théâtre national

advertisement
luc chessex bij fondation a: castro, che en coca
En ook: The Wooster Group, Villagers en Brusselaars in Cannes.
FOOD TRUCKS
KRIJGEN EVEN
VRIJ SPEL
BRUSSEL - Afgelopen
weekend vond de tweede
editie plaats van het Brussels Food Truck Festival,
een organisatie van de
Belgian Food Truck Association. Tachtig eettentjes
op wielen uit heel België, maar ook Frankrijk,
Nederland en Luxemburg,
waren present. Voor de
gelegenheid kregen ze vrij
spel in de stad. Normaal
gezien hebben de foodtruckkoks de grootste
moeite om een goede
standplaats in het gewest
te bemachtigen. Lees p.3
HUB
Heartbreak Hotel aan
de lagune p. 14-15
© Bart Dewaele
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
14
05
15
Koninklijke Vlaamse
THÉÂTRE NATIONAL
Lees p. 18
‘De voetgangerszone, dat is
zoals de Zenne
overwelven’
LEES P. 6-7
Interview met
schepen Els Ampe
(Open VLD)
POLITIEK MET EEN
VETTE KNIPOOG
Beroemde en beruchte
Brusselse burgemeesters
DE
GRAUWE
JAREN
1980
LEES P. 8-9
N° 1474 VAN 14 TOT 21 MEI 2015 ¦ WEEK 20: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: [email protected], WWW.BDW.BE
Turken
Charles Picqué (PS), de voorzitter van het Brussels parlement, heeft in zijn toespraak
voor de Irisfeesten parlementsleden en enkele partijleden tot de orde geroepen in
verband met de herdenking
van de Armeense genocide.
De Armeense genocide ligt
binnen de Turkse gemeenschap nog altijd gevoelig en
dus zet die parlementsleden
onder druk. Ontoelaatbaar, aldus Picqué die zich met
de uithaal voluit affirmeert als parlementsvoorzitter.
In het Brussels parlement werd een vaudeville opgevoerd die een democratie onwaardig is. Toen twee weken geleden een minuut stilte voor de herdenking van
de Armeense genocide op de agenda stond, deden drie
parlementsleden er alles aan om dat te verhinderen. Ze
kregen er applaus voor in de Turkse pers. Het leidde tot
een compromis waarbij de minuut stilte kon ingevuld
worden naar eigen godsvrucht en vermogen: ofwel was
de minuut stilte voor de anderhalf miljoen slachtoffers
van de Armeense genocide, ofwel voor de honderden
migrantenslachtoffers die recent omkwamen in de
Middellandse Zee. Een beschamende vertoning.
Ook in de Kamer viel de afwezigheid van verkozenen
met Turkse roots op. Emir Kir (PS), burgemeester van
WAUTER MANNAERT
door
Danny Vileyn
BDWVOORGROND
VAN DE REDACTIE
Sint-Joost-ten-Node, was één van hen. Maar het gaat
voor Picqué niet alleen over Kir. Het gaat over iedereen
die volgens Picqué het parlement besmeurd heeft. Een
tweet van PS-voorzitter Elio Di Rupo na de Irisfeesten
laat zien dat Picqué nog niet uitgerangeerd is binnen
de PS. Di Rupo heeft laten weten dat Kir tot de orde
geroepen is en zich in de toekomst aan de richtlijnen
van de PS gaat houden. En ook dat is nieuws. In 2005
klonk het bij de Brusselse PS heel anders. Toen maakte
de PS een bocht om de Turkse verkozenen ter wille te
zijn. In een perscommuniqué van 16 november 2005
sprak Brussels PS-voorzitter Philippe Moureaux nog
van een poging tot genocide door het Ottomaanse rijk
op het Armeense volk. Ook toen was er heisa rond de
houding van Kir. Moureaux zei verder dat hij streefde
naar een goede verstandhouding tussen alle gemeenschappen – uiteraard, zouden we zeggen – maar: met
tegelijk een rigoureuse zoek tocht naar de waarheid.
Alsof er nog twijfel mogelijk was. Aan die twijfel heeft
Picqué alvast een einde gemaakt.
Nog vorig weekeinde werd in Jette een steen onthuld
voor de 500.000 Aramese slachtoffers van het Ottomaanse rijk. Ook deze volkenmoord is nog niet explicitiet erkend door Turkije. De raison d’état haalt het
in Turkije op de rede en de menselijkheid, zo betreurt
de Jetse burgemeester Hervé Doyen (CDH). De raison
d’état van de Turkse staat is alvast geen excuus meer
voor de Brusselse parlementsleden met Turkse roots.
© ARCHIEF
BDW 1474 PAGINA 2 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Anderlecht > Negatief advies Brussels Gewest
‘Einde verhaal
uitbreiding
Anderlechtstadion’
Het zag er al eerder naar uit dat
Anderlecht binnen enkele jaren
zou verhuizen en zijn intrek zou
nemen in het nationaal stadion
op parking C op de Heizelvlakte.
Maar de club hield met de uitbreiding van het huidige Constant Vanden Stockstadion wel
altijd een plan B achter de hand.
Met een negatief advies in het
Gemeentelijke Ontwikkelingsplan lijkt dat plan in de prullenmand te belanden.
Over de uitbreiding van Anderlecht wordt al jaren gespeculeerd.
Het oorspronkelijk plan om naar
zo’n 40.000 zitplaatsen te gaan,
werd al snel onrealistisch geacht,
maar er loopt nog altijd een openbaar onderzoek in Anderlecht om
het stadion van de huidige 21.500
naar 30.500 zitplaatsen uit te breiden. De gemeente liet ook altijd
verstaan dat ze er nog altijd van
uitging dat Anderlecht zou blijven.
Volgens Brussels parlementslid
en Anderlechts gemeenteraadslid
Walter Vandenbossche (CD&V)
mogen de gemeente en RSCA dat
plan B nu volledig van tafel vegen.
Hij verwijst daarvoor naar een
besluit van de Brusselse Regering
waarin ze haar goedkeuring geeft
voor het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan. Ergens achteraan
het besluit stuitte hij op volgend
zinnetje: “met uitzondering van
maatregel 3.2.4 die voorziet in
een mogelijke uitbreiding van het
stadion onder voorbehoud van een
goede integratie hiervan.”
“Concreet betekent dit einde verhaal voor de uitbreidingsplannen
en mogen we vaarwel zeggen aan
onze voetbalclub, want dit betekent dat de hele procedure moet
herbegonnen worden, maar tegen
dan is Anderlecht al lang vertrokken,” aldus Vandenbossche.
Geen plan B
RSCA zit nu middenin de onderhandelingen met projectontwikkelaar Ghelamco dat het nieuwe
stadion aan parking C zou bouwen
en uitbaten. Om het stadion rendabel te maken, is het noodzakelijk dat RSCA het stadion zou huren om haar thuismatchen in het
stadion af te werken. Het is voor
RSCA evenwel handig in die onderhandelingen om een alternatief
plan achter de hand te hebben. In
de nota staat dan ook dat de “toekomst van het Constant Vanden
Stockstadion opnieuw onderzocht
moet worden in functie van de evolutie van het dossier met betrekking tot het nationaal stadion.” Of
met andere woorden: pas als de
Heizelpiste grondig misloopt, kan
het nog eens herbekeken worden.
Dat het Brussels Gewest, al is het
maar uit politieke overwegingen,
kiest voor het nationaal stadion
dat niet compatibel is met de uitbreiding van het Constant Vanden
Stockstadion, hoeft niet te verwonderen. Wel opmerkelijk is de
veeg uit de pan die de gemeente
Anderlecht krijgt in de argumentatienota. Zo zou de gemeente in
haar ontwikkelingsplan niet of
heel zwak geantwoord hebben op
opmerkingen van het gewest en
ontbreekt er een echte denkoefening over de toekomst van het
Constant Vanden Stockstadion.
De gemeente verzuimt ook te beschrijven hoe het ontwerpplan in
grote lijnen zou gerealiseerd kunnen worden. Verder werd over de
gevolgen voor de mobiliteit onvoldoende nagedacht.
Het ziet er ook niet naar uit dat de
gemeente al goed heeft nagedacht
over een plan B, uitgezonderd het
idee dat er na de verhuis een volwaardig gemeentelijke sportzaal
moet komen.
Bruno Schols
BDW 1474 PAGINA 3 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Opnieuw daling van Brusselse aangeslotenen
BDWVOORGROND
Vlaanderen overweegt regularisatie zorgverzekering
BRUSSEL – De Vlaamse regering wil de toetredingsvoorwaarden tot de zorgverzekering
voor Brusselaars herzien nu
die wordt uitgebreid tot een
Vlaamse Sociale Bescherming.
Het aantal Brusselaars aangesloten bij de Vlaamse zorgverzekering blijft dalen. In 2014 zijn
dat 44.166 Brusselaars, bijna 15
procent minder dan in 2009. Dat
blijkt uit cijfers die parlementslid
Elke Van den Brandt (Groen) opvroeg bij minister Jo Vandeurzen
(CD&V).
De aansluiting bij de zorgverzekering is in Brussel niet verplicht.
Wie niet is aangesloten loopt een
wachttijd op van 10 jaar, en een
bijkomende ‘straftijd’ van vier
maand per jaar dat hij of zij niet is
aangesloten. Dat maakt de aansluiting bij de zorgverzekering
vandaag oninteressant voor de
Vlaamse Brusselaars die de boot
hebben gemist.
Maar daar komt misschien verandering in. De Vlaamse regering
wil de zorgverzekering als sokkel
gebruiken voor een Vlaamse Sociale Bescherming. Het zorgaanbod
zou daardoor op termijn aanzienlijk vergroten.
De eerste uitbreiding komt er
al in 2016. Het gaat om het basisondersteuningsbudget
voor
gehandicapten. Het kabinet Vandeurzen legt daar momenteel de
laatste hand aan. Erkende gehandicapten met een zorgnood zullen een bedrag van 300 euro per
maand krijgen.
Omdat hiermee het aanbod van
de zorgverzekering wijzigt, wil
Vlaanderen ook de toetredingsvoorwaarden wijzigen. “Elke
Brusselaar zal opnieuw de kans
krijgen om zich aan te sluiten
bij de zorgverzekering, die wordt
omgevormd tot de Vlaamse Sociale Bescherming,” zegt kabinets-
chef Margot Cloet.
Hoe die regularisatie er precies
zal uitzien, hangt af van de (gefaseerde) uitbreiding. Gehandicapten bijvoorbeeld, die erkend
zijn door het Vlaams Agentschap
voor Personen met Handicap,
maar niet zijn aangesloten bij de
Vlaamse Zorgverzekering, zullen
alvast zonder bijkomende voorwaarden kunnen aansluiten.
Steven Van Garsse
Economie > ‘Vergunningen vaak verdeeld volgens ons-kent-ons-principe’
Food trucks willen eigen
label en eigen regeling
BRUSSEL – Food trucks
worden almaar populairder.
Makkelijk hebben de eigenaren van de mobiele eettentjes het niet om een plek te
veroveren in de stad. Daarom willen ze een eigen label
en aparte regeling. Brussels
Minister van Economie Didier Gosuin (FDF) komt hen
voorlopig niet tegemoet.
Foodtruckeigenaren kunnen niet
zomaar langs de kant van de weg
stoppen en hun kraam openen. Er
zijn vergunningen nodig en de regels hiervoor verschillen van gemeente tot gemeente. “We komen
heel moeilijk aan vaste standplaatsen,” zegt Tino Don Porto Carero,
ondervoorzitter van de Belgian Food
Truck Association. “Dit heeft met
al die verschillende regeltjes te maken maar ook met de ons-kent-onsmentaliteit. De bestaande horeca en
de politiek kennen elkaar. Wij zijn
de nieuwkomers.”
Sommige gemeenten hebben volgens Don Porto Carero zelfs een
ontradingsbeleid. “Dat is dan bijvoorbeeld ingegeven door de plaatselijke horeca, die ons als concurrenten ziet. Maar dat klopt in vele
gevallen niet.” Don Porto Carero
biedt in zijn eigen truck vegetarische
gerechten aan. “Dat kan dus best in
de buurt van een pitta- of tapasbar.”
Van een food truck word je voorlopig
nog niet rijk. Het percentage ondernemers dat er binnen het jaar mee
stopt, ligt op 38 procent. Don Porto
Carero: “Een vaste plaats is voor de
meesten de ruggengraat van hun
bedrijf. Daarnaast staan velen ook
op festivals, privéfeestjes of op een
bedrijventerrein.
Don Porto Carero kandideerde vorig
De Belgian Food Truck Association, die afgelopen weekend het Food Truck Festival in Brussel organiseerde,
heeft een kwaliteitscharter opgesteld voor zijn leden.
jaar voor een van de 25 standplaatsen op het foodtruckparcours dat
Stad Brussel, als eerste gemeente
in het gewest, uittekende. Er waren
echter heel veel aanvragen en hij
viste achter het net. “Gelukkig heb
ik een biocertificaat. Daardoor kan
ik elke woensdag op de biomarkt op
het Katelijneplein staan. Maar daar
moet ik ‘s ochtends vroeg al opengaan met mijn soepen, wraps en
curry’s en om drie uur stoppen. De
avond kan ik er dus niet bij doen.”
Op dit moment worden food trucks
op dezelfde manier behandeld als
andere ambulante handelaars en
“Ze scheren ons
over dezelfde
kam als een
wafel- of hamburgerkraam”
kermiskramen. “Een nieuwe aanvraag schrikt sommige gemeenten
af omdat ze ons over dezelfde kam
scheren als een wafel- of hambur-
gerstalletje. Het zou helpen als de
overheid voor ons een eigen label
en een aparte regeling zou ontwikkelen. Wij zijn niet hetzelfde. Bij ons
ligt de nadruk op het artisanale, de
kwaliteit, het feit dat we alles zelf
maken. We hebben hiervoor een
charter opgesteld.”
Eenvormige regeling
Brussels parlementslid Paul Delva
(CD&V) kaartte de kwestie afgelopen
week aan in het parlement. Hij vindt
food trucks de ideale springplank
voor horeca-ondernemers. Ze kunnen beginnen zonder meteen vast
© Bart Dewaele
te zitten aan een hoge handelshuur.
De restaurantjes op wielen creëren
volgens hem ook nieuwe ontmoetingsplekken in de stad. Hij pleitte
dan ook voor een foodtruckvriendelijker klimaat in Brussel. Delva
is voorstander van een eenvormige
en duidelijke regeling voor heel het
gewest en een foodtruckparcours
doorheen de negentien gemeenten.
Minister Gosuin wil voorlopig echter niet weten van een aparte gewestelijke regeling. Hij beloofde wel een
gesprek met de Belgian Food Truck
Association.
Bettina Hubo
BDW 1474 PAGINA 4 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Uitgelicht > Brussels Airport doet het goed, maar kent imagoschade
Winst zonder vliegwet
ZAVENTEM – De komende jaren wil Brussels Airport
één miljard euro investeren. Tegelijkertijd is het plafond voor nachtvluchten bereikt. Directeur Arnaud
Feist wil op middellange termijn echter niet van een
uitbreiding weten. “We hebben vooral nood aan een
duurzame oplossing voor de luchthaven. Een vliegwet.”
Het Franstalige Le Vif/L’Express onthulde vorige week geheime plannen
van de cargomaatschappij DHL. Die
heeft tegen 2020 plannen om haar
vluchten met meer dan 50 procent
uit te breiden, liefst door opnieuw
meer ‘s nachts te gaan vliegen. De
plannen circuleerden al op het kabinet van ex-staatssecretaris Melchior
Wathelet (CDH), maar diens opvolger, federaal minister van Mobiliteit
Jacqueline Galant (MR), houdt de
lippen stijf op elkaar.
Arnaud Feist, de directeur van de
luchthaven, laat echter verstaan
dat “er op middellange termijn geen
uitbreiding van de nachtvluchten
komt.” Momenteel is het aantal
vluchten tussen 23.00 en 06.00 uur
beperkt tot 16.000, waarvan 5.000
vertrekkende. Feist geeft toe dat het
maximum aantal nachtvluchten be-
reikt is, maar dat DHL, toen het in
2013 opnieuw op Brussels Airport
investeerde in een logistieke hub,
Er hangt dan ook veel af van een stabiel kader voor de luchthaven. Brussels Airport wil de komende tien
jaar een miljard euro investeren,
onder meer in de uitbouw van een
hub voor Star Alliance, de grootste
luchtvaartalliantie ter wereld, waar
het Belgische Brussels Airlines deel
van uit maakt. Daarnaast zijn er
werkzaamheden nodig aan de starten landingsbanen, moet er een uit-
In 2014 tekende Brussels Airport een
recordaantal passagiers op, 22 miljoen. Vergeleken met het voormalige
topjaar 2000 zijn er echter minder
vluchten.
akkoord ging met de wettelijk vastgelegde beperking van nachtvluchten. Feist beseft dan ook dat nu olie
op het luchthavenvuur gooien zijn
bedrijf ernstig kan schaden, in het
jaar na het debacle rond het ‘planSchouppe/Wathelet’.
breiding komen aan pier A en wordt
er nagedacht over een nieuwe toegangsweg naar de E40. Arnaud Feist
heeft nu de financiële ruimte om te
investeren, en wil dat momentum
niet verknallen. “Onze investeringen worden rechtstreeks gefinan-
cierd door onze cashflow. We lenen
niet.” Wel heeft de luchthaven anderhalf miljard euro schuld.
Vette jaren
De luchthaven heeft er vijf vette jaren op zitten, nadat haar kredietwaardigheid in 2009 daalde. Omdat, dixit Feist, de directie is blijven
investeren, zijn er sindsdien 29 procent meer passagiers bij gekomen,
en is de winst gestegen met 139 procent, tot 183 miljoen euro in 2014.
Hoewel het aantal nachtvluchten
beperkt is en zijn maximum dus
heeft bereikt, is er nog plaats genoeg
voor passagiers- en cargoverkeer om
overdag op te stijgen.
Wat het passagiersverkeer betreft,
zijn er dan wel historisch het meeste passagiers (22 miljoen, tegenover
21,6 in 2000), maar veel minder
vluchten dan in het jaar 2000. Met
andere woorden: de vliegtuigen zitten voller, en zijn groter.
Het enige dat ontbreekt voor de
luchthaven is een federale vliegwet,
als sluitstuk om al die succesvolle
investeringen de nodige rechtszekerheid te beiden, en ook om de om-
wonenden van Brussels Airport een
stabiel en duidelijk kader te geven.
Arnaud Feist zegt dat hij optimistisch blijft in een goede afloop voor
de vliegwet. “Wat ik hoor van zowel
Jacqueline Galant als van de Brusselse regering stemt me tevreden.
Er wordt aan een oplossing gewerkt.
DE WEEK IN BEELD
DOOR BART DEWAELE
Op de VUB-campus trokken
op woensdag 6 mei honderden
studenten de loopschoenen aan.
Twaalf uur lang gaven ze de estafettestok door om zoveel mogelijk
rondjes op de teller te kunnen
plaatsen. Tijdens de ludieke rondes, meer punten waard, bewezen
de studenten hoe graag ze wilden
winnen.
WEEKOVERZICHT
BDW 1474 PAGINA 5 - DONDERDAG 14 MEI 2015
© LIEVEN VAN ASSCHE
WOENSDAG 6 MEI
Marks & Spencer terug van weggeweest. Na veertien
jaar is winkelketen Marks & Spencer terug in Brussel. De keten pakt
het groots aan en opent 5.000 vierkante meter winkeloppervlakte in
het nieuwe Toison d’Orcomplex op de Louizalaan. Klanten vinden er
kleding, een food hall, een bakkerij en een café.
