Botten en spieren Ontspoorde cellen

advertisement
LIJFMAGAZINE
Tijdschrift over gezondheid en leefstijl
Nummer 2 • februari 2013
Bacteriën:
vrienden én
vijanden
Pareltjes van
Haagse musea
Thema’s:
Botten en spieren
Ontspoorde cellen
neem
grate!is
me
Aangeboden door het
Kinderen met
diabetes
Overgewicht en
diëten
BEZOEK
ONZE
WEBSITE EN
DONEER !
Uw hulp is hard nodig!
Voor de meeste kinderen is een ziekenhuisopname een ingrijpende
ervaring; een moeilijke periode vol onzekerheid en spanning. Stichting
Vrienden van het JKZ heeft als doel het Juliana Kinderziekenhuis te
ondersteunen, zodat het verblijf van de zieke kinderen zoveel mogelijk
veraangenaamd wordt. Een plezierig verblijf heeft een positief effect op
het herstel van de zieke kinderen, zodat zij eerder naar huis kunnen en
weer gewoon kind kunnen zijn.
Doneer via onze website
VRIENDENJKZ.NL
Stichting Vrienden van het Juliana Kinderziekenhuis | [email protected] | antwoordnummer 93323
2509 WB Den Haag | Bank 541116576
LIJFMAGAZINE
tijdschrift over gezondheid en leefstijl
Het belang van een gezonde leefstijl
Nummer 2 • februari 2013
Bacteriën:
vrienden én
vijanden
De eerste uitgave van ons LIJFMAGAZINE
heeft veel positieve reacties opgeleverd
van onze patiënten. Zij waarderen in hoge
Pareltjes van
Haagse musea
de werking van ons lichaam en onze tips
voor een gezondere leefstijl in combinatie
Thema’s:
Botten en spieren
Ontspoorde cellen
mate de toegankelijke informatie over
met artikelen over cultuur, vrije tijd en
Kinderen met
diabetes
Overgewicht en
diëten
voeding. Het tijdschrift sluit dus goed aan bij ons streven om een
sterke relatie met onze patiënten te onderhouden en hen in alle
opzichten te helpen om in goede gezondheid te leven.
neem
grat!is
mee
Aangeboden door het
In deze tweede uitgave bieden wij u weer een gevarieerd pakket
artikelen en korte berichten over medische onderwerpen die sterk
in de belangstelling staan en waar patiënten in algemene zin
Gezondheid
Gezonde voeding
Musea
Wetenschap
Vrije tijd
Theater
Preventie
Kunst
Fotografie
Sport
Bewegen
Wandelen
Citytrip
Praktijkverhaal
HagaNieuws
Lijfverhaal
Gezond ouder worden
Leefstijl
Werking van het menselijk lichaam
veel vragen over hebben. Aan drie thema’s besteden wij in dit
nummer extra aandacht. Dat zijn de werking van ons bewegingsapparaat, de toename van diabetes en het ontstaan van kanker. Het
zijn thema’s waarbij een gezonde leefstijl van groot belang is. Het
uitgebreide artikel over het voorkomen van overgewicht sluit hier
uitstekend bij aan.
Uiteraard besteden wij ook aandacht aan actuele ontwikkelingen
binnen ons eigen ziekenhuis, zoals de nieuwbouwwerkzaamheden
op onze locatie aan de Leyweg, waarbij gastvrijheid een belangrijk
uitgangspunt is bij de planvorming. De nieuwe entree moet een
drempelloze toegang tot ons ziekenhuis garanderen. Een belangrijke ontwikkeling is ook de ingebruikname van ons Spoedplein,
waarbij de activiteiten van ziekenhuis en huisartsen op het gebied
van acute zorg in één gebouw gebundeld zijn.
Wij wensen u weer veel leesplezier.
Chiel Huffmeijer,
voorzitter Raad van Bestuur HagaZiekenhuis
3
inhoud
10
8
12
18
8
4
Altijd in beweging
Een bewegingsapparaat? “Nooit van
gehoord”, zult u misschien denken.
Toch heeft u het. Het geheel van
spieren, pezen, botten en gewrichten
noemen we het bewegingsapparaat.
Het is alles wat we nodig hebben om
te bewegen en zelfs om stil te zitten.
Hoe werkt dat? Hoe houden we
het gezond? En wat kan er
mis gaan? U leest het in
het omslagartikel op
pagina acht.
