WORD, 94 KB - Gemeente Leiden

advertisement
Aanbiedingsformulier
Onderwerp
In te vullen door afdeling
Wvg verordeningswijziging in verband met
vervoersvergoedingensystematiek
Ontwerper
Parafanten
Bestuursondersteuning
Directeuren
Portefeuilleh.
WOWZ
B&W Nr: 04.1126/02-11-2004 Dienst
: SOZA
SOZA
Agenda
Sector
: Beleid & Voorlichting
BJZ
Openbaar: ja
Naam
: Hans Berkhout
R.V
Tst.nr
: 7241
Datum
: 27-10-2004
nr:
Commissie:
BESLUITEN
Behoudens advies van de commi ssie WOWZ
1.
2.
3.
in te stemmen met het raadsvoorstel ter vaststelling van de Verordening tot wijziging van de
verordening voorzieningen gehandicapten 2004;
op grond van artikel 2, tweede lid onder a, van de Inspraakverordening geen inspraak te verlenen
op de onderhavige verordeningswijziging;
de nota Vervoersvergoedingensystematiek vast te stellen en daarmee in te stemmen met de
volgende uitgangspunten:
a.
voor de toe te passen systematiek uit te gaan van vervoerswaardevariant 3;
b. gebruikers van Wvg-vervoer per algemene publicatie in kennis te stellen van de
vervoersvergoedingensystematiek;
4.
de Raad voor te stellen de Verordening tot wijziging van de verordening voorzieningen
gehandicapten 2004 vast te stellen, waarbij besluit 3 ter kennisname is.
Korte overwegingen
De verordening voorzieningen gehandicapten 2004 (raadsbesluit d.d. 2 december 2003) bleek
onvoldoende duidelijk en heeft geleid tot verschillen in de uitvoering van de
vervoersvergoedingensystematiek binnen de Leidse regio. De raadscommissie SI had tijdens de
behandeling van de verordening reeds op dit risico gewezen vanwege de verwoordingswijze van deze
complexe materie.
De onduidelijkheden ontstonden met name bij de vergoedingen van het individuele (rolstoel-)
taxivervoer in combinatie met het gebruik van de eigen auto. Een aantal gebruikers meenden met
deze combinatie recht te hebben op dezelfde vergoeding als mensen die alleen met de taxi vervoerd
werden. Uit de verordening en het Financieel Besluit (waarin het College de Wvg-vergoedingen
hebben vastgesteld) bleek onvoldoende duidelijk dat dit onderscheid bewust was aangebracht,
aangezien autovervoer goedkoper uitvalt dan taxivervoer, zodat er ook recht was op een lagere
vergoeding dan voor taxivervoer. Dit was echter wel het beoogde beleidsvoornemen waar het College
en de Raad bij de Wvgverordening 2004 ook mee hebben ingestemd.
De onduidelijkheden in de tekst gaven aanleiding tot een aantal bezwaarschriften binnen de regio en
waar ook verschillende uitspraken over zijn ontstaan. Daarmee ontstond een regionaal ongelijke
behandeling van de doelgroep, in weerwil van hetgeen door zowel het College, de raad als de overige
regiogemeenten beoogd werd. Alhoewel in Leiden geen enkel bezwaarschrift is gehonoreerd, werd
een helder, goed uitlegbare vervoersvergoedingensystematiek noodzakelijk geacht, ook vanwege
toekomstige besluitvormingsprocessen.
Transparante vervoerssystematiek
In de nota 'Vervoersvergoedingensystematiek' is het begrip "vervoerswaarde" centraal gesteld.
Daarmee wordt bedoeld de hoeveelheid kilometers of strippenzones die een gehandicapte per jaar
kan reizen met een Wvg-vervoersvergoeding. De hoogte van de vergoeding per kilometer is daarbij
gekoppeld aan het type vervoer dat voor iemand aan de orde is. Iedereen kan in een oogopslag zien
hoe die vergoeding tot stand komt.
Het voordeel is tevens dat besluitvormingsprocessen aan transparantie winnen: het gaat nog slechts
om de vaststelling van de jaarlijkse hoeveelheid reiskilometers (of zones) en de hoogte van een
eventuele eigen bijdrage. De kilometerprijs per vervoersvoorziening is een technische aangelegenheid.
Voor de auto is landelijk al bepaald dat dit € 0,28 per kilometer is, voor de taxi is dit het resultaat van
de onderhandelingen over het aanbod tussen gemeente en taxibedrijven.
In de nota is uitgegaan van de huidige kilometerprijzen. Deze worden in november 2004 opnieuw
vastgesteld.