Manu Brocante wordt uitgezet. De Marollen staan weer
in en rep en roer. Bekende Marollien Manu Brocante, echte naam Emmanuel Rouffin, moet zijn appartement op de hoek van het Vossenplein
verlaten. Dat heeft het Comité Général d’Action des Marolles beslist.
Manu Brocante kan rekenen op heel wat steun. Er is een actie opgezet
om de Marollien in zijn appartement te houden.
DONDERDAG 7 MEI
Proces tegen Syriëronselaars van start. Voor de correctionele rechtbank van Brussel is het monsterproces begonnen tegen
een groep die jongeren ronselden om naar Syrië te gaan. In totaal zijn er
32 beklaagden. Spilfiguur zou een 41-jarige man uit Sint-Jans-Molenbeek zijn die in sportclubs en moskeeën jongeren rekruteerde.
STOELENDANS BIJ KVS. Directeur Jan Goossens wordt artistiek
directeur bij het Festival van Marseille voor de editie 2016. Nadien
neemt hij de functie van algemeen directeur van het festival op zich.
Ook dramaturg Hildegard De Vuyst laat Brussel en de KVS achter zich.
Vanaf het seizoen 2016-2017 zal ze dramaturg zijn bij het internationale
dansgezelschap Les Ballets C de la B.
VRIJDAG 8 MEI
Bierotheek in Schaarbeek. Liefhebbers van speciaalbieren
kunnen nu bij De Barboteur terecht. De nieuwe zaak is een winkelzaak
met een degustatieruimte. Het aanbod is uitsluitend artisanaal. De Barboteur komt in de plaats van de boekhandel 100 Papiers in Schaarbeek.
Brussels Airport wil een deel van de A-pier verlengen om meer grote toestellen te kunnen laten
aanmeren. Wat cargo betreft wil Zaventem zich specialiseren in medicijnen.
We hebben nu een goede kans om
voor eens en voor altijd een duurzaam akkoord te bereiken.”
“De invoering van het plan-Wathelet
had dan wel geen negatieve impact
op onze capaciteit, maar wel op het
imago van de luchthaven. Daaraan
gekoppeld: het is voor luchtvaart-
“
“
HET
WOORD
maatschappijen onbegrijpelijk dat
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
boetes int voor inbreuken op zijn geluidsnormen.”
Feists optimisme zou echter voorbarig kunnen zijn. Er is binnen de
Brusselse regering geen draagvlak
om de strenge Brusselse normen
te versoepelen. En de jaarlijkse geluidsstudie van de KU Leuven toont
dat er vorig jaar in bepaalde Brusselse gemeenten meer potentiële overlast was. Maar daar staat tegenover
dat de overlast globaal genomen
sinds 2000 significant is gedaald.
Christophe Degreef
1 miljard euro extra voor Zaventem. Dat is het bedrag dat
Brussels Airport de komende jaren wil investeren. Het geld moet onder andere dienen voor
werken aan de start- en landingsbaan en een
uitbreiding van Pier A. De luchthaven leent hiervoor geen geld, maar betaalt uit eigen zak. Opdat
de investeringen van rechtszekerheid kunnen genieten moet er wel nog
gepaste wetgeving komen.
ZATERDAG 9 MEI
Opendeurdag Europees Parlement is groot succes.
Zo’n 16.000 mensen hebben het parlement bezocht en deelgenomen aan
de aangeboden activiteiten. Dat zijn er 2.000 meer dan het jaar voordien.
Thema dit jaar was het Europese Jaar voor Ontwikkeling. Bezoekers
konden zich uitgebreid informeren over de activiteiten van het parlement
en het werk van de parlementsleden.
ZONDAG 10 MEI
De KVS wordt een wijkcentrum”
Theatermaker Jan Lauwers (Needcompany) is niet helemaal tevreden met de komst van Michael De
Cock aan het hoofd van de KVS (in De Standaard).
De mix, de meertaligheid:
het belang ervan wordt onderschat”
Chris Dercon (Tate Modern) ziet zichzelf schatplichtig aan Brussel, en wil er zelfs burgemeester worden (op Touché, Radio 1).
Jubelparking
Brussels parlementslid Jef Van Damme (SP.A) verwijst
voortaan naar de Jubelparking in plaats van het Jubelpark. Voor het park geldt namelijk geen parkeerplan:
alle verharde oppervlakken zijn te allen tijde gratis
bereikbaar zonder tijdlimiet. Het aantal geparkeerde
auto’s kan er oplopen tot 550 terwijl er slechts achttien
fietsaanleunbeugels zijn. Van Damme is van mening dat
dit haaks staat op de plannen om het autoverkeer terug
te dringen. Daarom vraagt hij aan minister Céline Fremault (CDH) om het bandeloos parkeren in te perken.
Volgens Fremault is er in het kader van de restauratiestudie door de Regie der Gebouwen al een vergunningsaanvraag ingediend voor een slagboom. Maar hierop wil
Van Damme niet wachten: “Dit is het Jubelpark, niet de
jubelparking. Hoe moeilijk is het om een slagboom te
Margo Claeys
plaatsen?”
Inhuldiging monument Aramese genocide. Voor de
meer dan 500.000 Arameeërs die in 1915 omkwamen in het Ottomaanse Rijk is in Jette een gedenksteen ingehuldigd. Een duizendtal mensen
waren aanwezig. De genocide op de Arameeërs, Armeniërs en Pontische
Grieken wordt nog steeds niet erkend door de Turkse regering.
Anderlecht wint topper. In de hoogmis van het Belgisch
voetbal won RSC Anderlecht thuis tegen Club Brugge. Najar scoort kort
na de aftrap, Mitrovic vlak na de rust. Een raak schot van Refaelov lijkt
Brugge weer in de wedstrijd te brengen, maar Praet ko$an de eindscore
van 3-1 vastleggen met een laat doelpunt. Paars-wit knokt zich zo tot
slechts twee punten van de eerste plaats.
MAANDAG 11 MEI
Gedenkplaat voor slachtoffers Geheimfeldpolizei.
Op de gevel van het Centrum Vincent van Gogh in de Dwarsstraat in SintJoost-Ten-Node is een gedenkplaat onthuld voor slachtoffers van de Geheimfeldpolizei. De Geheimfeldpolizei werkte voor de Wehrmarcht samen
met de Gestapo. Het Centrum Vincent van Gogh was tijdens de Tweede
Wereldoorlog het hoofdkwartier van de Geheimfeldpolizei.
Multifunctioneel gebouw opent in Molenbeek.
In Molenbeek is een nieuw multifunctioneel gebouw geopend. Het
gebouw bevindt zich aan het kanaal Brussel-Charleroi, op de hoek van
het Liverpoolplein. Naast zestien sociale woningen komt er ook een
buitenschoolse opvang, gemeenschappelijke tuin, wijkantenne, soepbar,
wassalon en een kantoor van de Haven van Brussel.
Cyril van der Esch, Jilan Berroho en Margo Claeys
MEER NIEUWS
DE HELE WEEK ROND OP
SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1474 PAGINA 6 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Politiek > Els Ampe (Open VLD), Brussels schepen van Mobiliteit
‘De voetgangerszone, dat is zoals
de
Zenne overwelven’
BRUSSEL – Els Ampe (Open VLD) is ondertussen drie
jaar schepen van Mobiliteit in de hoofdstad van het land.
Zij is één van de architecten van de grootste voetgangerszone van het land: de straten rond het Beursplein
en een deel van de Anspachlaan. Het bijbehorende
circulatieplan verdeelt echter de stad. Ampe: “De stad
is geen speelterrein voor de blanke, hoogopgeleide
jongeman.”
“
De verkeersvrije zone zal het
paradigma van de stad veranderen, net zoals de aanleg van de
brede boulevards in het centrum de
stad heeft veranderd, toen de Zenne
werd overwelfd.”
Ampe wikt haar woorden niet wanneer ze het zegt. Veel tijd wil de
schepen dan ook niet verliezen: vanaf 29 juni begint de testfase die de
Anspachlaan en enkele aanpalende
straten tussen De Brouckère en Fontainas autovrij zal maken. Vanaf
2016 wordt dat voetgangersgedeelte
dan ook echt heraangelegd op maat
van de voetgangers zelf.
Hoewel vriend en vijand niet verwacht hadden dat de Stad Brussel
zo snel zou beslissen om zo’n voetgangerszone te maken, blijven heel
wat mensen echter morren over het
circulatieplan dat Ampe en burgemeester Yvan Mayeur (PS) uitgedokterd hebben.
Volgens oppositiepartijen Ecolo en
Groen zal de zogenaamde ‘miniring’
- het verkeerstraject rond het autovrije gedeelte - de stad versmachten.
En de bouw van vier parkeergarages
zet ook al kwaad bloed. Tegenstanders behaalden wel een overwinning
toen de vijfde geplande parkeergarage onder het Vossenplein na hevig
protest werd geschrapt.
Ampe doet de argumenten van de
oppositie af als ideologisch gestook.
Ze vindt dat de oppositie nu maar
eens mee moet doen. “We nemen
een enorm risico omdat we testen of
het circulatieplan wel zal werken. En
de voetgangerszone blijft sowieso.”
In 2012 stond u op de
barricaden van ‘Picnic the
Streets’, een burgeractie die
op het getouw werd gezet toen
stadsfilosoof Philippe Van
Parijs in deze krant een oproep
deed voor autovrije Centrale
Lanen. Drie jaar later heeft die
actie geleid tot een autovrij
stadscentrum. Kunnen we
concluderen dat u gelooft in
burgerinitiatieven?
Els Ampe: “Ik geloof heel erg in
burgerinitiatieven, ja. Zodra ze
gedragen worden door een breed
publiek, wel. Je ziet soms burgerprotest dat zich in één ideologische
hoek concentreert, en daar kan je je
vragen bij stellen. Picnic The Streets
oversteeg ideologische grenzen. Iedereen die deelnam aan de picknick
wilde een voetgangerszone om individuele redenen, maar iedereen had
dus wel hetzelfde doel voor ogen.”
Die actie was wel nodig om
beweging te krijgen in het
Brusselse stadsbestuur. De
Centrale Lanen waren al te lang
in schandelijke staat, en de
stad zou geen haast achter de
renovatie hebben gezet.
Ampe: “Het heeft de zaken vergemakkelijkt. In mijn partijprogramma stond bijvoorbeeld dat we voor
een autovrij Beursplein waren, maar
het is dankzij Picnic The Streets dat
we als stadsbestuur veel verder zijn
durven gaan. Ons liberale verhaal
beperkte zich tot een heropwaardering van het centrum om commerciële redenen. We wilden dat mensen
weer aandacht kregen voor winkels
in het hart van de stad. Brussel heeft
het Stadhuis, Manneken Pis en vele
musea, maar vele Belgen vergeten
die te bezoeken, en er en passant
een dagje uit van te maken, om
ook wat te winkelen en een hapje te
eten. Brussel heeft echter een slecht
imago gekregen, dus de Belgen komen niet vaak meer. Wij wilden het
centrum opnieuw dynamisch en
aantrekkelijk maken.”
U zit daar als liberale wel in
een spanningsveld: mensen
aantrekken om te winkelen
is één zaak, inwoners van
het centrum de ruimte geven
om in een mooie en rustige
stadsomgeving te wonen, los
van elk commercieel motief, is
een andere zaak. Het mag geen
Disneyland worden. Waar staat
u?
Ampe: “Ik vind persoonlijk dat het
centrum economisch meer ontwikkeld moet worden. Maar er moeten
ook geen grote evenementen meer
bij komen. U weet dat ik echter rekening wil houden met zoveel mogelijk mensen: zowel de stadsinwoner
die de auto nodig heeft, de minder
mobiele stadsinwoner, de fietser
als de man of vrouw die wil komen
onder meer het argument dat
hij eigenhandig beslist heeft
om de parkeergarage onder het
Vossenplein te schrappen na
het protest.
Ampe: “In overeenstemming met
het hele schepencollege, welteverstaan. Het college heeft zich op een
bepaald moment de vraag gesteld of
er geen gehoor moest gegeven worden aan het massale protest. We
zaten in een dilemma, want als we
vast zouden houden aan de parkeergarage, dan zouden Marolliens naar
de Raad van State gestapt zijn, met
procedures tot gevolg, waardoor de
kans bestond dat de parkeergarage
“Ons plan is een uitvoering van
het Iris-2-plan. Maar waar blijft
de rest?”
winkelen. Sommigen in de oppositie
verwijten mij dan dat ik geen keuzes durf te maken. Wel, ik wil niet
uitsluitend voor één type mens kiezen. Willem Vermandere heeft daar
een mooi liedje over, Van soorten. In
de stad moeten alle mensen elkaar
kunnen ontmoeten, het mag geen
speelterrein worden van één type
mens, de blanke, hoogopgeleide, gezonde jongeman die kan fietsen, om
maar iets te zeggen.”
Zijn protestacties tegen de
aanleg van een parking onder
het Vossenplein dan het werk
van één type stadsmens?
Ampe: “Ja, het type mens dat zegt
dat hij geen auto nodig heeft, en
vindt dat andere mensen dat ook
niet nodig hebben. Maar goed, er
was bij dat protest vooral veel angst,
opgeklopt door mensen uit de oppositie. Terwijl het nog altijd een vooronderstelling is om te zeggen dat
het Vossenplein onleefbaar zou zijn
als er een parking onder is.”
Men zegt wel dat Yvan Mayeur
het dossier van het autovrije
centrum en de parkeergarages
naar zich toe heeft getrokken,
en men gebruikt daarvoor
er niet kwam. Dat leek ons niet verstandig. De essentie was: er moest
een parking komen. Of dat nu onder
de Brigittinenkerk is, of onder het
Vossenplein, dat is in wezen niet
belangrijk. Dus hebben we gehoor
gegeven aan het protest.”
Maar Yvan Mayeur mocht wel
als eerste het blije nieuws
brengen voor de camera’s.
Ampe: (laconiek) “Tja, hij is de burgemeester, hé.”
Principieel dan: zijn nieuwe
parkeergarages wel nodig?
En zo ja, moet je ze dan niet
bouwen in combinatie met een
stadstol, of beter nog, zo ver
mogelijk buiten het centrum,
en met de mogelijkheid om op
het openbaar vervoer over te
stappen?
Ampe: “Absoluut. Ik stel vast dat
er een grote overstapparking komt
op parking C, en dat Ecolo daar opnieuw tegen is. Diegene die tegen de
parkings in de stad zijn, zijn ook tegen overstapparkings.”
Dat heet politieke oppositie.
Ampe: “Ik was consequent toen ik
in de oppositie zat.”
Maar dat wil nog niet zeggen
dat Ecolo en Groen niet tegen
parkeergarages in de stad
zouden mogen zijn.
Ampe: “Van het moment dat de PSMR-meerderheid werd gevormd drie
jaar geleden, heb ik de opdracht gekregen om een verkeersvrij centrum
te onderzoeken. Ik heb een studiebureau aangesteld, en die hebben
een circulatieplan getekend dat
rekening hield met de politieke premisse dat er een voetgangerszone
moest komen, en dat die vlot bereikbaar moest zijn. En dat de mensen
die in het centrum wonen nog vlot
kunnen circuleren, ook met de bus.”
“Er zijn politieke beslissingen genomen tussen de burgemeester,
Brussels minister van Mobiliteit
Pascal Smet (SP.A) en mezelf. De
grote voetgangerszone, de keuze
voor fietspaden, de MIVB-lusbus die
de bestemmingslus volgt, het comfort van de inwoners en het schrappen van het doorgaand verkeer van
noord naar zuid over de centrale lanen, dat zijn allemaal politieke keuzes. Vanuit die premissen heeft het
studiebureau dan technisch voortgewerkt.”
Het studiebureau heeft
geadviseerd dat doorgaand
verkeer alleen kan tegengegaan
worden met parkeerlussen die
verkeer niet naar het centrum
leiden. U stelt echter bewust
een bestemmingslus in, die een
‘miniring’ genoemd wordt door
Ecolo en Groen. Doorgaand
verkeer tussen het oosten
en het westen van de stad is
daardoor nog mogelijk. Dat is
een duidelijke politieke keuze
voor doorgaand verkeer, en
een grootstad als Brussel kan
transitverkeer wel degelijk
missen.
Ampe: “Als je de bestemmingslus
doorknipt om transitverkeer mogelijk te maken, dan kunnen mensen
die in het centrum wonen zich niet
meer verplaatsen binnen het centrum. Iemand die met de auto van
Anneessens naar de Vrijheidswijk
moet rijden, moet dan de Kleine
Ring nemen.”
Valt daar niets voor te zeggen?
BDW 1474 PAGINA 7 - DONDERDAG 14 MEI 2015
P-PRAAT
Promotie! Normaal resideert uw commentator
steevast op pagina acht of negen, maar deze
week wordt ons het plezier gegund om naast
la grande dame libérale te prijken, daar waar
het nieuws wordt gemaakt, op pagina zeven.
Die promotie heeft alvast niets te maken met
de dt-fout die we vorige week in deze kolommen maakten. De minister van onderwijs van de
Franse gemeenschap vind. Stond er. Enfin, dat is
de schuld van Joëlle Milquet zelf, met haar lessen nietsheid.
Zeg trouwens niet lessen nietsheid, maar zeg
‘encadrement pédagogique alternatif ’, zoals Joëlle Milquet het noemt. De teerling is geworpen:
vanaf volgend schooljaar kunnen leerlingen van
het Franstalige staatsonderwijs dankzij Milquet
(CDH) lessen nietsh... pardon, encadrement pédagogique alternatif volgen als derde optie, buiten godsdienst of zedenleer. Wat dat allemaal
zal inhouden, daar zijn ze nog niet uit. Iets met
burgerschap en filosofie, en een beetje informatie
over de samenleving. Zeer waarschijnlijk wordt
het ook een beetje chaos, zo voorspelt Le Soir nog,
want de scholen zitten natuurlijk bijna in de examenperiode, en daarna is het vakantie.
Encadrement pédagogique alternatif. Klinkt
trouwens behoorlijk tsjeverig. Wie wil dat eigenlijk volgen?
CHIEN ÉCRASÉ
Els Ampe, met portret van burgemeester Nikolaas-Jan Rouppe op de achtergrond: “Of er nu een
parking komt onder het Vossenplein, of aan de Brigittinenkerk, dat is in wezen niet belangrijk.”
Iemand die van Jette naar Ukkel
moet rijden neemt toch ook beter de
Grote Ring in plaats van door het hele
Brusselse gewest te rijden?
Ampe: “Wij willen het leven van de mensen
niet bemoeilijken. Wij willen van bewoners
van het centrum geen overbodige inspanning
vragen.”
“Trouwens: als je transitverkeer echt onmogelijk wil maken, dan moet het verkeer op de
Kleine Ring ook vlotter verlopen. Er zijn dagelijks 400.000 auto’s in Brussel. 20 procent
van dat aantal moet volgens het gewestelijke
Iris-2-vervoersplan geweerd worden uit het
gewest. Dat kan alleen met veel beter openbaar vervoer. Alleen dan laten mensen hun
auto staan.”
Maar daar bent u niet voor bevoegd,
voor openbaar vervoer.
Ampe: “Het zou toch gewoonweg beter zijn
als de MIVB bepaalde blinde vlekken in het
Brussels gewest ontsluit met een metro, zoals Elsene, of Sint-Agatha-Berchem. Waarom
is er geen metrolink tussen de Heizel en het
Noordstation, via Pannenhuis? Soms hangt
het af van in kleine missing links te investeren. Kijk ook naar tram 71. Waarom geen
metro daar? En waarom duurt het überhaupt
zo lang om metro’s te bouwen?”
Nu klinkt u als iemand die oppositie
voert.
