luc chessex bij fondation a: castro, che en coca En ook: The Wooster Group, Villagers en Brusselaars in Cannes. FOOD TRUCKS KRIJGEN EVEN VRIJ SPEL BRUSSEL - Afgelopen weekend vond de tweede editie plaats van het Brussels Food Truck Festival, een organisatie van de Belgian Food Truck Association. Tachtig eettentjes op wielen uit heel België, maar ook Frankrijk, Nederland en Luxemburg, waren present. Voor de gelegenheid kregen ze vrij spel in de stad. Normaal gezien hebben de foodtruckkoks de grootste moeite om een goede standplaats in het gewest te bemachtigen. Lees p.3 HUB Heartbreak Hotel aan de lagune p. 14-15 © Bart Dewaele AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153 14 05 15 Koninklijke Vlaamse THÉÂTRE NATIONAL Lees p. 18 ‘De voetgangerszone, dat is zoals de Zenne overwelven’ LEES P. 6-7 Interview met schepen Els Ampe (Open VLD) POLITIEK MET EEN VETTE KNIPOOG Beroemde en beruchte Brusselse burgemeesters DE GRAUWE JAREN 1980 LEES P. 8-9 N° 1474 VAN 14 TOT 21 MEI 2015 ¦ WEEK 20: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: [email protected], WWW.BDW.BE Turken Charles Picqué (PS), de voorzitter van het Brussels parlement, heeft in zijn toespraak voor de Irisfeesten parlementsleden en enkele partijleden tot de orde geroepen in verband met de herdenking van de Armeense genocide. De Armeense genocide ligt binnen de Turkse gemeenschap nog altijd gevoelig en dus zet die parlementsleden onder druk. Ontoelaatbaar, aldus Picqué die zich met de uithaal voluit affirmeert als parlementsvoorzitter. In het Brussels parlement werd een vaudeville opgevoerd die een democratie onwaardig is. Toen twee weken geleden een minuut stilte voor de herdenking van de Armeense genocide op de agenda stond, deden drie parlementsleden er alles aan om dat te verhinderen. Ze kregen er applaus voor in de Turkse pers. Het leidde tot een compromis waarbij de minuut stilte kon ingevuld worden naar eigen godsvrucht en vermogen: ofwel was de minuut stilte voor de anderhalf miljoen slachtoffers van de Armeense genocide, ofwel voor de honderden migrantenslachtoffers die recent omkwamen in de Middellandse Zee. Een beschamende vertoning. Ook in de Kamer viel de afwezigheid van verkozenen met Turkse roots op. Emir Kir (PS), burgemeester van WAUTER MANNAERT door Danny Vileyn BDWVOORGROND VAN DE REDACTIE Sint-Joost-ten-Node, was één van hen. Maar het gaat voor Picqué niet alleen over Kir. Het gaat over iedereen die volgens Picqué het parlement besmeurd heeft. Een tweet van PS-voorzitter Elio Di Rupo na de Irisfeesten laat zien dat Picqué nog niet uitgerangeerd is binnen de PS. Di Rupo heeft laten weten dat Kir tot de orde geroepen is en zich in de toekomst aan de richtlijnen van de PS gaat houden. En ook dat is nieuws. In 2005 klonk het bij de Brusselse PS heel anders. Toen maakte de PS een bocht om de Turkse verkozenen ter wille te zijn. In een perscommuniqué van 16 november 2005 sprak Brussels PS-voorzitter Philippe Moureaux nog van een poging tot genocide door het Ottomaanse rijk op het Armeense volk. Ook toen was er heisa rond de houding van Kir. Moureaux zei verder dat hij streefde naar een goede verstandhouding tussen alle gemeenschappen – uiteraard, zouden we zeggen – maar: met tegelijk een rigoureuse zoek tocht naar de waarheid. Alsof er nog twijfel mogelijk was. Aan die twijfel heeft Picqué alvast een einde gemaakt. Nog vorig weekeinde werd in Jette een steen onthuld voor de 500.000 Aramese slachtoffers van het Ottomaanse rijk. Ook deze volkenmoord is nog niet explicitiet erkend door Turkije. De raison d’état haalt het in Turkije op de rede en de menselijkheid, zo betreurt de Jetse burgemeester Hervé Doyen (CDH). De raison d’état van de Turkse staat is alvast geen excuus meer voor de Brusselse parlementsleden met Turkse roots. © ARCHIEF BDW 1474 PAGINA 2 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Anderlecht > Negatief advies Brussels Gewest ‘Einde verhaal uitbreiding Anderlechtstadion’ Het zag er al eerder naar uit dat Anderlecht binnen enkele jaren zou verhuizen en zijn intrek zou nemen in het nationaal stadion op parking C op de Heizelvlakte. Maar de club hield met de uitbreiding van het huidige Constant Vanden Stockstadion wel altijd een plan B achter de hand. Met een negatief advies in het Gemeentelijke Ontwikkelingsplan lijkt dat plan in de prullenmand te belanden. Over de uitbreiding van Anderlecht wordt al jaren gespeculeerd. Het oorspronkelijk plan om naar zo’n 40.000 zitplaatsen te gaan, werd al snel onrealistisch geacht, maar er loopt nog altijd een openbaar onderzoek in Anderlecht om het stadion van de huidige 21.500 naar 30.500 zitplaatsen uit te breiden. De gemeente liet ook altijd verstaan dat ze er nog altijd van uitging dat Anderlecht zou blijven. Volgens Brussels parlementslid en Anderlechts gemeenteraadslid Walter Vandenbossche (CD&V) mogen de gemeente en RSCA dat plan B nu volledig van tafel vegen. Hij verwijst daarvoor naar een besluit van de Brusselse Regering waarin ze haar goedkeuring geeft voor het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan. Ergens achteraan het besluit stuitte hij op volgend zinnetje: “met uitzondering van maatregel 3.2.4 die voorziet in een mogelijke uitbreiding van het stadion onder voorbehoud van een goede integratie hiervan.” “Concreet betekent dit einde verhaal voor de uitbreidingsplannen en mogen we vaarwel zeggen aan onze voetbalclub, want dit betekent dat de hele procedure moet herbegonnen worden, maar tegen dan is Anderlecht al lang vertrokken,” aldus Vandenbossche. Geen plan B RSCA zit nu middenin de onderhandelingen met projectontwikkelaar Ghelamco dat het nieuwe stadion aan parking C zou bouwen en uitbaten. Om het stadion rendabel te maken, is het noodzakelijk dat RSCA het stadion zou huren om haar thuismatchen in het stadion af te werken. Het is voor RSCA evenwel handig in die onderhandelingen om een alternatief plan achter de hand te hebben. In de nota staat dan ook dat de “toekomst van het Constant Vanden Stockstadion opnieuw onderzocht moet worden in functie van de evolutie van het dossier met betrekking tot het nationaal stadion.” Of met andere woorden: pas als de Heizelpiste grondig misloopt, kan het nog eens herbekeken worden. Dat het Brussels Gewest, al is het maar uit politieke overwegingen, kiest voor het nationaal stadion dat niet compatibel is met de uitbreiding van het Constant Vanden Stockstadion, hoeft niet te verwonderen. Wel opmerkelijk is de veeg uit de pan die de gemeente Anderlecht krijgt in de argumentatienota. Zo zou de gemeente in haar ontwikkelingsplan niet of heel zwak geantwoord hebben op opmerkingen van het gewest en ontbreekt er een echte denkoefening over de toekomst van het Constant Vanden Stockstadion. De gemeente verzuimt ook te beschrijven hoe het ontwerpplan in grote lijnen zou gerealiseerd kunnen worden. Verder werd over de gevolgen voor de mobiliteit onvoldoende nagedacht. Het ziet er ook niet naar uit dat de gemeente al goed heeft nagedacht over een plan B, uitgezonderd het idee dat er na de verhuis een volwaardig gemeentelijke sportzaal moet komen. Bruno Schols BDW 1474 PAGINA 3 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Opnieuw daling van Brusselse aangeslotenen BDWVOORGROND Vlaanderen overweegt regularisatie zorgverzekering BRUSSEL – De Vlaamse regering wil de toetredingsvoorwaarden tot de zorgverzekering voor Brusselaars herzien nu die wordt uitgebreid tot een Vlaamse Sociale Bescherming. Het aantal Brusselaars aangesloten bij de Vlaamse zorgverzekering blijft dalen. In 2014 zijn dat 44.166 Brusselaars, bijna 15 procent minder dan in 2009. Dat blijkt uit cijfers die parlementslid Elke Van den Brandt (Groen) opvroeg bij minister Jo Vandeurzen (CD&V). De aansluiting bij de zorgverzekering is in Brussel niet verplicht. Wie niet is aangesloten loopt een wachttijd op van 10 jaar, en een bijkomende ‘straftijd’ van vier maand per jaar dat hij of zij niet is aangesloten. Dat maakt de aansluiting bij de zorgverzekering vandaag oninteressant voor de Vlaamse Brusselaars die de boot hebben gemist. Maar daar komt misschien verandering in. De Vlaamse regering wil de zorgverzekering als sokkel gebruiken voor een Vlaamse Sociale Bescherming. Het zorgaanbod zou daardoor op termijn aanzienlijk vergroten. De eerste uitbreiding komt er al in 2016. Het gaat om het basisondersteuningsbudget voor gehandicapten. Het kabinet Vandeurzen legt daar momenteel de laatste hand aan. Erkende gehandicapten met een zorgnood zullen een bedrag van 300 euro per maand krijgen. Omdat hiermee het aanbod van de zorgverzekering wijzigt, wil Vlaanderen ook de toetredingsvoorwaarden wijzigen. “Elke Brusselaar zal opnieuw de kans krijgen om zich aan te sluiten bij de zorgverzekering, die wordt omgevormd tot de Vlaamse Sociale Bescherming,” zegt kabinets- chef Margot Cloet. Hoe die regularisatie er precies zal uitzien, hangt af van de (gefaseerde) uitbreiding. Gehandicapten bijvoorbeeld, die erkend zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met Handicap, maar niet zijn aangesloten bij de Vlaamse Zorgverzekering, zullen alvast zonder bijkomende voorwaarden kunnen aansluiten. Steven Van Garsse Economie > ‘Vergunningen vaak verdeeld volgens ons-kent-ons-principe’ Food trucks willen eigen label en eigen regeling BRUSSEL – Food trucks worden almaar populairder. Makkelijk hebben de eigenaren van de mobiele eettentjes het niet om een plek te veroveren in de stad. Daarom willen ze een eigen label en aparte regeling. Brussels Minister van Economie Didier Gosuin (FDF) komt hen voorlopig niet tegemoet. Foodtruckeigenaren kunnen niet zomaar langs de kant van de weg stoppen en hun kraam openen. Er zijn vergunningen nodig en de regels hiervoor verschillen van gemeente tot gemeente. “We komen heel moeilijk aan vaste standplaatsen,” zegt Tino Don Porto Carero, ondervoorzitter van de Belgian Food Truck Association. “Dit heeft met al die verschillende regeltjes te maken maar ook met de ons-kent-onsmentaliteit. De bestaande horeca en de politiek kennen elkaar. Wij zijn de nieuwkomers.” Sommige gemeenten hebben volgens Don Porto Carero zelfs een ontradingsbeleid. “Dat is dan bijvoorbeeld ingegeven door de plaatselijke horeca, die ons als concurrenten ziet. Maar dat klopt in vele gevallen niet.” Don Porto Carero biedt in zijn eigen truck vegetarische gerechten aan. “Dat kan dus best in de buurt van een pitta- of tapasbar.” Van een food truck word je voorlopig nog niet rijk. Het percentage ondernemers dat er binnen het jaar mee stopt, ligt op 38 procent. Don Porto Carero: “Een vaste plaats is voor de meesten de ruggengraat van hun bedrijf. Daarnaast staan velen ook op festivals, privéfeestjes of op een bedrijventerrein. Don Porto Carero kandideerde vorig De Belgian Food Truck Association, die afgelopen weekend het Food Truck Festival in Brussel organiseerde, heeft een kwaliteitscharter opgesteld voor zijn leden. jaar voor een van de 25 standplaatsen op het foodtruckparcours dat Stad Brussel, als eerste gemeente in het gewest, uittekende. Er waren echter heel veel aanvragen en hij viste achter het net. “Gelukkig heb ik een biocertificaat. Daardoor kan ik elke woensdag op de biomarkt op het Katelijneplein staan. Maar daar moet ik ‘s ochtends vroeg al opengaan met mijn soepen, wraps en curry’s en om drie uur stoppen. De avond kan ik er dus niet bij doen.” Op dit moment worden food trucks op dezelfde manier behandeld als andere ambulante handelaars en “Ze scheren ons over dezelfde kam als een wafel- of hamburgerkraam” kermiskramen. “Een nieuwe aanvraag schrikt sommige gemeenten af omdat ze ons over dezelfde kam scheren als een wafel- of hambur- gerstalletje. Het zou helpen als de overheid voor ons een eigen label en een aparte regeling zou ontwikkelen. Wij zijn niet hetzelfde. Bij ons ligt de nadruk op het artisanale, de kwaliteit, het feit dat we alles zelf maken. We hebben hiervoor een charter opgesteld.” Eenvormige regeling Brussels parlementslid Paul Delva (CD&V) kaartte de kwestie afgelopen week aan in het parlement. Hij vindt food trucks de ideale springplank voor horeca-ondernemers. Ze kunnen beginnen zonder meteen vast © Bart Dewaele te zitten aan een hoge handelshuur. De restaurantjes op wielen creëren volgens hem ook nieuwe ontmoetingsplekken in de stad. Hij pleitte dan ook voor een foodtruckvriendelijker klimaat in Brussel. Delva is voorstander van een eenvormige en duidelijke regeling voor heel het gewest en een foodtruckparcours doorheen de negentien gemeenten. Minister Gosuin wil voorlopig echter niet weten van een aparte gewestelijke regeling. Hij beloofde wel een gesprek met de Belgian Food Truck Association. Bettina Hubo BDW 1474 PAGINA 4 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Uitgelicht > Brussels Airport doet het goed, maar kent imagoschade Winst zonder vliegwet ZAVENTEM – De komende jaren wil Brussels Airport één miljard euro investeren. Tegelijkertijd is het plafond voor nachtvluchten bereikt. Directeur Arnaud Feist wil op middellange termijn echter niet van een uitbreiding weten. “We hebben vooral nood aan een duurzame oplossing voor de luchthaven. Een vliegwet.” Het Franstalige Le Vif/L’Express onthulde vorige week geheime plannen van de cargomaatschappij DHL. Die heeft tegen 2020 plannen om haar vluchten met meer dan 50 procent uit te breiden, liefst door opnieuw meer ‘s nachts te gaan vliegen. De plannen circuleerden al op het kabinet van ex-staatssecretaris Melchior Wathelet (CDH), maar diens opvolger, federaal minister van Mobiliteit Jacqueline Galant (MR), houdt de lippen stijf op elkaar. Arnaud Feist, de directeur van de luchthaven, laat echter verstaan dat “er op middellange termijn geen uitbreiding van de nachtvluchten komt.” Momenteel is het aantal vluchten tussen 23.00 en 06.00 uur beperkt tot 16.000, waarvan 5.000 vertrekkende. Feist geeft toe dat het maximum aantal nachtvluchten be- reikt is, maar dat DHL, toen het in 2013 opnieuw op Brussels Airport investeerde in een logistieke hub, Er hangt dan ook veel af van een stabiel kader voor de luchthaven. Brussels Airport wil de komende tien jaar een miljard euro investeren, onder meer in de uitbouw van een hub voor Star Alliance, de grootste luchtvaartalliantie ter wereld, waar het Belgische Brussels Airlines deel van uit maakt. Daarnaast zijn er werkzaamheden nodig aan de starten landingsbanen, moet er een uit- In 2014 tekende Brussels Airport een recordaantal passagiers op, 22 miljoen. Vergeleken met het voormalige topjaar 2000 zijn er echter minder vluchten. akkoord ging met de wettelijk vastgelegde beperking van nachtvluchten. Feist beseft dan ook dat nu olie op het luchthavenvuur gooien zijn bedrijf ernstig kan schaden, in het jaar na het debacle rond het ‘planSchouppe/Wathelet’. breiding komen aan pier A en wordt er nagedacht over een nieuwe toegangsweg naar de E40. Arnaud Feist heeft nu de financiële ruimte om te investeren, en wil dat momentum niet verknallen. “Onze investeringen worden rechtstreeks gefinan- cierd door onze cashflow. We lenen niet.” Wel heeft de luchthaven anderhalf miljard euro schuld. Vette jaren De luchthaven heeft er vijf vette jaren op zitten, nadat haar kredietwaardigheid in 2009 daalde. Omdat, dixit Feist, de directie is blijven investeren, zijn er sindsdien 29 procent meer passagiers bij gekomen, en is de winst gestegen met 139 procent, tot 183 miljoen euro in 2014. Hoewel het aantal nachtvluchten beperkt is en zijn maximum dus heeft bereikt, is er nog plaats genoeg voor passagiers- en cargoverkeer om overdag op te stijgen. Wat het passagiersverkeer betreft, zijn er dan wel historisch het meeste passagiers (22 miljoen, tegenover 21,6 in 2000), maar veel minder vluchten dan in het jaar 2000. Met andere woorden: de vliegtuigen zitten voller, en zijn groter. Het enige dat ontbreekt voor de luchthaven is een federale vliegwet, als sluitstuk om al die succesvolle investeringen de nodige rechtszekerheid te beiden, en ook om de om- wonenden van Brussels Airport een stabiel en duidelijk kader te geven. Arnaud Feist zegt dat hij optimistisch blijft in een goede afloop voor de vliegwet. “Wat ik hoor van zowel Jacqueline Galant als van de Brusselse regering stemt me tevreden. Er wordt aan een oplossing gewerkt. DE WEEK IN BEELD DOOR BART DEWAELE Op de VUB-campus trokken op woensdag 6 mei honderden studenten de loopschoenen aan. Twaalf uur lang gaven ze de estafettestok door om zoveel mogelijk rondjes op de teller te kunnen plaatsen. Tijdens de ludieke rondes, meer punten waard, bewezen de studenten hoe graag ze wilden winnen. WEEKOVERZICHT BDW 1474 PAGINA 5 - DONDERDAG 14 MEI 2015 © LIEVEN VAN ASSCHE WOENSDAG 6 MEI Marks & Spencer terug van weggeweest. Na veertien jaar is winkelketen Marks & Spencer terug in Brussel. De keten pakt het groots aan en opent 5.000 vierkante meter winkeloppervlakte in het nieuwe Toison d’Orcomplex op de Louizalaan. Klanten vinden er kleding, een food hall, een bakkerij en een café. Manu Brocante wordt uitgezet. De Marollen staan weer in en rep en roer. Bekende Marollien Manu Brocante, echte naam Emmanuel Rouffin, moet zijn appartement op de hoek van het Vossenplein