LIJFMAGAZINE Tijdschrift over gezondheid en leefstijl Nummer 2 • februari 2013 Bacteriën: vrienden én vijanden Pareltjes van Haagse musea Thema’s: Botten en spieren Ontspoorde cellen neem grate!is me Aangeboden door het Kinderen met diabetes Overgewicht en diëten BEZOEK ONZE WEBSITE EN DONEER ! Uw hulp is hard nodig! Voor de meeste kinderen is een ziekenhuisopname een ingrijpende ervaring; een moeilijke periode vol onzekerheid en spanning. Stichting Vrienden van het JKZ heeft als doel het Juliana Kinderziekenhuis te ondersteunen, zodat het verblijf van de zieke kinderen zoveel mogelijk veraangenaamd wordt. Een plezierig verblijf heeft een positief effect op het herstel van de zieke kinderen, zodat zij eerder naar huis kunnen en weer gewoon kind kunnen zijn. Doneer via onze website VRIENDENJKZ.NL Stichting Vrienden van het Juliana Kinderziekenhuis | [email protected] | antwoordnummer 93323 2509 WB Den Haag | Bank 541116576 LIJFMAGAZINE tijdschrift over gezondheid en leefstijl Het belang van een gezonde leefstijl Nummer 2 • februari 2013 Bacteriën: vrienden én vijanden De eerste uitgave van ons LIJFMAGAZINE heeft veel positieve reacties opgeleverd van onze patiënten. Zij waarderen in hoge Pareltjes van Haagse musea de werking van ons lichaam en onze tips voor een gezondere leefstijl in combinatie Thema’s: Botten en spieren Ontspoorde cellen mate de toegankelijke informatie over met artikelen over cultuur, vrije tijd en Kinderen met diabetes Overgewicht en diëten voeding. Het tijdschrift sluit dus goed aan bij ons streven om een sterke relatie met onze patiënten te onderhouden en hen in alle opzichten te helpen om in goede gezondheid te leven. neem grat!is mee Aangeboden door het In deze tweede uitgave bieden wij u weer een gevarieerd pakket artikelen en korte berichten over medische onderwerpen die sterk in de belangstelling staan en waar patiënten in algemene zin Gezondheid Gezonde voeding Musea Wetenschap Vrije tijd Theater Preventie Kunst Fotografie Sport Bewegen Wandelen Citytrip Praktijkverhaal HagaNieuws Lijfverhaal Gezond ouder worden Leefstijl Werking van het menselijk lichaam veel vragen over hebben. Aan drie thema’s besteden wij in dit nummer extra aandacht. Dat zijn de werking van ons bewegingsapparaat, de toename van diabetes en het ontstaan van kanker. Het zijn thema’s waarbij een gezonde leefstijl van groot belang is. Het uitgebreide artikel over het voorkomen van overgewicht sluit hier uitstekend bij aan. Uiteraard besteden wij ook aandacht aan actuele ontwikkelingen binnen ons eigen ziekenhuis, zoals de nieuwbouwwerkzaamheden op onze locatie aan de Leyweg, waarbij gastvrijheid een belangrijk uitgangspunt is bij de planvorming. De nieuwe entree moet een drempelloze toegang tot ons ziekenhuis garanderen. Een belangrijke ontwikkeling is ook de ingebruikname van ons Spoedplein, waarbij de activiteiten van ziekenhuis en huisartsen op het gebied van acute zorg in één gebouw gebundeld zijn. Wij wensen u weer veel leesplezier. Chiel Huffmeijer, voorzitter Raad van Bestuur HagaZiekenhuis 3 inhoud 10 8 12 18 8 4 Altijd in beweging Een bewegingsapparaat? “Nooit van gehoord”, zult u misschien denken. Toch heeft u het. Het geheel van spieren, pezen, botten en gewrichten noemen we het bewegingsapparaat. Het is alles wat we nodig hebben om te bewegen en zelfs om stil te zitten. Hoe werkt dat? Hoe houden we het gezond? En wat kan er mis gaan? U leest het in het omslagartikel op pagina acht. februari 2013 • LIJFMAGAZINE Jaargang 2 • nummer 1 • februari 2013 42 34 6 36 30 45 44 kort nieuws HagaZiekenhuis 6. Helft Nederlanders stelt toiletbezoek uit, Chocolade helpt tegen hoesten, Rijken leven langer, Man kent auto beter dan zijn lichaam 20. Kraanwater prima tegen infecties, Wandelen zorgt voor langer leven, Gezonde voeding verkleint risico’s hartpatiënten 12. De juiste zorg voor elk spoedpatiënt 18. Op huisbezoek bij kwetsbare ouderen 28. Gastvrije entree nieuw ziekenhuis 36. Ruimere bezoektijden, Speciale website voor familie IC-patiënten 42. Wie is wie in het wit? 44. Comfortabel kramen in geboortehotel Gezondheid 10. Weer bewegen zonder pijn en ongemakken 11. Borstvoeding is goed voor baby en moeder 22. Microscopisch kleine vrienden en vijanden 30. Enorme toename van diabetes 31. Kinderen met diabetes 38. Als cellen ontsporen. Het ontstaan van kanker 45. De overgang is voor elke vrouw anders Cultuur 15. Grote ontdekkingen in kleine musea Vrije tijd en beweging 34. Wandelen in Midden-Delftland Preventie 25. Fitness is beter dan fatness LIJFMAGAZINE • februari 2013 5 kort nieuws Nederland telt relatief weinig artsen Chocolade helpt tegen hoest Chocolade kan een remedie zijn bij een hardnekkige hoest. Dat blijkt uit een onderzoek van de University of Hull. Van nature zit er in chocolade theobromine. Deze stof vermindert de symptomen van zowel acute als chronische hoest. Eerder onderzoek van het Amerikaanse National Heart and Lung Institute toonde al aan dat theobromine bepaalde zenuwen blokkeert, waardoor de hoestreflex stopt. Theobromine bleek effectiever te zijn dan de veelgebruikte hoestonderdrukker codeïne. Volgens de onderzoekers van de University of Hull zit er in een reep pure chocolade voldoende theobromine om effect te hebben op je hoest. “Elke dag een reep chocola eten waarin veel van deze werkzame stof zit kan ook effectief zijn bij mensen met chronische hoest, hoewel dagelijks chocolade eten andere ongewenste effecten kan hebben, zoals gewichtstoename”, zegt onderzoeker Alyn Morice. Nederland telt relatief weinig medisch specialisten en huisartsen per 1.000 inwoners. In een groot aantal Europese landen ligt dat cijfer beduidend hoger zijn, zo blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Nederland telt 1 medisch specialist en 0,53 huisartsen per 1.000 inwoners, terwijl Oostenrijk voor datzelfde inwonersaantal uitkomt op 2,29 medisch specialisten en 1,55 huisartsen. In Frankrijk zijn er zelfs 1,65 huisartsen en in Zwitserland 2,35 medisch specialisten per 1.000 inwoners. De beperkte toelating tot de geneeskundeopleidingen in Nederland verklaart volgens de NVZ in belangrijke mate de verschillen. Een ander deel van de oorzaak ligt volgens de NVZ bij de gezondheid van de bevolking. Nederlanders zijn en blijven steeds langer gezond, waardoor zij medisch specialisten en huisartsen minder bezoeken. Gemiddeld brengen Nederlanders 5,9 keer per jaar een bezoek aan een arts. In Spanje bedraagt dat cijfer bijvoorbeeld 8,7. Helft Nederlanders stelt toiletbezoek uit Ruim 60 procent van de Nederlanders stelt het toiletbezoek wel eens bewust uit. Hierdoor kunnen problemen met de stoelgang ontstaan. Dat blijkt uit onderzoek van de Maag Lever Darm Stichting. De belangrijkste reden voor uitstel zijn een vies of stinkend toilet, andere mensen in de buurt, geen tijd of niet buiten de deur kunnen poepen. Verder blijkt uit het onderzoek dat 56 procent van de respondenten wel eens iets te lezen meeneemt naar het toilet. Gezond toiletgedrag kan problemen met de stoelgang verminderen en zelfs voorkomen. Onder gezond toiletgedrag wordt verstaan; direct naar het toilet gaan bij het voelen van aandrang en rustig de tijd nemen. Naast gezond toiletgedrag is het voor een goede spijsvertering van belang om voldoende te drinken, regelmatig te bewegen en gezond te eten. 6 We worden dikker en langer Meer dan de helft van de volwassen mannen (54 procent) en bijna de helft van de vrouwen (43 procent) in Nederland heeft overgewicht. Dat blijkt uit de jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Mannen wegen gemiddeld 84 kilo, vrouwen 70 kilo. Dat is respectievelijk 5,6 en 3,7 kilo zwaarder dan 20 jaar geleden. Maar we worden ook langer. De gemiddelde lengte is voor mannen de afgelopen 20 jaar met 2,1 centimeter gestegen naar 1,81 meter. Voor vrouwen ligt het gemiddelde met 1,68 meter 0,6 centimeter hoger dan 20 jaar geleden. januari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Dam Beeld Shutterstock Jongeren roken minder, maar worden zwaarder Rijken leven langer Rijke mensen leven langer dan arme mensen. Die verschillen kunnen voor mannen oplopen tot ongeveer 8 jaar en bij vrouwen tot bijna 7 jaar. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over 2011. De gemiddelde levensverwachting van vrouwen was in 2011 82,9 jaar, bij mannen 79,2 jaar. Het verschil in gezonde levensjaren tussen rijke en arme mensen is zowel bij mannen als vrouwen maar liefst 18 jaar. De levensverwachting in gezondheid die als goed wordt ervaren, is voor mannen uit de laagste inkomensgroep bij geboorte gemiddeld 53,4 jaar. Voor vrouwen is dat bij de geboorte 53,2 jaar. De gemiddelde levensverwachting in goede gezondheid is bij mensen met hoge inkomens gemiddeld 71,1 jaar bij zowel mannen als vrouwen. Ook het aantal jaren dat in geestelijk goede gezondheid wordt doorgebracht, ligt hoger bij de welgestelde bevolking. Consument overschat voordelen lightproducten De gezondheidsvoordelen van lightproducten worden door veel mensen overschat. Bijna een derde van de consumenten denkt onterecht dat een lightvariant minimaal de helft minder calorieën heeft, zo blijkt uit onderzoek van het Voedingscentrum en onder ruim twaalfhonderd mensen. Het Voedingscentrum benadrukt dat light alleen maar staat voor een reductie van vet, suiker of calorieën van minstens LIJFMAGAZINE • januari 2013 dertig procent. In de lightvariant van boter kan bijvoorbeeld evenveel vet en suiker zitten als in gewone boter, maar iets minder calorieën. Slechts twintig procent zou dat weten. Driekwart van de Nederlanders zou regelmatig lightproducten gebruiken. Ruim twintig procent van de mensen die minimaal wekelijks lightproducten eten of drinken, zeggen hierdoor te zijn afgevallen. Een vijfde van de mensen die het light-etiket mijden zegt zich zorgen te maken over de veiligheid van zulke middelen. Volgens het Voedingscentrum zijn die zorgen onterecht. Toch is light niet altijd beter. Zo zit in light-chips wel dertig procent minder vet, maar het verschil in calorieën is minimaal omdat er extra zetmeel in is gestopt. De lightvariant van frisdranken zou vaak wel verschil maken. Jongeren roken fors minder, maar worden wel steeds zwaarder. Dat blijkt uit de Nationale Jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die onlangs is verschenen. Van de ondervraagden zegt 24 procent van de jongens en 22 procent van de meisjes te roken. In 2001 was dat nog 30 en 29 procent. Nederlandse jongeren worden wel steeds zwaarder. Overgewicht bij jongeren is dan ook een belangrijk aandachtspunt in het Nationaal Preventie Plan dat het ministerie van VWS binnenkort zal aanbieden aan de Tweede Kamer. Man kent auto beter dan zijn eigen lichaam Mannen kennen hun auto beter dan hun eigen lichaam. Dat blijkt uit een Brits onderzoek waarbij de kennis van 1.500 mannen over hun eigen lichaam werd onderzocht. Negen van de tien mannen bleken geen moeite te hebben met het aanwijzen van de oliepeilstok en de radiateur in de auto, maar slechts de helft van de mannen wist waar hun zaadleiders zitten. Eén op de twaalf ondervraagde mannen dacht zelfs dat de zaadleiders in hun oren zitten! 7 omslagartikel Knap samenspel van spieren, pezen, botten en gewrichten Altijd in beweging Een bewegingsapparaat? “Nooit van gehoord”, zult u misschien denken. Toch heeft u het. Het geheel van spieren, pezen, botten en gewrichten noemen we het bewegingsapparaat. Het is alles wat we nodig hebben om te bewegen en zelfs om stil te zitten. Hoe werkt dat? Hoe houden we het gezond? En wat kan er mis gaan? B ewegen is leven. Al lang voordat we geboren worden, zijn we in beweging. “Ik voel leven”, zegt de aanstaande moeder dan. En in onze eerste levensjaren mogen we naar hartenlust spartelen en rondrennen. Daarna leren we op school om stil te zitten en gaan we meestal te weinig bewegen. Maar zelfs om stil te zitten heb je je spieren en botten nodig. En ook als we stilzitten, is ons bewegingsapparaat voortdurend in beweging. Onze botten en spieren worden vernieuwd en aangepast. Zij verbranden voedingsstoffen en houden ons warm. Laten we eens kijken hoe het er allemaal uitziet. 8 Een groot deel kunnen we aan de buitenkant voelen. Neem bijvoorbeeld een arm. Die bestaat uit botten, spieren, pezen en gewrichten. Het bovenste bot, de bovenarm, zit met een gewricht vast aan de schouder. Over dat gewricht heen lopen spieren naar de rug en de borst en het schouderblad. Zij zorgen ervoor dat wij onze arm kunnen bewegen. De onderarm bestaat uit twee botten die om elkaar heen kunnen draaien. Daardoor kunnen we met onze hand een schroefbeweging maken. De pols en de hand bestaan uit heel veel kleinere botjes en botten. Daardoor kunnen handen heel veel bewegingen maken. Sommigen zelfs pianospelen. februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Megchelen Beeld Shutterstock Spieren De meeste spieren zetten kracht doordat ze vastzitten met pezen. Dat zijn stukken stug stevig bindweefsel die vastzitten aan het bot. De spier zelf is omgeven met een kapsel dat ook stug en stevig is. De binnenkant van een spier bestaat uit spiercellen. Daarin liggen de spiervezels naast elkaar. Een spiercel kan samentrekken doordat deze vezels zich aan elkaar vastgrijpen en korter worden. De spiercel verbrandt daarbij energie. Spiercellen trekken zich alleen samen als ze daarvoor de opdracht krijgen. Dat signaal komt van een zenuw. Wanneer een spier in rust is, zijn de meeste spiercellen ontspannen. Toch is er altijd wel een beetje spanning in de spier. Sommige spiercellen krijgen dus toch de opdracht om samen te trekken. Alleen in diepe slaap of onder narcose is een spier echt helemaal slap. Onze spieren bestaan uit verschillende soorten spiercellen (spiervezels). Rode spiercellen zijn rijk aan myoglobine. Dat is een roodgekleurde stof die zuurstof kan vasthouden. Zij krijgen voortdurend zuurstof aangeleverd vanuit het bloed. De rode spiercellen zijn gemaakt voor langdurige lichte inspanning. Ze kunnen niet veel kracht zetten, maar houden dat lang vol. Ook rood vlees van dieren bestaat uit dit soort spiervezels. Het andere type spiervezels is precies tegenovergesteld. Het is gemaakt om snel veel kracht te leveren. Maar deze vezels zijn ook snel uitgeput. Zij zijn vaak lichter van kleur. Zij hebben een truc om energie te maken zonder zuurstof. Het is een soort verbranding waarbij melkzuur vrijkomt. Daardoor kunnen ze snel veel energie leveren. Maar door de melkzuur raken ze ook snel uitgeput. Melkzuur zorgt voor spierpijn. Overigens zijn het ook deze snelle spiervezels die je het makkelijkste kunt trainen. Bodybuilders hebben veel van deze spiervezels. Botten Je zou het niet zo zeggen, maar bot is voortdurend in beweging. Het wordt opgebouwd en weer afgebroken. In ieder bot zijn twee soorten cellen actief. De gewone botcellen maken bot aan. Ze produceren de stevige vezels die samen met kalk zorgen dat het bot tegelijkertijd hard en flexibel is. Tegelijkertijd zijn er cellen die bot afbreken. Dat lijkt misschien raar. Tenslotte breken wij ook geen muren af om ze tegelijk weer op te bouwen. Maar in ons lichaam werkt het wel LIJFMAGAZINE • februari 2013 zo. Dat heeft het voordeel dat het bot zich makkelijk kan aanpassen. Als je veel sport, worden je botten sterker. Veel botten, bijvoorbeeld de bovenarm en het bovenbeen zijn vooral aan de buitenkant sterk. Het is een soort buis of pijp van hard bot. Men noemt het daarom wel pijpbeenderen. Aan de binnenkant zit losser weefsel en vet. Daar lopen ook de bloedvaten die de botcellen voeden en van zuurstof voorzien. Er zijn ook platte beenderen, zoals de heupbeenderen, het borstbeen en de wervels. Die bevatten van binnen het beenmerg dat onze bloedcellen maakt. Gewrichten Om te bewegen hebben we gewrichten nodig. Zij zorgen dat onze botten langs elkaar kunnen bewegen. In het gewricht zijn de botten vaak bedekt met een laagje kraakbeen. Het is dat witte taaie spul op de kop van een bot dat we wel kennen van de poelier en de slager. Gezond kraakbeen is prachtig glad en zorgt voor een soepele beweging. Het bestaat grotendeels uit sterke vezels (collageen). Die worden gemaakt door de kraakbeencellen. Het gewricht is omgeven door een stug jasje, het gewrichtskapsel. In het gewricht bevindt zich een klein beetje vloeistof dat zorgt dat alles soepel beweegt. Als een soort smeerolie. In welke richting een gewricht kan bewegen, hangt af van de vorm van de botten. Onze schouders kunnen alle kanten op, maar onze pols kan alleen naar boven en naar beneden bewegen. Ook de gewrichten in onze vingerkootjes zijn simpele scharnieren. Overigens zijn niet alle gewrichten ook echt bewegelijk. Onderin onze rug zit een bot dat het heiligbeen heet. Als je je hand op je stuitje legt, bedek je het ongeveer. Het zit vast aan de botten van de heup, de zogeheten darmbeenderen. Waar heiligbeen en darmbeen elkaar raken zit een star gewricht, dat het SIgewricht genoemd wordt. Daar merk je meestal niets van. Bij sommige mensen ontstaat in dat gewricht rugpijn. In beweging Spieren, botten, gewrichten - meestal werken ze lekker samen om ons van A naar B te brengen. De bloedvaten zorgen voor de aanvoer van zuurstof en de afvoer van afvalstoffen. De signalen uit hersenen en ruggenmerg gaan via de zenuwen naar de spieren om ze te vertellen wat ze moeten doen. Dag in, dag uit. Maar het gaat natuurlijk niet altijd goed. Gedeeltelijk is dat onze eigen schuld. Ons lichaam is ontstaan in een tijd dat we veel moesten bewegen. Daar zijn onze spieren, botten en gewrichten dan ook voor gemaakt. Maar in onze tijd zitten we veel stil. Vaak ook nog eens in een slechte houding op een stoel die ons niet goed ondersteunt. We zijn ook niet echt gemaakt om zware lasten te tillen. Of om als stratenmaker te werken. Het is dus geen wonder dat rugklachten, nekpijn en hoofdpijn heel veel voorkomen. Veel van die klachten zijn te voorkomen door wat verstandiger met je lichaam om te gaan. Daarvoor hoeven we echt niet allemaal op yoga. Het helpt al om wat vaker even een eindje te lopen, je uittrekken, wat oefeningen doen. Een paar keer per week sporten of wandelen