Prometheus, de eerste mensen én Pandora

advertisement
Griekse Mythen
Geschreven door Bart Lalleman
Prometheus, de eerste mensen én Pandora
Zeus had de noodzaak van leven op aarde wel ingezien, ook al bleef hij argwanend over de bedoelingen van de
jonge God. Prometheus vertelde niet dat hij al langer met het idee rondliep. Rondom zijn werkplaats had hij
allemaal beelden staan die hij uit aarde geboetseerd had. Als hij daarmee bezig was liet hij zijn fantasie de vrije
loop.De meest vreemde wezens stonden daar. Epimetheus keek verwonderd naar zijn broer. ‘Wat wil je met al die
vreemde wezens Prometheus?’ ‘Ik wil dat de aarde vol leven is. Het water, de lucht en de aarde. Kijk, ik heb ook
speciale kenmerken gemaakt.’ Epimetheus zag kisten vol met vleugels, poten, vinnen, huiden, snavels en tanden.
‘Ze hebben alleen nog levensadem nodig’, zei Prometheus.
Misschien niet geheel toevallig had de godin Athene de laatste woorden van Prometheus opgevangen. Met een
lichte glimlach op haar gelaat ging ze weg. De volgende ochtend, toen Prometheus naar zijn beelden
liep, hoorde hij vreemde geluiden uit zijn werkplaats komen . Bezorgd opende hij de deur van zijn werkplaats. Hij
wist niet wat hij zag. Alle wezens liepen en kropen kriskras door elkaar.
‘Dat moet Athene gedaan hebben’, riep Prometheus tegen zijn broer die ook aan kwam lopen. ‘Kom broer, Je hebt
gezien dat alles klaar staat. Geef jij ze maar uit deze kisten wat bij ze past.’ Zo gaf Epimetheus de wezens
vleugels, snavels, vinnen en huiden. Precies wat ze nodig hadden. Toen de kisten leeg waren keek Epimetheus
voldaan om zich heen. Ook Prometheus was klaar. ‘We kunnen ze nu laten gaan. Ze redden zich verder wel.
De dieren werden het bos of het veld in gestuurd, de vogels de lucht in gegooid en de vissen werden losgelaten in
de rivier. Alle dieren wisten precies wat ze moesten doen behalve de beelden die naar het voorbeeld van de goden
waren gemaakt. Aarzelend stonden ze daar nog. Maar Epimetheus, je hebt ze helemaal niets uit de kisten
gegeven.’ ‘Ik heb niets kunnen vinden wat bij ze paste. En voor ik het in de gaten had waren de kisten leeg.’
Terwijl de broers elkaar verwijtend aankeken kwam Athene langs. ‘Wat is hier aan de hand’, vroeg ze terwijl ze een
onschuldig gezicht trok. De wezens bezielen met levensadem was een idee dat de oergod Eros haar ingefluisterd
had. Nieuwsgierig keek ze rond.‘ ‘We hebben alle wezens af, zei Prometheus. ‘Alleen de wezens die naar ons
voorbeeld gemaakt zijn niet.’ We weten zelfs niet eens hoe we ze noemen moeten’, zei Epimetheus nadenkend.
Laten we Zeus raadplegen’, zei Athene, ‘dit kunnen we niet alleen af.’
De goden van de Olympus keken verbaasd naar de beelden die Prometheus gemaakt had. Hephaistos de grote
smid van de Olympus vond het allemaal maar niks. De oppergod Zeus fronste zijn wenkbrauwen. ‘Ik hoop niet dat
het goden voor moeten stellen’, zei hij. ‘Ook al lijken ze op ons, ze zijn niet uit ons geboren.’ ‘Het zijn ook geen
goden heer Zeus. Maar we weten nog niet hoe we ze noemen moeten. Ze kunnen mijn naam dragen, ik heb ze
tenslotte ontworpen. Of de naam van Athene. Voor zover ik weet heeft zij de wezens haar adem in geblazen.’
‘Ik zie dat je deze wezens uit aarde gemaakt heb, noem ze daar maar naar, dan weten ze gelijk hun plaats.’
De wezens werden dus naar de aarde genoemd waaruit ze gemaakt waren. In onze taal is dat vertaald als
1/5
Griekse Mythen
Geschreven door Bart Lalleman
‘mensen’. ‘Ik had je al gezegd Prometheus, de mensen zullen sterfelijk zijn’, ging Zeus verder. ‘Als ze sterven zal
hun lichaam weer terug keren naar de aarde, en de geest naar degene die het ze gegeven heeft. Tijdens hun leven
mag jij ze onder je hoede nemen Prometheus. Laat ze maar net zo zorgzaam zijn als jij."