verlaten. Dat heeft het Comité Général d’Action des Marolles beslist. Manu Brocante kan rekenen op heel wat steun. Er is een actie opgezet om de Marollien in zijn appartement te houden. DONDERDAG 7 MEI Proces tegen Syriëronselaars van start. Voor de correctionele rechtbank van Brussel is het monsterproces begonnen tegen een groep die jongeren ronselden om naar Syrië te gaan. In totaal zijn er 32 beklaagden. Spilfiguur zou een 41-jarige man uit Sint-Jans-Molenbeek zijn die in sportclubs en moskeeën jongeren rekruteerde. STOELENDANS BIJ KVS. Directeur Jan Goossens wordt artistiek directeur bij het Festival van Marseille voor de editie 2016. Nadien neemt hij de functie van algemeen directeur van het festival op zich. Ook dramaturg Hildegard De Vuyst laat Brussel en de KVS achter zich. Vanaf het seizoen 2016-2017 zal ze dramaturg zijn bij het internationale dansgezelschap Les Ballets C de la B. VRIJDAG 8 MEI Bierotheek in Schaarbeek. Liefhebbers van speciaalbieren kunnen nu bij De Barboteur terecht. De nieuwe zaak is een winkelzaak met een degustatieruimte. Het aanbod is uitsluitend artisanaal. De Barboteur komt in de plaats van de boekhandel 100 Papiers in Schaarbeek. Brussels Airport wil een deel van de A-pier verlengen om meer grote toestellen te kunnen laten aanmeren. Wat cargo betreft wil Zaventem zich specialiseren in medicijnen. We hebben nu een goede kans om voor eens en voor altijd een duurzaam akkoord te bereiken.” “De invoering van het plan-Wathelet had dan wel geen negatieve impact op onze capaciteit, maar wel op het imago van de luchthaven. Daaraan gekoppeld: het is voor luchtvaart- “ “ HET WOORD maatschappijen onbegrijpelijk dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest boetes int voor inbreuken op zijn geluidsnormen.” Feists optimisme zou echter voorbarig kunnen zijn. Er is binnen de Brusselse regering geen draagvlak om de strenge Brusselse normen te versoepelen. En de jaarlijkse geluidsstudie van de KU Leuven toont dat er vorig jaar in bepaalde Brusselse gemeenten meer potentiële overlast was. Maar daar staat tegenover dat de overlast globaal genomen sinds 2000 significant is gedaald. Christophe Degreef 1 miljard euro extra voor Zaventem. Dat is het bedrag dat Brussels Airport de komende jaren wil investeren. Het geld moet onder andere dienen voor werken aan de start- en landingsbaan en een uitbreiding van Pier A. De luchthaven leent hiervoor geen geld, maar betaalt uit eigen zak. Opdat de investeringen van rechtszekerheid kunnen genieten moet er wel nog gepaste wetgeving komen. ZATERDAG 9 MEI Opendeurdag Europees Parlement is groot succes. Zo’n 16.000 mensen hebben het parlement bezocht en deelgenomen aan de aangeboden activiteiten. Dat zijn er 2.000 meer dan het jaar voordien. Thema dit jaar was het Europese Jaar voor Ontwikkeling. Bezoekers konden zich uitgebreid informeren over de activiteiten van het parlement en het werk van de parlementsleden. ZONDAG 10 MEI De KVS wordt een wijkcentrum” Theatermaker Jan Lauwers (Needcompany) is niet helemaal tevreden met de komst van Michael De Cock aan het hoofd van de KVS (in De Standaard). De mix, de meertaligheid: het belang ervan wordt onderschat” Chris Dercon (Tate Modern) ziet zichzelf schatplichtig aan Brussel, en wil er zelfs burgemeester worden (op Touché, Radio 1). Jubelparking Brussels parlementslid Jef Van Damme (SP.A) verwijst voortaan naar de Jubelparking in plaats van het Jubelpark. Voor het park geldt namelijk geen parkeerplan: alle verharde oppervlakken zijn te allen tijde gratis bereikbaar zonder tijdlimiet. Het aantal geparkeerde auto’s kan er oplopen tot 550 terwijl er slechts achttien fietsaanleunbeugels zijn. Van Damme is van mening dat dit haaks staat op de plannen om het autoverkeer terug te dringen. Daarom vraagt hij aan minister Céline Fremault (CDH) om het bandeloos parkeren in te perken. Volgens Fremault is er in het kader van de restauratiestudie door de Regie der Gebouwen al een vergunningsaanvraag ingediend voor een slagboom. Maar hierop wil Van Damme niet wachten: “Dit is het Jubelpark, niet de jubelparking. Hoe moeilijk is het om een slagboom te Margo Claeys plaatsen?” Inhuldiging monument Aramese genocide. Voor de meer dan 500.000 Arameeërs die in 1915 omkwamen in het Ottomaanse Rijk is in Jette een gedenksteen ingehuldigd. Een duizendtal mensen waren aanwezig. De genocide op de Arameeërs, Armeniërs en Pontische Grieken wordt nog steeds niet erkend door de Turkse regering. Anderlecht wint topper. In de hoogmis van het Belgisch voetbal won RSC Anderlecht thuis tegen Club Brugge. Najar scoort kort na de aftrap, Mitrovic vlak na de rust. Een raak schot van Refaelov lijkt Brugge weer in de wedstrijd te brengen, maar Praet ko$an de eindscore van 3-1 vastleggen met een laat doelpunt. Paars-wit knokt zich zo tot slechts twee punten van de eerste plaats. MAANDAG 11 MEI Gedenkplaat voor slachtoffers Geheimfeldpolizei. Op de gevel van het Centrum Vincent van Gogh in de Dwarsstraat in SintJoost-Ten-Node is een gedenkplaat onthuld voor slachtoffers van de Geheimfeldpolizei. De Geheimfeldpolizei werkte voor de Wehrmarcht samen met de Gestapo. Het Centrum Vincent van Gogh was tijdens de Tweede Wereldoorlog het hoofdkwartier van de Geheimfeldpolizei. Multifunctioneel gebouw opent in Molenbeek. In Molenbeek is een nieuw multifunctioneel gebouw geopend. Het gebouw bevindt zich aan het kanaal Brussel-Charleroi, op de hoek van het Liverpoolplein. Naast zestien sociale woningen komt er ook een buitenschoolse opvang, gemeenschappelijke tuin, wijkantenne, soepbar, wassalon en een kantoor van de Haven van Brussel. Cyril van der Esch, Jilan Berroho en Margo Claeys MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF BDW 1474 PAGINA 6 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Politiek > Els Ampe (Open VLD), Brussels schepen van Mobiliteit ‘De voetgangerszone, dat is zoals de Zenne overwelven’ BRUSSEL – Els Ampe (Open VLD) is ondertussen drie jaar schepen van Mobiliteit in de hoofdstad van het land. Zij is één van de architecten van de grootste voetgangerszone van het land: de straten rond het Beursplein en een deel van de Anspachlaan. Het bijbehorende circulatieplan verdeelt echter de stad. Ampe: “De stad is geen speelterrein voor de blanke, hoogopgeleide jongeman.” “ De verkeersvrije zone zal het paradigma van de stad veranderen, net zoals de aanleg van de brede boulevards in het centrum de stad heeft veranderd, toen de Zenne werd overwelfd.” Ampe wikt haar woorden niet wanneer ze het zegt. Veel tijd wil de schepen dan ook niet verliezen: vanaf 29 juni begint de testfase die de Anspachlaan en enkele aanpalende straten tussen De Brouckère en Fontainas autovrij zal maken. Vanaf 2016 wordt dat voetgangersgedeelte dan ook echt heraangelegd op maat van de voetgangers zelf. Hoewel vriend en vijand niet verwacht hadden dat de Stad Brussel zo snel zou beslissen om zo’n voetgangerszone te maken, blijven heel wat mensen echter morren over het circulatieplan dat Ampe en burgemeester Yvan Mayeur (PS) uitgedokterd hebben. Volgens oppositiepartijen Ecolo en Groen zal de zogenaamde ‘miniring’ - het verkeerstraject rond het autovrije gedeelte - de stad versmachten. En de bouw van vier parkeergarages zet ook al kwaad bloed. Tegenstanders behaalden wel een overwinning toen de vijfde geplande parkeergarage onder het Vossenplein na hevig protest werd geschrapt. Ampe doet de argumenten van de oppositie af als ideologisch gestook. Ze vindt dat de oppositie nu maar eens mee moet doen. “We nemen een enorm risico omdat we testen of het circulatieplan wel zal werken. En de voetgangerszone blijft sowieso.” In 2012 stond u op de barricaden van ‘Picnic the Streets’, een burgeractie die op het getouw werd gezet toen stadsfilosoof Philippe Van Parijs in deze krant een oproep deed voor autovrije Centrale Lanen. Drie jaar later heeft die actie geleid tot een autovrij stadscentrum. Kunnen we concluderen dat u gelooft in burgerinitiatieven? Els Ampe: “Ik geloof heel erg in burgerinitiatieven, ja. Zodra ze gedragen worden door een breed publiek, wel. Je ziet soms burgerprotest dat zich in één ideologische hoek concentreert, en daar kan je je vragen bij stellen. Picnic The Streets oversteeg ideologische grenzen. Iedereen die deelnam aan de picknick wilde een voetgangerszone om individuele redenen, maar iedereen had dus wel hetzelfde doel voor ogen.” Die actie was wel nodig om beweging te krijgen in het Brusselse stadsbestuur. De Centrale Lanen waren al te lang in schandelijke staat, en de stad zou geen haast achter de renovatie hebben gezet. Ampe: “Het heeft de zaken vergemakkelijkt. In mijn partijprogramma stond bijvoorbeeld dat we voor een autovrij Beursplein waren, maar het is dankzij Picnic The Streets dat we als stadsbestuur veel verder zijn durven gaan. Ons liberale verhaal beperkte zich tot een heropwaardering van het centrum om commerciële redenen. We wilden dat mensen weer aandacht kregen voor winkels in het hart van de stad. Brussel heeft het Stadhuis, Manneken Pis en vele musea, maar vele Belgen vergeten die te bezoeken, en er en passant een dagje uit van te maken, om ook wat te winkelen en een hapje te eten. Brussel heeft echter een slecht imago gekregen, dus de Belgen komen niet vaak meer. Wij wilden het centrum opnieuw dynamisch en aantrekkelijk maken.” U zit daar als liberale wel in een spanningsveld: mensen aantrekken om te winkelen is één zaak, inwoners van het centrum de ruimte geven om in een mooie en rustige stadsomgeving te wonen, los van elk commercieel motief, is een andere zaak. Het mag geen Disneyland worden. Waar staat u? Ampe: “Ik vind persoonlijk dat het centrum economisch meer ontwikkeld moet worden. Maar er moeten ook geen grote evenementen meer bij komen. U weet dat ik echter rekening wil houden met zoveel mogelijk mensen: zowel de stadsinwoner die de auto nodig heeft, de minder mobiele stadsinwoner, de fietser als de man of vrouw die wil komen onder meer het argument dat hij eigenhandig beslist heeft om de parkeergarage onder het Vossenplein te schrappen na het protest. Ampe: “In overeenstemming met het hele schepencollege, welteverstaan. Het college heeft zich op een bepaald moment de vraag gesteld of er geen gehoor moest gegeven worden aan het massale protest. We zaten in een dilemma, want als we vast zouden houden aan de parkeergarage, dan zouden Marolliens naar de Raad van State gestapt zijn, met procedures tot gevolg, waardoor de kans bestond dat de parkeergarage “Ons plan is een uitvoering van het Iris-2-plan. Maar waar blijft de rest?” winkelen. Sommigen in de oppositie verwijten mij dan dat ik geen keuzes durf te maken. Wel, ik wil niet uitsluitend voor één type mens kiezen. Willem Vermandere heeft daar een mooi liedje over, Van soorten. In de stad moeten alle mensen elkaar kunnen ontmoeten, het mag geen speelterrein worden van één type mens, de blanke, hoogopgeleide, gezonde jongeman die kan fietsen, om maar iets te zeggen.” Zijn protestacties tegen de aanleg van een parking onder het Vossenplein dan het werk van één type stadsmens? Ampe: “Ja, het type mens dat zegt dat hij geen auto nodig heeft, en vindt dat andere mensen dat ook niet nodig hebben. Maar goed, er was bij dat protest vooral veel angst, opgeklopt door mensen uit de oppositie. Terwijl het nog altijd een vooronderstelling is om te zeggen dat het Vossenplein onleefbaar zou zijn als er een parking onder is.” Men zegt wel dat Yvan Mayeur het dossier van het autovrije centrum en de parkeergarages naar zich toe heeft getrokken, en men gebruikt daarvoor er niet kwam. Dat leek ons niet verstandig. De essentie was: er moest een parking komen. Of dat nu onder de Brigittinenkerk is, of onder het Vossenplein, dat is in wezen niet belangrijk. Dus hebben we gehoor gegeven aan het protest.” Maar Yvan Mayeur mocht wel als eerste het blije nieuws brengen voor de camera’s. Ampe: (laconiek) “Tja, hij is de burgemeester, hé.” Principieel dan: zijn nieuwe parkeergarages wel nodig? En zo ja, moet je ze dan niet bouwen in combinatie met een stadstol, of beter nog, zo ver mogelijk buiten het centrum, en met de mogelijkheid om op het openbaar vervoer over te stappen? Ampe: “Absoluut. Ik stel vast dat er een grote overstapparking komt op parking C, en dat Ecolo daar opnieuw tegen is. Diegene die tegen de parkings in de stad zijn, zijn ook tegen overstapparkings.” Dat heet politieke oppositie. Ampe: “Ik was consequent toen ik in de oppositie zat.” Maar dat wil nog niet zeggen dat Ecolo en Groen niet tegen parkeergarages in de stad zouden mogen zijn. Ampe: “Van het moment dat de PSMR-meerderheid werd gevormd drie jaar geleden, heb ik de opdracht gekregen om een verkeersvrij centrum te onderzoeken. Ik heb een studiebureau aangesteld, en die hebben een circulatieplan getekend dat rekening hield met de politieke premisse dat er een voetgangerszone moest komen, en dat die vlot bereikbaar moest zijn. En dat de mensen die in het centrum wonen nog vlot kunnen circuleren, ook met de bus.” “Er zijn politieke beslissingen genomen tussen de burgemeester, Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) en mezelf. De grote voetgangerszone, de keuze voor fietspaden, de MIVB-lusbus die de bestemmingslus volgt, het comfort van de inwoners en het schrappen van het doorgaand verkeer van noord naar zuid over de centrale lanen, dat zijn allemaal politieke keuzes. Vanuit die premissen heeft het studiebureau dan technisch voortgewerkt.” Het studiebureau heeft geadviseerd dat doorgaand verkeer alleen kan tegengegaan worden met parkeerlussen die verkeer niet naar het centrum leiden. U stelt echter bewust een bestemmingslus in, die een ‘miniring’ genoemd wordt door Ecolo en Groen. Doorgaand verkeer tussen het oosten en het westen van de stad is daardoor nog mogelijk. Dat is een duidelijke politieke keuze voor doorgaand verkeer, en een grootstad als Brussel kan transitverkeer wel degelijk missen. Ampe: “Als je de bestemmingslus doorknipt om transitverkeer mogelijk te maken, dan kunnen mensen die in het centrum wonen zich niet meer verplaatsen binnen het centrum. Iemand die met de auto van Anneessens naar de Vrijheidswijk moet rijden, moet dan de Kleine Ring nemen.” Valt daar niets voor te zeggen? BDW 1474 PAGINA 7 - DONDERDAG 14 MEI 2015 P-PRAAT Promotie! Normaal resideert uw commentator steevast op pagina acht of negen, maar deze week wordt ons het plezier gegund om naast la grande dame libérale te prijken, daar waar het nieuws wordt gemaakt, op pagina zeven. Die promotie heeft alvast niets te maken met de dt-fout die we vorige week in deze kolommen maakten. De minister van onderwijs van de Franse gemeenschap vind. Stond er. Enfin, dat is de schuld van Joëlle Milquet zelf, met haar lessen nietsheid. Zeg trouwens niet lessen nietsheid, maar zeg ‘encadrement pédagogique alternatif ’, zoals Joëlle Milquet het noemt. De teerling is geworpen: vanaf volgend schooljaar kunnen leerlingen van het Franstalige staatsonderwijs dankzij Milquet (CDH) lessen nietsh... pardon, encadrement pédagogique alternatif volgen als derde optie, buiten godsdienst of zedenleer. Wat dat allemaal zal inhouden, daar zijn ze nog niet uit. Iets met burgerschap en filosofie, en een beetje informatie over de samenleving. Zeer waarschijnlijk wordt het ook een beetje chaos, zo voorspelt Le Soir nog, want de scholen zitten natuurlijk bijna in de examenperiode, en daarna is het vakantie. Encadrement pédagogique alternatif. Klinkt trouwens behoorlijk tsjeverig. Wie wil dat eigenlijk volgen? CHIEN ÉCRASÉ Els Ampe, met portret van burgemeester Nikolaas-Jan Rouppe op de achtergrond: “Of er nu een parking komt onder het Vossenplein, of aan de Brigittinenkerk, dat is in wezen niet belangrijk.” Iemand die van Jette naar Ukkel moet rijden neemt toch ook beter de Grote Ring in plaats van door het hele Brusselse gewest te rijden? Ampe: “Wij willen het leven van de mensen niet bemoeilijken. Wij willen van bewoners van het centrum geen overbodige inspanning vragen.” “Trouwens: als je transitverkeer echt onmogelijk wil maken, dan moet het verkeer op de Kleine Ring ook vlotter verlopen. Er zijn dagelijks 400.000 auto’s in Brussel. 