Convenant Duurzame Innovatie Noord

advertisement
Convenant Duurzame Innovatie Noord-Nederland
De ondergetekenden
1. Provincie Groningen, in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer..., gedeputeerde ...,
hierna te noemen ‘de provincie Groningen’;
2. Provincie Friesland, ...
3. Provincie Drenthe, ....
4. Gemeente Groningen, in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ...., hierna te noemen ‘de
gemeente Groningen’;
5. Gemeente Leeuwarden, ...
6. Gemeente Assen, ..
7. Kamer van Koophandel Noord-Nederland
8. Syntens
9. TCNN
10. Rabo
11. Van Ganzewinkel?
12. ..
Hierna gezamenlijk te noemen ‘partijen’, en ieder afzonderlijk tevens een ‘partij’,
Overwegende:
 urgentie
 dat partijen het leveren van een bijdrage aan duurzame ontwikkeling, zoals gedefinieerd in het
rapport ‘Our common future’ van de Verenigde Naties, zien als een onderdeel van hun missie;
 dat partijen in hun rol als ketenpartij van fysieke producten (grondstoffenleverancier, fabrikant,
distributeur, gebruiker, restverwerker) in dit verband ‘erkenning C2C als lange termijn doelstelling,
stip aan de horizon’ volledige toepassing van het Cradle to Cradle principe (onder andere gesloten
biologische en technologische kringlopen, gebruik van duurzame energie, sociale
rechtvaardigheid);
 Bereid om te onderzoeken op KT huidige positie, doelen, stappen -> overeenkomst
 willen investeren in transitie in Noord-Nederland -> overeenkomst
 dat zij in hun beleid duurzaam ondernemen hebben benoemd als een belangrijk onderdeel van een
strategie, gericht op beperking van het gebruik van grondstoffen en energie, op gebruik van
duurzaam opgewekte energie, dan wel op het sluiten van kringlopen (Cradle-to-cradle-principe);
 dat duurzaam ondernemen in die zin vraagt om innovatie op het gebied van productontwerp,
productieprocessen, logistiek en grondstoffenmanagement;
 dat partijen in de ontwikkeling van duurzame innovatie willen samenwerken, om zo bedrijven te
faciliteren, kennis te delen en te verspreiden en de transitie naar duurzaam geproduceerde goederen
te bevorderen;
Komen het volgende overeen:
Commerciële partijen vertegenwoordigen hun sector/branche. Dit wordt vermeld op de website van
CKN en partijen worden geacht dit ooko zelf te doen.
1. Doel van de samenwerking


Transitie
Via sg die samenwerking regelt en projecten begint
o Vz rvb, directieleden, portefeuillehouders, dir KvK, gedeputeerden,
o VZ = gedeputeerde
o Topbestuurders
o Topexperts
o Beleidsspecialisten


Projecten: arena, demoprojecten
denktank
1.1
Met de ondertekening van het Convenant Duurzame Innovatie Noord-Nederland (hierna
genoemd ‘Convenant’) door Partijen komt tussen Partijen een samenwerking tot stand.
1.2
Het doel van de samenwerking is gezamenlijk concrete projecten (hierna genoemd
‘Uitvoeringsprojecten’) met een innoverend karakter te realiseren op het gebied van duurzaam
ondernemen, met specifieke aandacht voor toepassing van het cradle-to-cradle-principe.
1.3
Partijen stellen zich verder ten doel de in Uitvoeringsprojecten ontwikkelde kennis en ervaring
te beheren en breed toegankelijk te maken, de samenwerking tussen overheidsinstanties, bedrijven,
kenniscentra, adviesbureaus en opleidingsinstellingen te bevorderen.
1.4
Partijen zullen door middel van een jaarlijks vast te stellen Uitvoeringsprogramma nader
invulling geven aan het Convenant.
2. Organisatie
2.1 Stuurgroep
2.1.1 Voor de uitvoering van het Convenant zal een stuurgroep worden opgericht. Elke Partij wijst
iemand aan als lid van de Stuurgroep.