Ampe: (onverstoord) “Pascal Smet steunt die
ideeën. Niets verhindert ons om metro’s aan
te leggen met twee verdiepingen. Dat klinkt
misschien vergezocht, maar je kan niet op
het lot teren om zomaar twintig procent minder auto’s te krijgen in Brussel.”
Is rekeningrijden ook niet aangewezen
om de autodruk te verminderen?
Ampe: (laconiek) “Rekeningrijden bestaat al.
Je betaalt accijnzen, en hoe meer je stilstaat
in de file, hoe meer nutteloze accijnzen je betaalt voor benzine. Toch zorgt die belasting
er niet voor dat mensen hun auto aan de kant
te laten staan.”
Misschien wordt autogebruik nog
niet genoeg belast. Hoge belastingen
op verbruik zijn trouwens ook een
liberaal principe.
Ampe: “Maar het werkt niet, dat is al bewezen. De lasten op auto’s zijn al hoog, en toch
is er veel verkeer.”
“Rekeningrijden
werkt niet.
Het bestaat al, en
toch is er
veel verkeer”
Er worden bijzonder veel
bedrijfswagens uitgedeeld in dit land.
Ampe: “Akkoord, maar ik ben dan ook een
voorstander van een nettobedrag bovenop
het loon in plaats van een wagen. Mensen
moeten kunnen kiezen.”
Goed, maar ontgaat het u toch niet
dat de tijdsgeest dwingt tot auto’s
weren uit de stad, en dat daar
goede argumenten voor bestaan? U
brengt echter geen rangorde aan in
vervoerswijzen, en dus blijven er veel
© BART DEWAELE
auto’s in Brussel.
Ampe: “Er is wel een rangorde: de voetgangers krijgen een vijfde van het stadscentrum.
Een vijfde! En er komen veel fietspaden. Dat
zijn duidelijke keuzes. Maar ik blijf er bij: je
kan auto’s niet wegtoveren, je hebt alternatieven nodig. En dat alternatief komt niet zomaar uit de lucht vallen. Die boodschap heb
ik voor de MIVB en de Brusselse regering:
maak een groots logistiek plan. Want zo’n
plan bestaat vandaag de dag niet. Het Iris2-plan is prachtig, maar het moet ook uitgevoerd worden. Ons circulatieplan is een uitvoering van het Iris-2-plan. Wel, waar blijft
de rest? Hoe krijgen we 80.000 automobilisten uit hun auto?”
Terug naar het circulatieplan. Kan het
plan omgegooid worden als blijkt dat
het op chaos uitdraait?
Ampe: “Natuurlijk kan dat. Wij stellen ons
kwetsbaar op en nemen een groot politiek risico door een testfase te beginnen. Maar ik
heb het dus niet over de voetgangerszone. Die
is here to stay.”
Kan u dan ook in eer en geweten
beloven dat, als uit de openbare
aanbesteding zou blijken dat de
nieuwe parkeergarages geen goede
zaak zouden zijn voor de stad, er geen
gebouwd worden?
Ampe: “Als we niet tevreden zijn over deze
of gene investeerder, of over de inrichting van
de bovengrond, want dat is het belangrijkste,
dan doen we het niet. Ik vind het trouwens
belangrijker dat het Rouppeplein er goed
uit ziet dan dat er een parkeergarage onder
komt.”
Christophe Degreef
Uw commentator is zeer verheugd dat ze bij Le
Soir het antifascisme in ere houden. Dagelijks
een voorpagina uit 1945 om het einde van de
oorlog te herdenken, en kijk, in de hedendaagse editie van maandag 11 mei 2015 een
stuk ‘Bruxelles, francophone à plus de 90%’.
Het gaat om een doorwrocht artikel waarin op
zeer geraffineerde wijze wordt aangetoond dat
Brussel een Franstalige stad is. Leest u even
mee hoe. Eerste zinnen van het artikel: “Il suffisait de se promener au festival des food trucks,
ce week-end, dans la capitale pour s’en rendre
compte: Bruxelles est une ville où l’on parle toutes
les langues. (...) Devant pareille diversité, la
division officielle des habitants de la capitale en
francophones et néerlandophones apparaît plus
que jamais dépassée. (...).” Fast forward naar de
slotalinea dan: “Caroline Persoons, députée FDF,
vient de demander au ministre des Finances (...)
de lui communiquer la répartition linguistique
des dossiers traités. En 2013, 93,1% des chefs de
ménage étaient enregistrés comme contribuables
francophones. Pour 2014, ils étaient 93,29%.
Des chiffres concordants, en légère progression,
constante, ces quinze dernières années.”
U wilde nog weten wat de krant van 14 mei 1945
kopte? ‘La célébration de la victoire’.
ADVERTENTIE
Puzzel
Deze dienst wil u de nodige
informatie bezorgen om u wegwijs
te maken in uw zoektocht naar
mogelijkheden, voorzieningen voor
personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30,
maandag, dinsdag en
donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak
[email protected]
BDW 1474 PAGINA 8 - DONDERDAG 14 MEI 2015
DE
GRAUWE
JAREN
1980
OVER BEROEMDE EN BERUCHTE BRUSSELSE BURGEMEESTERS
POLITIEK MET EEN VETTE BRUSSEL – De Brusselse burgemeesters van de jaren 1980 waren vaak extravagante, nationale figuren. De
burgemeester van Sint-Joost, de socialist Guy Cudell, zat een halve eeuw in de politiek, werd ontvoerd en schrok
er niet voor terug om voor de tv-camera’s met prostituees te onderhandelen. De jaren 1980 waren sociaaleconomisch grauwe jaren, waarin xenofobie hoogtij vierde. De politiek daarentegen miste geen kleur.
Cudell over alles discussiëren, maar
niet over de ontvoering die in een
waas van geheimzinnigheid is blijven hangen,” vertelt Jules Spooren, die de eerste Vlaamse schepen (1989-2006) onder Guy Cudell
werd. Spooren: “Toen ik in 1987
gemeenteraadslid en in 1989 schepen werd, was Cudell al wat op zijn
retour, maar ik woonde wel al van in
de jaren 1970 in Sint-Joost. Cudell
liep hoog op met grote urbanisatieplannen die in de late jaren 1970 in
zwang waren.”
“Idem dito voor het onderwijs,
waarmee hij zich inschreef in een
grote traditie van Sint-Joostse burgervaders. Cudell zette in Sint-Joost
de stadsvernieuwing in gang, en
sprak ook al vroeg over voetgangerszones, waarmee pas in de eenentwintigste eeuw begonnen werd.
Maar die traagheid is eigen aan de
politiek. Cudell was een specialist
in het creëren van problemen om ze
nadien zelf op te lossen: hij zag de
problemen van ver afkomen en zette
ze zelf op scherp.”
Burenruzies
Van links naar rechts: burgemeester van Brussel-Stad Hervé Brouhon (PS), superschepen en toekomstig burgemeester
Michel Demaret (PSC) en toenmalig minister van Binnenlandse Zaken (nu: burgemeester van Leuven) Louis Tobback (SP.A).
“
De paus weet niet hoe hij een
condoom moet gebruiken.” De
populaire Brusselse burgemeester Michel Demaret (PSC) geeft er in
een interview met Le Soir Illustré
nog maar eens een flinke mep op,
de Brusselaar smult van de zwans,
maar het establishment slaat toe.
Dikke Mich zal net geen jaar burgemeester van Brussel geweest zijn.
We schrijven inmiddels 1993, maar
Demaret was in de jaren 1980 superschepen en razend populair. Demaret werd burgemeester omdat de
PS’er Hervé Brouhon gestorven was,
en Brouhon was burgemeester omdat grootslager Paul Vanden Boeynants in opspraak was gekomen en
veroordeeld voor fraude. Maar zijn
schaduw hing over de Stad Brussel.
Welkom in de politieke jaren 1980.
Onze gesprekspartners zijn Freddy
Depauw, Jules Spooren en Joris Sleebus.
Hervé Bouhon vervangt VDB
Joris Sleebus gidst deze maand 40
jaar voor Brukselbinnenstebuiten
en kent de stad en haar geschiedenis
als zijn broekzak. “Hervé Brouhon is
op een onverwachte manier burgemeester geworden, hij was een zeer
sociaal bewogen man die als schepen van Openbare Onderstand de
eigendommen van het OCMW heeft
gerenoveerd. Het is dankzij hem dat
het classicistisch geheel – begijnhof
en Pacheco – gered zijn. Niet dat de
renovatie ideaal was, het was een renovatie à la Pierson, de schepen die
de stadseigendommen renoveerde.
Het Continentalgebouw is er het
typevoorbeeld van: binnenin werd
alles leeggehaald, alleen de façades
bleven rechtop. In ‘de Continental’
zie je vanop het De Brouckèreplein
de vloeren door de vensters heen.”
Freddy Depauw, voormalig journalist van De Standaard, herinnert zich
de jaren 1980 levendig. Hij woont al
een paar decennia in de Gretrystaat
naast het huidige casino, een gebouw dat ooit de Galeries Anspach
herbergde. Depauw: “Toen we op
2 januari 1983 de deur uitstapten,
stond het personeel van de Galeries
Anspach op straat. De Daltons – zo
noemden we de vier Britse broers
die eigenaar waren – hadden het
personeel op 1 januari laten weten
dat de deuren dichtgingen. Een sociaal drama. De jaren 1980 waren de
jaren van de grote onzekerheid. De
tegenstelling voor wie de jaren 1960
had meegemaakt was immens, tot
aan de oliecrisis van de jaren 1970
leefden we met de zekerheid dat alles alleen maar beter kon worden.
“Wie informatie
wou van burgemeester Brouhon,
belde best ‘s
ochtends, als hij
nog helder was”
Ik herinner me dat er op de gelijkvloerse verdieping van de Galeries
Anspach een goede boekenwinkel
was, met een zeer gedreven uitbaatster. De vrouw was compleet uit
haar lood geslagen. Het waren ook
de jaren dat de kranten kopten: Hoe
te leven met één frank per dag?. Ook
voor de burgemeesters en bestuurders van de Stad waren het geen
leuke tijden: “Bijna alle stadskassen
waren leeg, er moesten overal noodplannen opgesteld worden.”
Depauw heeft in de jaren 1980 voor
De Standaard intensief Italië gevolgd. Hij vergelijkt Hervé Brouhon
graag met Giulio Carlo Argan, de
eerste linkse burgemeester van
Rome in de late jaren 1970.
Depauw: “Argan was een wereldbe-
© BELGA
roemd kunsthistoricus die Rome,
een stad van drie miljoen inwoners,
op een volkse manier bestuurde.
Hervé Brouhon had dezelfde kwaliteiten, hij bestuurde de Stad Brussel
op een volkse manier en was tegelijk
een intellectueel. Maar als je informatie wou belde je best ‘s morgens
vroeg als hij nog helder was – het
is geen geheim dat hij graag een
glaasje dronk. Maar de Brusselaars
stoorden zich er niet aan, ze hadden
hem tenslotte verkozen.”
“Het burgemeesterschep van Brussel was en is een ondankbare taak,
je bent een van de negentien burgemeesters, je krijgt dat aan de buitenlandse staatshoofden die je moet
ontvangen niet uitgelegd. Brouhon
was ook allerminst een dictator en
daar profiteerden schepenen à la
Michel Demaret van. De Stad Brussel leek toen heel erg op een feodaal
stelsel, met iedere schepen zijn
stukje grondgebied, zijn eigen domeintje, er was weinig controle. De
schaduw van VDB hing permanent
over de besluitvorming.“
In een kleine gemeente als SintJoost kende Cudell alle inwoners en
kenden zij ook hem, hij werd zelfs
geraadpleegd voor burenruzies. Je
kon hem met recht en reden de lokale socialistische pastoor noemen,
hij kende de levensverhalen van de
inwoners, hij wist ook maar al te
goed dat het de beste manier is om
mensen aan je te binden,” legt Spooren uit.
Cudell had een hekel aan het communautaire, maar toch kon hij het
volgens Spooren moeilijk verkroppen dat het Nederlandstalig onderwijs het beter deed dan het Franstalige. Hij was ook een man van zijn
woord: “Net voor de verkiezingen
zei hij me: ‘Als ge verkozen geraakt,
dan wordt ge schepen.’ We hebben
nooit iets getekend, maar hij hield
woord. Hij kon geen ei bakken of een
kop koffie zetten, maar wat politieke
handigheid betreft waren er geen
als hij. Hij heeft een halve eeuw in
het gemeentehuis doorgebracht, hij
was er bijna dag en nacht. Over zijn
privéleven hebben er zijn hele carrière de wildste verhalen de ronde
gedaan. Die verhalen waren altijd
goed voor vermakelijke gesprekken
op café, maar hebben weinig belang. Veel belangrijker is dat Cudell
ethisch zeer vooruitstrevend was,
hij was een echte vrijdenker. Zo was
het Centrum voor Gezinsplanning,
de verre voorloper van de latere
abortuscentra, in het gemeentehuis
ondergebracht.”
Prostituees
De ontvoering van Guy Cudell
(1984) maakte de burgervader van
Sint-Joost nog beroemder en beruchter dan hij al was. “Je kon met
Welkom in Anderlecht
Ook Freddy Depauw herinnert zich
Cudell levendig: “Zo legendarisch,
intellectueel en volksmens tegelijk,
BDW 1474 PAGINA 9 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Het anti-vreemdelingenbeleid van Nols
KNIPOOG
folkloristisch bijna zoals hij door de
prostitutiestraten stapte en met de
meisjes sprak. Ik herinner me een interview dat Johan (journalist Johan
Reygaerts, Depauws overleden partner, dv) van hem afnam waarin hij in
het Nederlands zei dat de prostituees zich bedeesd moesten opstellen.
Dat is een hit geworden op de Wereldomroep, de voorloper van Radio
Vlaanderen Internationaal. Cudell,
wiens Nederlands niet zo goed was,
bedoelde natuurlijk discreet.” Of ook
nog de toespraak toen hij hield voor
vele honderden inwoners vanop het
balkon van het gemeentehuis na zijn
ontvoering. Depauw: “Cudell zei: ‘Et
alors il y avait une machine...’ Toen
pauseerde hij even, waarop iemand
uit het publiek riep: ‘à laver’. Heel
de menigte voor het gemeentehuis
schaterde het uit.”
Voor Sleebus is Cudell de voorloper
van Charles Picqué (PS) als burgemeester van Sint-Gillis. VDB liet in
de Noordwijk een hele wijk – een
kleine stad eigenlijk – platgooien,
Cudell en Picqué gaven een paar
plekken vrij aan het grote geld om
in de rest van de gemeente te investeren. In Sint-Joost waren dat de
plekken waar nu de Madoutoren, de
Rogiertoren en de gebouwen van de
Prevoyance Social aan de Schaarbeeksepoort staan. Cudell heeft zo
duizenden arbeidsplaatsen helpen
te creëren in zijn gemeente om geld
in de kas te brengen. Picqué gaf een
stukje van de zuidwijk op om de rest
van de gemeente te renoveren.
Er was naast Brouhon en Cudell ook
nog Edmond Machtens als legendarische burgemeester van SintJans-Molenbeek tot laat in de jaren
1970, hij verwaarloosde laag-Molenbeek – er was nog geen migrantenstemrecht – en verstedelijkte
hoog-Molenbeek (de Machtenslaan).
Anderlechtenaar Henri Simonet
(burgemeester tot 1984) liet aan het
begin van de Wayezstraat een triomfboog plaatsen met boodschap:
‘Anderlecht heet u welkom’. De
migrantenwijk Kuregem behoorde
voor hem niet tot Anderlecht.
Filosofisch
Sleebus kijkt met een filosofische
blik terug op de geschiedenis van
Brussel: “Mensen zitten aan hun
tijd vast, ze zoeken antwoorden
op de vragen die hun tijd stelt. De
zestigers die in de jaren 1980 burgemeester werden, hadden de Tweede Wereldoorlog en het fascisme
meegemaakt. Ze hadden maar één
houvast: de toekomst. Ze wilden afrekenen met het verleden, wat zich
onder andere vertaalde in een afbraakpolitiek. De burgemeesters die
in de jaren 1950 geboren zijn, kunnen vandaag het gloedoude en het
gloednieuwe combineren, ze staan
veel minder negatief tegenover het
verleden. Ze hebben de jaren 1960
meegemaakt, toen het voortdurend
beter ging. De keerzijde is dat het
oude stadsweefsel in de jaren 1980
nog betaalbaar was voor de arme
kant van de samenleving, vandaag
is dat steeds minder het geval.”
© ARCHIEF
“Cudell was een
specialist in het
creëren van
problemen om
ze nadien zelf op
te lossen”
Roger Nols, provocerend, op een kameel in 1986. Xenofobie gedijde goed in het Brussel van de jaren 1980.
Schaarbeek beleefde in de jaren 1980 beroerde tijden. Roger Nols was er aan de macht.
De politicus uit Wallonië, van opleiding kok,
voerde er een hard anti-vreemdelingenbeleid,
nadat hij in de jaren 1970 een anti-Vlamingenbeleid had gevoerd.
Nolsist zijn is tot op de dag van vandaag een erg
beladen term in de Schaarbeekse gemeentepolitiek, en Nols hangt nog altijd als een schaduw
over de lokale politiek, alsof de donkere jaren
1980 nog niet helemaal verwerkt zijn.
Wie het allemaal van dichtbij meemaakte is advocaat Luc Denys. Hij houdt er sinds 1976 kantoor, en werd politiek actief in 1982 toen hij op
de lijst ging staan van Démocratie Schaerbeekoise,
de politieke vleugel van het lokale anti-racistisch
front.
Schaarbeek kwam uit een periode waar de sfeer
al erg gespannen sfeer was. Nols had in de jaren 1970 aparte loketten ingevoerd voor de Vlamingen. Denys: “De nationale overheid heeft
toen onder leiding van Walter Ganshof van der
Meersch met fors vertoon een einde gemaakt
aan de aparte loketten. Ganshof van der Meersch
wist van aanpakken. Hij was na de oorlog krijgsauditeur geweest in de processen tegen collaborateurs. Hij is met het leger ‘s ochtends vroeg
naar het gemeentehuis getrokken. Daar is met
een hakbijl de deur van het gemeentehuis opengebroken en zijn de eentalige bordjes manu militari weggehaald.”
Van kwaad naar erger
Danny Vileyn
© BELGA
Voormalig burgemeester van Sint-Joost-ten-Node Guy Cudell
(PS) hield na zijn mysterieuze ontvoering een spectaculaire
toespraak tot het volk.
Enkele jaren later laat Nols zich weer gelden
door te weigeren om vreemdelingen in te schrijven. Denys: “Nols vond het welletjes. Maar hij
deed iets wat totaal onwettelijk was. Het ironische is dat enkele jaren later, in 1984, de toenmalige PRL-minister Jean Gol een wet invoerde
die de migrantrijke gemeenten inderdaad toeliet om vreemdelingen te weigeren. Dat was de
bekroning van de actie van Nols. Zes Brusselse
gemeenten, waaronder Schaarbeek, mochten
vreemdelingen weigeren.”
“Je moet weten dat anti-vreemdelingen-gevoelens in de jaren 1980 in Brussel welig tierden.
Nols kreeg de steun van La Dernière Heure bijvoorbeeld. En de PRL was toen ook behoorlijk
rechts en anti-migrant.”
Denys ziet een kantelmoment begin jaren 1980.
“Er was in 1981 nog de behoorlijk liberale
vreemdelingenwet van Philippe Moureaux (PS),
en in hetzelfde jaar de antiracismewet. Maar
daarna ging het van kwaad naar erger. Nols heeft
daar een grote rol in gespeeld.”
Denys herinnert zich hoe Nols in 1984 JeanMarie Le Pen uitnodigde in het Neptunium, “Dat
was pure provocatie,” zegt Denys. Er waren toen
hevige tegenbetogingen, de rijkswacht chargeerde.”
