B&W-nr.: 05.1410 d.d. 06-12-2005 Onderwerp Wvg Financieel Besluit 2006 BESLUITEN Behoudens advies van de commi ssie WOWZ 1. 2. Het Financieel Besluit 2006, behorend bij de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten, vast te stellen. De ingangsdatum van het Financieel Besluit vast te stellen op 1 januari 2006. 3. Dit besluit in het kader van de actieve informatieplicht ter kennis te brengen van de commissie Sociale Infrastructuur. 4. Mandaat te verlenen aan de Wethouder WOWZ voor tekstuele wijzigingen. Samenvatting Met betrekking tot de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten heeft het college de maximale vergoedingen voor woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen voor 2006 vastgesteld in het Financiëel Besluit 2006. Vrijwel alle vergoedingen of forfaitaire bedragen zijn gelijk gebleven aan 2005, behalve de vergoedingen voor de OV-taxi. Deze zijn per zone € 0,09 cent gestegen. De nieuwe vervoersvergoedingen hiervoor bedragen op jaarbasis € 748,80 voor mensen jonger dan 65 en € 806,40 voor mensen van 65 en ouder. Het Financiëel Besluit 2006 treedt met ingang van 1 januari 2006 in werking. RAADSAANBIEDINGSFORMULIER Commissie voor Sociale Infrastructuur REG.NR: 05.1410 Voorstel van : Hans Berkhout B&W Telefoon : 5167227 Portefeuillehouder(s) : Wethouder H. Buijing Email : [email protected] Datum B&W : 06 december 2005 Titel: Wvg, Financiëel Besluit voorzieningen gehandicapten Voorstel: 1. Kennis te nemen van het besluit van het college tot vaststelling van het Financiëel Besluit 2006, behorend bij de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten: Collegebesluit: 1. Het Financieel Besluit 2006, behorend bij de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten, vast te stellen. 2. De ingangsdatum van het Financieel Besluit vast te stellen op 1 januari 2006, 3. Dit besluit in het kader van de actieve informatieplicht ter kennis te brengen van de commissie Sociale Infrastructuur. Korte inhoud document: Het betreft de maximale vergoedingen of forfaitaire bedragen voor woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen voor 2006 met betrekking tot de wet voorzieningen gehandicapten. Vrijwel alle bedragen zijn gelijk gebleven aan 2005, behoudens de vergoedingen voor het OV-taxivervoer. Door de gestegen kosten van dit vervoer, wordt de vergoeding verhoogd met € 34,56 voor alle gebruikers. Voor klanten jonger dan 65 bedraagt de vergoeding op jaarbasis €748,80 (oud: € 714,24) en voor ouderen € 806,40 (oud: € 771,84). Op verplichtingenbasis betekent dit een uitgavestijging met € 115.361,28. Voor de Wvg-begroting zijn er geen consequenties. Er is reeds rekening gehouden met een dergelijke stijging. Soort onderwerp: (I/M/B) Ter kennisname Deadline behandeling raad Geen Financiële consequenties Geen Commissie: (naam commissie) Griffie: par. d.d. d.d. (datum commissie) Gemeenteraad Naam: Tst 516 d.d. (datum raad) Emailadres: Financieel Besluit 2006 BEHOREND BIJ DE UITVOERING VAN DE WET VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN WVG GEMEENTE LEIDEN FINANCIEEL BESLUIT VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN BEHORENDE BIJ DE ‘VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN 2006’. (FINANCIEEL BESLUIT GEHANDICAPTEN 2006) HOOFDSTUK 1 Artikel 1.1 ALGEMENE BEPALINGEN Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de Verordening: de Verordening voorzieningen gehandicapten 2006 b. de gemaximeerde vergoeding: het bedrag dat ten hoogste wordt verstrekt (al dan niet) met inachtneming van de inkomensgrens; c. het forfaitaire bedrag: een vastgesteld bedrag dat wordt verstrekt (on)afhankelijk van het inkomen en los van de werkelijke kosten voor een voorziening; d. een voorziening in natura: een voorziening die bij voorkeur in bruikleen wordt verstrekt. HOOFDSTUK 2 Artikel 2.1 WOONVOORZIENINGEN Gemaximeerde vergoeding in kosten van verhuizing en inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de verordening 1. De gemaximeerde vergoeding in de kosten van verhuizing en inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de verordening bedraagt € 1.876,00. 2. Indien een belanghebbende op uitdrukkelijk verzoek van de gemeente verhuist, hetzij om een al aangepaste woning vrij te maken, dan wel om een dure aanpassing aan de oude woonruimte te voorkomen, bedraagt in afwijking op het bepaalde in het eerste lid de gemaximeerde vergoeding € 3.847,00. Artikel 2.2 Kosten in verband met een woonruimteaanpassing 1. Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in het tweede lid vermelde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub d van de verordening, aan de hierna vermelde onderdelen komen in aanmerking voor een gemaximeerde vergoeding: a. stoelliften; b. rolstoel- of plateauliften; c. woonhuisliften; d. hefplateauliften; e. balansliften; f. de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel; g. elektromechanische opening- en sluitingsmechanismen van deuren. 