De eigen bijdrage is slechts aan de orde bij het (rolstoel-) taxivervoer. Dit is in feite hetzelfde als het
strippentarief dat een Wvg-gebruiker voor de OV-Taxi zelf betaalt.
In de standaard jurisprudentie wordt een vervoerswaarde op 1500 kilometer per jaar als ondergrens
gesteld. In de huidige systematiek is de vervoerswaarde van een aantal vervoersvoorzieningen zeer
lastig te bepalen. Er is daarbij ook sprake van een heel reëel kostenrisico als er juridische procedures
zouden plaatsvinden. Het ongewijzigd laten van de systematiek is dan ook geen optie.
In variant 3 in de nota wordt voorgesteld de vervoerswaarde op 400 zones voor het OV-Taxivervoer of
2000 kilometer voor auto of (rolstoel-) taxivervoer te stellen.
De eigen bijdrage voor het individuele (rolstoel-)taxivervoer zal € 0,16 per kilometer gaan bedragen.
De kilometervergoeding voor dit vervoerstype wordt verhoogd vanwege de reële kostprijs. Voor het
gebruik van de eigen auto geldt de landelijke vergoedingshoogte van € 0,28 per kilometer. Voor de
lease-auto blijft deze op € 0,11 staan.
Technische verordeningswijziging
De vervoersvergoedingensystematiek was feitelijk al ingevoerd met de Wvg-verordening 2004. Alleen
het begrip 'vervoerswaarde' is daarbij niet gebruikt. Ook thans is dit in juridisch opzicht niet het geval.
Het begrip is met name geïntroduceerd om zichtbaar te maken hoe de vergoedingen tot stand zijn
gekomen en om de besluitvorming over vervoersvergoedingen eenvoudiger te maken. Het College
bezit reeds de bevoegdheid tot het vaststellen van vergoedingen. Deze staan opgenomen in het
zogeheten Financieel Besluit.
De conceptverordening tot wijziging van de Wvg-verordening 2004 is om technische redenen
noodzakelijk. Er is één daadwerkelijke -technische- wijziging in de verordening noodzakelijk, zijnde
artikel 3.3, negende lid, van de Wvg-verordening. Daarin wordt een koppeling gelegd tussen diverse
vergoedingen. Dit hoort evenwel thuis in het Financieel Besluit, omdat het over de bepaling van
vervoersvergoedingen gaat die tot de bevoegdheden van het College behoort. De overige wijzigingen
zijn van taalkundige aard én om de vervoerscombinaties die al bij de verordening voorzieningen
gehandicapten 2004 waren vastgesteld inzichtelijker te maken. Ten opzichte van de verordening
voorzieningen 2004 en de daarbij vastgestelde bedoelingen zijn er geen wijzigingen in de
belangenpositie van Wvg-gebruikers.
In artikel 2, tweede lid onder a, van de Inspraakverordening is bepaald dat geen inspraak wordt
verleend ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen.
Aangezien hier sprake is van geringe technische wijzigingen die tevens zien op een in 2003 vastgesteld
beleidsvoornemen, stellen wij voor geen inspraak te verlenen op de onderhavige
verordeningswijziging.
Het Financieel Besluit kan thans nog niet worden vastgesteld, omdat het prijspeil van een aantal
vervoersvoorzieningen pas vanaf eind oktober of begin november 2004 bekend wordt.
Opvatting OGL
Het Overleg Gehandicaptenbeleid Leiden (OGL) is gevraagd om commentaar op de notitie. Het OGL
ondersteunt de voorgestelde systematiek om redenen van duidelijke besluitvormingsprocessen en
transparantie voor de gebruikers. Voor het overige werd de nota als technisch beschouwd.
Formatieve consequenties
geen
Begrotingsconsequenties
M.b.t. de verordeningswijziging: Geen.
M.b.t. de voorgestelde vervoersvergoedingensystematiek: € 106.000 op verplichtingenbasis op basis
van het huidige prijspeil. In november 2004 zal een definitief prijspeil bekend zijn. In de praktijk betreft
het maximaal 50% van genoemde verplichtingen. Te dekken uit de Wvg.
Communicatie
Openbaar: B&W-besluitenlijst/ niet openbaar / anders, nl: ….