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Jaargang 2 • nummer 1 • februari 2013
42
34
6
36
30
45
44
kort nieuws
HagaZiekenhuis
6. Helft Nederlanders stelt toiletbezoek uit,
Chocolade helpt tegen hoesten, Rijken leven
langer, Man kent auto beter dan zijn lichaam
20. Kraanwater prima tegen infecties, Wandelen
zorgt voor langer leven, Gezonde voeding
verkleint risico’s hartpatiënten
12. De juiste zorg voor elk spoedpatiënt
18. Op huisbezoek bij kwetsbare ouderen
28. Gastvrije entree nieuw ziekenhuis
36. Ruimere bezoektijden, Speciale website
voor familie IC-patiënten
42. Wie is wie in het wit?
44. Comfortabel kramen in geboortehotel
Gezondheid
10. Weer bewegen zonder pijn en ongemakken
11. Borstvoeding is goed voor baby en moeder
22. Microscopisch kleine vrienden en vijanden
30. Enorme toename van diabetes
31. Kinderen met diabetes
38. Als cellen ontsporen. Het ontstaan van kanker
45. De overgang is voor elke vrouw anders
Cultuur
15. Grote ontdekkingen in kleine musea
Vrije tijd en beweging
34. Wandelen in Midden-Delftland
Preventie
25. Fitness is beter dan fatness
LIJFMAGAZINE • februari 2013
5
kort nieuws
Nederland telt
relatief weinig artsen
Chocolade helpt
tegen hoest
Chocolade kan een remedie zijn bij een
hardnekkige hoest. Dat blijkt uit een
onderzoek van de University of Hull.
Van nature zit er in chocolade theobromine.
Deze stof vermindert de symptomen van
zowel acute als chronische hoest. Eerder
onderzoek van het Amerikaanse National
Heart and Lung Institute toonde al aan dat
theobromine bepaalde zenuwen blokkeert,
waardoor de hoestreflex stopt. Theobromine
bleek effectiever te zijn dan de veelgebruikte
hoestonderdrukker codeïne.
Volgens de onderzoekers van de University
of Hull zit er in een reep pure chocolade
voldoende theobromine om effect te hebben
op je hoest. “Elke dag een reep chocola eten
waarin veel van deze werkzame stof zit kan
ook effectief zijn bij mensen met chronische
hoest, hoewel dagelijks chocolade eten
andere ongewenste effecten kan hebben,
zoals gewichtstoename”, zegt onderzoeker
Alyn Morice.
Nederland telt relatief weinig medisch
specialisten en huisartsen per 1.000
inwoners. In een groot aantal Europese landen ligt dat cijfer beduidend
hoger zijn, zo blijkt uit cijfers van de
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ).
Nederland telt 1 medisch specialist
en 0,53 huisartsen per 1.000 inwoners, terwijl Oostenrijk voor datzelfde
inwonersaantal uitkomt op 2,29 medisch
specialisten en 1,55 huisartsen. In
Frankrijk zijn er zelfs 1,65 huisartsen en
in Zwitserland 2,35 medisch specialisten
per 1.000 inwoners.
De beperkte toelating tot de geneeskundeopleidingen in Nederland verklaart
volgens de NVZ in belangrijke mate
de verschillen. Een ander deel van de
oorzaak ligt volgens de NVZ bij de
gezondheid van de bevolking. Nederlanders zijn en blijven steeds langer gezond,
waardoor zij medisch specialisten en
huisartsen minder bezoeken. Gemiddeld brengen Nederlanders 5,9 keer per
jaar een bezoek aan een arts. In Spanje
bedraagt dat cijfer bijvoorbeeld 8,7.
Helft Nederlanders stelt toiletbezoek uit
Ruim 60 procent van de Nederlanders stelt het toiletbezoek wel eens bewust uit.
Hierdoor kunnen problemen met de stoelgang ontstaan. Dat blijkt uit onderzoek van
de Maag Lever Darm Stichting.
De belangrijkste reden voor uitstel zijn een vies of stinkend toilet, andere mensen in de
buurt, geen tijd of niet buiten de deur kunnen poepen. Verder blijkt uit het onderzoek dat
56 procent van de respondenten wel eens iets te lezen meeneemt naar het toilet.
Gezond toiletgedrag kan problemen
met de stoelgang verminderen en zelfs
voorkomen.
Onder gezond toiletgedrag wordt
verstaan; direct naar het toilet gaan bij
het voelen van aandrang en rustig de tijd
nemen. Naast gezond toiletgedrag is het
voor een goede spijsvertering van belang
om voldoende te drinken, regelmatig te
bewegen en gezond te eten.