2. De maximale vergoeding voor kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen bedraagt: Keuringen Onderhoud ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------keuring beginkosten frequentie kosten frequentie onderhoud van liften keuring excl. BTW periodiek excl. BTW onderhoud excl. BTW -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------stoelliften rolstoel - of plateauliften woonhuisliften hefplateauliften 886,60 balansliften ja ja ja ja € € € € ja 295,60 456,60 456,60 463,20 1 x per 4 jaar € 216,20 1 x per jaar € 443,30 1 x per 4 jaar € 263,40 1 x per jaar € 443,30 1 x per 1½ jaar € 263,40 2 x per jaar € 886,60 1 x per 1½ jaar € 267,20 2 x per jaar € 1 x per 1½ jaar € 76,50 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 1 x per jaar € 443,30 ----------------------------------------- Bovenstaande bedragen zijn gebaseerd op de Tarieven 2003 voor veiligheidskeuringen uitgevoerd door het Liftinstituut. Balansliften worden niet meer nieuw gemaakt. Beginkeuringen zullen daarom niet meer voorkomen. Bestaande balansliften kunnen nog worden gekeurd en onderhouden. Het Liftinstituut berekent de kosten voor periodieke keuring van balansliften op grond van een uurtarief van € 76,50. Maximale toeslagen op de bovenvermelde tarieven inzake onderhoud: - 50% voor installaties geplaatst buiten de woning; - 50% voor installaties die meer dan één verdieping overbruggen; - 50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch wegklapbare raildelen. plateaus en/of Artikel 2.3 kosten in verband met Woningsanering 1. Voor de vergoeding van de kosten van vloer- en raambedekking worden maximaal de daarvoor geldende NIBUD normen toegepast. HOOFDSTUK 3 VERVOERVOORZIENINGEN In de nota Vervoersvergoedingensystematiek (vastgesteld door het college van b en w op 21 oktober 2004) is geregeld dat de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor vervoervoorzieningen zoals bepaald in artikel 3.1, eerste en tweede lid van de Verordening onder meer wordt vastgesteld op basis van 'vervoerswaarde'. Daarmee wordt de hoeveelheid kilometers of strippenzones die de gehandicapte met de tegemoetkoming kan reizen bedoeld. Voor 2006 wordt uitgegaan van een vervoerswaarde van 2000 kilometer of 384 zones. Artikel 3.1 Financiële tegemoetkoming vervoervoorzieningen als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de verordening 1. De financiële tegemoetkomingen voor vervoervoorzieningen als genoemd in artikel 3.1 lid 1 van de Verordening bedragen op jaarbasis maximaal: a. voor gebruik van de OV-taxi Leidse Regio € 748,80 uit te betalen aan de exploitant van de OV-taxi (384 zones, eigen bijdrage per zone € 0,45) b. voor vervoer vrij besteedbaar € 280,00 c. voor meerkosten van personen van 65 jaar en ouder € 57,60 uit te betalen aan de exploitant van de OV-taxi (384 zones, eigen bijdrage per zone € 0,30) betekent maximaal € 806,40 d. voor vervoer per eigen auto € 560,00 (2000 km à € 0,28) De financiële tegemoetkomingen voor vervoervoorzieningen als genoemd in artikel 3.1, tweede lid van de Verordening, bedragen op jaarbasis maximaal: a. voor vervoer per taxi € 1.680,00 (2000 kilometer, eigen bijdrage € 0,16 per kilometer) b. voor vervoer per eigen auto of vervoer door derden € 560,00 (2000 km à € 0,28) c. voor een combinatie van a. en b.: voor de taxi (1000 km) € 840,00 èn voor de auto (1000 km) € 280,00 d. voor een rolstoeltaxi € 2.680,00 (2000 kilometer, eigen bijdrage € 0,16 per kilometer) e. voor een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel € 560,00 (2000 km à € 0,28) f. voor een combinatie van d. en e.: voor de rolstoeltaxi (1000 kilometer) € 1.340,00 èn voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel (1000 km) € 280,00 g. voor een bruikleenauto/buitenwagen met verbrandingsmotor € 220,00 (2000 km à € 0,11) 2. Bij gebruik van een eigen auto of vervoer door derden bedraagt het te vergoeden bedrag per kilometer € 0,28. 3. Bij gebruik van een bruikleenauto bedraagt het te vergoeden bedrag per kilometer € 0,11. 4. De hoogte van de gemaximeerde tegemoetkoming als bedoeld in het eerste en tweede lid kan naar boven en naar beneden worden vastgesteld indien de individuele vervoersbehoefte daartoe aanleiding geeft. 5. De hoogte van de gemaximeerde tegemoetkoming als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt voor gehandicapten tot 16 jaar gesteld op een percentage van het in het eerste en tweede lid genoemd bedrag, namelijk: 0% voor gehandicapten tot 4 jaar 25% voor gehandicapten van 4 tot 6 jaar 50% voor gehandicapten van 6 tot 12 jaar en 75% voor gehandicapten van 12 tot 16 jaar. Artikel 3.2 Vaststelling tegemoetkoming in de kosten van een invalidenparkeerkaart en/of -plaats als genoemd in artikel 3.1 lid 2 van de verordening Die kosten komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming, die de gemeente bij de gehandicapte in rekening brengt ten behoeve van een invalidenparkeerkaart en/of - plaats. HOOFDSTUK 4 Artikel 4.1 ROLSTOELEN. Forfaitair bedrag ten behoeve van een sportrolstoel als bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, van de verordening De hoogte van het forfaitaire bedrag ten behoeve van de kosten van de aanschaf en het onderhoud voor een periode van minimaal drie jaar van een sportrolstoel bedraagt € 2.350,00. Dit bedrag is bedoeld voor de aanschaf en voor het onderhoud van de sportrolstoel. HOOFDSTUK 5 Artikel 5.1 SLOTBEPALINGEN. Indexering Op grond van artikel 5.1 lid 3 van de verordening kunnen jaarlijks de bedragen worden geïndexeerd. Voor lopende partijen geldt dat de bedragen worden aangepast op het moment dat bij de beschikking een voorziening opnieuw wordt vastgesteld. Tijdens de duur van een afgegeven beschikking vindt geen indexering plaats. Artikel 5.2 1. Deze Citeerartikel regeling kan aangehaald worden als Financieel gehandicapten 2006. 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006. Besluit voorzieningen