20 procent van dat aantal moet volgens het gewestelijke Iris-2-vervoersplan geweerd worden uit het gewest. Dat kan alleen met veel beter openbaar vervoer. Alleen dan laten mensen hun auto staan.” Maar daar bent u niet voor bevoegd, voor openbaar vervoer. Ampe: “Het zou toch gewoonweg beter zijn als de MIVB bepaalde blinde vlekken in het Brussels gewest ontsluit met een metro, zoals Elsene, of Sint-Agatha-Berchem. Waarom is er geen metrolink tussen de Heizel en het Noordstation, via Pannenhuis? Soms hangt het af van in kleine missing links te investeren. Kijk ook naar tram 71. Waarom geen metro daar? En waarom duurt het überhaupt zo lang om metro’s te bouwen?” Nu klinkt u als iemand die oppositie voert. Ampe: (onverstoord) “Pascal Smet steunt die ideeën. Niets verhindert ons om metro’s aan te leggen met twee verdiepingen. Dat klinkt misschien vergezocht, maar je kan niet op het lot teren om zomaar twintig procent minder auto’s te krijgen in Brussel.” Is rekeningrijden ook niet aangewezen om de autodruk te verminderen? Ampe: (laconiek) “Rekeningrijden bestaat al. Je betaalt accijnzen, en hoe meer je stilstaat in de file, hoe meer nutteloze accijnzen je betaalt voor benzine. Toch zorgt die belasting er niet voor dat mensen hun auto aan de kant te laten staan.” Misschien wordt autogebruik nog niet genoeg belast. Hoge belastingen op verbruik zijn trouwens ook een liberaal principe. Ampe: “Maar het werkt niet, dat is al bewezen. De lasten op auto’s zijn al hoog, en toch is er veel verkeer.” “Rekeningrijden werkt niet. Het bestaat al, en toch is er veel verkeer” Er worden bijzonder veel bedrijfswagens uitgedeeld in dit land. Ampe: “Akkoord, maar ik ben dan ook een voorstander van een nettobedrag bovenop het loon in plaats van een wagen. Mensen moeten kunnen kiezen.” Goed, maar ontgaat het u toch niet dat de tijdsgeest dwingt tot auto’s weren uit de stad, en dat daar goede argumenten voor bestaan? U brengt echter geen rangorde aan in vervoerswijzen, en dus blijven er veel © BART DEWAELE auto’s in Brussel. Ampe: “Er is wel een rangorde: de voetgangers krijgen een vijfde van het stadscentrum. Een vijfde! En er komen veel fietspaden. Dat zijn duidelijke keuzes. Maar ik blijf er bij: je kan auto’s niet wegtoveren, je hebt alternatieven nodig. En dat alternatief komt niet zomaar uit de lucht vallen. Die boodschap heb ik voor de MIVB en de Brusselse regering: maak een groots logistiek plan. Want zo’n plan bestaat vandaag de dag niet. Het Iris2-plan is prachtig, maar het moet ook uitgevoerd worden. Ons circulatieplan is een uitvoering van het Iris-2-plan. Wel, waar blijft de rest? Hoe krijgen we 80.000 automobilisten uit hun auto?” Terug naar het circulatieplan. Kan het plan omgegooid worden als blijkt dat het op chaos uitdraait? Ampe: “Natuurlijk kan dat. Wij stellen ons kwetsbaar op en nemen een groot politiek risico door een testfase te beginnen. Maar ik heb het dus niet over de voetgangerszone. Die is here to stay.” Kan u dan ook in eer en geweten beloven dat, als uit de openbare aanbesteding zou blijken dat de nieuwe parkeergarages geen goede zaak zouden zijn voor de stad, er geen gebouwd worden? Ampe: “Als we niet tevreden zijn over deze of gene investeerder, of over de inrichting van de bovengrond, want dat is het belangrijkste, dan doen we het niet. Ik vind het trouwens belangrijker dat het Rouppeplein er goed uit ziet dan dat er een parkeergarage onder komt.” Christophe Degreef Uw commentator is zeer verheugd dat ze bij Le Soir het antifascisme in ere houden. Dagelijks een voorpagina uit 1945 om het einde van de oorlog te herdenken, en kijk, in de hedendaagse editie van maandag 11 mei 2015 een stuk ‘Bruxelles, francophone à plus de 90%’. Het gaat om een doorwrocht artikel waarin op zeer geraffineerde wijze wordt aangetoond dat Brussel een Franstalige stad is. Leest u even mee hoe. Eerste zinnen van het artikel: “Il suffisait de se promener au festival des food trucks, ce week-end, dans la capitale pour s’en rendre compte: Bruxelles est une ville où l’on parle toutes les langues. (...) Devant pareille diversité, la division officielle des habitants de la capitale en francophones et néerlandophones apparaît plus que jamais dépassée. (...).” Fast forward naar de slotalinea dan: “Caroline Persoons, députée FDF, vient de demander au ministre des Finances (...) de lui communiquer la répartition linguistique des dossiers traités. En 2013, 93,1% des chefs de ménage étaient enregistrés comme contribuables francophones. Pour 2014, ils étaient 93,29%. Des chiffres concordants, en légère progression, constante, ces quinze dernières années.” U wilde nog weten wat de krant van 14 mei 1945 kopte? ‘La célébration de la victoire’. ADVERTENTIE Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap ✆ 0800-15045 alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30 Bezoeken enkel op afspraak [email protected] BDW 1474 PAGINA 8 - DONDERDAG 14 MEI 2015 DE GRAUWE JAREN 1980 OVER BEROEMDE EN BERUCHTE BRUSSELSE BURGEMEESTERS POLITIEK MET EEN VETTE BRUSSEL – De Brusselse burgemeesters van de jaren 1980 waren vaak extravagante, nationale figuren. De burgemeester van Sint-Joost, de socialist Guy Cudell, zat een halve eeuw in de politiek, werd ontvoerd en schrok er niet voor terug om voor de tv-camera’s met prostituees te onderhandelen. De jaren 1980 waren sociaaleconomisch grauwe jaren, waarin xenofobie hoogtij vierde. De politiek daarentegen miste geen kleur. Cudell over alles discussiëren, maar niet over de ontvoering die in een waas van geheimzinnigheid is blijven hangen,” vertelt Jules Spooren, die de eerste Vlaamse schepen (1989-2006) onder Guy Cudell werd. Spooren: “Toen ik in 1987 gemeenteraadslid en in 1989 schepen werd, was Cudell al wat op zijn retour, maar ik woonde wel al van in de jaren 1970 in Sint-Joost. Cudell liep hoog op met grote urbanisatieplannen die in de late jaren 1970 in zwang waren.” “Idem dito voor het onderwijs, waarmee hij zich inschreef in een grote traditie van Sint-Joostse burgervaders. Cudell zette in Sint-Joost de stadsvernieuwing in gang, en sprak ook al vroeg over voetgangerszones, waarmee pas in de eenentwintigste eeuw begonnen werd. Maar die traagheid is eigen aan de politiek. Cudell was een specialist in het creëren van problemen om ze nadien zelf op te lossen: hij zag de problemen van ver afkomen en zette ze zelf op scherp.” Burenruzies Van links naar rechts: burgemeester van Brussel-Stad Hervé Brouhon (PS), superschepen en toekomstig burgemeester Michel Demaret (PSC) en toenmalig minister van Binnenlandse Zaken (nu: burgemeester van Leuven) Louis Tobback (SP.A). “ De paus weet niet hoe hij een condoom moet gebruiken.” De populaire Brusselse burgemeester Michel Demaret (PSC) geeft er in een interview met Le Soir Illustré nog maar eens een flinke mep op, de Brusselaar smult van de zwans, maar het establishment slaat toe. Dikke Mich zal net geen jaar burgemeester van Brussel geweest zijn. We schrijven inmiddels 1993, maar Demaret was in de jaren 1980 superschepen en razend populair. Demaret werd burgemeester omdat de PS’er Hervé Brouhon gestorven was, en Brouhon was burgemeester omdat grootslager Paul Vanden Boeynants in opspraak was gekomen en veroordeeld voor fraude. Maar zijn schaduw hing over de Stad Brussel. Welkom in de politieke jaren 1980. Onze gesprekspartners zijn Freddy Depauw, Jules Spooren en Joris Sleebus. Hervé Bouhon vervangt VDB Joris Sleebus gidst deze maand 40 jaar voor Brukselbinnenstebuiten en kent de stad en haar geschiedenis als zijn broekzak. “Hervé Brouhon is op een onverwachte manier burgemeester geworden, hij was een zeer sociaal bewogen man die als schepen van Openbare Onderstand de eigendommen van het OCMW heeft gerenoveerd. Het is dankzij hem dat het classicistisch geheel – begijnhof en Pacheco – gered zijn. Niet dat de renovatie ideaal was, het was een renovatie à la Pierson, de schepen die de stadseigendommen renoveerde. Het Continentalgebouw is er het typevoorbeeld van: binnenin werd alles leeggehaald, alleen de façades bleven rechtop. In ‘de Continental’ zie je vanop het De Brouckèreplein de vloeren door de vensters heen.” Freddy Depauw, voormalig journalist van De Standaard, herinnert zich de jaren 1980 levendig. Hij woont al een paar decennia in de Gretrystaat naast het huidige casino, een gebouw dat ooit de Galeries Anspach herbergde. Depauw: “Toen we op 2 januari 1983 de deur uitstapten, stond het personeel van de Galeries Anspach op straat. De Daltons – zo noemden we de vier Britse broers die eigenaar waren – hadden het personeel op 1 januari laten weten dat de deuren dichtgingen. Een sociaal drama. De jaren 1980 waren de jaren van de grote onzekerheid. De tegenstelling voor wie de jaren 1960 had meegemaakt was immens, tot aan de oliecrisis van de jaren 1970 leefden we met de zekerheid dat alles alleen maar beter kon worden. “Wie informatie wou van burgemeester Brouhon, belde best ‘s ochtends, als hij nog helder was” Ik herinner me dat er op de gelijkvloerse verdieping van de Galeries Anspach een goede boekenwinkel was, met een zeer gedreven uitbaatster. De vrouw was compleet uit haar lood geslagen. Het waren ook de jaren dat de kranten kopten: Hoe te leven met één frank per dag?. Ook voor de burgemeesters en bestuurders van de Stad waren het geen leuke tijden: “Bijna alle stadskassen waren leeg, er moesten overal noodplannen opgesteld worden.” Depauw heeft in de jaren 1980 voor De Standaard intensief Italië gevolgd. Hij vergelijkt Hervé Brouhon graag met Giulio Carlo Argan, de eerste linkse burgemeester van Rome in de late jaren 1970. Depauw: “Argan was een wereldbe- © BELGA roemd kunsthistoricus die Rome, een stad van drie miljoen inwoners, op een volkse manier bestuurde. Hervé Brouhon had dezelfde kwaliteiten, hij bestuurde de Stad Brussel op een volkse manier en was tegelijk een intellectueel. Maar als je informatie wou belde je best ‘s morgens vroeg als hij nog helder was – het is geen geheim dat hij graag een glaasje dronk. Maar de Brusselaars stoorden zich er niet aan, ze hadden hem tenslotte verkozen.” “Het burgemeesterschep van Brussel was en is een ondankbare taak, je bent een van de negentien burgemeesters, je krijgt dat aan de buitenlandse staatshoofden die je moet ontvangen niet uitgelegd. Brouhon was ook allerminst een dictator en daar profiteerden schepenen à la Michel Demaret van. De Stad Brussel leek toen heel erg op een feodaal stelsel, met iedere schepen zijn stukje grondgebied, zijn eigen domeintje, er was weinig controle. De schaduw van VDB hing permanent over de besluitvorming.“ In een kleine gemeente als SintJoost kende Cudell alle inwoners en kenden zij ook hem, hij werd zelfs geraadpleegd voor burenruzies. Je kon hem met recht en reden de lokale socialistische pastoor noemen, hij kende de levensverhalen van de inwoners, hij wist ook maar al te goed dat het de beste manier is om mensen aan je te binden,” legt Spooren uit. Cudell had een hekel aan het communautaire, maar toch kon hij het volgens Spooren moeilijk verkroppen dat het Nederlandstalig onderwijs het beter deed dan het Franstalige. Hij was ook een man van zijn woord: “Net voor de verkiezingen zei hij me: ‘Als ge verkozen geraakt, dan wordt ge schepen.’ We hebben nooit iets getekend, maar hij hield woord. Hij kon geen ei bakken of een kop koffie zetten, maar wat politieke handigheid betreft waren er geen als hij. Hij heeft een halve eeuw in het gemeentehuis doorgebracht, hij was er bijna dag en nacht. Over zijn privéleven hebben er zijn hele carrière de wildste verhalen de ronde gedaan. Die verhalen waren altijd goed voor vermakelijke gesprekken op café, maar hebben weinig belang. Veel belangrijker is dat Cudell ethisch zeer vooruitstrevend was, hij was een echte vrijdenker. Zo was het Centrum voor Gezinsplanning, de verre voorloper van de latere abortuscentra, in het gemeentehuis ondergebracht.” Prostituees De ontvoering van Guy Cudell (1984) maakte de burgervader van Sint-Joost nog beroemder en beruchter dan hij al was. “Je kon met Welkom in Anderlecht Ook Freddy Depauw herinnert zich Cudell levendig: “Zo legendarisch, intellectueel en volksmens tegelijk, BDW 1474 PAGINA 9 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Het anti-vreemdelingenbeleid van Nols KNIPOOG folkloristisch bijna zoals hij door de prostitutiestraten stapte en met de meisjes sprak. Ik herinner me een interview dat Johan (journalist Johan Reygaerts, Depauws overleden partner, dv) van hem afnam waarin hij in het Nederlands zei dat de prostituees zich bedeesd moesten opstellen. Dat is een hit geworden op de Wereldomroep, de voorloper van Radio Vlaanderen Internationaal. Cudell, wiens Nederlands niet zo goed was, bedoelde natuurlijk discreet.” Of ook nog de toespraak toen hij hield voor vele honderden inwoners vanop het balkon van het gemeentehuis na zijn ontvoering. Depauw: “Cudell zei: ‘Et alors il y avait une machine...’ Toen pauseerde hij even, waarop iemand uit het publiek riep: ‘à laver’. Heel de menigte voor het gemeentehuis schaterde het uit.” Voor Sleebus is Cudell de voorloper van Charles Picqué (PS) als burgemeester van Sint-Gillis. VDB liet in de Noordwijk een hele wijk – een kleine stad eigenlijk – platgooien, Cudell en Picqué gaven een paar plekken vrij aan het grote geld om in de rest van de gemeente te investeren. In Sint-Joost waren dat de plekken waar nu de Madoutoren, de Rogiertoren en de gebouwen van de Prevoyance Social aan de Schaarbeeksepoort staan. Cudell heeft zo duizenden arbeidsplaatsen helpen te creëren in zijn gemeente om geld in de kas te brengen. Picqué gaf een stukje van de zuidwijk op om de rest van de gemeente te renoveren. Er was naast Brouhon en Cudell ook nog Edmond Machtens als legendarische burgemeester van SintJans-Molenbeek tot laat in de jaren 1970, hij verwaarloosde laag-Molenbeek – er was nog geen migrantenstemrecht – en verstedelijkte hoog-Molenbeek (de Machtenslaan). Anderlechtenaar Henri Simonet (burgemeester tot 1984) liet aan het begin van de Wayezstraat een triomfboog plaatsen met boodschap: ‘Anderlecht heet u welkom’. De migrantenwijk Kuregem behoorde voor hem niet tot Anderlecht. Filosofisch Sleebus kijkt met een filosofische blik terug op de geschiedenis van Brussel: “Mensen zitten aan hun tijd vast, ze zoeken antwoorden op de vragen die hun tijd stelt. De zestigers die in de jaren 1980 burgemeester werden, hadden de Tweede Wereldoorlog en het fascisme meegemaakt. Ze hadden maar één houvast: de toekomst. Ze wilden afrekenen met het verleden, wat zich onder andere vertaalde in een afbraakpolitiek. De burgemeesters die in de jaren 1950 geboren zijn, kunnen vandaag het gloedoude en het gloednieuwe combineren, ze staan veel minder negatief tegenover het verleden. Ze hebben de jaren 1960 meegemaakt, toen het voortdurend beter ging. De keerzijde is dat het oude stadsweefsel in de jaren 1980 nog betaalbaar was voor de arme kant van de samenleving, vandaag is dat steeds minder het geval.” © ARCHIEF “Cudell was een specialist in het creëren van problemen om ze nadien zelf op te lossen” Roger Nols, provocerend, op een kameel in 1986. Xenofobie gedijde goed in het Brussel van de jaren 1980. Schaarbeek beleefde in de jaren 1980 beroerde tijden. Roger Nols was er aan de macht. De politicus uit Wallonië, van opleiding kok, voerde er een hard anti-vreemdelingenbeleid, nadat hij in de jaren 1970 een anti-Vlamingenbeleid had gevoerd. Nolsist zijn is tot op de dag van vandaag een erg beladen term in de Schaarbeekse gemeentepolitiek, en Nols hangt nog altijd als een schaduw over de lokale politiek, alsof de donkere jaren 1980 nog niet helemaal verwerkt zijn. Wie het allemaal van dichtbij meemaakte is advocaat Luc Denys. Hij houdt er sinds 1976 kantoor, en werd politiek actief in 1982 toen hij op de lijst ging staan van Démocratie Schaerbeekoise, de politieke vleugel van het lokale anti-racistisch front. Schaarbeek kwam uit een periode waar de sfeer al erg gespannen sfeer was. Nols had in de jaren 1970 aparte loketten ingevoerd voor de Vlamingen. Denys: “De nationale overheid heeft toen onder leiding van Walter Ganshof van der Meersch met fors vertoon een einde gemaakt aan de aparte loketten. Ganshof van der Meersch wist van aanpakken. Hij was na de oorlog krijgsauditeur geweest in de processen tegen collaborateurs. Hij is met het leger ‘s ochtends vroeg naar het gemeentehuis getrokken. Daar is met een hakbijl de deur van het gemeentehuis opengebroken en zijn de eentalige bordjes manu militari weggehaald.” Van kwaad naar erger Danny Vileyn © BELGA Voormalig burgemeester van Sint-Joost-ten-Node Guy Cudell (PS) hield na zijn mysterieuze ontvoering een spectaculaire toespraak tot het volk. Enkele jaren later laat Nols zich weer gelden door te weigeren om vreemdelingen in te schrijven. Denys: “Nols vond het welletjes. Maar hij deed iets wat totaal onwettelijk was. Het ironische is dat enkele jaren later, in 1984, de toenmalige PRL-minister Jean Gol een wet invoerde die de migrantrijke gemeenten inderdaad toeliet om vreemdelingen te weigeren. Dat was de bekroning van de actie van Nols. Zes Brusselse gemeenten, waaronder Schaarbeek, mochten vreemdelingen weigeren.” “Je moet weten dat anti-vreemdelingen-gevoelens in de jaren 1980 in Brussel welig tierden. Nols kreeg de steun van La Dernière Heure bijvoorbeeld. En de PRL was toen ook behoorlijk rechts en anti-migrant.” Denys ziet een kantelmoment begin jaren 1980. “Er was in 1981 nog de behoorlijk liberale vreemdelingenwet van Philippe Moureaux (PS), en in hetzelfde jaar de antiracismewet. Maar daarna ging het van kwaad naar erger. Nols heeft daar een grote rol in gespeeld.” Denys herinnert zich hoe Nols in 1984 JeanMarie Le Pen uitnodigde in het Neptunium, “Dat was pure provocatie,” zegt Denys. Er waren toen hevige tegenbetogingen, de rijkswacht chargeerde.” Nols begon ook scholen in laag-Schaarbeek te sluiten, waar veel migranten woonden. Hij liet wijken verkrotten. Allemaal in de hoop dat de migranten zouden ophoepelen. Denys: “Het was sowieso slecht bestuur. Schaarbeek bouwde een veel te groot OCMW-ziekenhuis aan de Haachtsesteenweg, voor de