ek draaibo welkom 1 Loorp de naa p?! pom k e o b i p o a h s a k derreldWaterWor W ibooeekk ddrraaaaib m weellkkoom w Hallo! Bevrijde Wereld heet jullie welkom op de WereldWaterWorkshop! Deze webapplicatie werd ontwikkeld in het kader van Loop Naar De Pomp?!, een educatief project rond duurzame ontwikkeling voor Sint-Niklase scholen. Voor meer info over deze campagne, surf naar www.loopnaardepomp.be. Beste leerkracht, dit draaiboek wordt u aangeboden ter ondersteuning voor het begeleiden van de wereldwaterworkshop. Je kan heel onze WereldWaterWorkshop terugvinden op www.loopnaardepomp.be/wws. Binnen de blauwe kadertjes vind je telkens aanwijzingen, oplossingen of bijhorende informatie om de jongeren te begeleiden binnen de opdracht. Als je dit draaiboek vooraf grondig doorneemt, zal de workshop zeker vlot verlopen. 2 lesuren zullen voor je leerlingen en voor jezelf voorbijvliegen. Ondertussen zijn ze wereldwaterexperts geworden. De rode kadertjes duiden telkens aan op welke slide je in de webapplicatie zit. De groene kadertjes tonen aan dat je op het spelbord terecht komt. Benodigdheden workshop: - 4 computers (leerlingen) - 1 centrale computer (leerkracht) - een stabiele internetverbinding - luidsprekers en een beamer voor de centrale computer - een geschikt lokaal dat voldoende verduisterd kan worden - 6 emmers - 6 lege flesjes - water Duur workshop: ± 2 lesuren Werkwijze: De leerlingen worden verdeeld over de 4 computers. Vragen worden eerst in elke groep afzonderlijk besproken en opgelost. LET OP: de groepjes mogen nog niet op “KLAAR” of “VOLGENDE” drukken. De antwoorden worden eerst in grote groep besproken. Als leerkracht is het aangewezen om, wanneer je het juiste antwoord hoort in het lokaal, dit meteen in te vullen of aan te duiden om zo de meeste juiste antwoorden te verkrijgen. Juiste antwoorden werken stimulerend voor de groep. Pas wanneer de antwoorden in grote groep zijn besproken, mogen de groepjes individueel op “KLAAR” of “VOLGENDE” drukken om hun antwoorden te controleren. Technische informatie voor de website: Klik op F11 om de website volledig weer te geven. Om terug te keren naar je standaardscherm, klik je opnieuw op F11. Eens een opdracht voltooid is, kan deze niet meer opnieuw gemaakt worden. Om toch opnieuw te proberen, sluit je alle internetpagina’s af en start je opnieuw je browser op. Indien er een technisch probleem is, neem contact op met Delphine (03/777.20.15) Dit tekentje wil zeggen dat deze informatie luidop voor de klas verteld moet worden. Achter dit teken volgt relevante informatie om de opdrachten doordacht te kunnen oplossen. Informatie die belangrijk is voor het volgen van de workshops, maar niet op de webapplicatie vermeld staat, wordt met dit icoontje aangeduid. De leerkracht geeft de bijkomende informatie bij de workshop. Vragen die aangeduid worden met dit teken zijn vragen die een leerkracht aan de leerlingen kan stellen. Ze zetten de leerlingen aan om na te denken over de inhoud. slide 1 Welkom k draa iboe mg koin wleelid in Water - het is het belangrijkste element op aarde. Onze planeet bestaat voor meer dan 70% uit water, ons lichaam uit 66%. Wanneer we de kraan open draaien, stroomt het water zo hard en zo lang je wil. Doorspoelen, afwassen, drinken, douchen… voor al deze huishoudelijke taken heb je water nodig. Bij ons toch geen probleem!? Of wel..? Helaas is de watervoorraad niet eerlijk verdeeld over onze planeet. Miljoenen mensen hebben te maken met waterproblemen. Watervoorraden over heel de wereld raken uitgeput. Waterverbruik wordt opgesplitst in drie doeleinden: water voor landbouw, water voor huishouden en water voor hygiëne. Veel Afrikaanse dorpen kampen met het probleem dat hun waterput erg ver ligt (gemiddeld 5 km verderop) of dat hun waterput besmet is. Vooral meisjes moeten helpen bij het water halen. Met als gevolg dat ze vaak de lessen missen en geen tijd hebben voor ontspanning. Tijdens deze workshop zoomen we in op het waterverbruik wereldwijd, op de veel voorkomende problemen en hoe Bevrijde Wereld en haar partners in het Zuiden het verschil maken. In de opdrachten worden linken gelegd tussen Noord en Zuid, er wordt stilgestaan bij het eigen waterverbruik en naar oplossingen gezocht voor de verschillende probleemstellingen. Doelstellingen De leerlingen: - Krijgen inzicht in de waterproblematiek wereldwijd. Door het aanreiken van cijfermateriaal en bespreken van situaties, krijgen de leerlingen een beeld over hoe schaars water is. Ze leggen de link tussen andere landen en België. - Krijgen een idee wat Bevrijde Wereld in het Zuiden doet. Dankzij beeldmateriaal, filmpjes en opdrachten krijgen de leerlingen een idee hoe ontwikkelingssamenwerking in zijn werk gaat in het buitenland. - Vormen een mening rond hun eigen waterverbruik. Cijfermateriaal en richtvragen zetten de leerlingen aan na te denken over hun waterverbruik. - Kunnen samenwerken en in overleg tot oplossingen komen. De opdrachten worden klassikaal of per groepje uitgevoerd. De klas ziet het nut van samenwerken in. slide 2 Over de workshop ibooeekk ddrraaaaib mleg oit lk lu ee w sp Deel i: Speluitleg Heb je vragen of wil je graag meer informatie over Bevrijde Wereld, Loop Naar De Pomp?! of de workshop, twijfel dan niet contact op te nemen met Delphine! Delphine Van Belleghem Centraal contactpersoon Loop naar de pomp?! Bevrijde Wereld NGO Mercatorstraat 81, 9100 Sint-Niklaas Tel.