TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 3 Tussen 2 Werelden een kennismaking met de christelijke theologie Patrick Nullens en Raymond Volgers TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 4 © 2010 Coconut – Almere Vormgeving: Paul van Wijgerden (www.vanw.eu) ISBN 9789072698131 Bijbelcitaten zijn afkomstig uit de NBV-vertaling, tenzij anders aangegeven. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 5 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 6 Inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 Hoofdstuk 1. Tussen God en mens 1.1. De ontmoeting tussen God en mens 1.2. Jezus Christus openbaart God 1.3. Jezus Christus verlost de mens 1.4. Jezus Christus, de Zoon van de levende God 1.5. De ontmoeting met de Drie-enige God 1.6. Een persoonlijke ontmoeting 1.7. Een gemeenschappelijke ontmoeting 1.8. Een publieke ontmoeting 14 15 18 20 22 24 28 30 32 Hoofdstuk 2. Tussen geloof en wetenschap 2.1. Geloofsvertrouwen en geloofsinhoud 2.2. Christelijke theologie als wetenschap 2.3. Definitie van theologie 2.4. Nabije buren van de theologie 2.5. Theologische vakgebieden 2.6. Geloofsleer en geloofsleven 36 37 39 40 41 44 48 Hoofdstuk 3. Tussen inzicht en openbaring 3.1. Een wetenschappelijke methode 3.2. De vier theologische bronnen 3.3. Het primaat van de bijbel 3.4. Aandacht voor de traditie 3.5. De plaats van de rede 3.6. Leren door ervaring 3.7. Gericht op de cultuur 3.8. Bijbelse en theologische taal 3.9. Het karakter van de theoloog 3.10. De methodiek van de christelijke theologie op een rij 56 57 59 63 65 69 71 72 75 77 79 Hoofdstuk 4. Tussen eenheid en diversiteit 4.1. De drie grote families 4.2. Rooms-katholieke theologie 4.3. Oosters-orthodoxe theologie 4.4. Protestantse theologie 4.5. De moderne omwenteling 4.6. Evangelische theologie 4.7. Verenigd in Jezus Christus 82 83 84 89 95 99 101 103 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 7 Hoofdstuk 5. Tussen leer en praktijk 5.1. Studeren met passie 5.2. Theologie onder druk 5.3. De drievoudige opdracht 5.4. Diepgaande kennis van God 5.5. Grondige studie van de bijbel 5.6. Verdieping van het geloof 5.7. Opbouw van de gemeente 5.8. Oecumenische gezindheid 5.9. Zingeving in de samenleving 108 109 109 113 117 118 121 123 125 127 Verklaring van begrippen 131 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 8 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 9 Voorwoord Tegenover mijn ouderlijk huis stond een kruidenierswinkeltje met daarnaast de plaatselijke stamkroeg. Deze combinatie is zo langzamerhand verdwenen uit het Vlaamse landschap. Regelmatig stak ik de weg over om wat spulletjes te kopen die mijn ouders waren vergeten. De uitbaatster van de winkel, een flink uit de kluiten gewassen madam, vroeg mij op een zomerse dag toen ik klaar was met de middelbare school: ‘Wat ga je volgend jaar doen, manneke?’ Ik vertelde haar enthousiast dat ik theologie ging studeren. Ze begon te glunderen en zei: ‘Dat is interessant. Ik kijk daar vaak naar op de televisie. Al die vogels en wilde dieren. De natuur is toch schoon.’ Een beetje verveeld antwoordde ik: ‘Ik denk dat u biologie bedoelt. Theologie gaat over God, de bijbel en de kerk.’ Ze keek me wat verdwaasd aan en brak het gesprek abrupt af door te vragen wat ik ook alweer had besteld. Christelijke theologie is voor veel mensen een onbekende en daardoor onbeminde wetenschap. Het lijkt alsof theologie alleen is bedoeld voor zonderlingen. In mijn directe omgeving vond men het maar een vreemde keuze om theologie te studeren. Christenen om mij heen reageerden behoedzamer. Zij vroegen mij zorgelijk of ik hier mijn brood wel mee kon verdienen. In de evangelische kringen waar ik toe behoor, bestaat bovendien terughoudendheid om intellectueel met het geloof bezig te zijn. Soms kreeg ik heel uitgesproken te horen: ‘De bijbel is toch voor iedereen en waar nodig zal Gods Geest ons toch helpen, of niet soms?’ Nu, heel wat jaren later, doceer ik met veel plezier het vak ‘Oriëntatie in de Systematische Theologie’ (OST) aan de eerstejaarsstudenten of de ‘freshmen’, zoals de Amerikanen hen noemen. Het handboek voor deze cursus is het nogal lijvige werk van Alister McGrath, Christelijke theologie: een introductie (Kampen: Kok, 2008). Het is een goed standaardwerk, maar de ‘freshmen’ worden vaak zonder enige voorkennis in een intellectuele zee van theologische begrippen en opvattingen geworpen. De ervaring leert dat er binnen het Nederlands taalgebied een belangrijke tussenstap ontbreekt in de theologische literatuur: een toegankelijke en frisse kennismaking met de christelijke theologie. Dit boek is ontstaan vanuit deze behoefte en vanuit de dialoog met mijn studenten OST, dankzij de medewerking van Raymond Volgers. Hij was enkele jaren mijn wetenschappelijk assistent en heeft dit vak samen met mij gedoceerd. Als co-auteur heeft hij het geheel toegankelijker gemaakt en veel aanvullingen aangebracht, waaronder de theologische woordenlijst. Zonder zijn grote inzet zou de inhoud van dit boek binnen de collegemuren zijn gebleven. Wij hebben in de afgelopen drie jaren intensief aan dit project gewerkt en hopen dat het resultaat lezers aanzet om de rijkdom van de christelijke theologie te ontdekken en dieper in de ‘theologische zee’ te duiken. Patrick Nullens Leuven, 18 mei 2010 9 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 10 10 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 11 Inleiding Dit boek is een inleiding in de christelijke theologie voor lezers zonder theologische voorkennis. Het is bedoeld voor iedereen die net is begonnen met een studie theologie, maar ook voor ieder die meer over christelijke theologie wil ontdekken. Ook ervaren theologen zullen er profijt van hebben om dit boek te lezen en te gebruiken. De stijl is toegankelijk en heeft een sterk didactische nadruk. Er is voor gekozen om het theologische taalgebruik niet weg te laten. Theologische taal is een onderdeel van de christelijke theologie en hoort in dit boek daarom thuis. De theologische begrippen in de tekst worden steeds zo goed mogelijk toegelicht. Bovendien is achterin een theologische woordenlijst toegevoegd. Prof. dr. Patrick Nullens (1964) woont in Leuven (België) en is rector en hoogleraar systematische theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven. In 1995 promoveerde hij met een dissertatie over de verhouding tussen God, mens en aarde en de implicaties voor ecologische ethiek. Van zijn hand verscheen onder andere het boek Verlangen naar het goede: bouwstenen voor een christelijke ethiek in 2006. De titel Tussen twee werelden: een kennismaking met de christelijke theologie wijst op de eigenheid van de christelijke theologie. Christelijke theologie zoekt steeds naar de verbinding tussen twee werelden, die op het eerste gezicht misschien ver van elkaar af staan of zelfs tegenstrijdig lijken. Zij staat tussen God en mens, tussen geloof en wetenschap, tussen inzicht en openbaring, tussen eenheid en diversiteit, tussen leer en praktijk. Met deze vijf onderwerpen is de opbouw van de vijf hoofdstukken in dit boek gegeven. De opbouw is daarnaast ook op een aanvullende manier te verklaren. De nieuwsgierige mens stelt gewoonlijk de volgende vragen: ‘Wie?’, ‘Wat?’, ‘Hoe?’, ‘Waar?’ en ‘Waarom?’ De inhoud van het boek is gestructureerd volgens bovenstaande vijf onderwerpen met bijbehorende kernvragen: 1. 2. 3. 4. 5. Tussen God en mens: Wie is betrokken in de christelijke theologie? Tussen geloof en wetenschap: Wat is christelijke theologie? Tussen inzicht en openbaring: Hoe wordt christelijke theologie beoefend? Tussen eenheid en diversiteit: Waar kan christelijke theologie worden geplaatst? Tussen leer en praktijk: Waarom is christelijke theologie belangrijk? Natuurlijk is het onmogelijk om al deze vragen in deze korte inleiding tot in alle details te beantwoorden. Hopelijk zijn we er wel in geslaagd om met dit boek de nieuwsgierigheid van de lezer te beantwoorden en een aanzet te geven om dieper te graven. Ieder antwoord leidt tot meer vragen. Dat geldt zeker in de christelijke theologie. 11 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 12 Drs. Raymond Volgers (1980) woont in Eindhoven (Nederland) en werkt in de gehandicaptenzorg. Hij studeerde theologie van 1998 t/m 2008 aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, waar hij vanaf 2005 ook heeft gewerkt als onderzoeksassistent binnen de vakgroep Systematische Theologie. De hoofdteksten worden afgewisseld, ondersteund en verduidelijkt met uitspraken, schema’s en achtergronden om het boek tot een prettig leesbaar en samenhangend geheel te maken. De volgende didactische hulpmiddelen worden gebruikt: Het kader ‘de kern van dit hoofdstuk’ aan het begin van ieder hoofdstuk geeft een beknopt overzicht en een kernachtige samenvatting. Deze afbeelding wordt steeds gevolgd door een toepasselijk citaat uit de bijbel. Als de belangrijkste bron van de christelijke theologie is het niet meer dan gepast om de bijbel voortdurend te laten spreken. Alle in dit boek voorkomende bijbelverzen zijn overgenomen uit de Nieuwe Bijbelvertaling (2004), tenzij anders vermeld. Deze afbeelding duidt het begin aan van een relevant citaat. Op deze manier kun je kennismaken met een kleine greep uit de theologische literatuur. In de meeste gevallen gaat het om citaten van bekende theologen uit invloedrijke werken, maar ook aan minder bekende theologen en andere schrijvers en wetenschappers wordt het woord gegeven. Deze afbeelding staat voor een theoloog die prikkelende stellingen of wetenswaardigheden naar voren brengt. Hij nodigt je uit om tijdens het lezen kritisch over de tekst na te denken. Deze afbeelding staat voor achtergronden en aanvullende informatie, die verder de diepte in gaat. In ieder hoofdstuk zijn één of meerdere figuren te vinden die bepaalde theorieën visueel maken door middel van een schematisch overzicht. In verschillende kaders wordt een theoloog uit heden of verleden geïntroduceerd die zijn sporen heeft verdiend. Vergezeld met een foto wordt verteld over zijn leven en wat hij denkt en heeft geschreven over een bepaald onderwerp dat aansluit bij de omliggende tekst. Zo ontdek je meer over de persoon achter de theorie. 12 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 13 Het kader ‘reflectievragen’ aan het einde van ieder hoofdstuk geeft een tiental gespreksvragen dat kan worden gebruikt om het hoofdstuk na lezing individueel eigen te maken en in een groep te bespreken. Het boek Tussen twee werelden is breed georiënteerd, maar de evangelische kleur is wegens onze eigen kerkelijke en theologische achtergrond wel duidelijk aanwezig. Daar willen wij ons ook niet voor verontschuldigen. Evangelische theologie kent een lange traditie van de ‘oecumene van het hart’ en staat daarom in voortdurende dialoog met andere stromingen binnen het christendom. Wij gebruiken de term ‘evangelisch’ graag heel breed en zien het als een verwijzing naar alle christenen die zichzelf graag beschrijven als bijbelgetrouw en staan voor een actuele beleving en verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. Woord van dank Onze bijzondere dank gaat uit naar de uitgevers, Martin en Jantine Tensen. Zij hebben dit project vanaf het begin van harte toegejuicht en tijdens het schrijfproces vele nuttige opmerkingen en adviezen gegeven om de inhoud te verbeteren. Wij zijn prof. dr. Jan Hoek zeer erkentelijk, die de gehele tekst heeft doorgenomen en direct heel enthousiast was. Hij heeft waardevolle feedback geleverd en voor dit boek een aanvullende bijdrage geschreven over Martin Bucer (zie 3.6). Daarnaast bedanken wij alle mensen die (gedeelten van) de proefteksten hebben doorgenomen en voorzien van goed commentaar, namelijk David Derksen, Job Thomas, Stephan Volgers, Esther Volgers en Elsbeth Hamstra. Uiteindelijk geven wij alle dank en eer aan de Drie-enige God. Zonder hem is christelijke theologie ondenkbaar en was het onmogelijk geweest om deze kennismaking met de christelijke theologie te schrijven. Tot slot van deze inleiding bevelen wij graag een aantal werken aan voor verdere studie. De lijst hieronder is verre van compleet, maar biedt degelijk leesmateriaal als aanzet om na het lezen van dit boek dieper in de christelijke theologie te duiken. Nederlandstalig: • Berkhof, H. Christelijk geloof: een inleiding tot de geloofsleer (Nijkerk: Callenbach, 1990) • McGrath, Alister. Christelijke theologie: een introductie (Kampen: Kok, 2008) • Van de Beek, A. Van Kant tot Kuitert en verder: de belangrijkste theologen sinds 1800 (Kampen: Kok, 2009) • Van Genderen, J. en W.H. Velema. Beknopte gereformeerde dogmatiek (Kampen: Kok, 1992) Engelstalig: • Erickson, Millard J. Christian Theology, 2nd edition (Grand Rapids, MI: Baker, 1998) • Franke, John R. The Character of Theology: An Introduction to Its Nature, Task, and Purpose (Grand Rapids, MI: Baker, 2005) • Grenz, Stanley J. Theology for the Community of God (Carlisle: The Paternoster Press, 1994) • Grudem, Wayne. Systematic Theology: An Introduction to Biblical Doctrine (Leicester, England: InterVarsity Press, 1994) • Olson, Roger E. The Story of Christian Theology: Twenty Centuries of Tradition & Reform (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1999) 13 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 14 1 Tussen God en mens ‘Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.’ Johannes 1:18 ‘De kerk en theologie moeten zich vandaag richten op de gekruisigde Christus om de vrijheid die hij brengt te laten zien. Dit is essentieel als zij willen worden wat zij beweren te zijn: de kerk van Christus en christelijke theologie.’ Jürgen Moltmann De kern van hoofdstuk 1 Christelijke theologie gaat over de ontmoeting tussen God en mens. Iets breder gaat het over de relatie tussen de Schepper en de totale schepping. Vertrekpunt is het bestaan van de Drie-enige God (Vader, Zoon en heilige Geest), die in liefde naar de mens omziet. Hij roept mensen op hem te leren kennen. Christelijke theologie is dus altijd een persoonlijke theologie, die nauw samenhangt met de spirituele ontwikkeling van de mens. In de relatie tussen God en mens speelt Jezus Christus een centrale rol. Hij openbaart God en verlost de mens. Christenen beleven hun geloof gemeenschappelijk in de gemeente. Hier worden zij toegerust om midden in de wereld te staan en Gods boodschap voor alle mensen in woord en daad te verkondigen. De Drie-enige God, de mens, de gemeente en de samenleving zijn allemaal betrokken partijen in de christelijke theologie. Zij zijn de spelers op het theologische veld. Ieder mens denkt na over God, daarom is christelijke theologie een onmisbare wetenschap. 14 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 15 1.1. De ontmoeting tussen God en mens Christelijke theologie veronderstelt dat God bestaat. Sterker nog: het gaat ervan uit dat de mens God kan kennen en over hem kan spreken. Letterlijk betekent theologie ‘woord van/over God.’ Zonder de ontmoeting met God is theologie zinloos en nietszeggend. God zelf geeft waarde en betekenis aan de theologie en aan de mensen die hun leven ten dienste van hem stellen. Het resultaat van deze diepe band is bijvoorbeeld te zien in de prachtige kathedralen, de magnifieke muziek van J.S. Bach en de verhalen van C.S. Lewis. De rijkdom hiervan ligt niet alleen in de zichtbare schoonheid, maar vooral in de onzichtbare oorsprong: het is allemaal ontstaan als een uiting van het geloof in het bestaan van God. Het is een verwijzing naar God als de Schepper van hemel en aarde. God brengt mensen ertoe om hem te zoeken, over hem na te denken en hem te dienen. Een christelijke theoloog wordt geacht een persoonlijke relatie met de Drie-enige God te hebben. Is een theoloog die geen persoonlijke relatie met God heeft dan geen echte theoloog? Jawel, maar geen christelijke theoloog. Christelijke theologie staat in het kader van de ontmoeting tussen God en de mens. Alleen door een echte geloofsbeleving, een intieme relatie met God, gaat theologie leven. Zonder het verlangen om te zoeken naar het wie achter de theologie sterft deze wetenschap een stille dood in de archieven van universiteiten. Als theologen zich alleen verstandelijk bezighouden met theologische vraagstukken en definities van allerlei theologische termen, blijft theologie zakelijk, abstract en afstandelijk. Zij raakt de mens niet van binnen. Zij is als verliefdheid zonder inhoud. Als een jongen verliefd is op een meisje, gaat hij niet eerst filosoferen over wat liefde is. Hij gaat op in zijn verliefdheid en doet alles om contact met haar te krijgen. Dit is iets totaal anders dan nadenken over het abstracte begrip liefde. De liefde komt tot leven en gaat bloeien. Zo kan ook theologie pas tot leven komen en bloeien in de ontmoeting tussen God en de mens. ‘God, u bent mijn God, u zoek ik, naar u smacht mijn ziel, naar u hunkert mijn lichaam in een dor en dorstig land, zonder water.’ Psalm 63:2 ‘Jullie zullen mij zoeken en ook vinden, als jullie mij tenminste met hart en ziel zoeken. Ik zal me door jullie laten vinden - spreekt de HEER.’ Jeremia 29:13-14 Theologie, in welke vorm dan ook, gaat uit van het fenomeen religiositeit: mensen zijn van nature religieus. De mens zoekt God. In deze zoektocht staan de vragen naar de oorsprong en het doel van het menselijk bestaan centraal. Het woord ‘religie’ is waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse religare wat ‘opnieuw verbinden’ betekent. Religiositeit is het zoeken naar de verbinding met het hogere. Zij gaat ervan uit dat er meer schuilt achter de gewone alledaagse dingen. Dat wat we zien, horen, voelen, ruiken en proeven is maar een deel van de werkelijkheid. Er is iets of Tussen God en mens | 15 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 16 iemand die de zichtbare werkelijkheid overstijgt. In de theologie worden beide realiteiten verduidelijkt met de termen immanentie en transcendentie. Het immanente (afgeleid van het Latijnse in manere, ‘er in blijven’) is datgene wat we kunnen ervaren in tijd en ruimte. Het transcendente (afgeleid van het Latijnse transcendere, ‘opklimmen’) is het verhevene, dat wat boven het immanente uitstijgt. Traditioneel verwijst immanentie naar het tijdelijke of veranderlijke en transcendentie naar het eeuwige of onveranderlijke. Christelijke theologie is een unieke wetenschap die zich bevindt op de grens tussen immanentie en transcendentie. Het is de mens (immanent) die nadenkt over God (transcendent). Hendrikus Berkhof vat de essentie van de religieuze mens mooi samen: ‘Zijn kennisdorst is te groot om door de kennis van de wereld der relativiteiten te worden gelest; hij vraagt door tot de absolute grond. En zijn levensverlangen is te groot om te worden gestild door de bevrediging van geluk die zijn eindige, falende en zorgelijke aardse bestaan hem bieden kan. Hij vraagt door naar de kennis van het absolute en naar totale levensvervulling. En deze beide vragen zijn voor de mens blijkbaar één. Hij zoekt naar de waarheid en het geluk, naar openbaring en heil.’ In Christelijk geloof (Nijkerk: Callenbach, 1990), p. 7. Religie is mogelijk omdat de Drie-enige God, de Schepper en Verlosser, zich openbaart in de geschiedenis: in verleden, heden en toekomst. Al is het van belang dat de mens zoekt naar God, toch neemt God steeds het initiatief. Uit zichzelf, buiten Gods initiatief om, zal de mens God nooit kunnen vinden. In theologische taal uitgedrukt: het immanente kan de transcendente werkelijkheid alleen herkennen of waarnemen wanneer God zichzelf in die zichtbare werkelijkheid openbaart. Hij heeft zichzelf heel concreet in onze immanente werkelijkheid bekendgemaakt. God transcendente werkelijkheid immanente werkelijkheid Mens Figuur 1 - God en mens op zoek1 Religie of religiositeit is niet alleen weggelegd voor freaks en fanatiekelingen. Verreweg het grootste deel van de wereldbevolking identificeert zich met één van de volgende vijf grote wereldreligies: jodendom, christendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme. Slechts een klein percentage van de wereldbevolking is niet religieus. 16 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 17 Ongeveer driekwart van de wereldbevolking identificeert zich met één van de vijf grote wereldreligies. Slechts 15,2 procent van de wereldbevolking zou niet religieus zijn, waarvan amper 2,5 procent atheïst is. Wereldwijd gezien heeft het atheïsme een minderheidspositie en niet-religieus komt het steeds meer onder hindoes druk te staan. Binnen de religieuze wereld neemt het christendom numeriek de belangrijkste plaats in. moslims Ongeveer een derde van de wereldbevolking, wat neerkomt op ruim twee miljard mensen, beschouwt zichzelf christen in de meest brede betekenis van het woord. christenen Ongeveer de helft van de christenen is rooms-katholiek. De andere helft bestaat uit protestantse, oostersorthodoxe en evangelische christenen. overige Het aantal traditionele protestanten neemt af, terwijl het aantal gelovigen dat niet-institutionele kerken bezoekt toeneemt. De nieuwe generatie christenen lijkt niet meer zo geïnteresseerd in grote denominaties en maakt liever deel uit van een plaatselijke, levende geloofsgemeenschap met allerlei losse verbanden.2 Wie gelooft in het bestaan van God, ziet de gewone dingen anders. Het is alsof er een vierde dimensie aan de werkelijkheid wordt toegevoegd of een zesde zintuig aan de menselijke zintuigen. Hij staat op het snijvlak van concrete gebeurtenissen en het mysterie dat erachter schuilt. Ieder mens leeft met de diepere vraag of er meer is na dit leven of dat het leven zomaar abrupt zal eindigen. Christelijke theologie gaat ervan uit dat God bestaat. Dit blijft natuurlijk een vooronderstelling die moeilijk is te onderbouwen met harde bewijzen. De ene mens zal het bestaan van God nooit afleiden uit de schoonheid van de natuur, terwijl het voor de andere mens is alsof de toppen van de Alpen uitschreeuwen dat er een Schepper bestaat. De ene mens zal onmogelijk in God kunnen geloven als hij wordt opgeschrikt door beelden van de concentratiekampen uit de Tweede Wereldoorlog, terwijl bij het zien van dezelfde beelden geloof in God voor de ander juist een hoopvolle troost is. Het blijft een zaak van geloof. Het feit dat ik geloof dat God bestaat is een niet te bewijzen vooronderstelling, maar het feit dat iemand anders dit niet gelooft, is ook een vooronderstelling, want het valt evenmin te bewijzen. Beiden hebben daarom evenveel of even weinig recht van spreken. Tussen God en mens | 17 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 18 Religie leidt niet automatisch tot een ontmoeting met God. In dat geval zou iedereen in God geloven, omdat de mens van nature religieus is. Niet alle mensen geloven in God, maar ieder mens denkt wel eens na over God. Christelijke theologie wil ieder mens bij deze religieuze zoektocht helpen, in de rotsvaste geloofsovertuiging dat een persoonlijke ontmoeting met God mogelijk is. Waar de mens ten diepste naar vraagt, daar begint christelijke theologie. Hier kan het woord (Grieks: logos) van/over God (Grieks: theos) beginnen te spreken. 1.2. Jezus Christus openbaart God ‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God (…) Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader (…) De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.’ Johannes 1:1, 14 en 17-18 Dit gedeelte uit het Nieuwe Testament maakt duidelijk waarom Jezus Christus het middelpunt is van de christelijke theologie. Voor een christen begint theologie niet bij de zoekende mens, want God neemt altijd initiatief in de ontmoeting tussen God en mens. Christelijke theologie begint dus eigenlijk bij de zoekende God. Het begrip ‘openbaring’ betekent dat God zichzelf bekendmaakt. Hij openbaart zichzelf aan mensen, zodat zij hem kunnen zien en vinden. De climax van de goddelijke openbaring is de komst van Jezus Christus. De zoektocht van de religieuze mens blijft zonder Gods initiatief en hulp een eindeloze zaak. Zijn vage onderneming wordt pas doorbroken door de woorden die Jezus van Nazareth uitspreekt tot de Vader: ‘Rechtvaardige Vader, de wereld kent u niet, maar ik ken u, en zij weten dat u mij hebt gezonden. Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal ik blijven doen, zodat de liefde waarmee u mij liefhad in hen zal zijn en ik in hen’ (Johannes 17:25-26). Jezus Christus wordt Immanuël genoemd, God transcendente werkelijkheid immanente werkelijkheid Jezus Mens Figuur 2 - Openbaring van Jezus Christus 18 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 19 wat ‘God met ons’ betekent (Jesaja 7:14, Matteüs 1:23). Zo wordt figuur 1 al een stuk concreter. De kern van het christelijk geloof is het historische moment, waarop God verschijnt als mens en in ons midden komt wonen. Bij de komst van de Zoon van God raken de immanente en de transcendente werkelijkheid elkaar. De evangelist Johannes spreekt van het Woord (logos) dat mens is geworden (Johannes 1:14). Hij stelt het Woord (Jezus Christus) aan God gelijk (Johannes 1:1). De magistrale openingspassage van het Johannesevangelie verwijst naar het scheppingsverhaal in Genesis 1. De Hebreeuwse naam voor het boek Genesis betekent ‘in het begin’, naar de eerste woorden van dit boek. Johannes begint met exact dezelfde woorden: ‘In het begin was het Woord.’ Ook vermeldt Johannes de directe betrokkenheid van het Woord bij de schepping: ‘Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat’ (Johannes 1:3). In Genesis 1 wordt duidelijk dat de schepping tot stand komt door het woord dat God spreekt. Deze herformulering door Johannes moet voor de oorspronkelijke lezers van dit evangelie een verrassing zijn geweest. Zij waren gewend om te lezen dat God in het begin hemel en aarde schiep, maar nu lezen zij dat in het begin het Woord was. De schepping krijgt zo een andere dimensie. Er wordt een belangrijk gegeven aan toegevoegd: Jezus Christus is direct bij de goddelijke scheppingsdaad betrokken. Maar heel vreemd is het ook weer niet. In het begin van Genesis wordt de kracht van Gods woord duidelijk getoond. Hij spreekt en het is er. Dit machtige woord, dat nooit zijn uitwerking mist, wordt in het evangelie van Johannes geïdentificeerd als de Zoon van God, door wie al het bestaande is geworden. Het deïsme is een filosofische en theologische stroming die ervan uitgaat dat God de wereld heeft geschapen en zich vervolgens niet meer met de wereld heeft bemoeid. God is de transcendente oorzaak van de natuurwetten en de mens is aan deze natuurwetten overgeleverd. Deze gedachte wordt duidelijk tegengesproken door de komst van Jezus Christus. God is in heel de geschiedenis tot vandaag direct betrokken gebleven bij zijn schepping. De Schepper heeft ons niet in de steek gelaten. Hij is naar ons toe gekomen. De incarnatie of de vleeswording van Jezus is de belangrijkste goddelijke bevestiging van zijn liefde voor de schepping. De heilige God heeft zich niet afgezonderd van de mens en de natuur. Integendeel, God werd mens zoals wij: vleselijk en lichamelijk. De mens kan God niet volledig kennen, want hij is transcendent. Hij gaat altijd het menselijk begrip te boven. Het eindige kan het oneindige niet vatten. ‘Hij alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien’ (1 Timoteüs 6:16). Daarom is Jezus als een bliksemschicht in een donkere nacht, de climax van Gods openbaring. Christelijke theologie houdt zich bezig met de tegenwoordigheid van God. God heeft zich aan mensen geopenbaard in het geschreven woord (de bijbel) en in het gesproken, levende Woord (Jezus Christus). Beiden zijn nauw met elkaar verbonden, want de bijbel beschrijft wie Jezus Christus is. Toen Jezus aan het begin van onze jaartelling op aarde wandelde, zei hij tegen zijn discipelen: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen, dan door mij’ (Johannes 14:6). God is volgens hem dus een Vader en we komen alleen tot de Vader via zijn Zoon. Tussen God en mens | 19 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 20 ‘Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit.’ Hebreeën 1:1-3 De schrijver van de Hebreeënbrief opent krachtig met de verwijzing naar de Zoon als het volmaakte spreken van God. Steeds opnieuw en op vele manieren heeft God tot de mens gesproken. Zoals hij Adam en Eva opzoekt na de zondeval en hen de pijnlijke vraag stelt: ‘Waar ben je?’ (Genesis 3:9), stelt hij deze vraag nu aan ieder mens. God heeft gesproken door Mozes, Jesaja, Hosea en veel andere profeten. Nu spreekt God door de Zoon. Christus is de afdruk van het wezen van de Vader. In Christus horen we de Vader spreken. Belijdenis ‘Wij geloven in (…) één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader; door Hem zijn alle dingen geworden. Ter wille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald uit de hemel en vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is een mens geworden. Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus, heeft geleden, is begraven. Op de derde dag is Hij opgestaan overeenkomstig de Schriften. Hij is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vader en zal in heerlijkheid weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. En zijn rijk zal geen einde hebben.’ Uit de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel (325 en 381 na Chr.). 1.3. Jezus Christus verlost de mens ‘Al waren we door de zonde vijanden van God, we zijn nu verzoend door de dood van zijn Zoon Jezus Christus.’ Romeinen 5:10 De bijbel spreekt over een kloof tussen God en de mens. Als we nadenken over de ontmoeting tussen God en mens moeten we aandacht schenken aan wat deze ontmoeting in de weg staat: de zonde. Gods transcendentie omvat zijn heiligheid: God is hoog en verheven, en zijn naam is heilig (Jesaja 57:15). Gods heiligheid wijst op zijn volmaaktheid, reinheid en zuiverheid. Hij is 20 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 21 volkomen afgezonderd van het kwaad en wil er niets mee te maken hebben. God wil dat mensen in harmonie met hem leven, maar sinds de zondeval in Genesis 3 is de mens van nature geneigd om zich voor Gods nabijheid te verbergen. Het begrip ‘zonde’ associëren we meestal met verkeerde daden, maar het is in de eerste plaats een voortdurende staat van vervreemding van God. Zonde is ten diepste een gebroken relatie tussen mens en God. Het blokkeert de ontmoeting met God. Het Hebreeuwse woord voor zondigen, chata’, en het Griekse woord voor zonde, hamartia, betekenen letterlijk ‘het doel missen.’ Door de zonde missen we Gods doel met ons leven: een persoonlijke relatie met hem. We zijn van hem vervreemd en leven daardoor niet naar Gods volmaakte geboden, zodat we op veel vlakken fout handelen. Daarom zal de religieuze mens uit zichzelf nooit bij God uitkomen. Sinds de zondeval leeft de mens van nature in opstand tegen God. Paulus spreekt uitgebreid over de zonde in zijn brief aan de Romeinen. Hij schrijft: ‘Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd’ (Romeinen 5:12). Christelijke theologie gaat ervan uit dat ieder mens zondigt, geen enkel mens uitgezonderd, en dat de dood een direct gevolg is van de zonde. Toch heeft de heilige God zich niet afgezonderd van de zondige mens en de verstoorde natuur. De gebrokenheid van de schepping resulteert niet in de afwezigheid van God. God is mens geworden om de verstoorde relatie tussen God en de mens te herstellen. De mens kan met God worden verzoend door de dood van zijn Zoon Jezus Christus. Hier begint het evangelie te spreken. Het Griekse woord voor evangelie betekent letterlijk ‘het goede nieuws’ of ‘de blijde boodschap.’ Het evangelie is geen mooie theorie of interessante levensfilosofie. Het is eerst en vooral een persoon: Jezus Christus. Hij is het Woord dat de stilte en de duisternis doorbreekt, het Woord dat leven schenkt. Paulus schrijft in een andere brief: ‘Omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered’ (Efeziërs 2:4-5). Genade betekent: Gods onvoorwaardelijke liefde voor de mens, die onverdiend door het werk van God in Jezus Christus met God wordt verzoend. De enige gepaste reactie van de mens is dankbaarheid en geloof. Geloof in Jezus Christus betekent drie dingen: (1) alles wat de bijbel over hem leert als waarheid aannemen, (2) je vertrouwen in hem stellen en (3) je leven aan hem toevertrouwen. Het Hebreeuwse en het Griekse woord voor ‘geloof’ kunnen allebei met ‘vertrouwen’ worden vertaald. Niet alleen je verstand speelt hierbij een rol, maar ook je hart en je ziel. Geloven betekent heel je leven toevertrouwen aan God. Dit is de basis voor een intieme relatie met God. Het initiatief van Gods genade ligt ten grondslag aan deze relatie. De geloofskeuze gaat gepaard met bekering. Dit betekent ‘omkering’, ‘verandering’, ‘een andere weg inslaan.’ God schenkt ons op dat moment het nieuwe leven, de wedergeboorte. ‘Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur’ (2 Petrus 1:3-4). Door het ontvangen van Gods genade krijgt de mens deel aan de goddelijke natuur. In de oosters-orthodoxe theologie neemt de gedachte van deelhebben aan de goddelijke natuur een belangrijke plaats in (zie 4.3). Met de begrippen ‘theosis’, ‘deïficatie’ of ‘vergoddelijking’ Tussen God en mens | 21 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 22 onderstreept de oosters-orthodoxe kerk dat de mens door gemeenschap met Jezus Christus werkelijk met God wordt verenigd. Hiermee wordt niet bedoeld dat de mens in essentie als God wordt, maar dat het doel van de mens is om te delen in het leven van de Drie-enige God, vol van goddelijke kracht en genade. De mens krijgt dus deel aan Gods heerlijkheid, terwijl hij in wezen gewoon mens blijft. Dit maakt figuren 1 en 2 nog concreter. Er is sprake van een volledige wisselwerking. God en de mens ontmoeten elkaar. God Verloste mens transcendente werkelijkheid immanente werkelijkheid Jezus Mens Figuur 3 - God en mens in relatie 1.4. Jezus Christus, de Zoon van de levende God Jezus vraagt aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Na hun reactie stelt hij dezelfde vraag iets persoonlijker: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordt: ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God’ (Matteüs 16:13-16). Het is de taak van de christelijke theologie om dezelfde vraag te beantwoorden: Wie is Jezus Christus? Door de eeuwen heen hebben christelijke theologen beleden dat Jezus de Messias is, de Zoon van de levende God. In de laatste paar eeuwen wordt dit steeds minder vanzelfsprekend. De christelijke geloofsovertuigingen over Jezus Christus worden serieus ter discussie gesteld. ‘God werd mens, opdat de mens vergoddelijkt kan worden (…) Nu zijn ook wij zonen van God.’ Dit zijn beroemde uitspraken van Athanasius van Alexandrië (ca. 295-373 na Chr.), een van de belangrijkste vroege kerkvaders. Sinds de periode van de Verlichting (zeventiende en achttiende eeuw) maken heel wat theologen een kunstmatig onderscheid tussen de historische Jezus en de Christus die in de vroege kerk wordt beleden. De evangelisten zouden hun geloof hebben geprojecteerd op de historische en menselijke Jezus. Vooral de wonderverhalen en de claims over Jezus’ goddelijkheid zijn voor de wetenschappelijke mens van de Verlichting niet aanvaardbaar. Er begint een zoektocht naar de historische Jezus (Leben-Jesu-Forschung), die tot op heden doorgaat. Verlichtingstheologen trachten Jezus meer aanvaardbaar te maken voor de rationele, empirisch ingestelde mens. Zij ontdekken door middel van historisch-kritisch onderzoek een morele leraar en een inspirerende persoonlijkheid in Jezus, maar niet meer dan dat. Jezus wordt ontdaan van het dogmatische kleed dat de kerk hem heeft aangetrokken. Het is het startschot van een stroom van kritische literuur. 22 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 23 De filosoof Gotthold Ephraim Lessing publiceert in 1778 postuum Fragmenten van een onbekende schrijver van Hermann Samuel Reimarus. Hiermee probeert hij de wortels van het christendom aan te vallen. De belijdenis van Jezus als Christus of Messias berust volgens hem op een misverstand. In historisch perspectief zijn de evangeliën onbetrouwbare documenten, die onmogelijk als basis kunnen dienen voor het belijden van universele geloofswaarheden. Jezus was een fanatieke Joodse hervormer die de Joden van de Romeinen wilde bevrijden, maar zijn missie faalde en eindigde met de kruisdood. De leerlingen van Jezus hebben hem pas later uitgeroepen tot de opgestane Christus en zo wordt volgens Reimarus de katholieke kerk opgericht. Christenen hebben een politieke boodschap subtiel vertaald in een geestelijke, en vervolgens wordt deze boodschap Jezus in de mond gelegd. Bij Reimarus begint de zoektocht naar de historische Jezus, waarin de vraag naar de relatie tussen de historische Jezus en de Christus van het geloof centraal staat.3 Een belangrijke tussenbalans wordt opgemaakt door Albert Schweitzer (1875-1965) in Die Geschichte der Leben-Jesu-Forschung. Volgens Schweitzer was Jezus een radicale apocalyptische profeet die het Koninkrijk van God aankondigde. William Wrede (1859-1906) acht het onmogelijk om op basis van het Marcusevangelie, het oudste van de vier evangeliën, een historische reconstructie te maken. Volgens hem geeft Marcus een puur theologisch portret van Jezus. Als we hierin naar historische gegevens gaan zoeken, leidt dit enkel tot speculaties. Rudolf Bultmann (1884-1976) vindt het historische element van Jezus’ leven niet eens belangrijk. Het gaat immers om de gepredikte Jezus. Het kerygma, de verkondiging, kan alleen door het geloof worden verstaan. De verkondiging van Jezus als Heer, die mensen hier en nu raakt, is de centrale boodschap. Bij Bultmann en zijn vele volgelingen worden geschiedenis en theologie bijna volledig van elkaar gescheiden. In 1985 wordt het zogenaamde Jesus Seminar opgericht en vindt een heropleving plaats van het onderzoek naar de historische Jezus. Ongeveer 150 bijbelwetenschappers, waaronder Robert Funk, John Dominic Crossan en Buron L. Mack proberen op basis van historisch-authentieke teksten een schets te geven van de oorspronkelijke Jezus door de bronnen in vier categorieën te groeperen. Door middel van een stemming wordt beslist welke teksten authentiek, mogelijk authentiek, twijfelachtig of niet-authentiek zijn. De resultaten worden met verschillende kleuren aangegeven. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de canonieke evangeliën en de apocriefe geschriften, zoals het evangelie van Thomas. Op basis van dit democratisch-wetenschappelijke proces wordt een schets gegeven van de historische Jezus. Dit resulteert in drie publicaties: The Five Gospels (1993), The Acts of Jesus (1998) en The Gospel of Jesus (1999). Slechts heel weinig materiaal van de nieuwtestamentische evangeliën kan op basis van dit onderzoek doorgaan voor authentiek en betrouwbaar. Christenen geloven niet dat de bijbel zomaar een verzameling van door mensen geschreven boeken is. De schrijvers zijn door God uitgekozen en door de heilige Geest voor dit werk geïnspireerd (2 Petrus 1:21). Tussen God en mens | 23 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 24 De anglicaanse nieuwtestamenticus N.T. Wright is één van de belangrijkste critici van deze groep bijbelwetenschappers. Hij levert een imposante bijdrage om de historische en de theologische Jezus bij elkaar te houden. De kloof tussen historisch en theologisch onderzoek naar Jezus is naar zijn mening onhoudbaar.4 Volgens Wright kunnen we door rigoureus historisch onderzoek een portret schetsen van Jezus Christus dat niet in strijd is met de christelijke overtuigingen over Jezus. Hij gaat uit van de betrouwbaarheid van de vier evangeliën in het Nieuwe Testament en vindt hierin geen radicale tegenstelling tussen de historische Jezus en de Christus van het geloof. De Jezus uit de geschiedenis is de Zoon van God, de levende Christus die in geloof door christenen wordt verkondigd. Beduidend minder wetenschappelijk, maar wel zeer invloedrijk is het werk Jezus van Nazareth (2007) van Joseph Ratzinger (Paus Benedictus XVI). Hij pleit net als Wright voor de betrouwbaarheid van de synoptische evangeliën en schildert een geloofsportret van de historische Jezus. De verdienste van de historische kritiek is vooral dat Jezus opnieuw wordt ontdekt als een Jood uit de eerste eeuw. Christelijke theologie heeft in het verleden vaak te weinig oog gehad voor Jezus’ bediening als Joodse Messias. 1.5. De ontmoeting met de Drie-enige God ‘Van Petrus, apostel van Jezus Christus. Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië verblijven, door God, de Vader, voorbestemd om, geheiligd door de Geest, gehoorzaam te zijn aan Jezus Christus en met zijn bloed besprenkeld te worden. Genade zij u en vrede, in overvloed.’ 1 Petrus 1:1-2 De Vader, de Zoon en de Geest worden in het Nieuwe Testament vaak in één adem genoemd. De leer van de goddelijke Drie-eenheid of de triniteitsleer loopt als een rode draad door het hele Nieuwe Testament heen. Het is zeker niet afwezig in het Oude Testament, maar nog wel enigszins verborgen. De komst van Gods Zoon brengt ons onmiddellijk bij de christelijke leer van de Drie-eenheid. Wie Jezus Christus centraal stelt, ontmoet de Vader en ontvangt de heilige Geest. De vier evangeliën beschrijven de doop van Jezus door Johannes vlak voor de aanvang van Jezus’ openbare bediening. Tijdens deze gebeurtenis vindt iets heel merkwaardigs plaats en dit onderscheidt hem duidelijk van alle andere profeten: ‘Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde”’ (Matteüs 3:16-17). Hier worden we direct geconfronteerd met de drie goddelijke personen: de Vader, de Zoon en de Geest. Het is heel bijzonder dat Jezus over God spreekt als zijn Vader. Hij zegt dat de Vader de Zoon kent, de Zoon de Vader en dat iemand de Vader alleen kan leren kennen door de Zoon (Matteüs 11:27). Hoewel de vadermetafoor voor God niet afwezig is in het Oude Testament, wordt het in het Nieuwe Testament de belangrijkste naam voor God. Jezus leert zijn discipelen in zijn naam dingen te vragen aan de Vader en hij staat hen toe God aan te spreken als hun Vader in de hemel. 24 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 25 De discipelen weten zich vaak geen raad met de woorden en daden van Jezus, maar langzaam worden zij zich meer bewust van Jezus’ goddelijkheid. Na de opstanding van Jezus legt de sceptische discipel Tomas zijn vingers in de zij van Jezus en pas hierna belijdt hij: ‘Mijn Heer, mijn God!’ (Johannes 20:28). Jezus draagt zijn volgelingen op mensen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest (Matteüs 28:19). Paulus spreekt de zegenbede uit in een prachtige trinitarische formulering (2 Korintiërs 13:13). De eenheid van de Vader, de Zoon en de Geest heeft diepe wortels in de bijbel. Johannes Calvijn (1509-1564) geeft in zijn Institutie wijze raad aan mensen die zich bezighouden met de leer van de Drie-eenheid: ‘Indien ooit elders in de verborgen geheimenissen der Schrift ingetogen en met grote matigheid moet worden gefilosofeerd, dan zeker hier; waarbij de grote voorzichtigheid moet worden in acht genomen, dat de gedachte of de tong niet verder gaat, dan het gebied van Gods Woord zich uitstrekt.’ Het mysterie van de Drie-eenheid is zo groots en intens dat het een hele tijd heeft geduurd, voordat christenen erin zijn geslaagd om dit zo goed mogelijk te formuleren. De komst van Jezus als Zoon van God heeft het traditionele monotheïstische godsbeeld door elkaar geschud. Hoe kan men belijden dat er één God is (Deuteronomium 6:4) en tegelijk leren dat de Zoon en de Geest God zijn naast de Vader? Het heeft ongeveer vierhonderd jaar geduurd om de overgang te maken van het Joodse monotheïsme naar het christelijk-trinitarische monotheïsme. Dit denkproces in de eerste vier eeuwen illustreert heel duidelijk dat theologische reflectie een heel complexe en zorgvuldige bezigheid is.5 De kerkvader Tertullianus (155-230 na Chr.) introduceert de term Drie-eenheid (Latijn: trinitas). Ook andere belangrijke theologische begrippen worden door hem voorgesteld. Bijvoorbeeld de term ‘substantie’, waarmee de eenheid van God wordt uitgedrukt. Tot op heden wordt de Drieenige God omschreven als ‘één in wezen en drie Personen’ (una substantia, tres personae). De apostolische geloofsbelijdenis wordt gestructureerd vanuit het geloof in de drie goddelijke personen: ‘Ik geloof in God, de almachtige Vader (…) en in Jezus Christus (…) ik geloof in de Heilige Geest.’ Dezelfde formulering wordt behouden in de latere geloofsbelijdenis van NiceaConstantinopel. Deze trinitarische structuur is geen late uitvinding, want het kan bijvoorbeeld duidelijk worden teruggevonden in de beschrijving van de doop in het zendingsbevel aan het slot van het evangelie van Matteüs. Door de doop identificeren christenen zich met de Zoon, ontvangen zij de Geest en worden zij kinderen van de Vader. De gelovige wordt zo opgenomen in de trinitarische cirkel. De trinitarische belijdenis van de vroege kerk staat volledig in continuïteit met het Nieuwe Testament.6 Er blijft ongetwijfeld een mysterieuze spanning bestaan. Enerzijds zijn de Vader, de Zoon en de Geest volledig één en anderzijds worden ze duidelijk van elkaar onderscheiden. Het gevaar is hierbij aanwezig om een van beide waarheden te onderstrepen ten koste van de andere. De vroege kerkvaders bestrijden twee ketterijen die nog steeds in verschillende vormen opduiken: het modalisme en het tritheïsme. Volgens het modalisme openbaart God zich op drie verschillende wijzen of modaliteiten (Latijn: modus). De Vader, Zoon en Geest zijn dan slechts verschillende verschijningsvormen, die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Tussen God en mens | 25 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 26 Volgens het tritheïsme zijn de Vader, Zoon en heilige Geest drie gelijke, autonome, goddelijke wezens en is het moeilijk om nog te spreken van monotheïsme. De geloofsbelijdenis van NiceaConstantinopel is daarom zo geformuleerd dat er geen ruimte is om te vervallen in een van deze ketterijen. De christelijke traditie belijdt de eenheid en de goddelijkheid van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. De apostolische geloofsbelijdenis (het apostolicum) is de oudste christelijke geloofsbelijdenis die de kern van de leer van de twaalf apostelen verwoordt in twaalf geloofsartikelen. De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is gebaseerd op de uitkomsten van twee belangrijke oecumenische concilies (algemene vergaderingen van regionale christelijke leiders) waarin controversiële theologische onderwerpen worden besproken: het concilie van Nicea in 325 na Chr. en het concilie van Constantinopel in 381 na Chr. Beide geloofsbelijdenissen zijn van grote waarde voor de christelijke theologie en de liturgie van de christelijke kerk. Ze verbinden de drie grote christelijke stromingen met elkaar: het rooms-katholicisme, de oosterse orthodoxie en het protestantisme. Belijdenis ‘Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen. En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader; door Hem zijn alle dingen geworden (…) En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader (en de Zoon) uitgaat, die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten.’ Uit de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel Bovenstaande beschrijving schetst de diepgang van de christelijke leer van de Drie-eenheid. Dit mysterie wordt beschouwd als het centrum van de christelijke theologie. Hiervoor zijn tenminste drie belangrijke redenen aan te wijzen: 1. De belijdenis van de Drie-eenheid onthult een persoonlijke God. God is actief betrokken bij de schepping en in de geschiedenis. De Vader is de oorsprong van al het zichtbare en onzichtbare en heeft zijn schepping lief. De Zoon is tot ons gekomen en heeft in ons midden gewoond. De Geest wijst mensen de weg naar de waarheid en staat gelovigen met troost en kracht bij. Het christelijk geloof is niet zomaar een mooi verhaal uit een ver verleden dat nostalgisch wordt gekoesterd. God handelt nog steeds in ons midden. Het dogma van de Drie-eenheid betrekt theologie direct op de heilsgeschiedenis en zorgt ervoor dat we niet wegglijden in een abstract verhaal van filosofische godsbeelden. Het gaat om een waar en persoonlijk verhaal, van groot belang voor mensen vandaag. 26 TUSSEN_TWEE_WERELDEN_BOEK 170x240 8/11/10 9:56 PM Page 27 2. De leer van de Drie-eenheid onderstreept dat God niet alleen is. God is altijd samen en toch één. Hij is ‘personen-in-relatie’, de innige gemeenschap van Vader, Zoon en heilige Geest. God is liefde (1 Johannes 4:8 en 16). Liefde is niet zomaar een eigenschap van God, want God is liefde in wezen. Hij is de perfecte relatie, de volkomen eenheid van Vader, Zoon en Geest. Hij is ten diepste relationeel. Zoals een regenboog tegelijk één boog is met meerdere kleuren, zo is God ook tegelijk één in wezen en drie personen. Toch is het mysterie hier niet mee ontrafeld. Het blijft een geweldig geheimenis. 3. Het mysterie van de Drie-eenheid maakt de mens nederig. Dit mysterieuze vraagstuk blijft de mens bezighouden en uitdagen op de terreinen van bijbelse exegese, bestudering van de christelijke traditie en logisch redeneren. Hoewel het nooit volledig te bevatten is met het menselijk verstand, is het wel belangrijk om in geloof te belijden. Het blijft de mens verwonderen en verbazen. Als de mens de Drie-enige God leert kennen, kan hij alleen op de knieën belijden: ‘Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen (…) Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen’ (Romeinen 11:33 en 36). Moltmann over triniteit Jürgen Moltmann (geboren in 1927) is een theoloog uit Tübingen met een diepe bewogenheid voor de armen en zwakken in de wereld. Theologie speelt volgens hem een sociaal-politieke rol en schenkt hoop in een onrechtvaardige wereld. In zijn meest bekende werk Theologie van de hoop (1964) beschrijft hij hoe de opstanding van Jezus Christus een boodschap van hoop is voor alle mensen. God is niet als een keizer die over zijn knechten heerst. Hij is de lijdende God die zich heeft getoond in de gekruisigde, zoals Moltmann uitlegt in zijn boek De gekruisigde God (1972). Jezus is nabij de zwakken. Zijn heerlijkheid is de heerlijkheid van de gekruisigde. De leer van de Drie-eenheid bespreekt Moltmann in het licht van bevrijding van de verdrukten en de boodschap van het Koninkrijk van God. Het dogma van de Drie-eenheid is praktisch en relevant, zoals hij aantoont in zijn boeiende werk Trinität und Reich Gottes (1980). Het is de opdracht van de theologie om een zo correct mogelijk godsbeeld te formuleren door opnieuw na te denken over de triniteitsleer. Een voorbeeld: de schepping is een trinitarische daad waarbij de Drie-enige God zijn macht heeft ingeperkt en ruimte voor de ander naast zich toeliet. De Vader, Zoon en Geest zijn intens met elkaar verbonden in liefde. Deze goddelijke liefde wordt uitgebreid tot de geschapen wereld. Zonder de triniteitsleer kunnen mensen niet goed verstaan dat God liefde is. Tussen God en mens | 27