Openbaar
Samenvatting
Met de andere regiogemeenten wil Leiden dat de Wvg-systematiek binnen de regio op gelijke wijze
wordt toegepast. De huidige Wvg-vervoersvergoedingensystematiek en vooral de verwoording
daarvan is echter toch te complex gebleken. Dit heeft tot ongelijkheden in de uitvoering binnen de
regio geleid. Het Cllege heeft daarom de systematiek waarop de vervoersvergoedingen binnen de wet
voorzieningen gehandicapten (Wvg) is gebaseerd transparanter gemaakt, zodat deze vooral
eenvoudiger valt uit te leggen en toe te passen. De nieuwe vervoersvergoedingensystematiek is
gebaseerd op de vervoerswaarde. Dit betreft een bestuurlijk vastgesteld aantal zones of
vervoerskilometers per jaar waarbij de te vergoeden kilometerprijs gekoppeld is aan het type voertuig.
De hoogte van de totale vergoeding die iemand ontvangt is dus afhankelijk van het soort vervoer of
de eventuele vervoerscombinatie die er wordt gekozen. Gebruikers van de eigen auto ontvangen de
gangbare kilometerprijs die € 0,05 lager ligt dan in 2004. Voor gebruikers van de OV-Taxi stijgt het
aantal zones wat ten opzichte van 2004. Ook gebruikers van de (rolstoel-)taxi ontvangen een hogere
vergoeding. De kosten voor de gemeente kunnen met ongeveer €100.000 per jaar toenemen.
Om de nieuwe vervoersvergoedingensystematiek mogelijk te maken is een kleine technische wijziging
van de Wvg-verordening nodig. Vanwege dat technische karakter en het feit dat de verordening
daarmee weer geheel aansluit bij hetgeen in 2003 ook als beleid beoogd was, wordt er afgezien van
inspraak op de verordeningswijziging.
De aangepaste systematiek heeft een geringe technische wijziging van de verordening voorzieningen
gehandicapten 2004 tot gevolg, naast enkele tekstuele verduidelijkingen. Aan de Raad wordt verzocht
de verordening tot wijziging van de verordening voorzieningen gehandicapten vast te stellen en in te
laten gaan per 1 januari 2005.
Het platform Overleg Gehandicaptenbeleid Leiden (OGL) heeft verklaard zich in de voorgestelde
systematiek te kunnen vinden, omdat het een duidelijker besluitvormingsproces betekent met meer
duidelijkheid voor de gebruikers van Wvg-vervoersvoorzieningen.
Aanpak verdere communicatie
Publicatie vindt plaats in de Stadskrant. De concept verordening tot wijziging van de verordening
voorzieningen gehandicapten 2004 verordening ligt vanaf 29 oktober 2004 gedurende twee weken ter
inzage in het stadhuis, het stadsbouwhuis en kan worden opgevraagd bij de dienst Sociale Zaken en
Arbeidsmarktbeleid. Inspraak is echter niet aan de orde. Ook zal de verordening worden gepubliceerd
op de website van de gemeente Leiden. Gebruikers van Wvg-vervoersvoorzieningen worden middels
een publicatie in de Stadskrant op de hoogte gesteld van wijzigingen in de
vervoersvergoedingensystematiek.
2004.
Nr.
: 04.0155.
Dnst. : SOZA
Vaststelling Verordening tot wijziging van de
verordening voorzieningen gehandicapten
2004.
Leiden, 2 november 2004.
Aanleiding
De oude vervoersvergoedingensystematiek bleek vatbaar voor misverstanden in de
uitvoering en in de verwachtingen van gebruikers. Dit leidde in de Leidse regio tot een
verschillende uitvoering en in sommige situaties tot een onbedoelde kostenstijging. Om die
reden is gekozen voor een transparanter vervoersvergoedingensystematiek en daarbij een
heldere afbakening van de bevoegd-heden van het college van B&W met betrekking tot de
vervoerskosten in het Financieel Besluit. Er is duidelijker aangegeven welke (combinaties van)
vervoersvoorzieningen bij de verordeningswijzi-ging 2004 zijn beoogd (artikel 3.1.2 sub a /
h). Daarnaast is een wat duidelijker terminologie gebruikt.
Op grond van het vorenstaande zijn in de verordening de aangegeven technische wijzigingen
noodzakelijk geworden.
Artikelsgewijze toelichting van de wijzigingen
Artikel 3.1. Soorten vervoervoorzieningen
De termen 'gemaximeerde vergoeding' en ‘gemaximeerd bedrag’ van het eerste lid, onder a
t/m d, en van de aanhef van het tweede lid, zijn gewijzigd naar een wat duidelijker
terminologie 'financiële tegemoetkoming'. Het begrip 'financiële tegemoetkoming' drukt
helderder uit dat het bij vervoersvoorzieningen gaat om de hoogte van de te vergoeden
kosten. Deze wijziging heeft geen juridische gevolgen.
Het zinsdeel van artikel 3.1, eerste lid onder a en c, 'uit te betalen aan de exploitant van de
OV-taxi', is vervallen. Dit betreft namelijk uitvoering, hetgeen thuis hoort in het Financieel
Besluit.