+32(0)3 777 20 15 - Fax.+32 (0)3 766 36 41 [email protected] www.bevrijdewereld.be www.loopnaardepomp.be slide 4 Contact, vragen, info slide 3 Jullie doelstelling voor dit spel bestaat erin het dorp - Baba Galé - te helpen om hun waterput dichterbij te brengen. Wanneer jullie een opdracht juist hebben opgelost, verschuift de pomp en komt deze dichter bij het dorp te staan. ek draaibo op worksh Waterproblematiek wereldwijd Onze planeet wordt ook wel eens de ‘blauwe planeet’ genoemd, omwille van het vele water dat er op te vinden is. Toch is het grootste deel van het water op aarde te zout voor consumptie door mensen, planten of dieren. Slechts 2,5 procent van al het water op aarde is zoet water. Veel van dit zoet water is niet bereikbaar voor ons omdat het is opgeslagen in gletsjers, ijskappen en diepe grondlagen. Amper 0,26 procent van het zoet water is rechtstreeks bereikbaar. Dat is het water in meren, rivieren en de bovenste grondlagen. Die 0,26 procent is er niet alleen voor menselijk gebruik. De natuur heeft immers ook zoet water nodig om te leven. Wanneer we tijdens deze workshop spreken over ‘water’, bedoelen we steeds het zoete water dat beschikbaar is. Het water dat we dus het meeste nodig hebben, is het moeilijkst bereikbaar en het schaarst. slide 5 Zoet water?! ek draaibo op worksh slide 6 OPDRACHT 1: WATERVOETAFDRUK UITLEG OPDRACHT: De watervoetafdruk van een voedingsmiddel is de hoeveelheid water die nodig is om dat voedingsmiddel te produceren. Hierbij wordt het gebruikte water berekend van producent tot consument. a) Laat elk groepje apart de opdracht bespreken. b) Zonder op “volgende” te klikken, bespreek je de antwoorden in de grote groep. c) Wanneer er een definitief antwoord is, klik je op “volgende”. d) Per gezamenlijk goed antwoord: 1 stapje met de pomp vooruit. Sleep het juiste aantal liters water naar het juiste voedingsmiddel. Bespreek de antwoorden nu in grote groep: Hoe komt het dat het ene voedingsmiddel veel meer water nodig heeft om het te produceren dan het andere? Denk eens na over het productieproces: waar heeft men water nodig? Laat de leerlingen onder elkaar discussiëren en probeer het gesprek verder te zetten aan de hand van de juiste antwoorden. Voor meer info rond deze opdracht kan je een kijkje nemen op www.watervoetafdruk.be VIRTUEEL WATER is water dat we niet zien, maar dat wel gebruikt werd om het voedingsmiddel te produceren. We nemen rundvlees als voorbeeld. Een rund moet eten en drinken, het moet vervoerd worden (voor benzine is ook water nodig), verwerkt worden door de industrie, nogmaals vervoerd worden naar de supermarkt, daar koel gehouden worden, om dan een laatste keer vervoerd te worden naar ons bord. Door veel rundvlees te eten kom je aan een hoge watervoetafdruk. Eet liever een stukje kip, of las af en toe een vegetarische maaltijd in. OPLOSSING: 1375 Rijst 600 Brood 624 Kip 700 Tarwe 950 Rietsuiker 3960 Rund 131 Appel 100 Thee 960 Melk 85 Aardappel 1050 Koffie 2400 Kaas slide 7 spelbord ek draaibo op worksh België voert veel gewassen in waarvoor in het land van herkomst veel water nodig is om ze te produceren. Dit water wordt dus uitgevoerd via de producten en is niet meer beschikbaar voor de lokale bevolking. Op deze afbeelding zie je dat 75% van ons totaal virtueel waterverbruik afkomstig is uit het buitenland. Wat zijn de grootste druppels? Welke producten halen we uit deze landen? (Uit Brazilië importeren we koffie en soja, kaas halen we uit Nederland, tarwe wordt voor ons in Frankrijk geproduceerd.) De hoeveelheid water die via deze exportgewassen wordt verbruikt in het land van herkomst, noemen we de externe watervoetafdruk van België. In waterrijke gebieden hoeft de teelt van waterintensieve gewassen geen probleem te vormen: als de watertoevoer (via regen) ervoor zorgt dat er een evenwichtige waterhuishouding is, lijden de lokale ecosystemen hier niet onder en droogt de bodem niet uit. Maar in de praktijk is dit vaak wel het geval. 25% van ons virtueel waterverbruik komt uit eigen land. Dit is de interne voetafdruk (grote centrale druppel). Vooral tarwe, gerst, suikerbiet en maïs slorpen veel van ons water op. slide 8 Virtueel water voor landbouw slide 9 Als je het aantal virtuele liters water wil bepalen van een gewas, moet je eerst berekenen hoeveel water er nodig is om dit gewas te laten groeien en verwerken. Zelfs de verdamping van water wordt meegeteld. Wanneer het erg warm is verliest het gewas een deel van zijn water. Ook het water dat in de bodem net onder het oppervlak zit verdampt bij hoge temperaturen. Een gevolg hiervan is dat neerslag vaak onvoldoende is om een gewas grootschalig te kunnen exporteren. Irrigatie (zelf water toedienen) is dus vaak nodig. In sommige landen is dit een probleem omdat hierdoor de natuurlijke waterreserves snel uitgeput raken. ek draaibo op worksh slide 10 slide 11 OPDRACHT 2: WATER WERELDWIJD UITLEG OPDRACHT: Op de blauwe