enorme som van 1 miljard frank (vandaag de hoofdzetel van beweging.net, het voormalige ACW). Het ziekenhuis heeft nooit gewerkt. Dat was pure hoogmoed.” In 1988 raakte Luc Denys verkozen op de Ecolo-Groenlijst. Hij legde Nols het vuur aan de schenen. “Een keer was ik zo tekeergegaan, dat Nols razend werd. Het ging over discriminatie. Nols werd helemaal rood. Zijn medestanders porden hem aan om te kalmeren. Enkele dagen later kreeg Nols een hartaanval. Het is misschien wat macaber, maar ik vraag me vandaag nog altijd af of mijn tussenkomst daar voor iets tussen zat.” “Op een bepaald moment wou het schepencollege anderstalige – lees: Arabische – opschriften verbieden op winkelramen. Alleen Frans en Nederlands waren toegestaan. Dat was voor mij gefundenes Fressen. Ik heb dat toen bestreden. Met succes, want de voogdij heeft het verbod later vernietigd. Ik haalde de voorpagina van een Berlijnse krant.” “Ik heb Nols nooit echt goed gekend, omdat hij mijn politieke tegenstrever was, maar men zei dat hij een volkse joviale man was, die tegelijk ook zijn troepen stevig in de hand hield, op het dictatoriale af. Hij kon heel veel drinken, tot een fles whisky per dag. Hij was ook heel populair. Zijn lijst haalde zonder problemen de volstrekte meerderheid.” “Nols was in zijn beleid wel niet altijd even consequent. De burgemeester kon uitzonderingen voorzien bij het inschrijven van vreemdelingen. Ze moesten daarvoor langs bij een sociaal assistente, de latere mevrouw Nols. Als de vreemdelingen cadeaus in natura gaven, dan zorgde de burgemeester ervoor dat ze wél ingeschreven geraakten. Uit statistieken bleek later dat Nols de helft van de inschrijvingen van vreemdelingen toch goedkeurde. Politiek was hij extreem, maar in de praktijk stelde hij zich coulant op.” Denys weet niet meteen waarom het anti-vreemdelingen-ressentiment een hoge vlucht nam in de jaren 1980. Nols heeft daar zeker een rol in gespeeld, “maar Schaarbeek veranderde ook demografisch. In de eerste helft van de jaren 1970 was de Koninklijke Mariastraat, waar ik wat later als advocaat kantoor zou houden, volledig blank. Tien jaar later zag de straat er helemaal anders uit.” Nols zou pas in 2004 sterven, politiek volledig gemarginaliseerd. En toch. In de gemeenteraad van september van dat jaar wou het schepencollege een minuut stilte laten houden, “maar daar hebben we met EcoloGroen toen wel een stokje voor gestoken.” De buste van Nols staat wel nog altijd in de burgemeestershallen van het gemeentehuis. De donkere jaren 1980 zijn in Schaarbeek nooit helemaal weg. Steven Van Garsse BDW REGIO BDW 1474 PAGINA 10 - DONDERDAG 14 mei 2015 Deze week op de Jette Met > Alleen producten van eigen kweek ‘Dit is een markt die krimpt en weer groeit’ Jef Geldof, die in de toekomst zal controleren of de vereisten van het certificaat worden nageleefd. Dertien bedrijfjes zijn ondertussen ‘commilfo’ verklaard, de meeste uit de Vlaamse Ardennen en het Pajottenland. Zij stonden afgelopen woensdag voor het eerst samen op het Mercierplein: brood, vlees, zuivel, groenten, fruit en daartussen kraampjes met kruidenthee, notenolie en escargots. De Middeleer was behoorlijk tevreden met het aanbod. “Hier en daar missen we nog wel wat. Zo had ik er nog graag asperges bij gehad. En kippen. Maar we vonden niemand die goed bezig is.” Simpel tafeltje © SASKIA VANDERSTICHELE De nieuwe markt moet ook meer leven brengen op het Kardinaal Mercierplein. JETTE - Een boer uit het Oost-Vlaamse Herzele droomde al jaren van een markt met honderd procent lokale producten. De gemeente Jette wilde duurzame voeding promoten en wenste ook wat meer reuring op het stationsplein. Beide vonden elkaar in de nieuwe Jette Met, voortaan elke woensdagmiddag op het Kardinaal Mercierplein. H et dorpse Jette telt al flink wat markten. Behalve de grote zondagsmarkt op de Spiegel en de kleinere marktjes her en der tijdens de week, is er sinds drie jaar een overdekte biomarkt. De vzw Le Rayon Vert begon er in 2012 mee nadat gebleken was dat het pover gesteld was met het bioaanbod in het noordwesten van Brussel. Elke zondagochtend wordt het atelier van een voormalige geuzebrouwerij in de Van Huynegemstraat omgetoverd tot biosupermarkt, met een ruim aanbod van broden, verse groenten en fruit en droge voeding. Alles wordt aangeleverd door Les Tanneurs, de biomarkt in de Marollen. Omdat het succes alsmaar groeit, wil Le Rayon Vert zijn bioproducten vanaf volgend jaar vijf dagen per week aan de man brengen. De nieuwe Jette Met, die afgelopen woensdag in stormachtig weer werd ingezegend door pastoor Dirk Vannetelbosch, is anders van opzet. Ze is niet bio, maar duurzaam, rechtstreeks van producent naar consument. Het is een initiatief van de gemeente Jette. Die draagt sinds een paar jaar de titel van fair tradegemeente. Daarom zocht de dienst duurzame ontwikkeling naar een manier om lokale producenten te promoten. Tegelijkertijd wilde de gemeente het Kardinaal Mercierplein, dat in 2013 opnieuw werd heraangelegd, wat meer leven inblazen. Een toevallige ontmoeting met Dirk De Middeleer, een groentekweker uit Herzele, bracht de bal aan het rollen. De Middeleer, die met de groenten van zijn familiale kwekerij Bieselenberg op boerenmarkten staat, merkte dat heel wat van de andere boeren producten bijkochten om hun assortiment te verruimen. “Soms wordt tot dertig procent bijgekocht, bijvoorbeeld op de veiling. Het probleem is dat je er geen zicht alleen producten van eigen kweek aanbieden in hun kraam. Zo natuurlijk mogelijk? “Ja, dat betekent kleinschalig, rekening houdend met de seizoenen, zonder kunstmatige bemesting en met geen of bijna geen bestrijdingsmiddelen,” zegt De Middeleer. Bio is geen vereiste. “Het mag wel, maar waar het voor ons vooral op aankomt, is dat het lokaal geproduceerd is. Bio is namelijk niet nood- “Biologisch geteelde boontjes uit Kenia zijn niet duurzaam” op hebt waar die aangekochte producten vandaan komen en hoe ze geteeld werden.” De Middeleer begon plannen te maken voor een markt met producenten die op een verantwoorde en zo natuurlijk mogelijke manier telen en zakelijk duurzaam. Biologisch geteelde boontjes uit Kenia zijn niet duurzaam.” De Middeleer ging op zoek naar gelijkgezinden en creëerde een eigen label, Commilfo. Hij riep hiervoor de hulp in van landbouwingenieur Het gros van de standhouders stond nooit eerder op de markt. Enkele nieuwkomers hebben zelfs speciaal voor de Jette Met een mooi kraam aangeschaft, de schapenmelkerij Bosschelle uit Denderhoutem bijvoorbeeld, die lamsvlees, schapenkaas en pudding had meegebracht en ook bioslager Donderij uit Etikhove, die vlees van Limousinrunderen en Hongaarse Mangalicavarkens verkoopt. Anderen stonden voorlopig achter een simpel tafeltje. Zij waren dan ook meer voor de vorm naar de feestelijke inhuldiging gekomen want eigenlijk hadden ze weinig aan te bieden. Van de acht liter notenolie die de kleine walnotenboomgaard Den Haas uit Schepdaal dit jaar heeft voortgebracht waren nog vijf flesjes over. Wachten dus op de volgende oogst. Zelfde verhaal bij het standje van Hof van Piemont, waar enkel nog een restje appelen en peren van vorig seizoen voorradig was. “We staan hier volgende week nog en dan weer in augustus, met de nieuwe oogst.” Voor Jean-Marie Van Pottelsberghe uit Gooik, die enkele jaren geleden zijn job als metaalbewerker kwijtraakte en zich omschoolde tot kweker van klein rood fruit, kwam de eerste Jette Met net te vroeg. “Mijn aardbeien uit de volle grond zijn pas over twee weken rijp.” “Je ziet het,” zegt organisator Dirk De Middeleer, “dit wordt een markt die krimpt en weer groeit. Er zullen zes à zeven vaste kramen staan, brood, vlees, zuivel en groenten, maar niet altijd met hetzelfde aanbod. Begin mei zijn er nog geen tomaten, wortelen of boontjes. Het wordt tijd dat de mensen dat opnieuw weten. Nu is er spinazie, rabarber, koolrabi en paksoi.” Bettina Hubo BDW 1474 PAGINA 11 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Jette > Mogelijke make-over voor stationsbuurt Jette Vrijwilligers en voorzitter nog moeilijk door één deur © SASKIA VANDERSTICHELE Katten lopen op een veld in asiel Veeweyde. Het conflict bij het dierenasiel draait onder andere rond een omheining voor een hondenveld. ‘La Voie De Chemin De Terre’ moet het project worden dat de stationsbuurt in Jette opsmukt. Het initiatief komt van het Brussels studiebureau ERU dat partners vond uit allerlei sectoren. Zo werkt het samen met onder meer de gemeente Jette, het buurtcomité Dupré & Co en buurthuis L’Abordage. In de culturele sector vond de ERU partners in Le Rayon Vert, CC Armillaire en Atelier 34zéro. Het doel van het project is om de ‘verloren’ ruimtes langs het spoor aan het station van Jette te gebruiken om voedsel te produceren op een duurzame wijze. Voor en met de hulp van de buurtbewoners en onder begeleiding van een plantage-expert zullen fruitbomen, moestuintjes en wijngaarden aangelegd worden. Daarnaast zal er ook plaats gemaakt worden voor kunst en ateliers. Volgens het ERU zal het project zorgen voor een beter buurtleven, een hechtere sociale link, maar ook voor afvalvermindering en een meer ecologisch bewuste buurt. Om die plannen te financieren hopen de initiatiefnemers dat La Voie De Chemin De Terre de Bruocsella Prijs wint, waar 25.000 euro aan verbonden is. De prijs is een initiatief van de mecenaatondernemingen van Prométhéa met als doel om stedenbouwkundige projecten in Brussel aan te moedigen en helpen realiseren. Op 28 mei wordt uit vijf kandidaten, waaronder dus La Voie De Chemin De Terre, één winnend project gekozen. Jilan Berroho Twee panelen Voorzitter Potelle noemt het alemaal een storm in een glas water. “Ik had begin dit jaar al een afspraak met een donateur om panelen te laten leveren voor een omheining. Toen ik een maand geleden van de werkzaamheden hoorde, heb ik ze dus natuurlijk stop moeten zetten. Ondertussen zijn de twee panelen geleverd en is het een kwestie van een paar weken om ze te plaatsen.” We hadden de panelen graag met eigen ogen gezien, maar daar krijgen we de toestemming niet voor. “Dat mag niet van de voorzitter,” krijgen we te horen. Bruno Schols moutstraat wordt schoolstraat Tot het einde van dit schooljaar wordt de Moutstraat in het centrum autoluw. In de middagpauze verandert ze zelfs in een speelplaats. De scholen Maria-Boodschap, Imelda en het Atheneum, samen met diverse organisaties, krijgen hiervoor het fiat van schepen Els Ampe (Open VLD). Op vrijdag 22 mei is er ook een Streetpicknick. Doel is de kloof tussen de scholen kleiner te maken en jongeren meer ruimte voor ontspanning te geven. Nieuw minispeelpleintje in Koolstraat Op woensdag 6 mei is het nieuwe speelpleintje aan de Koolstraat ingehuldigd. Het is geschikt voor kinderen van 1 tot 12 jaar en is al het derde dat in de stad opent op een jaar tijd. Eerder kwamen er al speelpleintjes aan de Oude Graanmarkt en aan de Leopoldstraat. Via deze weg wil Stad Brussel een meer kindvriendelijke openbare JB ruimte creëren. UIT DE LUCHT GEGREPEN TELEXREGIO We hadden liever vrolijk dierennieuws gebracht van dierenasiel Veeweyde dat zich elke dag opnieuw inzet voor dieren die een beter lot verdienen. Maar vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten voor honden in het asiel, zien met lede ogen aan hoe voorzitter Georges Potelle zich in elke beslissing van het dagelijks bestuur wil mengen. Van een schaap euthanaseren tot het vervangen van een slot, alles heeft de zegen van de voorzitter nodig. Het leidt tot frustratie bij een vrijwilligersteam dat vooruit wil. Een visie die gedeeld wordt door bestuurslid Gaëtan Van Goidsenhoven, tevens exburgemeester en huidig eerste schepen voor MR: “Ik weet niet waarover u spreekt, maar ik denk niet dat het de taak is van een raad van bestuur om zich in zulke beslissingen te mengen. De kerntaak van een bestuursraad zijn de goede financiën en een algemeen goed bestuur, maar geen lopende zaken” geeft Van Goidsenhoven aan. De klacht komt van Lieve Vernaillen, die zich al een paar jaar bezighoudt met de middelgrote honden in het asiel. Vrijwilligers laten op een daartoe bestemd veldje de honden uit. “Maar met acht vrijwilligers 130 honden uitlaten, als je maar één hond per keer in de weide mag laten rondlopen, is, rekening houdend met de beschikbaarheid van de vrijwilligers, een zo goed als onmogelijke opdracht. We zijn daarom al jaren vragende partij voor een nieuwe omheining rond een tweede veld om ook daar in alle veiligheid honden te laten rondlopen.” Vernaillen stelde de vraag meermaals aan de voorzitter, maar ondanks beloften zag het vrijwilligersteam niets veranderen. Dit jaar nam de harde kern vrijwilligers het heft in eigen handen. Ze legden een som van duizend euro bij elkaar en staken de handen uit de mouwen om zelf, zonder groen licht van de raad van bestuur, een omheining aan te leggen. “De werkzaamheden waren halfweg toen ik van de voorzitter een verzoek kreeg om meteen met de werkzaamheden te stoppen. Het was stoppen met de werken of stoppen als vrijwilliger. Uiteindelijk besloot ik dan maar zelf ontslag te nemen.” Andere vrijwilligers die haar steunen hadden overigens ook met ons contact maar wensten niet bij naam genoemd te worden. Plantages langs de spoorweg © NGI Een voorzitter die de touwtjes strak in handen wil houden, die vrijwilligers iets te ijverig vindt en het uitblijven van de komst van een omheining rond een zo goed als ongebruikt veld om honden uit te laten. Dat leidde tot een uit de hand gelopen ruzie tussen de voorzitter en het vrijwilligersteam. BDW REGIO Anderlecht > Heibel bij dierenasiel Veeweyde over omheining Elk jaar koopt het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) luchtfoto’s aan om zijn databank met geografische gegevens aan te passen. Overlappende luchtfoto’s worden daarop op elkaar gelegd, waardoor een 3D-model ontstaat, dat op zijn beurt vergeleken wordt met de gegevens die het NGI al heeft van plaatsnamen, rivieren, bossen en gebouwen. Zo wordt duidelijk of plaatsen nog overeenkomen met de kaarten die het NGI heeft. Indien nodig past het NGI de gegevens aan. Het NGI beschikt ondertussen al over een indrukwekkend archief luchtfoto’s. Een selectie hiervan vindt u week na week terug in deze rubriek ‘Uit de lucht gegrepen’. Het gaat steeds om (oude) foto’s uit een van de negentien Brusselse gemeenten. Raden waar we zijn, en bij uitbreiding, wanneer een foto is genomen, is een bezigheid die de geest van kaartliefhebbers, geografen, maar ook ‘gewone’ Brusselliefhebbers, scherp houdt. Vorige week zag u het sportcentrum aan de Mahatma Gandhilaan in Sint-Jans-Molenbeek, op de grens met Koekelberg, genomen in 2006. De foto stond met bovenkant naar het zuiden gericht. Deze week nemen we u mee in de richting van het kanaal. Op deze foto zien we een deel van een militair complex dat er toen stond toen de foto werd genomen. Waar zijn we? CD BDW 1474 PAGINA 12 - DONDERDAG 14 MEI 2015 BDWOPINIE © Saskia Vanderstichele “Immersie maakt het Nederlandstalig onderwijs voor anderstalige leerlingen minder moeilijk” Kinderen die geen woord Nederlands kennen, worden in het Nederlandstalig onderwijs gedropt. Een probleem, vindt de N-VA. Onderwijs > N-VA ongerust over Nederlandstalig onderwijs Franstalig onderwijs Tweetalige scholen zijn taalarme scholen BRUSSEL – Brussels minister Guy Vanhengel (Open VLD) pleit voor tweetalige scholen waar tweetalige leerkrachten zullen lesgeven. Dat komt neer op het inzetten van taalarme leerkrachten in Nederlands-arme scholen en op een verdere uitholling van de kwaliteit van het onderwijs in Brussel, Liesbet Dhaene en Koen Daniëls (N-VA), respectievelijk Brussels en Vlaams parlementslid. Een belangrijke reden waarom anderstalige ouders kiezen voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is dat ze willen dat hun kinderen tweetalig worden: Frans leren ze in hun thuisomgeving, Nederlands op school. Tweetaligheid is in Brussel essentieel om een job te vinden. Het Franstalig onderwijs staat voor perfect eentalige leerlingen die – om het met de woorden van FDF-minister Didier Gosuin te zeggen – een ticket naar werkloosheid krijgen. Het Nederlandstalig onderwijs staat voor kwaliteit, de kennis van het Nederlands en dus een ticket naar een job. Maar de keuze voor het Nederlandstalig onderwijs is niet probleemloos. Het Nederlandstalig onderwijs gaat uit van een voorafgaande basiskennis van het Nederlands bij de leerlingen. In Brussel worden kinderen die geen woord Nederlands kennen in het Nederlandstalig onderwijs gedropt. Daarbij komt dat de omgevingstaal in Brussel – in tegenstelling tot in Vlaanderen – hoofdzakelijk het Frans is. Voor veel Brusselse anderstalige leerlingen is het Nederlandstalig onderwijs “zwemmen of verzuipen”. Vanuit Franstalige hoek kwam dan ook vrij snel de roep naar tweetalig onderwijs. Het geven van vakken in het Frans vermindert het – moeilijke – Nederlands en de anderstalige ouders kunnen gewoon in het Frans met de school communiceren. Waarom moeilijk als het makkelijk kan! Dat het Nederlandstalig onderwijs in Brussel geen onverdeeld succes is, blijkt duidelijk uit het laatste