doet ook al wonderen. Het belangrijkste is dat je het regelmatig doet. Ons bewegingsapparaat is immers gemaakt om te bewegen. • 9 omslagartikel Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum we het daarom liever niet. Het is dan beter om het enkelgewricht vast te zetten. Dat lijkt naar, omdat je bewegelijkheid inlevert. Maar patiënten met een versleten enkel kunnen dat toch al bijna niet. En ze hebben veel pijn. Na de operatie is de pijn vaak weg. De meeste patiënten zeggen: dat had ik al jaren eerder moeten doen. De bekendste patiënt bij wie dit is gedaan is voetballer Marco van Basten. Die heeft jarenlang problemen gehad met zijn enkel. Nu kan hij zonder klachten bewegen.” Klompvoeten Weer bewegen zonder pijn en ongemakken De meeste kinderen worden gelukkig compleet en zonder problemen geboren. Maar soms blijkt er wel een probleem te zijn. Een voet die verkeerd staat bijvoorbeeld: een klompvoet. Die is gelukkig bijna altijd goed te behandelen. “H et vraagt veel van de ouders. Maar het lukt bijna altijd om de voet zo te krijgen dat het kind er op kan lopen en gewoon schoenen kan dragen”, zegt orthopedisch chirurg Femke Van Erp Taalman Kip. Zij is gespecialiseerd in het behandelen van kinderen en volwassenen met klachten van het bewegingsapparaat. “Het mooie van ons vak is dat we patiënten echt wat te bieden hebben. Ze komen bij ons binnen met pijn en stijve gewrichten. Zij slapen vaak slecht door de pijn. En ze hebben moeite om de gewone dingen te doen. Bij iemand langs gaan of een boodschap doen is al een probleem. En vaak kunnen wij daar wat aan doen. Daar is soms wel een operatie voor nodig.” De orthopedisch chirurgen van het HagaZiekenhuis werken vooral op de locatie Sportlaan. Zij hebben de taken onderling verdeeld. Zo behandelt Van Erp Taalman Kip bij volwassen patiënten vooral klachten aan de enkels en voeten. “Als er een teen 10 scheef staat, geeft dat veel ongemak. Schoenen passen niet goed, lopen doet pijn. Zoiets is vaak met een operatie op te lossen”. Artrose Een veel voorkomend probleem in gewrichten is artrose. Dat betekent dat het kraakbeen in het gewricht versleten is. Het gewricht beweegt daardoor niet soepel. Dat doet pijn bij het bewegen. En het gewricht is vaak stijf. Bij artrose van de knie of de heup wordt vaak een kunstgewricht ingebracht. De orthopedisch chirurgen van het geven elk jaar ongeveer 750 patiënten een kunstheup en 425 patiënten een kunstknie. Ook in de enkel en in de voet komt artrose voor. “Je kunt ook een kunstgewricht in de enkel inbrengen. We doen dat soms ook wel. Maar er is nog minder ervaring mee. En het kunstgewricht gaat na een aantal jaren vaak kapot omdat zo’n prothese nog niet zo doorontwikkeld is als bijvoorbeeld een nieuwe heup of knie. Zeker bij jonge patiënten doen Van Erp Taalman Kip werkt ook in het Juliana Kinderziekenhuis. Samen met haar collega Hubert Oostenbroek behandelt zij kinderen met afwijkingen aan het bewegingsapparaat. “We zien veel verschillende kinderen. Soms is het vooral een kwestie van de ouders geruststellen. Zo is het heel normaal als jonge kinderen O-benen hebben. Maar er zijn ook kinderen met wie echt wat aan de hand is. Een heup die niet goed is ontwikkeld. Of een scheve stand van de rug. Of kinderen met zeldzame ziekten van de botten, waardoor zij deze makkelijk breken. Ik behandel zelf ook kinderen met klompvoeten, dat zijn er ongeveer twintig per jaar”. Oude behandelmethode Een klompvoet is een afwijking die direct na de geboorte al duidelijk te zien is. De voet van de baby staat scheef, een beetje zoals een golfclub. In het Engels heet het dan ook ‘club foot’. Klompvoeten komen vaker voor bij jongens. De afwijking moet behandeld worden. Anders kan het kind niet goed lopen. Er bestaat een uitstekende behandelmethode. Die is vijftig jaar geleden ontwikkeld door de Amerikaanse orthopedisch chirurg Ignazio Ponseti. Bij deze aanpak worden de voetjes met een gipsverband langzamerhand in de goede richting geduwd. Na een aantal weken tot maanden is dan een kleine operatie aan de achillespees nodig. Dat kan onder plaatselijke verdoving. Het kind kan daarna goed leren lopen. Wel moet het enkele jaren ‘s nachts nog spalken dragen. Van Erp Taalman Kip: “Het is een heel effectieve methode. Veel beter dan hoe we het vroeger deden. Het is bizar dat het zolang geduurd heeft voordat de Ponsetimethode werd toegepast.” • Meer informatie over klompvoetjes op www. klompvoet.nl februari 2013 • LIJFMAGAZINE Zwangerschap Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum Investeren in borstvoeding Borstvoeding is het vanzelfsprekende vervolg op zwangerschap en geboorte. Toch voelen bijna alle moeders die een eerste kind krijgen zich onzeker en hebben ze veel vragen. Het HagaZiekenhuis heeft twee lactatiekundigen: deskundigen op het gebied van borstvoeding. H anna Zuidema is sinds 2005 lactatiekundige in het HagaZiekenhuis. Zij weet als geen ander hoe belangrijk goede informatie over borstvoeding is. “Wanneer zie je tegenwoordig nog een vrouw die haar kind voedt? We hebben niet meer zulke grote gezinnen en we leven meer op onszelf. Vroeger had je altijd wel een vrouwelijk familielid bij wie je te rade kon gaan.” Vrouwen denken vaak dat een natuurlijk proces als borstvoeding meteen na de bevalling vanzelf op gang komt. Maar dat is niet altijd zo. Zuidema: “Hoe vaker je de baby laat drinken, ook al is het maar een klein beetje, hoe sneller de melkproductie op gang komt. Het is als het welbekende principe: hoe meer vraag des te groter het aanbod.” Zorgen dat de baby onvoldoende melk binnenkrijgt, zijn niet meteen nodig. “Het maagje van een pasgeborene heeft de afmetingen van een knikker.” Huid-op-huidcontact In het HagaZiekenhuis wordt de baby vaak al direct na de bevalling op de buik van de moeder gelegd, lekker toegedekt met een warme doek. Zo kunnen moeder en baby samen bijkomen van de bevalling. Huidop-huidcontact heeft een goede invloed op de borstvoeding, het brengt de voeding op gang. Het moederlichaam is de ideale warmtebron en het contact op de blote huid versterkt de band tussen moeder en baby. Voedingssignalen In borstvoeding moet je investeren door een goede voorbereiding, benadrukt Zuidema. “Dan laat je je in ieder geval niet verrassen door het feit dat een baby 8 tot 12 keer in de 24 uur aan de borst gaat, dus elke 2 à 3 uur. Een hele verandering!” In het HagaZiekenhuis ligt de baby vlak bij de moeder. “Zo leren moeders al snel de voedingssignalen van hun baby te herken- Borstvoeding is goed voor baby en moeder • Borstvoeding bevat antistoffen die de baby beschermen tegen bijvoorbeeld oorontsteking en eczeem. • De samenstelling van de voeding past zich vanzelf aan aan de groei van de baby en is licht verteerbaar. • De voeding is altijd onder handbereik, hygiënisch en op de juiste temperatuur. • De baby heeft later in zijn leven minder kans op overgewicht, diabetes en harten vaatziekten. • Het geven van borstvoeding bevordert de hechting en het contact tussen moeder en kind. • Door borstvoeding herstelt de baarmoeder zich sneller na de bevalling. • Een vrouw die borstvoeding geeft loopt op latere leeftijd minder risico van borstof eierstokkanker en/of botontkalking. Het HagaZiekenhuis is als eerste ziekenhuis in de regio in het bezit van het WHO/ Unicef borstvoedingscertificaat. Het is een bevestiging dat het ziekenhuis een borstvoedings­vriendelijke organisatie is die hoge kwaliteit van zorg biedt aan moeder en kind. nen. Als een baby bijvoorbeeld op z’n duimpje of handje gaat sabbelen of gaat liggen smakken, dan weet je dat hij wil eten en kun je hem aan de borst leggen.” Borst- of flesvoeding? Dat is een keuze die iedere vrouw zelf maakt. In het HagaZiekenhuis start ongeveer 80 procent van de moeders met borstvoeding. Het merendeel houdt het geen half jaar vol, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie graag ziet. Hoofdoorzaak is onzekerheid of de baby wel voldoende melk binnenkrijgt. “Een fles heeft maatstreepjes. Bij borstvoeding moet je erop vertrouwen dat je eigen lichaam voldoende voeding produceert.” • LIJFMAGAZINE • februari 2013 11 ACUTE ZORG HagaZiekenhuis heeft een gloednieuw Spoedplein De juiste zorg voor elke spoedpatiënt Het nieuwe Spoedplein van het HagaZiekenhuis aan de Leyweg ziet er prettig uit. Gloednieuw, overzichtelijk, geruststellend. Maar niet alleen de inrichting is nieuw. Ook de manier van werken. Huisartsen, specialisten en apothekers werken hier samen. Zodat elke spoedpatiënt in de regio Haaglanden de juiste zorg krijgt. H et kan elk moment gebeuren dat je ineens medische hulp nodig hebt. Er gebeurt een ongeluk in huis of op straat. Het doet plotseling pijn in je borst. Een ziekte wordt ineens zo erg dat je het niet meer vertrouwt. Dan bel je natuurlijk eerst je eigen huisarts. Die kent je immers het beste. Maar wat als je daar het antwoordapparaat krijgt? Of de assistente zegt dat de dokter visites aan het rijden is? Als je dan toch met spoed hulp nodig hebt, ben je welkom op het Spoedplein van het 12 HagaZiekenhuis aan de Leyweg. De ingang van het Spoedplein zit aan de achterkant van het ziekenhuis. Daar is ruim parkeergelegenheid en een wachtkamer die heel wat drukte aankan. Je meldt je bij de receptie en even later komt er een ervaren verpleegkundige. Hij of zij kan snel zien wat voor soort hulp nodig is en hoeveel haast er is. De ene patiënt gaat dan naar de huisartsenpost. Daar is vierentwintig uur per dag een huisarts, dus ook tijdens kantooruren. Als er ziekenhuiszorg nodig is, gaat de patiënt naar de Spoedeisende hulp. Wie met de ambulance binnenkomt, belandt direct op de Spoedeisende hulp. Kortom, voor elke patiënt is er passende hulp. Grote veranderingen “Ons Spoedplein is uniek voor Nederland, zegt medisch manager Hub van der februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum Meulen. “Het bijzondere is dat er hier vierentwintig uur per dag dezelfde hulp is. De huisartsenpost is hier continu bemand. En straks is ook de apotheek voortdurend open. Als er medicijnen nodig zijn, kun je die dus gelijk meenemen”. Artze Prins, de manager van de acute afdelingen van het HagaZiekenhuis, is trots op het nieuwe Spoedplein. “Bij ons in het HagaZiekenhuis staat de patiënt centraal. Hier kunnen we dat nog beter waarmaken. Je weet als patiënt snel waar je aan toe bent en je wordt zo snel mogelijk geholpen. Als er iets ernstigs is, krijg je direct de beste zorg. En als je even moet wachten, kom je in onze lounge. Ik vind dat die er mooi uitziet. Patiënten kunnen hier rustig even zitten met een boekje of het Lijfmagazine. Dankzij giften van de Stichting DenHaag-Texel hebben we mooie meubels en Ipads waarop je spelletjes kunt doen. Er is draadloos internet voor je eigen mobiele telefoon of tabletcomputer. We hebben zelfs een mooi ingerichte tuin als je even frisse lucht wilt”. “Je weet als patiënt snel waar je aan toe bent en je wordt zo snel mogelijk geholpen” Het nieuwe Spoedplein past bij alle grote veranderingen in het HagaZiekenhuis. Er wordt flink gebouwd en vernieuwd. En dat is ook een goede gelegenheid om de dingen beter te organiseren. Vroeger was er wel een huisartsenpost aan de Leyweg. Maar die stond los van de Spoedeisende hulp van het ziekenhuis. De patiënt moest zelf maar kiezen waar hij heen ging. Bovendien was de huisartsenpost alleen in de avonden, nachten en weekenden open. Je moest toen ook eerst een telefonische afspraak maken. Van der Meulen: “Het komt natuurlijk ook overdag voor dat je bij je eigen huisarts niet terecht kunt. Mensen gaan dan vaak naar een spoedeisende hulp afdeling van een ziekenhuis. Dat kost een hoop geld en tijd. En het is meestal niet nodig. De minister wil daar zelfs een soort boete voor heffen. Wij zeggen: probeer het altijd eerst bij je eigen huisarts. Maar lukt dat niet, kom dan gewoon naar ons dan wordt hier gekeken welke hulp je nodig hebt. De huisarts is er LIJFMAGAZINE • februari 2013 ook altijd, ook doordeweeks overdag. De zorgverzekeraars vinden het een erg goed idee. Zij hebben beloofd ons te steunen en geen boetes op te leggen als mensen naar ons Spoedplein komen”. Opname Veel mensen kunnen na behandeling op het Spoedplein weer naar huis. Met een gipsverband om een arm of been, of met de juiste medicijnen. Maar soms moet iemand wat langer blijven voor een behandeling. Of er moet nog onderzoek worden gedaan om erachter te komen wat er precies aan de hand is. Het HagaZiekenhuis heeft daarvoor een speciale afdeling. De Acute Opname en Diagnostiek Afdeling (AODA) zit dicht bij het Spoedplein. Patiënten kunnen makkelijk naar de AODA worden vervoerd. Zij blijven dus niet te lang niet op de spoedeisende hulp afdeling. Op de AODA is het rustiger. En zo’n ‘tussenstation’ is ook prettig voor de andere verpleegafdelingen. Vroeger was het nog wel eens nodig om midden in de nacht de patiënt op te nemen. Dat gaf een hoop onrust. Nu is dat dus niet meer nodig. Als iemand echt opgenomen moet worden op een verpleegafdeling van het HagaZiekenhuis, kan dat in alle rust de volgende ochtend. Nieuw beroep De nieuwe werkwijze op het Spoedplein betekent dat er ook een nieuw beroep is gekomen: de triageverpleegkundige [spreek uit: triaasje verpleegkundige]. Prins: “Triage betekent dat je kijkt welke zorg iemand nodig heeft. De triageverpleegkundige is iemand met veel ervaring op het gebied van de spoedeisende hulp. Iemand die snel ziet welke patiënt met spoed naar de behandelkamer moet. Iemand die ook goed kan kijken welke patiënt beter naar de huisartsenpost kan”. Van der Meulen: “We hebben met elkaar richtlijnen vastgesteld. Daar staat in welk soort patiënt waarheen moet. Maar uiteindelijk is het ook een kwestie van ervaring. Iemand met genoeg routine kan gewoon zien: hé jij moet toch even naar de specialist. Wij hebben ervoor gekozen om daar speciaal iemand voor aan te stellen. Dat kost geld. We moeten in de toekomst kijken of we zo willen blijven werken. Maar voorlopig bevalt het heel goed. Elke maand bespreken we hoe het gegaan is. Zijn er mensen bij de specialist gekomen die toch beter door de huisarts behandeld kunnen worden? Zo leren we van alle beslissingen en wordt het systeem steeds beter.” >>> 13 ACUTE ZORG Spoed? Alle volwassenen naar Leyweg, kinderen naar Sportlaan Voor patiënten en medewerkers betekent de triage dat er ook meer rust is. Vroeger werden patiënten nog wel eens ongeduldig als het wat langer duurde. Dat kon zelfs tot agressie leiden. Van der Meulen: “Als mensen op een spoedeisende hulp agressief worden, is dat bijna altijd angst. Ze zijn bang dat er iets mis is en dan worden ze boos dat ze niet goed geholpen worden. Nu is er al aandacht geweest, er heeft een deskundig iemand gekeken. Dat neemt al veel angst weg en daardoor zie je minder agressie. Dat is natuurlijk voor iedereen prettiger. Voor de andere patiënten in de wachtkamer en voor ons en onze collega’s.” Verschillende patiënten Van der Meulen en Prins zitten heel rustig te praten. Ook als Prins de afdeling laat zien, heerst er een rustige sfeer. Maar natuurlijk is het vaak doorwerken op een spoedeisende hulpafdeling. Als er bijvoorbeeld in de buurt een groot ongeluk plaatsvindt. Zwaargewonde patiënten worden dan in de 14 ambulance of met ondersteuning van de helikopter naar het Spoedplein vervoerd. Elke seconde kan dan tellen. Soms moet eerst nog worden gekeken wat er met iemand aan de hand is. Gelukkig is de supersnelle CT-scanner van het Radiologisch Centrum vlakbij. Daarmee kun je elk deel van het lichaam driedimensionaal van binnen bekijken. Prins: “Onze afdeling is zo ingericht dat andere patiënten er weinig van zullen merken als er zwaargewonden binnenkomen. Als je zelf naar het Spoedplein moet, is dat vaak als stress genoeg.” Hij laat de verschillende ruimtes zien. Sommige zijn gewoon rustige patiëntenkamers. Andere lijken nog het meest op een kleine operatiekamer. Er zijn kamers vol röntgenapparaten en er is een centrale post van waaruit je goed overzicht hebt over de hele afdeling. Een beetje achteraf is een speciale ruimte waar familieleden afscheid kunnen nemen van een overleden patiënt. “Het is natuurlijk al heel droevig als iemand komt te overlijden. Het nieuwe Spoedplein aan de Leyweg vervangt de oude spoedeisende hulp afdeling aan de voorkant van de locatie Leyweg. Tegelijkertijd wordt ook de afdeling spoedeisende hulp voor volwassenen op de Sportlaan (het voormalige Rode Kruis Ziekenhuis) gesloten. Volwassenen die snel een dokter nodig hebben, moeten dus naar de Leyweg. De spoedeisende hulp voor kinderen blijft voorlopig gevestigd op de Sportlaan, bij het Juliana Kinderziekenhuis. Daar staan kinderartsen, kinderchirurgen en andere specialisten klaar voor elk kind dat snel medische hulp nodig heeft. Het is de grootste afdeling spoedeisende hulp speciaal voor kinderen in Nederland. Jaarlijks worden hier 18.000 kinderen onderzocht en zo nodig behandeld. In het nieuwe Spoedplein is wel al ruimte ingericht voor de kinderen. Die ruimtes staan nu nog leeg. Binnenkort start de bouw van het nieuwe Juliana kinderziekenhuis op de Leyweg. Zodra dat klaar is, komt ook de afdeling spoedeisende hulp voor kinderen naar het Spoedplein. Dat is in het voorjaar van 2015. Als je dan ook nog niet eens rustig afscheid kunt nemen, is dat extra belastend en ellendig. We zijn daarom blij dat we dit zo hebben kunnen inrichten”, zegt Prins. De nieuwe ruimte bieden ook betere mogelijkheden voor het onderzoeken van patiënten. Van der Meulen noemt als voorbeeld de nieuwe Eerste Harthulp: “Hier wordt direct bepaald hoe ernstig de klachten zijn. Als alles in orde is mag je meteen naar huis. Soms moet je worden opgenomen of is direct een acute dotterbehandeling nodig. Een bezoekje aan de huisartsenpost en de apotheek sluit de rondleiding af. Het is nog maar het eind van de ochtend, erg druk is het nog niet. Maar het is duidelijk dat iedereen klaar staat. Want spoed laat zich nu eenmaal niet plannen. • februari 2013 • LIJFMAGAZINE cultuur Tekst Bernadette Schoemaker Beeld PR Grote ontdekkingen in kleine Haagse musea Het kunnen pareltjes zijn, exposities in de kleine musea. Je zou ze bijna vergeten door alle aandacht voor het grote werk. Ten onrechte, want Den Haag heeft er veel, en de kleine Haagse musea zijn leuk. Lekker warm ook, op winterse dagen. S tel je voor dat je rustig over het Lange Voorhout wandelt en opeens een mooie jonge vrouw ziet langskomen, in galop. Zoiets kan toch niet? In 1850 kon dat. De vrouw die toen op haar paard over de mooiste laan van Den Haag draafde, was echt. Ze heette Alexine Tinne, dochter van een van de rijkste families in Holland. Ze woonde daar op nr. 32, nu het pand van de bankier Van Lanschot. In dat schitterende huis wilde Alexine niet gaan zitten bordu- LIJFMAGAZINE • februari 2013 ren. Nee, zij wilde eruit, en schilderen en fotograferen. Dat kon ze ook allemaal. Naar het buitenland wilde Alexine ook. Zo ging ze naar Frankrijk, en vooral naar Afrika. Ze moest en zou de oorsprong van de Nijl zien. Geen globaliste met backpakking, maar een dame met slaven, die ze in dienst nam uit een soort van barmhartigheid. Die “crew” droegen haar spullen en begeleidde haar. Avonturieren kostte Alexine uiteindelijk haar leven, maar ze had het niet willen missen. Althans, dat schreef ze in de laatste brief aan haar broer in Holland. Ze is “bruut” vermoord, doet het verhaal, door Toearegs. Ze werd 34 jaar. Het verhaal over deze bijzondere vrouw wordt verteld in vier zalen in het Haags Historisch Museum. Daar is van alles te zien: haar amazonejurk, veel zelfgemaakte foto’s, haar aquarellen, haar brieven, woestijnoutfit en nog veel meer. De tentoonstelling Alexine Tinne, Afrikaanse avonturen van een Haagse dame is nog heel even te zien: tot en met 17 februari 2013. >>> Foto boven: Gezicht op Delft van Vermeer. Het is een van de topstukken van het Mauritshuis die tot medio 2014 zijn te zien in het Gemeentemuseum. 