schijf zie je hoeveel procent van al het water op de wereld voor landbouw, industrie en gezinnen gebruikt wordt. Maar er is een verschil tussen het watergebruik in het Noorden en in het Zuiden. a) b) c) d) Laat elk groepje de schijf invullen (voor meer uitleg kijk bij het icoontje ‘lees’). Bespreek de antwoorden eerst in grote groep, alvorens op “volgende” te klikken. Voor de oplossing: klik op “volgende”. Per gezamenlijk goed antwoord gaat de pomp 1 stapje vooruit. Plaats de drie sectoren in het diagram. Hoeveel procent water wordt er gebruikt voor landbouw, gezinnen en industrie? Sleep de woorden “industrie”, “gezinnen” en “landbouw” naar de juiste kadertjes. Denk na over de verhoudingen Noord en Zuid. LET OP: Het gaat hier enkel over zoet water! OPLOSSING: NOORD Gezinnen 11% Landbouw 30% Industrie 59% ZUID Gezinnen 8% Landbouw 82% Industrie 10% Tijdens het verbeteren: Kijk op de blauwe schijf. Industrie heeft meer water nodig dan gezinnen. Dit komt doordat het verwerken van voedingsmiddelen of andere producten zeer veel water vergt. Bekijk nu de Noord-Zuid vergelijking. Waarom gaat er in het Zuiden meer water naar landbouw en bij ons meer naar industrie? Dit komt doordat veel voedingsmiddelen worden gekweekt en geoogst in het Zuiden, maar verwerkt worden in het Noorden. Bijvoorbeeld koffie: koffiebonen worden met de boot overgebracht naar fabrieken in het Noorden waar ze worden verwerkt tot gemalen koffie in een verpakking. spelbord slide 12 ek draaibo op worksh slide 13 Op deze afbeeldingen zijn 2 soorten watercycli te zien: 1) Je ziet hoe regen op de grond valt, in de bodem dringt, opgezogen wordt door bomen en daarna weer verdampt. 2) Je ziet hoe neerslag (zoals sneeuw of regen) op de bergtoppen valt, waarna het water via kleine kanaaltjes en rivieren naar de vallei geleid wordt, waar het terecht komt in grotere rivieren en meren. Een deel van dit water zal uiteindelijk in de zee stromen. Daarna is er weer sprake van een verdampingsproces, waardoor het water uit de zee, meren en rivieren verdampt en terug op de aarde neerkomt als neerslag. slide 14 De watercrisis verwijst naar de huidige situatie waarbij mensen in verschillende gebieden een tekort hebben aan zoet water, we noemen dit ook wel waterstress! De gebieden in oranje en geel zijn landen waar het percentage zoet water dat uit de grondlaag wordt opgepompt heel hoog is in vergelijking met de totale beschikbare hoeveelheid water. Dit zijn meestal gebieden met weinig regenval (bv. de Sahara) of een grote bevolkingsdichtheid (India). Door de opwarming van de aarde wordt dit probleem nog groter. Wanneer de ijskappen smelten en het zeeniveau wereldwijd stijgt, wordt de kans groter dat zout water in ons grondwater terecht komt en het op deze manier vervuilt. De kans bestaat dat er in de toekomst conflicten zullen ontstaan door dit watertekort en watervervuiling. Vooral in het Midden-Oosten, Afrika en Azië is de kans groot dat er een waterconflict komt. Ook ons land kleurt oranje. Dit komt omdat we regenwater niet de kans geven om door te dringen in de grondwaterlagen. We pompen dit water te snel op voor onze industrie en ons dagelijks watergebruik. Op deze afbeelding kan je goed zien hoe veel druk landen op hun watervoorraad zetten en hoe duurzaam hun waterverbruik is. slide 15 Doordat er veel water naar het groeien en verwerken van voedingsmiddelen gaat, doen er zich enkele problemen voor: - Rivieren en meren vallen droog: door veel water op te pompen, verkleinen de meren en rivieren. Omdat er niet voldoende neerslag valt, kunnen deze meren niet aangevuld worden. Doordat gletsjers verkleinen kunnen ze de rivieren niet meer voldoende aanvullen. - 1/5 van de wereldbevolking heeft een tekort aan water: zowel water voor de landbouw als drinkbaar water. Dit komt door het oppompen van water dat niet meer in de cyclus terecht komt. Een groot deel van de wereldbevolking woont in de bergen. Deze mensen zijn afhankelijk van gletsjers die de rivieren aanvullen met zuiver drinkbaar water. Doordat de gletsjers zeer snel smelten en kleiner worden, lopen meer en meer mensen het risico om zonder zuiver water te vallen. - De vraag naar water is vaak groter dan aanbod: er komen steeds meer mensen bij op onze planeet. Er moeten dus meer monden gevoed worden. Er moeten meer gewassen worden gekweekt en meer mensen hebben nood aan zuiver drinkwater. Ook hiervoor moet water opgepompt worden uit ondiepe grondlagen, waardoor de waterreserves kleiner worden. - Zelfs in Vlaanderen: dit zagen we daarnet nog. In België worden de ondergrondse waterreserves te snel opgepompt waardoor we steeds minder water ter beschikking hebben. Veel bedrijven pompen dit water op voor de verwerking van producten. - Al deze problemen nemen steeds meer toe door de klimaatverandering: poolijs is zoet water. Dit water is dus erg kostbaar. Wanneer de ijskappen smelten, stijgt het waterniveau wereldwijd. Hierdoor kan zout water makkelijker in de ondergrondse zoetwaterlagen trekken. Een bijkomend probleem is, dat zoet water van het poolijs vermengt raakt met zout water uit de zee. Er blijft dus minder en minder zoet water over. ek draaibo op worksh filmpje 1: getuigenissen uit het Zuiden Achtergrondinfo klimaatverandering De jaren 90 van de 20ste eeuw waren de warmste tien jaar van het afgelopen millennium. De hoeveelheid zee-ijs in het Noordpoolgebied is geslonken tot het laagste peil ooit gemeten. Bijna overal ter wereld smelten gletsjers en worden ze kleiner. Broeikasgassen zijn altijd al aanwezig geweest. Wanneer zonnestralen het aardoppervlak raken, wordt een groot deel daarvan terug in de atmosfeer gekaatst. Broeikasgassen houden een deel van die teruggekaatste stralen vast. Enkel daardoor is leven op onze aarde mogelijk. Moest dit niet het geval zijn, zou het hier veel te koud zijn. Maar waar we nu mee worden geconfronteerd, is dat er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer accumuleren, (opeenhopen, opeenstapelen) waardoor er uiteraard ook meer zonnewarmte vastgehouden wordt en de aarde opwarmt. Uiteraard heeft het klimaat wel wat “rekvermogen”. De aarde kent koudere en warmere periodes. Maar deze keer heeft de aarde niet genoeg tijd om zich aan te passen. Het Zuiden betaalt de rekening Mensen in ontwikkelingslanden zijn voor hun levensonderhoud volledig afhankelijk van hun omgeving. Ze halen hun voedsel, drinkbaar water, medicijnen en materiaal om huizen te bouwen uit de natuur. Wanneer deze natuurlijke hulpbronnen onvoldoende toegankelijk worden of zelfs volledig verdwijnen door droogte, overstromingen of orkanen, verkleinen ook hun overlevingskansen. Zij worden dus ongetwijfeld de eerste slachtoffers van de klimaatverandering. De klimaatverandering brengt de ontwikkeling in het gedrang op 5 gebieden: 1. Minder voedselzekerheid: Boeren zijn afhankelijk van de seizoenen. Door de klimaatverandering worden die seizoenen echter grilliger (onregelmatiger). (bv. Moessonregens blijven uit) Daardoor weten landbouwers niet meer wanneer ze moeten zaaien. Ze hebben minder opbrengsten of nog erger: hun oogsten mislukken volledig. 2. Te veel water: Door de opwarming van de aarde smelten de ijskappen en stijgt de zeespiegel. Sommige eilanden in de Stille Oceaan, zoals Tuvalu, dreigen volledig te verdwijnen door deze stijging. Dit zal niet alleen veel slachtoffers eisen, maar ook zullen de landbouwgronden verzilten (zouter worden) door overstromingen met zout zeewater. Daardoor zullen boeren weer de dupe zijn en komt de productie van voedsel onder druk te staan. 3. Te weinig water: In andere gebieden dreigt er dan weer een tekort. Bijvoorbeeld: door het smelten van de gletsjers in het Andesgebergte en de Himalaya drogen de rivieren uit. In Sub Saharisch Afrika (het gebied onder de Sahara) breidt de woestijn uit door het uitblijven van de regens. Een tekort aan water zal in de toekomst leiden tot wateroorlogen. Een dergelijke oorlog is al aan de gang in Soedan. Hoewel deze burgeroorlog altijd wordt voorgesteld als een oorlog tussen verschillende stammen, is er wel degelijk meer aan de hand. slide 16 Dit mag vooraf verteld worden: In dit filmpje zien we de oorzaken van het watertekort in de wereld. Als eerste wordt gekeken naar de bevolkingsgroei. Er komen steeds meer mensen bij, dus de vraag naar water blijft stijgen. Een tweede oorzaak is de klimaatchaos. Gletsjers en ijsvlakten smelten door de opwarming van de aarde. Het zoete water komt dus in het zoute water terecht. We staan even stil bij de waterschaarste in West-Afrika. Door vervuiling, verkeerd verbruik en een te hoge prijs wordt zuiver water steeds schaarser. ek draaibo op worksh 4. Schade aan ecosystemen: Door de snelle klimaatverandering heeft de natuur niet voldoende tijd om zich aan te passen. De helft van de koraalriffen wereldwijd is nu al beschadigd. Hoe meer CO2 er in de zee terecht komt, hoe zuurder het zeewater wordt. Hierdoor zal het plankton afsterven. Plankton staat echter aan de basis van de hele voedselketen van alle leven in zee. Minder plankton betekent minder vissen en dus minder voedsel voor hen die aangewezen zijn op vis als eiwitbron en minder inkomsten voor de vissers. 5. Verspreiding van ziektes: De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat dat nu al 150 000 mensen per jaar sterven door de snellere verspreiding van ziektes ten gevolge van hogere temperaturen. Hierin speelt de mug ook een belangrijke rol. Malaria, knokkelkoorts, gele koorts en vele soorten hersenontstekingen worden bijv. allemaal verspreid of overgebracht door de mug. OPDRACHT 3: KLIMAAT IN SENEGAL slide 17 UITLEG OPDRACHT: op de afbeelding zien jullie het klimatogram van Senegal. Het is aan jullie om dit juist in te vullen. Sleep de balkjes die regenval voorstellen naar de juiste plaats op het klimatogram. a) Laat elk groepje proberen om het klimatogram in te vullen. b) Bespreek eerst klassikaal alvorens op “volgende” te klikken. c) Voor de oplossing: klik op ”volgende”. Verklaring van het klimatogram: Senegal kent een regenseizoen dat loopt van juni tot en met oktober. Het regenseizoen is maar kort en net voldoende om landbouw en vooral de belangrijke pindateelt mogelijk te maken. De gemiddelde jaarlijkse neerslag neemt toe van noord naar zuid en van het binnenland naar de kust. De regen valt bijna altijd in de vorm van stortbuien die enkele uren kunnen