Nols begon ook scholen in laag-Schaarbeek te sluiten,
waar veel migranten woonden. Hij liet wijken verkrotten. Allemaal in de hoop dat de migranten zouden
ophoepelen. Denys: “Het was sowieso slecht bestuur.
Schaarbeek bouwde een veel te groot OCMW-ziekenhuis aan de Haachtsesteenweg, voor de enorme som
van 1 miljard frank (vandaag de hoofdzetel van beweging.net, het voormalige ACW). Het ziekenhuis heeft
nooit gewerkt. Dat was pure hoogmoed.”
In 1988 raakte Luc Denys verkozen op de Ecolo-Groenlijst. Hij legde Nols het vuur aan de schenen. “Een
keer was ik zo tekeergegaan, dat Nols razend werd.
Het ging over discriminatie. Nols werd helemaal rood.
Zijn medestanders porden hem aan om te kalmeren.
Enkele dagen later kreeg Nols een hartaanval. Het is
misschien wat macaber, maar ik vraag me vandaag nog
altijd af of mijn tussenkomst daar voor iets tussen zat.”
“Op een bepaald moment wou het schepencollege anderstalige – lees: Arabische – opschriften verbieden op
winkelramen. Alleen Frans en Nederlands waren toegestaan. Dat was voor mij gefundenes Fressen. Ik heb
dat toen bestreden. Met succes, want de voogdij heeft
het verbod later vernietigd. Ik haalde de voorpagina
van een Berlijnse krant.”
“Ik heb Nols nooit echt goed gekend, omdat hij mijn
politieke tegenstrever was, maar men zei dat hij een
volkse joviale man was, die tegelijk ook zijn troepen
stevig in de hand hield, op het dictatoriale af. Hij kon
heel veel drinken, tot een fles whisky per dag. Hij was
ook heel populair. Zijn lijst haalde zonder problemen
de volstrekte meerderheid.”
“Nols was in zijn beleid wel niet altijd even consequent.
De burgemeester kon uitzonderingen voorzien bij het
inschrijven van vreemdelingen. Ze moesten daarvoor
langs bij een sociaal assistente, de latere mevrouw
Nols. Als de vreemdelingen cadeaus in natura gaven,
dan zorgde de burgemeester ervoor dat ze wél ingeschreven geraakten. Uit statistieken bleek later dat
Nols de helft van de inschrijvingen van vreemdelingen
toch goedkeurde. Politiek was hij extreem, maar in de
praktijk stelde hij zich coulant op.”
Denys weet niet meteen waarom het anti-vreemdelingen-ressentiment een hoge vlucht nam in de jaren
1980. Nols heeft daar zeker een rol in gespeeld, “maar
Schaarbeek veranderde ook demografisch. In de eerste helft van de jaren 1970 was de Koninklijke Mariastraat, waar ik wat later als advocaat kantoor zou
houden, volledig blank. Tien jaar later zag de straat er
helemaal anders uit.”
Nols zou pas in 2004 sterven, politiek volledig gemarginaliseerd. En toch. In de gemeenteraad van september van dat jaar wou het schepencollege een minuut
stilte laten houden, “maar daar hebben we met EcoloGroen toen wel een stokje voor gestoken.”
De buste van Nols staat wel nog altijd in de burgemeestershallen van het gemeentehuis. De donkere jaren
1980 zijn in Schaarbeek nooit helemaal weg.
Steven Van Garsse
BDW REGIO
BDW 1474 PAGINA 10 - DONDERDAG 14 mei 2015
Deze week op de Jette Met > Alleen producten van eigen kweek
‘Dit is een markt die krimpt
en weer groeit’
Jef Geldof, die in de toekomst zal
controleren of de vereisten van het
certificaat worden nageleefd.
Dertien bedrijfjes zijn ondertussen
‘commilfo’ verklaard, de meeste uit
de Vlaamse Ardennen en het Pajottenland. Zij stonden afgelopen
woensdag voor het eerst samen op
het Mercierplein: brood, vlees, zuivel, groenten, fruit en daartussen
kraampjes met kruidenthee, notenolie en escargots. De Middeleer was
behoorlijk tevreden met het aanbod.
“Hier en daar missen we nog wel
wat. Zo had ik er nog graag asperges
bij gehad. En kippen. Maar we vonden niemand die goed bezig is.”
Simpel tafeltje
© SASKIA VANDERSTICHELE
De nieuwe markt moet ook meer leven brengen op het Kardinaal Mercierplein.
JETTE - Een boer uit het Oost-Vlaamse Herzele droomde al jaren van een markt met
honderd procent lokale producten. De gemeente Jette wilde duurzame voeding promoten en wenste ook wat meer reuring op het stationsplein. Beide vonden elkaar in
de nieuwe Jette Met, voortaan elke woensdagmiddag op het Kardinaal Mercierplein.
H
et dorpse Jette telt al flink
wat markten. Behalve de
grote zondagsmarkt op de
Spiegel en de kleinere marktjes her
en der tijdens de week, is er sinds
drie jaar een overdekte biomarkt. De
vzw Le Rayon Vert begon er in 2012
mee nadat gebleken was dat het pover gesteld was met het bioaanbod
in het noordwesten van Brussel.
Elke zondagochtend wordt het atelier van een voormalige geuzebrouwerij in de Van Huynegemstraat
omgetoverd tot biosupermarkt, met
een ruim aanbod van broden, verse
groenten en fruit en droge voeding.
Alles wordt aangeleverd door Les
Tanneurs, de biomarkt in de Marollen. Omdat het succes alsmaar
groeit, wil Le Rayon Vert zijn bioproducten vanaf volgend jaar vijf dagen per week aan de man brengen.
De nieuwe Jette Met, die afgelopen
woensdag in stormachtig weer werd
ingezegend door pastoor Dirk Vannetelbosch, is anders van opzet. Ze
is niet bio, maar duurzaam, rechtstreeks van producent naar consument. Het is een initiatief van de
gemeente Jette. Die draagt sinds
een paar jaar de titel van fair tradegemeente. Daarom zocht de dienst
duurzame ontwikkeling naar een
manier om lokale producenten te
promoten. Tegelijkertijd wilde de gemeente het Kardinaal Mercierplein,
dat in 2013 opnieuw werd heraangelegd, wat meer leven inblazen.
Een toevallige ontmoeting met Dirk
De Middeleer, een groentekweker
uit Herzele, bracht de bal aan het
rollen. De Middeleer, die met de
groenten van zijn familiale kwekerij Bieselenberg op boerenmarkten
staat, merkte dat heel wat van de
andere boeren producten bijkochten
om hun assortiment te verruimen.
“Soms wordt tot dertig procent bijgekocht, bijvoorbeeld op de veiling.
Het probleem is dat je er geen zicht
alleen producten van eigen kweek
aanbieden in hun kraam. Zo natuurlijk mogelijk? “Ja, dat betekent
kleinschalig, rekening houdend met
de seizoenen, zonder kunstmatige
bemesting en met geen of bijna geen
bestrijdingsmiddelen,” zegt De Middeleer.
Bio is geen vereiste. “Het mag wel,
maar waar het voor ons vooral op
aankomt, is dat het lokaal geproduceerd is. Bio is namelijk niet nood-
“Biologisch geteelde boontjes uit
Kenia zijn niet duurzaam”
op hebt waar die aangekochte producten vandaan komen en hoe ze
geteeld werden.”
De Middeleer begon plannen te maken voor een markt met producenten die op een verantwoorde en zo
natuurlijk mogelijke manier telen en
zakelijk duurzaam. Biologisch geteelde boontjes uit Kenia zijn niet
duurzaam.”
De Middeleer ging op zoek naar gelijkgezinden en creëerde een eigen
label, Commilfo. Hij riep hiervoor
de hulp in van landbouwingenieur
Het gros van de standhouders stond
nooit eerder op de markt. Enkele
nieuwkomers hebben zelfs speciaal
voor de Jette Met een mooi kraam
aangeschaft, de schapenmelkerij
Bosschelle uit Denderhoutem bijvoorbeeld, die lamsvlees, schapenkaas en pudding had meegebracht
en ook bioslager Donderij uit Etikhove, die vlees van Limousinrunderen en Hongaarse Mangalicavarkens
verkoopt.
Anderen stonden voorlopig achter
een simpel tafeltje. Zij waren dan
ook meer voor de vorm naar de feestelijke inhuldiging gekomen want
eigenlijk hadden ze weinig aan te
bieden. Van de acht liter notenolie
die de kleine walnotenboomgaard
Den Haas uit Schepdaal dit jaar
heeft voortgebracht waren nog vijf
flesjes over. Wachten dus op de volgende oogst. Zelfde verhaal bij het
standje van Hof van Piemont, waar
enkel nog een restje appelen en peren van vorig seizoen voorradig was.
“We staan hier volgende week nog
en dan weer in augustus, met de
nieuwe oogst.”
Voor Jean-Marie Van Pottelsberghe
uit Gooik, die enkele jaren geleden
zijn job als metaalbewerker kwijtraakte en zich omschoolde tot kweker van klein rood fruit, kwam de
eerste Jette Met net te vroeg. “Mijn
aardbeien uit de volle grond zijn pas
over twee weken rijp.”
“Je ziet het,” zegt organisator Dirk
De Middeleer, “dit wordt een markt
die krimpt en weer groeit. Er zullen zes à zeven vaste kramen staan,
brood, vlees, zuivel en groenten,
maar niet altijd met hetzelfde aanbod. Begin mei zijn er nog geen tomaten, wortelen of boontjes. Het
wordt tijd dat de mensen dat opnieuw weten. Nu is er spinazie, rabarber, koolrabi en paksoi.”
Bettina Hubo
BDW 1474 PAGINA 11 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Jette > Mogelijke make-over voor stationsbuurt Jette
Vrijwilligers en voorzitter nog
moeilijk door één deur
© SASKIA VANDERSTICHELE
Katten lopen op een veld in asiel Veeweyde. Het conflict bij het dierenasiel draait onder andere rond een omheining voor een hondenveld.
‘La Voie De Chemin De Terre’ moet het project worden dat de stationsbuurt
in Jette opsmukt. Het initiatief komt van het Brussels studiebureau ERU dat
partners vond uit allerlei sectoren.
Zo werkt het samen met onder meer de gemeente Jette, het buurtcomité Dupré
& Co en buurthuis L’Abordage. In de culturele sector vond de ERU partners in
Le Rayon Vert, CC Armillaire en Atelier 34zéro. Het doel van het project is om
de ‘verloren’ ruimtes langs het spoor aan het station van Jette te gebruiken
om voedsel te produceren op een duurzame wijze. Voor en met de hulp van de
buurtbewoners en onder begeleiding van een plantage-expert zullen fruitbomen, moestuintjes en wijngaarden aangelegd worden. Daarnaast zal er ook
plaats gemaakt worden voor kunst en ateliers.
Volgens het ERU zal het project zorgen voor een beter buurtleven, een hechtere
sociale link, maar ook voor afvalvermindering en een meer ecologisch bewuste
buurt.
Om die plannen te financieren hopen de initiatiefnemers dat La Voie De Chemin De Terre de Bruocsella Prijs wint, waar 25.000 euro aan verbonden is. De
prijs is een initiatief van de mecenaatondernemingen van Prométhéa met als
doel om stedenbouwkundige projecten in Brussel aan te moedigen en helpen
realiseren. Op 28 mei wordt uit vijf kandidaten, waaronder dus La Voie De Chemin De Terre, één winnend project gekozen. Jilan Berroho
Twee panelen
Voorzitter Potelle noemt het alemaal een
storm in een glas water. “Ik had begin dit
jaar al een afspraak met een donateur om
panelen te laten leveren voor een omheining. Toen ik een maand geleden van de
werkzaamheden hoorde, heb ik ze dus natuurlijk stop moeten zetten. Ondertussen
zijn de twee panelen geleverd en is het een
kwestie van een paar weken om ze te plaatsen.”
We hadden de panelen graag met eigen ogen
gezien, maar daar krijgen we de toestemming niet voor. “Dat mag niet van de voorzitter,” krijgen we te horen. Bruno Schols
moutstraat wordt schoolstraat
Tot het einde van dit schooljaar wordt de Moutstraat in het centrum autoluw. In de
middagpauze verandert ze zelfs in een speelplaats. De scholen Maria-Boodschap,
Imelda en het Atheneum, samen met diverse organisaties, krijgen hiervoor het fiat van
schepen Els Ampe (Open VLD). Op vrijdag 22 mei is er ook een Streetpicknick. Doel is
de kloof tussen de scholen kleiner te maken en jongeren meer ruimte voor ontspanning te geven.
Nieuw minispeelpleintje in Koolstraat
Op woensdag 6 mei is het nieuwe speelpleintje aan de Koolstraat ingehuldigd. Het
is geschikt voor kinderen van 1 tot 12 jaar en is al het derde dat in de stad opent op
een jaar tijd. Eerder kwamen er al speelpleintjes aan de Oude Graanmarkt en aan de
Leopoldstraat. Via deze weg wil Stad Brussel een meer kindvriendelijke openbare
JB
ruimte creëren.
UIT DE LUCHT GEGREPEN
TELEXREGIO
We hadden liever vrolijk dierennieuws gebracht van dierenasiel Veeweyde dat zich
elke dag opnieuw inzet voor dieren die een
beter lot verdienen. Maar vrijwilligers die
zich met hart en ziel inzetten voor honden in
het asiel, zien met lede ogen aan hoe voorzitter Georges Potelle zich in elke beslissing
van het dagelijks bestuur wil mengen. Van
een schaap euthanaseren tot het vervangen
van een slot, alles heeft de zegen van de
voorzitter nodig. Het leidt tot frustratie bij
een vrijwilligersteam dat vooruit wil.
Een visie die gedeeld wordt door bestuurslid Gaëtan Van Goidsenhoven, tevens exburgemeester en huidig eerste schepen voor
MR: “Ik weet niet waarover u spreekt, maar
ik denk niet dat het de taak is van een raad
van bestuur om zich in zulke beslissingen te
mengen. De kerntaak van een bestuursraad
zijn de goede financiën en een algemeen
goed bestuur, maar geen lopende zaken”
geeft Van Goidsenhoven aan.
De klacht komt van Lieve Vernaillen, die zich
al een paar jaar bezighoudt met de middelgrote honden in het asiel. Vrijwilligers laten
op een daartoe bestemd veldje de honden
uit. “Maar met acht vrijwilligers 130 honden uitlaten, als je maar één hond per keer
in de weide mag laten rondlopen, is, rekening houdend met de beschikbaarheid van
de vrijwilligers, een zo goed als onmogelijke
opdracht. We zijn daarom al jaren vragende
partij voor een nieuwe omheining rond een
tweede veld om ook daar in alle veiligheid
honden te laten rondlopen.”
Vernaillen stelde de vraag meermaals aan
de voorzitter, maar ondanks beloften zag
het vrijwilligersteam niets veranderen. Dit
jaar nam de harde kern vrijwilligers het heft
in eigen handen. Ze legden een som van duizend euro bij elkaar en staken de handen uit
de mouwen om zelf, zonder groen licht van
de raad van bestuur, een omheining aan te
leggen. “De werkzaamheden waren halfweg toen ik van de voorzitter een verzoek
kreeg om meteen met de werkzaamheden te
stoppen. Het was stoppen met de werken of
stoppen als vrijwilliger. Uiteindelijk besloot
ik dan maar zelf ontslag te nemen.” Andere
vrijwilligers die haar steunen hadden overigens ook met ons contact maar wensten niet
bij naam genoemd te worden.
Plantages langs de
spoorweg
© NGI
Een voorzitter die de touwtjes strak in
handen wil houden, die vrijwilligers iets te
ijverig vindt en het uitblijven van de komst
van een omheining rond een zo goed als
ongebruikt veld om honden uit te laten.
Dat leidde tot een uit de hand gelopen
ruzie tussen de voorzitter en het vrijwilligersteam.
BDW REGIO
Anderlecht > Heibel bij dierenasiel Veeweyde over omheining
Elk jaar koopt het Nationaal Geografisch Instituut (NGI)
luchtfoto’s aan om zijn databank met geografische gegevens
aan te passen. Overlappende luchtfoto’s worden daarop op
elkaar gelegd, waardoor een 3D-model ontstaat, dat op zijn
beurt vergeleken wordt met de gegevens die het NGI al heeft
van plaatsnamen, rivieren, bossen en gebouwen. Zo wordt
duidelijk of plaatsen nog overeenkomen met de kaarten die
het NGI heeft. Indien nodig past het NGI de gegevens aan.
Het NGI beschikt ondertussen al over een indrukwekkend
archief luchtfoto’s. Een selectie hiervan vindt u week na
week terug in deze rubriek ‘Uit de lucht gegrepen’. Het
gaat steeds om (oude) foto’s uit een van de negentien
Brusselse gemeenten. Raden waar we zijn, en bij uitbreiding,
wanneer een foto is genomen, is een bezigheid die de
geest van kaartliefhebbers, geografen, maar ook ‘gewone’
Brusselliefhebbers, scherp houdt.
Vorige week zag u het sportcentrum aan de Mahatma
Gandhilaan in Sint-Jans-Molenbeek, op de grens met
Koekelberg, genomen in 2006. De foto stond met bovenkant
naar het zuiden gericht.
Deze week nemen we u mee in de richting van het kanaal. Op
deze foto zien we een deel van een militair complex dat er toen
stond toen de foto werd genomen. Waar zijn we?
CD
BDW 1474 PAGINA 12 - DONDERDAG 14 MEI 2015
BDWOPINIE
© Saskia Vanderstichele
“Immersie
maakt het
Nederlandstalig
onderwijs voor
anderstalige
leerlingen
minder
moeilijk”
Kinderen die geen woord Nederlands kennen, worden in het Nederlandstalig onderwijs gedropt. Een probleem, vindt de N-VA.
Onderwijs > N-VA ongerust over Nederlandstalig onderwijs
Franstalig onderwijs
Tweetalige scholen
zijn taalarme scholen
BRUSSEL – Brussels minister Guy Vanhengel (Open VLD)
pleit voor tweetalige scholen waar tweetalige leerkrachten zullen lesgeven. Dat komt neer op het inzetten van
taalarme leerkrachten in Nederlands-arme scholen en op
een verdere uitholling van de kwaliteit van het onderwijs
in Brussel, Liesbet Dhaene en Koen Daniëls (N-VA), respectievelijk Brussels en Vlaams parlementslid.
Een belangrijke reden waarom anderstalige ouders kiezen voor het
Nederlandstalig onderwijs in Brussel is dat ze willen dat hun kinderen
tweetalig worden: Frans leren ze in
hun thuisomgeving, Nederlands op
school. Tweetaligheid is in Brussel
essentieel om een job te vinden. Het
Franstalig onderwijs staat voor perfect eentalige leerlingen die – om het
met de woorden van FDF-minister
Didier Gosuin te zeggen – een ticket
naar werkloosheid krijgen. Het Nederlandstalig onderwijs staat voor
kwaliteit, de kennis van het Nederlands en dus een ticket naar een job.
Maar de keuze voor het Nederlandstalig onderwijs is niet probleemloos.
Het Nederlandstalig onderwijs gaat
uit van een voorafgaande basiskennis van het Nederlands bij de leerlingen. In Brussel worden kinderen
die geen woord Nederlands kennen
in het Nederlandstalig onderwijs
gedropt. Daarbij komt dat de omgevingstaal in Brussel – in tegenstelling tot in Vlaanderen – hoofdzakelijk het Frans is. Voor veel Brusselse
anderstalige leerlingen is het Nederlandstalig onderwijs “zwemmen of
verzuipen”. Vanuit Franstalige hoek
kwam dan ook vrij snel de roep naar
tweetalig onderwijs. Het geven van
vakken in het Frans vermindert het
– moeilijke – Nederlands en de anderstalige ouders kunnen gewoon
in het Frans met de school communiceren. Waarom moeilijk als het
makkelijk kan!