2.1.2 De leden van de Stuurgroep kiezen uit hun midden een voorzitter.
2.1.3 Alle Partijen hebben stemrecht in de besluitvorming binnen de Stuurgroep.
2.1.4 De Stuurgroep neemt onder andere besluiten over de volgende onderwerpen:
- Organisatie (art. 2);
- (nieuwe) Uitvoeringsprojecten (art. 2.4);
- Financiën (art. 4);
- Toetreding van nieuwe partners (art. 5);
- Algemene zaken betreffende het Comvenant (art. 6);
- Overige zaken die van belang zijn in het kader van het Convenant.
2.1.5 De stuurgroep draagt zorg voor nadere uitwerking van de doelstelling van het Convenant door
het uitvoeren van het Uitvoeringsprogramma. Het Uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks vastgesteld
door de stuurgroep.
2.1.6 De stuurgroep wordt ondersteund door de werkgroep (art. 2.2) en de projectcoördinator (art.
2.3).
2.1.7 De stuurgroep vergadert zo vaak als de voorzitter dat nodig acht, maar ten minste tweemaal
per kalenderjaar.
2.1.8 De stuurgroep stelt een reglement vast, waarin wordt bepaald hoe de besluitvorming door de
stuurgroep is geregeld.
2.2 Werkgroep
2.2.1 Voor de ondersteuning van de stuurgroep is er een werkgroep. Elke Partij wijst iemand aan als
lid van de werkgroep.
2.2.2 De projectcoördinator is voorzitter van de werkgroep.
2.2.3 De werkgroep bereidt stukken voor de stuurgroep voor en neemt (operationele) besluiten, voor
zover die niet zijn voorbehouden aan de stuurgroep.
2.2.4 De werkgroep beoordeelt Uitvoeringsprojecten op basis van geformuleerde
beoordelingscriteria (bijlage 2) en baseert daarop haar advies aan de stuurgroep.
2.2.5 De leden van de werkgroep dragen actief Uitvoeringsprojecten aan. De werkgroep ontwikkelt
gezamenlijke initiatieven, die zij ter besluitvorming voorlegt aan de stuurgroep.
2.2.6 Voor de ontwikkeling en uitvoering van de Uitvoeringsprojecten wordt in de werkgroep door
Partijen per afzonderlijk project een projectteam samengesteld. De projectteams zijn verantwoordelijk
voor de voortgang van een project.
2.3 Projectcoördinator
2.3.1 De projectcoördinator wordt aangesteld door de stuurgroep voor gezamenlijke rekening van
Partijen.
2.3.2. De projectcoördinator bewaakt de voortgang van Uitvoeringsprojecten en brengt hierover
verslag uit aan de stuurgroep.
2.3.3 De projectcoördinator is aanjager van (bestaande) Uitvoeringsprojecten en vervult een
brugfunctie tussen Partijen.
2.3.4 De projectcoördinator gaat actief op zoek naar nieuwe initiatieven (Uitvoeringsprojecten)
vanuit bestaande netwerken en bouwt het netwerk Duurzame Innovatie verder uit. Nieuwe initiatieven
voor Uitvoeringsprojecten bespreekt hij binnen de werkgroep, waarna de werkgroep kan besluiten een
voorstel voor te leggen aan de stuurgroep.
2.3.5 De projectcoördinator treedt op als secretaris van de stuurgroep en is als zodanig
verantwoordelijk voor de voorbereiding van en verslaglegging over de stuurgroepvergaderingen.
2.4 Uitvoeringsprojecten
2.4.1 De stuurgroep stelt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma vast met Uitvoeringsprojecten.
2.4.2 Voor de selectie en beoordeling van initiatieven/Uitvoeringsprojecten is een door de
stuurgroep vastgestelde lijst met criteria beschikbaar. Die lijst maakt als bijlage 2 deel uit van dit
Convenant.
2.4.3 Het projectteam zal via de projectcoördinator rapporteren over de voortgang van de
geselecteerde Uitvoeringsprojecten in de stuurgroepvergadering, waarbij eventueel kan worden
voorgesteld Uitvoeringsprojecten aan te passen, op te waarderen of (op onderdelen) te beëindigen.
2.4.4 Afhankelijk van de aard van de geselecteerde Uitvoeringsprojecten zal worden bezien of, en
zo ja welke, andere instanties of bedrijven eventueel kunnen worden betrokken bij de daadwerkelijke
ontwikkeling en realisering van het project. Daartoe zal onder andere worden onderzocht of
aansluiting bij beleidsvoornemens, programma’s of projecten van andere overheden, bedrijven en
organisaties en instellingen zinvol is.
