Methodische beschrijving van de gezondheidsverstoring Korte omschrijving van het ziektebeeld / de gezondheidsverstoring De obsessieve compulsieve stoornis/disorder (OCS, ook: OCD), is een psychische aandoening die in het DSM-IV is gecategoriseerd als angststoornis. De oude naam van de aandoening is dwangneurose. OCD komt in verschillende vormen voor, maar het meest voorkomende kenmerk is een obsessieve drang om bepaalde handelingen uit te voeren. De OCD-patiënt voert deze handelingen uit als reactie op dwangmatige gedachten. Voor anderen lijken deze handelingen overbodig en zij hebben ook geen oog voor de details, maar voor de patiënt zijn deze handelingen van belang en moeten ze volgens een bepaald patroon worden uitgevoerd om nadelige gevolgen te voorkomen. Bijvoorbeeld het vaak controleren of een deur op slot is of het te vaak handen wassen. Oorzaak Het aanwijzen van een specifieke oorzaak voor OCD is meestal niet mogelijk. Lange tijd werd binnen de psychiatrie de oorzaak meestal gezocht in de vroege kindertijd. Tegenwoordig gaat men er in zijn algemeenheid van uit dat genetische en omgevingsfactoren de vatbaarheid voor het ontwikkelen van OCD veroorzaken. Bij mensen met een lagere intelligentie komt OCD vaker voor. Psychologische factoren Vanuit het standpunt van de evolutiepsychologie had steeds herhaald of stereotiep gedrag ooit een functie om zich te beschermen tegen indringers, natuurgeweld, onhygiënische omstandigheden of gebrek aan voedsel. Het is anders gezegd een oerdrift die nog steeds diep in de menselijke genen aanwezig is. Genetische factoren Uit tweelingenonderzoek blijkt dat genetische factoren een rol spelen: als de helft van een eeneiige tweeling OCD heeft, dan is de kans dat de andere helft het ook heeft groter dan bij twee-eiige tweelingen. Tevens is het zo dat de kans op het ontwikkelen van OCD ook groter is voor personen met een kind of ouder die OCD heeft, vergeleken met de algehele bevolking. Sociale en omgevingsfactoren De obsessief-compulsieve stoornis komt meer voor bij mensen zonder werk of bij mensen die gescheiden zijn. Verder komt OCD meer voor bij mensen uit een lagere sociaaleconomische klasse. Hersenbeschadiging In zeldzame gevallen is een hersenbeschadiging de oorzaak van OCD. -Encefalitis (Hersenontsteking, ontsteking van het hersenweefsel.) -Streptokokkeninfectie bij kinderen -Diverse soorten hersenbeschadiging, direct voorafgaand aan het optreden van OCD Neurologische afwijkingen Er is bewijs dat neurologische afwijkingen de basis vormen voor het ontwikkelen van OCD. Patiënten met OCD zouden meer grijze stof en minder witte stof in hun hersenen hebben, vergeleken met andere personen zonder OCD. Uit meer recent onderzoek blijkt verder dat de hersenactiviteit van OCD patiënten afwijkt van de hersenactiviteit van personen zonder OCD. Normale bouw en functie van het aangedane lichaamsdeel Binnen de hersenen worden bepaalde gebieden onderscheiden die ook een verschillende functie vervullen. De volgende gebieden worden onderscheiden: De hersenstam. De hersenstam zorgt voor het in stand houden van het lichaam, bijvoorbeeld de bloedstoom, ademhaling en temperatuurregulatie. Ook regelt de hersenstam je slaap- waakritme en je lichaamshouding. Er vinden ook reflexen plaats die betrekking hebben op de speekselklieren, de ogen, luchtwegen en slikken. De kleine hersenen. De kleine hersenen regelen de coördinatie van de motoriek. Coördinatie (evenwicht en spierspanning) vindt plaats in samenwerking met de grote hersenen, het ruggenmerg en de hersenstam. De tussenhersenen. De tussenhersenen hebben een regulerende invloed op de hormoonhuishouding en de lichaamstemperatuur. Het limbisch systeem. Dit bestaat uit delen van de tussenhersenen en delen van de grote hersenen. Dit systeem speelt een belangrijke rol bij emotionaliteit, zoals agressie, opwinding en angst. Er