In artikel 3.1., eerste lid onder b, was verwezen naar artikel 3.1 lid 2 sub a en b. De verwijzing
is vanwege de gewijzigde opsomming van het tweede lid veranderd in artikel 3.1. lid 2 sub a
tot en met f.
In artikel 3.1., tweede lid onder a t/m h, zijn de verschillende
vervoersvergoedingencombinaties uitgesplitst en duidelijker aangegeven dan in het oude
artikel.
Artikel 3.3. Bepalingen ten aanzien van de verstrekking
Vanwege het de wijziging van artikel 3.1. lid 2 is de nummering in artikel 3.3. lid 1 aangepast.
De koppeling tussen de maximaal te vergoeden vervoerskosten voor de eigen auto, taxi of
vervoer door derden met de financiële tegemoetkoming voor de OV-taxi is verdwenen. De
bepalingen over de hoogte van de financiële tegemoetkomingen behoren in het Financieel
Besluit. Lid 9 kan hiermee vervallen.
Vanwege het vervallen van lid 9 is ook lid 10 overbodig. De onderdelen van lid 10 worden
ook geregeld in lid 5.
Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
de Secretaris,
de Burgemeester,
P.I.M. v.d. WIJNGAART.
H.J.J. LENFERINK.
De Raad der gemeente Leiden;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr. 04.0155 van 2004);
B E S L U I T:
1. vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de verordening
voorzieningen gehandicapten 2004;
VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING VOORZIENINGEN
GEHANDICAPTEN 2004
Artikel 1
Artikel 3.1, het eerste en tweede lid, te wijzigen zodat deze aldus komen te luiden:
Artikel 3.1 Soorten vervoervoorzieningen
Het college kan een vervoervoorziening verstrekken, bestaande uit:
1. a. een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de OV-taxi;
b. met daarbij een financiële tegemoetkoming dat voor vervoer als genoemd
onder
artikel 3.1 lid 2 sub a tot en met f en/of voor de OV-taxi kan worden aangewend;
c. een financiële tegemoetkoming voor de meerkosten van het CVV voor
personen van 65 jaar en ouder. Deze extra vergoeding bestaat uit het verschil
tussen het basis OV-tarief per zone bij gebruik van de OV-taxi en het OV-tarief
per zone dat geldt voor een persoon in het bezit van een 65+ pas bij gebruik van
het regulier openbaar vervoer. Het verschil wordt vergoed over maximaal het
aantal zones dat is verreden met gebruikmaking van de onder a bedoelde
vergoeding;
d. een financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen
auto.
2.
een financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van:
a. een taxi;
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
een eigen auto of vervoer door derden;
een combinatie van a. en b.;
een rolstoeltaxi;
een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel;
een combinatie van d. en e.;
een bruikleenauto / buitenwagen met verbrandingsmotor;
een ander verplaatsingsmiddel dan de in sub a t/g genoemde.
Artikel 2
Artikel 3.3, het eerste, vijfde, negende en tiende lid, te wijzigen zodat deze aldus komen
te luiden:
Artikel 3.3
Bepalingen ten aanzien van de verstrekking
1. Het vrij besteedbare bedrag als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub b en in artikel 3.1 lid 2
sub a en d is - voor zover dit gebruikt wordt voor de OV-taxi - bestemd voor de
meerkosten van de OV-taxi ten opzichte van het regulier openbaar vervoer. Bij de
berekening van deze meerkosten wordt uitgegaan van het basis OV-tarief.
5. Voor zover echtgenoten beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier
openbaar
vervoer en tenminste een van hen geeen gebruik kan maken van de OV-taxi, wordt
aan
elk van hen 50% van het maximumbedrag voor een voorziening in de kosten van
vervoer, als genoemd in art. 3.1. lid 2 sub a, b, c, d, e of f, toegekend als het
vervoerspatroon samenvalt en 75% wanneer dit niet (geheel) het geval is.
9. Vervallen
10. Vervallen
Artikel 3
Slotbepaling
2.
1.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening tot wijziging van de
Verordening voorzieningen gehandicapten 2004' en treedt op 1 januari 2005 in
werking.
2.
Aanvragen om toekenning van een voorziening die betrekking hebben op een
periode voor 1 januari 2005 zullen worden behandeld volgens de ongewijzigde
'Verordening voorzieningen gehandicapten 2004'.
de ingangsdatum te stellen op 1 januari 2005.