Dat het Nederlandstalig onderwijs
in Brussel geen onverdeeld succes
is, blijkt duidelijk uit het laatste rapport van de onderwijsinspectie. Het
lage talig niveau van de leerlingen
maakt het de scholen moeilijk om de
leerplannen voor vele vakken te realiseren. Brusselse leerlingen hebben
minder kansen om te slagen in het
hoger onderwijs. Voor de onderwijsinspectie is het verlagen van het
niveau van de eindtermen in Brussel echter geen optie. Want dat “zou
de maatschappelijke segregatie in
Brussel bevorderen”. Om de eindtermen te halen, moet taalgericht (Nederlandstalig!) onderwijs gegeven
worden in elk leergebied én elk vak.
Toch blijft minister Vanhengel
hardnekkig de verfransing, nu onder de vlag van tweetaligheid, van
de Nederlandstalige scholen verdedigen. De onderwijsreglementering
voorziet vandaag – gelukkig – niet
in de mogelijkheid om tweetalig onderwijs te organiseren. Dus moet
het maar via immersie, dat ook in
Vlaanderen heel wat pleitbezorgers
kent. Bij immersie kunnen, onder
strikte kwaliteitsvoorwaarden, bepaalde vakken in het secundair onderwijs in een andere taal gegeven,
om op die manier ook de taal te verwerven. In Vlaanderen is immersie
Frans een middel om de sterke Nederlandstalige leerlingen Frans te
leren. Maar immersie Frans in het
Brussels Nederlandstalig onderwijs
is onzinnig: de overgrote meerderheid van de leerlingen spreekt beter
Frans dan Nederlands. Immersie
Frans heeft in Brussel dus een ander doel dan het verwerven van een
tweede taal: het Nederlandstalig onderwijs minder moeilijk maken voor
de anderstalige leerlingen. In plaats
van taalgericht (Nederlandstalig)
onderwijs geven in elk leergebied en
elk vak wordt het aantal vakken in
het Nederlands verminderd. De lat
wordt lager gelegd.
In dit licht kadert ook de tweetalige
lerarenopleiding die Guy Vanhengel
voorstaat. De kracht van een leerkracht ligt in de kunde om een materie op vele verschillende manieren
aan te brengen en uit te leggen. Dat
kan alleen maar als je over een rijke
taalbeheersing beschikt. Het is dan
ook geen goed idee om een tweede
taal “gelijkwaardig” toe te voegen,
aan de Nederlandstalige lerarenopleiding. Te meer omdat de kennis van
het Nederlands van de studenten in
de Nederlandstalige lerarenopleidingen vandaag al problematisch is. Om
maar niet te spreken over het niveau
van het Nederlands dat Franstalige
leerkrachten in een tweetalige lerarenopleiding zullen verwerven.
Nochtans is het de bedoeling om
deze Franstalige leerkrachten op
dezelfde voet als Nederlandstalige
leerkrachten in te schakelen in het
Brussels Nederlandstalig onderwijs.
Het inrichten van tweetalig onderwijs
met tweetalige leerkrachten in Brussel klinkt goed, maar het is het niet.
Het risico is groot dat de Brusselse
scholen de Vlaamse leerplannen voor
alle vakken niet meer halen. Tweetalig
onderwijs zal in de praktijk binnen de
kortste keren uitdraaien op Franstalig
onderwijs, waar Nederlandstaligen
voor goed taalonderwijs zorgen. Dat
zijn niet onze woorden, wel die van
Guy Vanhengel, maar dan in 2013.
Liesbet Dhaene en Koen Daniëls.
Brussels en Vlaams
parlementslid, N-VA
BDW 1474 PAGINA 13 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Sint-Jans-Molenbeek > Jef Van Damme (SP.A) over de echte oorzaken van de geldnood
Molenbeek bijna failliet: wie heeft het gedaan?
SINT-JANS-MOLENBEEK – De echte oorzaken van de geldnood zijn een combinatie van
een grote bevolkingsgroei, samen met een
verarming van de bevolking, zegt gemeenteraadslid Jef Van Damme (SP.A).
[email protected]
BRIEVEN VAN LEZERS “Ja, ik was eerste schepen in het vorige college,
maar Moureaux besliste alles als een dictator.” Zo kondigde burgemeester Schepmans
deze week aan dat de gemeente Molenbeek
op de rand van het faillissement staat. Moureaux antwoordde al even scherp: “Het huidige
schepencollege is een bende amateurs.” Beide
meningen zijn zowel onwaar als irrelevant,
want elkaar beschuldigen brengt ons geen stap
dichter bij de oplossing. Noch wordt er op die
manier een juiste diagnose gesteld van een gigantisch financieel probleem.
De echte oorzaken van de geldnood zijn een
combinatie van een grote bevolkingsgroei, samen met een verarming van de bevolking. Tussen het jaar 2000 en vandaag kwamen er maar
liefst 25.000 inwoners bij. Dat is een groei van
bijna een derde op minder dan vijftien jaar tijd.
Momenteel telt Molenbeek net geen 100.000
inwoners. Als je er wil voor zorgen dat de
dienstverlening aan de burger goed blijft, betekent dat uiteraard een serieuze stijging van
de kosten voor het OCMW, de politiezone en
het aantal ambtenaren.
Tegelijkertijd daalde, inflatie meegerekend,
het gemiddelde inkomen van de Molenbekaar
met 5 procent ten opzichte van tien jaar geleden, vooral door de instroom van arme nieuwkomers. De gemiddelde inwoner werd dus relatief armer.
Hierdoor daalden de inkomsten uit de personenbelasting, terwijl de uitgaven van de gemeente enorm stegen.
ken immers weg naar de Vlaamse Rand rond
Brussel, van zodra ze het zich (financieel)
kunnen permitteren. Ook middenklassers
die bijvoorbeeld kinderen krijgen, doen aan
stadsvlucht. Molenbeek investeert dus veel in
de creatie van een nieuwe middenklasse, die
vervolgens wegtrekt. Daardoor loopt de gemeente de inkomsten mis die deze middenklasse zou genereren als ze hier zou blijven.
Een gebrek aan netheid, een onveiligheidsgevoel, te weinig (kwaliteitsvol) onderwijs, te
weinig betaalbare kwaliteitswoningen, en een
gebrek aan aangename publiek ruimte, zijn de
belangrijkste argumenten voor vertrek, vooral
bij jonge gezinnen.
Fiscale solidariteit
De Molenbeekse middenklasse trekt weg, zegt Jef Van Damme.
Als je daar de recente besparingen van de andere beleidsniveaus bijtelt, is de moeilijke financiële situatie van onze gemeente helemaal
niet zo verwonderlijk.
Uiteraard maakt dat ze niet minder verontrustend. Molenbeek is als stad van aankomst
immers dé sociale roltrap van België. Mensen
komen hier vaak arm en zonder scholing aan.
Door hulp uit hun eigen netwerk, maar ook
door de ondersteuning die ze hier van de gemeente en andere overheidsinstanties krijgen,
vinden ze werk en een woning, en krijgen ze
Brel in Zinnema
Mijnheer Rampelberg, ik wens u te danken voor uw lezersbrief in de editie van 30
april (BDW 1472, p.15). Want ik ben blij
dat u op een objectieve manier klaarheid
schept over Brel en zijn vermeende Vlamingenhaat, die inderdaad onbestaande
is. Les Flamandes is toch een pijnlijk correcte beschrijving, niet dan? Inderdaad
niet meteen flaterend, maar wel waarheidsgetrouw. En zónder overdrijving. Hij
heeft het dan ook niet over de Vlaamse
vrouw vandaag. Uiteraard niet. Maar in
ons niet zo verre verleden was dit gewoon
de type-vrouw en moeder.
Waar ik toch even van baal, mijnheer
Rampelberg, is uw toegift betreffende zijn
houding in zijn laatste periode. Dat hij de
Flaminganten met de vinger wijst, is niet
meer dan rechtvaardig. Hij heeft het dan
ook niet over Vlamingen maar over Flaminganten: dat zijn in zijn ogen de Duits-
onderwijs. Ze klimmen op die manier op de
sociale ladder. Het is net deze hulp en ondersteuning die door de slechte financiële situatie
onder druk komt te staan, en die de sociale roltrap van Molenbeek dreigt te doen stilvallen.
Jammer genoeg, bestaan er geen mirakeloplossingen op korte termijn. Wel zijn er twee structurele oplossingen op middellange termijn.
De eerste oplossing is ervoor te zorgen dat de
middenklasse in Molenbeek blijft. Heel veel
inwijkelingen die hier arm toekomen en de
sociale roltrap nemen in onze gemeente trek-
gezinden, zij die met de vijand mee heulden. Die wijst hij aan. Dat de Vlaming zich
daardoor gepikeerd voelt, is onterecht. Ze
reageren zoals de Strangers; totaal fout
dus. En als De Wever zich flamingant
noemt, is dat voor zijn rekening, niet voor
die van Jacques Brel.
© ERFGOED.BE
De tweede oplossing is een andere financiering en meer solidariteit tussen de negentien
Brusselse gemeenten. SP.A pleit al sinds 2009
voor een fusie van de gemeenten tot één stad.
Dat zou voor een eerlijkere fiscaliteit zorgen.
Het gemiddeld jaarinkomen per inwoner in
Molenbeek in 2012 was 9.800 euro. In SintPieters-Woluwe lag dat bijna dubbel zo hoog,
op 18.800 euro. Het hoeft geen betoog dat
dit een serieuze impact heeft op de financiële draagkracht van de gemeentes. Meer fiscale solidariteit binnen Brussel zou al een heel
grote stap naar een structurele oplossing zijn.
In plaats van na bijna drie jaar nog steeds
naar het verleden te kijken, zou burgemeester
Schepmans zich beter bezighouden met het
investeren in de toekomst en zelf met voorstellen op de proppen komen. Want alleen
daarmee is Molenbeek echt geholpen.
Jef Van Damme
Brussels parlementslid en
Molenbeeks gemeenteraadslid (SP.A)
een leuke babbel in het hele Muntpuntgebouw. Anderzijds wordt geweldpleging
op individuele bezoekers door een lawaaierige studentengroepering met macht en
relaties als Br(Ik toegestaan.
Is Muntpunt door lezers eigenlijk beter te
mijden, wegens voorrang voor een zeker
discotheekgehalte?
Paul Rodriguez, Koekelberg
Karel Verhoeven, Brussel-Stad
Muntpunt
Mogen bibliotheken ook blitse discotheken zijn met rockrace-bands zoals Muntpunt op zaterdagnamiddag 25 april? Moet
het kunnen dat zij die voor studie naar
het Muntpunt komen dan samengedreven
worden in één overvolle zaal met de mooie
naam Multatuli?
Het beleid van Muntpunt is onsamenhangend. Enerzijds wordt zeer terecht het
gebruik van gsm’s niet toegestaan voor
Tweetaligheid
De laatste tijd lees ik weer regelmatig
lezersbrieven in BDW waar Brusselaars
hun beklag doen over het gebrek aan
tweetaligheid van de Brusselse gewestelijke en gemeentelijke instellingen. Als
niet-deskundige in deze aloude politieke
materie stel ik mij toch vragen. Al tientallen jaren levert het Nederlandstalig onderwijs in Brussel goede tweetaligen af,
ook binnen de migrantengemeenschappen, met Lukaku en Kompany als meest
sprekende voorbeelden. Velen van hen
moeten toch in aanmerking komen voor
vacatures binnen de Gewestelijke diensten? Met een dergelijke “wervingsreserve” aan tweetaligen lijkt het eindeloos
aanslepende gebrek aan tweetaligheid in
Brusselse diensten op het eerste gezicht
een bizar fenomeen. Waarom stromen ze
niet meer dóór naar deze functies binnen de Brusselse diensten ? Op die manier zou de jarenlange investering van
Vlaanderen in het Brussels onderwijs pas
echt renderen. Heeft men daar onderzoek
naar gedaan? Brussels politicus Pascal
Smet (SP.A) is nog Vlaams minister van
Onderwijs geweest en lijkt mij dus zeer
goed geplaatst om hierover zijn licht te
laten schijnen. En er eventueel iets aan
te doen?
Wim Magerman, Anderlecht
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar [email protected]. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres
te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties.
Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via [email protected]. De redactie mag lezersbrieven redigeren
of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDW 1474 PAGINA 14 - DONDERDAG 14 MEI 2015
VADROUILLE
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© BILL VIOLA
Expo > Brusselse Vanhaerents Art Collection
op Biënnale van Venetië
Heart
Break
Hotel
aan de lagune
VENETIË/BRUSSEL - Terwijl de nieuwe generatie
kinderen Vanhaerents de expositie ‘Man in the Mirror’
in de Brusselse Duivelshoek opvolgt, woont Walter
Vanhaerents vijf maanden in Venetië. Daar neemt de
Brusselse collectioneur met privaat museum deel aan de
Biennale Arte di Venezia. Met de expo ‘Heartbreak Hotel’
vult hij een serene, zestiende-eeuwse Palladio-ruimte op
het eiland Giudecca.
Volgens pop-artcurator Jesse Diaz is
het ‘de mooiste stek van de hele biënnale’. De toegang is gratis, de vaporetto (veerboot) ernaartoe niet.
Voor een deelname aan de Biënnale –
zijn eerste expo buiten Brussel - nam
verzamelaar Walter Vanhaerents het
concept zelf in handen, door gebrek
aan tijd van externe curatoren. Andermaal werd als titel een song gebruikt: ditmaal Heartbreak Hotel van
Elvis Presley. Vanhaerents: “Al bij de
eerste tentoonstelling Disorder in the
House (Rolling Stones) was de titel
toevallig een song, net als de tweede
tentoonstelling in Brussel, Sympathy
for the Devil (2011-2013) in samenwerking met Pierre-Olivier Rollin. Nu
loopt Man in the Mirror (2014-2017),
naar een song van Michael Jackson
en uitgewerkt met curator Emma
Dexter. Zonder veel bedoelingen past
een song terug goed. Ditmaal zijn we
vertrokken van de locatie. Voormalig In het vierluik ‘Earth, Air, Fire & Water Martyr’ van Bill Viola komt het martelaarschap tot uiting.
BDW 1474 PAGINA 15 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Tate curator Emma Dexter zei me dat ook: ‘Ik
maak liever eerst een tentoonstelling en de titel knoop ik er dan wel aan vast.’ Zo ging het
nu ook voor mij. Ik ben dus begonnen met het
gegeven dat we op het eiland Giudecca zitten,
ten zuiden van het historische hart van Venetië.”
Brussel op de 56ste Biënnale
Naaiwerk
De werken werden gekozen in functie van drie
elementen die een rode draad vormen in de
expo: martelaarschap, fysisch lijden en melancholie. Vanhaerents: “Als ik het plastisch
mag uitdrukken; Martelaarschap komt vooral
in het vierluik Earth, Air, Fire & Water Martyr (2014) van Bill Viola tot uiting, mijn lievelingswerk. Suffering en destress en het fysieke
lijden of de torture valt onder meer bij Bruce
Naumans Four Part Large Animals te zien.
Maar er is vooral de vervreemding aanwezig,
die direct verbonden is met de geschiedenis van Giudecca. Zoals de creatie-opdracht
Damnatio Memoriae van Nick van Woert laat
aanvoelen. Het eiland, in de tiende eeuw nog
bewoond door joden, was later een soort exile
island voor rijke families die in ongenade waren gevallen en werden verbannen na veroordeling (giudizio). Vandaar de rijke paleizen en
kerken op het eiland. Die thematiek van verbanning speelt sterk mee in de kunstwerken
die voor Heart Break Hotel zijn weerhouden.
De ruimte, de Zuecca Project Space, is een zaal
waar ongehuwde meisjes naaiwerk moesten
doen. Er waren hoge ramen, zodat ze amper
naar buiten konden kijken of gezien worden.
Ik wou die vrouwen a posteriori nog een kijk
geven op de buitenwereld en de lagune, door
een trap te creëren die naar twee van die vuile,
hoge raampjes leidt.”
In ‘If There Were Anywhere But Desert’ van Ugo Rondinone komt de
weemoed aandrijven.
© UGO RONDINONE
In het Belgisch Paviljoen (Giardini) geven de Vlaamse Gemeenschap en de Federation
Wallonie-Bruxelles beurtelings
tentoonstellingen. De Fédération Wallonie-Bruxelles nam de
Brusselse curator Katerina Gregos
in de arm en kunstenaar Vincent
Meessen. Voor Vlaanderen mocht
VUB-professor Hans De Wolf ‘The
Revenge of the Common Place’
maken. Ook in het Salon Suisse
levert hij een bijdrage, vertrekkend
van zijn expositie. In ‘The Base of
Venice’ mag de Zwitser Robert Suermondt, die in Brussel woont en
werkt, etaleren. Verder heeft ook
Wiels@Venice een stek gekregen,
en heeft hiervoor de Limburgse
kunstenaar Jef Geys mee. JMB
Actuele kunst in Brussel?
Paardenhoef
Het derde aspect in de thematiek is de weemoed of nostalgie. Daarvoor grijpt Vanhaerents naar de Californische scène, die inspeelt
op de titel, met een hotel aan het eind van de
doodse straat. Het portret van twee vrouwen
Untitled $475 van Cindy Sherman, die de vergankelijkheid van schoonheid toont, is daar
een mooi voorbeeld van. Vanhaerents: “De
weemoed komt aandrijven met de eenzame
clown If There Were Anywhere But Desert
(2000) van Ugo Rondinone en de palmen Untitled - Venice, Palm 13 van Sam Falls. Daarin
zit het idee van wuivende takken over zonovergoten zwembaden vervat.”
De idee van de confrontatie van die drie sporen
eindigt in deze expo met de tegenstelling: de
dealer en de verzamelaar. Als je binnenkomt
zie je de verzamelaar Walter (2007) staan van
de Oostenrijker Markus Schinwald. Hij stampt
ongeduldig met zijn voet (paardenhoef ). En
binnen staat dan Händler (Dealer) van de
Duitse Katharina Fritsch, die een gehaaide
marchand is. Verder is er onder meer werk van
Matthew Day Jackson, Cindy Sherman, Joana
Vasconcelos, Lucien Smith, Yinka Shonibare
en een Christ Dollar 9,98 (Positive) van Andy
Warhol.
wel, en mogelijk is dit voor een deeltje in mijn
persoon te ontdekken. Maar een mens is niet
in één gevoelen en interesse te vatten.”
Nostalgie
Buitenlands platform
Of de drie thema’s die Vanhaerents bijeenschoof uit zijn reserves, bewust of onbewust
aangekocht zijn vanuit een interesse voor dit
soort werk, willen we weten? Vanhaerents: “Ik
heb dit maar ontdekt in mijn verzameling door
dingen en objecten te gaan linken aan elkaar.
Het blijkt dat die verschillende facetten aanwezig zijn in mijn collectie. Maar uiteraard is
het het opzet van een tentoonstelling om er
een band in te vinden en een harmonie. Ik ben
geen verzamelaar van harde, confronterende
dingen, wreedheid en de dark side of life. Veeleer koppel ik schoonheid aan een stuk nostalgie, ook al heeft schoonheid wel een donker
kantje. Maar kunst die gruwel toont of opwekt
zit er nooit bij. Het nostalgisch kantje ligt me
“Het is wel duidelijk dat ik gespeeld heb met de
bevangende ruimte van 200 vierkante meter
waarin ik kan tentoonstellen. Het is een zaal
van de renaissance-architect Andrea Palladio,
die ook de San Giorgio Maggiorekerk in Venetië ontwierp. Ze ademt het serene uit van waar
het bannelingeneiland Giudecca voor staat, en
waar je enkel met bootjes naartoe kan.”