15 cultuur De Spinazieacademie Museum Meermanno Huis van het boek Op de tweede etage van het Haags Historisch Museum wordt tegelijkertijd een andere wereld gepresenteerd uit ongeveer dezelfde tijd. Het was immers ook de tijd van de huishoudsters. Van de vrouwen in hun witte schorten, die hard werkten en in de souterrains van herenhuizen zaten te wachten op het belletje van de heer of mevrouw des huizes. Wellicht hadden sommigen van hen het vak op school geleerd. 125 jaar geleden werd huishouden namelijk een vak dat je op school kon leren. Deze opleiding was toen een Haagse primeur. Deze “Spinazieacademie” bestaat niet meer. Nog even gaan kijken hoe het daar (ook alweer) was, kan nog wel, tot 24 februari. 125 jaar huishoudonderwijs in Den Haag. Haags Historisch Museum, Korte Vijverberg 7, Den Haag Een van de panden op de Prinsessegracht viel onlangs extra op. Vanuit het raam van de bovenverdieping waren héél veel boeken op straat gedonderd. Ja, echt. Een vloedgolf van boeken. Niet van plastic, of gips, maar van heus papier. De Spaanse Alicia Martín bedacht het. Het bleek een kunstwerk, getiteld Biografías. Het was één van de vele werken van de tentoonstelling Papier Biënnale in Museum Meermanno, die over twee jaar wordt herhaald. Meermanno/Huis van het boek, Prinsessegracht 30, Den Haag Museum Rijswijk, Herenstraat 67, Rijswijk foto Frank Jansen Foto Museum Den Haag Voor wie geen zin heeft in Haagse historie, is er ook eigentijds werk in de kleinere musea. Neem het Foto Museum, in het gebouw van het GEM, naast het Gemeentemuseum. Daar hangt vanaf 20 januari de foto van de fotograaf die dit jaar is uitverkoren voor de Zilveren Camera, de prijs voor fotojournalisten. En de winnaar van de Canon Prijs voor vernieuwende fotojournalistiek hangt er dan ook. Fotomuseum Den Haag, Stadhouderslaan 43, Den Haag De Mesdag Collectie Het unieke uitzicht op zee, duin, Scheveningen en Den Haag in de verte - het schilderij in de rondte - hoeft niet meer beschreven. Wie kent nou niet die beroemde optische illusie in de Zeestraat? Minder bekend dan Panorama Mesdag is De Mesdag Collectie, in het nauwe deel van de Laan van Meerdervoort. Ooit woonde daar de schilder van Panorama Mesdag. Samen met zijn vrouw Sientje bouwde Hendrik Willem Mesdag daar in de 19e eeuw een eigen collectie op. Dat waren vooral schilderijen, waaronder ook werk van schilders van de Haagse School, de stroming in de kunst waartoe Mesdag zelf behoorde. Zo hangen er twee prachtige kalfjes van Willem Maris, en de Ezelsstandplaats op Scheveningen van Anton Mauve. De Mesdag Collectie, Laan van Meerdervoort 7f, Den Haag 16 foto Marleen Sleeuwits februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Bernadette Schoemaker Beeld PR Jenever- en likeurmuseum Van Kleef Bij straffe wind, ijzel en sneeuw kan een versterkertje geen kwaad. Een goede borrel (jenever, korewijn), advocaatje, Calvados, likeur (Oranjebitter, Bruidstranen), Haagse whisky laat je bloed weer stromen. In het Jenever- en likeurmuseum Van Kleef, in het hart van Den Haag, aan de Lange Beestenmarkt zijn deze hartverwarmers. In 1842 nam Lambertus Theodorus van Kleef daar de fabriek in likeuren en bitterextracten over. Hij maakte toen drank, maar ook eau de cologne en alcohol voor schilders en apothekers. In dit kleine museumpje is te zien hoe. Voor deze Haagse borrels is de basis nog steeds het recept van Lambertus. In de winkel ernaast zijn ze te koop (behalve op zondag). Jenever- en likeurmuseum Van Kleef, Lange Beestenmarkt 109, Den Haag Kleine man met hoed en wandelstok Kent u de kleine man in brons met hoed en wandelstok op het Lange Voorhout al? “Zoo ik íets ben, ben ik een Hagenaar” zei Louis Couperus ooit. Deze woorden staan bij zijn beeld gebeiteld. Wie deze Nederlandse schrijver uit diezelfde 19e eeuw beter wil leren kennen, zou De kleine zielen, of Eline Vere kunnen gaan lezen, maar ook het piepkleine museum kunnen gaan bezoeken dat aan hem is gewijd. Een beetje een stijf en heilig, dat woord gewijd, maar daar komt het wel op neer in dit kleine museumpje. Het is er grappig, een beetje “stoffig”, intiem, donker, een beetje Indisch ook. Echt van toen nog, en toch ook weer niet. Hier is ook het boekje De literaire wandeling door het Den Haag van Couperus te koop. Louis Couperus Museum, Javastraat 17, Den Haag Meer kleine musea GEM Gem Museum Voor Actuele Kunst toont (internationale) eigentijds werk in veel vormen: (video)installaties, schilder- en beeldhouwkunst, film, fotografie, tekeningen. Stadhouderslaan 43, Den Haag Muzee Scheveningen Naast cultuurhistorie over de visserij in het voormalige vissersdorp Scheveningen toont dit museum een bijzondere schelpencollectie en andere “parels” uit zee. Neptunusstraat 90-92, Den Haag. Humanity House In het Humanity House onderga je zelf hoe het is om te moeten leven (overleven) in conflictgebieden en rampgebieden. Prinsegracht 8, Den Haag. Museum De gevangenpoort In deze gevangenis uit de Middeleeuwen zaten veel beroemde politieke gevangenen vast. Cornelis de Wit, bijvoorbeeld. Hij werd verdacht van de moord op prins Willem 3. Zijn broer Johan probeerde hem nog te bevrijden, maar “het volk” stak daar een stokje voor. Het lynchte de twee broers. Buitenhof 33, Den Haag. Galerij Prins Willem V Naast De gevangenpoort ligt de Galerij Prins Willem V. Dit is een huis vol schilderijen. Willem V zou in de 18e eeuw met deze privé-collectie hebben willen laten zien hoe erudiet hij was. Buitenhof 33, Den Haag. Huygensmuseum Hofwijck (Voorburg) In dit prachtige huis met bijzondere tuin in Voorburg moest je je in het Paradijs wanen. Zo had de dichter Constantijn Huygens het althans bedoeld toen hij in de 17e eeuw de tuin van dit buitenhuis voor de familie ontwierp. Op dit moment wordt het huis verbouwd. Vanaf april kunnen bezoekers daar weer terug in de sfeer van Huygens’ tijd. Westeinde 2-A , Voorburg. Museum Bredius Dit herenhuis uit de 18e eeuw toont de privé-collectie van de eerste kunsthistoricus in Nederland, Abraham Bredius. Het omvat grote en kleinere schilders uit de Gouden Eeuw, maar ook meubels, porselein, zilver en kristal uit Bredius tijd, de 19e eeuw. Lange Vijverberg 14, Den Haag. Escher in het Paleis Het voormalige winterpaleis van koningin-moeder Emma op het Lange Voorhout is, alweer jarenlang, museum. Het werk van kunstenaar Escher is daar te zien. Lange Voorhout 74, Den Haag. LIJFMAGAZINE • februari 2013 17 Ouderenzorg Waardevolle extra informatie voor een goede diagnose Op huisbezoek bij kwetsbare ouderen Voor oudere mensen die toch al kwetsbaar zijn, kan een bezoek aan het ziekenhuis tot zo veel stress leiden en zo overweldigend overkomen dat ze zichzelf niet meer zijn. Dat levert een vertekend beeld op van de werkelijke situatie. Soms lukt het artsen en verpleegkundigen dan niet om meteen een diagnose te stellen, want ze krijgen geen kijk op wat er precies aan de hand is met de patiënt. Dan kan een thuisbezoek waardevolle extra informatie opleveren. J an Kaffa, verpleegkundig consulent ouderengeneeskunde, springt van tijd tot tijd op z’n fiets om op huisbezoek te gaan bij een patiënt. Het begon als een experiment, maar na een jaar is het al zo’n succes dat het HagaZiekenhuis ermee doorgaat. Kaffa legt uit waarom: “Sommige 18 patiënten zijn zo onder de indruk van wat er allemaal om hen heen gebeurt op de polikliniek dat we geen goed beeld krijgen hoe het nu echt met de patiënt is. Dat is jammer, want hoe sneller we de diagnose stellen, des te eerder de hulp op gang kan komen.” Kaffa kwam samen met Frederiek van den Bos, internist ouderengeneeskunde, op het idee om mensen die eerst op de polikliniek zijn geweest in hun eigen omgeving te observeren. “Als stress patiënten parten speelt, presteren ze minder dan thuis in hun vertrouwde omgeving. Dat geeft een vertekend beeld van hun mogelijkheden”, februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Els van Thiel zegt Jan Kaffa. Ook het tegenovergestelde komt voor: “Patiënten die zich heel behoorlijk door de testen heen weten te slaan, maar die het thuis nauwelijks meer redden. Dat horen we dan ook van de mantelzorg. De korte tijd dat ze hier zijn, ongeveer anderhalf uur, lukt het ze om zich beter voor te doen dan ze eigenlijk zijn.” En soms, zegt Kaffa, is er ook het ‘niet-pluisgevoel’: op het oog lijkt er niets aan de hand, maar je gevoel zegt iets anders. Een huisbezoek geeft een realistisch beeld van de situatie. “Ik zie hoe het huis eruitziet en of iemand zichzelf nog goed verzorgt. Ik loop mee als mensen een kopje koffie gaan maken, ik vraag of ze de tv eens aan willen zetten. Dat kan heel onthullend zijn. Mensen voelen zich in hun eigen omgeving veilig en vertrouwd en laten daardoor meer van zichzelf zien. En dat levert heel vaak zinvolle informatie op.” Directe zorgverlening Mensen die het centrum ouderenzorg van het HagaZiekenhuis bezoeken, komen de eerste keer bij de geriater of de internist ouderen. Beiden werken samen met een verpleegkundig consulent. De arts en de verpleegkundige beginnen met een gesprek waarin ze proberen de problemen boven water te krijgen. Vaak praat de arts daarna door met de familie en doet de consulent wat lichamelijk onderzoek zoals een bloeddrukmeting. De consulent verricht ook een oriënterend neuropsychologisch onderzoek, dat wil zeggen dat hij kijkt naar bijvoorbeeld het geheugen en het oriëntatievermogen van de patiënt. Als dat allemaal achter de rug is, volgt een uitvoeriger lichamelijk onderzoek door een van de artsen. Meestal worden ook het bloed en de urine van de patiënt onderzocht. Soms is er een diepgaander onderzoek nodig door de neuropsycholoog. Ook kan er een hersenscan gemaakt worden om eventuele beschadigingen in de hersenen op te sporen. Al deze onderzoeken zijn bedoeld om problemen op vier gebieden in kaart te brengen: lichamelijk, geestelijk, sociaal en in het dagelijks functioneren. De patiënt zelf weet vaak niet zo goed waarom hij op de polikliniek is. In de eerste plaats levert het huisbezoek zo veel informatie op dat de diagnose beter en sneller gesteld kan worden. In de tweede plaats kunnen problemen meteen in de kern aangepakt worden op de plek waar ze LIJFMAGAZINE • februari 2013 Mensen voelen zich in hun eigen omgeving veilig en vertrouwd en laten daardoor meer van zichzelf zien zich voordoen. Deze heel directe manier van zorgverlening geeft Kaffa, een verpleegkundige met een groot hart voor zijn oudere patiënten, veel voldoening. “Een deel van onze patiënten ervaart veel moeilijkheden en spanningen thuis. Mensen kunnen die vaak zelf niet meer oplossen door problemen met het geheugen, het denken, door lichamelijke ongemakken of het ontbreken van kennis en hulp. Juist deze groep kwetsbare mensen is gebaat bij een snelle oplossing. Ik ben iemand die er helemaal induikt en het geeft me veel voldoening als ik iets kan doen voor ouderen die in onze maatschappij vaak tussen de wal en het schip vallen.” Vertrouwen winnen Soms stuit de verpleegkundig consulent op trieste situaties. “Op de polikliniek kwam een mevrouw met wat we ‘stemmingsstoornissen’ noemen, ze was intens verdrietig en kwam nergens meer toe. Al gauw bleek dat er thuis een onhoudbare situatie was ontstaan na het overlijden van haar enige kind en haar steun en toeverlaat. Mevrouw leidde met haar man een teruggetrokken leven, ze kwamen nauwelijks meer buiten. Er werd niet meer gekookt, ze leefden louter Beeld Studio Oostrum op brood. Mevrouw was in twee jaar tijd veel afgevallen. Het echtpaar verwaarloosde zichzelf en ook de woning was vervuild. De spanningen tussen beiden namen met de dag toe. Familie was er niet, vrienden en hulpverleners evenmin.” Kaffa nam rustig de tijd om naar het verhaal van de man en de vrouw te luisteren en om langzaamaan hun vertrouwen te winnen. Ze stonden open voor hulp, maar zagen ertegenop om veel mensen over de vloer te krijgen. Kaffa besprak de mogelijkheden voor hulp met het echtpaar en schakelde die stapje voor stapje in: thuiszorg voor het huishouden, de boodschappenbegeleidingsdienst, de maaltijdendienst, de taxibus voor het vervoer, fysiotherapie om het echtpaar weer in beweging te krijgen en ergotherapie voor aanpassingen in huis en voor hulpmiddelen. De woningbouwvereniging pakte de schimmel in huis aan en een buurman bleek bereid voortaan een oogje in het zeil te houden.” Intussen gaat het een stuk beter. “De extra aandacht die ze krijgen, doet onze patiënten goed.” Schakel Naast psychosociale ondersteuning, hulp bij alle mogelijke problemen en spanningen, geeft Kaffa ook veel praktische tips. En soms fungeert hij als schakel tussen de patiënt en andere zorgverleners zoals de huisarts en de fysiotherapeut. De ontwikkelingen gaan steeds sneller en de wereld wordt almaar ingewikkelder en dus ‘onherbergzamer’ voor ouderen, merkt Kaffa. “De maatschappij is meestal niet zo aardig voor kwetsbare oude mensen.” • 19 WETENSCHAP Kraanwater helpt prima bij kleine verwondingen Kraanwater helpt bij kleine huidverwondingen net zo goed als het veelgebruikte chloorhexidine. Dat blijkt uit een onderzoek van de afdeling Spoedeisende Hulp van het HagaZiekenhuis. Chloorhexidine wordt zowel door particulieren als in ziekenhuizen gebruikt bij het tegengaan van infecties van oppervlakkige wonden. Het wordt in de volksmond wel aangeduid als ‘witte jodium’ omdat het een niet-vlekkend alternatief is voor het bekende, ouderwetse joodtinctuur. De Haagse artsen Haag, Hoek, Van der Meulen en Sandel onderzochten op hun afdeling of er een duidelijk verschil optrad als je een eenvoudige huidverwonding behandelde met kraanwater of chloorhexidine. In het onderzoek ging het in totaal om een kleine 200 patiënten die zich bij de afdeling Spoedeisende Hulp meldden met kleine huidverwondingen die al dan niet gehecht moesten worden. De patiënten kwamen na een week weer terug op de afdeling voor een controlebezoek waarbij ook hechtingen werden verwijderd. De patiënten die ‘behandeld’ Jeuk is besmettelijk Wie iemand ziet krabben, kan zelf ook ineens jeuk krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van de John Moores University in Liverpool en de University of Manchester. De onderzoekers lieten dertig proefpersonen neutrale foto’s en foto’s van kriebelige dingen bekijken. Bijvoorbeeld beelden van insecten zoals mieren, maden, maar ook vlinders. Ook zagen ze foto’s van iemand die zich krabt of zijn handen wast, van huiduitslag en gezonde huid. Bij elke foto werd gevraagd of de deelnemers jeuk hadden. Bovendien registreerden de onderzoekers hoe vaak de proefpersonen zich krabden. ‘Kriebelige’ beelden bleken jeuk te veroorzaken bij de proefpersonen. Bij het zien van iets wat jeuk veroorzaakt, zoals een mier, voelden de proefpersonen al 20 wat kriebels. Met name iemand anders zien krabben, zorgde ervoor dat de deelnemers ook daadwerkelijk gingen krabben. De onderzoekers hopen met deze ontdekking de behandeling van mensen met chronische jeuk te kunnen verbeteren. waren met kraamwater en chloorhexidine lieten geen opmerkelijke verschillen zien als het ging om ontwikkelde wondinfecties. Kraanwater is dus een prima alternatief voor het duurdere chloorhexidine. Tekort Vitamine D verhoogt risico op hart- en vaatziekten Een tekort aan vitamine D verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Dat blijkt uit een onderzoek van de University of Copenhagen en Copenhagen University Hospital onder 10.000 Denen. Vitamine D-tekort wordt van oudsher in verband gebracht met een slechte gezondheid van de botten. Maar nu uit het Deense onderzoek blijkt dat een gebrek aan vitamine D ook gekoppeld is aan een duidelijk hoger risico op hart- en vaatziekten. De onderzoekers keken naar het verband tussen een laag niveau van vitamine D en ischemische hartziekten, aandoeningen van het hart die ontstaan als gevolg van vernauwingen van de kransslagaderen rond het hart. Zij ontdekten dat een vitamine D tekort het risico op ischemische hartziekte met 40 procent verhoogt en het risico op een hartaanval met 64 procent. Volgens onderzoeker dr. Peter BrøndumJacobsen is de zon de goedkoopste en makkelijkste manier om voldoende vitamine D binnen te krijgen. Volgens hem is er voldoende bewijs dat de zon goed is, maar hij benadrukt dat je verbranding moet zien te voorkomen. Verder zegt hij niet is bewezen dat vitamine D als