rapport van de onderwijsinspectie. Het lage talig niveau van de leerlingen maakt het de scholen moeilijk om de leerplannen voor vele vakken te realiseren. Brusselse leerlingen hebben minder kansen om te slagen in het hoger onderwijs. Voor de onderwijsinspectie is het verlagen van het niveau van de eindtermen in Brussel echter geen optie. Want dat “zou de maatschappelijke segregatie in Brussel bevorderen”. Om de eindtermen te halen, moet taalgericht (Nederlandstalig!) onderwijs gegeven worden in elk leergebied én elk vak. Toch blijft minister Vanhengel hardnekkig de verfransing, nu onder de vlag van tweetaligheid, van de Nederlandstalige scholen verdedigen. De onderwijsreglementering voorziet vandaag – gelukkig – niet in de mogelijkheid om tweetalig onderwijs te organiseren. Dus moet het maar via immersie, dat ook in Vlaanderen heel wat pleitbezorgers kent. Bij immersie kunnen, onder strikte kwaliteitsvoorwaarden, bepaalde vakken in het secundair onderwijs in een andere taal gegeven, om op die manier ook de taal te verwerven. In Vlaanderen is immersie Frans een middel om de sterke Nederlandstalige leerlingen Frans te leren. Maar immersie Frans in het Brussels Nederlandstalig onderwijs is onzinnig: de overgrote meerderheid van de leerlingen spreekt beter Frans dan Nederlands. Immersie Frans heeft in Brussel dus een ander doel dan het verwerven van een tweede taal: het Nederlandstalig onderwijs minder moeilijk maken voor de anderstalige leerlingen. In plaats van taalgericht (Nederlandstalig) onderwijs geven in elk leergebied en elk vak wordt het aantal vakken in het Nederlands verminderd. De lat wordt lager gelegd. In dit licht kadert ook de tweetalige lerarenopleiding die Guy Vanhengel voorstaat. De kracht van een leerkracht ligt in de kunde om een materie op vele verschillende manieren aan te brengen en uit te leggen. Dat kan alleen maar als je over een rijke taalbeheersing beschikt. Het is dan ook geen goed idee om een tweede taal “gelijkwaardig” toe te voegen, aan de Nederlandstalige lerarenopleiding. Te meer omdat de kennis van het Nederlands van de studenten in de Nederlandstalige lerarenopleidingen vandaag al problematisch is. Om maar niet te spreken over het niveau van het Nederlands dat Franstalige leerkrachten in een tweetalige lerarenopleiding zullen verwerven. Nochtans is het de bedoeling om deze Franstalige leerkrachten op dezelfde voet als Nederlandstalige leerkrachten in te schakelen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Het inrichten van tweetalig onderwijs met tweetalige leerkrachten in Brussel klinkt goed, maar het is het niet. Het risico is groot dat de Brusselse scholen de Vlaamse leerplannen voor alle vakken niet meer halen. Tweetalig onderwijs zal in de praktijk binnen de kortste keren uitdraaien op Franstalig onderwijs, waar Nederlandstaligen voor goed taalonderwijs zorgen. Dat zijn niet onze woorden, wel die van Guy Vanhengel, maar dan in 2013. Liesbet Dhaene en Koen Daniëls. Brussels en Vlaams parlementslid, N-VA BDW 1474 PAGINA 13 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Sint-Jans-Molenbeek > Jef Van Damme (SP.A) over de echte oorzaken van de geldnood Molenbeek bijna failliet: wie heeft het gedaan? SINT-JANS-MOLENBEEK – De echte oorzaken van de geldnood zijn een combinatie van een grote bevolkingsgroei, samen met een verarming van de bevolking, zegt gemeenteraadslid Jef Van Damme (SP.A). [email protected] BRIEVEN VAN LEZERS “Ja, ik was eerste schepen in het vorige college, maar Moureaux besliste alles als een dictator.” Zo kondigde burgemeester Schepmans deze week aan dat de gemeente Molenbeek op de rand van het faillissement staat. Moureaux antwoordde al even scherp: “Het huidige schepencollege is een bende amateurs.” Beide meningen zijn zowel onwaar als irrelevant, want elkaar beschuldigen brengt ons geen stap dichter bij de oplossing. Noch wordt er op die manier een juiste diagnose gesteld van een gigantisch financieel probleem. De echte oorzaken van de geldnood zijn een combinatie van een grote bevolkingsgroei, samen met een verarming van de bevolking. Tussen het jaar 2000 en vandaag kwamen er maar liefst 25.000 inwoners bij. Dat is een groei van bijna een derde op minder dan vijftien jaar tijd. Momenteel telt Molenbeek net geen 100.000 inwoners. Als je er wil voor zorgen dat de dienstverlening aan de burger goed blijft, betekent dat uiteraard een serieuze stijging van de kosten voor het OCMW, de politiezone en het aantal ambtenaren. Tegelijkertijd daalde, inflatie meegerekend, het gemiddelde inkomen van de Molenbekaar met 5 procent ten opzichte van tien jaar geleden, vooral door de instroom van arme nieuwkomers. De gemiddelde inwoner werd dus relatief armer. Hierdoor daalden de inkomsten uit de personenbelasting, terwijl de uitgaven van de gemeente enorm stegen. ken immers weg naar de Vlaamse Rand rond Brussel, van zodra ze het zich (financieel) kunnen permitteren. Ook middenklassers die bijvoorbeeld kinderen krijgen, doen aan stadsvlucht. Molenbeek investeert dus veel in de creatie van een nieuwe middenklasse, die vervolgens wegtrekt. Daardoor loopt de gemeente de inkomsten mis die deze middenklasse zou genereren als ze hier zou blijven. Een gebrek aan netheid, een onveiligheidsgevoel, te weinig (kwaliteitsvol) onderwijs, te weinig betaalbare kwaliteitswoningen, en een gebrek aan aangename publiek ruimte, zijn de belangrijkste argumenten voor vertrek, vooral bij jonge gezinnen. Fiscale solidariteit De Molenbeekse middenklasse trekt weg, zegt Jef Van Damme. Als je daar de recente besparingen van de andere beleidsniveaus bijtelt, is de moeilijke financiële situatie van onze gemeente helemaal niet zo verwonderlijk. Uiteraard maakt dat ze niet minder verontrustend. Molenbeek is als stad van aankomst immers dé sociale roltrap van België. Mensen komen hier vaak arm en zonder scholing aan. Door hulp uit hun eigen netwerk, maar ook door de ondersteuning die ze hier van de gemeente en andere overheidsinstanties krijgen, vinden ze werk en een woning, en krijgen ze Brel in Zinnema Mijnheer Rampelberg, ik wens u te danken voor uw lezersbrief in de editie van 30 april (BDW 1472, p.15). Want ik ben blij dat u op een objectieve manier klaarheid schept over Brel en zijn vermeende Vlamingenhaat, die inderdaad onbestaande is. Les Flamandes is toch een pijnlijk correcte beschrijving, niet dan? Inderdaad niet meteen flaterend, maar wel waarheidsgetrouw. En zónder overdrijving. Hij heeft het dan ook niet over de Vlaamse vrouw vandaag. Uiteraard niet. Maar in ons niet zo verre verleden was dit gewoon de type-vrouw en moeder. Waar ik toch even van baal, mijnheer Rampelberg, is uw toegift betreffende zijn houding in zijn laatste periode. Dat hij de Flaminganten met de vinger wijst, is niet meer dan rechtvaardig. Hij heeft het dan ook niet over Vlamingen maar over Flaminganten: dat zijn in zijn ogen de Duits- onderwijs. Ze klimmen op die manier op de sociale ladder. Het is net deze hulp en ondersteuning die door de slechte financiële situatie onder druk komt te staan, en die de sociale roltrap van Molenbeek dreigt te doen stilvallen. Jammer genoeg, bestaan er geen mirakeloplossingen op korte termijn. Wel zijn er twee structurele oplossingen op middellange termijn. De eerste oplossing is ervoor te zorgen dat de middenklasse in Molenbeek blijft. Heel veel inwijkelingen die hier arm toekomen en de sociale roltrap nemen in onze gemeente trek- gezinden, zij die met de vijand mee heulden. Die wijst hij aan. Dat de Vlaming zich daardoor gepikeerd voelt, is onterecht. Ze reageren zoals de Strangers; totaal fout dus. En als De Wever zich flamingant noemt, is dat voor zijn rekening, niet voor die van Jacques Brel. © ERFGOED.BE De tweede oplossing is een andere financiering en meer solidariteit tussen de negentien Brusselse gemeenten. SP.A pleit al sinds 2009 voor een fusie van de gemeenten tot één stad. Dat zou voor een eerlijkere fiscaliteit zorgen. Het gemiddeld jaarinkomen per inwoner in Molenbeek in 2012 was 9.800 euro. In SintPieters-Woluwe lag dat bijna dubbel zo hoog, op 18.800 euro. Het hoeft geen betoog dat dit een serieuze impact heeft op de financiële draagkracht van de gemeentes. Meer fiscale solidariteit binnen Brussel zou al een heel grote stap naar een structurele oplossing zijn. In plaats van na bijna drie jaar nog steeds naar het verleden te kijken, zou burgemeester Schepmans zich beter bezighouden met het investeren in de toekomst en zelf met voorstellen op de proppen komen. Want alleen daarmee is Molenbeek echt geholpen. Jef Van Damme Brussels parlementslid en Molenbeeks gemeenteraadslid (SP.A) een leuke babbel in het hele Muntpuntgebouw. Anderzijds wordt geweldpleging op individuele bezoekers door een lawaaierige studentengroepering met macht en relaties als Br(Ik toegestaan. Is Muntpunt door lezers eigenlijk beter te mijden, wegens voorrang voor een zeker discotheekgehalte? Paul Rodriguez, Koekelberg Karel Verhoeven, Brussel-Stad Muntpunt Mogen bibliotheken ook blitse discotheken zijn met rockrace-bands zoals Muntpunt op zaterdagnamiddag 25 april? Moet het kunnen dat zij die voor studie naar het Muntpunt komen dan samengedreven worden in één overvolle zaal met de mooie naam Multatuli? Het beleid van Muntpunt is onsamenhangend. Enerzijds wordt zeer terecht het gebruik van gsm’s niet toegestaan voor Tweetaligheid De laatste tijd lees ik weer regelmatig lezersbrieven in BDW waar Brusselaars hun beklag doen over het gebrek aan tweetaligheid van de Brusselse gewestelijke en gemeentelijke instellingen. Als niet-deskundige in deze aloude politieke materie stel ik mij toch vragen. Al tientallen jaren levert het Nederlandstalig onderwijs in Brussel goede tweetaligen af, ook binnen de migrantengemeenschappen, met Lukaku en Kompany als meest sprekende voorbeelden. Velen van hen moeten toch in aanmerking komen voor vacatures binnen de Gewestelijke diensten? Met een dergelijke “wervingsreserve” aan tweetaligen lijkt het eindeloos aanslepende gebrek aan tweetaligheid in Brusselse diensten op het eerste gezicht een bizar fenomeen. Waarom stromen ze niet meer dóór naar deze functies binnen de Brusselse diensten ? Op die manier zou de jarenlange investering van Vlaanderen in het Brussels onderwijs pas echt renderen. Heeft men daar onderzoek naar gedaan? Brussels politicus Pascal Smet (SP.A) is nog Vlaams minister van Onderwijs geweest en lijkt mij dus zeer goed geplaatst om hierover zijn licht te laten schijnen. En er eventueel iets aan te doen? Wim Magerman, Anderlecht SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar [email protected]. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via [email protected]. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen. BDW 1474 PAGINA 14 - DONDERDAG 14 MEI 2015 VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK © BILL VIOLA Expo > Brusselse Vanhaerents Art Collection op Biënnale van Venetië Heart Break Hotel aan de lagune VENETIË/BRUSSEL - Terwijl de nieuwe generatie kinderen Vanhaerents de expositie ‘Man in the Mirror’ in de Brusselse Duivelshoek opvolgt, woont Walter Vanhaerents vijf maanden in Venetië. Daar neemt de Brusselse collectioneur met privaat museum deel aan de Biennale Arte di Venezia. Met de expo ‘Heartbreak Hotel’ vult hij een serene, zestiende-eeuwse Palladio-ruimte op het eiland Giudecca. Volgens pop-artcurator Jesse Diaz is het ‘de mooiste stek van de hele biënnale’. De toegang is gratis, de vaporetto (veerboot) ernaartoe niet. Voor een deelname aan de Biënnale – zijn eerste expo buiten Brussel - nam verzamelaar Walter Vanhaerents het concept zelf in handen, door gebrek aan tijd van externe curatoren. Andermaal werd als titel een song gebruikt: ditmaal Heartbreak Hotel van Elvis Presley. Vanhaerents: “Al bij de eerste tentoonstelling Disorder in the House (Rolling Stones) was de titel toevallig een song, net als de tweede tentoonstelling in Brussel, Sympathy for the Devil (2011-2013) in samenwerking met Pierre-Olivier Rollin. Nu loopt Man in the Mirror (2014-2017), naar een song van Michael Jackson en uitgewerkt met curator Emma Dexter. Zonder veel bedoelingen past een song terug goed. Ditmaal zijn we vertrokken van de locatie. Voormalig In het vierluik ‘Earth, Air, Fire & Water Martyr’ van Bill Viola komt het martelaarschap tot uiting. BDW 1474 PAGINA 15 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Tate curator Emma Dexter zei me dat ook: ‘Ik maak liever eerst een tentoonstelling en de titel knoop ik er dan wel aan vast.’ Zo ging het nu ook voor mij. Ik ben dus begonnen met het gegeven dat we op het eiland Giudecca zitten, ten zuiden van het historische hart van Venetië.” Brussel op de 56ste Biënnale Naaiwerk De werken werden gekozen in functie van drie elementen die een rode draad vormen in de expo: martelaarschap, fysisch lijden en melancholie. Vanhaerents: “Als ik het plastisch mag uitdrukken; Martelaarschap komt vooral in het vierluik Earth, Air, Fire & Water Martyr (2014) van Bill Viola tot uiting, mijn lievelingswerk. Suffering en destress en het fysieke lijden of de torture valt onder meer bij Bruce Naumans Four Part Large Animals te zien. Maar er is vooral de vervreemding aanwezig, die direct verbonden is met de geschiedenis van Giudecca. Zoals de creatie-opdracht Damnatio Memoriae van Nick van Woert laat aanvoelen. Het eiland, in de tiende eeuw nog bewoond door joden, was later een soort exile island voor rijke families die in ongenade waren gevallen en werden verbannen na veroordeling (giudizio). Vandaar de rijke paleizen en kerken op het eiland. Die thematiek van verbanning speelt sterk mee in de kunstwerken die voor Heart Break Hotel zijn weerhouden. De ruimte, de Zuecca Project Space, is een zaal waar ongehuwde meisjes naaiwerk moesten doen. Er waren hoge ramen, zodat ze amper naar buiten konden kijken of gezien worden. Ik wou die vrouwen a posteriori nog een kijk geven op de buitenwereld en de lagune, door een trap te creëren die naar twee van die vuile, hoge raampjes leidt.” In ‘If There Were Anywhere But Desert’ van Ugo Rondinone komt de weemoed aandrijven. © UGO RONDINONE In het Belgisch Paviljoen (Giardini) geven de Vlaamse Gemeenschap en de Federation Wallonie-Bruxelles beurtelings tentoonstellingen. De Fédération Wallonie-Bruxelles nam de Brusselse curator Katerina Gregos in de arm en kunstenaar Vincent Meessen. Voor Vlaanderen mocht VUB-professor Hans De Wolf ‘The Revenge of the Common Place’ maken. Ook in het Salon Suisse levert hij een bijdrage, vertrekkend van zijn expositie. In ‘The Base of Venice’ mag de Zwitser Robert Suermondt, die in Brussel woont en werkt, etaleren. Verder heeft ook Wiels@Venice een stek gekregen, en heeft hiervoor de Limburgse kunstenaar Jef Geys mee. JMB Actuele kunst in Brussel? Paardenhoef Het derde aspect in de thematiek is de weemoed of nostalgie. Daarvoor grijpt Vanhaerents naar de Californische scène, die inspeelt op de titel, met een hotel aan het eind van de doodse straat. Het portret van twee vrouwen Untitled $475 van Cindy Sherman, die de vergankelijkheid van schoonheid toont, is daar een mooi voorbeeld van. Vanhaerents: “De weemoed komt aandrijven met de eenzame clown If There Were Anywhere But Desert (2000) van Ugo Rondinone en de palmen Untitled - Venice, Palm 13 van Sam Falls. Daarin zit het idee van wuivende takken over zonovergoten zwembaden vervat.” De idee van de confrontatie van die drie sporen eindigt in deze expo met de tegenstelling: de dealer en de verzamelaar. Als je binnenkomt zie je de verzamelaar Walter (2007) staan van de Oostenrijker Markus Schinwald. Hij stampt ongeduldig met zijn voet (paardenhoef ). En binnen staat dan Händler (Dealer) van de Duitse Katharina Fritsch, die een gehaaide marchand is. Verder is er onder meer werk van Matthew Day Jackson, Cindy Sherman, Joana Vasconcelos, Lucien Smith, Yinka Shonibare en een Christ Dollar 9,98 (Positive) van Andy Warhol. wel, en mogelijk is dit voor een deeltje in mijn persoon te ontdekken. Maar een mens is niet in één gevoelen en interesse te vatten.” Nostalgie Buitenlands platform Of de drie thema’s die Vanhaerents bijeenschoof uit zijn reserves, bewust of onbewust aangekocht zijn vanuit een interesse voor dit soort werk, willen we weten? Vanhaerents: “Ik heb dit maar ontdekt in mijn verzameling door dingen en objecten te gaan linken aan elkaar. Het blijkt dat die verschillende facetten aanwezig zijn in mijn collectie. Maar uiteraard is het het opzet van een tentoonstelling om er een band in te vinden en een harmonie. Ik ben geen verzamelaar van harde, confronterende dingen, wreedheid en de dark side of life. Veeleer koppel ik schoonheid aan een stuk nostalgie, ook al heeft schoonheid wel een donker kantje. Maar kunst die gruwel toont of opwekt zit er nooit bij. Het nostalgisch kantje ligt me “Het is wel duidelijk dat ik gespeeld heb met de bevangende ruimte van 200 vierkante meter waarin ik kan tentoonstellen. Het is een zaal van de renaissance-architect Andrea Palladio, die ook de San Giorgio Maggiorekerk in Venetië ontwierp. Ze ademt het serene uit van waar het bannelingeneiland Giudecca voor staat, en waar je enkel