Voor het eerst trekt de Brusselse private kunstexposant naar de hoogtempel van kunstbeurzen de Biënnale van Venetië. “Ik vind
dat wat we nu al jaren in Brussel permanent
tonen nog onvoldoende gekend is en zelfs
onvoldoende geapprecieerd. Eigenlijk wil ik
in het buitenland – en op deze prestigieuze
plek – presenteren wat wij in Brussel te tonen
Het werk ‘Untitled’ van Cindy Sherman toont de vergankelijkheid van
schoonheid.
© CINDY SHERMAN
hebben. We hebben in Brussel een speciale
inspanning gedaan om het publiek te laten
meeleven en genieten van mijn grote collectie. Dit buitenlands platform is de geschikte
locatie omdat hier oude en hedendaagse kunst
perfect mixen. Wat Venetië kan, kan bijvoorbeeld Brugge nooit realiseren met hedendaagse kunst. Onze reflectie naar wat we doen in
Brussel is belangrijk, ook voor de overheid (zie
kaderstuk). Naar het Belgisch Paviljoen op de
Biënnale komen vele excellenties, van Waals
minister van Cultuur Joëlle Milquet (CDH)
tot Vlaams Cultuurminister Sven Gatz (Open
VLD). Misschien gaan we elkaar dus in Venetië zien, om in België iets te kunnen doen.
Vreemd, maar zo lijkt het te gaan.”
Jean-Marie Binst
‘Heartbreak Hotel’ loopt tot 15 september
2015 in Zuecca Project Space, Giudecca, Venetië, www.vanahaertensartcollection.com
Waarom BDW van op afstand
aandacht besteedt aan de Brusselse kunst die in de Bïennale van
Venetië te zien is? Omdat de publiek-private samenwerking (PPS)
voor het etaleren van moderne en
hedendaagse kunst in Brussel onbeslist blijft. De politieke lancering
van het concept van Citroën terzijde gelaten, beweegt er weinig.
Walter Vanhaerents: “Ik ben jaren
geleden aangezocht door Michel
Draguet, directeur van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, om in een denkwerkgroep
rond moderne en actuele kunst te
zitten. Opties voor een vijftal locaties, waaronder de Heizel, werden
toen afgetoetst, maar Citroën was
daar niet bij. De PS-burgemeester
van Charleroi, Paul Magnette, had
een groep van 125 ‘wijzen’ aangeschreven, maar ik vond dat zo
een groep niet kon functioneren.
Een tiental specialisten uit het
galerie- en verzamelaarscircuit
en fiscalisten en juristen: dat was
werkbaar geweest. De ruimte en
mogelijkheden om hedendaagse
kunst museaal te tonen ontbreken bij de overheid. Er zijn
geen middelen. Wij, als privépersonen, kunnen niet het voortouw
nemen in een PPS. Het is aan de
overheid om iets te ontwikken
en dit ons voor te stellen. Maar
zover staan we vandaag niet. Tot
zolang zit de moderne kunst in de
reserves. Zonder naar de private
sector te stappen zal er nooit iets
gerealiseerd kunnen worden.
Nochtans bewijst het Eurostadion
dat er met privaat kapitaal nog
iets te realiseren valt in Brussel.”
JMB
BDW 1474 PAGINA 16 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Sport > 22ste Stadskriebels laten menig Brusselaar proeven van ruim sportaanbod
Stad vervelt tot sportterrein
BRUSSEL – Afgelopen weekend
verdrongen de evenementen
elkaar haast in Brussel. Met het
Irisfeest, Mix Central, Stadskriebels en opendeurdag bij de
Europese instellingen was het
niet makkelijk kiezen uit het
aanbod. Een BDW-fotograaf trok
zijn sporttenue aan en trok naar
Stadskriebels.
Stadskriebels, een initiatief van
de VGC-sportdienst, was aan zijn
tweeëntwintigste de editie toe. Het
evenement doopt jaarlijks een verkeersvrije zone om tot sport- en
spelterrein.
Ook afgelopen zondag waren op
tal van plaatsen sportdemonstraties en -initiaties aan de gang, net
als sportieve en andere attracties,
gratis fietsgravures, live muziek en
installatietheater, en gezellige picknickplekken.
Voor deze editie bundelde de VGCsportdienst het overgrote deel van
het sportaanbod in zes themazones,
gaande van een bundel ‘onbekende
en verrassende sporten ontdekken’
– of deed u al aan wackitball of citygolf? – tot urban- en straatsporten
zoals ropeskipping, free running en
freestyle straatvoetbal.
Op Stadskriebels, waar ook Buurtsport Brussel aan meewerkt, was er veel vertier voor jonge sporters.
© BART DEWAELE
Voor iedereen
Net zoals in de reguliere sportwer-
Cultuur > Jongeren tonen hun podiumkunsten
Dansers acteren en acteurs dansen
Transfo Collect is een samenwerking tussen het Rits en GC De Kriekelaar en helpt jongeren tussen zestien en 26 jaar met het verkennen en
ontwikkelen van een eigen artistiek
profiel. “Het is een pedagogisch project, het is niet de bedoeling dat we
een theatercollectief zijn,” zegt Jeff,
coördinator van Transfo Collect.
“We willen jongeren die door hun
sociale of culturele achtergrond niet
in contact komen met kunst maar
er eigenlijk onderling wel mee bezig
zijn, toch de kans geven te kunnen
doorstromen naar de kunstsector of
kunstscholen.”
Dit gebeurt met behulp van professionele begeleiders die de jongeren
helpen met experimenteren en leren. “De begeleiders zijn eigenlijk
zelf van straat geplukt. Met Transfo
Collect volgen we namelijk de jongerenwerking van Union Suspecte,
en een groot deel van de begeleiders
komt daar vandaan. Ze willen deze
manier van werken doorgeven aan
de jongeren die na hen komen om
hen dezelfde kansen te bieden die
zij kregen.” Op 16 en 17 mei kruipen de jongeren op het podium om
het publiek te tonen uit welk hout
ze gesneden zijn. “Het is geen voor-
© archief
BRUSSEL - Transfo Collect spoort jongeren op die de weg naar theater
niet kunnen vinden. Wekelijks worden deze jongeren onder professionele
begeleiding gestimuleerd om hun talenten te ontwikkelen en de grenzen
van hun kunnen te verleggen.
foto-onderschrift
stelling die af is want wat we doen is
een eeuwig work in progress,” zegt
Geert, de artistieke leider. “We vertrekken vanuit hun eigen potentieel
maar proberen via allerlei workshops alles samen te brengen. Eerst
oefenen ze dus individueel, daarna
tonen ze alles aan elkaar en dan kan
het monteren beginnen. Daarom
is het project zo grensverleggend,
het is interdisciplinair en dus gaan
dansers ook acteren en acteurs ook
dansen.”
Margo Claeys
Het toonmoment van Transfo
Collect, ‘Life/Work in progress’
op 16/5 om 20u en 17/5 om 15u
in Bronks (Varkensmarkt 15-17,
1000 Brussel). Reserveren via
www.transfocollect.com of 02245.75.22. Toegang: vrije bijdrage.
BDW 1474 PAGINA 17 - DONDERDAG 14 MEI 2015
© BART DEWAELE
Sportkriebels richt zich heel bewust tot een zo ruim mogelijk publiek.
© BART DEWAELE
Nick
Trachet
BRUSSEL EN DE WERELD
CULINAIR ONTDEKT
Nieuw patatjes
Avontuurlijke jongens konden zich bewijzen in de survival run in de
Dansaertstraat.
king besteedde de VGC-sportdienst
in het programma veel aandacht
aan allerlei doelpublieken. Zo was
er in samenwerking met het Brussels Ouderenplatform de themazone ‘Seniorkriebels’ uitgewerkt, waar
ouderen konden (her)ontdekken dat
sport ook nog iets voor hen is. Voor
sporters met een beperking was er
karate.
Hoogtepunt was de Urban Trophy,
een hindernissenloop in de Dansaertstraat.
Kim Verthé
ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning
zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand
a
Verzekerd verhuurbeheer
a Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie
a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be
02 412 72 44
In de boerderijwinkel waar ik deze maand ging
kijken, lagen de traditionele zakken met 10 kilo
aardappelen te wachten, maar ik zag ook al een
kist met ‘nieuwe’ aardappelen. Waren die wel
nieuw?
Toen niemand keek, liet ik mijn duimnagel over
een aardappel glijden. Het dunne velletje kwam er
spontaan af. “Yes,” dacht ik, “die wil ik.” Om ermee
het ritueel uit te voeren dat mijn vader elk jaar weer
uitvoerde met de nieuw patatjes.
Op aardappelgebied leven we in een overgangsperiode. De oude aardappelen beginnen er al wat sip uit
te zien. Voor de nieuwe oogst bewaaraardappelen
moeten we wachten tot september/oktober. Het is
dus pasta- en rijsttijd, of uiteraard een feest voor
al de knollen en wortelstokken die op ons liggen te
wachten in de tropische winkels.
Maar ik ging toch nog maar eens bij mijn patattenboer langs. Ik heb nog familieleden die zweren
bij de dagelijkse pieper en dan neem ik er toch ook
maar wat ‘oude’ mee, zeker als ze van ‘vroongronden’ komen, de velden waar het zand van de duinen
de polders raakt. Zand is er op de klei gestoven.
Er wordt nog vaak gepocht met “polderpatatten”,
maar die deugen niet. Aardappelen hebben zand
nodig om te gedijen. In zuivere klei wordt het niets.
Dus kiezen we voor aardappelen van net achter de
duingrens, waar het zand nog over waait.
Nieuwe aardappelen krijgen niet zo vaak aandacht.
Wanneer de nieuwe aardbeien eraan komen, soms
nog niet eens uit hun pampers gewassen, maken
de media er zich al druk over. Aspergeseizoen? Alle
kijkbuiskoks staan klaar om ze aan te prijzen. Maar
nieuwe aardappelen? “Die zijn nog niet van hier,”
roepen de groentenationalisten. Het is waar, hoe
vaak zie je geen nieuwe aardappelen uit Cyprus? Of
uit Turkije. Tenzij ze uit Noirmoutier in Frankrijk
komen, maar dan kosten ze ongeveer evenveel als
asperges. De lijst van vroege aardappeltjes met een
pedigree en een beschermde herkomst wordt elk
jaar weer langer, zelfs de Waalse cornes de gatte
(geen vroege aardappel) zullen op die lijst komen.
Uit Vlaanderen? Niemendal. Zelfs Hollanders hebben hun beschermde Opperdoezer ronde.
Maar terroir of stamboom zijn niet eens het belangrijkste voor een nieuw patatje. Wat wij vragen
is dat ze inderdaad piepjong zijn, onvolgroeid en
onvolwassen. Het genot van de jonge aardappel ligt
hem in die groenheid, die metaalachtig plantaardige
smaak van een knol die zijn zetmeel nog niet volledig heeft aangemaakt.
Waar dan toch over nieuwe aardappelen
wordt bericht, schrijft men dat ze pas in
juni of juli te koop zullen zijn. “Want
daarvoor is de schil nog niet volgroeid.”
Dat is een argument van de groothandelaar en de supermarktverkoper.
Zij willen producten die niet beschadigd worden tijdens het transport en
de bewaring. Aan exquise smaken en
tere huidjes hebben zij lak. Wanneer een
aardappel volgroeid is, is hij per definitie
ook niet nieuw meer. Het zijn vroege rassen,
dat wel, maar geen nieuwe aardappelen!
Daarom was ik zo blij dit poosje echt nieuwe patatjes te zien liggen, zeker uit de kuststreek. Ze kosten
wat meer dan de spotgoedkope bewaaraardappelen
zoals ze bij de boer liggen, maar ze zijn het kopen
meer dan waard.
Nieuwe aardappelen zijn geen bewaaraardappelen,
schreef ik al. Ze mogen dus ook niet bewaard worden. Koop er weinig en consumeer ze snel. Het plezier van de versheid neemt met de dag af.
Zijn het goede aardappelen? Krab er aan met de
duimnagel, het grondgekleurde velletje moet er gewoon zijn af te wrijven. Ze mogen ook niet knalgroen
zijn. Thuisgekomen schraapt u ze onmiddellijk met
een mesje of met een borsteltje. Niet schillen. Wat
ooit de schil zal worden, blijft er aan. Als u ze niet
kan schrapen of borstelen, dan zijn het al niet echt
nieuwe aardappelen meer.
Dan komt het koken. Mijn vader deed dat in twee
keer. Eerst werden ze in koud water opgezet en eenmaal aan de kook werd dat eerste water afgegoten
en vervangen door vers kokend water uit de moor.
Dat was om het vergif van de jonge aardappelen te
“Nieuwe aardappelen
zijn geen bewaaraardappelen. Ze mogen
dus ook niet bewaard
worden. Koop er weinig
en consumeer ze snel”
verwijderen. Solanine is een aardappelgif dat ernstig kan zijn en niet verdwijnt door koken. Maar het
verdunt wel in het kookwater. Bij sommige gevoelige
personen (jonge kinderen) kan solanine voor buikpijn zorgen. In het verleden zouden kloosterlieden,
zoals de heilige Teresa van Avila, verse aardappelen
(maar dan vooral het loof ) hebben gebruikt om high
te worden. Meer recentelijk rookte men aardappelloof wanneer er geen tabak te krijgen was. Zoals
tijdens de oorlog. De meeste gewone mensen hebben er verder nooit last van, maar dat tweemaal koken was meer een ritueel dan een noodzaak. Bij het
tweede water pas zout bijvoegen. Uiteraard.
Wanneer de jonge patatten gaar zijn, is het smullen. Warm, maar ook koud in een slaatje. Verder kun
je ook de kleine nieuwe piepers onmiddellijk bakken, zonder ze eerst te koken. Doe dat liefst in echte
smout van het varken. Ruim vet voorzien en niet te
hoog op het vuur zetten. Nu en dan eens met de (gesloten) pot schudden tot alles onder de druk van een
priem gaar wordt verklaard. Dat is pas de smaak van
de lente. Smakelijk.
[email protected]
De hele reeks nalezen?
www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1474 PAGINA 18 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Theater > Afzwaaiende directeurs leiden fictief eengemaakt stadstheater
Koninklijke Vlaamse
Théâtre National
die behalve bij ons ook in Bergen te
zien zijn geweest, of Missie dat ik
ook op het Festival de Liège heb geprogrammeerd.”
Goossens en Colinet: “Onze samenwerking heeft het bewijs geleverd dat een gemeenschappelijke culturele ruimte in
onze stad maar ook in het land geen fata morgana is.”
BRUSSEL – Voor hun laatste seizoen als intendanten
van KVS en Théâtre National hebben Jan Goossens, die
vanaf 2016 het festival van Marseille gaat leiden, en
Jean-Louis Colinet, die terug fulltime bij het Fetsival de
Liège aan de slag gaat, een verrassing in petto.
D
e fusie is fictief in de zin dat
het initiatief wellicht een
eenmalig statement betreft
voor 2015-2016. Maar ze is ook heel
concreet aangezien KVS en TN voor
dat seizoen een gemeenschappelijk
programma hebben gemaakt, dat ze
presenteren in een gemeenschappelijke brochure en op affiches met
hetzelfde artwork, en dat ze onder
meer met een gezamenlijke abonnementsformule aan hun vermengd
geraakte publiek verkopen. Als het
technisch mogelijk was geweest,
dan hadden de twee naburige stadstheaters zelfs de billeterie samen
gedaan. Een opmerkelijke démarche waarmee de twee directeurs de
verworven common ground lijken te
willen consolideren voor ze medio
2016 na twaalf jaar dienst gelijktijdig zullen vertrekken.
Jan Goossens: “Ons vertrek was
een aanleiding maar niet de voornaamste. Het was niet de bedoeling
om er een nostalgisch afscheidsjaar
van te maken, maar te kijken of we
na bijna tien jaar structureel samenwerken nog een stap verder konden
zetten. We hebben al samen gepresenteerd, samen geproduceerd, festivals gedaan, en onze artiesten en
huizen aan elkaars publieken geïntroduceerd. Nu integreren we onze
programma’s in één fictief Brussels
stadstheater voor een seizoen. Die
seizoensprogramma’s hebben trouwens als bijkomende inhoudelijke
rode draad dat ze heel erg inzetten
op een jonge generatie die we nog
een duwtje in de rug willen geven.”
Jean-Louis Colinet: “Vanaf onze
eerste ontmoeting zagen we dat we
gelijklopende ideeën hadden over
theater, de samenleving, en de relatie tussen beide. Toen we in 2006
startten met ons gezamenlijke label
Tournée General veranderde dat de
gewoontes voor culturele instellingen die niet van nature de gemeenschappen verbinden zoals Bozar, het
Kunstenfestival of Flagey. Dit is een
volgende symbolische stap.”
Wat zien jullie als
de belangrijkste
verwezenlijkingen van de
afgelopen tien jaar?
Goossens: “Ik ben zeer blij dat
het KVS-publiek vandaag ook 30 à
40 procent anderstaligen telt. Dat
onze artiesten en voorstellingen
referentieprojecten zijn voor de
stad als geheel. Dat artiesten als
Fabrice en David Murgia, Joël Pommerat, Raoul Collectif het Vlaamse
theaterlandschap beroeren, en Tom
Lanoye, Josse De Pauw, David Van
Reybrouck en tg Stan het Franstalige.”
“De 30 à 40
procent
anderstaligen
in onze zalen
wegen zeker
op tegen de
investeringen”
Colinet: “Een paar weken geleden
stond Revue Ravage nog in TN, onze
coproductie die van het begin tot
het einde in het Nederlands wordt
gespeeld. Onze grote zaal van 750
toeschouwers zat de hele week vol
met een zeer gemengd publiek. Dat
© DANNY WILLEMS
iedereen dat intussen normaal is
gaan vinden is een mooi voorbeeld
van wat we al bereikt hebben. Ik
werk vaak met jonge kunstenaars
en die komen me steeds vaker zeggen dat ze ook een versie in het Nederlands willen maken om ook in
Vlaanderen te kunnen spelen. Ook
de politieke wereld langs Franstalige
kant is enthousiast, al heeft dat bijvoorbeeld niet geleid tot steun in het
kader van het Cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen
en de Franse Gemeenschap. Terwijl
we Tournéé General bovenop ons
gewone programma deden en de investeringen voor boventiteling niet
gering zijn. Alleen het Gewest is ons
daarvoor wat bijgesprongen.”
Zou de doorbraak van Tom
Lanoye in Franstalig België
er gekomen zijn zonder het
samenwerkingsverband van
KVS en TN?
Colinet: “Alles begint natuurlijk bij
het uitzonderlijke talent van een artiest als Lanoye, maar ik denk inderdaad niet dat de weerklank in Wallonië zo groot was geweest als er
niet dat startpunt was geweest met
de tweetalige presentatie van Sprakeloos in TN. Het publiek was daar
echt weg van. Net zoals van Josse
De Pauw, Jos Verbist en Antigone uit
Kortrijk, Guy Cassiers en Toneelhuis
Jullie hadden natuurlijk ook
gewoon kunnen voortdoen
zoals jullie bezig waren. Met
deze stap verder willen jullie
toch een punt maken.
Goossens: “We willen de samenwerking op deze manier nog zichtbaarder en onvermijdelijker maken.