voedingssupplement hart- en vaatziekten kan voorkomen. januari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Dam Beeld Shutterstock Wandelen zorgt voor langer leven Mensen die vijf kwartier per week wandelen, leven gemiddeld 1,8 jaar langer. Dat becijferen Amerikaanse wetenschappers van verschillende instituten uit het Amerikaanse Boston in het medische vaktijdschrift PLOS Medicine. ‘Kantoorknie’ door overgewicht Naast de tenniselleboog of de muisarm kampen steeds meer mensen met een zogenoemde kantoorknie. Dat blijkt uit een Brits onderzoek onder 1.600 mensen tussen de 16 en 65 jaar oud. Volgens het onderzoek lijdt 25 procent van de mensen in Groot-Brittannië aan kniepijn in de gewrichten. Dit komt door een toename van zittende beroepen, maar ook doordat steeds meer mensen overgewicht hebben. Orthopedisch chirurg en onderzoeker Ronan Banim verwacht dan ook dat het aantal mensen dat in Groot-Brittannië een nieuwe knie nodig heeft de komende jaren fors zal stijgen. De onderzoekers gebruikten voor hun onderzoek de gegevens van 650.000 vrijwilligers, die over een periode van tien jaar gevolgd waren. Dat sporten gezond is, is uiteraard allang bekend, maar de precieze levenswinst was nog nooit zo grootschalig onderzocht. Het bleek dat een klein beetje beweging al een grote invloed had op de levensverwachting. Door vijf kwartier per week te wandelen, wint een persoon gemiddeld al 1,8 levensjaren. Wordt de fysieke activiteit verhoogt tot 2,5 uur per week, een hoeveelheid die geadviseerd wordt door de Rijksoverheid, dan is de winst gemiddeld 3,4 jaar. De onderzoekers ontdekten dat het niet uitmaakt hoe slank of dik iemand is. De winst is bij elk gewicht vergelijkbaar. Ook geslacht of afkomst maakt geen verschil. Bier net zo gezond als wijn Vaak wordt gedacht dat rode wijn gezonder is dan bier, maar volgens onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel klopt dat niet. De wetenschappers ondervroegen 2.000 Belgische mannen over hun levensstijl. Er werd ze gevraagd naar hun alcohol- en voedselconsumptie en hun bewegingspatroon. Ook werd gekeken naar hun algemene gezondheidstoestand en naar factoren als opleiding en inkomen. Uit het onderzoek trokken de wetenschappers de conclusie dat dezelfde gezonde eigenschappen heeft als wijn, maar hebben wijndrinkers over het algemeen wel een gezondere levensstijl. De wetenschappers benadrukken dat bier en wijn alleen gezond zijn als het drinkgedrag gematigd is. Voor vrouwen is één glas per dag voldoende, mannen mogen tot twee glazen per dag gaan. Gezonde voeding verkleint risico’s hartpatiënten Keukenspons viezer dan toiletbril Eén van de smerigste voorwerpen in huis is de keukenspons. De spons blijkt zelfs 200.000 keer viezer dan een toiletbril. Dat blijkt uit onderzoek van professor Hugh Pennington van de Universiteit van Aberdeen in Schotland. Volgens deze microbioloog is de keuken één van de smerigste plekken in huis. Het onderzoek toont aan dat er zo’n vier miljoen bacteriën per vierkante centimeter op een spons aanwezig zijn. Ook vaatdoeken en snijplanken blijken meer bacteriën te bevatten dan de gemiddelde toiletbril. LIJFMAGAZINE • januari 2013 Een dieet rijk aan fruit, groenten en vis vermindert de kans op terugkerende hartaanvallen en beroertes met zo’n dertig procent. Dat blijkt uit een internationaaql onderzoek van The Population Health Research Institute (PHRI) in Canada. Onderzoekster Mahshid Dehghan bekeek met haar team de effecten van voeding op de gezondheidsresultaten voor mensen met hart- en vaatziekten. Aan het onderzoek namen in totaal meer dan 30.000 volwassenen uit 40 landen deel. De deelnemers aan het onderzoek waren gemiddeld 66 jaar oud en leden allen aan hart- en vaatziekten. Het onderzoek wijst uit dat de deelnemers met een dieet rijk aan vezels en weinig verzadigde vetten ongeveer 30 procent minder risico hebben op een hartaanval of een beroerte. 21 Gezondheid Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten onder de loep Microscopisch kleine vrienden én vijanden Bacteriën kunnen ons ziek maken. Maar zonder bacteriën is er ook geen leven. Wat zijn het? En wat zijn parasieten, virussen en schimmels? Wanneer zijn ze nuttig, wanneer gevaarlijk? De wereld bekeken door de microscoop van de deskundigen in het HagaZiekenhuis. D e Nederlander Antoni van Leeuwenhoek ontdekte als eerste de allerkleinste levende wezens. Met een zelfgemaakte microscoop keek hij ruim drie eeuwen geleden naar een druppel vies water. Daar krioelde het van de kleine ‘dierkens’. Het waren levende wezens die uit maar één cel bestaan: eencelligen. Bacteriën zijn de bekendste eencelligen. Als kind al leer je dat je je handen moet wassen voor het eten. Anders komen er bacteriën 22 in je eten. En die maken je ziek. Ook in reclames voor schoonmaakmiddelen is de boodschap duidelijk. Bacteriën moeten weg. Maar is het echt zo simpel? Eigenlijk niet. De meeste bacteriën zijn onschuldig. In onze darmen bijvoorbeeld wonen veel meer bacteriën dan er mensen op aarde zijn. Een deel van hen is zelfs nuttig. Zij produceren bijvoorbeeld vitamine K. Dat hebben we nodig om ons bloed gezond te houden. Nuttige eencelligen en schimmels Mensen maken al eeuwenlang gebruik van nuttige eencelligen. Gist bijvoorbeeld is eigenlijk een eencellig organisme. Het wordt al honderden jaren lang gebruikt om brood te bakken en om bier en wijn te maken. En verschillende soorten schimmels om kaas lekker te maken. Voor de productie van andere melkproducten zijn bacteriën nodig. Met kennis van het erfelijk materiaal DNA kun je bacteriën nog nuttiger konden maken. Dan kun je zorgen dat hij nuttige stoffen gaat produceren. Medicijnen bijvoorbeeld. Of stoffen die in de landbouw of de industrie gebruikt kunnen worden. Het allerbelangrijkste nut van eencelligen en schimmels is dat zij zorgen dat afval vergaat. Alles wordt afgebroken en de onderdelen komen weer vrij. februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum, Shutterstock Zo ontstaat uit plantenresten nuttige compost. Onmisbaar voor de kringloop van het leven. Grappig idee eigenlijk. De natuur kan ons mensen prima missen en bacteriën niet. “Als je onverstandig omgaat met antibiotica kunnen bacteriën resistent worden” Ziekteverwekkers We leren zeker niet voor niks onze handen te wassen. Infecties kunnen immers heel gevaarlijk zijn. Jaarlijks overlijden in Nederland duizend mannen en duizend vrouwen aan de gevolgen van een infectieziekte. Een infectieziekte is een ziekte die ontstaat door schadelijke bacteriën, virussen, schimmels of parasieten. Je noemt ze ook wel ziekteverwekkers. Als zij de kans krijgen om zich in ons lichaam te vermenigvuldigen, worden we ziek. Ons lichaam doet zijn best om de ziekteverwekker kapot te maken. Meestal merken we daar weinig van. Maar als er teveel ziekteverwekkers komen, neemt ons lichaam harde maatregelen zoals koorts. Veel ziekteverwekkers voelen zich minder lekker bij een hoge temperatuur. Koorts helpt dus om ze te overwinnen. Verder gaat alle energie naar het overwinnen van de infectie. Daarom zijn we moe en kunnen we niet veel doen. De meeste infecties gaan vanzelf over. Een verkoudheid, een griepje, een buikgriep - die horen er nu eenmaal bij. De boosdoener is meestal een virus, dat snel door het lichaam onschadelijk gemaakt wordt. De meeste mensen in Nederland zijn sterk genoeg om een infectie snel te overwinnen. Honger en ziekte kunnen iemand verzwakken. In arme landen overlijden veel mensen aan infecties die hier nauwelijks voorkomen. Patiënten met bijvoorbeeld kanker of hiv krijgen ook eerder een infectie. Sommige behandelingen verlagen je weerstand. Een stamceltransplantatie of een orgaantransplantatie bijvoorbeeld. Kinderen en oudere mensen kunnen ook kwetsbaarder zijn voor infecties. Zoeken naar de oorzaak Als iemand ziek wordt, wil de arts zo snel mogelijk weten wat voor infectie het is. In het HagaZiekenhuis is dat het werk van arts- microbioloog Erika van Elzakker en haar collega’s. “We zoeken op verschillende manieren naar de oorzaak van een infectie. Soms kun je de ziekteverwekker direct aantonen. Bacteriën kun je vaak kweken. We kunnen onderdelen herkennen, zoals eiwitten, DNA of RNA van een virus of bacterie. En we kunnen ook zien hoe het lichaam van de patiënt reageert. Tegen welke infecties maakt hij antistoffen? Veel van die bepalingen zijn geautomatiseerd. Maar sommige dingen blijven handwerk, zoals het kweken van bacteriën.” Van Elzakker en haar collega’s zijn artsen, Wie is de Mol? Van Elzakker is voorzitter van de Infectie Preventie Commissie. Daarin zitten mensen uit alle onderdelen van het HagaZiekenhuis. Zij maken afspraken over het voorkomen van infecties. Soms moet iedereen weer even gewezen worden op alle regels en afspraken. Dat gebeurt in het HagaZiekenhuis met het spel ‘Wie is de Mol?’. Van Elzakker: “We spelen dat op een speciale dag. Vijftig mensen uit het ziekenhuis zijn die dag ‘De Mol’. Zij doen iets dat tegen de regels van hygiëne is. Natuurlijk zonder dat de veiligheid van patiënten gevaar loopt. Iemand loopt bijvoorbeeld in zijn operatie kleding over de gang buiten de operatiekamer. Je kunt punten verdienen als je aan de juiste persoon vraagt: ben jij de Mol? Op die manier worden ook heel veel mensen aangesproken die niet de Mol zijn. Door dat spel is het ook de rest van het jaar gemakkelijker om elkaar aan te spreken op de hygiëne. En dat is belangrijk, want bacteriën gaan nog altijd via onze handen van de ene patiënt op de andere.” maar zij behandelen niet zelf patiënten. Dat blijft de taak van de arts op de polikliniek en op de verpleegafdeling. “Achter de schermen is er altijd veel overleg. Wij adviseren dan de arts die de patiënt behandelt. En soms vraagt de arts ons om iets aan de patiënt uit te leggen. Maar we hebben geen eigen polikliniek of verpleegafdeling.” Bijzondere ziekten Mensen maken al heel lang gebruik van schimmels om kaas te bereiden. LIJFMAGAZINE • februari 2013 Het microbiologisch laboratorium van het HagaZiekenhuis is op een aantal punten bijzonder. Van Elzakker: “Ons ziekenhuis is één van de centra voor de behandeling van taaislijmziekte, cystic fibrosis. Infecties zijn daar vaak het grootste probleem. Vaak gaat het om zeldzame ziekteverwekkers, die je niet snel herkent. We zijn heel nauw betrokken bij de zorg voor cystic fibrosis-patiënten.” Extra aandacht vragen ook de patiënten van de afdeling hematologie in het HagaZiekenhuis. Vooral de mensen met kanker van de bloedcellen (leukemie en lymfomen) zijn vaak kwetsbaar voor infecties. >>> 23 GEZONDHEID Van Elzakker: “Het bijzondere van ons ziekenhuis is dat patiënten hier soms een transplantatie met hun eigen stamcellen krijgen. Zij zijn dan wekenlang extra gevoelig voor infecties. Bij zulke extreem kwetsbare patiënten kunnen ziekteverwekkers de kop opsteken die normaal nauwelijks gevaarlijk zijn. Sommige schimmels bijvoorbeeld. Of virussen die mensen vaak jarenlang bij zich dragen zonder klachten. Snelle herkenning van de ziekteverwekker kan dan helpen om de juiste beslissing te nemen.” Kinderen Het HagaZiekenhuis is natuurlijk ook bijzonder vanwege het Juliana Kinderziekenhuis. Van Elzakker: “Bij kinderen zie je vaak weer andere infecties dan bij volwassenen. Kinderen hebben bijvoorbeeld vaker last van parasieten. Het is soms een hele uitdaging om die te vinden. Op verzoek van de kinderartsen hebben we een speciale techniek ingevoerd waarmee in andere ziekenhuizen meer parasieten gevonden werden. We vinden er nu ook meer. Het is leuk om zo met elkaar samen te werken, in het belang van zieke kinderen. We kijken ook vaak in het bloed van kinderen naar bepaalde virussen. Daar kunnen kinderen heel ziek van zijn. Dan worden ze opgenomen en krijgen ze antibiotica. Maar die werken niet bij een virus. Door ons onderzoek is er tenminste duidelijkheid. Je weet dan dat ziekte vanzelf overgaat. De patiënt heeft dus geen antibiotica nodig.”. Resistentie Als je onverstandig met antibiotica omgaat, wennen bacteriën eraan. Zij worden zoals dat heet resistent. In sommige landen is men helaas heel slordig met antibiotica. Daar komen bacteriën voor die bijna niet meer te bestrijden zijn. Ze zijn resistent tegen alle bekende antibiotica. Als een patiënt in zo’n land geweest is, kan hij niet zomaar worden opgenomen. Dan moet eerst worden gekeken of hij geen resistente bacteriën bij zich draagt. Van Elzakker: “Vroeger duurde dat een aantal dagen. Dat was bijna niet te doen. Nu weten we in ruim een uur of iemand de resistente MRSAbacterie bij zich heeft. Als dat zo is, wordt hij geïsoleerd verpleegd. De kamer moet dicht en iedereen die bij hem in de buurt komt moet beschermende kleding dragen. Ook een andere resistente bacterie, de 24 Verschillende soorten ziekteverwekkers Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten die mensen ziek kunnen maken, noemen we ook wel ziekteverwekkers. Bacteriën zijn eencelligen. Ze kunnen bijna altijd zelfstandig overleven buiten het menselijk lichaam. Sommige bacteriën zijn heel gevaarlijk. Ze groeien bijvoorbeeld heel snel en maken daarbij veel weefsel kapot. De vleesetende bacterie streptococcus pyogenes kan in korte tijd hele spieren kapot maken. Andere bacteriën zijn gevaarlijk door de stoffen die ze produceren. Een infectie met bacteriën kan worden bestreden met antibiotica. Dat zijn geneesmiddelen die zorgen dat de bacterie doodgaat. Virussen zijn veel kleiner dan bacteriën. Je kunt ze met een gewoon microscoop niet zien. Het zijn simpele klompjes erfelijk materiaal (DNA of RNA) met een laagje eiwit eromheen. Virussen leven eigenlijk niet zelf. Het enige wat zij doen is zichzelf vermenigvuldigen. Ook dat kunnen ze niet zelfstandig. Het virus moet binnendringen in een levende cel, bijvoorbeeld van een mens. Daar neemt hij de boel over. Hij zorgt dat de cel verandert in een virusfabriek. Als de cel duizenden nieuwe virussen gemaakt heeft, gaat hij kapot. De virussen komen vrij en gaan nieuwe cellen besmetten. Op die manier kan het virus veel schade aanrichten. Infecties met schimmels zijn relatief zeldzaam. Ze komen vooral voor als ons afweersysteem tegen ziekten niet goed functioneert. Een infectie met een schimmel is soms moeilijk te herkennen. Ook de behandeling kan lastig zijn. Parasieten heb je in soorten en maten. Er bestaan veel eencellige parasieten. Wereldwijd is malaria de ergste. Elk jaar overlijden ongeveer één miljoen mensen (vooral veel kinderen) aan deze parasiet. Hij wordt overgebracht door muggen. Niet alle parasieten zijn eencelligen. Ook wormen zoals de lintworm worden tot de parasieten gerekend. ESBL, kunnen we nu snel herkennen. Die komt overigens ook gewoon in Nederland voor. Dat komt doordat in de veeteelt teveel antibiotica worden gegeven. Vooral kip is vaak besmet met resistente bacteriën.” Zorgen voor een gezond Den Haag “Infecties houden zich niet aan de muren van het ziekenhuis”, zegt Van Elzakker. “Wij werken dan ook nauw samen met de artsen van de GGD. Als er een landelijk probleem is, zoals we laatst hadden met de besmette zalm, werken we ook samen met het RIVM, het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieuhygiëne. We hebben toen de salmonellabacterie gevonden. Die hebben we opgestuurd naar het RIVM,. Daar konden ze kijken of het om dezelfde bacterie ging die andere mensen ziek gemaakt had. Zo hebben we geholpen om de bron van de besmetting te vinden.” Sommige bacteriën zijn zo besmettelijk dat artsen verplicht zijn om het te melden als ze die vinden. Samen met de GGD kijkt het microbiologisch laboratorium van het HagaZiekenhuis dan ook naar de omgeving van de patiënt. Wie is er mogelijk nog meer besmet? Met antibiotica kan dan worden voorkomen dat nog meer mensen ziek worden. • februari 2013 • LIJFMAGAZINE Overgewicht Tekst Els van Thiel Beeld Shutterstock “We leven in een luilekkerland waarin eten altijd onder handbereik is” Fitness is beter dan fatness U krijgt uw rok niet meer dicht. Uw favoriete broek zit akelig strak. En jawel, de weegschaal bevestigt het: u bent aangekomen. En u bent niet de enige in het luilekkerland waarin wij leven, want intussen is de helft van de Nederlanders te dik. Hoe komt dat? Wat zijn de risico’s? En vooral: wat kunt u eraan doen? I eder pondje gaat door het mondje. We zeggen het zo gemakkelijk, maar klopt het ook? Het ligt ingewikkelder. Genen spelen bijvoorbeeld een rol. De ene mens is gevoeliger voor het ontwikkelen van overgewicht dan de andere. Maar dat wil niet zeggen dat u er niets aan kunt doen. U moet alleen nóg beter opletten dan mensen die geen aanleg hebben om dik te worden. Deskundigen wijzen steeds vaker met een beschuldigende vinger naar onze ‘obesogene’ omgeving die aanzet tot eten en die bewegen ontmoedigt. Stations ruiken tegenwoordig niet meer naar treinen, maar naar kaasbroodjes en shoarma. Kortom, we leven in een luilekkerland waarin eten altijd onder handbereik is. Toetasten wordt dan wel heel gemakkelijk. Niet dat we helemaal willoos zijn, maar ons ‘oerbrein’, ons instinct, snakt naar veel en vet en zoet eten. Een kwestie van overleven. In de oertijd moesten onze voorouders reserves opbouwen voor slechte tijden. De echo van dat verleden zit nog in ons. In soberder tijden was dat geen probleem. >>> Het ligt allemaal voor het grijpen: de rookworst bij de Hema, de Thaise loempiaatjes op de markt, de bekers popcorn in de bioscoop en de pizzapunt als snel tussendoortje. februari 2013 • LIJFMAGAZINE 25 Overgewicht Gezonder eten, meer bewegen Tips van de Gezondheidsraad om gezond te eten en meer te bewegen: • Zorg dagelijks voor voldoende lichaamsbeweging, bijvoorbeeld een half uur stevig fietsen of wandelen • Eet zo gevarieerd mogelijk: hoe meer afwisseling, hoe groter de kans dat u alle noodzakelijke voedingsmiddelen binnenkrijgt • Gebruik dagelijks 150-200 gram groente en 200 gram fruit • Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan verzadigde vetzuren zoals roomboter, kaas en melkproducten, vet rundvlees en chocola • Eet regelmatig (vette) vis (2 keer per week) • Beperk de inname van keukenzout • Wees matig met alcohol: niet meer dan 2 standaardglazen per dag voor vrouwen, niet meer dan 3 voor mannen “In mijn jeugd keken kinderen 2 uur tv per week, nu 20 à 25 uur”, zegt vijftiger Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Dat ligt niet aan die kinderen, dat ligt aan veranderingen in de maatschappij.” We komen er steeds meer achter dat ons gedrag gestuurd wordt door de omgeving, legt Seidell uit. Daarom is het zo belangrijk dat die omgeving uitnodigt tot gezond gedrag. Seidell maakt zich vooral zorgen om kinderen. “Als je ze voor de tv zet met een schaal koekjes en een fles limonade, dan gaan die geheid op. Laat je de tv de hele dag aanstaan, dan blijven ze zitten. Maar als er een karaf water staat en een schaal fruit, gaan die net zo goed op. En als je ze een tuin geeft en een bal, gaan ze buiten spelen. Zo wordt de kiem gelegd voor later gedrag.” Kortom: maak gezond gedrag weer heel gewoon, heel vanzelfsprekend en vooral leuk. Dan volgt de gedragsverandering vanzelf. Dat is overigens ook een boodschap die volwassenen die willen afvallen houvast biedt. Spreek alle creativiteit die u in u heeft aan om het tot een spannend en uitdagend avontuur te maken. gezondheid. Een afname van 5 procent van uw lichaamsgewicht zet al zoden aan de dijk, verlaagt dus het risico. Realistisch doel Als u besloten heeft dat u moet en wilt afvallen, vraag u dan af of het wel het juiste moment is. Afvallen vraagt veel aandacht en vooral veel doorzettingsvermogen. Dat is lastig op te brengen in moeilijke of stressvolle tijden. Ook als u zwanger bent of borstvoeding geeft, is het niet het juiste moment om af te vallen. Bent u er helemaal aan toe, begin dan met uzelf een realistisch Slecht en goed nieuws Het is pas de laatste vijftig jaar een knelpunt geworden omdat we voortdurend omringd zijn door eten dat lekker is en gemakkelijk verkrijgbaar. Spannend avontuur Daar komt bij dat we tegelijkertijd minder zijn gaan bewegen. De lift is vaak gemakkelijker te vinden dan de trappen! In de jaren dertig van de vorige eeuw bijvoorbeeld, waren vrouwen de hele dag druk bezig met poetsen, wassen, koken en boodschappen doen, te voet natuurlijk. Rond 1980 zag het leven er al heel anders uit, toen spendeerden vrouwen gemiddeld twee uur aan het bereiden van een gezinsmaaltijd. Nu is dat ingekrompen tot gemiddeld 12 minuten, de tijd die nodig is om de magnetron in te schakelen en de borden te pakken. 