6
We worden
dikker en langer
Meer dan de helft van de volwassen mannen (54 procent) en bijna de helft van de
vrouwen (43 procent) in Nederland heeft
overgewicht. Dat blijkt uit de jongste cijfers
van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Mannen wegen gemiddeld 84 kilo, vrouwen
70 kilo. Dat is respectievelijk 5,6 en 3,7 kilo
zwaarder dan 20 jaar geleden.
Maar we worden ook langer. De gemiddelde
lengte is voor mannen de afgelopen 20
jaar met 2,1 centimeter gestegen naar 1,81
meter. Voor vrouwen ligt het gemiddelde
met 1,68 meter 0,6 centimeter hoger dan
20 jaar geleden.
januari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Dam Beeld Shutterstock
Jongeren roken minder,
maar worden zwaarder
Rijken leven langer
Rijke mensen leven langer dan arme mensen. Die verschillen kunnen voor mannen
oplopen tot ongeveer 8 jaar en bij vrouwen tot bijna 7 jaar. Dat blijkt uit cijfers van het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over 2011. De gemiddelde levensverwachting
van vrouwen was in 2011 82,9 jaar, bij mannen 79,2 jaar.
Het verschil in gezonde levensjaren tussen rijke en arme mensen is zowel bij mannen als
vrouwen maar liefst 18 jaar. De levensverwachting in gezondheid die als goed wordt ervaren,
is voor mannen uit de laagste inkomensgroep bij geboorte gemiddeld 53,4 jaar. Voor vrouwen is dat bij de geboorte 53,2 jaar. De gemiddelde levensverwachting in goede gezondheid
is bij mensen met hoge inkomens gemiddeld 71,1 jaar bij zowel mannen als vrouwen. Ook
het aantal jaren dat in geestelijk goede gezondheid wordt doorgebracht, ligt hoger bij de
welgestelde bevolking.
Consument overschat voordelen lightproducten
De gezondheidsvoordelen van lightproducten worden door veel mensen
overschat. Bijna een derde van de
consumenten denkt onterecht dat een
lightvariant minimaal de helft minder
calorieën heeft, zo blijkt uit onderzoek
van het Voedingscentrum en onder
ruim twaalfhonderd mensen.
Het Voedingscentrum benadrukt dat
light alleen maar staat voor een reductie
van vet, suiker of calorieën van minstens
LIJFMAGAZINE • januari 2013
dertig procent. In de lightvariant van
boter kan bijvoorbeeld evenveel vet en
suiker zitten als in gewone boter, maar iets
minder calorieën. Slechts twintig procent
zou dat weten.
Driekwart van de Nederlanders zou
regelmatig lightproducten gebruiken.
Ruim twintig procent van de mensen
die minimaal wekelijks lightproducten
eten of drinken, zeggen hierdoor te zijn
afgevallen. Een vijfde van de mensen die
het light-etiket mijden zegt zich zorgen
te maken over de veiligheid van zulke
middelen. Volgens het Voedingscentrum
zijn die zorgen onterecht. Toch is light niet
altijd beter. Zo zit in light-chips wel dertig
procent minder vet, maar het verschil
in calorieën is minimaal omdat er extra
zetmeel in is gestopt. De lightvariant van
frisdranken zou vaak wel verschil maken.
Jongeren roken fors minder, maar
worden wel steeds zwaarder. Dat blijkt
uit de Nationale Jeugdmonitor van het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
die onlangs is verschenen. Van de ondervraagden zegt 24 procent van de jongens
en 22 procent van de meisjes te roken.
In 2001 was dat nog 30 en 29 procent.
Nederlandse jongeren worden wel steeds
zwaarder. Overgewicht bij jongeren is
dan ook een belangrijk aandachtspunt
in het Nationaal Preventie Plan dat
het ministerie van VWS binnenkort zal
aanbieden aan de Tweede Kamer.
Man kent auto beter dan
zijn eigen lichaam
Mannen kennen hun auto beter dan hun
eigen lichaam. Dat blijkt uit een Brits
onderzoek waarbij de kennis van 1.500
mannen over hun eigen lichaam werd
onderzocht.
Negen van de tien mannen bleken geen
moeite te hebben met het aanwijzen van
de oliepeilstok en de radiateur in de auto,
maar slechts de helft van de mannen wist
waar hun zaadleiders zitten. Eén op de
twaalf ondervraagde mannen dacht zelfs
dat de zaadleiders in hun oren zitten!