Want ik heb niet het gevoel dat onze
manier van werken al definitief verworven is als ik het politieke klimaat
in Vlaanderen en Wallonië zie, of
als ik in het Vlaamse regeerakkoord
lees dat de Vlaamse instellingen in
Brussel vooral als uithangbord van
hun gemeenschap moeten fungeren. Toch is dit geen politieke provocatie. We willen met een kwinkslag de vraag stellen of het toch niet
een beetje vreemd blijft dat alles in
Brussel onder aparte daken blijft
zitten en gefinancierd wordt vanuit
twee gescheiden gemeenschappen.
Terwijl een Brusselse visie en een
eengemaakt cultuurbeleid dat inspeelt op de heterogene realiteit van
een stad uitblijft.”
“Onze samenwerking heeft het bewijs geleverd dat een gemeenschappelijke culturele ruimte in onze
stad, maar ook in het land, geen fata
morgana is. Als je daarin investeert
en je geeft ze een eerlijke kans, dan
varen publiek en artiesten daar wel
bij. En het doet onze cultuurhuizen tickets verkopen. Ook als ik alleen maar naar onze ticketverkoop
van de afgelopen jaren kijk, moet ik
niet aarzelen. Die 30 à 40 procent
anderstaligen in onze zalen wegen
zeker op tegen de investeringen die
KVS vanaf het begin al heeft gedaan
voor boventiteling en dergelijke.”
Zou dit initiatief ook een
permanent karakter kunnen
krijgen?
Colinet: “Wij weten natuurlijk niet
wat de prioriteiten van de volgende
directeurs zullen zijn. Ik ken mijn
opvolger zelfs nog niet. Maar het is
niet de bedoeling om nog eens een
extra structuur op poten te zetten,
wel om onze gelijklopende rol en
theatrale visie te accentueren.”
Goossens: “Het is een open uitnodiging aan onze opvolgers om na te
denken over hoe het in de toekomst
met deze twee huizen verder kan. Ik
weet niet wat Michael De Cock artistiek van plan is, maar ik denk wel
dat hij iemand is die voor een Brussels stadstheater zal blijven kiezen.”
Michaël Bellon
BDW 1474 PAGINA 19 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Artists in residence Charles De Coster in München
Petekind van een aartsbisschop
De Coster overleed in armoede omdat zijn meesterwerk La légende et les aventures héroiques,
joyeuses et glorieuses d’Ulenspiegel et de Lamme
Goedzak au pays de Flandres et ailleurs uit 1867
aanvankelijk minder bijval kreeg dan het later
(ook in het buitenland) te beurt zou vallen. Al
kreeg De Coster in 1894 al een eerbetoon in Elsene, in de vorm van het standbeeld van Tijl en
Nele dat nog altijd aan de Vijvers te vinden is.
Maar wat misschien minder bekend is, is dat
De Coster op 20 augustus 1827 geboren werd
in de Beierse stad München en dat hij ook daar
zijn eerste vier levensjaren doorbracht. De Coster was de zoon van een Waalse moeder – Anna
Maria Catreul uit Hoei – en een Vlaamse vader
– Augustijn Jozef De Coster uit Ieper. Die laatste was rond die periode hofmeester van graaf
Charles Mercy d’Argenteau, de aartsbisschop
van het Libanese Tyrus, die op dat moment
nuntius was aan het Beierse hof in München,
én die Charles’ peter werd.
Hoewel vier jaar niet veel is, is het toch verleidelijk om De Costers jaren in München niet helemaal los te zien van zijn latere leven en werk. Om
te beginnen is het natuurlijk opmerkelijk dat het
petekind van een aartsbisschop uitgroeide tot
© MARIE-HELENE CINGAL
BRUSSEL – Charles De Coster is, zoals wij
allen weten, een Brusselaar. Hij woonde bijna
zijn hele leven in Elsene, in de Gewijde Boomstraat 116, waar hij ook overleed op 7 mei
1879. Maar hij werd ver hier vandaan geboren.
Bruxelles. De keuze voor deze instelling staat
zijn katholieke peter natuurlijk niet aan, waardoor die zijn handen van hem aftrekt. Maar
dat verhindert De Coster allerminst zijn kunstenaarsdroom te blijven najagen. Helemaal in
de geest van vrijbuiter Tijl Uilenspiegel, die de
clerus het liefst een neus zet. Bovendien is er
nog een parallel tussen Charles en Tijl, want ze
verliezen allebei vroegtijdig hun vader.
Mythologie
Het standbeeld van Tijl en Nele aan de Vijvers van Elsene.
de vrijzinnige, zeg maar anti-klerikale kunstenaar die volwassen De Coster zeker was. In het
voorwoord van een oude Nederlandse vertaling
van De legende van Tijl Uilenspiegel suggereren
zijn tijdgenoten en vrienden Hector Denis, Charles Potvin en Francis Nautet zelfs dat het goede
leventje in München de levenshouding van De
Coster beïnvloed heeft: “De kleine De Coster,
een engeltje van een knaap, sleet dus zijne eerste
levensjaren in het paleis van den aartsbisschop,
midden in weelde, in bloemen, geliefkoosd
door zijne ouders en zijnen peter. Zijn eerste
opvoeding was dus zeer aristocratisch en die
indrukken blijven gewoonlijk onuitwischbaar.”
De verhuis naar Brussel, waar Charles naar de
kostschool van het Sint-Michielscollege moet,
valt hem bijgevolg zwaar.
In biografische beschrijvingen wordt De Coster
vaak neergezet als een eigenzinnige dromer.
Zijn geregeld baantje als ambtenaar bij de Société Générale zegt hij in 1850 op om Rechten
te gaan studeren aan de Université Libre de
Overigens ontleende De Coster het hoofdpersonage en een deel van de verhaalstof voor De
legende… aan Duits literair erfgoed. In zijn
bewerking komt Tijl zelfs een paar keer dicht
bij München – als hij zich in Bamberg wil laten betalen om een copieuze maaltijd te eten,
en in Nürnberg als zogenaamde wonderdokter
een ziekenhuis laat leeglopen. De volksheld
Till was al in de Middeleeuwen actief in Nedersaksen voor de schrijver hem naar Vlaanderen
haalde. De Coster vulde de legende aan met
oude teksten, verslagen en kronieken die hij
als jurist aan het Rijksarchief tegenkwam. Zo
werd de picareske figuur niet alleen symbool
van het verzet tegen de Spaanse onderdrukking, maar ook van de integratie van Vlaamse
en Germaanse mythologie in de Franstalige
Belgische literatuur.
Michaël Bellon
www.brusselnieuws.be/inresidence
ADVERTENTIE
VERKEN DE STAD
Schrijf u in voor één van de zes WOONTOURS in 2015.
Ontdek de 118 wijken via
‘BRUSSEL OP KAART’.
WWW.WONENINBRUSSEL.BE
Waar wilt u wonen? In Brussel.
Op zoek naar een plek in Brussel om te huren of te kopen?
Alleen, met z’n tweeën of met uw gezin en de hond? Het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat uit 19 gemeenten en
118 wijken. Van rustige buitenwijken tot het levendige centrum.
Ontdek uw stad.
BDW 1474 PAGINA 20 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Vanessa Crasset: “Daklozen krijgen het steeds moeilijker om verder te kijken dan de mechanismen die ze nodig hebben om te overleven.”
© MARC GYSENS
Vanessa Crasset, radiomaakster
‘De tijdbom tikt’
BRUSSEL – Er zijn aangenamere dagen om iemand te ontmoeten
dan een compleet uitgeregende donderdag. Weinig plekken zijn
echter mooier dan de site van het Pispotfestival. Ondanks de
ietwat troosteloze omgeving, de Ninoofsepoort, waar daklozen,
professionelen uit de thuislozensector en vrijwilligers die aandacht
vragen voor meer menselijke waardigheid straatsolidariteit
samentroepen. Vannessa Crasset maakte ‘Les Experts du Bitume’,
een radiodocumentaire met getuigenissen van daklozen.
S
ociaal engagement werd Vanessa Crasset thuis met de paplepel ingegeven. Het
mag dan ook niet verwonderen dat ze
Politiek en Sociologie heeft gestudeerd aan de
ULB.
“We hadden het niet breed, maar mijn ouders
hebben me steeds voorgehouden dat een mens
moet helpen waar hij of zij maar kan. Dat solidariteit belangrijk is. Ook ben ik steeds gevoe-
lig geweest voor wat ik op straat zag, buiten de
marge. Ik had een zwak voor mensen die het
minder makkelijk hebben in de maatschappij.
Zo ben ik al jong tot het besef gekomen dat
het plots steil bergaf kan gaan. Dat je zomaar
op straat kan belanden, zelfs als het je eigen
schuld niet is. Een besef dat nooit meer kan
uitgewist worden. Het heeft mijn sociaal geweten en engagement alleen maar versterkt.
Hulp kan dikwijls in kleine dingen schuilen.
Een maatschappij moet samen opgebouwd
worden zonder dat iemand uit de boot valt.”
Dat Crasset op die manier onderweg Laurent
d’Ursel zou leren kennen, was bijna een evidentie. d’Ursel is een man van adel met een
eigen agenda, die al jaren met aanstekelijk enthousiasme op de barricade staat voor wie het
manna niet uit de hemel valt.
“Samen hebben we de ‘Manifestatie voor de
daklozen’ georganiseerd, die aan de basis lag
van de oprichting van de vzw DoucheFlux door
Laurent. Zo ben ik na een tijd op het idee gekomen om een Radioatelier op te richten voor wie
leven zonder een dak boven het hoofd dagdagelijkse realiteit is. Het woord geven aan mensen
die o zo weinig kansen en middelen hebben
om afstand te nemen van hun ervaringen, van
de sociale situatie waarin ze beland zijn. Twee
jaar lang heb ik dat gedaan. Het was mijn taak
om de daklozen een hand aan te reiken, hen
een forum te geven. Voor een moment van
zelfreflectie, het uiten van hun gevoelens.”
“Het heeft me ontzettend veel geleerd, de drive
gegeven om een stap verder te gaan, te getuigen over wat ik hoorde en zag. Dat daklozen
het materieel allerminst goed hebben, mag
overduidelijk zijn. De grootste problemen liggen echter op psychisch vlak. In die zin dat ze
het steeds maar moeilijker krijgen om verder
te kijken dan de mechanismen die ze nodig
hebben om te overleven. Zonder nog in staat
te zijn om sociale relaties op te bouwen. Iets
wat in mijn ogen onaanvaardbaar is.”
Chérifa
Die stap verder gaan was het maken van de
radiodocumentaire Experts du Bitume. Getui-
BDW 1474 PAGINA 21 - DONDERDAG 14 MEI 2015
jaar lang ben ik met daklozen naar haar school
geweest. Waarbij we om te beginnen discussierondes hebben georganiseerd. Ontmoetingen van de leerlingen met mensen die op de
straat en van de straat moeten leven. Een confrontatie van de realiteit met onschuld, met
vooroordelen ook.”
“Het heeft bij die jongeren iets wakker gemaakt: ze hoorden en leerden dingen waarvan
ze voorheen zelfs niet het flauwste vermoeden
hadden. Hun eerste reactie was een actie voeren op school, om geld in te zamelen. Ik heb
toen gezegd: ‘Allemaal goed en wel, maar denk
je dat het echt zal helpen? Denk je niet dat het
slechts een druppel op een hete plaat zal zijn?’
Waarop ze voor zichzelf hebben uitgemaakt
dat ze de politici zouden aanspreken, de mensen die iets kunnen veranderen. Schriftelijk.”
“Het heeft mijzelf een bijkomend elan gegeven. Wat brengt het bij om na te denken, te
praten en te getuigen, wanneer het binnen een
luchtbel blijft van het beperkt publiek dat onze
radiozender bereikt? Wanneer de openbare
ruimte niet aangesproken wordt? Dus heb ik
al die woorden vastgelegd in een geluidsdocumentaire op cd. Met de wil om dit document
op het bureau te brengen van de mensen die
iets aan de bestaande situatie kunnen veranderen. De verkozenen binnen het Gewest, het
verenigingsleven. En, om op langere termijn
de cd aan te bieden aan de onderwijssector als
pedagogisch instrument. Het is een werk van
stap voor stap, aangezien onze middelen nu
eenmaal beperkt zijn.”
“Het is hartverwarmend dat de getuigenissen
op de cd niet enkel zeggen: ‘Ik ben een slachtoffer en ik wil dat iedereen het weet.’ Het is
niet enkel geweeklaag. Het is meer dan dat,
veel meer. Het is ontroerend om een getuigenis te horen die impliciet zegt: ‘Voor mij is het
te laat, maar het is belangrijk de stand van zaken te veranderen zodat in de toekomst mijn
lot jongeren van nu misschien bespaard zal
blijven.’ Het is bewonderenswaardig dat mensen die zich in zo’n precaire situatie bevinden
de moed en de energie kunnen opbrengen
om te denken aan anderen, aan de toekomst.
Te zeggen: ‘We bestaan, we kunnen meetel-
3 VRAGEN AAN CARINE GOL-LESCOT
Tijdbom
Maar ondertussen is de realiteit wat ze is. En
die is schrijnend.
“De officiële cijfers spreken op dit moment
over 2.600 daklozen. Daar zijn steeds meer
jongeren bij. Het is een cijfer dat de werkelijkheid niet weerspiegelt, want is het is maar zeer
de vraag wie men in de statistiek wil opnemen.
Erger nog, de initiatieven van de overheid om
een kentering in gang te zetten zijn uiterst miniem. De hulp komt voornamelijk van wat het
verenigingsleven aanreikt. En wel voor 80 procent. Maar de samenwerking zou beter kunnen, nu is iedereen nog een beetje in zijn eigen hoekje aan het vechten. Dat beter kunnen
is ook broodnodig, mede omdat het discours
van de huidige machthebbers niet bepaald getuigt van sociale bekommernis. Integendeel.
Wat er nu is, is niet voldoende: een evidentie
voor wie een sociaal geweten heeft. De situatie omdraaien is ook perfect mogelijk binnen
de middelen die onze maatschappij voorhanden heeft. Maar toch gebeurt het niet. Om de
symptomen aan te pakken wordt er wel iets
gedaan, om de oorzaken aan te pakken wordt
er niets gedaan.”
En waar, waar is meer armoede in ons landje
dan in de hoofdstad van Europa? “Ik ben werkelijk gehecht aan Brussel, omdat het een stad
is die je moet verdienen. Die zich niet zomaar
blootgeeft aan iedereen. Brussel is geen verleidster, soms vraag ik me zelfs wat toeristen
er in ’s hemelsnaam in zien. Maar Brussel is
gestaag dat karakter aan het verliezen, is minder en minder dwarsligger aan het worden.
Mikken op blingbling en het opbouwen van
een imago, het aanlokken van buitenstaanders
die op hun wenken willen bediend worden: dat
stemt me triest. Het centrum van de Vijfhoek
begint met de dag meer op een attractiepark te
lijken. Chique en netjes in plaats van boeiend.
Wie niet in het plaatje past, wordt aan de kant
geschoven: dat revolteert me.”
“Het is een probleem dat blijkbaar onderschat
wordt door de overheid en de verkozenen. Alles in mij zegt dat we op een tijdbom leven. Het
oogt misschien niet onmiddellijk zo omdat de
Brusselaar, net als de Belg, veel kan hebben,
zonder onmiddellijk te reageren. Maar het zou
me niet verwonderen als de boel vroeg of laat
zou ontploft en dan zijn er veel die grote ogen
gaan trekken.”
Karel Van der Auwera
Carine Gol-Lescot: “We wilden niet morrelen aan de succesformule.”
‘De tijd nemen en
cultuur gaan samen’
UKKEL – Een helder plannetje van Ukkel
en Linkebeek met gekleurde stippen nodigt uit om een route uit te stippelen. Het
tweejaarlijkse Kunstenaarsparcours, dat
plaatsvindt tijdens het Pinksterweekend,
is een samenwerking tussen de ploegen
van de Cultuurschepenen Carine GolLescot en Valérie Geeurickx.
Wordt de tiende editie iets speciaals?
Carine Gol-Lescot: “Op zondag geven
steenhouwers een demonstratie op het
Sint-Jobplein, waarna je ook zelf aan de slag
kunt. Ook hebben we onze catalogus en
plattegrond een grafische verjongingskuur
gegeven. In een oogopslag kan je nu selecteren op discipline zoals schilderkunst, fotografie, 3D, of op kunstenaarscollectiefjes.
Voor de rest wilden we niet morrelen aan de
succesformule van het parcours. Dankzij
het vriendschapscharter tussen de gemeenten Ukkel en Linkebeek organiseren we dat
al vanaf de eerste editie samen. Door de uitgestrektheid van Ukkel is de affiniteit van
Ukkelse kunstenaars die op de grens met
Linkebeek wonen soms ook groot met de
randgemeente.”
Het krioelt van de kunstenaars bij u?
Gol-Lescot: “We hebben lijsten van onze
artiesten die regelmatig geüpdatet worden.
Ook via het gemeenteblad Wolvendael bereiken we altijd nog enkele verborgen parels.
Deze editie zijn er ongeveer 155 Ukkelse en
30 kunstenaars uit Linkebeek die hun atelier of woning openhouden. Of ze tonen hun
werk in cultuurhuizen en enkele bijzondere locaties: La Roseraie, L’Harmonium,
GC De Moelie, OCMW-rusthuis Domein
Neckersgat, Le Louis XV, Huize Lismonde,
L’Usine, De Dekenij-Kunstenhuis van Ukkel, L’Estaminet des Tropiques, De Hoeve
Holleken, Ecole d’Art d’Uccle en Kapsalon
Foty.”
Hoe ziet uw ideale wandeling eruit?
Gol-Lescot: “Ik ga niet iedereen afhaspelen, omdat ik ook eens wil stilstaan om een
speciale techniek en een kunstopvatting te
leren kennen. Tijdens vorige edities leverde
dat al mooie ontmoetingen op die aanleiding gaven tot nauwere samenwerkingen,
zoals de houtsculptuur van Pierre Rulens
op het Guido van Arezzoplein (met hout van
het dak van het Longchampzwembad, AD)
of de expo van Jacques Van Nerom in de Dekenij. Hoe dan ook, ik weet nu al dat ik op
een bepaald moment een pauze inlas om al
dat moois te “verteren”. Om cultuur te appreciëren, neem je best de tijd.”
An Devroe
De hele reeks nalezen?
www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
TENTOONSTELLING 120 JAAR ANV. Het Algemeen-Nederlands Verbond
viert zijn 120e verjaardag met een overzichtstentoonstelling. Aan de hand van een
portrettengalerij en uitzonderlijke archiefdocumenten vertellen de leden van het
ANV de geschiedenis van de vereniging. De tentoonstelling duurt nog tot 22 mei
en vindt plaats in het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel (AMVB:
POPPENArduinkaai 28, 1000 Brussel). Alle weekdagen open van 10u tot 17u.
THEATER JANINE BUG ZOEKT ONDERDAK. Janine Bug is woordloos theater met marionet en muziek. Het is een karakterschets van een vrouw die alleen
is, wanneer plots de melancholie toeslaat. Op 16 mei vindt om 20u30 in GC Ten
Weyngaert een open repetitie plaats (vrije bijdrage). De officiële première is voor na
de zomer. De artieste, Giulia Palermo, is nog op zoek naar plekken die de productie
MET DE BEURSSCHOUWBUS NAAR ESSEN. Omdat het
een kans willen bieden.
gebouw vol zit met het Kunstenfestivaldesarts, organiseert Beursschouwburg een weekend
op een ander. Op donderdag 21 mei en vrijdag 22 mei rijdt de beursschouwbus naar en van
Essen met een handvol kunstenaars en publiek. Donderdagavond is er mogelijkheid om
te blijven slapen op de indoorcamping. De tweedaagse gaat door in PACT Zollverein, een
kunstencentrum gelegen op een industriële site waar kunst het overgenomen heeft van
de koolmijnindustrie. Er zijn voorstellingen van the queen of metamorphosis Miet Warlop
(Mystery Magnet) en the king of failure Feiko Beckers (Deadpan and Disco). Op donderdag is
er muziek van de Belgische bands Dans Dans en STUFF en op vrijdag van de Duitsers Felix
Kubin en James Pants. Er is ook een expo met onder andere videowerk en sculpturen. De
MC
prijs is 11 euro of 6 euro reductieprijs. Meer info op www.beursschouwburg.be. CULTUUR KORT
“Ik ben werkelijk
gehecht aan
Brussel, omdat
het een stad is die
je moet verdienen.