26 Mensen met overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht) leven minder lang in goede gezondheid. Ze lopen – zelfs op jongere leeftijd al – een grotere kans op het krijgen van bepaalde ziekten dan mensen met een gezond gewicht. Overgewicht verhoogt de kans op diabetes type 2, hart- en vaatziekten, sommige vormen van kanker en op problemen met het bewegingsapparaat. Het risico groeit naarmate je ouder wordt. Het kan ook leiden tot het ten onrechte opplakken van etiketten. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat werknemers met overgewicht minder kansen hebben op de arbeidsmarkt. Dikke kinderen zijn vaak het mikpunt van pesterijen en ze hebben minder vriendjes dan kinderen die niet te zwaar zijn. Ze kampen ook vaker met depressieve gevoelens. Tot zover het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat afvallen, zelfs weinig afvallen, al een groot voordeel oplevert voor de doel te stellen. Geen vage wensen of fantasieën, maar een concreet en haalbaar doel. Beter dan ‘ik wil afvallen’ is ‘op 1 september 2013 wil ik 10 kilo minder wegen’. Geleidelijk afvallen werkt op den duur het beste. Doelen geven fleur, kleur en richting aan het leven en inspireren en motiveren. Neem uw eetgedrag onder de loep en zoek een manier van afvallen die bij uw leven past. Wat zijn uw ‘eetgevaarlijke’ tijdstippen en hoe kunt u die omzeilen? Bent u misschien een emotie-eter die gewend is problemen of nare gevoelens weg te eten? Misschien heeft u zichzelf aangeleerd dat februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Els van Thiel eten troost biedt of rust of een gevoel van geborgenheid. Besef dan dat eten om de tijd te doden of een ‘leeg gevoel’ in je geest op te vullen een lapmiddel is. Probeer andere oplossingen te vinden. Praat over problemen, zoek ontspanning. Beter fit dan fat Afvallen heeft te maken met uw leefwijze en de keuzes die u daarin maakt. Zoek uw heil uw dagelijkse routine. Bewegen verhoogt de stofwisseling en helpt om het afvallen beter vol te houden. Is Zumba misschien iets voor u? Een mix van fitness en dans op leuke muziek met invloeden van salsa en samba. Of aquajogging? Vrijwel alle gemeenten geven gidsen uit waarin alle mogelijkheden om in de buurt te sporten en te bewegen keurig op een rijtje staan. En als goed gaat, vergeet dan niet uzelf van tijd tot tijd te belonen. Spreek bijvoorbeeld met uzelf af dat u telkens als u drie kilo afgevallen bent uzelf trakteert op een avondje bioscoop of iets anders dat u leuk vindt. Beeld Shutterstock elke hap. Het gevoel van verzadiging heeft bij bijna iedereen 20 minuten nodig om de hersenen te bereiken. Als je nog een tweede keer wilt opscheppen, wacht dan 20 minuten. U zult merken dat u zich verzadigd voelt en geen behoefte meer heeft aan eten. Een simpele tip tot slot: gebruik kleinere borden. Ons brein laat zich beetnemen: het lijkt alsof er veel eten op ligt. Het is geen wondermiddel – die zijn er niet als het om afvallen gaat – maar het is alweer een stapje in de goede richting. • Met aandacht eten niet bij dieetgoeroes of crashdiëten. Gemakkelijke oplossingen bestaan niet. Stel een vastomlijnd programma op dat rekening houdt met uw voedingsgewoonten en uw leefwijze. Probeer mensen in uw omgeving méé te krijgen, zodat ze u steunen en rekening houden met u. En – heel belangrijk – kom in actie, ga bewegen: fitness is beter dan fatness. Laten we eerlijk zijn: om het juiste gewicht te bereiken, te behouden en fit en gezond te blijven is er eenvoudigweg geen andere keus dan regelmatig bewegen. Probeer het eens anders te bekijken, maak van bewegen een gewoonte, zoals tandenpoetsen. U heeft er niet altijd zin in, maar u doet het gewoon als noodzakelijk onderdeel van februari 2013 • LIJFMAGAZINE Peter Daansen ziet nog andere redenen waarom we de laatste vijftig jaar meer zijn gaan eten dan we nodig hebben. Daansen is als klinisch psycholoog en psychotherapeut bij de afdeling Eetstoornissen & Obesitas van PsyQ, een landelijke organisatie die psychische hulp biedt. We zijn ons steeds meer gaan richten op kortetermijnpleziertjes, zegt hij, we gaan voor de snelle bevrediging en de rest zien we later wel… Het moet heel gauw leuk, lekker en prettig zijn. Een soort zapgedrag, ook op het gebied van eten. “Focus op de lange termijn”, zegt hij. “En niet alleen op het verlies van kilo’s, maar vooral op het behouden van een gezond gewicht. Gezonder en minder eten is belangrijker dan streng lijnen.” Daansen betreurt het dat de gemeenschappelijke gezinsmaaltijd een zeldzaamheid is geworden. De gezinsleden hebben het zo druk dat een gezamenlijke maaltijd erbij inschiet. De magnetron zorgt wel voor een snelle, warme hap. “Het aantal mensen dat alleen eet, neemt toe. En wat is het kenmerk van mensen die alleen eten? Die doen er iets bij, tv kijken of de krant lezen, anders is het zo ongezellig. Maar het gevolg is dat je automatisch eet, niets proeft en daardoor waarschijnlijk te veel eet.” Veel mensen met overgewicht eten niet alleen te veel, maar ook impulsief en te snel. Het helpt als u probeert langzaam en met aandacht te eten. Pauzeer tussen de happen, leg desnoods even het bestek neer na Hoe pakt u overgewicht aan? • Stel uzelf een realistisch doel • Kies een manier van afvallen die past bij het leven van alledag • Kom in actie: ga bewegen • Stel een vastomlijnd programma op • Houd u verre van crashdiëten en dieetgoeroes • Zoek steun bij familie of lotgenoten • Zorg dat gezond eten en bewegen een goede gewoonte worden • Vergeet niet uzelf te belonen als het goed gaat Twee boekentips voor wie zich verder wil verdiepen in het onderwerp: Tegenwicht, feiten en fabels over overgewicht, Jaap Seidell en Jutka Halberstadt, Uitgeverij Bert Bakker (2011) De grote voedselverleiding, over de psychologie van het eten, Denise de Ridder, Uitgeverij Bert Bakker (2011) Praktische informatie is te vinden op de websites: http://www.voedingsraad.nl/gezondafvallen-zo-moet-het-wel-en-zo-moethet-niet/ http://hartstichting.nl/risicofactoren/ overgewicht/praktische_tips_afvallen/ 27 HagaZiekenhuis Originele en gastvrije entree nieuw ziekenhuis Er wordt stevig gebouwd in en om het HagaZiekenhuis op de locatie Leyweg. Voorjaar 2013 wordt de nieuwe hoofdingang afgebouwd. Die ligt aan de kant van de poliklinieken, rechts van de oude ingang. Er komt een espressobar, een restaurant en in de toekomst een overdekte straat met winkels. Een kijkje in de toekomst samen met de architecten die hem bedenken. I n 2016, als het nieuwe ziekenhuis helemaal klaar is, ziet het er heel anders uit aan de Leyweg. De ingang van het nieuwe ziekenhuis zit dan aan de zijkant. Die entree ziet er interessant en eigentijds uit. Vanuit die ingang loop je naar een brede lichte overdekte straat. Daar zijn horecavoorzieningen en winkels. Vanuit die straat 28 kun je naar links en naar rechts. Zo kom je in de verschillende afdelingen van het ziekenhuis. Aan het begin zitten de poliklinieken. Daar zit nu al het polikliniekgebouw. Wanneer je verder loopt, ga je bijvoorbeeld rechtsaf naar Radiologie. Links ligt eerst het gebouw met de operatiekamers. Aan het eind van de straat links staat het Moeder en Kind Centrum. Daar verhuist het Juliana Kinderziekenhuis begin 2015 naartoe. Stad in het klein Hoe doe je dat eigenlijk, een nieuw gebouw bedenken? Ik praat erover met architecten Erika Lopulalan en Do Janne Vermeulen. Zij werken bij verschillende architectenbureaus.Ieder ontwerpt een stuk van het nieuwe ziekenhuis. Lopulalan tekende de nieuwe entree bij het Rotterdamse februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Megchelen architectenbureau ‘Architecten aan de Maas’. Vermeulen werkt in Amsterdam bij Meyer Van Schooten Architecten, MVSA Zij ontwerpt de nieuwbouw met onder andere het Juliana Kinderziekenhuis en de operatiekamers. Vermeulen: “De nieuwbouw en de entree sluiten op elkaar aan. We zijn dus al snel bij elkaar gaan zitten. Je wilt iets maken dat een mooi geheel wordt. Dat betekent dat je samen goed moet overleggen.” Lopulalan: “We zijn begonnen met het geheel. Hoe maak je een grootschalig gebouw zodanig dat mensen zich toch thuis kunnen voelen? Een ziekenhuis is eigenlijk net een stad in het klein. Zo hebben we het samen ook ontworpen. Je gaat van groot naar klein, van de ingang door de hoofdstraat naar de plek waar je zijn moet.” Vermeulen: “De grote straat die tussen het oude gebouw en de nieuwe gebouwen in komt, wordt licht en ruim. Hij is helder en overzichtelijk. Zo kun je makkelijk je weg vinden. Ook in de gebouwen zelf willen we zoveel mogelijk licht en ruimte.” Originele vorm ‘Architecten aan de Maas’, het architectenbureau waar Erika Lopulalan werkt, keek allereerst naar de omgeving. Wat is een logische plek voor de ingang? Hoe sluit je aan bij het openbaar vervoer? Hoe moeten de auto’s rijden? Dit ‘stedenbouwkundig ontwerp’ vormde de basis voor de verdere plannen. Het was duidelijk dat de ingang aan de zijkant moest komen, dicht bij het ‘OV-knooppunt’ van bus, tram en Randstad rail. Bij de ingang komt ook een plein. Lopulalan: “De entree moet het oude gebouw ook een nieuw smoel geven. Het HagaZiekenhuis is iets nieuws begonnen en dat mag dus best opvallend zijn.” De originele vorm van de ingang komt ook door de grote zaal (het auditorium) die boven de ingang hangt. Een mooie plek voor bijeenkomsten en de kerkdienst op zondag. Je zou er ook een wetenschappelijk congres kunnen houden. Het HagaZiekenhuis doet immers heel wat aan de opleiding van medisch specialisten en aan wetenschappelijk onderzoek. De ruimte zou ook gebruikt kunnen worden voor bijeenkomsten voor mensen buiten het ziekenhuis. Het is daarom goed dat het auditorium dicht bij de ingang zit. Gasten van buiten kunnen dan makkelijk de weg vinden, zonder dat zij door het hele ziekenhuis hoeven te dwalen.” In het entreegebouw komen voorzieningen voor eten en drinken. Een espressobar bijvoorbeeld, waar iedereen een smakelijk kopje koffie kan drinken. Lopulalan: “In het Medisch Centrum Leeuwarden dat wij ontworpen hebben, zit ook een espressobar. Daar zitten regelmatig buurtbewoners aan de leestafel.” Verderop in de straat komen winkels. Het moet een prettige gastvrije omgeving zijn, waar je voor je plezier gaat winkelen. Vermeulen: “Die gastvrijheid binnen zie je straks ook terug in het terrein eromheen. Het wordt een echte tuin, om het hele complex heen. Die nodigt uit om maar even een wandelrondje te maken. Onze collega’s van Karres en Brands Landschapsarchitecten maken daar nu de plannen voor.” Overlast en communicatie Buurtbewoners, patiënten, bezoekers en Beeld PR Bouwen in 2013 Januari tot en met maart 2013: Ingebruikname 11e verdieping (Heelkunde) Sloop hoofdingang en opening tijdelijke entree April tot en met juni 2013: Opening nieuwe entree Graafwerkzaamheden voor de ondergrondse parkeergarage Juli tot en met september 2013: Ingebruikname 10e verdieping (Neurologie) Ingebruikname Hartcentrum Oktober tot en met december 2013: Ingebruikname 9e verdieping (Long) Casco nieuwbouw tot en met 4e verdieping gereed medewerkers van het ziekenhuis hebben nu ook wel eens last van alle bouwwerkzaamheden. Moet je daar als architect ook rekening mee houden? Lopulalan: “Natuurlijk, je probeert alles zo te regelen dat mensen er zo min mogelijk last van hebben. Er worden goede afspraken gemaakt met de bouwers. Dat loopt niet allemaal via ons, maar we zijn er wel bij betrokken. Zeker in een ziekenhuis moet je goed regelen op welke tijden er gebouwd wordt. En als het te veel problemen geeft, moet de bouw snel stopgezet kunnen worden. De patiëntenzorg gaat altijd voor. Maar helaas blijft het ook zo dat bouwen altijd overlast geeft”. Ook de buurtbewoners kunnen last hebben van de bouw. Zeker als de nieuwbouw wordt gebouwd is overlast soms onvermijdelijk. Vermeulen: “Ja, daar moet je gewoon eerlijk in zijn. We vinden communicatie met de buurt dan ook heel belangrijk. Het ziekenhuis organiseert informatiebijeenkomsten voor medewerkers en voor de buurt. Wij laten dan vanuit de architectenbureaus zien hoe het wordt. Dan weet iedereen ook weer even waar het allemaal goed voor is.” • De foto links geeft u een impressie van de toekomstige entree. De foto op de linkerpagina geeft een indruk van de overdekte hoofdstraat bij binnenkomst in het ziekenhuis. LIJFMAGAZINE • februari 2013 29 DIABETES Tekst Els van Thiel Beeld Shutterstock “Aanleg heb je nu eenmaal, maar aan je leefstijl kun je wél iets doen” Enorme toename van diabetes Diabetes – de officiële naam is diabetes mellitus – is een chronische stofwisselingsziekte, die iedereen kan krijgen. Diabetes type 1 en type 2 zijn de meest voorkomende vormen. Type 2, dat vooral voorkomt op middelbare en oudere leeftijd, maakt een explosieve groei door. Naar schatting 800.000 Nederlanders hebben type 2. Er komen niet alleen steeds meer mensen met diabetes, ze zijn ook steeds jonger. “Een onrustbarende ontwikkeling”, vindt internist Hessel van Houten. O ns lichaam heeft elke dag energie nodig. Die halen we uit onze voeding. Bij diabetes zijn vooral koolhydraten belangrijk. Die worden in het lichaam namelijk omgezet in glucose. Die glucose gaat op transport naar bijvoorbeeld een spier. Om bij die spier naar binnen te kunnen, heeft de glucose ‘insuline’ nodig. En daar wringt bij mensen met diabetes de schoen, want hun lichaam maakt geen of onvoldoende insuline aan om de glucose naar binnen te helpen. Die glucose blijft in het bloed zweven, waardoor het glucosegehalte (de hoeveelheid suiker) veel hoger is dan normaal. Alvleesklier De oorzaak van diabetes is het slecht of niet werken van bepaalde cellen in de alvleesklier. De alvleesklier is het orgaan dat normaal gesproken onder meer insuline aanmaakt. Als de alvleesklier merkt dat er veel glucose in het bloed zit, produceert hij extra insuline en komt het glucosegehalte weer op het juiste peil. Dit gebeurt niet bij mensen met diabetes. Diabetes veroorzaakt schade aan de bloedvaten en het zenuwstelsel. Op den duur treden er vaak complicaties op als hart- en vaatziekten, oogaandoeningen, nierziekten en gevoeligheid of pijn in de ledematen. Lifestyle-aandoening Diabetes type 1 ontstaat op jonge leeftijd. De alvleesklier maakt dan helemaal geen insuline meer. Mensen met deze vorm van diabetes moeten dagelijks insuline spuiten om de glucose uit het bloed in de weefsels op te slaan. Als er te veel glucose in het bloed komt, vertaalt zich dat in klachten als vaak moeten plassen, steeds dorst hebben, afvallen en vermoeidheid. Diabetes type 2, vroeger wel ‘ouderdomssuiker’ genoemd, ontstaat geleidelijk en op oudere leeftijd. Bij type 2 maakt het lichaam meestal nog wel insuline aan, alleen niet voldoende. Soms is er wel voldoende, maar reageert het lichaam er niet goed op. Mensen met type 2 hoeven – in het begin – meestal geen insuline te spuiten. Ze zijn goed te behandelen met voedingsadviezen en eventueel tabletten. Risicofactoren De belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van type 2 zijn erfelijke aanleg, overgewicht, gebrek aan beweging en roken. Het wordt steeds meer een lifestyleaandoening. “Aanleg krijg je van je ouders, daar kun je niets aan doen”, zegt Hessel van Houten, internist in het HagaZiekenhuis. “Maar je kunt wel voorkomen dat je te zwaar wordt.” Al speelt erfelijkheid een rol, dat betekent geenszins dat je bij de pakken neer moet zitten. “Als je vader, moeder, broer of zus diabetes type 2 heeft, is de kans dat je het ook krijgt aanzienlijk verhoogd. Dan is een gezonde lifestyle extra belangrijk: overgewicht vermijden, goed bewegen én niet roken.” • 30 februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Els van Thiel Beeld Hans Oostrum “We passen de behandeling aan het leven aan en