Prometheus was dankbaar. "Hij zou goed voor de mensheid zorgen." De Godin Athene keek bezorgd. ze
vertrouwde haar vader Zeus niet helemaal. Oook zag ze de kwetsbaarheid van de mensen. "Prometheus", zei ze:
‘ik geef ze mijn wijsheid. Hephaistos zal ze vast wel vuur willen geven.’ Hephaistos, die een zwak had voor Athene,
kon het niet weigeren. Al had hij het vuur liever voor zichzelf gehouden. De andere goden wisten nog niet of ze ook
iets van hun kwaliteiten aan de mensen zouden geven. ze wilden heteerst eens aankijken. Dat leek ook Zeus
beter.
Naast het gouden paleis op de Olympus stonden twee vaten. In het vat aan de rechterkant zat al het goede. In het
vat links zat al het kwade. Zo nu en dan strooide Zeus uit één van de vaten een handvol over de aarde. Het begon
Prometheus op te vallen dat Zeus steeds vaker uit het linkervat begon te strooien. Uit voorzorg ving hij het kwade
dat de mens het meest kon bedreigen op en verstopte dat in een vat. Dit maakte Zeus zo boos dat hij helemaal
geen goeds meer strooide over de aarde. Prometheus zou Prometheus niet zijn als hij ook hier geen oplossing
voor bedacht. Hij bracht de mensen op het idee om te gaan offeren aan de goden. Dit was een goede zet. Vooral
Zeus genoot zeer van deze offers waarvan hij met genoegen de geur opsnoof.
Zeus strooide weer vaker uit het rechtervat. Eindelijk leek hij zich met het bestaan van mensen verzoend te
hebben. Net toen Prometheus dacht dat alle grote bedreigingen van de mensen overwonnen waren hoorde hij
opnieuw gejammer en geklaag vanaf de aarde. Door de vele offeranden dreigde er hongersnood. Prometheus
begreep dat het offervlees voortaan tussen de goden en de mensen verdeeld moest worden. Maar hoe te doen?
Als de mensen het beste vlees zouden offeren bleef de hongersnood. Als ze het niet deden zou Zeus wel eens erg
boos kunnen worden. Prometheus, die de zwakke plekken van Zeus kende dacht daarvoor een oplossing
gevonden te hebben: ‘ hij zou er voor zorgen dat Zeus de slechtste stukken koos’.
Prometheus vilde een stier en maakte van de huid twee zakken. Één zak vulde hij met al het lekkere vlees en één
zak met alle botten. Boven op de zak met vlees legde hij de ingewanden met de stinkende en onooglijke maag.
Boven op de zak met botten legde hij het heerlijkste vet. Zeus koos voor de zak met vet en botten en daarmee
behielden de mensen het vlees. Knarsetandend moest Zeus erkennen dat hij misleid was, maar hij zei niets. Hij
nam het vuur mee van de offerplaats en zei: ‘Laten de mensen het vlees voortaan maar rauw eten." Door zijn
slimheid had Prometheus het probleem dus alleen nog maar vergroot. Hij ging hulp zoeken bij Hestia, de godin van
de huiselijke haard.
Zij was bereid een goed woordje voor mem te doen en bezocht Zeus. ‘Heer Zeus’, smeekte de Godin Hestia. ‘Geef
de mensen alstublieft het vuur terug. Moeten ze allen sterven door de schuld van één God. Geef ze nog een
kans?’
‘Ik denk er niet aan. Dit voorval heeft laten zien waar ik altijd al bang voor was. De mensen zullen zich boven de
goden verheffen. Ga maar iets anders verzorgen dan de huiselijke haard.’
Hestia vertelde Prometheus dat Zeus niet van plan was zijn besluit te herzien. ‘Als Zeus het vuur niet wil geven ga
2/5
Griekse Mythen
Geschreven door Bart Lalleman
ik het halen. Ook hij zal een keer inzien dat het beter is voor alle partijen dat de mensen blijven leven.
zonder vuur lukt dat niet.’ Alle goden leefden met Prometheus mee en hielpen hem. Hermes zorgde er voor dat hij
ongezien de werkplaats van de God Hephaistos in kon komen. Prometheus sloop naar het smidsvuur en deed
enkele gloeiende kooltjes in de rietstengel die hij daarvoor had meegebracht. Athene leidde Hephaistos af zodat hij
de werkplaats ook weer ongemerkt kon verlaten.