7
omslagartikel
Knap samenspel van spieren, pezen, botten en gewrichten
Altijd in beweging
Een bewegingsapparaat? “Nooit van gehoord”, zult u misschien denken. Toch heeft u het.
Het geheel van spieren, pezen, botten en gewrichten noemen we het bewegingsapparaat.
Het is alles wat we nodig hebben om te bewegen en zelfs om stil te zitten. Hoe werkt dat?
Hoe houden we het gezond? En wat kan er mis gaan?
B
ewegen is leven. Al lang voordat we
geboren worden, zijn we in beweging.
“Ik voel leven”, zegt de aanstaande
moeder dan. En in onze eerste levensjaren
mogen we naar hartenlust spartelen en
rondrennen. Daarna leren we op school om
stil te zitten en gaan we meestal te weinig
bewegen. Maar zelfs om stil te zitten heb
je je spieren en botten nodig. En ook als
we stilzitten, is ons bewegingsapparaat
voortdurend in beweging. Onze botten en
spieren worden vernieuwd en aangepast.
Zij verbranden voedingsstoffen en houden
ons warm. Laten we eens kijken hoe het er
allemaal uitziet.
8
Een groot deel kunnen we aan de buitenkant
voelen. Neem bijvoorbeeld een arm. Die
bestaat uit botten, spieren, pezen en gewrichten. Het bovenste bot, de bovenarm, zit
met een gewricht vast aan de schouder. Over
dat gewricht heen lopen spieren naar de rug
en de borst en het schouderblad. Zij zorgen
ervoor dat wij onze arm kunnen bewegen.
De onderarm bestaat uit twee botten die
om elkaar heen kunnen draaien. Daardoor
kunnen we met onze hand een schroefbeweging maken. De pols en de hand bestaan uit
heel veel kleinere botjes en botten. Daardoor
kunnen handen heel veel bewegingen maken. Sommigen zelfs pianospelen.
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Megchelen Beeld Shutterstock
Spieren
De meeste spieren zetten kracht doordat ze
vastzitten met pezen. Dat zijn stukken stug
stevig bindweefsel die vastzitten aan het bot.
De spier zelf is omgeven met een kapsel dat
ook stug en stevig is. De binnenkant van een
spier bestaat uit spiercellen. Daarin liggen
de spiervezels naast elkaar. Een spiercel
kan samentrekken doordat deze vezels zich
aan elkaar vastgrijpen en korter worden. De
spiercel verbrandt daarbij energie. Spiercellen trekken zich alleen samen als ze daarvoor de opdracht krijgen. Dat signaal komt
van een zenuw. Wanneer een spier in rust is,
zijn de meeste spiercellen ontspannen. Toch
is er altijd wel een beetje spanning in de
spier. Sommige spiercellen krijgen dus toch
de opdracht om samen te trekken. Alleen
in diepe slaap of onder narcose is een spier
echt helemaal slap.
Onze spieren bestaan uit verschillende
soorten spiercellen (spiervezels). Rode
spiercellen zijn rijk aan myoglobine. Dat
is een roodgekleurde stof die zuurstof kan
vasthouden. Zij krijgen voortdurend zuurstof aangeleverd vanuit het bloed. De rode
spiercellen zijn gemaakt voor langdurige
lichte inspanning. Ze kunnen niet veel
kracht zetten, maar houden dat lang vol.
Ook rood vlees van dieren bestaat uit dit
soort spiervezels.
Het andere type spiervezels is precies tegenovergesteld. Het is gemaakt om snel veel
kracht te leveren. Maar deze vezels zijn ook
snel uitgeput. Zij zijn vaak lichter van kleur.
Zij hebben een truc om energie te maken
zonder zuurstof. Het is een soort verbranding waarbij melkzuur vrijkomt. Daardoor
kunnen ze snel veel energie leveren. Maar
door de melkzuur raken ze ook snel uitgeput. Melkzuur zorgt voor spierpijn. Overigens zijn het ook deze snelle spiervezels die
je het makkelijkste kunt trainen. Bodybuilders hebben veel van deze spiervezels.