duren. Door de zeer hoge luchtvochtigheid in combinatie met de hoge temperaturen is deze periode niet de meest aangename tijd. spelbord slide 18 ek draaibo op worksh Getuigenissen uit het Zuiden: “Hallo! Ik ben Noufou en mijn vader is boer in ons dorp. Er valt niet veel regen waar wij wonen, het is hier dus zeer droog. Het grootste gevolg hiervan is dat mijn papa slechts 1x per jaar kan oogsten. We hebben dus niet veel overschot in het droge seizoen, en we kunnen niet veel voedsel verkopen op de markt.” slide 19 De getuigenissen mogen luidop voorgelezen worden in de klas. Deze geven een beeld van het leven van jongeren op een andere plaats in de wereld. OPDRACHT 4: WERELDBEVOLKING Op deze grafiek zie je 4 lijnen. Sleep de landen Brazilië, India, Senegal en België naar de juiste lijn. Let op: dit gaat om de jaarlijkse gemiddelde aangroei, dus geen absolute cijfers! Landen met een grote absolute bevolking hebben niet altijd de grootste gemiddelde aangroei. Welk land kent de grootste aangroei, met andere woorden, in welk land groeit de bevolking het snelst aan? Wat zijn hiervan de oorzaken? Wat is de link met water? Hoe kunnen we negatieve gevolgen van overbevolking verhinderen? De verwachting is dat de wereldbevolking tegen 2030 zal toenemen tot circa 8,5 miljard. Tot 2050 zal de bevolking nog verder groeien, waarna ze zal afnemen. Door deze snelle aangroei van de wereldbevolking zal de behoefte aan (drink)water alleen maar toenemen. Daarnaast trekken vooral in China steeds meer mensen van het platteland naar de stad. Ook hierdoor zal de vraag naar schoon drinkwater toenemen. De bevolkingsgroei heeft ook een groot indirect effect op de vraag naar water voor de productie van ons voedsel. OPLOSSING: blauwe lijn: Senegal fuchsia lijn: Brazilië gele lijn: België groene lijn: India slide 20 a) Laat de groepjes eerst individueel de oplossing zoeken. b) Bespreek daarna in grote groep. c) Pas wanneer de jongeren tot een gezamenlijk antwoord zijn gekomen, klik je op “volgende”. d) Bij de verbetering zie je de antwoorden die jij invulde in de rode/groene kaders, de juiste antwoorden staan in de afbeelding. ek draaibo op worksh België kent een heel lage bevolkingsgroei (0,43%). Dat betekent dat we ongeveer onze huidige bevolking in stand houden. Vooral immigratie zorgt ervoor dat het cijfer in België nog steeds positief blijft. Want het gemiddeld aantal kinderen per vrouw is hier 1,85. In theorie heb je 2.1 geboortes per vrouw nodig om de bevolking stabiel te houden. Senegal kent de hoogste bevolkingsgroei, nl. 2,60%. Senegal is een arm land, veel mensen zijn analfabeet en kunnen dus niet lezen of schrijven. Kinderen krijgen wordt in ontwikkelingslanden gezien als een ‘overlevingsstrategie’. Kinderen kunnen ouders later ondersteunen wanneer zij niet meer kunnen werken. In vele ontwikkelingslanden geldt ook nog steeds een verbod op anticonceptie en is abortus illegaal. Als we deze hoge bevolkingsgroei willen tegenhouden, moeten we vooral investeren in scholing van meisjes. Wetenschappelijk onderzoek heeft bewezen dat dit een effectief middel is om hoge geboortecijfers tegen te gaan. Brazilië en India kenden in de jaren ’70 een zeer sterke bevolkingsgroei (meer dan 2%!). Zij pasten toen nog in het typische plaatje van ‘ontwikkelingsland’. Ondertussen, meer dan dertig jaar later, is hun bevolkingsaangroei sterk gedaald (tot 1.4% in India en 0.9% in Brazilië). Dit komt voornamelijk doordat de economie in deze land sterk is gegroeid, educatie is verbeterd en ouders meer middelen en energie investeren in de toekomst van hun kleinere gezinnen van 1 à 2 kinderen. Brazilië en India behoren tot de zogenaamde BRICS landen (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika /SouthAfrica). Deze landen worden gezien als de sterkst ontwikkelende landen van de wereld. Er wordt voorspeld dat deze landen in 2050 een sterkere economie zullen hebben dan de huidige grootmachten (Europa en de Verenigde Staten). spelbord slide 22 Getuigenis uit het Zuiden “Hey! Ik ben Zénabou en woon samen met mijn zusjes, broers, mama en papa in een dorpje in Senegal. We zijn een zeer groot gezin. En we zijn niet het enige grote gezin in ons dorp. Er komen steeds meer mensen bij, niet enkel in ons dorp. Hoe meer mensen er bijkomen, hoe minder water er voor elk individu over blijft.” slide 21 UITLEG BIJ GETUIGENIS: De getuigenissen mogen luidop voorgelezen worden in de klas. Deze geven een beeld van het leven van jongeren op een andere plaats in de wereld. ek draaibo op worksh OPDRACHT 5: FOUT WATERGEBRUIK slide 23 Bij deze afbeelding zien jullie voorbeelden van fout gebruik van water. In Afrika gebeuren veel alledaagse taken in en rond de rivier. Hierdoor komt er allerlei “afval” in de rivier terecht. Dit is ten eerste niet goed voor de rivier zelf, denk maar aan de fauna en flora in en rond de rivier. Maar het is ook niet goed voor de mensen die het water gebruiken om zich te wassen, te koken, enz. …. a) Laat eerst de groepjes individueel zoeken naar het antwoord. b) Bespreek daarna in grote groep wat de jongeren hebben geantwoord. c) Pas wanneer de jongeren tot een gezamenlijk antwoord zijn gekomen, klik op “volgende”. Sleep de vrouw, de jongen, de ezel en de fabrieksbuis naar juiste omgeving. Wat als oplossingen niet onmiddellijk worden gevonden? Let op de kleuren in de tekening (kledij vrouw, washandje jongen) om de juiste oplossing te vinden. OPLOSSING: Fabrieksbuis naar vat Jongen naar groen bassin Vrouw naar roze emmer Ezel naar omheining Vaak zijn rivieren en meren de dichtstbijzijnde of enige watervoorziening in de buurt van Afrikaanse dorpen. Hierdoor gebeuren bijna alle “huishoudelijke taken” in en rond deze watervoorzieningen. Dit kan gaan van wassen van kledij, tot zich wassen, tanden poetsen… Rivieren en meren zijn bovendien vaak ook een bron voor drinkwater voor dier en mens. Het zal je dan ook niet verwonderen dat deze watervoorzieningen kweekvijvers zijn voor allerlei ziekten. Derde wereldlanden zijn daarbij ook vaak de dupe van afvaldumping door Westerse landen. Ondanks het feit dat dit bij wet verboden is, komt afval op allerlei illegale manieren in Afrika, Azië en Zuid-Amerika terecht. Een bekend geval van dit illegale circuit is de haven van Antwerpen. Begin januari vertrokken twee schepen vanuit de haven van Antwerpen naar Ghana. Het ging onder meer over afgedankte elektronische apparaten die deels op de tweedehands markt terechtkwamen maar deels ook direct werden vervoerd naar dumpingplaatsen waar deze toestellen manueel worden bewerkt. Wat er op deze dumpingplaatsen gebeurt, tart alle verbeelding. Jonge mensen, kinderen, soms ook kleine kinderen van 5 jaar en jonger, doorzoeken deze apparaten met blote handen en zonder enige beschermende kledij. Ze hopen een centje mee te pikken van de grondstoffen die in deze toestellen te vinden zijn, zoals metaal, koper en aluminium. Vaak worden koelkasten met CFK ’s of computers met zware metalen, PCB ’s en broomhoudende stoffen door deze kinderen in open lucht verbrand zonder enige bescherming en vlakbij woonwijken. De rookwolken zijn uiterst giftig (o.a. dioxines en zware metalen) en veroorzaken ernstige gezondheidsschade. Afvalstoffen worden in vijvers gegooid en komen uiteindelijk in de oceaan terecht. Rijke landen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en zelf hun afval recycleren zodat dit niet gedumpt wordt in ontwikkelingslanden. spelbord slide 24 ek draaibo op worksh In dit filmpje: inleefreizigers vertellen hoe ze anders omgaan met water sinds hun ervaringen in Afrika. Jongeren van over heel de wereld getuigen over de waterproblemen in hun land. slide 25 filmpje 2: Hoe kijkt een leeftijdsgenoot naar dit thema? OPDRACHT 6: WATER EN JIJ slide 26 UITLEG OPDRACHT: Voor deze opdracht starten de jongeren een dialoog met elkaar. Ze vertellen over hun verschillende ideeën en inzichten. Belangrijk is dat iedereen naar elkaar luistert en open staat voor andere meningen. a) Laat elke groep één of meerdere vragen in groep bespreken. b) De leerlingen delen hun antwoord(en) met de rest van de klas. c) De rest van de klas geeft feedback of stelt vragen. d) Wanneer er verschillende meningen zijn binnen de klas worden deze besproken. e) Bij het klikken op een vraag komt het antwoord van Bevrijde Wereld tevoorschijn. f) Per besproken vraag: 1 stapje vooruit met de pomp. Bespreek deze vragen in kleine groep. Hoe denken jullie hierover? ek draaibo op worksh Richtvragen en hoe Bevrijde Wereld zou antwoorden: Vooral met kleine dingen: kraan op tijd dichtdraaien, een douche en geen bad nemen, die douche niet te lang rekken.. Je verkleint je waterafdruk ook door het kiezen van lokale producten. Aardappelen van bij de boer om de hoek, groenten van de markt, honing van de plaatselijke imker… Omdat het product dichtbij geproduceerd is, moet het niet ver getransporteerd worden. Minder vlees eten verlaagt die waterafdruk sterk. Voor de productie van 1 kg vlees is zo’n 15.000 liter water nodig: voor de productie en transport van het veevoeder (granen, ...), voor de hygiëne bij het slachten tot op de toonbank van de slager. 2) Kennen jullie riviertjes/ beekjes in jullie buurt? Zou dit water zuiver zijn, denk je? Zou je erin willen zwemmen? Kennen jullie het initiatief ‘Big Jump’? dit is een actie waarbij zoveel mogelijk mensen op dezelfde dag in zoveel mogelijk beekjes een duik nemen. Dit om aan te tonen dat veel beekjes vervuild zijn en veel van dit water in de zee terecht komt. Dit project wordt gesteund door Aquafin, het bedrijf dat zorgt voor de waterzuivering in Vlaanderen. In de Westerschelde is er na jaren van afwezigheid terug een zeehondenpopulatie van zo’n 120 dieren. Dat geeft aan dat de waterkwaliteit verbeterd is: er is terug meer vis in de Schelde (meer soorten en meer aantallen). De vervuiling (van tientallen jaren) die in het bodemslib is terechtgekomen, blijft wel aanwezig. 3) Als je zelf 5u per dag water zou moeten halen, welke activiteiten kan je dan niet meer doen? Wat zouden bijvoorbeeld Senegalese jongeren niet meer kunnen doen? Vooral meisjes moeten water dragen, welke activiteiten missen zij dan allemaal? Zij kunnen niet naar school, missen leuke spelletjes met andere jongeren... 