kan een indeling gemaakt worden in een linkeren rechterhersenhelft. De bouw van beide helften is gelijk, maar de functie niet. Er is een dominante helft (links): taal, logica, nummers, volgorde, analyse en lijsten. Dit deel ‘denkt’ in taal en begrippen. In dit deel ligt het spraakcentrum. De dominante helft is bij (bijna) alle mensen die rechtshandig zijn en bij de meeste die linkshandig zijn de linkerhersenhelft. De niet-dominante hersenhelft (rechts): emoties, ruimtelijke waarneming, totaliteit van beelden, verbeelding, kleur, dagdromen, begrip en waardering voor muziek / andere kunstuitingen (ritme) en sociaal gedrag. Dit gedeelte ‘denkt’ in beelden en gevoel. Beide hersenhelften werken wel samen. Tot welke categorie behoort het ziektebeeld: - groeistoornis; - ontsteking; - trauma; - regressieve verandering. Verklaar vanuit de invloed van de algemene processen op de bouw en/ of functie de verschijnselen. Volgens het DSM-IV spreekt men van OCD wanneer er sprake is van de volgende symptomen. A. Ofwel dwanggedachten ofwel dwanghandelingen: Dwanggedachten zoals gedefinieerd door (1), (2), (3) en (4). 1. Dit zijn aanhoudende gedachten, impulsen of voorstellingen die gedurende momenten van de stoornis beleeft worden en die duidelijke angst of lijden veroorzaken. 2. De gedachten, impulsen of voorstellingen zijn niet eenvoudig en overdreven bezorgdheid over problemen uit het dagelijkse leven. 3. Betrokkene probeert deze gedachten, impulsen of voorstellingen te onderdrukken of deze te neutraliseren met een andere gedachte of handeling. 4. Betrokkene is zich ervan bewust dat de dwangmatige gedachten, impulsen of voorstellingen het product zijn van zijn of haar eigen geest (niet van buitenaf opgelegd zoals bij gedachten uitbrenging.) Dwanghandelingen zoals gedefinieerd door (1) en (2). 1. Zich herhalend gedrag (bv. Handen wassen, opruimen, controleren) of psychische activiteit (bv. Bidden, tellen, in stilte woorden herhalen) waartoe zich gedwongen voelt in reactie op een dwanggedachte, of zich aan regels houden die rigide moeten worden toegepast. 2. De gedragingen of psychische activiteiten zijn gericht op het voorkomen of verminderen van het lijden of op het voorkomen van bepaalde gevreesde gebeurtenis of situatie: deze gedragingen of psychische activiteiten tonen echter geen realistische samenhang met de gebeurtenis die geneutraliseerd of voorkomen moet worden, of zijn duidelijk overdreven. Mensen met OCD hebben door dat de dwanggedachten en dwanghandelingen overdreven zijn en onredelijk. De dwanghandelingen en de dwanggedachten veroorzaken problemen op school en werk. Ze verstoren de normale routine, sociale activiteiten en relaties met anderen. Medische diagnostiek en het effect hiervan op de zorgvrager Klinische diagnostiek De ADIS-C is een gestructureerd interview wat kan worden afgenomen door de diagnosticus. Aan de hand van de vragen uit de module OCD van de ADIS-C wordt vastgesteld of er sprake is van OCD. Deze module bestaat uit vragen over en dwanghandelingen) en kan worden afgenomen in 15 tot 45 minuten, afhankelijk van de aard van de dwangstoornis. Diagnostiek ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek De OBQ-CV (Obsessive Compulsive Cognitions Working Group) is een vragenlijst bestaande uit 44 items, die betrekking hebben op gedachten en ideeën waarvan wordt verondersteld dat ze een belangrijke rol spelen bij lijders aan een dwangstoornis. Dit zijn responsibility/threat estimation, perfectionism/certainty en importance/control of thoughts. Het voordeel van deze lijst is dat hij specifiek is gericht op OCD. Therapie & argumentatie voor de gekozen therapie/ behandeling. Gedragstherapie OCD wordt meestal behandeld via een vorm van gedragstherapie of cognitieve gedragstherapie. Voor de meeste patiënten geldt dat een combinatie van gedragstherapie en het gebruik van