Het fascineerde me dat in de zestiende eeuw met eenvoudige middelen en materialen al zo’n stuk techniek werd gemaakt, dat nu nog altijd functioneert. Ik volgde de opleiding uurwerktechniek aan de Vakschool in Schoonhoven en begon in 1985 mijn eigen winkel. Daar verkoop, repareer en restaureer ik antieke klokken. In de beginjaren verkocht ik wekelijks een klok. Dat is minder geworden, omdat antiek bij jongeren niet populair is. Mijn klantenkring bestaat vooral uit oudere mensen. Laatst repareerde ik voor een klant een boerenklok van driehonderd jaar oud. Prachtig om aan te werken. Dit vak pakt je en dan wordt het je passie.’ OOMINFO ALLES OVER OOM OP DE VOLGENDE PAGINA’S WIE WIJ ZIJN | WAT WIJ DOEN | CONTACTGEGEVENS | ONZE REGELINGEN | ONZE SERVICE | MIJNOOM.NL Gert Ruiter (54) is directeur van Werkartaal in Zeist, een stichting die werklozen begeleidt naar de arbeidsmarkt. ‘Bij Werkartaal volgen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals werklozen, WAO’ers en voortijdig schoolverlaters, een individueel traject dat bestaat uit het opdoen van werkervaring en scholing. Jaarlijks leren zeventig deelnemers hier een vak in onder andere de metaal-, installatie- en elektrotechniek. Na die periode bemiddelen we hen; bijna zeventig procent vindt een baan. Voor onze twaalf medewerkers doen we regelmatig een beroep op de Persoonlijke Trainingstoelage. We hebben bijvoorbeeld vier praktijkopleiders en die volgen regelmatig een cursus om op de hoogte te blijven van de veranderingen in het beroepsonderwijs. Met scholing verbeteren we de positie van onze medewerkers, onze deelnemers en ons bedrijf.’ Een cursus volgen? Kijk op www.oom.nl/ptt voor meer informatie over de Persoonlijke Trainingstoelage. Werkartaal is altijd op zoek naar vacatures voor haar deelnemers. Is uw bedrijf in de omgeving van Zeist gevestigd en heeft u een vacature? Mail dan naar [email protected]. METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 31 OOM, AANGENAAM! OOM is het opleidingsfonds van en voor 145.000 werknemers en 15.000 bedrijven in de metaalbewerking. OOM geeft voorlichting en advies over scholing en draagt financieel bij in de kosten daarvan. Dit gebeurt op basis van CAO-afspraken die zijn gemaakt door sociale partners in de sector. OOM wil hoger en beter opgeleid personeel in de metaalbewerking, meer instroom van vakmensen en een aantrekkelijker imago van de sector. OOM wil daarmee dat bedrijven en werknemers beter voorbereid zijn op nieuwe ontwikkelingen en veranderende omstandigheden in de economie en op de (arbeids)markt. Dat doet OOM door veel persoonlijk contact en een klantgerichte, stimulerende aanpak. Daarbij gaat OOM zorgvuldig en transparant om met sectorgelden. De dienstverlening van OOM heeft inmiddels geleid tot bijscholing van 25.000 werknemers, de instroom van 1.900 leerlingen en 7.000 bedrijven die actief bezig zijn met scholing en opleiding. Wie bestuurt OOM? Het bestuur van OOM bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties; de ‘sociale partners’. De vertegenwoordigers van de werkgevers zijn afkomstig uit de Koninklijke Metaalunie. De werknemersvertegenwoordigers komen uit FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie. EEN OPLEIDING? OOM HELPT MET RAAD EN DAAD Via OOM kunnen werknemers en werkgevers in de metaalbewerking gebruikmaken van subsidies en financiële bijdragen voor scholing en ontwikkeling. Persoonlijke Trainingstoelage voor werknemers (PTT2013) Deze OOM-regeling vergoedt 50% van de kosten voor een opleiding, training