niet andersom” Kinderen met diabetes Als je te horen krijgt dat je kind diabetes heeft, verandert het leven op slag. Niet alleen dat van je kind, maar het leven van het hele gezin. Niets is meer zo vanzelfsprekend als het was, over alles moet worden nagedacht. Het HagaZiekenhuis heeft op de locatie Juliana Kinderziekenhuis een ervaren en gespecialiseerd team dat kinderen met diabetes mellitus en hun ouders op weg helpt om ondanks de ziekte een zo gewoon mogelijk leven te leiden. “Het leven gaat vóór de ziekte”, zegt kinderarts Dick Mul. >>>.. LIJFMAGAZINE • februari 2013 31 DIABETES D iabetesverpleegkundige Katja Zuur maakt jonge patiënten vertrouwd met hun ziekte. “We proberen de kinderen uitleg te geven op een manier die aansluit bij hun levensfase”, zegt Katja. “Zodat ze begrijpen waarom ze alle handelingen moeten uitvoeren die noodzakelijk zijn als je diabetes hebt. Mijn uitleg verschilt al naargelang ik een peuter, kleuter, basisschoolkind of puber voor me heb. Elke leeftijdsfase brengt weer andere vragen met zich mee.” Het uiteindelijke doel is dat kinderen voldoende kennis en vaardigheden krijgen om de diabetes zelf in de hand te houden. “Het is elke dag opnieuw opletten, nadenken, rekenen en het liefst ook nog vóóruit denken.” De diabetesverpleegkundige ondersteunt haar voorlichting met plaatjes, boeken, tekeningen, websites, filmpjes en beeldspraak. “Net zoals een auto niet zonder benzine kan, heeft een lichaamscel glucose nodig”, vertel ik jonge kinderen. “Die krijg je uit je voeding. Maar als je zoals jij zelf geen insuline hebt, kan die glucose niet op de goede plek terechtkomen. De insuline die van buitenaf in jouw lichaam komt, is het sleuteltje dat het celdeurtje opent.” Het is erg belangrijk, zegt Zuur, dat kinderen begrijpen dat ze altijd insuline nodig hebben om te blijven functioneren, om te kunnen overleven. “Het is elke dag opnieuw opletten, nadenken, rekenen en het liefst ook nog vóóruit denken.” ting zijn er in Nederland 5.000 tot 5.500 kinderen met diabetes type 1. Wereldwijd wordt er onderzoek naar gedaan, maar op dit moment is genezing nog niet mogelijk. Het is ook niet precies bekend waaróm het ene kind het krijgt en het andere niet. “Ik leg ouders altijd uit dat we denken aan een combinatie van aanleg die je bij je draagt en ‘iets’ van wat er van buitenaf bij komt. Wat dat ‘iets’ precies is, weten we nog niet zeker.” Ouders vragen dokter Mul soms of ze iets verkeerd gedaan hebben. Zijn antwoord is duidelijk: “Niemand heeft er schuld aan. Niemand kan er iets aan doen.” Intensief leertraject Zeker de eerste tijd na de diagnose krijgen ouders en kinderen heel veel informatie, ze komen geregeld naar het ziekenhuis, er is telefonisch contact, er zijn huisbezoeken en er is zelfs schoolbezoek. Het doel van de behandeling is om het kind ‘goed ingesteld’ te krijgen: te zorgen dat er de hele dag voldoende insuline in het lichaam aanwezig is. Al met al leggen ouders en kinderen een intensief leertraject af. Per ouder en per kind wordt een zogenoemd educatieplan opgesteld. Diabetesverpleegkundige Zuur: “Wat kan het kind op zijn leeftijd bevatten? Wat kunnen de ouders aan? Het gaat ook om praktische vaardigheden: het leren spuiten. En de hoeveelheid in te spuiten insuline leren afstemmen op wat het kind eet en hoeveel het beweegt. Er moet een goed samenspel zijn tussen die drie factoren.” Altijd opletten Er komt veel op je af als je te horen krijgt dat je kind diabetes heeft. “Het is een pittige aandoening”, zegt kinderarts Mul. “Kinderen en ouders krijgen geen tijd om rustig aan de diagnose te wennen, ze moeten als het ware op een rijdende trein springen. Leren spuiten en leren de bloedglucosewaarden te controleren, nadenken over de maaltijden, een nieuw levensritme vinden thuis, voedingsvoorschriften bestuderen, koolhydraten tellen, nadenken over school, vakanties, uitstapjes, kinderopvang, sportbeoefening…” Bij diabetes zijn er zo veel factoren die invloed uitoefenen op de regulatie van de bloedsuikers dat je altijd moet opletten. Stress, ziekte, intensief sporten en onregelmatig eten zijn bijvoorbeeld omstandigheden die de insulinebehoefte beïnvloeden. Voor een ziekte die zo veel lichamelijke, maar ook psychosociale gevolgen heeft is een behandelteam nodig met deskundigen op verschillende terreinen. Het Juliana Kinderziekenhuis heeft een goedgeschoold en ervaren team met artsen, diabetesverpleegkundigen, diëtisten, een kinderpsycholoog en een ouderbegeleider. Diëtisten mogen niet ontbreken, want weten wat je eet is essentieel als je diabetes hebt. Een goede regulatie van de diabetes heeft voordelen op de korte en langere termijn. Mul: “In de eerste plaats omdat je met de juiste bloedsuikers meer energie hebt en je beter voelt. En in de tweede plaats om com- Combinatie Kinderarts Dick Mul ruimt graag eerst een paar misverstanden over diabetes uit de weg. Zo hoort hij het woord ‘suikerziekte’ liever niet meer. “Diabetes krijg je niet door te veel suiker te eten. Het betekent evenmin dat je suiker helemaal uit je voeding moet schrappen, zoals we vroeger meenden.” Dokter Mul en zijn team behandelen kinderen van nul tot zeventien, achttien jaar. Daarna gaan ze naar de internist net als volwassenen met diabetes. Naar schat- 32 februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum Het Juliana Kinderziekenhuis beschikt over een goedgeschoold en ervaren diabetesteam met artsen, diabetesverpleegkundigen, dietisten, kinderpsychologen en ouderbegeleiders. plicaties later in het leven te voorkomen.” Dat is soms een moeilijk punt, bijvoorbeeld bij pubers die volop in het nu leven en geen boodschap hebben aan wat er later komt. Het diabetesteam ziet dan ook vaak dat het reguleren van de diabetes in deze leeftijdsfase moeilijk gaat. Diabetesverpleegkundige Zuur merkt soms hoe eventuele complicaties als een zwaard van Damocles boven het hoofd van ouders hangen. Glucosesensor In het HagaZiekenhuis/Juliana Kinderziekenhuis zijn ongeveer 250 kinderen met diabetes uit de hele regio in behandeling. Dat begint bij baby’s van een paar weken; die hebben een bijzondere vorm van de ziekte. Het is een echte grotestadspraktijk met kinderen van wel 30 nationaliteiten. Heel jonge kinderen krijgen vanaf de diagnose insuline via een pompje dat heel secuur ingesteld kan worden en waarmee minieme hoeveelheden toegediend kunnen worden. Iets oudere kinderen gebruiken een insulinepen en spuiten meestal drie keer per dag bij de maaltijden en voor het slapen gaan nog een keer. Afhankelijk van hun eigen voorkeur en die van hun ouders kunnen ze op een gegeven moment overgaan op een insulinepomp. Dat betekent minder prikmomenten en de mogelijkheid van subtielere aanpassingen. Sommige kinderen vinden het echter heel vervelend LIJFMAGAZINE • februari 2013 om altijd zo’n pompje bij zich te moeten dragen. Het is een individuele keuze die in samenspraak met de arts wordt genomen. De artsen van het HagaZiekenhuis/Juliana Kinderziekenhuis volgen alle ontwikkelingen op het terrein van diabetes op de voet. Het ziekenhuis gebruikt de nieuwste technieken om continu de bloedsuiker te kunnen meten, de zogenoemde glucosesensor. Dat vraagt om veel begeleiding. Gelukkig vergemakkelijken de moderne communicatiemiddelen het contact tussen de ouders en het team. Internationaal werken onderzoekers aan volledig automatische systemen om insuline toe te dienen, dat wordt wel de kunstmatige alvleesklier genoemd. Vast ritme Wat moet een kind met een 4 x daags spuitregime allemaal doen? • Nadenken over eten: 50 x per week • Bloedglucosecontrole: 25 x per week • Insuline injecteren: 30 x per week • Bloedglucosewaarden en insulinedoseringen bijhouden: 42 x per week Flinke stempel Dokter Mul en zijn team helpen kinderen en ouders op weg om ondanks de ziekte een zo gewoon mogelijk leven te leiden. “We passen de behandeling aan het leven aan en niet andersom”, zegt de kinderarts. “De eerste tijd zet de ziekte een flinke stempel op het gezin. Maar op een gegeven moment komt er een balans en wordt het een onderdeel van het leven. Het reguleren van diabetes vraagt veel inzet. Wij helpen onze jonge patiënten en hun ouders om het leven in eigen hand te houden en zélf zo goed mogelijk met de diabetes om te gaan.” • 33 Vrije tijd Wie aan Midden-Delfland denkt, ziet een prachtig weidegebied voor zich met smalle polderweggetjes omzoomd door weelderig begroeide bermen. Rijen knotwilgen ook, en in het voorjaar bloeiend fluitenkruid. De Midden-Delfland Vereniging is op het lumineuze idee gekomen om in dit rijke wandelgebied veertig ommetjes uit te zetten. Wandelingen van een paar kilometer, kort genoeg om tussendoor te doen en lang genoeg om lekker uit te waaien. Overal is de stad dichtbij, maar er is nog genoeg natuur en cultuur om van te genieten. Wandeldeskundige en routebouwer Eef Boeve geeft tips en onthult zijn lievelingsommetje. H et kleinste dorp van Nederland, kerken, molens, oude vaarten en nieuwe gemalen, dijken en kaden – het is er allemaal in Midden-Delfland. Een uniek veenweidegebied in de verstedelijkte rand van Nederland. Het ligt ingeklemd tussen de steden Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Den Haag, Rijswijk en Delft. Een kwetsbare plek. De Midden-Delfland Vereniging stelt zich ten doel het gebied groen en open te houden en het unieke landschap te bewaken. Eef Boeve van de Werkgroep Paden van de Midden-Delfland Vereniging heeft 40 ommetjes uitgezet. Met hulp van andere werkgroepleden zijn ze te boek gesteld en digitaal beschikbaar gemaakt. Als u houdt van wandelen, maar geen zin, tijd of conditie heeft voor lange afstanden, dan zijn de 40 ommetjes geknipt voor u. Rond de 5 kilometer zijn ze, sommige iets korter, an- 34 Veertig ‘ommetjes’ in dere wat langer. “Ook een korte wandeling doet je goed. Zeker als je alleen wandelt, kun je zo goed nadenken.” Gepensioneerd architect Boeve spreekt uit ervaring: als hij vroeger een gebouw moest ontwerpen, trok hij met een blocnote de natuur in. De ideeën kwamen dan vanzelf. Grillig krekenpatroon Op de website van de Midden-Delfland Vereniging staat een handig overzicht van alle 40 ommetjes. U kunt het ommetje van uw keuze printen: links een kaartje, rechts de beschrijving van de wandeling. Is er een ommetje dat Boeve speciaal kan aanbevelen? Ze zijn allemaal interessant, zegt hij, als een vader die geen van zijn kinderen wil voortrekken. Maar als het dan moet, kiest hij voor Ommetje 1, de Woudse-polderroute (5 km). Kenmerkend voor deze route is ’t Woudt, het kleinste dorpje van Nederland. Een kerk met pastorie, een rij huisjes en drie boerderijen. En dat is alles. “De combinatie van oud en nieuw maakt deze route zo boeiend: die kleine boerengemeenschap nog net als vroeger en daarbij – helemaal van deze tijd – een gemaal.” Dwars door de polder is een paar jaar geleden een dijk aangelegd om bij extreme regenval een deel van de polder als wateropvang te kunnen gebruiken. “Dan loop je over die grasdijk door de polder en als je goed kijkt, is het prehistorische, grillige krekenpatroon nog deels zichtbaar in het patroon van de sloten.” Voor mensen die dorst of honger krijgen, ligt er op de route een horecabedrijf, voegt de ervaren wandeldeskundige er praktisch aan toe. De dichter Willem Kloos (1859-1938) zei het al: “Ik houd erg van een mooi uitzicht, maar ik moet er iets te drinken bij hebben.” februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum Midden-Delftland is een uniek veenweidegebied in de Randstad Midden-Delfland Golvende beweging Altijd genoeg te praten Ommetje 28, de Vlietenroute (in de winter als het pontje niet vaart 4 km, in de zomer 5,5 km), is een andere favoriet van Eef Boeve. De Vlietlanden bestaan uit drassige stukken moerasland die niet zijn bemalen en ingepolderd. Natuurmonumenten zorgt tegenwoordig voor dit gebied. Eigenlijk zijn het voor dit deel van Nederland unieke stukjes hoogveen, waar bijzondere planten en dieren leven. “Als je langs het water van de Boonervliet en de Middelvliet loopt, voel je een soort golvende beweging onder je voeten, je kunt beter niet stil blijven staan.” En voor wie even de benen wil strekken, is er ook op deze route een horecabedrijf. Een busstation ligt op loopafstand. Bij alle beschrijvingen van de ommetjes staat overigens vermeld hoe je er met het openbaar vervoer kunt komen. Boeve, een actieve zeventiger, wandelt vanaf zijn jeugd. Om precies te zijn: vanaf het moment dat hij als elfjarige padvinder met kaart en kompas op weg werd gestuurd. Rond zijn twintigste ontwikkelde hij een passie voor bergwandelen. Tot op de dag van vandaag maakt hij wandelroutes, ook langeafstandsroutes, en gidst hij wandelaars door zijn geliefde polder. “Wandelen in een groep bevordert het sociale contact. Er is zo veel te zien dat je altijd genoeg gespreksstof hebt.” Zo biedt bijvoorbeeld Ommetje 6, de Tanthofkade-Kerkpolderroute (3 km), behalve een mooie wandeling ook aanleiding voor bespiegelingen over oprukkende woningbouw, ruimtelijke planning en het dichter bij elkaar brengen van stad en platteland. “Je loopt over een oude kade die vroeger twee polders van elkaar scheidde. Nu houdt de kade aan de ene kant de stadsuitbreiding van LIJFMAGAZINE • februari 2013 Delft tegen, maar door de rijke begroeiing heb je niet in de gaten dat je zo dicht bij de stad bent. Hartje winter wel, maar zodra de bladeren groen worden, is het een prachtige, karakteristieke wandeling.” Boeve heeft nog een laatste tip tot slot: de vogelkijkhut die uitzicht biedt op de Rijsplasjes en de Aalkeet-Buitenpolder is met zijn rijke vogelleven een rustpunt tijdens Ommetje 24, de Broekpolderroute 3. “Met een beetje geluk hoor je de rietvogels zingen.” • Routebeschrijvingen en kaarten van de 40 ommetjes kunt u downloaden van de website: www.middendelflandvereniging.nl Ze zijn ook beschikbaar als PDF-bestand. Secretariaat Midden-Delfland Vereniging, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 GG Schipluiden.Telefoon: 06 42 10 54 07. E-mail: [email protected] 35 HAGANIEUWS Kaakchirurg Rozema bijzonder hoogleraar Kaakchirurg dr. Fred Rozema van het HagaZiekenhuis is door de Universiteit van Amsterdam benoemd tot bijzonder hoogleraar bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Tevens is hij benoemd tot staflid van de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het AMC en het VUmc. Rozema gaat in Amsterdam een nieuwe leerstoel bekleden. Deze leerstoel richt zich op het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs dat een brug kan slaan tussen het medisch en tandheelkundig handelen in zowel de tandheelkundige als medische beroepspraktijk. Dit is onder andere van belang voor de behandeling van oudere patiënten die steeds vaker hun eigen tanden en kiezen behouden, terwijl juist in deze groep vaak sprake is van ingewikkelde medische problemen. Dat vergt van de tandarts een uitgebreidere medische basiskennis. Naast zijn hoogleraarschap blijft Rozema voor drie dagen per week als kaakchirurg verbonden aan het HagaZiekenhuis. Informatie voor patiënten in één map Als een patiënt wordt opgenomen in het HagaZiekenhuis krijgt hij veel informatie aangereikt, zowel mondeling als schriftelijk. Om de patiënt de mogelijkheid te geven om die informatie op een ander moment nog eens rustig na te lezen, wordt deze voortaan gebundeld in één map: de patiënteninformatiemap. Elke verpleegafdeling van het HagaZiekenhuis ontwikkelt in samenwerking met de afdeling Patiëntencommunicatie zijn eigen map. In die map vindt men onder andere informatie over de mogelijkheid voor rooming in en over de patiëntencomputer bij het ziekenhuisbed, waarmee de patiënt toegang heeft tot internet, maar ook een warme maaltijd kan bestellen en televisie kan kijken. Daarnaast is er informatie opgenomen over het behandelteam, patiëntveiligheid en het ontslag uit het ziekenhuis. Verder wordt er ook informatie gegeven over de voorzieningen in het ziekenhuis, waaronder winkels, de kapper en de kerkdiensten. De vernieuwde verpleegafdelingen Heelkunde, Hematologie en Oncologie en de Acute Opname en Diagnostiek Afdeling maken inmiddels gebruik van de patiëntinformatiemap. Goed toeven in De Nijkamphoeve Wist u dat in de ‘achtertuin’ van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg, een echte buurtboerderij ligt? Een gezellige ontmoetingsplaats voor wijkbewoners en ook voor ziekenhuisbezoekers die even hun zinnen willen verzetten. De ‘veestapel’ bestaat uit twee aaibare ezels, een aantal geiten, schapen, konijnen, cavia’s, kippen van verschillende rassen en niet te vergeten boerderijpoes Otje en witte gans Josefien. Er is koffie, thee, ijs en limonade verkrijgbaar. Snelwegen en hoogbouw zijn niet ver weg, maar daar merkt u niets van, want De Nijkamphoeve is een oase van rust die mooi verscholen in het groen ligt. Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 9.00 tot 16.00 uur (winterrooster). Na 1 maart van 9.00 tot 17.00 uur. Elke woensdag- en zondagmiddag cavia’s knuffelen. Buurtboerderij De Nijkamphoeve, Escamplaan 1750, 2547 HG Den Haag. Telefoon: (070) 3298873. Website: www.nijkamphoeve.nl 36 januari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Dam Beeld Studio Oostrum Ruimere bezoektijden voor meeste afdelingen HagaZiekenhuis Een opname in een ziekenhuis is vaak een ingrijpende gebeurtenis. Je hele leven kan erdoor veranderen. Dan wil je graag de mensen om je heen hebben die belangrijk voor je zijn. Het HagaZiekenhuis heeft daarom de bezoektijden op de meeste afdelingen verruimd. Op alle afdelingen van de locaties Leyweg en Sportlaan zijn de bezoektijden nu van 13.00 tot 16.00 uur en van 18.00 tot 20.00 uur. Wel gelden voor verschillende afdelingen, zoals bijvoorbeeld de intensive care, de hartbewaking, de dialyse-afdeling en de afdeling verloskunde nog aparte bezoektijden. In het Juliana Kinderziekenhuis blijven de bezoektijden van 14.30 tot 19.00 uur. Op de website van het ziekenhuis vindt u een compleet overzicht van alle bezoektijden. Rooming-in gelijk om bij de patiënt op de kamer te slapen (rooming-in). Vanaf december 2012 is dat mogelijk op de verpleegafdelingen Hematologie, Interne Geneeskunde/Oncologie en de Acute Opname en Diagnostiek afdeling (AODA). Over deze mogelijkheden van ‘rooming-in’ is een aparte brochure beschikbaar.. Deze aanpassingen passen bij de kijk op zorg in het HagaZiekenhuis, die in vaktermen wordt aangeduid als de planetree-filosofie. Daarin staat dat het contact met familie, vrienden en dierbaren belangrijk zijn voor de kwaliteit van leven en het herstel van de patiënt. Recepties Om alle bezoekers van dienst te zijn, worden ook de openingstijden van de receptie verruimd. De receptie bij de hoofdingang van de locatie Leyweg is nu elke dag open van 7.00 uur tot 23.00 uur. Op een aantal afdelingen wordt het ook mo- Speciale website voor opnames op de Intensive Care Familieleden van patiënten die zijn opgenomen op de Intensive Care-afdeling van een ziekenhuis, worden overladen met belangrijke informatie, die zij soms nauwelijks kunnen verwerken. In een gesprek met de behandelend artsen horen zij vaak alleen het ergste woord; de rest van de informatie beklijft vaak niet. Om deze familieleden, maar ook vrienden en contactpersonen beter te informeren en hen beter te ondersteunen in de zorg rondom de patiënt heeft het HagaZiekenhuis een speciale website ontwikkeld. Zij kunnen hier informatie vinden over de patiënt zelf: informatie over het ziektebeeld, noodzakelijke behandelingen en de apparatuur rondom het bed. Deze informatie wordt verschillende keren per dag geactualiseerd. Uiteraard is deze informatie alleen in te zien door personen die hiertoe bevoegd zijn. Gebruikers kunnen op de website ook een dagboek bijhouden en een (bezoek)agenda inrichten. Via het dagboek van hun naasten kunnen zij teruglezen wat hen allemaal is overkomen. LIJFMAGAZINE • januari 2013 Dialyse op vakantie Dialysepatiënten moeten bij het plannen van hun vakantie altijd rekening houden met hun dialyseschema. Daar kan niet van worden afgeweken. Het HagaZiekenhuis heeft nu voor deze patiënten op de locatie aan de Sportlaan drie aparte behandelunits. “Wij bieden mensen de gelegenheid om rondom hun vakantieadres bij ons hun dialysebehandeling te ondergaan. Wij zijn er helemaal op ingespeeld. We hebben al een vaste, trouwe vakantiepatiëntengroep, sommigen daarvan komen uit het buitenland, “ zegt Josca Voskamp, een van de gespecialiseerd verpleegkundigen die de vakantiedialyse regelt. “We vinden het belangrijk dat mensen zich hier meer dan welkom voelen. Juist op vakantie wil je dat alles goed en vlot verloopt.” Het HagaZiekenhuis heeft het grootste dialysecentrum in de regio en heeft voor vakantiegangers het voordeel dat het centrum gelegen is in de buurt van strand en zee. Duurzaam verwarmen en koelen Het HagaZiekenhuis beschikt over één van de grootste systemen in Nederland voor de opslag van koude en warmte in de bodem. Dit systeem zorgt voor het duurzaam verwarmen en koelen van het ziekenhuisgebouw en kan daarom grote besparingen opleveren. Bovendien levert het ziekenhuis hiermee een bijdrage aan een beter milieu. Dit zogenoemde WKO-systeem is een belangrijk onderdeel van de gekozen methode van duurzaam renoveren en bouwen bij het HagaZiekenhuis. 37 In ons lichaam vinden elke dag miljarden celdelingen plaats Als cellen ontsporen Cellen zijn de bouwstenen van ons lichaam. Cellen kunnen delen. Er ontstaan dan twee nieuwe cellen. Dat gaat bijna altijd goed. Maar soms gaat er iets mis. Cellen worden ‘ziek’ en gaan ongeremd delen. Zij verdringen hun gezonde soortgenoten. Er ontstaat kanker. Wat is dat, hoe ontstaat het en wat is eraan te doen? 38 februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Megchelen Beeld Hans Oostrum, Shutterstock A lles wat leeft bestaat uit cellen. Muggen en olifanten, kwallen en walvissen, eikenbomen en vergeetmij-nietjes en ook mensen bestaan uit cellen. De meeste cellen zijn niet groter dan een 100ste deel van een millimeter. Je kunt ze dus alleen zien door een microscoop. Elke cel in ons lichaam is omgeven door een dun vliesje, het celmembraan. De binnenkant van de cel bestaat uit de celvloeistof en de celkern. Alles wat de cel doet, doet zij met celvloeistof en celmembraan. Zo kunnen spiercellen samentrekken. Cellen van de lever kunnen gifstoffen afbreken. Cellen in de darm kunnen voedsel opnemen. Hersencellen kunnen informatie uitwisselen. De cellen van ons lichaam werken onderling samen om te zorgen dat wij (over)leven. Alle onderdelen van de cel worden voortdurend vernieuwd. De informatie daarvoor ligt opgeslagen in de kern van elke cel. De celkern is een soort bibliotheek vol recepten. Die recepten zijn geschreven in het DNA in de celkern. De informatie in het DNA wordt bepaald door de volgorde van de DNAbouwsteentjes. Die worden aangeduid met de letters A,T,C en G. Elk recept is gemaakt van een paar duizend van die ‘DNA-letters’. De cel gebruikt die recepten om zijn eigen bouwstenen telkens te vervangen. LIJFMAGAZINE • februari 2013 Miljarden ‘letters’ Nieuwe cellen worden dus gemaakt door deling. Een cel splitst in tweeën en er ontstaan twee kopieën. Celdeling maakt ook groei mogelijk. Dankzij celdelingen zijn alle cellen in ons lichaam ontstaan. Uiteindelijk zijn we allemaal begonnen als een enkele cel: de bevruchte eicel. Een celdeling begint ermee dat de informatie in de celkern verdubbeld wordt. Zo krijgen alle cellen hetzelfde DNA mee. Dat klinkt misschien simpel. Maar de bibliotheek in de celkern bestaat uit 3,2 miljard ‘letters’ DNA. Dat zijn 500.000 dubbelzijdig bedrukte bladzijden. Een stevige boekenkast vol dus. Die moet foutloos worden gekopieerd. Want fouten kunnen tot kanker leiden. Foutjes in de receptuur Onze cellen doen er alles aan om het DNA in de celkern foutloos te houden. Als er wel iets fout is en de fout kan niet hersteld worden, gaat de cel dood. Beter één cel minder dan fouten in het DNA. Maar er zijn elke dag miljarden celdelingen in ons lichaam. Dag in, dag uit wordt miljarden keren die hele bibliotheek in ons DNA gekopieerd. Een foutje kan er dan doorheen glippen. Zo’n fout in het DNA is vaak onschuldig. Sommige informatie kan best gemist worden. Maar een fout kan ook ernstige gevolgen hebben. De cel kan ‘doof’ of ‘blind’ worden voor signalen van andere cellen. Zo merkt hij bijvoorbeeld niet dat er al genoeg van zijn soort cellen zijn. Hij gaat vaker delen. Dat is een typische eigenschap van kankercellen. Door een paar van zulke fouten in het DNA kan een gezonde cel veranderen in een kankercel. En als één enkele cel blijft delen en delen, ontstaat uiteindelijk een gezwel. “We lopen allemaal een risico en dat risico wordt groter als we ouder worden” Onsterfelijk en asociaal Kankercellen zijn anders dan gewone cellen. Ze houden geen rekening met hun omgeving. Het zijn asociale cellen, die blijven delen en groeien. Ze gaan ook veel minder gemakkelijk dood, zelfs als er fouten in hun DNA zitten. Kankercellen gaan veel slordiger om met hun DNA. Als ze delen, kijken ze helemaal niet meer of alles wel netjes gekopieerd is. Zo ontstaan in een tumor heel veel verschillende cellen. Een deel van de cellen in de tumor wordt steeds kwaadaardiger. Ze krijgen bijvoorbeeld de eigenschap om weefsel kapot te maken. Dan kunnen ze in het bloed terechtkomen en naar andere plekken in het lichaam gaan. Daar kunnen zij weer uitgroeien en een nieuwe tumor vormen. Zo ontstaan uitzaaiingen. Een uitzaaiing is een nieuwe tumor. Als er uitzaaiingen zijn, >>> 39 Oncologie Elke dag vinden in ons lichaam miljarden celdelingen plaats. Het is dan ook verheu­ gend dat relatief gezien zo weinig mensen met kanker geconfronteerd worden. is kanker vaak moeilijk te genezen. De oorzaken van kanker Kanker ontstaat dus door fouten in het DNA in een celkern. Alles wat het DNA beschadigt, kan kanker veroorzaken. Zonlicht bijvoorbeeld, of bepaalde chemische stoffen. Sigarettenrook is rijk aan zulke stoffen. Maar ook luchtverontreiniging en chemisch afval kan kankerverwekkend zijn. Radioactieve straling is eveneens kankerverwekkend. Overmatige blootstelling aan zonlicht kan huidkanker veroorzaken Soms krijg je bij je geboorte al foutjes in het DNA mee. Je krijgt dan vaak op jongere leeftijd kanker. Als er veel mensen in de familie dezelfde vorm van kanker krijgen, is het goed om dat te laten onderzoeken en mogelijkerwijs preventieve maatregelen te nemen. Het ontstaan van kanker duurt meestal vele jaren. Het kost tijd voordat de eerste kankercel is uitgegroeid tot een tumor die klachten geeft. Hoogstwaarschijnlijk ontstaan bij ieder mens regelmatig kankercellen. Die worden op tijd door het afweersysteem herkend en uitgeschakeld. Geneesmid- 40 delen die het afweersysteem onderdrukken, vergroten daarom de kans op kanker. Zulke middelen worden bijvoorbeeld gegeven aan patiënten na een transplantatie. Deze patiënten hebben vaker (huid)kanker. Kanker is niet besmettelijk. Maar er zijn wel vormen van kanker waarbij een besmetting met een virus een rol kan spelen. Sommige virussen kunnen namelijk het DNA in de celkern beschadigen. Bij baarmoederhalskanker bijvoorbeeld is een virus betrokken. Patiënten met de virusziekte hiv (aids) hebben ook een grotere kans op kanker. In het algemeen kan gezegd worden dat gezond leven ook helpt tegen kanker. Alcohol en roken vergroten de kans op kanker. Ook bij overgewicht en onvoldoende beweging neemt de kans op kanker toe. Gezond eten met voldoende groenten en fruit beschermt tegen kanker. Dat komt doordat vitaminen en andere stoffen in groenten en fruit het DNA beschermen tegen schadelijke invloeden. Maar ook wie helemaal gezond leeft, kan ziek worden. Bij de meeste mensen die kanker krijgen is namelijk geen duidelijke oorzaak aan te wijzen. We lopen allemaal risico en dat risico wordt groter naarmate we ouder worden. Onze cellen hebben als we oud worden al heel vaak gedeeld. De kans op foutjes neemt dan toe. Eigenlijk is vroeg doodgaan vreemd genoeg de allerbeste manier om kanker te voorkomen. Vaak krijgt de patiënt voor de zekerheid ook nog bestraling of geneesmiddelen (chemotherapie). De laatste restjes kankercellen moeten zo worden vernietigd. En dat gaat tegenwoordig heel vaak goed. Bij veel vormen van kanker kunnen patiënten worden genezen. Als er al uitzaaiingen zijn, kan de chirurg meestal niets doen. Bestraling en/of chemotherapie moet de ziekte dan onder controle houden. Er zijn vormen van kanker die dan nog goed genezen kunnen worden. Kanker van de zaadbal bijvoorbeeld is vaak al uitgezaaid als de ziekte herkend wordt. Toch worden de meeste mannen met deze vorm van kanker genezen. Ook als genezing niet meer mogelijk is, kan chemotherapie helpen. Iemand kan dan nog geruime tijd Kanker in Nederland Elk jaar overlijden meer dan veertigduizend mensen in ons land aan kanker. Bij mannen is het dan ook de belangrijkste doodsoorzaak. Bij vrouwen zijn hart- en vaatziekten net iets vaker dodelijk. Meer dan een half miljoen mensen leven met kanker. Elk jaar wordt er bij ongeveer negentigduizend mensen kanker vastgesteld. Dat aantal neemt elk jaar verder toe. Dat komt ook doordat onze bevolking ouder wordt. Prostaatkanker, borstkanker, darmkanker en longkanker komen het meeste voor. Prostaatkanker, borstkanker en darmkanker zijn in het algemeen goed te behandelen. Vooral als zij op tijd ontdekt worden. Daarom wordt in Nederland in de komende jaren een screening op darmkanker ingevoerd. Er bestaat al een bevolkingsonderzoek voor borstkanker en baarmoederhalskanker. Behandeling Hoe eerder kanker wordt aangepakt, hoe beter. Een kleine tumor is meestal nog niet uitgezaaid. Als de chirurg de tumor er helemaal uit kan halen, is de patiënt genezen. Longkanker als gevolg van roken is nog steeds een van de belangrijkste vormen van kanker. februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum, Shutterstock Grote verschillen Er wordt vaak over kanker gepraat alsof het een enkele ziekte is. Ook in dit artikel hebben we dat gemakshalve gedaan. Maar eigenlijk zou je moeten zeggen dat kanker een verzamelnaam is. Er zijn heel veel verschillende soorten kanker. In alle gevallen gaan er cellen ongeremd groeien. Maar het maakt wel veel uit wat voor soort cellen dat zijn. Sommige vormen van kanker zijn redelijk onschuldig, zoals de meeste vormen van huidkanker. Andere zijn al snel fataal. Er zal dan ook niet snel ‘één middel tegen kanker’ gevonden worden. Wel wordt er vooruitgang geboekt bij de behandeling van verschillende soorten kanker. Met het klimmen der jaren neemt de kans op het krijgen van een vorm van kanker toe. leven. Goede begeleiding en behandeling zorgen ervoor dat hij of zij zo min mogelijk klachten heeft. Nieuwe behandelingen Met chirurgie, bestraling en chemotherapie kunnen veel patiënten behandeld worden. Ongeveer de helft van alle patiënten kan genezen worden. Dat hangt heel erg af van het soort kanker. Bij de onschuldige vormen van huidkanker geneest bijna iedereen. Kanker van de alvleesklier en longkanker is vaak niet te genezen. Het maakt bovendien veel uit of de ziekte vroeg herkend wordt. Daarom wordt bijvoorbeeld bij vrouwen een uitstrijkje gemaakt. Baarmoederhalskanker is goed te behandelen als het in een vroeg stadium gevonden wordt. In de wetenschappelijke laboratoria wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe behandelingen. In de afgelopen jaren zijn al veel nieuwe geneesmiddelen LIJFMAGAZINE • februari 2013 tegen kanker ontwikkeld. Net als gewone chemotherapie maken zij kankercellen dood. Maar ze maken gebruik van unieke eigenschappen van kankercellen. Daardoor laten ze gezonde cellen meer met rust. De nieuwe middelen hebben daardoor minder bijwerkingen. Een andere nieuwe aanpak maakt gebruik van het afweersysteem van het lichaam. Ons lichaam kan afwijkende cellen herkennen en uitschakelen. Dat gebeurt voortdurend. Als er toch kanker ontstaat, zijn de kankercellen dus aan die bewaking ontsnapt. Wetenschappers zoeken naar trucs om te zorgen dat het afweersysteem de kankercellen weer herkent en uitschakelt. Daar zijn al successen mee bereikt. Maar voorlopig lukt het niet om grote aantallen patiënten op die manier te genezen. Kankercellen blijken op een bepaalde manier heel slim te zijn. Ze ontsnappen telkens weer aan de afweer. Een nieuwe aanpak die al wel wordt toegepast is de behandeling met licht: fotodynamische therapie. Bepaalde geneesmiddelen worden pas actief als je er licht op schijnt. Je kunt op die manier dus als het ware de tumor aanwijzen. Gezonde cellen blijven zo gespaard. Behandeling met licht wordt toegepast bij die vormen van kanker waar je makkelijk licht op kunt schijnen. In de huid bijvoorbeeld. Het HagaZiekenhuis geeft deze fotodynamische therapie tegen huidkanker. Het aantal patiënten met kanker zal in de komende jaren toenemen. Dat komt doordat de bevolking ouder wordt. Bovendien overleven meer mensen met kanker. Vaak hebben zij nog wel medische zorg nodig. Het is dan ook te hopen dat wetenschappelijk onderzoek succes heeft bij het zoeken naar effectieve oplossingen voor hun problemen. • Kankerzorg in het HagaZiekenhuis Het HagaZiekenhuis behandelt patiënten met alle veel voorkomende vormen van kanker. Op sommige terreinen loopt het ziekenhuis voorop. In de hema­ tologie bijvoorbeeld, bij de behandeling van kanker van bloedcellen, zoals leukemie. Daarin is het HagaZiekenhuis een van de koplopers in Nederland. Lintje Het HagaZiekenhuis was het tweede ziekenhuis in Nederland waar een nieuwe MRI-scan voor prostaatkanker werd ingevoerd. Een MRI is een scan waarop goed te zien is waar een mogelijke afwijking zit. De uroloog kan daar dan wat cellen weghalen om te kijken of het kanker is. Prostaatkanker komt veel voor. Een op de zes mannen in Nederland krijgt ermee te maken. De nieuwe techniek geeft meer zekerheid. Als het nodig is, kan de patiënt snel behandeld worden. Ook de zorg voor patiënten met borstkanker in het HagaZiekenhuis is van hoge kwaliteit. Hij is al regelmatig onderscheiden met het ‘roze lintje’ van De Borstkankervereniging Nederland (BVN). Deze vereniging stelt hoge eisen aan de kwaliteit van zorg voor patiënten met borstkanker. Ook borstkanker komt veel voor. Een op de negen vrouwen in Nederland krijgt borstkanker. Beeld van de nieuwe verpleeg­ afdeling voor oncologie­ patienten 41 VERPLEGING Het beroep van verpleegkundige is steeds breder geworden Wie is wie in het wit? Als u in het ziekenhuis ligt, ziet u veel verschillende mensen aan uw bed verschijnen. Is het een dokter? Een verpleegkundige? En wat voor een dokter of verpleegkundige? Gewoon vragen, adviseert Frank Tetteroo van de HagaAcademie. Hij legt uit welke verpleegkundigen u kunt tegenkomen in het HagaZiekenhuis en wat u van hen kunt verwachten. F rank Tetteroo is als manager van het verpleegkundig onderwijs van de HagaAcademie de leidinggevende van alle leerlingen die in het HagaZiekenhuis onderwijs volgen, dat zijn in totaal zo’n honderdtwintig verpleegkundigen in spe die de basisopleiding volgen. Ze studeren aan het Haagse ROC Mondriaan (mbo-niveau) en aan de Hogeschool Leiden en de Haagse Hogeschool (hbo-niveau) en zeventig procent van hun studietijd werken ze onder begeleiding in het HagaZiekenhuis. “De afdelingen nemen hun opleidingsverantwoordelijkheid serieus”, zegt Tetteroo. “Medewerkers van de HagaAcademie toetsen op hun beurt of alles volgens afspraak verloopt en of leerlingen en begeleiders de juiste stappen zetten op weg naar het diploma.” 