Gedaan ter openbare vergadering van
de Griffier,
de Voorzitter,
BW041226
Wvg
Vervoersvergoedingensystematiek
Notitie
2004
AVO Wvg
Vervoersvergoedingen Wvg
Aanleiding
Bij de uitvoering van de Wvg hebben de regiogemeenten afgesproken dat dit regionaal op
dezelfde wijze plaatsvindt. Gebruikers weten waar ze aan toe zijn en ontvangen dezelfde
voorzieningen en vergoedingen tegen de zelfde voorwaarden, ongeacht in welke
regiogemeente zij woonachtig zijn.
Onbedoeld is dit uitgangspunt in het gedrang gekomen bij de invoering van de nieuwe Wvgverordening in 2004. De tamelijk ingewikkelde vervoersvergoedingensystematiek heeft in de
regio geleid tot interpretatieverschillen en daarmee tot een verschil in uitvoering. Daardoor
worden binnen de regio niet overal meer dezelfde vervoersvergoedingen verstrekt. Het AVO
Wvg
heeft
daarom
gezocht
naar
een
eenvoudiger
en
duidelijker
vervoersvergoedingensysteem. In deze notitie wordt eerst kort op het oude systeem
ingegaan en vervolgens aan de hand van een aantal varianten een keuze voor een nieuw
vervoersvergoedingensysteem voorgelegd. Zowel in PHO-verband als per gemeente wordt
gevraagd een standpunt over dit nieuwe vergoedingensysteem in te nemen, rekening
houdend met de diverse consequenties voor gebruikers en gemeenten ten aanzien van de
kostenontwikkelingen.
1. Huidige vervoersvergoedingensystematiek
De huidige regels voor Wvg-vervoersvergoedingen kennen hun eigen gegroeide historie.
Thans is er geen echt duidelijke relatie meer aan te geven tussen de vervoersoorten en hun
vervoerswaarde (= de hoeveelheid kilometers die men jaarlijks kan rijden in een bepaald
vervoersoort op basis van de vergoeding).
In de tabel hieronder wordt de huidige vervoersvergoedingensystematiek aangegeven.
Onder meer op grond van meer individualiteit in vervoer (Wvg-protocol) zijn in de Wvgverordening 2004 per vervoersoort wat opties ingevoerd. Deze bleken, zoals gesteld,
aanleiding te geven tot onbedoelde regionale verschillen in de uitvoering. Voorts wordt
duidelijk dat de vervoerswaarde per vervoersoort te diffuus is en daarmee lastig aan (met
name) gebruikers valt uit te leggen. Bovendien is op grond van de vergoedingen duidelijk dat
niet elke vervoerswaarde meer voldoet aan de mimimumvervoerswaarde van 1500 kilometer
per jaar.
Huidig vervoersvergoedingensysteem
1
Vervoersoort
Vervoerswaarde
OV-taxi
380 zones (OV-taxi) € 642 + € 330
en een restbedrag (OV + vbb1)
voor vervoer naar
keuze
Auto (eigen)
---
Individueel
vervoer
taxi- - - -
Vergoeding
€ 534
(€0,33 /km)
€ 1176
Motivatie
De totale vergoeding is historisch vastgesteld op
een maximumbedrag. De prijs voor de OV-taxi is
bepalend wat er als restant overblijft voor het
vbb.
De vergoeding is bewust lager gesteld dan het
bedrag van de OV-taxi en niet gebaseerd op
autokilometers. Het is als een extra optie
beschouwd voor eigen auto bezitters zonder het
gebruik van de OV-Taxi nadelig te beïnvloeden.
De vervoerswaarde heeft geen relatie meer met
een bedoeld aantal vervoerskilometers.
Vbb = Vrij besteedbaar bedrag. Dit is het bedrag dat iemand kan gebruiken voor een vervoersoort naar keuze
Auto
(eigen
/ --derden)
in
samenhang
met
taxi
Rolstoeltaxi
---
€ 642
Auto
(eigen
/ --derden)
in
samenhang
met
taxi
Bruikleenauto
3500 km
€ 642
€ 1764
€ 384
Er is aansluiting gezocht bij het bedrag voor de
OV-taxi. Het bedrag is niet gebaseerd op
autokilometers. Verschil 1176 – 642 = 534 kan
alsnog voor taxivervoer aangewend worden.
Historische prijs. De vervoerswaarde is 1,5 x de
kosten van het individueel taxivervoer en niet
gebaseerd op vervoerskilometers.
Er is gekozen voor eenzelfde bedrag als voor de
OV-taxi. Er is geen relatie met echte
autokilometers. Verschil 1764 – 642 = 1122 kan
alsnog voor taxivervoer aangewend worden.
het betreft een historische vervoerswaarde.