of cursus van een werknemer, tot een maximum van € 750. Bedrijven kunnen voorafgaand aan de cursus een bijdrage aanvragen via www.mijnoom.nl. Ontwikkelbudget Investeren in uw personeelsbeleid? Vraag dan een Ontwikkelbudget aan. Hiermee beschikt u voor een periode van twee jaar over een budget van € 1.800 om het personeelsbeleid van uw bedrijf te verbeteren. Er is een Ontwikkelbudget beschikbaar voor maximaal 600 bedrijven. Leerwerkbijdrage Aan de slag met een leerling in uw bedrijf? Maak dan gebruik van onze Leerwerkbijdrage als tegemoetkoming in de opleidingskosten van een leerling. Voor het schooljaar 2013/2014 geldt een vernieuwde Leerwerkbijdrage. Stagebijdrage Biedt u een stageplaats aan een leerling van vmbo, mbo (BOL) of hoger onderwijs? Dan komt u in aanmerking voor de stagebijdrage. Die bijdrage is gebaseerd op een vijfdaagse werkweek en is bij minder dagen per week evenredig lager. Er kan tot uiterlijk 1 jaar na aanvang van de stage een bijdrage worden aangevraagd. Ervaringscertificaat Een ervaringscertificaat (EVC) maakt het vakmanschap van uw werknemers inzichtelijk en kan zelfs diploma’s opleveren. OOM heeft een vergoeding voor EVC-procedures die kan oplopen tot maximaal € 750 per kandidaat. CONTACT MET OOM Heeft u een vraag of wilt u hulp van een van onze medewerkers? Er zijn verschillende manieren waarop u ons kunt bereiken. Jobstart Jobstart is een vergoeding voor het scholen en begeleiden van werkloze werkzoekenden (langer dan zes maanden) en arbeidsgehandicapten, die hierdoor geschikt worden gemaakt voor een functie binnen uw bedrijf. Kijk op www.oom.nl/regelingen voor meer informatie en de voorwaarden van onze regelingen. Via de regiomanagers en bedrijfstakvoorlichters OOM vindt het belangrijk om aanwezig te zijn in het land. Daarom zijn er tien regiomanagers en veertig bedrijfstakvoorlichters. Zij zijn het aanspreekpunt voor werkgevers en werknemers. Op het hoofdkantoor Post: Postbus 15, 2390 AA Hazerswoude-Dorp Bezoek: Frankrijklaan 10, 2391 PX Hazerswoude-Dorp Tel: 0172 - 52 15 00 | Fax: 0172 - 52 15 77 E-mail: [email protected] Onze medewerkers zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur. Op internet www.oom.nl, www.mijnoom.nl 32 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 PTT2013 Op www.oom.nl staat deze meter die aangeeft hoeveel euro er nog beschikbaar is voor de Persoonlijke Trainingstoelage (PTT2013). Iedere bij OOM aangesloten werknemer die deelneemt ontvangt een Leertegoedbon ter waarde van € 750,- LAAT JE BIJPRATEN OP EEN KENNISAVOND Is lijmen het nieuwe lassen? LEAN produceren, wat is dat? Bezoek voor een antwoord op deze en andere vragen een van de kennisavonden van OOM. Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in je vakgebied, dat gaat niet vanzelf, daar moet je iets voor doen. Gelukkig maakt OOM het je zo gemakkelijk mogelijk. Regelmatig organiseren we kennisavonden, waarop je aan de hand van presentaties en workshops wordt bijgepraat over de nieuwste technieken in de metaalbewerking. Kennisavonden worden in alle regio’s georganiseerd; er is er dus altijd wel een bij jou in de buurt. Bovendien is de entree gratis en word je onthaald met een buffet en uitgezwaaid met een borrel. Als klap op de vuurpijl krijg je een Leertegoedbon mee ter waarde van 750 euro, te besteden aan een vakgerichte cursus naar keuze. Bijblijven is een werkwoord. Schrijf je in voor een kennisavond op www.kennisavond.nl. NIEUWE AVONDEN Binnenkort gaat OOM weer van start met twee verschillende kennisavonden. Op