Spoedig brandde op aarde het vuur weer in de haarden. Offers werden ontstoken. Een heerlijke geur van
offervlees steeg op en bereikte Zeus. Een glimlach verscheen op zijn gelaat. ‘Dit had hij echt gemist.’ Tegelijkertijd
schudde Zeus kwaad met zijn hoofd. ‘Noch de mensen, noch Prometheus zouden er zonder straf van af komen!
Had Prometheus gebruik gemaakt van zijn zwakke plek, hij zou de zwakke plek van hem gebruiken, zijn broer
Epimetheus."
Nu was het Zeus die de werkplaats van Hephaistos bezocht. Hij zou de mensheid een speciale verrassing laten
bezorgen, eentje waar Prometheus niets tegen kon beginnen. Had Prometheus een mens uit aarde en water
gemaakt, hij zou een mens uit aarde en vuur laten maken. De mensen wilden toch zo graag met vuur spelen? Hij
zou ze iets te spelen geven. Met die gedachte liep hij de werkplaats in. ‘Hephaistos, we hebben ons laten
bedriegen. We moeten iets terug doen. Ik heb hier een kist met aarde. Prometheus maakte een mens uit aarde en
water. Jij kunt dat nog mooier uit aarde en vuur. Maak een vrouw. Maak haar zo mooi dat zelfs de goden verrast
zullen zijn.’
Hephaistos, blij eindelijk weer eens een serieuze opdracht te krijgen, toog aan het werk. ‘Dit zou zijn meesterstuk
worden.’ Niemand op de Olympus was verbaasd dat het vrouwenbeeld sprekend op de liefdesgodin Aphrodite
leek. Zij was de echtgenote van Hephaistos en ondanks haar ontrouw, nog steeds zijn grote liefde.
Zeus zwaaide naar de vier windstreken. ‘Blaas jullie wind erin. De andere goden zullen deze vrouw hun speciale
gaven geven. Deze vrouw zal Pandora zijn. Iemand die met alle gaven begiftigd is. Dat zal de mensheid helpen om
te overleven.’ De meest Goden op de Olympus waren blij door deze geste van Zeus. Ze stonden gaarne hun
gaven af. Alleen Athene wilde weigeren. Ze had de list van Zeus doorzien. ‘Kom op Athene. Wat is een vrouw
zonder jouw gaven.’ Ethene raakte in verwarring. Ook al gaf ze het ongaarne toe, haar vader had gelijk. Je hebt
gelijk vader’, zei ze met lichte spot in haar stem. "Ik geef haar mijn schranderheid en moed."
Nu alle Goden ingestemd hadden kreeg Hermes, de hemelse boodschapper, de opdracht om Pandora naar
Epimetheus te brengen. ‘Het is een geschenk voor zijn trouw, vertel hem dat maar.’ Epimetheus was zeer verrast.
‘Een geschenk van Zeus en dan zo mooi.’ ‘Ja, hij is je dankbaar dat je hem altijd trouw bent gebleven’. Epimetheus
keek verlegen naar Pandora. Ze was zo mooi, ze keek hem zo lief aan. Hij wilde al dankjewel zeggen maar op het
laatste moment bedacht hij zich. Prometheus had hem herhaaldelijk op het hart gedrukt geen geschenken van
Zeus aan te nemen. ‘Ik moet er nog even over nadenken’, hoorde hij zichzelf zeggen.
Zeus was woedend. Hij lokte Prometheus met een list naar de Kaukasus. Het bleek een valstrik te zijn. In dit
eenzame gebergte werd Prometheus vastgeketend op een rotspunt. Ver weg van de bewoonde wereld. Overdag
brandde de zon op zijn naakte lichaam. ’s Nachts werd het aan vorst en kou blootgesteld. Om het lijden compleet
te maken had Zeus ook nog eens een Gier op hem afgestuurd. Deze gier ging overdag op zijn schouder zitten en
pikte zijn lever uit. Machteloos moest Prometheus de pijn verdragen. In de nacht groeide de lever weer aan. Zo kon
3/5
Griekse Mythen
Geschreven door Bart Lalleman
dit wrede spel jaar in jaar uit doorgaan.
Om vragen over de straf van Prometheus vóór te zijn had Zeus het volgende gerucht verspreid: ‘Prometheus was
betrapt tijdens een innige omhelzing met Athene.’ Epimetheus wist niet wat hij er van denken moest toen hij dit
bericht hoorde. Zeus had al zo vaak zulke affaires door de vingers gezien en hoeveel geruchten gingen er niet over
hem zelf? ‘Het komt omdat ik zijn geschenk geweigerd heb’, dacht Epimetheus verschrikt. ‘Zeus zal niet rusten
voor ik het aanneem.’