2. Nieuwe vervoersvergoedingensystematiek
De nieuwe vervoersvergoedingensystematiek neemt de vervoerswaarde per vervoersoort als
uitgangspunt. Dit heeft een aantal voordelen boven de huidige systematiek:
1. Het is voor iedereen helder hoeveel kilometers men kan reizen met de per vervoersoort
toegekende vergoeding,
2. Bestuurlijke besluitvormingsprocessen over vervoersvergoedingen worden transparanter.
Het gaat bij aanpassingen over drie onderdelen; de vervoerswaarde, ofwel de
hoeveelheid kilometers per vervoersvorm (of zones vwb de OV-taxi), de hoogte van de
kilometerprijs en de eigen bijdrage,
3. De systematiek sluit naadloos aan op de Wvg-jurisprudentie. Daaruit blijkt dat rechters de
vervoerswaarde een bepalende rol toekennen bij hun oordeel over beroepsschriften.
2.a Vervoerswaarde
Vanwege de doelstellingen van de Wvg ,en onderstreept door jurisprudentie, is de minimale
vervoerswaarde gesteld op 1500 kilometer per jaar. De Leidse regio zit daar altijd boven op
grond van sociale overwegingen. Dit moet in de nieuwe systematiek ook zo blijven. De
nieuwe vervoerswaarde zal voor alle vervoersoorten (behoudens de OV-taxi) hetzelfde aantal
kilometers zijn.
Bij het OV-Taxivervoer geldt een zone-vervoerswaarde. Deze blijft gelijk aan de oude
systematiek. Wel is er nadrukkelijker de mogelijkheid het aantal zones (nu: 380 zones) aan te
passen. De vervoerskeuze voor de (eigen) auto in plaats van de OV-taxi blijft bestaan evenals
het vrij besteedbaar bedrag (vbb) dat extra wordt verstrekt bij gebruik van de OV-taxi2. De
hoogte van het Vbb is gekoppeld aan de vervoerswaarde van de (eigen) auto en bedraagt
50% daarvan. De Wvg-er heeft de vrijheid het Vbb ook voor andere vervoersoorten
aanwenden (zoals de OV-taxi of individuele taxi), maar kan dan minder kilometers rijden.
Bij het individueel (rolstoel)taxivervoer mag gekozen worden voor vervoer per
(rolstoel)taxi, de (eigen) auto of een combinatie van 50% taxi en 50% autovervoer. Op basis
van de kilometerprijs voor deze typen vervoer (zie ook 2.b) zal bij de huidige vergoeding van
€ 1176 de vervoerswaarde voor de (rolstoel)taxi thans maar 1176 kilometer per jaar zijn. Dit
moet worden opgetrokken naar tenminste 1500 kilometer per jaar.
De vervoerswaarde voor de bruikleenauto zal gelijk worden aan de overige vervoerssoorten,
wat betekent dat de vervoerswaarde lager wordt.
2
Het vrij besteedbaar bedrag is van oorsprong bestemd voor ritten waar de OV-taxi niet voldoet en buiten
regionaal vervoer.
2.b Kilometerprijs
Bij een vervoersoort hoort een kilometer- of zoneprijs, die de kostprijs per kilometer of zone
betreft.
Voor het (eigen) autovervoer wordt € 0,33 per kilometer vergoed. Het Rijk had al
aangegeven dat dit vanaf 2004 € 0,28 per kilometer is. De Leidse regio heeft dit toen niet
overgenomen. Voorgesteld wordt om dit bedrag vanaf 2005 wel te hanteren.
De kilometerprijs van de bruikleenauto blijft ongewijzigd op € 0,11 per kilometer.
De huidige vergoedingen voor de individuele- en rolstoeltaxi hebben een reële
vervoerswaarde die onder het minimum uitkomt. Dit heeft te maken met de gestegen
kilometerprijs voor het individueel taxivervoer en de rolstoeltaxi. Deze zal € 1,- cq € 1,50
bedragen.
2.c Eigen bijdrage
De Wvg-vervoersvergoeding is niet kostendekkend, maar beoogt dit ook niet. Het is een
tegemoetkoming in de kosten van het gehandicaptenvervoer. Bij gebruik van de OV-taxi
betaalt de Wvg-gebruiker via het strippentarief een eigen bijdrage voor vervoer. De
meerkosten komen voor rekening van Rijk en gemeente. De redenatie hiervoor is dat
iedereen vervoerskosten heeft, maar deze kosten zijn hoger voor gehandicapten, hetzij door
het gebruik van duurdere vervoersoorten, dan wel doordat zij uitsluitend op dit vervoer zijn
aangewezen. Het is dan ook redelijk om (althans een deel van) deze hogere kosten vanuit de
Wvg te vergoeden.