bepaalde geneesmiddelen (voornamelijk SSRIs) het meest effectief is. Geneesmiddelen SSRIs Fluoxetine gebruikelijke dosis: 80 mg Fluvoxamine gebruikelijke dosis: 300 mg Sertraline gebruikelijke dosis: 200 mg Paroxetine gebruikelijke dosis: 60 mg Citalopram gebruikelijke dosis: 60 mg Escitalopram gebruikelijke dosis: 20 mg Andere medicatie Clomipramine gebruikelijke dosis: 250 mg Venlafaxine gebruikelijke dosis: 375 mg Quetiapine gebruikelijke dosis: 500-750 mg Gevolgen/ bijwerkingen van de gekozen therapie/ behandeling Bijwerkingen (meestal van voorbijgaande aard) - SSRIs: toename angstgevoelens gedurende de eerste weken, seksuele problemen, diarree, hoofdpijn, misselijkheid en slapeloosheid. - Fluoxetine: Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. (autorijden). Om onthoudingsverschijnselen te voorkomen de behandeling geleidelijk staken over een periode van ten minste 1–2 weken. Let op het zelfmoord gevaar vooral bij jongeren onder de 25. - Paroxetine: Kans op geboorteafwijkingen in het eventuele nageslacht. Het gebruik van paroxetine tijdens de zwangerschap verhoogt het risico op een spontane abortus met 75%.Ook seksuele bijwerkingen kunnen tijdens gebruik optreden. Schattingen lopen op tot 70% voor de gebruikers van Paroxetine. Ook kunnen er klachten ontstaan als: vermindering libido, erectiestoornissen bij mannen, Voorkomende klachten zijn verminderd tot geen libido, erectiestoornissen (bij mannen) genitale gevoelloosheid en opwindingsproblemen. De mogelijkheid bestaat dat seksuele problemen ook na beëindiging van de medicatie blijven voortduren. Deze post-SSRI sexual dysfunction, zoals de aandoening wordt genoemd, kan enkele maanden of jaren duren en in enkele gevallen zelfs definitief zijn. - Citalopram: Asthenia (zwakte, gebrek aan kracht), Slapeloosheid, Slaperigheid, Misselijkheid, Duizeligheid, Droge mond, Agitatie (onrust) en gewichtsverandering. - Clomipramine: duizeligheid, sufheid, droge mond en seksuele problemen. - Venlafaxine: wazig zien, hoofdpijn, seksuele problemen en misselijkheid. Te verwachten complicaties Complicaties kunnen gaan ontstaan als de OCD lang blijft aanhouden en er niet op tijd wordt ingegrepen. Mensen met OCD zijn voortdurend bezig met zich zorgen maken over hun obsessief compulsieve gedachten dat ze gewoon niet meer in staat zijn om nog aan iets anders te denken of iets anders te doen. OCD kan leerstoornissen veroorzaken omdat ze niet meer naar school gaan. Ze kunnen niet goed meer eten of slapen en keren in een sociaal isolement. Ze zijn steeds bezig om orde in hun gedachten te scheppen en er greep op te krijgen. OCD kan algemene leerstoornissen veroorzaken. Deze kinderen focussen soms op kleine, onbelangrijke details, ten koste van het geheel. Andere gevolgen van OCD kunnen zijn: niet naar school gaan door de zorgen niet goed kunnen eten of slapen depressief en ontmoedigd worden sociaal isolement alcohol en drug gebruik bij tieners familiale problemen Medische prognose Een groot aantal patiënten heeft naast of na de dwangstoornis andere psychische klachten. Slechts een klein percentage is geheel klachtenvrij, gebruikt geen medicatie en heeft ook geen andere behandelcontacten. Preventie Soms hebben mensen lichte klachten die niet vanzelf verdwijnen. Die klachten zijn dan nog niet zo heftig dat er sprake is van een angststoornis, maar ze komen er zelf niet meer uit. Vaak blijven ze te lang doorlopen met hun problemen en klachten. Voorkomen is beter dan genezen, vooral bij OCD. Hoe langer iemand rond loopt met deze klachten, hoe lastiger het is om onder deze dwang uit te komen. Om mensen te helpen voorkomen dat klachten erger worden werkt Zorgprogramma Angststoornissen samen met de afdeling preventie van Dementie. Preventie biedt cursussen aan waarin mensen leren hoe ze in een vroeg stadium zelf hun klachten kunnen herkennen en verminderen.