met bootjes naartoe kan.” Voor het eerst trekt de Brusselse private kunstexposant naar de hoogtempel van kunstbeurzen de Biënnale van Venetië. “Ik vind dat wat we nu al jaren in Brussel permanent tonen nog onvoldoende gekend is en zelfs onvoldoende geapprecieerd. Eigenlijk wil ik in het buitenland – en op deze prestigieuze plek – presenteren wat wij in Brussel te tonen Het werk ‘Untitled’ van Cindy Sherman toont de vergankelijkheid van schoonheid. © CINDY SHERMAN hebben. We hebben in Brussel een speciale inspanning gedaan om het publiek te laten meeleven en genieten van mijn grote collectie. Dit buitenlands platform is de geschikte locatie omdat hier oude en hedendaagse kunst perfect mixen. Wat Venetië kan, kan bijvoorbeeld Brugge nooit realiseren met hedendaagse kunst. Onze reflectie naar wat we doen in Brussel is belangrijk, ook voor de overheid (zie kaderstuk). Naar het Belgisch Paviljoen op de Biënnale komen vele excellenties, van Waals minister van Cultuur Joëlle Milquet (CDH) tot Vlaams Cultuurminister Sven Gatz (Open VLD). Misschien gaan we elkaar dus in Venetië zien, om in België iets te kunnen doen. Vreemd, maar zo lijkt het te gaan.” Jean-Marie Binst ‘Heartbreak Hotel’ loopt tot 15 september 2015 in Zuecca Project Space, Giudecca, Venetië, www.vanahaertensartcollection.com Waarom BDW van op afstand aandacht besteedt aan de Brusselse kunst die in de Bïennale van Venetië te zien is? Omdat de publiek-private samenwerking (PPS) voor het etaleren van moderne en hedendaagse kunst in Brussel onbeslist blijft. De politieke lancering van het concept van Citroën terzijde gelaten, beweegt er weinig. Walter Vanhaerents: “Ik ben jaren geleden aangezocht door Michel Draguet, directeur van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, om in een denkwerkgroep rond moderne en actuele kunst te zitten. Opties voor een vijftal locaties, waaronder de Heizel, werden toen afgetoetst, maar Citroën was daar niet bij. De PS-burgemeester van Charleroi, Paul Magnette, had een groep van 125 ‘wijzen’ aangeschreven, maar ik vond dat zo een groep niet kon functioneren. Een tiental specialisten uit het galerie- en verzamelaarscircuit en fiscalisten en juristen: dat was werkbaar geweest. De ruimte en mogelijkheden om hedendaagse kunst museaal te tonen ontbreken bij de overheid. Er zijn geen middelen. Wij, als privépersonen, kunnen niet het voortouw nemen in een PPS. Het is aan de overheid om iets te ontwikken en dit ons voor te stellen. Maar zover staan we vandaag niet. Tot zolang zit de moderne kunst in de reserves. Zonder naar de private sector te stappen zal er nooit iets gerealiseerd kunnen worden. Nochtans bewijst het Eurostadion dat er met privaat kapitaal nog iets te realiseren valt in Brussel.” JMB BDW 1474 PAGINA 16 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Sport > 22ste Stadskriebels laten menig Brusselaar proeven van ruim sportaanbod Stad vervelt tot sportterrein BRUSSEL – Afgelopen weekend verdrongen de evenementen elkaar haast in Brussel. Met het Irisfeest, Mix Central, Stadskriebels en opendeurdag bij de Europese instellingen was het niet makkelijk kiezen uit het aanbod. Een BDW-fotograaf trok zijn sporttenue aan en trok naar Stadskriebels. Stadskriebels, een initiatief van de VGC-sportdienst, was aan zijn tweeëntwintigste de editie toe. Het evenement doopt jaarlijks een verkeersvrije zone om tot sport- en spelterrein. Ook afgelopen zondag waren op tal van plaatsen sportdemonstraties en -initiaties aan de gang, net als sportieve en andere attracties, gratis fietsgravures, live muziek en installatietheater, en gezellige picknickplekken. Voor deze editie bundelde de VGCsportdienst het overgrote deel van het sportaanbod in zes themazones, gaande van een bundel ‘onbekende en verrassende sporten ontdekken’ – of deed u al aan wackitball of citygolf? – tot urban- en straatsporten zoals ropeskipping, free running en freestyle straatvoetbal. Op Stadskriebels, waar ook Buurtsport Brussel aan meewerkt, was er veel vertier voor jonge sporters. © BART DEWAELE Voor iedereen Net zoals in de reguliere sportwer- Cultuur > Jongeren tonen hun podiumkunsten Dansers acteren en acteurs dansen Transfo Collect is een samenwerking tussen het Rits en GC De Kriekelaar en helpt jongeren tussen zestien en 26 jaar met het verkennen en ontwikkelen van een eigen artistiek profiel. “Het is een pedagogisch project, het is niet de bedoeling dat we een theatercollectief zijn,” zegt Jeff, coördinator van Transfo Collect. “We willen jongeren die door hun sociale of culturele achtergrond niet in contact komen met kunst maar er eigenlijk onderling wel mee bezig zijn, toch de kans geven te kunnen doorstromen naar de kunstsector of kunstscholen.” Dit gebeurt met behulp van professionele begeleiders die de jongeren helpen met experimenteren en leren. “De begeleiders zijn eigenlijk zelf van straat geplukt. Met Transfo Collect volgen we namelijk de jongerenwerking van Union Suspecte, en een groot deel van de begeleiders komt daar vandaan. Ze willen deze manier van werken doorgeven aan de jongeren die na hen komen om hen dezelfde kansen te bieden die zij kregen.” Op 16 en 17 mei kruipen de jongeren op het podium om het publiek te tonen uit welk hout ze gesneden zijn. “Het is geen voor- © archief BRUSSEL - Transfo Collect spoort jongeren op die de weg naar theater niet kunnen vinden. Wekelijks worden deze jongeren onder professionele begeleiding gestimuleerd om hun talenten te ontwikkelen en de grenzen van hun kunnen te verleggen. foto-onderschrift stelling die af is want wat we doen is een eeuwig work in progress,” zegt Geert, de artistieke leider. “We vertrekken vanuit hun eigen potentieel maar proberen via allerlei workshops alles samen te brengen. Eerst oefenen ze dus individueel, daarna tonen ze alles aan elkaar en dan kan het monteren beginnen. Daarom is het project zo grensverleggend, het is interdisciplinair en dus gaan dansers ook acteren en acteurs ook dansen.” Margo Claeys Het toonmoment van Transfo Collect, ‘Life/Work in progress’ op 16/5 om 20u en 17/5 om 15u in Bronks (Varkensmarkt 15-17, 1000 Brussel). Reserveren via www.transfocollect.com of 02245.75.22. Toegang: vrije bijdrage. BDW 1474 PAGINA 17 - DONDERDAG 14 MEI 2015 © BART DEWAELE Sportkriebels richt zich heel bewust tot een zo ruim mogelijk publiek. © BART DEWAELE Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT Nieuw patatjes Avontuurlijke jongens konden zich bewijzen in de survival run in de Dansaertstraat. king besteedde de VGC-sportdienst in het programma veel aandacht aan allerlei doelpublieken. Zo was er in samenwerking met het Brussels Ouderenplatform de themazone ‘Seniorkriebels’ uitgewerkt, waar ouderen konden (her)ontdekken dat sport ook nog iets voor hen is. Voor sporters met een beperking was er karate. Hoogtepunt was de Urban Trophy, een hindernissenloop in de Dansaertstraat. Kim Verthé ADVERTENTIE Sociale Verhuurkantoren (SVK) Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a Onderhoud van uw woning a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen www.fedsvk.be 02 412 72 44 In de boerderijwinkel waar ik deze maand ging kijken, lagen de traditionele zakken met 10 kilo aardappelen te wachten, maar ik zag ook al een kist met ‘nieuwe’ aardappelen. Waren die wel nieuw? Toen niemand keek, liet ik mijn duimnagel over een aardappel glijden. Het dunne velletje kwam er spontaan af. “Yes,” dacht ik, “die wil ik.” Om ermee het ritueel uit te voeren dat mijn vader elk jaar weer uitvoerde met de nieuw patatjes. Op aardappelgebied leven we in een overgangsperiode. De oude aardappelen beginnen er al wat sip uit te zien. Voor de nieuwe oogst bewaaraardappelen moeten we wachten tot september/oktober. Het is dus pasta- en rijsttijd, of uiteraard een feest voor al de knollen en wortelstokken die op ons liggen te wachten in de tropische winkels. Maar ik ging toch nog maar eens bij mijn patattenboer langs. Ik heb nog familieleden die zweren bij de dagelijkse pieper en dan neem ik er toch ook maar wat ‘oude’ mee, zeker als ze van ‘vroongronden’ komen, de velden waar het zand van de duinen de polders raakt. Zand is er op de klei gestoven. Er wordt nog vaak gepocht met “polderpatatten”, maar die deugen niet. Aardappelen hebben zand nodig om te gedijen. In zuivere klei wordt het niets. Dus kiezen we voor aardappelen van net achter de duingrens, waar het zand nog over waait. Nieuwe aardappelen krijgen niet zo vaak aandacht. Wanneer de nieuwe aardbeien eraan komen, soms nog niet eens uit hun pampers gewassen, maken de media er zich al druk over. Aspergeseizoen? Alle kijkbuiskoks staan klaar om ze aan te prijzen. Maar nieuwe aardappelen? “Die zijn nog niet van hier,” roepen de groentenationalisten. Het is waar, hoe vaak zie je geen nieuwe aardappelen uit Cyprus? Of uit Turkije. Tenzij ze uit Noirmoutier in Frankrijk komen, maar dan kosten ze ongeveer evenveel als asperges. De lijst van vroege aardappeltjes met een pedigree en een beschermde herkomst wordt elk jaar weer langer, zelfs de Waalse cornes de gatte (geen vroege aardappel) zullen op die lijst komen. Uit Vlaanderen? Niemendal. Zelfs Hollanders hebben hun beschermde Opperdoezer ronde. Maar terroir of stamboom zijn niet eens het belangrijkste voor een nieuw patatje. Wat wij vragen is dat ze inderdaad piepjong zijn, onvolgroeid en onvolwassen. Het genot van de jonge aardappel ligt hem in die groenheid, die metaalachtig plantaardige smaak van een knol die zijn zetmeel nog niet volledig heeft aangemaakt. Waar dan toch over nieuwe aardappelen wordt bericht, schrijft men dat ze pas in juni of juli te koop zullen zijn. “Want daarvoor is de schil nog niet volgroeid.” Dat is een argument van de groothandelaar en de supermarktverkoper. Zij willen producten die niet beschadigd worden tijdens het transport en de bewaring. Aan exquise smaken en tere huidjes hebben zij lak. Wanneer een aardappel volgroeid is, is hij per definitie ook niet nieuw meer. Het zijn vroege rassen, dat wel, maar geen nieuwe aardappelen! Daarom was ik zo blij dit poosje echt nieuwe patatjes te zien liggen, zeker uit de kuststreek. Ze kosten wat meer dan de spotgoedkope bewaaraardappelen zoals ze bij de boer liggen, maar ze zijn het kopen meer dan waard. Nieuwe aardappelen zijn geen bewaaraardappelen, schreef ik al. Ze mogen dus ook niet bewaard worden. Koop er weinig en consumeer ze snel. Het plezier van de versheid neemt met de dag af. Zijn het goede aardappelen? Krab er aan met de duimnagel, het grondgekleurde velletje moet er gewoon zijn af te wrijven. Ze mogen ook niet knalgroen zijn. Thuisgekomen schraapt u ze onmiddellijk met een mesje of met een borsteltje. Niet schillen. Wat ooit de schil zal worden, blijft er aan. Als u ze niet kan schrapen of borstelen, dan zijn het al niet echt nieuwe aardappelen meer. Dan komt het koken. Mijn vader deed dat in twee keer. Eerst werden ze in koud water opgezet en eenmaal aan de kook werd dat eerste water afgegoten en vervangen door vers kokend water uit de moor. Dat was om het vergif van de jonge aardappelen te “Nieuwe aardappelen zijn geen bewaaraardappelen. Ze mogen dus ook niet bewaard worden. Koop er weinig en consumeer ze snel” verwijderen. Solanine is een aardappelgif dat ernstig kan zijn en niet verdwijnt door koken. Maar het verdunt wel in het kookwater. Bij sommige gevoelige personen (jonge kinderen) kan solanine voor buikpijn zorgen. In het verleden zouden kloosterlieden, zoals de heilige Teresa van Avila, verse aardappelen (maar dan vooral het loof ) hebben gebruikt om high te worden. Meer recentelijk rookte men aardappelloof wanneer er geen tabak te krijgen was. Zoals tijdens de oorlog. De meeste gewone mensen hebben er verder nooit last van, maar dat tweemaal koken was meer een ritueel dan een noodzaak. Bij het tweede water pas zout bijvoegen. Uiteraard. Wanneer de jonge patatten gaar zijn, is het smullen. Warm, maar ook koud in een slaatje. Verder kun je ook de kleine nieuwe piepers onmiddellijk bakken, zonder ze eerst te koken. Doe dat liefst in echte smout van het varken. Ruim vet voorzien en niet te hoog op het vuur zetten. Nu en dan eens met de (gesloten) pot schudden tot alles onder de druk van een priem gaar wordt verklaard. Dat is pas de smaak van de lente. Smakelijk. [email protected] De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet BDW 1474 PAGINA 18 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Theater > Afzwaaiende directeurs leiden fictief eengemaakt stadstheater Koninklijke Vlaamse Théâtre National die behalve bij ons ook in Bergen te zien zijn geweest, of Missie dat ik ook op het Festival de Liège heb geprogrammeerd.” Goossens en Colinet: “Onze samenwerking heeft het bewijs geleverd dat een gemeenschappelijke culturele ruimte in onze stad maar ook in het land geen fata morgana is.” BRUSSEL – Voor hun laatste seizoen als intendanten van KVS en Théâtre National hebben Jan Goossens, die vanaf 2016 het festival van Marseille gaat leiden, en Jean-Louis Colinet, die terug fulltime bij het Fetsival de Liège aan de slag gaat, een verrassing in petto. D e fusie is fictief in de zin dat het initiatief wellicht een eenmalig statement betreft voor 2015-2016. Maar ze is ook heel concreet aangezien KVS en TN voor dat seizoen een gemeenschappelijk programma hebben gemaakt, dat ze presenteren in een gemeenschappelijke brochure en op affiches met hetzelfde artwork, en dat ze onder meer met een gezamenlijke abonnementsformule aan hun vermengd geraakte publiek verkopen. Als het technisch mogelijk was geweest, dan hadden de twee naburige stadstheaters zelfs de billeterie samen gedaan. Een opmerkelijke démarche waarmee de twee directeurs de verworven common ground lijken te willen consolideren voor ze medio 2016 na twaalf jaar dienst gelijktijdig zullen vertrekken. Jan Goossens: “Ons vertrek was een aanleiding maar niet de voornaamste. Het was niet de bedoeling om er een nostalgisch afscheidsjaar van te maken, maar te kijken of we na bijna tien jaar structureel samenwerken nog een stap verder konden zetten. We hebben al samen gepresenteerd, samen geproduceerd, festivals gedaan, en onze artiesten en huizen aan elkaars publieken geïntroduceerd. Nu integreren we onze programma’s in één fictief Brussels stadstheater voor een seizoen. Die seizoensprogramma’s hebben trouwens als bijkomende inhoudelijke rode draad dat ze heel erg inzetten op een jonge generatie die we nog een duwtje in de rug willen geven.” Jean-Louis Colinet: “Vanaf onze eerste ontmoeting zagen we dat we gelijklopende ideeën hadden over theater, de samenleving, en de relatie tussen beide. Toen we in 2006 startten met ons gezamenlijke label Tournée General veranderde dat de gewoontes voor culturele instellingen die niet van nature de gemeenschappen verbinden zoals Bozar, het Kunstenfestival of Flagey. Dit is een volgende symbolische stap.” Wat zien jullie als de belangrijkste verwezenlijkingen van de afgelopen tien jaar? Goossens: “Ik ben zeer blij dat het KVS-publiek vandaag ook 30 à 40 procent anderstaligen telt. Dat onze artiesten en voorstellingen referentieprojecten zijn voor de stad als geheel. Dat artiesten als Fabrice en David Murgia, Joël Pommerat, Raoul Collectif het Vlaamse theaterlandschap beroeren, en Tom Lanoye, Josse De Pauw, David Van Reybrouck en tg Stan het Franstalige.” “De 30 à 40 procent anderstaligen in onze zalen wegen zeker op tegen de investeringen” Colinet: “Een paar weken geleden stond Revue Ravage nog in TN, onze coproductie die van het begin tot het einde in het Nederlands wordt gespeeld. Onze grote zaal van 750 toeschouwers zat de hele week vol met een zeer gemengd publiek. Dat © DANNY WILLEMS iedereen dat intussen normaal is gaan vinden is een mooi voorbeeld van wat we al bereikt hebben. Ik werk vaak met jonge kunstenaars en die komen me steeds vaker zeggen dat ze ook een versie in het Nederlands willen maken om ook in Vlaanderen te kunnen spelen. Ook de politieke wereld langs Franstalige kant is enthousiast, al heeft dat bijvoorbeeld niet geleid tot steun in het kader van het Cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap. Terwijl we Tournéé General bovenop ons gewone programma deden en de investeringen voor boventiteling niet gering zijn. Alleen het Gewest is ons daarvoor wat bijgesprongen.” Zou de doorbraak van Tom Lanoye in Franstalig België er gekomen zijn zonder het samenwerkingsverband van KVS en TN? Colinet: “Alles begint natuurlijk bij het uitzonderlijke talent van een artiest als Lanoye, maar ik denk inderdaad niet dat de weerklank in Wallonië zo groot was geweest als er niet dat startpunt was geweest met de tweetalige presentatie van Sprakeloos in TN. Het publiek was daar echt weg van. Net zoals van Josse De Pauw, Jos Verbist en Antigone uit Kortrijk, Guy Cassiers en Toneelhuis Jullie hadden natuurlijk ook gewoon kunnen voortdoen zoals jullie bezig waren. Met deze stap verder willen jullie toch een punt maken. Goossens: “We willen de samenwerking op deze manier nog zichtbaarder en onvermijdelijker maken. Want ik heb niet het gevoel dat onze manier van werken al definitief verworven is als ik het politieke klimaat in Vlaanderen