Een gebruiker van de OV-taxi betaalt een eigen bijdrage van €0,43 per zone. Dit bedrag
verandert jaarlijks. De bijdrage voor 2005 is thans nog niet bekend.
Het ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid adviseert bij het individueel taxivervoer
en de rolstoeltaxi een eigen bijdrage van €0,16. Om de kostenstijging van het nieuwe
vervoersvergoedingensysteem acceptabel te houden kan ook een hogere eigen bijdrage
worden overwogen. De eigen bijdrage wordt van de taxikilometervergoedingen afgetrokken.
Een eigen bijdrage is bij het autovervoer niet aan de orde. Deze zit in de kilometerprijs
verdisconteerd.
2.d Het principe van de nieuwe systematiek
Het vorenstaande betekent dat er bestuurlijke keuzen gemaakt moeten worden ten aanzien
van de vervoerswaarde, de kilometervergoeding én de eigen bijdrage per vervoersoort.
Behoudens de OV-taxi is daarbij de vervoerswaarde voor alle vervoersoorten hetzelfde.
Hieronder staat dit schematisch aangegeven. Vetgedruk de opties voor bestuurlijke
besluitvorming en tussen haken de voorstellen daarvoor van het AVO Wvg. Zie voorts ook
bijlage I voor een overzicht en beknopte toelichting per vervoerstype:
Vervoerssoor
t
OV-taxi
Auto
Individ.taxi
Vervoerswaarde
> 380 zones [ 400]
> 1500 km [2000]
zie Auto
Km-vergoeding
Eigen bijdrage
€0,33 of €0,28 [€0,28]
€1,-
€0,43 per zone
nvt
> €0,00 /km
Rolstoeltaxi
zie Auto
Bruikleenauto zie Auto
> betekent gelijk of meer
€1,50
€0,11
zie individ. taxi
nvt
3. Consequenties van gekozen systematiek
De nieuwe vervoersvergoedingensystematiek heeft financiële gevolgen. Door de verschillen
in aantallen Wvg-ers zijn deze gevolgen voor de afzonderlijke gemeenten ook niet hetzelfde.
Dit betekent dat een budgettair neutrale wijziging van de vervoersvergoedingensystematiek
regionaal gezien niet mogelijk is.
Om de consequenties in regionaal verband inzichtelijk te maken zijn vier rekenvarianten
opgesteld. Daarbij zijn een aantal variabelen gehanteerd uit het overzicht bij 2.d (zie ook
bijlage III).
1. Ongewijzigde vervoersvergoedingensystematiek. Alleen de tarieven van de (rolstoel)
taxitarieven zijn gewijzigd, omdat dit toch moet
2. Minimale variant (vervoerswaarde 1650 km, km-prijs €0,28, eigen bijdrage €0,25)
3. Voorkeursvariant (400 zones, vervoerswaarde 2000 km, km-prijs €0,28, eigen
bijdrage €0,16)
4. Optimale variant (gelijk aan 3, maar er is geen eigen bijdrage)
Voor alle rekenvarianten geldt:
 Alle vervoersvergoedingen zijn op verplichtingenbasis, dus exclusief de vrijval3,
 De kostenstijging van de OV-taxi is voor 2005 onbekend evenals de kilometerprijs van de
(rolstoel)taxi.
Uiteraard kunnen er veel meer rekenvarianten worden toegepast. Alle varianten hebben
voor- en nadelen. In ieder geval is duidelijk dat door de noodzakelijke aanpassing van de
kilometervergoeding van het (rolstoel)taxivervoer stevige kostenstijgingen aan de orde zijn
en dat toepassing van de uniforme vervoerswaarde ook tot een forse daling leidt in de
vergoeding van de bruikleenauto.
Belangrijker nog is het risico dat varianten die voor Leiden gunstig uitpakken, in andere
regiogemeenten tot maatschappelijke protesten kunnen zorgen, omdat daar dan het beeld
ontstaat dat er fors wordt bezuinigd op het Wvg-vervoer. Omgekeerd is daar uiteraard ook
sprake van
Het AVO stelt variant 3 voor, omdat dit regionaal gezien het meest betaalbaar uitpakt en een
zeer adequate vervoerswaarde biedt(zie bijlage II en III).
Ten aanzien van de vervoerskosten per vervoersmiddel, zal in november een besluit moeten
worden genomen. Dan zijn de werkelijke vervoerskosten voor 2005 pas bekend.