42 De HagaAcademie houdt zich bezig met de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek, het beleggen van congressen en trainingen en met het medisch en verpleegkundig onderwijs in het ziekenhuis. Dat Tetteroo, die zelf een verpleegkundige achtergrond heeft, het beroep een warm hart toedraagt, klinkt door in elke zin die hij zegt. “Een ontzettend mooi vak, waar je trots op mag zijn. Maar het respect voor de manier waarop je het beroep beoefent, moet je verdienen, daar moet je hard voor werken.” Allemaal professionals In het ziekenhuis ziet u zo veel mensen voorbijkomen die allemaal in het wit gekleed gaan, dat u de tel gemakkelijk kwijtraakt en niet meer weet wie wie is. U bent niet de enige. In 2012 is daar onderzoek naar verricht door de KNMG, de koepel van alle Nederlandse artsen. Nog geen 20 procent van de patiënten wist precies wie de hulp in goede banen leidt en wie waarvoor aanspreekbaar is. Net als binnen de wereld van artsen, werken in de verpleging en verzorging mensen met verschillende opleidingen en dus met verschillende bevoegdheden. Maar al hebben ze een uiteenlopende achtergrond, het zijn allemaal professionals. Als u hulp nodig heeft bij bijvoorbeeld eten en wassen, is de kans groot dat een ‘helpende’ u bijstaat, de naam verwijst naar hun opleiding. De kans dat u een ‘verpleegkundige’ treft is groter, want er zijn in het HagaZiekenhuis meer verpleeg- februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum kundigen dan helpenden. Hun opleiding is wat uitgebreider en hun takenpakket ook. Zij delen bijvoorbeeld medicijnen uit, verzorgen wonden en geven injecties, maar ze doen dat altijd in opdracht van en onder verantwoordelijkheid van een arts. Er zijn verpleegkundigen met een middelbare en met een hogere beroepsopleiding. Of het nu mbo’ers zijn of hbo’ers, het zijn allemaal volwaardige verpleegkundigen. Ze behoren tot wat in vaktaal heet de ‘basisverpleegkunde’ van het ziekenhuis. In de praktijk is het onderscheid tussen hbo- en mbo-verpleegkundigen niet zo scherp aangezien in de praktijk persoonlijke kwaliteiten een grote rol spelen. Specialistische verpleegkundigen Sommige basisverpleegkundigen krijgen na verloop van tijd behoefte om zich professioneel verder te ontwikkelen. Ze kunnen zich dan specialiseren voor bepaalde afdelingen, bijvoorbeeld voor de hartbewaking, de operatiekamer, de kinderafdeling, de dialyseafdeling voor mensen met nierproblemen of de spoedeisende hulp. Die specialisatie kan gebeuren in het Erasmus Medisch Centrum of in het Leids Universitair Medisch Centrum, beide academische centra waarmee het HagaZiekenhuis samenwerkt. Verpleegkundigen die zich specialiseren, komen in dienst van het HagaZiekenhuis, bijvoorbeeld als leerling spoedeisende hulp of leerling anesthesie. Zodra ze het diploma voor hun specialisatie behaald hebben, kunnen ze solliciteren en gaan ze werken in het team waarin ze opgeleid zijn. “Een ontzettend mooi vak, waar je trots op mag zijn” Houd je ervan om ’s nachts te werken? Kun je goed functioneren in een omgeving waar het altijd rennen of stilstaan is, zoals de spoedeisende hulp? Ligt het je om continu onder spanning te werken of geef je de voorkeur aan werken volgens vastliggende procedures? Dat zijn de vragen die voor een groot deel bepalen in welke richting verpleegkundigen zich specialiseren. Tetteroo noemt de spoedeisende hulp als voorbeeld: “Elk moment kan er iets gebeuren en je weet niet vantevoren wat, dus je moet veel kennis en kunde hebben en adequaat kunnen inspelen op allerhande situaties. Die continue spanningsboog moet je aankunnen.” Bijna een dokter Naast de specialistische verpleegkundigen zijn er in Het HagaZiekenhuis ook verpleegkundig specialisten. De namen van de functies lijken veel op elkaar, maar de inhoud LIJFMAGAZINE • februari 2013 is wel degelijk verschillend. Verpleegkundig specialisten zijn de nurse practitioners en de physician assistants. Deze medewerkers werken in het grensgebied van medische en verpleegkundige zorg, ze functioneren als het ware als arts-assistenten en ze verrichten een aantal medische handelingen. Daarbij zijn ze gespecialiseerd op een bepaald gebied, bijvoorbeeld de zorg voor mensen kanker of cardiologische zorg voor mensen met hartproblemen. Tetteroo: “Soms staat een maatschap voor de keuze: nemen we een arts-assistent aan, een nurse practitioner of een physician assistent? Een arts-assistent blijft tijdelijk, want hij of zij groeit door in het artsenberoep. Het voordeel van een nurse practitioner of een physician assistents is continuïteit. Ze blijven, en dat kan heel prettig zijn voor patiënten. Bijvoorbeeld voor mensen met kanker die zo tijdens de hele behandeling, vanaf de diagnose tot en met de controle achteraf, altijd hetzelfde vertrouwde gezicht zien. U bent bijna een dokter… Mensen zien het als een uiting van waardering voor de verpleegkundige. Tetteroo heeft er gemengde gevoelens bij. “Patiënten bedoelen het aardig, maar ik voel er ook een beetje een onderschatting in van het verpleegkundige beroep. Het is net zo’n opmerking als ‘Voor je leeftijd zie je er nog goed uit...’ Een heel goede verpleegkundige is gewoon een heel goede verpleegkundige!” Er zijn niet alleen meer medewerkers in een groeiend aantal functies, ze gaan ook nog allemaal hetzelfde gekleed. Voor de patiënt wordt het er niet gemakkelijker op om te onderscheiden wie wie is in het ziekenhuis. Gewoon vragen, adviseert Tetteroo. “Nee, dat is niet brutaal. Als ik zelf in het ziekenhuis zou liggen, wil ik weten wie aan mijn bed staat. Alleen al om de juiste vragen te kunnen stellen.”• 43 Zwangerschap Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum Comfortabel kramen in het Geboortehotel Haga Wilt u het liefste bevallen in uw eigen vertrouwde omgeving? Of vindt u het een veilig idee om uw baby in het ziekenhuis te krijgen? GeboorteHotel Haga biedt een combinatie van huiselijkheid en veiligheid. D e kraamverzorgende die de rondleiding verzorgt, is duidelijk trots op GeboorteHotel Haga. Op het aanrecht in de pantry staan zelfs de beschuiten met muisjes al klaar! GeboorteHotel Haga ligt op de vijfde verdieping van de locatie Sportlaan van het HagaZiekenhuis. De tien kamers zijn modern, ruim en huiselijk. Alles is er: wiegje, commode, koelkast, radio, tv, telefoon en draadloos internet. Elke kamer heeft een eigen badkamer met douche en toilet. Er is ook een extra bed, want de partner of eventueel een ouder kind van de kraamvrouw kan blijven slapen. Er kunnen allerlei redenen zijn om niet thuis te kramen. GeboorteHotel Haga biedt de mogelijkheid om in alle rust te bevallen en daarna lekker uit te rusten. “We proberen een zo huiselijk mogelijke sfeer te scheppen”, zegt manager Sylvia van den Dool. “Maar met de service en het comfort van een hotel.” Deskundigheid binnen handbereik In GeboorteHotel Haga kunnen vrouwen zonder medische indicatie bevallen onder begeleiding van hun eigen verloskundige met assistentie van de kraamverzorgenden van het hotel. Dat gebeurt op de afdeling verloskunde van het HagaZiekenhuis. En mocht er onverhoopt iets niet goed gaan, dan is medische zorg direct aanwezig. “Als de bevalling ‘medisch’ wordt, zoals wij dat noemen, kan de kraamvrouw in dezelfde kamer blijven”, legt Van den Dool uit. “Ze hoeft niet op een brancard door de gangen, ze blijft waar ze is. Want alle zorg die nodig is, komt direct naar haar toe.” Het medische team van het HagaZiekenhuis vervangt namelijk op dat moment het team van GeboorteHotel Haga. Mevrouw Ros maakte dat mee: “Binnen vijf à tien seconden was er assistentie toen bleek dat onze dochter geen lucht had. Wij hebben ons geen moment zorgen hoeven te maken.” Zorgplan Ook vrouwen met een medische indicatie kunnen na hun bevalling gebruikmaken van GeboorteHotel Haga. Net als thuis 44 krijgen moeders er professionele zorg van gediplomeerde kraamverzorgenden. Van den Dool: “Onze gasten kunnen de klok rond rekenen op goede zorg en informatie. We merken hoe dat gewaardeerd wordt, want er leven veel vragen, over borstvoeding bijvoorbeeld. Een natuurlijk proces dat je niet kunt sturen, wat moeders behoorlijk onzeker kan maken.” De kraamverzorgenden werken met een zorgplan, waarin ook speciale wensen van de moeder vastgelegd kunnen worden. Zorg op maat dus, zowel ’s nachts als overdag. En na drie à vijf dagen – de gemiddelde verblijfsduur in het hotel – vertrekt de moeder weer uitgerust naar huis, vaak met aanvullende thuiskraamzorg. Rondleiding Wilt u een kijkje nemen in GeboorteHotel Haga? U bent iedere dag om 15.30 uur welkom voor een rondleiding. Bel rond 14.00 uur even voor een afspraak. Telefoon: (070) 210 77 01. Ook een virtuele rondleiding is mogelijk: http://www.geboortehotel.com/hotels/ haga/rondleidingen/ • februari 2013 • LIJFMAGAZINE gezondheid Tekst Bernadette Schoemaker Beeld Studio Oostrum De overgang: voor elke vrouw anders Er is geen ontkomen aan: elke vrouw komt in de menopauze. Als de menstruatie stopt, is dat een feit. Fijn, zou je zeggen, maar er komt nieuw ongemak voor in de plaats. De opvlieger kent iedereen. Maar wat is nou verder toe te schrijven aan die hormoonverandering? En waar vind je de juiste informatie? Bij een overgangsconsulent, wellicht. Die weet ook dat geen enkele vrouw in de overgang lijkt op een ander. en 50 jaar is een vroege overgang, te vroeg is die bij een leeftijd van 40. Gemiddeld duurt de overgang 4 tot 7 jaar, maar het proces kan ook 10 jaar duren. Eenderde van de vrouwen heeft nauwelijks last, een derde redt zich met zelfmedicatie en eenderde gaat met klachten naar een gynaecoloog of overgangsconsulent. Drie klachten zijn echt hormonaal, wat wil zeggen dat die direct samenhangen met de oestrogeen-daling. Dit zijn: het uitblijven van de menstruatie, de opvliegers en het droger worden van de slijmvliezen. Alle vrouwen hebben deze drie typische overgangsklachten, in meer of mindere mate. Kettingreactie T wee feiten zijn gesneden koek voor elke vrouw in de overgang: je menstrueert niet meer en maakt minder hormonen aan. Maar dan. Hoe zit het nou precies? Vrouwen spreken dat met elkaar door. Ze googlen, lezen erover, gaan naar een zelfhulpgroep, raadplegen hun huisarts, een gynaecoloog. Bij overgangsconsulenten komen ze ook. In het HagaZiekenhuis is dat Liesbeth Verbeek. Zij voorziet in een behoefte. Over de overgang is namelijk wel veel informatie beschikbaar, maar die LIJFMAGAZINE • januari 2013 is vaak versnipperd en ook vol meningen, legt Verbeek uit: “Je weet vaak niet welke informatie wetenschappelijk onderbouwd is. Vrouwen vinden het ook prettig om met hun eigen verhaal te komen. Ik geef informatie die bij hun specifieke situatie past.” Basale feiten Nog even de basale feiten op een rij: de overgang is geen ziekte, maar een fase. Iedere vrouw komt in de menopauze, gemiddeld op haar 51ste jaar. Tussen de 45 Naast deze typische overgangsklachten zijn er klachten die bij vrouwen in de overgang vaker voorkomen. Waar die vandaan komen, is moeilijker vast te stellen. 21 Klachten zijn opgenomen in een gestandaardiseerde scorelijst waarmee wordt gewerkt. Verbeek spreekt van de ‘kettingreactie’ die zich manifesteert bij vrouwen in de overgang. Zo hebben ze gevoelens die je kunt scharen onder het begrip ‘emotionele disbalans’. Tussen de oren zit dat niet, legt Verbeek uit: “Het is een cascade aan klachten die absoluut te maken hebben met de overgang, maar met de oestrogeendaling hoeft dat niet altijd direct samen te hangen. Zo zie je bij vrouwen (overigens ook bij oudere mannen) een enorme melatoninedaling door het ouder worden. Melatonine hebben we nodig om te kunnen doorslapen. Door gebrek aan slaap word je veel minder weerbaar. In de overgang kan dat je emotionele disbalans versterken. Of neem bijvoorbeeld stress: dat leidt tot de aanmaak van minder geslachtshormoon, wat meer overgangsklachten kan geven. Wel weer een direct gevolg van oestrogeendaling zijn stemmingsveranderingen. De daling van oestrogeen heeft namelijk direct invloed op de aanmaak van serotonine, een stof in onze hersenen die invloed heeft op onze stemming. De overgang kan dus de trigger zijn voor stemmingsschommelingen of depressie. En dan de behoefte aan seks. >>> 45 gezondheid Colofon Dit tijdschrift over gezondheid en leefstijl is een uitgave van het HagaZiekenhuis in samenwerking met LIJFMAGAZINE BV. Hoofdredactie Pieter van Dam [email protected] Redactie Pieter van Dam, Pieter van Megchelen, Els van Thiel, Bernadette Schoemaker Fotografie Pieter van Dam, Studio Oostrum, Shutterstock Vormgeving en drukwerkbegeleiding Kim Brinkkemper Margriet Brinkkemper (Ditems Media, Monnickendam) Redactieadres Afdeling Communicatie HagaZiekenhuis Leyweg 275, 2545 CH Den Haag Meer informatie op www.hagaziekenhuis.nl Die kan afnemen, door de daling van het hormoon testosteron. Opvliegers en droge slijmvliezen kunnen het plezier nog eens extra bederven.” Menoblues en Menoproof Hartfalen en broze botten De gynaecologen Pauline Ottevanger en Wilma Smit hebben een handboek geschreven voor vrouwen in de overgang: ‘Menoblues en menoproof’ is de titel. Met humor en tips, medewerking van bekende Nederlandse vrouwen en een positieve inslag helpen ze vrouwen de overgang door. Hun motto: zie de overgang als een kans. De twee gynae­cologen willen met dit boek de overgang uit de taboesfeer halen. Ook geen pretje: de hogere kans op hartfalen en broze botten. Wat kan een overgangsconsulent daarover vertellen? Verbeek: “Zolang je menstrueert, beschermt oestrogeen je tegen hart- en vaatziekten, want het heeft invloed op je cholesterol: het goede cholesterol (HDL) houdt je bloeddruk hoog, het slechte cholesterol (LDL) houdt je bloeddruk laag. Na de overgang stijgt de bloeddruk. Daarnaast is het zo dat de overgang zorgt voor een andere vetverdeling in het lichaam. Vrouwen krijgen meer vet op hun bovenbuik. Dit is een extra risicofactor voor hart- en vaatziekten (overigens ook voor suikerziekte). Bij mannen neemt die kans toe op hun 50-ste, bij vrouwen rond hun 60-ste. Oestrogeen beïnvloedt ook de stoffen die onze botten afbreken: de afbraak gaat sneller dan de aanmaak. Daarom is in de overgang 1.000 tot 1.200 mg calcium per dag nodig. Plus vitamine D, omdat dat de benodigde calcium opslaat in je botten. Met zonlicht alleen redden vrouwen in de overgang het niet, weet Verbeek: “Maar liefst 90 procent van de vrouwen van 50plus heeft een te laag vitamine D-gehalte. De Gezondheidsraad geeft niet voor niets het advies van 400 eenheden vitamine D per dag. Dat is heel belangrijk, vooral voor rokers, want een vitamine D-tekort merken de meesten pas ná de botbreuk.” Positief Bij wie wil, brengt de overgangsverpleegkundige alle klachten in kaart. En ze bespreekt oplossingen. Wijzigen van de leefstijl kan gelukkig al veel leed verzachten. Als meer nodig is of gewenst (bijvoorbeeld hormonen, medicatie) omdat de overgangsklachten te invaliderend zijn, krijgen de vrouwen een doorverwijzing naar de gynaecoloog of een andere specialist. De basishouding van Verbeek is bewust positief: “Ik wijs vrouwen op het voordeel van deze periode: ‘Kijk eens wat je allemaal al hebt bereikt!’.” Heerlijk, die boost, maar de werkelijkheid van veel vrouwen is toch ook dat ze moeten blijven presteren tot hun pensioenleeftijd van 67 jaar? Verbeek hoort dat vrouwen ook zeggen: dat ze wel móeten 46 presteren, omdat hun baan op de tocht staat, omdat ze anders voorbij worden gestreefd door jongere collega’s of weggezet als een oud mens. “Jazeker, in de overgang is je lichaam in een soort vecht- en vluchtsituatie. Werkdruk of persoonlijke omstandigheden kunnen weer triggers zijn tot overgangsklachten als meer opvliegers of slaapproblemen.” Niet zeuren Het is niet anders, alle veranderingen moeten worden doorgemaakt. Vroeger sprak je daar niet over. Verbeek ontmoet veel vrouwen die vinden dat ze zeuren. Terecht? Verzet tegen onvermijdelijke veranderingen heeft natuurlijk nooit zin, maar ontkenning werkt ook niet. Stilletjes lijden, zoals de moeders en grootmoeders van de huidige generatie 50-plus nog deden, hoeft niet meer, maar gebeurt nog veel. Vrouwen komen nog steeds niet snel met hun klachten, is de ervaring van Verbeek. Maar dit geeft weer hoop: tijdens de consulten worden de vrouwen even blij. Verbeek: “Je ziet het feest der herkenning. Dat prettige gevoel dat je er niet alleen mee bent; dat je klachten mág hebben én uiten en dat er een passende oplossing is voor vrijwel iedereen.” • Voor een afspraak met de overgangsconsulente is een verwijzing door de huisarts nodig. februari 2013 • LIJFMAGAZINE Tekst Bernadette Schoemaker Beeld Hans Oostrum Stichting HagaVrienden werft voor extra voorzieningen voor patiënten van het HagaZiekenhuis. Een beetje afleiding, beweging en ontspanning helpt om het herstel te bevorderen. En in een prettige omgeving voel je je beter. Denk bijvoorbeeld aan ‘rustgevende’ plafonds in een radiologie onderzoekskamer waar een patiënt een uur verblijft. Of aan trainingsapparaten voor kankerpatiënten die de afdeling een aantal weken niet mogen verlaten. Daar hebben HagaVrienden voor gezorgd! Word ook HagaVriend! www.hagavrienden.nl LIJFMAGAZINE • februari 2013 47 HagaZiekenhuis van Den Haag Bel 112 bij pijn op de borst Wie in de regio Haaglanden acute hartproblemen heeft, wordt automatisch naar het HagaZiekenhuis gebracht. Dit ziekenhuis biedt patiënten als enige ziekenhuis in de regio 24 uur per dag spoed dotterbehandelingen en hartoperaties. Een hartinfarct begint haast altijd met een heftige pijn op de borst. De pijn kan uitstralen naar de linker- of rechterarm, of deze voelen zwaar aan. Hevig zweten, misselijkheid en kramp in de kaken zijn de meest voorkomende symptomen. Bel snel Door binnen 20 minuten na het begin van de klachten 112 te bellen, krijgt u de snelste en de beste zorg. Met een paar controlevragen kan de meldkamer een inschatting maken of er inderdaad sprake is van een hartinfarct. Hartcentrum Hartcentrum HagaZiekenhuis De hulp komt onmiddellijk op gang door middel van een ambulance met gespecialiseerde hulpverleners. Alle ambulances in de regio Haaglanden zijn uitgerust met apparatuur die draadloos in verbinding staat met het Hartcentrum van het HagaZiekenhuis. Het ambulancepersoneel is opgeleid om samen met de interventiecardioloog de diagnose te stellen of het een hartinfarct betreft waarvoor de patiënt gedotterd moet worden. Bij aankomst in het Hartcentrum op de Leyweg in Den Haag staat een deskundig team klaar om een dotterbehandeling uit te voeren. Deskundige samenwerking Door deze samenwerking met de ambulancediensten is een patiënt binnen 60 minuten, nadat 1-1-2 is gebeld, gedotterd. Een enorme tijdwinst. Hierdoor kunnen alle patiënten in de regio Haaglanden terecht voor deskundige zorg bij acute hartproblemen in het Hartcentrum van het HagaZiekenhuis. Voor meer informatie: www.hagaziekenhuis.nl/hartcentrum