en Wallonië zie, of als ik in het Vlaamse regeerakkoord lees dat de Vlaamse instellingen in Brussel vooral als uithangbord van hun gemeenschap moeten fungeren. Toch is dit geen politieke provocatie. We willen met een kwinkslag de vraag stellen of het toch niet een beetje vreemd blijft dat alles in Brussel onder aparte daken blijft zitten en gefinancierd wordt vanuit twee gescheiden gemeenschappen. Terwijl een Brusselse visie en een eengemaakt cultuurbeleid dat inspeelt op de heterogene realiteit van een stad uitblijft.” “Onze samenwerking heeft het bewijs geleverd dat een gemeenschappelijke culturele ruimte in onze stad, maar ook in het land, geen fata morgana is. Als je daarin investeert en je geeft ze een eerlijke kans, dan varen publiek en artiesten daar wel bij. En het doet onze cultuurhuizen tickets verkopen. Ook als ik alleen maar naar onze ticketverkoop van de afgelopen jaren kijk, moet ik niet aarzelen. Die 30 à 40 procent anderstaligen in onze zalen wegen zeker op tegen de investeringen die KVS vanaf het begin al heeft gedaan voor boventiteling en dergelijke.” Zou dit initiatief ook een permanent karakter kunnen krijgen? Colinet: “Wij weten natuurlijk niet wat de prioriteiten van de volgende directeurs zullen zijn. Ik ken mijn opvolger zelfs nog niet. Maar het is niet de bedoeling om nog eens een extra structuur op poten te zetten, wel om onze gelijklopende rol en theatrale visie te accentueren.” Goossens: “Het is een open uitnodiging aan onze opvolgers om na te denken over hoe het in de toekomst met deze twee huizen verder kan. Ik weet niet wat Michael De Cock artistiek van plan is, maar ik denk wel dat hij iemand is die voor een Brussels stadstheater zal blijven kiezen.” Michaël Bellon BDW 1474 PAGINA 19 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Artists in residence Charles De Coster in München Petekind van een aartsbisschop De Coster overleed in armoede omdat zijn meesterwerk La légende et les aventures héroiques, joyeuses et glorieuses d’Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs uit 1867 aanvankelijk minder bijval kreeg dan het later (ook in het buitenland) te beurt zou vallen. Al kreeg De Coster in 1894 al een eerbetoon in Elsene, in de vorm van het standbeeld van Tijl en Nele dat nog altijd aan de Vijvers te vinden is. Maar wat misschien minder bekend is, is dat De Coster op 20 augustus 1827 geboren werd in de Beierse stad München en dat hij ook daar zijn eerste vier levensjaren doorbracht. De Coster was de zoon van een Waalse moeder – Anna Maria Catreul uit Hoei – en een Vlaamse vader – Augustijn Jozef De Coster uit Ieper. Die laatste was rond die periode hofmeester van graaf Charles Mercy d’Argenteau, de aartsbisschop van het Libanese Tyrus, die op dat moment nuntius was aan het Beierse hof in München, én die Charles’ peter werd. Hoewel vier jaar niet veel is, is het toch verleidelijk om De Costers jaren in München niet helemaal los te zien van zijn latere leven en werk. Om te beginnen is het natuurlijk opmerkelijk dat het petekind van een aartsbisschop uitgroeide tot © MARIE-HELENE CINGAL BRUSSEL – Charles De Coster is, zoals wij allen weten, een Brusselaar. Hij woonde bijna zijn hele leven in Elsene, in de Gewijde Boomstraat 116, waar hij ook overleed op 7 mei 1879. Maar hij werd ver hier vandaan geboren. Bruxelles. De keuze voor deze instelling staat zijn katholieke peter natuurlijk niet aan, waardoor die zijn handen van hem aftrekt. Maar dat verhindert De Coster allerminst zijn kunstenaarsdroom te blijven najagen. Helemaal in de geest van vrijbuiter Tijl Uilenspiegel, die de clerus het liefst een neus zet. Bovendien is er nog een parallel tussen Charles en Tijl, want ze verliezen allebei vroegtijdig hun vader. Mythologie Het standbeeld van Tijl en Nele aan de Vijvers van Elsene. de vrijzinnige, zeg maar anti-klerikale kunstenaar die volwassen De Coster zeker was. In het voorwoord van een oude Nederlandse vertaling van De legende van Tijl Uilenspiegel suggereren zijn tijdgenoten en vrienden Hector Denis, Charles Potvin en Francis Nautet zelfs dat het goede leventje in München de levenshouding van De Coster beïnvloed heeft: “De kleine De Coster, een engeltje van een knaap, sleet dus zijne eerste levensjaren in het paleis van den aartsbisschop, midden in weelde, in bloemen, geliefkoosd door zijne ouders en zijnen peter. Zijn eerste opvoeding was dus zeer aristocratisch en die indrukken blijven gewoonlijk onuitwischbaar.” De verhuis naar Brussel, waar Charles naar de kostschool van het Sint-Michielscollege moet, valt hem bijgevolg zwaar. In biografische beschrijvingen wordt De Coster vaak neergezet als een eigenzinnige dromer. Zijn geregeld baantje als ambtenaar bij de Société Générale zegt hij in 1850 op om Rechten te gaan studeren aan de Université Libre de Overigens ontleende De Coster het hoofdpersonage en een deel van de verhaalstof voor De legende… aan Duits literair erfgoed. In zijn bewerking komt Tijl zelfs een paar keer dicht bij München – als hij zich in Bamberg wil laten betalen om een copieuze maaltijd te eten, en in Nürnberg als zogenaamde wonderdokter een ziekenhuis laat leeglopen. De volksheld Till was al in de Middeleeuwen actief in Nedersaksen voor de schrijver hem naar Vlaanderen haalde. De Coster vulde de legende aan met oude teksten, verslagen en kronieken die hij als jurist aan het Rijksarchief tegenkwam. Zo werd de picareske figuur niet alleen symbool van het verzet tegen de Spaanse onderdrukking, maar ook van de integratie van Vlaamse en Germaanse mythologie in de Franstalige Belgische literatuur. Michaël Bellon www.brusselnieuws.be/inresidence ADVERTENTIE VERKEN DE STAD Schrijf u in voor één van de zes WOONTOURS in 2015. Ontdek de 118 wijken via ‘BRUSSEL OP KAART’. WWW.WONENINBRUSSEL.BE Waar wilt u wonen? In Brussel. Op zoek naar een plek in Brussel om te huren of te kopen? Alleen, met z’n tweeën of met uw gezin en de hond? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat uit 19 gemeenten en 118 wijken. Van rustige buitenwijken tot het levendige centrum. Ontdek uw stad. BDW 1474 PAGINA 20 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Vanessa Crasset: “Daklozen krijgen het steeds moeilijker om verder te kijken dan de mechanismen die ze nodig hebben om te overleven.” © MARC GYSENS Vanessa Crasset, radiomaakster ‘De tijdbom tikt’ BRUSSEL – Er zijn aangenamere dagen om iemand te ontmoeten dan een compleet uitgeregende donderdag. Weinig plekken zijn echter mooier dan de site van het Pispotfestival. Ondanks de ietwat troosteloze omgeving, de Ninoofsepoort, waar daklozen, professionelen uit de thuislozensector en vrijwilligers die aandacht vragen voor meer menselijke waardigheid straatsolidariteit samentroepen. Vannessa Crasset maakte ‘Les Experts du Bitume’, een radiodocumentaire met getuigenissen van daklozen. S ociaal engagement werd Vanessa Crasset thuis met de paplepel ingegeven. Het mag dan ook niet verwonderen dat ze Politiek en Sociologie heeft gestudeerd aan de ULB. “We hadden het niet breed, maar mijn ouders hebben me steeds voorgehouden dat een mens moet helpen waar hij of zij maar kan. Dat solidariteit belangrijk is. Ook ben ik steeds gevoe- lig geweest voor wat ik op straat zag, buiten de marge. Ik had een zwak voor mensen die het minder makkelijk hebben in de maatschappij. Zo ben ik al jong tot het besef gekomen dat het plots steil bergaf kan gaan. Dat je zomaar op straat kan belanden, zelfs als het je eigen schuld niet is. Een besef dat nooit meer kan uitgewist worden. Het heeft mijn sociaal geweten en engagement alleen maar versterkt. Hulp kan dikwijls in kleine dingen schuilen. Een maatschappij moet samen opgebouwd worden zonder dat iemand uit de boot valt.” Dat Crasset op die manier onderweg Laurent d’Ursel zou leren kennen, was bijna een evidentie. d’Ursel is een man van adel met een eigen agenda, die al jaren met aanstekelijk enthousiasme op de barricade staat voor wie het manna niet uit de hemel valt. “Samen hebben we de ‘Manifestatie voor de daklozen’ georganiseerd, die aan de basis lag van de oprichting van de vzw DoucheFlux door Laurent. Zo ben ik na een tijd op het idee gekomen om een Radioatelier op te richten voor wie leven zonder een dak boven het hoofd dagdagelijkse realiteit is. Het woord geven aan mensen die o zo weinig kansen en middelen hebben om afstand te nemen van hun ervaringen, van de sociale situatie waarin ze beland zijn. Twee jaar lang heb ik dat gedaan. Het was mijn taak om de daklozen een hand aan te reiken, hen een forum te geven. Voor een moment van zelfreflectie, het uiten van hun gevoelens.” “Het heeft me ontzettend veel geleerd, de drive gegeven om een stap verder te gaan, te getuigen over wat ik hoorde en zag. Dat daklozen het materieel allerminst goed hebben, mag overduidelijk zijn. De grootste problemen liggen echter op psychisch vlak. In die zin dat ze het steeds maar moeilijker krijgen om verder te kijken dan de mechanismen die ze nodig hebben om te overleven. Zonder nog in staat te zijn om sociale relaties op te bouwen. Iets wat in mijn ogen onaanvaardbaar is.” Chérifa Die stap verder gaan was het maken van de radiodocumentaire Experts du Bitume. Getui- BDW 1474 PAGINA 21 - DONDERDAG 14 MEI 2015 jaar lang ben ik met daklozen naar haar school geweest. Waarbij we om te beginnen discussierondes hebben georganiseerd. Ontmoetingen van de leerlingen met mensen die op de straat en van de straat moeten leven. Een confrontatie van de realiteit met onschuld, met vooroordelen ook.” “Het heeft bij die jongeren iets wakker gemaakt: ze hoorden en leerden dingen waarvan ze voorheen zelfs niet het flauwste vermoeden hadden. Hun eerste reactie was een actie voeren op school, om geld in te zamelen. Ik heb toen gezegd: ‘Allemaal goed en wel, maar denk je dat het echt zal helpen? Denk je niet dat het slechts een druppel op een hete plaat zal zijn?’ Waarop ze voor zichzelf hebben uitgemaakt dat ze de politici zouden aanspreken, de mensen die iets kunnen veranderen. Schriftelijk.” “Het heeft mijzelf een bijkomend elan gegeven. Wat brengt het bij om na te denken, te praten en te getuigen, wanneer het binnen een luchtbel blijft van het beperkt publiek dat onze radiozender bereikt? Wanneer de openbare ruimte niet aangesproken wordt? Dus heb ik al die woorden vastgelegd in een geluidsdocumentaire op cd. Met de wil om dit document op het bureau te brengen van de mensen die iets aan de bestaande situatie kunnen veranderen. De verkozenen binnen het Gewest, het verenigingsleven. En, om op langere termijn de cd aan te bieden aan de onderwijssector als pedagogisch instrument. Het is een werk van stap voor stap, aangezien onze middelen nu eenmaal beperkt zijn.” “Het is hartverwarmend dat de getuigenissen op de cd niet enkel zeggen: ‘Ik ben een slachtoffer en ik wil dat iedereen het weet.’ Het is niet enkel geweeklaag. Het is meer dan dat, veel meer. Het is ontroerend om een getuigenis te horen die impliciet zegt: ‘Voor mij is het te laat, maar het is belangrijk de stand van zaken te veranderen zodat in de toekomst mijn lot jongeren van nu misschien bespaard zal blijven.’ Het is bewonderenswaardig dat mensen die zich in zo’n precaire situatie bevinden de moed en de energie kunnen opbrengen om te denken aan anderen, aan de toekomst. Te zeggen: ‘We bestaan, we kunnen meetel- 3 VRAGEN AAN CARINE GOL-LESCOT Tijdbom Maar ondertussen is de realiteit wat ze is. En die is schrijnend. “De officiële cijfers spreken op dit moment over 2.600 daklozen. Daar zijn steeds meer jongeren bij. Het is een cijfer dat de werkelijkheid niet weerspiegelt, want is het is maar zeer de vraag wie men in de statistiek wil opnemen. Erger nog, de initiatieven van de overheid om een kentering in gang te zetten zijn uiterst miniem. De hulp komt voornamelijk van wat het verenigingsleven aanreikt. En wel voor 80 procent. Maar de samenwerking zou beter kunnen, nu is iedereen nog een beetje in zijn eigen hoekje aan het vechten. Dat beter kunnen is ook broodnodig, mede omdat het discours van de huidige machthebbers niet bepaald getuigt van sociale bekommernis. Integendeel. Wat er nu is, is niet voldoende: een evidentie voor wie een sociaal geweten heeft. De situatie omdraaien is ook perfect mogelijk binnen de middelen die onze maatschappij voorhanden heeft. Maar toch gebeurt het niet. Om de symptomen aan te pakken wordt er wel iets gedaan, om de oorzaken aan te pakken wordt er niets gedaan.” En waar, waar is meer armoede in ons landje dan in de hoofdstad van Europa? “Ik ben werkelijk gehecht aan Brussel, omdat het een stad is die je moet verdienen. Die zich niet zomaar blootgeeft aan iedereen. Brussel is geen verleidster, soms vraag ik me zelfs wat toeristen er in ’s hemelsnaam in zien. Maar Brussel is gestaag dat karakter aan het verliezen, is minder en minder dwarsligger aan het worden. Mikken op blingbling en het opbouwen van een imago, het aanlokken van buitenstaanders die op hun wenken willen bediend worden: dat stemt me triest. Het centrum van de Vijfhoek begint met de dag meer op een attractiepark te lijken. Chique en netjes in plaats van boeiend. Wie niet in het plaatje past, wordt aan de kant geschoven: dat revolteert me.” “Het is een probleem dat blijkbaar onderschat wordt door de overheid en de verkozenen. Alles in mij zegt dat we op een tijdbom leven. Het oogt misschien niet onmiddellijk zo omdat de Brusselaar, net als de Belg, veel kan hebben, zonder onmiddellijk te reageren. Maar het zou me niet verwonderen als de boel vroeg of laat zou ontploft en dan zijn er veel die grote ogen gaan trekken.” Karel Van der Auwera Carine Gol-Lescot: “We wilden niet morrelen aan de succesformule.” ‘De tijd nemen en cultuur gaan samen’ UKKEL – Een helder plannetje van Ukkel en Linkebeek met gekleurde stippen nodigt uit om een route uit te stippelen. Het tweejaarlijkse Kunstenaarsparcours, dat plaatsvindt tijdens het Pinksterweekend, is een samenwerking tussen de ploegen van de Cultuurschepenen Carine GolLescot en Valérie Geeurickx. Wordt de tiende editie iets speciaals? Carine Gol-Lescot: “Op zondag geven steenhouwers een demonstratie op het Sint-Jobplein, waarna je ook zelf aan de slag kunt. Ook hebben we onze catalogus en plattegrond een grafische verjongingskuur gegeven. In een oogopslag kan je nu selecteren op discipline zoals schilderkunst, fotografie, 3D, of op kunstenaarscollectiefjes. Voor de rest wilden we niet morrelen aan de succesformule van het parcours. Dankzij het vriendschapscharter tussen de gemeenten Ukkel en Linkebeek organiseren we dat al vanaf de eerste editie samen. Door de uitgestrektheid van Ukkel is de affiniteit van Ukkelse kunstenaars die op de grens met Linkebeek wonen soms ook groot met de randgemeente.” Het krioelt van de kunstenaars bij u? Gol-Lescot: “We hebben lijsten van onze artiesten die regelmatig geüpdatet worden. Ook via het gemeenteblad Wolvendael bereiken we altijd nog enkele verborgen parels. Deze editie zijn er ongeveer 155 Ukkelse en 30 kunstenaars uit Linkebeek die hun atelier of woning openhouden. Of ze tonen hun werk in cultuurhuizen en enkele bijzondere locaties: La Roseraie, L’Harmonium, GC De Moelie, OCMW-rusthuis Domein Neckersgat, Le Louis XV, Huize Lismonde, L’Usine, De Dekenij-Kunstenhuis van Ukkel, L’Estaminet des Tropiques, De Hoeve Holleken, Ecole d’Art d’Uccle en Kapsalon Foty.” Hoe ziet uw ideale wandeling eruit? Gol-Lescot: “Ik ga niet iedereen afhaspelen, omdat ik ook eens wil stilstaan om een speciale techniek en een kunstopvatting te leren kennen. Tijdens vorige edities leverde dat al mooie ontmoetingen op die aanleiding gaven tot nauwere samenwerkingen, zoals de houtsculptuur van Pierre Rulens op het Guido van Arezzoplein (met hout van het dak van het Longchampzwembad, AD) of de expo van Jacques Van Nerom in de Dekenij. Hoe dan ook, ik weet nu al dat ik op een bepaald moment een pauze inlas om al dat moois te “verteren”. Om cultuur te appreciëren, neem je best de tijd.” An Devroe De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet TENTOONSTELLING 120 JAAR ANV. Het Algemeen-Nederlands Verbond viert zijn 120e verjaardag met een overzichtstentoonstelling. Aan de hand van een portrettengalerij en uitzonderlijke archiefdocumenten vertellen de leden van het ANV de geschiedenis van de vereniging. De tentoonstelling duurt nog tot 22 mei en vindt plaats in het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel (AMVB: POPPENArduinkaai 28, 1000 Brussel). Alle weekdagen open van 10u tot 17u. THEATER JANINE BUG ZOEKT ONDERDAK. Janine Bug is woordloos theater met marionet en muziek. Het is een karakterschets van een vrouw die alleen is, wanneer plots de melancholie toeslaat. Op 16 mei vindt om 20u30 in GC Ten Weyngaert een open repetitie plaats (vrije bijdrage). De officiële première is voor na de zomer. De artieste, Giulia Palermo, is nog op zoek naar plekken die de productie MET DE BEURSSCHOUWBUS NAAR ESSEN. Omdat het een kans willen bieden. gebouw vol zit met het Kunstenfestivaldesarts, organiseert Beursschouwburg een weekend op een ander. Op donderdag 21 mei en vrijdag 22 mei rijdt de beursschouwbus naar en van Essen met een handvol kunstenaars en publiek. Donderdagavond is er mogelijkheid om te blijven slapen op de indoorcamping. De tweedaagse gaat door in PACT Zollverein, een kunstencentrum gelegen op een industriële site waar kunst het overgenomen heeft van de koolmijnindustrie. Er zijn voorstellingen van the queen of metamorphosis Miet Warlop (Mystery Magnet) en the king of failure Feiko Beckers (Deadpan and Disco). Op donderdag is er muziek van de Belgische bands Dans Dans en STUFF en op vrijdag van de Duitsers Felix Kubin en James Pants. Er is ook een expo met onder andere videowerk en sculpturen. De MC prijs is 11 euro of 6 euro reductieprijs. Meer info op www.beursschouwburg.be. CULTUUR KORT “Ik ben werkelijk gehecht aan Brussel, omdat het een stad is die je moet verdienen. Die zich niet zomaar blootgeeft aan iedereen” len voor de anderen.’ Verder te denken dan de eigen miserie, de dagelijkse strijd om aan het nodige te kunnen geraken om te overleven. En dat verdient respect, ontzettend veel respect. Ik kan alleen maar gelukkig zijn dat ik de kans heb om mijn steentje daartoe bij te dragen.” © an devroe genissen in woord van daklozen die inzicht geven, op zich zelfs een analyse vormen. Het project werd opgezet in samenwerking met Chérifa Billami, een leerkracht van het Institut Marie Immaculée Montjoie in Anderlecht, en haar leerlingen in sociale technieken en animatie. “‘Met DoucheFLUX meet schools wil Chérifa daklozen de kans geven om hun verhaal voor de klas te vertellen, om haar leerlingen sociaal bewuster maken, om hen een beter inzicht te geven in de moeilijkheden van het leven. Een Voor meer inlichtingen over ‘Les Experts du Bitume’: [email protected]. BDW 1474 PAGINA 22 - DONDERDAG 14 MEI 2015 Triatlon > Claire Michel wil net als moeder naar de Olympische Spelen ‘Dat vallen moet stoppen’ “Ik ben een paar keer gevallen, ook door mijn eigen fout. Daardoor heb ik wat achterstand opgelopen” BDWSPORT BRUSSEL – Wilskracht, dat is een van de belangrijkste eigenschappen die Claire Michel (26) als topsporter heeft. De wil om zich te overtreffen en goede resultaten te halen. Maar ook het vermogen om door te zetten na alweer een blessure die haar plannen in de war gooien. Al die energie steekt ze momenteel in haar grote droom: de Olympische Spelen. Strenge Belgen “Ik kwam er terecht in een team dat zeer hecht was. Alles was op de campus aanwezig, tot dokters en kinesitherapeuten. Sommige leraars vergezelden ons zelfs tijdens competities om bijles te geven.” “In Brussel heb ik later een master-na-master gedaan aan Solvay. Als topsporter kreeg ik er ook wel hulp, maar kleine zaken die in de Verenigde Staten logisch leken moest ik zelf vragen. Het beeld heerst hier soms nog te veel dat topsportatleten zich sterren wanen en al- Claire Michel: “Ze vroeg me of ik interesse had in het hoge niveau. Ik twijfelde, maar heb toegehapt omdat ik nog steeds die Olympische droom heb.” les in de schoot krijgen geworpen. En laat het duidelijk zijn: ik word hier echt niet rijk van.” In december 2011 besloot Michel terug te keren naar haar geboortestad omdat ze aan een nieuwe uitdaging toe was. Ze wilde Brussel en België beter leren kennen en hoopte ook nuttig gebruik te maken van haar diploma’s Internationale Handel en Romaanse Talen. Uiteraard was er ook een sportieve reden. “Ik hoopte mijn ticket voor de Olympische Spelen van Londen te behalen, voor de 3.000 meter steeple. En aangezien ik op dat moment alleen de Belgische nationaliteit had, moest ik het wel voor België doen.” “Ik woonde in Brussel, maar trok twee à drie keer per week naar Luik om daar te trainen. De jaren voordien waren mijn besttijden steeds met 10 à 15 seconden verbeterd en ik stond niet zo ver van de internationale minima. Het is pas hier dat ik vernam dat de Belgische minima om naar de Olympische Spelen te gaan nog een pak strenger waren. Toch wou ik het proberen, maar ik heb de kans nooit gekregen. Op stage heb ik een blessure opgelopen aan mijn scheenbenen waardoor mijn droom meteen vervlogen was. Blessures maken nu eenmaal deel uit van het spel.” Michel laste na deze opdoffer een pauze in. Ze had er even genoeg van en ging in Brussel aan de slag bij de Kamer van Koophandel van de Verenigde Staten. Eind 2012 sloot ze zich aan bij de Brussels Triathlon Club (BTC) om terug wat te sporten en nieuwe vrienden te maken. “Ik ontdekte een sympathieke club. Van mijn zwem- en loopcapaciteiten waren ze onder de indruk, maar in het fietsen had ik een grote achterstand. Ik had het tot dan toe nooit echt serieus gedaan.” “Bij BTC vond ik wat ik zocht: plezier en vrienden. Ik herinner me hoe leuk ik mijn eerste wedstrijd vond. Ik nam mijn tijd tussen de disciplines, maar eindigde wel bij de betere © CLAIRE MICHEL “We waren de garage aan het opruimen toen ik een krantenartikel over mijn moeder vond,” vertelt Michel. “Ik was twaalf jaar oud en wist tot dan toe niet dat zij in 1976 als zwemster aan de Olympische Spelen had deelgenomen. De droom om in haar voetstappen te treden was geboren.” De in Brussel geboren Michel zat daarvoor in het ideale land. Toen ze drie maanden oud was, is haar gezin namelijk naar Portland (Oregon) verhuisd voor het werk van haar vader. In de Verenigde Staten ontdekte ze dat ze coördinatie miste om een goede basketbalspeelster te worden, niet gracieus genoeg was om te dansen, maar wel veel uithoudingsvermogen had. Een talent dat goede zwemsters gemeen hebben. “Ondanks de mooie carrière die mijn moeder heeft gehad, heeft ze me nooit gepusht. Wel gesteund, uiteraard. Ik heb veel wilskracht en dat zie ik als een grote troef.” “Ik zwom zeer graag, maar probeerde rond mijn veertiende ook cross country uit. Na één training vroeg de coach me of ik twee dagen later wou deelnemen aan een scholenwedstrijd. Zonder druk. Hij zette mij in de groep met de betere lopers en zei dat ik gewoon moest volgen, maar voor ik het wist liep ik alleen voorop. Aangezien het een moeilijk parcours was dat niet goed was afgebakend, heeft de coach zowat heel de tijd met mij moeten lopen om me de weg te tonen (lacht).” En zo begon Michel naast het zwemmen ook met cross country. Kiezen wou ze aanvankelijk niet, maar toen ze een beurs aan de universiteit kreeg, moest ze wel. Het werd atletiek aan de universiteit van Oregon. AFSTANDEN VERSCHILLEN Triatlon kennen velen van de lange afstand, waarin toppers als Luc en Frederik Van Lierde de befaamde Ironman van Hawaï wonnen. Claire Michel beoefent de olympische afstand: anderhalve kilometer zwemmen, veertig kilometer fietsen en tien kilometer lopen. “Het zijn twee verschillende werelden. In België is er vooral een cultuur van de lange afstand. Wij zijn een tweetal uur bezig, maar toch is het explosief. Je moet snel zijn, vooral op sleutelmomenten. Ik denk nu niet meteen aan de lange afstand. Ten eerste omdat ik naar de Spelen wil, maar ook omdat ik denk dat ik nog niet alles heb getoond op de kortere afstanden.” dames. Toen ik tijdens mijn tweede wedstrijd, een sprinttriatlon, de beste tijd neerzette, ben ik aangesproken door iemand van de Franstalige federatie. Ze vroeg me of ik interesse had in het hoge niveau. Ik twijfelde, maar heb toegehapt omdat ik nog steeds die Olympische droom heb.” De Brusselse draaide de knop om en had het geluk dat haar trainers in haar geloofden. “Aanvankelijk combineerde ik triatlon met werk en later een schooljaar lang met mijn studies. Dat was niet evident, want ik kon nooit genoeg rusten en ervoer wat stress. Daarom heb ik vorig jaar in juli besloten om alles op triatlon te zetten, tot de Olympische Spelen. Dat is ook nodig om rond te reizen en de nodige punten te verzamelen om mijn kwalificatie te behalen. Gelukkig krijg ik steun van de federatie, want een jaarlijks budget van 50.000 euro kan ik niet neertellen.” “De periode tussen mei 2014 en mei 2016 is ingedeeld in twee delen, waarin je veertien beste tijden punten opleveren. Op het einde van die periode moet je tot de mondiale top 55 behoren om kans te maken op een selectie van je land. Eind vorig seizoen stond ik 33ste. Voor België mogen er twee mannen en twee vrouwen naar de Spelen.” Stuurmanskunsten Michel reist vandaag de wereld rond om aan de World Triathlon Series deel te nemen. Een internationale ranking bepaalt of je deel mag nemen aan het vermaarde circuit, waarin de olympische afstand van triatlon wordt afgewerkt (zie kaderstuk). De Brusselse doet het goed, maar heeft dit jaar al ongeluk gekend. “Ik ben een paar keer gevallen, ook door mijn eigen fout. Daarom heb ik wat achterstand opgelopen en ben ik op zoek naar punten. Maar ik heb er wel vertrouwen in. Er staan nog heel wat belangrijke afspraken op de agenda. Zoals de Europese Spelen in Baku en het Europees kampioenschap. Wie daar wint, krijgt een rechtstreeks ticket voor de Olympische Spelen.” “Men zegt dat het vijf jaar duurt eer je als triatleet naar je beste vorm groeit. Het potentieel is er. Ik moet zeker nog werken aan mijn stuurmanskusten, zorgen dat ik op sleutelmomenten fris genoeg ben en hopen op wat geluk. Want dat vallen moet stoppen.” Tim Schoonjans BDW 1474 PAGINA 23 - DONDERDAG 14 MEI 2015 @ADNSwimProject Heersbrandt improves his PB & Belgian Record, only 2hundreds/sec. ESTAFETTE > DAVID STEEGEN François Heersbrandt is in uitstekende doen en bewees dat afgelopen weekend nog maar eens. Tijdens de Antwerp Diamond Speedo Race stelde hij zijn eigen record op de vijftig meter rugslag (lange baan) scherper naar 25.54. Heersbrandt is verder Belgisch recordhouder op de honderd meter vlinderslag in groot bad, en in klein bad heeft hij de records op de vijftig meter vrije slag en de vijftig en honderd meter vlinderslag. Een palmares dat kan tellen. Pieter Robert Rensenbrink TS New Saint-Guidon heeft ambitie Toch paars-witte bekerwinnaar ANDERLECHT – Voetbalploeg New SaintGuidon heeft zijn tiende verjaardag gevierd met het behalen van de beker Jan Lichtert. Maar dat is niet alles, want de club uit de tweede divisie van de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond (KVV) heeft grote plannen. “Wat ons nogal uniek maakt, is dat we veel supporters hebben,” vertelt voorzitter Waut Es. “Tijdens de bekerfinale waren er bijvoorbeeld een paar honderden aanhangers van ons aanwezig. Dat kan toch tellen voor een liefhebbersclub. En wat nog specialer is, is dat velen onder hen vrouwen zijn. Zij zorgen mee voor de ambiance.” Proeven van die familiale sfeer kan tijdens de thuismatchen van de club, op het voetbalveld aan de Theo Lambertlaan. Net als grote broer RSCA spelen ze in paars en wit, en net als hen hebben ze ambitie. Die hebben ze kracht bijgezet met bekerwinst. “Alle ploegen van de KVV namen er aan deel en we hebben dan ook een ploeg uit de eerste divisie (Beert) moeten kloppen. Na een spannende match haalden we het met 3-2, meteen de eerste prijs uit onze geschiedenis.” “De club is sinds zijn begin gegroeid van een veteranenclub tot een groep jonge gasten die SPORT KORT Wilt u van de feestdag op donderdag 14 mei gebruikmaken om eens lekker te gaan lopen? Trek dan eens naar het Wolvendaelpark, waar de start van de achtste editie van de TIEN KILOMETER VAN UKKEL wordt gegeven. Normaal gezien wordt er aan de hippodroom van Ukkel-Bosvoorde begonnen, maar door werken wordt dit jaar uitgeweken. Ook het parcours is aangepast, maar het karakter van de wedstrijd blijft intact. Om 15 uur is het startschot voor de lopers. Normaal gezien kunt u ter plekke nog inschrijven (het aantal deelnemers is wel beperkt tot 4.000), waarvoor u vijftien euro betaalt. Meer info op www.10km. be. n Ook de volleyballers trekken naar buiten. Traditioneel worden zand en shorts bovengehaald om met de BELGIAN BEACHVOLLEY TOUR van start te kunnen gaan. Die houdt dit weekend halt in het Ter Kamerenbos (de Gespanhoek). Op zaterdag worden de kwali- hogerop willen. Het niveau is gestegen en daarom zetten we volgend seizoen de stap naar vierde provinciale. De papieren zijn ingediend en alles lijkt in orde te komen. We willen ergens naartoe met deze club en een professionele structuur uitbouwen.” Armoede en werkloosheid Met het waarmaken van dat eerste doel zijn de Anderlechtenaren volop bezig. Op de lange termijn willen de mannen van New Saint-Guidon ook ketjes betrekken die nu enkel op pleintjes terecht kunnen. “Problemen als armoede en werkloosheid teisteren heel wat jongeren. Wij willen hen een project aanbieden om hen van straat te halen. Met de ouders praten en die jongeren weghouden van criminaliteit. Daarom gaan we binnen afzienbare tijd een jeugdwerking opstarten.” “We hebben voldoende supporters, een eigen terrein en Anderlecht heeft voldoende industrie om sponsors te vinden. De gesprekken met een grote sponsor zijn trouwens lopende. We zijn dan ook heel ambitieus en willen volgend seizoen meteen kampioen spelen in vierde provinciale.” Een verloren ochtend, vorige week, een vijftal dagen voor de clash tegen Brugge. De telefoon gaat. Een nummer uit Nederland. Waarschijnlijk een journalist die nog snel geaccrediteerd wil worden voor de topper. “Met Robert Rensenbrink,” hoor ik. Mijn hart slaat over. Mijn God! In alle betekenissen van het woord. De eerste voetbalheld van een mensenleven. RSC Anderlecht – Club Brugge is een cruciale wedstrijd. We moeten winnen. Dat geldt eigenlijk voor elke match maar nu is het van moeten of Anderlecht is uitgeteld voor de titelstrijd. Om de fans op te warmen hebben we de koppen bij elkaar gestoken. Een collega heeft voor streamers gezorgd: brandveilige rollen papier. Wanneer de twintigduizend supporters de streamers van de tribunes laten rollen bij de opkomst van de spelers, wanen we ons heel even in Buenos Aires. Boca Juniors in Brussel. Ook het vuurwerk zorgt voor een helse sfeer. Vervolgens ontvangt Dennis Praet zijn Gouden Schoen uit handen van de voorzitter en de chef van de inrichtende krant. Maar het mooiste moment is de opkomst van drie oude gloriën van paars-wit. Beter kan bijna niet. De eerste zien we elke dag op Anderlecht: Paul Van Himst. Speler van de eeuw. We kunnen hem overtuigen om het veld op te komen met de belofte dat zijn maatje, de nummer negen die hij jarenlang bediend heeft, er ook bij zal zijn. Jan Mulder en zijn lieve echtgenote Johanna komen graag. Via de oude ‘centervoor’ komen we aan het email adres van Rensenbrink. Wat meer is, hij zorgt ervoor dat de legendarische vleugelspeler ook komt. Mijn eerste voetbalheld. Deze verlossende e-mail zal ik een leven lang koesteren. “Dag David, Johanna had zijn nummer. Robbie wil heel graag komen. Prachtig! Mail hem voor de uitnodiging (…) (Robbie heet Pieter Robert)”. De club voorziet een lunch voor de oudploegmaten. Ook coryfee Eddy Merckx schuift aan. Jan Mulder is de volmaakte pr-man. Een sel- © WIKIPEDIA fie hier, een handtekening daar. Niets is hem te veel. Hij geniet. De drie rakelen anekdotes op. “Hoezo, Paul, deed jij dan aan powertraining vroeger?” vraagt Mulder. “Natuurlijk, dat moest van Raoul Mollet,” legt Van Himst uit. Mollet was een vijfkamper die nog voorzitter van het olympisch comité is geweest. “Nou leer ik iets bij, Paul. Dat deed jij dan in het geheim, want ik heb het jou nooit zien doen.” Ze lachen. “Of het voetbal beter was, vroeger?”, probeer ik. “Slechter, man!” schreeuwt Mulder het uit. “Veel trager en minder hard. Je had wel eens een Spanjaard of een Argentijn die je doormidden kliefde, maar nu doet iedereen het. Geef mij maar onze tijd.” Robbie lacht en geniet. Rensenbrink is een stille man. Hij gedraagt zich zoals hij voetbalde. Geruisloos om plots toe te slaan. Wanneer het trio het veld betreedt, ontploft het Constant Vanden Stockstadion. Het meeste applaus gaat naar Robbie, denk ik. Hoop ik. Wat een mooie, mooie dag. David Steegen is persverantwoordelijke van RSC Anderlecht Tim Schoonjans ficatiewedstrijden gespeeld en een dag later de Grand Slam. Meer info op www.belgiumbeachvolley.be. n Worstelfans moeten zaterdag naar de SHOW OF THE YEAR gaan van Brussels Young Wrestling Style. Vanaf half zeven gaan in De Kleurdoos (Kogelstraat 29 in 1000 Brussel) lokale topcatchers met elkaar in de clinch. Ter plaatse betalen volwassenen tien euro, kinderen onder de twaalf jaar vijf euro. Meer info op www.byws.be. n Een dag later kunt u dan weer wat afkoelen bij Royal Sport Nautique de Bruxelles (Vilvoordsesteenweg 170 in Neder-over-Heembeek). Zij organiseren voor de eerste maal de BELGIAN REGIONS ROWING RELAY. Over een lengte van zowat 600 meter zullen ploegen van de drie Belgische gewesten het vanaf tien uur tegen elkaar opnemen. ’s Morgens worden kwalificatiewedstrijden geroeid, vanaf half drie starten de finales. U leest het allemaal op www.royal1865.be. TS REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, [email protected], www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer ([email protected]), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EIND­REDACTIE Ken Lambeets ([email protected]). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Sara De Sloover, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Michel Tubbax. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: [email protected] (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).