2.4.5 Uitvoeringsprojecten kunnen op elk moment gedurende de looptijd van het Convenant worden
ingediend.
2.4.6 Voor Uitvoeringsprojecten gelden duidelijke regels betreffende:
- looptijd;
- verantwoordelijke trekker / projectleider;
- besteding van middelen / projectkosten;
- indienen van verslag(en), tussen- en eindrapportages.
Een en ander wordt in overleg met de werkgroep voorbereid en voorgelegd aan de stuurgroep. Een
projectteam dient drie maanden na afloop van het project een inhoudelijk en financieel verslag te
overleggen. Dit verslag wordt in de werkgroep geëvalueerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de
stuurgroep. Op basis van de verslaglegging en evaluatie wordt het project definitief afgesloten. Kosten
voor verslaglegging, eventuele accountantskosten en overige overheadkosten zijn voor rekening van
het project zelf.
2.4.7 De projectcoördinator heeft jaarlijks € 5.000 beschikbaar voor kleine uitgaven. Eenmalige
uitgaven tot een bedrag van € 500 zijn door de projectcoördinator in overleg met de werkgroep vrij te
besteden; daarboven is instemming van de stuurgroep vereist.
3. Communicatie
3.1 Algemeen
3.1.1. De werkgroep heeft jaarlijks maximaal € 5.000 beschikbaar voor de communicatie over het
Convenant (algemene communicatie) en Uitvoeringsprojecten. Alle uitingen worden afgestemd met de
stuurgroep.
3.1.2 De werkgroep ontwikkelt een website waarop informatie beschikbaar wordt gesteld over het
Convenant, Uitvoeringsprojecten e.d. en die tevens een platform-functie vervult, waardoor (etc. PM).
De projectcoördinator beheert de website.
4. Financiering, monitoring en administratie
4.1 Inbreng Partijen
4.1.1 iedere Partij is bereid de nodige inspanningen te leveren ter realisering van het in art. 1
genoemde doel. Elke Partij stelt financiële middelen en menskracht en/of diensten ter beschikking. Er
wordt uitgegaan van een jaarlijkse bijdrage per Partij, opgenomen in bijlage 1, van deelname in de
stuur- en werkgroep en van het, voor zover van toepassing, deelnemen in geselecteerde
Uitvoeringsprojecten waaraan een convenantsbijdrage is toegekend.
4.1.2 Inbreng van middelen wordt door de stuurgroep gevalideerd. De validatie door de stuurgroep
geldt als daadwerkelijke inbreng. Door de stuurgroep wordt bepaald of de inbreng van een nieuw
toetredende Partij dusdanig is dat die Partij het stemrecht verwerft.
4.1.3 De grootte en de besteding van de bijdragen van Partijen en van mogelijk op andere wijze
gegenereerde middelen worden aan de hand van een begroting door de stuurgroep vooraf vastgesteld.
4.2 Administratie
4.2.1 Bankrekening bij KvK (pm)
4.2.2 De projectadministratie van de Uitvoeringsprojecten wordt ondergebracht bij de
projectcoördinator.
4.3 Evaluatie/monitoring
PM
5. Looptijd, toe- en uittreding Convenant
5.1 Looptijd
5.1.1 Dit Convenant is gesloten voor de duur van vier jaren. Het treedt in werking met ingang van
de dag van ondertekening , ….
5.1.2 Partijen zullen gedurende de looptijd van dit Convenant handelen in de geest ervan.
5.2 Toe- en uittreding
5.2.1 Partijen zijn bevoegd tot een met redenen omklede tussentijdse opzegging van dit Convenant
… (relatie leggen met evaluatiemoment, zie 4.3; buiten dat evaluatiemoment opzegging alleen met
opzegtermijn van zes maanden).
5.2.2 Dit Convenant staat open voor nieuwe partijen. Deze partijen dienen onder dezelfde
voorwaarden deel te nemen als de reeds deelnemende Partijen. Door de stuurgroep wordt een
gemotiveerd besluit genomen over het wel of niet toelaten van een nieuwe partij.
6. Overige voorwaarden
(o.a. iets zeggen over gebruik van kennis door Partijen, sluiten van overeenkomsten met derden en de
aansprakelijkheidsuitsluiting).
7. Geschillen
PM
Aldus opgemaakt en ondertekend in ..voud te … op …
Download