Epimetheus meldde Hermes dat hij zich bedacht had. Hij accepteerde Pandora als zijn echtgenote.. ‘Daar doe je
goed aan Epimetheus. Ooit zal je broer je daar dankbaar voor zijn. Het ga jullie goed.’ Met deze wens ging Hermes
terug naar Zeus.
Pandora toonde zich een lieve, schrandere vrouw. Het duurde dan ook niet lang of Epimetheus liet zijn
wantrouwen varen. Op een dag liep Pandora de werkplaats van Prometheus binnen en zag dat die wel
een opruimbeurt kon gebruiken. "Ja doe dat maar", zei Epimetheus. ik weet toch niet wanneer mijn broer
terukomt." Pandora wilde al aan het werk gaan toen het Epimetheus te binnen schoot dat in de werkplaats ook het
vat met kwade zaken stond. "Niet aan dat grote vat komen dat achter in de werkplaats staat", riep hij haar na.’ ‘Dat
is goed’, zei Pandora, ‘Ik blijf er af.’
Het was mooi weer en Epimetheus was niet thuis. Het leek Pandora een ideale dag om het laatste stukje van de
wekplaats op te ruimen. Terwijl ze aan het werk was werden haar ogen steeds naar dat grote vat in de hoek
getrokken. "Alleen afstoffen kan toch geen kwaad", zei ze tegen zichzelf. Ze liep naar achteren. Juist toen ze haar
doek over het vat haalde hoorde Pandoraeen vreemd geluid komen. Ze hield haar adem in. Nu hoorde ze ook nog
een zacht geritsel. Dat gaf de doorslag. Ze wilde weten wat er in het vat zat. "Epimetheus zou er niets van merken
als ze even in het vat zou kijken.’
Het kostte Pandora nogal wat moeite om het vat open te krijgen. Net op het moment dat ze het deksel los had en
optilde, kwam Epimetheus thuis. Hij zag wat er gebeurde. ‘Niet doen, niet doen’, riep hij terwijl hij zich op het vat
wierp.Maar het was al te laat. De werkplaats was gevuld met brengers van omheil. Prometheus had ze gevangen
genomen en opgeborgen vóór ze de mensheid kon teisteren. Nu vlogen ze vrij in het rond. Ziektes, ouderdom,
gebreken, hartstocht en verslaving. Alles wat de mens kon schaden. Epimetheus en Pandora deden nog een
laatste poging om ze te pakken te krijgen. Het was tevergeefs.
Verslagen stonden Epimetheus en Pandora boven het vat gebogen. Hoe zou het ze ooit weer lukken om het onheil
weg te nemen? Schuchter pakten ze elkaars hand. ‘We gaan het proberen’, zeiden ze tegen elkaar. ‘We zullen
Prometheus niet teleurstellen.’ Ze sloten de ramen en de deuren van de werkplaats. ‘Het is genoeg geweest voor
vandaag Pandora. Laten we morgen maar eens kijken hoe we het allemaal aan gaan pakken.’
De volgende dag hoorde Epimetheus in de werkplaats een licht geritsel uit de hoek vandaan komen. Hij zag een
paar veertjes naast het vat, veertjes die losgeraakt waren van de vleugels van de hoop. Ook dat onheil was
ontsnapt. Hoop zou de mensheid blijven vergezellen. Epimetheus voelde de hoop in zijn hart stromen. Hij raakte
vervuld van blijdschap. ‘Pandora, riep hij, ’als hoop een onheil is, hoe komt het dan det het me vervuld met
blijdschap?" Pandora keek verbaasd naar hem op. "Dat gevoel heb ik ook."
4/5
Griekse Mythen
Geschreven door Bart Lalleman
Hun blijdschap was niet onterecht gebleken. In de meest donkere tijden verscheen de hoop als een lichtpuntje in
de duisternis. Altijd weer opnieuw waren er mensen te vinden die moed bleven houden, hoeveel onheil hen ook
trof. Ook Prometheus, vastgeklonken in de Kaukasus, wanhoopte niet. Na eeuwen werd hij ontdekt door Hercules.
Deze held kon zijn lijden niet aanzien. Zonder over de gevolgen na te denken bevrijdde hij hem. Voor deze, en al
zijn andere heldendaden kreeg Hercules de onsterfelijkheid toegemeten. Zeus haalde hem persoonlijk op met zijn
strijdwagen. Zo werd hij naar de Olympus gereden waar hij in het hemelse paleis met gejuich werd ontvangen.
5/5
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)
Download