de kennisavond lijm- en lasinnovaties maak je kennis met lijmtechnologie. Je ziet hoe je mag-last met gevulde draad, leert hoe je lasmethodebeschrijvingen toepast en kun je lasvaardigheden uitproberen op een virtueel lasapparaat. Op de kennisavond Mechatronica, meettechnieken en efficiënt produceren ontdek je hoe ideeën resulteren in innovaties en nieuwe producten. Je leert hoe je processen in jouw bedrijf efficiënter kunt laten verlopen en hoe je technische tekeningen goed interpreteert. Mocht je zin krijgen om een cursus te volgen: op beide avonden zijn opleidingsadviseurs van OOM aanwezig met wie je je opleidingswensen kunt bespreken. Foto’s: de kennisavond Mechatronica, Meettechnieken en Lean op 29 januari in het Technum in Vlissingen. METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 33 EXTRA GELD VOOR VERNIEUWDE EVC-REGELING Per 1 augustus jl. is de EVC-regeling vernieuwd. Wat is er veranderd, en waarom? Brenda Scheuer, manager van de afdeling Vergoedingen, legt uit. Wat houdt de EVC-regeling ook alweer in? ‘Veel werknemers in de metaal hebben het vak in de praktijk opgedaan en weten niet wat zij vaktechnisch waard zijn. Met een EVC-procedure wordt dat vakmanschap gemeten, gewaardeerd en erkend. De EVC-regeling is een bijdrage in de kosten van die procedure.’ Waarom is de EVC-regeling gewijzigd? ‘De EVC-regeling was in de eerste helft van dit kalenderjaar zo’n succes en is zo vaak aangevraagd, dat het budget dat ervoor was begroot op 1 juni was uitgeput. Het bestuur heeft per 1 augustus jl. € 200.000 aan het budget toegevoegd én nieuwe voorwaarden aan de regeling verbonden.’ Wat zijn die voorwaarden? ‘Voortaan geldt een staffellimiet. De regeling kan worden aangevraagd voor maximaal vijftien medewerkers of voor dertig procent van het personeelsbestand. De bijdrage wordt verstrekt op basis van co-financiering: Ten minste eenderde van de kosten betaalt het bedrijf zelf, OOM vergoedt maximaal tweederde tot een maximum van € 750. De EVC-procedure moet worden uitgevoerd door een erkende EVCaanbieder. En verder geldt, net als bij de PTT: op is op.’ Tot wanneer is de regeling geldig? ‘Tot en met 31 december 2013. Na een evaluatie zal per 1 januari 2014 een vernieuwde EVC-regeling ingaan.’ ‘Veel werknemers in de metaal hebben het vak in de praktijk opgedaan en weten niet wat zij vaktechnisch waard zijn’ Geïnteresseerd in een EVC-traject? Kijk op www.oom.nl/evc. 34 >> METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 OOM IN DE REGIO Onze regiomanagers vertegenwoordigen OOM in de regio. Bij hem of haar kun je terecht voor al je vragen over opleiden en ontwikkeling. Rijnmond Pieter Langeveld Telefoon: 06 304 112 11 E-mail: [email protected] Overijssel en de Noordoostpolder Jan Abbing Telefoon: 06 519 908 28 E-mail: [email protected] Utrecht, het Gooi, Flevoland, Veluwe Evert Polhoud Telefoon: 06 519 916 59 E-mail: [email protected] Limburg Patricia Storms Telefoon: 06 209 568 03 E-mail: [email protected] Friesland, Groningen en Drenthe Michiel Jansen Telefoon: 06 537 624 17 E-mail: [email protected] Midden- en Oost-Brabant Marcellino Kat Telefoon: 06 519 908 35 E-mail: [email protected] Zeeland en West-Brabant Jet Ruiter Telefoon: 06 519 908 33 E-mail: [email protected] Noord-Holland Anton Verlaan Telefoon: 06 519 908 30 E-mail: [email protected] Rijnstreek en Haaglanden Maarten van het Schip Telefoon: 06 223 428 85 E-mail: [email protected] Gelderland Johan-Peter Leeuwenburg Telefoon: 06 533 661 48 E-mail: [email protected] Metaaljournaal