3.2. Overige gevolgen van een veranderde vervoersvergoedingensystematiek
Bij een wijziging van de vervoersvergoedingensystematiek zal de Wvg-verordening ook
moeten worden gewijzigd (artikel 3.3-9), evenals het Financieel besluit en het handboek. De
meest actuele bedragen voor de OV-taxi en de individuele (rolstoel-)taxi zullen pas in
3
Het bedrag voor vervoerskosten dat voor gebruikers bestemd is, maar niet wordt gedeclareerd.
november 2004 bekend zijn, zodat dan het Financieel besluit en het handboek ter
besluitvorming in de gemeentelijke colleges zullen komen.
Voorstel:
1. In te stemmen met de voorgestelde vervoersvergoedingssytematiek inclusief bijhorende
vervoerswaarde, kilometervergoeding en eigen bijdrage (rekenvariant 3).
2. In te stemmen met het daarvoor wijzigen van de Verordening, het Financieel besluit en
het Handboek,
3. De nieuwe vervoersvergoedingensystematiek in te laten gaan op 1 januari 2005.
Bijlage 1
Voorgestelde vervoersvergoedingen
Vervoersoort
Vervoerswa Vergoeding Motivatie
arde p.j.
(euro's)
OV-taxi
400 zones +
1000 km (of
extra 170
zones)
€ 676 + € 280
(OV + vbb*)
Uitgangspunt is het stimuleren van het gebruik van de OV-taxi ten
opzichte van de auto. Voor de bepaling van het vbb is gekozen
voor de autovergoeding van € 0,28 per kilometer. In de praktijk is
dit ook de meest gebruikte aanwending van het vbb. Door de
hoogte van het vbb kan het aantal te vergoeden zones licht
stijgen.
De vervoerswaarde is 2000 kilometer op basis van de door het Rijk
geadviseerde kilometerprijs.
Eigen auto
2000 km
€ 560
(€0,28 /km)
Individueel
taxi-vervoer
2000 km
€ 1680
Een kilometerprijs van € 1 is reëel, maar betekent een sterke
(€1 /km, - e.b.
verhoging van de vervoerskosten. Dit is echter onontkoombaar.
€0,16 /km)
Een eigen bijdrage is nodig, maar gebruiker ontvangt wel een
Auto
Alternatief:
Combi van taxi
/ auto 50%
2000 km
1000 km taxi
1000 km auto
Rolstoeltaxi
2000 km
Alternatief: Auto 2000 km
Alternatief:
1000 km taxi
Combi van taxi 1000 km auto
/ auto 50%
Bruikleenauto
2000 km
substantieel hogere vergoeding dan voorheen.
Zie bij OV-taxi: de Auto.
Het betreft een 'harde' combinatie van 50% per vervoersoort om
geen dure uitvoeringskosten te krijgen. Andere percentages zijn
dus niet mogelijk.
€ 560
€ 840
€ 280
€ 2680
(€1,50 /km, e.b. €0,16)
€ 560
€ 1340
€ 280
Zelfde motivatie als bij de Individuele taxi.
€ 220
(€0,11 /km)
De vervoerswaarde is gelijkgetrokken met de overige
vervoersoorten. Een overbrugging voor de gedaalde vergoeding
kan voor het 1e jaar worden overwogen.
Zie bij OV-taxi: de Auto.
Zie bij Individuele taxi: Combi.
Overzicht extra kosten vervoersvergoedingensysteem
*) vrij besteedbaar bedrag
Gemeente
Aantal Wvg Variant 1
Bijlage II 448
Alkemade
Leiden
Overzicht 5035
van
Leiderdorp
nb
Oegstgeest
Voorschoten
Zoeterwoude
Totaal
kosten V1
per Wvg-er Variant 2
kosten V2
per Wvg-er
€ 1.606
€4
€ 45.623-
€ 102-
495
590
480
€ 71.542
€ 25.182
€ 40.614
€ 145
€ 43
€ 85
€ 37.205€ 53.531€ 51.723-
€ 75€ 91€ 108-
7048
€ 424.810
€ 60
€ 639.659-
€ 91-
Variant 3
€ 5.593-
kosten V3
per Wvg-er
Variant 4
kosten V4
per Wvg-er
€ 12-
€ 3.833€ 218.202
€ 37.544
€ 7.417
€ 11.157
€ 76
€ 13
€ 23
€ 65.544
€ 17.497
€ 30.517
€ 132
€ 30
€ 64
€ 156.566
€ 22
€ 327.926
€ 47
285.866
€ 57 de
€ 451.577€ 90106.042
€ 21
de€gevolgen
voor
gemeenten
bij€de
4 varianten
Bijlage III
Rekenvarianten vervoersvergoedingensystematiek.
€ 9€ 43
Gemeente Leiden
Download