4) Heeft het volgens jou zin om hier zuiniger om te gaan met water? Zeker wel, zoals we daarnet zagen heeft België ook te maken met watertekorten. Vooral bodemwater krijgt bij ons geen kans om te blijven bestaan. We pompen dit water veel te snel op. Het is dus zeker goed om zuinig om te gaan met water. 5) Som de dingen op die je dagelijks doet waar je water voor nodig hebt? Je wassen, tanden poetsen, eten maken, afwassen, drinken, kledij wassen, het toilet doorspoelen... 6) Zou je later je toilet e.d. aansluiten op regenwater? Waarom wel/niet? Zeker wel, hierdoor verbruik je minder drinkbaar water. Ook plantjes water geven kan je doen met regenwater ipv kraantjeswater. Regenwater is gratis! 7) Wat doen jullie als jullie ergens een lekkende kraan zien? Deze maken we zelf of laten we maken. Voorbeeld: 1 lekkende kraan in huis die elke minuut 60 druppels (1 druppel per seconde) verliest, zorgt ervoor dat in totaal 22 liter per dag verloren gaat! slide 27 1) Hoe kan je op je eigen waterverbruik letten en zo je waterafdruk verkleinen? spelbord slide 28 ek draaibo op worksh slide 29 Filmpje 3: videofragment uit de reportage van de inleefreis 2012 BENODIGDHEDEN: - 8 emmers (waarvan 4 gevuld met water) - 8 kleine flesjes - toegang tot water VOORBEREIDING: Selecteer binnen elk groepje enkele “waterdragers” en enkele “puzzelaars”. Zet 4 grote emmers water wat verder in het schoolgebouw. Bij voorkeur achter een hoek of een trap naar beneden, zodat de leerlingen even moeten stappen vanaf het klaslokaal. In de klas zelf staan 4 emmers en zijn 8 kleine flesjes klaargezet. UITLEG OPDRACHT: a) Uit elke groep kiest de leerkracht 2 leerlingen die water moeten dragen. b) De waterdragers krijgen elke een flesje, de andere leerlingen krijgen een vraagstuk in codetaal dat ze moeten oplossen. c) De groep van de “puzzelaars” moet proberen de sleutel te vinden. Deze sleutels staan verspreid over de website www.loopnaardepomp.be. Met deze sleutels kan de codetaal ontcijferd worden. De leerlingen weten niet welke sleutel bij welke zin hoort. d) De groep van de “waterdragers” moet zo veel mogelijk water heen en weer dragen naar zijn/haar team, terwijl het andere deel de puzzel oplost. f) Elk team zoekt het sleutelwoord voor elke zin. Wanneer één groepje alle codes heeft ontcijferd, is de opdracht afgelopen. e) Per opgelost vraagstuk mogen de groepjes 1 stapje vooruit met de pomp. g) Daarna worden de codes duidelijk gemaakt. h) Via de klassikale nabespreking wordt het doel van het spel duidelijk gemaakt. Waterdragers: Jullie starten met water over te dragen van de ene emmer naar de andere Puzzelaars: Jullie kraken de codetaal door op zoek te gaan naar de 3 codewoorden op de website www.loopnaardepomp.be DOEL VAN DE OPDRACHT (gelieve dit achteraf pas te zeggen): We splitsen de groepen op in waterdragers en puzzelaars om de ongelijke verdeling in het Zuiden duidelijk te maken. De waterdragers slagen niet in de opdracht. In het Zuiden is dit ook zo. Vooral meisjes moeten water dragen en missen daarom een opleiding. Zij krijgen niet de kans om bij te leren op school. Ook het contact met hun leeftijdsgenoten moeten ze vaak missen. Met deze opdracht willen we aantonen dat het niet eerlijk is dat waterdragers een opleiding missen. slide 30 OPDRACHT 7: WATERDRAGERS ek draaibo op worksh VERDUIDELIJKING CODES: 1) Meisjes lopen een leerachterstand op omdat ze dagelijks een aantal keren water moeten halen Sleutel: GcBa13D In Sub-Saharisch Afrika gaan tegenover 100 jongens die naar school gaan, 80 meisjes naar de les. Toch gaan er meer meisjes naar het secundair onderwijs eens ze hun basisschool hebben afgewerkt. 2) Door het onzuivere water maken kinderen meer kans op ziektes zoals diarree Sleutel: 3fMo8dc Een waterput kan ook vervuild raken. Wat zijn hiervan de grootste oorzaken? Er moet steeds een deksel op de put zijn, de waterput moet omheind zijn zodat dieren er niet bij kunnen, de put moet gemaakt zijn van beton tot een bepaalde diepte, het touw mag niet op de grond liggen en er mogen geen bomen in de buurt staan. 3) Omdat de waterput ver ligt, gaan er uren verloren om water te halen Sleutel: L6g9d15 De gemiddelde afstand van een dorp naar een waterput is 5 km. Meisjes doen er al lopend gemiddeld per keer 1 uur over om water te halen. Ze kunnen daarom niet naar de les of spelen met hun vrienden. Lichamelijk is dit ook heel zwaar. Een emmer water weegt gemiddeld 10 kg. Wat doe je met de gevulde emmers water? - Begiet de plantjes met water uit de emmers - Veeg het bord af met dit water - Zet de gevulde emmers naast het toilet zodat hiermee kan worden doorgetrokken Voor de vertalers van de codetaal Vond je het leuk dat jij werd gekozen om water te dragen? Wat vonden jullie ervan dat er sommigen van jullie water moesten dragen? Zou je liever de codetaal opgelost hebben? Waarom? Zou je liever water gedragen hebben? Waarom? Hebben jullie het gevoel dat jullie iets hebben gemist? Zo ja, wat? Hebben jullie het gevoel dat jullie iets hebben gemist? Zo ja, wat? Zouden de jongeren in het Zuiden zich uitgesloten voelen? Wat denk je over de zin die je net vertaald hebt? Zouden de jongeren in het Zuiden zich uitgesloten voelen? Wat denk je over de zin die je net hebt vertaald? Voor heel de klas In het Zuiden moeten vooral meisjes