Die zich niet
zomaar blootgeeft aan
iedereen”
len voor de anderen.’ Verder te denken dan de
eigen miserie, de dagelijkse strijd om aan het
nodige te kunnen geraken om te overleven. En
dat verdient respect, ontzettend veel respect.
Ik kan alleen maar gelukkig zijn dat ik de kans
heb om mijn steentje daartoe bij te dragen.”
© an devroe
genissen in woord van daklozen die inzicht
geven, op zich zelfs een analyse vormen. Het
project werd opgezet in samenwerking met
Chérifa Billami, een leerkracht van het Institut Marie Immaculée Montjoie in Anderlecht,
en haar leerlingen in sociale technieken en
animatie.
“‘Met DoucheFLUX meet schools wil Chérifa
daklozen de kans geven om hun verhaal voor
de klas te vertellen, om haar leerlingen sociaal
bewuster maken, om hen een beter inzicht te
geven in de moeilijkheden van het leven. Een
Voor meer inlichtingen over ‘Les Experts
du Bitume’: [email protected].
BDW 1474 PAGINA 22 - DONDERDAG 14 MEI 2015
Triatlon > Claire Michel wil net als moeder naar de Olympische Spelen
‘Dat vallen moet
stoppen’
“Ik ben een paar keer
gevallen, ook door mijn
eigen fout. Daardoor
heb ik wat achterstand
opgelopen”
BDWSPORT
BRUSSEL – Wilskracht, dat is een
van de belangrijkste eigenschappen
die Claire Michel (26) als topsporter
heeft. De wil om zich te overtreffen en goede resultaten te halen.
Maar ook het vermogen om door te
zetten na alweer een blessure die
haar plannen in de war gooien. Al die
energie steekt ze momenteel in haar
grote droom: de Olympische Spelen.
Strenge Belgen
“Ik kwam er terecht in een team dat zeer hecht
was. Alles was op de campus aanwezig, tot
dokters en kinesitherapeuten. Sommige leraars vergezelden ons zelfs tijdens competities om bijles te geven.”
“In Brussel heb ik later een master-na-master gedaan aan Solvay. Als topsporter kreeg ik
er ook wel hulp, maar kleine zaken die in de
Verenigde Staten logisch leken moest ik zelf
vragen. Het beeld heerst hier soms nog te veel
dat topsportatleten zich sterren wanen en al-
Claire Michel: “Ze vroeg me of ik interesse
had in het hoge niveau. Ik twijfelde, maar
heb toegehapt omdat ik nog steeds die
Olympische droom heb.”
les in de schoot krijgen geworpen. En laat het
duidelijk zijn: ik word hier echt niet rijk van.”
In december 2011 besloot Michel terug te keren naar haar geboortestad omdat ze aan een
nieuwe uitdaging toe was. Ze wilde Brussel
en België beter leren kennen en hoopte ook
nuttig gebruik te maken van haar diploma’s
Internationale Handel en Romaanse Talen.
Uiteraard was er ook een sportieve reden. “Ik
hoopte mijn ticket voor de Olympische Spelen
van Londen te behalen, voor de 3.000 meter
steeple. En aangezien ik op dat moment alleen de Belgische nationaliteit had, moest ik
het wel voor België doen.”
“Ik woonde in Brussel, maar trok twee à drie
keer per week naar Luik om daar te trainen. De
jaren voordien waren mijn besttijden steeds
met 10 à 15 seconden verbeterd en ik stond niet
zo ver van de internationale minima. Het is pas
hier dat ik vernam dat de Belgische minima om
naar de Olympische Spelen te gaan nog een pak
strenger waren. Toch wou ik het proberen,
maar ik heb de kans nooit gekregen. Op stage heb ik een blessure opgelopen aan mijn
scheenbenen waardoor mijn droom meteen
vervlogen was. Blessures maken nu eenmaal
deel uit van het spel.”
Michel laste na deze opdoffer een pauze in.
Ze had er even genoeg van en ging in Brussel
aan de slag bij de Kamer van Koophandel van de Verenigde Staten. Eind
2012 sloot ze zich aan bij de Brussels
Triathlon Club (BTC) om terug wat te
sporten en nieuwe vrienden te maken.
“Ik ontdekte een sympathieke club. Van mijn
zwem- en loopcapaciteiten waren ze onder de
indruk, maar in het fietsen had ik een grote
achterstand. Ik had het tot dan toe nooit echt
serieus gedaan.”
“Bij BTC vond ik wat ik zocht: plezier en vrienden. Ik herinner me hoe leuk ik mijn eerste
wedstrijd vond. Ik nam mijn tijd tussen de
disciplines, maar eindigde wel bij de betere
© CLAIRE MICHEL
“We waren de garage aan het opruimen toen
ik een krantenartikel over mijn moeder vond,”
vertelt Michel. “Ik was twaalf jaar oud en wist
tot dan toe niet dat zij in 1976 als zwemster
aan de Olympische Spelen had deelgenomen.
De droom om in haar voetstappen te treden
was geboren.”
De in Brussel geboren Michel zat daarvoor in
het ideale land. Toen ze drie maanden oud was,
is haar gezin namelijk naar Portland (Oregon)
verhuisd voor het werk van haar vader. In de
Verenigde Staten ontdekte ze dat ze coördinatie
miste om een goede basketbalspeelster te worden, niet gracieus genoeg was om te dansen,
maar wel veel uithoudingsvermogen had. Een
talent dat goede zwemsters gemeen hebben.
“Ondanks de mooie carrière die mijn moeder
heeft gehad, heeft ze me nooit gepusht. Wel gesteund, uiteraard. Ik heb veel wilskracht en dat
zie ik als een grote troef.”
“Ik zwom zeer graag, maar probeerde rond
mijn veertiende ook cross country uit. Na één
training vroeg de coach me of ik twee dagen later wou deelnemen aan een scholenwedstrijd.
Zonder druk. Hij zette mij in de groep met de
betere lopers en zei dat ik gewoon moest volgen, maar voor ik het wist liep ik alleen voorop.
Aangezien het een moeilijk parcours was dat
niet goed was afgebakend, heeft de coach zowat heel de tijd met mij moeten lopen om me
de weg te tonen (lacht).”
En zo begon Michel naast het zwemmen ook
met cross country. Kiezen wou ze aanvankelijk
niet, maar toen ze een beurs aan de universiteit
kreeg, moest ze wel. Het werd atletiek aan de
universiteit van Oregon.
AFSTANDEN
VERSCHILLEN
Triatlon kennen velen van de
lange afstand, waarin toppers
als Luc en Frederik Van Lierde
de befaamde Ironman van Hawaï
wonnen. Claire Michel beoefent de
olympische afstand: anderhalve
kilometer zwemmen, veertig
kilometer fietsen en tien kilometer
lopen. “Het zijn twee verschillende
werelden. In België is er vooral een
cultuur van de lange afstand. Wij
zijn een tweetal uur bezig, maar
toch is het explosief. Je moet snel
zijn, vooral op sleutelmomenten. Ik
denk nu niet meteen aan de lange
afstand. Ten eerste omdat ik naar
de Spelen wil, maar ook omdat
ik denk dat ik nog niet alles heb
getoond op de kortere afstanden.”
dames. Toen ik tijdens mijn tweede wedstrijd,
een sprinttriatlon, de beste tijd neerzette, ben
ik aangesproken door iemand van de Franstalige federatie. Ze vroeg me of ik interesse had
in het hoge niveau. Ik twijfelde, maar heb toegehapt omdat ik nog steeds die Olympische
droom heb.” De Brusselse draaide de knop om en had het
geluk dat haar trainers in haar geloofden.
“Aanvankelijk combineerde ik triatlon met
werk en later een schooljaar lang met mijn
studies. Dat was niet evident, want ik kon
nooit genoeg rusten en ervoer wat stress.
Daarom heb ik vorig jaar in juli besloten om
alles op triatlon te zetten, tot de Olympische
Spelen. Dat is ook nodig om rond te reizen
en de nodige punten te verzamelen om mijn
kwalificatie te behalen. Gelukkig krijg ik
steun van de federatie, want een jaarlijks budget van 50.000 euro kan ik niet neertellen.”
“De periode tussen mei 2014 en mei 2016 is
ingedeeld in twee delen, waarin je veertien
beste tijden punten opleveren. Op het einde
van die periode moet je tot de mondiale top
55 behoren om kans te maken op een selectie
van je land. Eind vorig seizoen stond ik 33ste.
Voor België mogen er twee mannen en twee
vrouwen naar de Spelen.”
Stuurmanskunsten
Michel reist vandaag de wereld rond om aan
de World Triathlon Series deel te nemen. Een
internationale ranking bepaalt of je deel mag
nemen aan het vermaarde circuit, waarin de
olympische afstand van triatlon wordt afgewerkt (zie kaderstuk). De Brusselse doet het
goed, maar heeft dit jaar al ongeluk gekend.
“Ik ben een paar keer gevallen, ook door mijn
eigen fout. Daarom heb ik wat achterstand
opgelopen en ben ik op zoek naar punten.
Maar ik heb er wel vertrouwen in. Er staan
nog heel wat belangrijke afspraken op de
agenda. Zoals de Europese Spelen in Baku
en het Europees kampioenschap. Wie daar
wint, krijgt een rechtstreeks ticket voor de
Olympische Spelen.”
“Men zegt dat het vijf jaar duurt eer je als triatleet naar je beste vorm groeit. Het potentieel is er. Ik moet zeker nog werken aan mijn
stuurmanskusten, zorgen dat ik op sleutelmomenten fris genoeg ben en hopen op wat
geluk. Want dat vallen moet stoppen.”
Tim Schoonjans
BDW 1474 PAGINA 23 - DONDERDAG 14 MEI 2015
@ADNSwimProject Heersbrandt improves his PB
& Belgian Record, only 2hundreds/sec.
ESTAFETTE > DAVID STEEGEN
François Heersbrandt is in uitstekende doen en bewees dat afgelopen weekend nog
maar eens. Tijdens de Antwerp Diamond Speedo Race stelde hij zijn eigen record op de
vijftig meter rugslag (lange baan) scherper naar 25.54. Heersbrandt is verder Belgisch
recordhouder op de honderd meter vlinderslag in groot bad, en in klein bad heeft hij
de records op de vijftig meter vrije slag en de vijftig en honderd meter vlinderslag. Een
palmares dat kan tellen.
Pieter Robert Rensenbrink
TS
New Saint-Guidon heeft ambitie
Toch paars-witte bekerwinnaar
ANDERLECHT – Voetbalploeg New SaintGuidon heeft zijn tiende verjaardag gevierd
met het behalen van de beker Jan Lichtert.
Maar dat is niet alles, want de club uit de
tweede divisie van de Koninklijke Vlaamse
Voetbalbond (KVV) heeft grote plannen.
“Wat ons nogal uniek maakt, is dat we veel
supporters hebben,” vertelt voorzitter Waut
Es. “Tijdens de bekerfinale waren er bijvoorbeeld een paar honderden aanhangers van
ons aanwezig. Dat kan toch tellen voor een
liefhebbersclub. En wat nog specialer is, is
dat velen onder hen vrouwen zijn. Zij zorgen
mee voor de ambiance.”
Proeven van die familiale sfeer kan tijdens
de thuismatchen van de club, op het voetbalveld aan de Theo Lambertlaan. Net als
grote broer RSCA spelen ze in paars en wit,
en net als hen hebben ze ambitie. Die hebben ze kracht bijgezet met bekerwinst. “Alle
ploegen van de KVV namen er aan deel en we
hebben dan ook een ploeg uit de eerste divisie (Beert) moeten kloppen. Na een spannende match haalden we het met 3-2, meteen de
eerste prijs uit onze geschiedenis.”
“De club is sinds zijn begin gegroeid van een
veteranenclub tot een groep jonge gasten die
SPORT KORT
Wilt u van de feestdag op donderdag
14 mei gebruikmaken om eens lekker
te gaan lopen? Trek dan eens naar het
Wolvendaelpark, waar de start van de
achtste editie van de TIEN KILOMETER
VAN UKKEL wordt gegeven. Normaal
gezien wordt er aan de hippodroom
van Ukkel-Bosvoorde begonnen, maar
door werken wordt dit jaar uitgeweken. Ook
het parcours is aangepast, maar het karakter
van de wedstrijd blijft intact. Om 15 uur is het
startschot voor de lopers. Normaal gezien kunt
u ter plekke nog inschrijven (het aantal deelnemers is wel beperkt tot 4.000), waarvoor u
vijftien euro betaalt. Meer info op www.10km.
be. n Ook de volleyballers trekken naar buiten.
Traditioneel worden zand en shorts bovengehaald om met de BELGIAN BEACHVOLLEY
TOUR van start te kunnen gaan. Die houdt
dit weekend halt in het Ter Kamerenbos (de
Gespanhoek). Op zaterdag worden de kwali-
hogerop willen. Het niveau is gestegen en
daarom zetten we volgend seizoen de stap
naar vierde provinciale. De papieren zijn ingediend en alles lijkt in orde te komen. We
willen ergens naartoe met deze club en een
professionele structuur uitbouwen.”
Armoede en werkloosheid
Met het waarmaken van dat eerste doel zijn de
Anderlechtenaren volop bezig. Op de lange termijn willen de mannen van New Saint-Guidon
ook ketjes betrekken die nu enkel op pleintjes
terecht kunnen. “Problemen als armoede en
werkloosheid teisteren heel wat jongeren. Wij
willen hen een project aanbieden om hen van
straat te halen. Met de ouders praten en die
jongeren weghouden van criminaliteit. Daarom gaan we binnen afzienbare tijd een jeugdwerking opstarten.”
“We hebben voldoende supporters, een eigen
terrein en Anderlecht heeft voldoende industrie om sponsors te vinden. De gesprekken
met een grote sponsor zijn trouwens lopende.
We zijn dan ook heel ambitieus en willen volgend seizoen meteen kampioen spelen in vierde provinciale.”
Een verloren ochtend, vorige week, een vijftal dagen voor de clash tegen Brugge. De
telefoon gaat. Een nummer uit Nederland.
Waarschijnlijk een journalist die nog snel
geaccrediteerd wil worden voor de topper.
“Met Robert Rensenbrink,” hoor ik.
Mijn hart slaat over. Mijn God! In alle betekenissen van het woord. De eerste voetbalheld van een mensenleven.
RSC Anderlecht – Club Brugge is een cruciale wedstrijd. We moeten winnen. Dat geldt
eigenlijk voor elke match maar nu is het van
moeten of Anderlecht is uitgeteld voor de titelstrijd. Om de fans op te warmen hebben
we de koppen bij elkaar gestoken. Een collega heeft voor streamers gezorgd: brandveilige rollen papier.
Wanneer de twintigduizend supporters de
streamers van de tribunes laten rollen bij de
opkomst van de spelers, wanen we ons heel
even in Buenos Aires. Boca Juniors in Brussel. Ook het vuurwerk zorgt voor een helse
sfeer. Vervolgens ontvangt Dennis Praet zijn
Gouden Schoen uit handen van de voorzitter
en de chef van de inrichtende krant.
Maar het mooiste moment is de opkomst
van drie oude gloriën van paars-wit. Beter
kan bijna niet.
De eerste zien we elke dag op Anderlecht:
Paul Van Himst. Speler van de eeuw. We
kunnen hem overtuigen om het veld op te
komen met de belofte dat zijn maatje, de
nummer negen die hij jarenlang bediend
heeft, er ook bij zal zijn. Jan Mulder en zijn
lieve echtgenote Johanna komen graag. Via
de oude ‘centervoor’ komen we aan het
email adres van Rensenbrink. Wat meer is,
hij zorgt ervoor dat de legendarische vleugelspeler ook komt. Mijn eerste voetbalheld.
Deze verlossende e-mail zal ik een leven
lang koesteren.
“Dag David, Johanna had zijn nummer. Robbie wil heel graag komen. Prachtig! Mail
hem voor de uitnodiging (…) (Robbie heet
Pieter Robert)”.
De club voorziet een lunch voor de oudploegmaten. Ook coryfee Eddy Merckx
schuift aan.
Jan Mulder is de volmaakte pr-man. Een sel-
© WIKIPEDIA
fie hier, een handtekening daar. Niets is hem
te veel. Hij geniet.
De drie rakelen anekdotes op. “Hoezo, Paul,
deed jij dan aan powertraining vroeger?”
vraagt Mulder.
“Natuurlijk, dat moest van Raoul Mollet,”
legt Van Himst uit. Mollet was een vijfkamper die nog voorzitter van het olympisch comité is geweest.
“Nou leer ik iets bij, Paul. Dat deed jij dan in
het geheim, want ik heb het jou nooit zien
doen.” Ze lachen.
“Of het voetbal beter was, vroeger?”, probeer
ik. “Slechter, man!” schreeuwt Mulder het
uit. “Veel trager en minder hard. Je had wel
eens een Spanjaard of een Argentijn die je
doormidden kliefde, maar nu doet iedereen
het. Geef mij maar onze tijd.”
Robbie lacht en geniet. Rensenbrink is een
stille man. Hij gedraagt zich zoals hij voetbalde. Geruisloos om plots toe te slaan.
Wanneer het trio het veld betreedt, ontploft
het Constant Vanden Stockstadion. Het
meeste applaus gaat naar Robbie, denk ik.
Hoop ik. Wat een mooie, mooie dag.
David Steegen is persverantwoordelijke
van RSC Anderlecht
Tim Schoonjans
ficatiewedstrijden gespeeld en een dag later
de Grand Slam. Meer info op www.belgiumbeachvolley.be. n Worstelfans moeten zaterdag naar de SHOW OF THE YEAR gaan van
Brussels Young Wrestling Style. Vanaf half
zeven gaan in De Kleurdoos (Kogelstraat 29 in
1000 Brussel) lokale topcatchers met elkaar in
de clinch. Ter plaatse betalen volwassenen tien
euro, kinderen onder de twaalf jaar vijf euro.
Meer info op www.byws.be. n Een dag later
kunt u dan weer wat afkoelen bij Royal Sport
Nautique de Bruxelles (Vilvoordsesteenweg
170 in Neder-over-Heembeek). Zij organiseren
voor de eerste maal de BELGIAN REGIONS ROWING RELAY. Over een lengte van zowat 600
meter zullen ploegen van de drie Belgische
gewesten het vanaf tien uur tegen elkaar opnemen. ’s Morgens worden kwalificatiewedstrijden geroeid, vanaf half drie starten de finales.
U leest het allemaal op www.royal1865.be.
TS
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69,
[email protected], www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer ([email protected]), 02-226.45.45,
fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar;
IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro
per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice
Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69.
MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE
Kim Verthé. EIND­REDACTIE Ken Lambeets ([email protected]). VORMGEVING Peter Dhondt.
REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn.
BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator),
Jelle Couder, Goele de Cort, Sara De Sloover, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch.
MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst,
Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans,
David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram
Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens,
Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De
Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
ALGEMENE DIRECTIE Michel Tubbax. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta,
Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse
Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn
volgens dezelfde structuur opgebouwd:
[email protected] (losse bestanddelen
van voornaam of naam aan elkaar, en zonder
trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
Download