Risicoperceptie van zwangere vrouwen die prenatale screening krijgen aangeboden Berg M. van den1, D.R.M. Timmermans1, J.H. Kleinveld1, E. Garcia1, C.H.S. van Geest1, J.Th.M. van Eijk3, L.P. ten Kate1, D.S. de Smit, J.M.G. van Vugt2, G. van der Wal1 1 Sociale Geneeskunde, EMGO-Instituut, VU medisch centrum Amsterdam 2 Gynaecologie, VU medisch centrum Amsterdam 3 Medische Sociologie, Universiteit Maastricht e-mail: [email protected] Middels prenatale screening kan worden vastgesteld of er een verhoogde kans bestaat op bepaalde aangeboren afwijkingen van de foetus, waaronder Down syndroom (DS). Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de besluitvorming, risicoperceptie en psychisch welbevinden van zwangere vrouwen die prenatale screening aangeboden krijgen. De nekplooimeting en de maternale serumtest zijn de twee bekendste prenatale testen. Deze Randomized controlled trial bestaat uit twee interventiegroepen (een groep die de nekplooimeting krijgt aangeboden, en een groep die de maternale serumtest krijgt aangeboden) en een controle groep. Het testaanbod bestaat uit een folder met informatie over de test, en een mondelinge toelichting van een verloskundige. De zwangeren vullen vijf vragenlijsten in, op verschillende tijdstippen (voor het testaanbod, na het consult met de verloskundige, na de testuitslag, in het laatste trimester van de zwangerschap, en na de bevalling). Op dit moment zijn ruim 2500 vrouwen in het onderzoek ge-includeerd. Ongeveer 60% van de respondenten die de nekplooimeting aangeboden kregen, gaat op dit aanbod in, en ongeveer 35% van de zwangeren die het aanbod van de maternale serumtest hebben gehad, wil deze test laten doen. Gemiddeld geven de zwangere vrouwen een risico van 1 op 14000 op het krijgen van een kind met Down syndroom. Dit is voordat zij het testaanbod en de informatiefolder gehad hebben; erna wordt dat 1 op 7500. Het werkelijke risico voor deze vrouwen is gemiddeld 1 op 900. De risicoperceptie van de respondenten in de controlegroep blijft gemiddeld 1 op 14000. De verbale risicoperceptie (7-puntsschaal: ‘heel klein’ tot ‘heel groot’) verandert niet door het testaanbod. Zwangeren die de test wel laten doen, hebben een hogere (numerieke) risicoperceptie dan zij die de test niet laten doen. Het verbale risico blijft gelijk. Ondanks de informatiefolder, wordt het risico op DS sterk onderschat, en heeft informatie beperkt effect op de risicoperceptie.