Verdieping Ghana zondag 1 Jasper Maas De Presbyteriaanse kerk in Ghana heeft vooral in het zuiden van het land een groot aantal leden. De eerste gemeenten in Noord Ghana ontstonden toen christenen vanuit het zuiden naar het noorden verhuisden. In de dorpen in Noord Ghana vormen de christenen een kleine minderheid in een islamitische of traditioneel religieuze omgeving. De kerken zijn op zoek naar een eigen christelijke identiteit die aansluit bij de lokale cultuur. Bovendien missen ze goed geschoolde mensen die de kerk kunnen leiden. Veel leden van de kerk kunnen nauwelijks lezen of schrijven. Vaak zijn ze nog maar net tot geloof gekomen en missen ze kennis van de Bijbel. In het opleidingscentrum van de Presbyteriaanse kerk in Tamale worden catecheten en pastoraal werkers opgeleid die de kerken kunnen leiden. Namens Kerk in Actie is Jasper Maas uitgezonden naar Ghana. Hij werkt bij dit centrum als trainer en is getrouwd met de verpleegkundige Mary Jarga. Samen hebben ze drie kinderen, pleegdochter Samatha (11), Albert (3) en Anniek (1). Jasper Maas reist veel langs de kerken in het Noorden. Hij adviseert de jonge predikanten bij hun werk en ontlast hen door ook zelf voor te gaan in de diensten. Het trainingscentrum helpt de kerken om bijvoorbeeld vorm te geven aan een christelijke begrafenis of doopceremonie en om liederen in de eigen taal te schrijven. De mensen in het noorden van Ghana hebben meer nodig dan alleen Bijbelonderwijs. Jasper Maas geeft ook niet-theologische cursussen. Hij leert hen praktische vaardigheden op het gebied van hygiëne. Ook geeft hij voorlichting over het voorkomen van hiv/aids. Filmpje: Filmpje over Jasper: https://vimeo.com/103420408 Persoonlijk verhaal: Het verhaal van Philip Wumbee De catechetencursus was een hele uitdaging voor hem, want hij had nog nooit in de schoolbanken gezeten. Philip Wumbee heeft doorgezet. Aan het einde van de cursus sprak hij voor alle docenten en studenten een oefenpreek uit, in het Engels. Hij straalde bij het applaus dat klonk nadat hij ‘amen’ had gezegd. Nu heeft hij als catecheet drie gemeenten onder zijn hoede. Philip is geboren in Kotingli en heeft nog zes broers. Zijn vader had één vrouw, vermeldenswaard in een land waar polygamie de norm is. Philip groeide niet thuis op, maar bij zijn oom. “Hij was een traditionele genezer en waarzegger. Als een van de weinige mensen hier bezat hij een paard. Als hij op bezoek kwam in Kotingli, kwam hij altijd op zijn paard. Daar was ik zo van onder de indruk, dat ik mijn ouders vroeg of ik met hem mee mocht om voor het paard te zorgen. Mijn ouders vonden dat goed en vanaf dat moment woonde ik bij mijn oom.” Bang Philip reisde met zijn oom langs de dorpen en werd in rap tempo ingewijd in het waarzeggen en de traditionele Afrikaanse religie. Op een dag kwam er een andere rondreizende genezer naar het dorp. Philip was zestien jaar. “Hij maakte amuletten voor mensen. Hij was vaak dronken en ik vond het een enge man. Maar omdat veel jongeren achter hem aan liepen, besloot ik op een middag ook eens te gaan kijken. Toen ik achter hem liep, draaide hij zich ineens om en zei: ‘Jij gaat binnenkort dood’. Ik werd erg bang en durfde mijn oom niet te vertellen wat de man gezegd had. De volgende avond kwamen twee pastors, een presbyteriaan en een baptist, op bezoek in het dorp.” Jezus volgen Uit nieuwsgierigheid ging Philip kijken en tot zijn verrassing vertelde de baptistenpastor dat ook hij een keer vervloekt was. “Hij zei dat als je in Jezus gelooft je niet bang hoeft te zijn voor vervloekingen, omdat de hoogste God sterker is dan alle andere krachten. Ik was zo onder de indruk dat ik besloot dat ik die Jezus ook zou gaan volgen, zodat ik nooit meer doodsbang zou hoeven zijn. Vanaf dat moment was ik bij elke bijeenkomst van de kerk te vinden.” Onverwachte aanmoediging Philip zag ertegen op om aan zijn oom te vertellen dat hij christen geworden was. Iedereen in het dorp volgde de lokale religie of was moslim. “Maar hij reageerde heel vriendelijk. Hij zei dat hij zelf nooit de lokale religie zou kunnen verlaten, maar dat het mooi was dat ik geen kippen meer hoefde te slachten om de goden goed te stemmen. Mijn oom moedigde mij zelfs aan om de kerkdiensten te bezoeken!” Leren lezen en schrijven Nog in hetzelfde jaar werd Philip gedoopt en werd hij lid van een kerk. “Mijn pastor leerde mij lezen en schrijven in mijn eigen taal door middel van het alfabetiseringsprogramma van de kerk. Na een maand was ik al zover dat ik de Bijbel kon lezen. Ik heb toen ook een beetje Engels geleerd. Vier jaar later ben ik getrouwd met een christelijke vrouw. Ik ben met haar teruggegaan naar Kotingli, mijn geboortedorp en daar actief geworden in de kerk.” Gebed Philips inzet bleef niet onopgemerkt. Hij volgde cursussen aan het Baptist Seminary en kreeg het verzoek mee te doen met de catechetencursus op het Presbyterian Lay Training Centre in Tamale. Nu werkt hij als catecheet, voor drie gemeenten. Om in zijn levensonderhoud te voorzien is hij boer. “Financieel is het lastig. Nu ik meer verantwoordelijkheden krijg, wordt er van mij verwacht dat ik ook begrafenissen en bruiloften bezoek. Soms kan ik bijna een maand niet op het land werken. Het kerkdistrict heeft helaas niet voldoende geld om mij een vergoeding of een salaris te geven.” Maar, zegt Philip: “Ik heb in mijn leven altijd ervaren dat God voorziet. Op ons gebed. Waar ik ook kom vraag ik mensen om voor me te bidden. Ik kan mijn werk voor Jezus Christus alleen uitvoeren als ik gesteund wordt in gebed.”