water halen. Vind jij het erg als jongens meer studiekansen krijgen dan meisjes? Zie je hier bij ons verschillen tussen jongens en meisjes op vlak van onderwijs? Hoe zou dit komen? spelbord Voor de waterdragers slide 31 KLASSIKALE NABESPREKING ek draaibo op worksh slide 32 OPDRACHT 7: OPLOSSINGEN Partnerverhalen Bevrijde Wereld Bespreek wat je ziet op deze tekeningen. a) Laat dit de groepjes eerst individueel doen en bespreek daarna de antwoorden klassikaal. b) Overloop de antwoorden eerst klassikaal alvorens op “volgende” te drukken. DOEL VAN DE OPDRACHT: Bij deze opdracht zoekt de klas de betekenis achter verschillende tekeningen. De tekeningen tonen oplossingen of alternatieven voor wateropslag en waterverdeling. De bedoeling is dat de jongeren dit gaan interpreteren en hun eigen verhaal vormen. OPLOSSING: Dijk voor wateropslag Regen valt op de berg, stroomt de heuvel af en wordt opgevangen in een reservoir. Belangrijk is dat de grondlaag klei moet zijn, omdat anders het water weer wegstroomt onder de grond. Dankzij een dijk kan er veel regenwater opgeslagen worden. Dit is water voor de landbouw. Waterput Een waterput heeft altijd een deksel omdat water snel verontreinigd kan worden door externe factoren. Een waterput wordt nu gebouwd met beton. Het water uit een waterput komt uit een grondlaag, een reservoir. Men graaft tot men op het reservoir uitkomt. Dit is water voor huishoudelijk gebruik en drinkwater. Waterleidingen Dit is een netwerk van waterleidingen met in het midden een watertoren. Zo krijgen meer dorpen toegang tot water. In elk dorp zijn er een aantal tappunten. Door het aanleggen van een ondergronds netwerk kan het water niet vervuild worden. Ook het water uit een watertoren komt uit ondergrondse reservoirs. Het is dus belangrijk dat deze reservoirs toegankelijk blijven voor het hemelwater. Dit is water voor huishoudelijk gebruik en drinkwater. Druppelirrigatie Druppelirrigatie is voor landbouwgebruik. Buisjes worden op de akkers langs de gewassen gelegd. Op de plaats waar er een plantje zit, maakt men een klein gaatje in de buis. Wanneer men water door de buis laat stromen, komt het water enkel uit langs de gemaakte gaten en wordt elk plantje bij de wortels bevochtigd. Hierdoor gaat er minder water verloren. spelbord VERKLARING slide 33 AFBEELDING ek draaibo op worksh OPDRACHT 8: ORGANISATIE slide 34 UITLEG FILMPJE: Om een waterproject te verwezenlijken heb je meer nodig dan je zou denken. Op het laatste filmpje zien jullie wie en wat er nodig is om een project tot een goed einde te brengen. Dit zijn niet enkel materiële of technische middelen: ook sociale of menselijke middelen zijn nodig om dit te verwezenlijken. Vul de materiële en menselijke middelen in die je tegenkomt in het filmpje. a) Laat dit de groepjes eerst individueel oplossen. b) Bespreek daarna de antwoorden in grote groep. c) Pas wanneer de grote groep tot een akkoord is gekomen, klik je op “volgende”. slide 35 slide 36 Voorbeeldoplossing: mensen: partnerorganisaties, vrouwenvereniging, samenwerking boeren, dorp werkt samen, aanleren technieken, opleiding van vrouwen dingen: touw, cement, werkgereedschap, landbouwgerei Bij een project wordt er niet van de ene dag op de andere beslist wat er gaat gebeuren. Het dorp komt geregeld samen met de plaatselijke NGO om vormingen te krijgen en voorbereidingen te treffen. Voordat een project kan worden gestart, moet het dorp ook een bepaald bedrag bijeen sparen om bij te leggen. Hierdoor worden de dorpelingen betrokken bij het project en kan er samen aan de oplossing gewerkt worden. Functionele alfabetisering is het aanleren van lezen en basiswiskunde zodat op de markt de juiste prijzen kunnen gevraagd en gegeven worden. Zo kunnen vrouwen zelf uitrekenen hoeveel een product kost per kilo of hoeveel wisselgeld ze moeten terugkrijgen. spelbord slide 37 ek draaibo op worksh Evaluatievragen Klik op een afbeelding om de vragen tevoorschijn te laten komen. De antwoorden die de leerlingen geven mogen altijd doorgemaild worden naar volgend adres: [email protected] Heb je leuke foto’s of filmpjes van de activiteiten rond Loop Naar De Pomp?! of interessante weetjes rond het thema water, post deze dan op onze pagina of mail ze naar: [email protected] Mail ons gerust jullie evaluatie j door, zo kunnen wi g no op sh rk onze wo interessanter maken voor jullie! Heb je zin om met je school een financiële actie op poten te zetten voor een betere toegang tot zuiver water in het Zuiden? Dat kan! Met elke euro die je inzamelt, draag je bij aan de bouw van waterputten in Gambia en Senegal en de aanleg van een irrigatiesysteem voor groentetuinen in Mali. Er wordt speciaal aandacht besteed aan de jongeren, zodat ook hun stem gehoord wordt! Storten kan op 001-2187674-12. Vermeld ‘Loop Naar De Pomp?!’ De opbrengst gaat naar de waterprogramma’s van Bevrijde Wereld en PROTOS in West-Afrika. Neem voor meer informatie contact op met: Delphine Van Belleghem Centraal contactpersoon Loop naar de pomp?! Bevrijde Wereld NGO Mercatorstraat 81, 9100 Sint-Niklaas Tel.+32(0)3 777 20 15 - Fax.+32 (0)3 766 36 41 [email protected] slide 39 ACTIE! slide 38 Wat doen de leerlingen?