is een uitgave van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Metaalbewerking (OOM). OOM adviseert over scholing en ontwikkeling van vakmanschap in de metaalbewerking. OOM is de uitvoeringsorganisatie van sociale partners. In het fonds zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: WOORD ZOEKER Speel de puzzel online en maak kans op deze Bosch Decoupeerzaag. Ga naar www.metaaljournaal.nl om de woordzoeker in te vullen. Als je de hoofdprijs niet wint, maak je altijd nog kans op een van de andere prijzen. Vanuit werkgevers: ]Koninklijke Metaalunie, Nederlandse Organisatie van ondernemers in het MKB in de metaal HOOFDPRIJS Bosch Decoupeerzaag Vanuit werknemers: ]FNV Bondgenoten ]CNV Vakmensen ]De Unie 5X TWEEDE PRIJS Na schriftelijke toestemming van OOM is het mogelijk delen uit deze publicatie over te nemen. Scandia figuur doorloopschaar 10X DERDE PRIJS Colofon ]Hoofdredactie: Michel Revet ]Eindredactie: Annemiek de Gier ]Redactiecommissie: Frans Bothof May Enning ]Redactionele bijdragen: Irene Geerts Annemiek de Gier Marleen Kamminga Marloes de Moor Rob Overmeer Geertje Tuenter Annemarie Vestering Marijn de Vries ]Fotografie: Dick Duyves Maurits Giesen Hans van den Heuvel Rob Overmeer Verse Beeldwaren Mark van der Zouw ]Illustratie: Gerrit de Jager ]Bladmanagement: Annemarie Vestering ]Grafische vormgeving: Peter Kortleve ]Ontwerp, art-directie en productie: Team Hilgersom, Amsterdam Metaaljournaal wordt gedrukt op papier van verantwoorde herkomst. Maak de puzzel op www.metaaljournaal.nl en speel mee voor de prijzen De woorden uit de lijst staan kriskras verborgen in het veld met letters. Als je alle woorden uit de lijst in het letterveld hebt doorgestreept, vormen de overgebleven letters (in de leesrichting) de oplossing van de puzzel. T K E V C D N A M K A V S R U E B L E S T U N K A T N E T E P M O C E E W E D R O H P T U I N N K E T U T A A L N N G E E T R N I I H H S I E Z G R O K A T C S S A L E E A P L V E S E M V D L N C X E T L D L K I E T A T E G K L O K A N D I M O R E G I O E E N A U O N R O O B N R D D T R Stekkersafe met ophangoog BOODSCHAPPEN TUIN WERKVLOER EXPORT VAKMAN GELD HORDE KNUTSELBEURS DESIGN DUITSLAND TECHNIEK COMPETENT TAAL KLOK TRACTOR BOOR UITLEZEN EVC LENEN REGIO LAS KWAST HELD TANK MANEGE SMID REGEL ]ISSN: 1568-0959 Dit zijn de winnaars van de zomerpuzzel Kärcher hogedrukreiniger: B.J.H. Schellingerhout uit Gouda Gereedschapskoffer: Gordon de Clonie Mac Lennan uit Moordrecht, A.J. Theunisse uit Alblasserdam, Marja Grolleman uit Heeten, Frank ter Horst uit Albergen, W. van Veldhoven uit Bergen op Zoom Kabelhaspel: Tommy Hofkens uit Rijen, E.A.F. Ververgaert uit Venlo, Loes van den Heuvel uit Someren, C. Dijkstra uit Sint Jacobiparochie, Gerrit Meijer uit Veenendaal, David Peek uit Groningen, Th. Van Kijk uit Harmelen, Y. van Kammen uit Feanwalden, A. de Jonge uit Nieuw Bergen, Arie van Diepen uit Spanbroek METAALJOURNAAL NAJAAR 2013 << 35 Bezoek een kennisavond et en ga naar huis m n t.w.v. een leertegoedbo * € 750 Lijm- en lasinnovaties Mechatronica, meettechnieken en efficiënt produceren 2 OKT Dordrecht 10 OKT Harderwijk 29 OKT Etten Leur 28 OKT Veldhoven 12 NOV Vlissingen 14 NOV Amsterdam 21 NOV Hoorn 26 NOV Terborg avond.nl is n n e .k w w w p o Schrijf je in De kennisavonden worden mogelijk gemaakt door; Festo, IJssel technologie, Interlas, Kenteq, Linde Gas, Henkel Loctite, Mikrocentrum en WTT lasopleidingen. * Dit geldt alleen voor werknemers die werkzaam zijn bij een bij OOM aangesloten bedrijf.