Botten
Je zou het niet zo zeggen, maar bot is voortdurend in beweging. Het wordt opgebouwd
en weer afgebroken. In ieder bot zijn twee
soorten cellen actief. De gewone botcellen
maken bot aan. Ze produceren de stevige
vezels die samen met kalk zorgen dat het
bot tegelijkertijd hard en flexibel is. Tegelijkertijd zijn er cellen die bot afbreken. Dat
lijkt misschien raar. Tenslotte breken wij
ook geen muren af om ze tegelijk weer op te
bouwen. Maar in ons lichaam werkt het wel
LIJFMAGAZINE • februari 2013
zo. Dat heeft het voordeel dat het bot zich
makkelijk kan aanpassen. Als je veel sport,
worden je botten sterker.
Veel botten, bijvoorbeeld de bovenarm en
het bovenbeen zijn vooral aan de buitenkant sterk. Het is een soort buis of pijp van
hard bot. Men noemt het daarom wel pijpbeenderen. Aan de binnenkant zit losser
weefsel en vet. Daar lopen ook de bloedvaten die de botcellen voeden en van zuurstof
voorzien. Er zijn ook platte beenderen, zoals
de heupbeenderen, het borstbeen en de
wervels. Die bevatten van binnen het beenmerg dat onze bloedcellen maakt.
Gewrichten
Om te bewegen hebben we gewrichten
nodig. Zij zorgen dat onze botten langs
elkaar kunnen bewegen. In het gewricht
zijn de botten vaak bedekt met een laagje
kraakbeen. Het is dat witte taaie spul op
de kop van een bot dat we wel kennen van
de poelier en de slager. Gezond kraakbeen
is prachtig glad en zorgt voor een soepele
beweging. Het bestaat grotendeels uit sterke
vezels (collageen). Die worden gemaakt
door de kraakbeencellen.
Het gewricht is omgeven door een
stug jasje, het gewrichtskapsel. In
het gewricht bevindt zich een klein
beetje vloeistof dat zorgt dat alles
soepel beweegt. Als een soort smeerolie. In welke richting een gewricht
kan bewegen, hangt af van de vorm
van de botten. Onze schouders kunnen alle kanten
op, maar onze
pols kan alleen
naar boven
en naar beneden
bewegen. Ook de gewrichten in onze
vingerkootjes zijn simpele scharnieren.
Overigens zijn niet alle gewrichten
ook echt bewegelijk. Onderin onze
rug zit een bot dat het heiligbeen
heet. Als je je hand op je stuitje
legt, bedek je het ongeveer. Het zit
vast aan de botten van de heup,
de zogeheten darmbeenderen.
Waar heiligbeen en darmbeen
elkaar raken zit een star
gewricht, dat het SIgewricht genoemd wordt.
Daar merk je meestal
niets van. Bij sommige
mensen ontstaat in dat
gewricht rugpijn.
In beweging
Spieren, botten, gewrichten - meestal
werken ze lekker samen om ons van A naar
B te brengen. De bloedvaten zorgen voor
de aanvoer van zuurstof en de afvoer van
afvalstoffen. De signalen uit hersenen en
ruggenmerg gaan via de zenuwen naar de
spieren om ze te vertellen wat ze moeten
doen. Dag in, dag uit.
Maar het gaat natuurlijk niet altijd goed.
Gedeeltelijk is dat onze eigen schuld. Ons
lichaam is ontstaan in een tijd dat we veel
moesten bewegen. Daar zijn onze spieren,
botten en gewrichten dan ook voor gemaakt. Maar in onze tijd zitten we veel stil.
Vaak ook nog eens in een slechte houding
op een stoel die ons niet goed ondersteunt.
We zijn ook niet echt gemaakt om zware
lasten te tillen. Of om als stratenmaker
te werken. Het is dus geen wonder dat
rugklachten, nekpijn en hoofdpijn heel
veel voorkomen. Veel van die klachten zijn
te voorkomen door wat verstandiger met
je lichaam om te gaan. Daarvoor hoeven
we echt niet allemaal op yoga. Het helpt al
om wat vaker even een eindje te lopen,
je uittrekken, wat oefeningen doen.
Een paar keer per week sporten of
wandelen doet ook al wonderen.
Het belangrijkste is dat je het
regelmatig doet. Ons
bewegingsapparaat is
immers gemaakt om te
bewegen. •
9
omslagartikel
Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum
we het daarom liever niet. Het is dan beter
om het enkelgewricht vast te zetten. Dat lijkt
naar, omdat je bewegelijkheid inlevert. Maar
patiënten met een versleten enkel kunnen
dat toch al bijna niet. En ze hebben veel
pijn. Na de operatie is de pijn vaak weg. De
meeste patiënten zeggen: dat had ik al jaren
eerder moeten doen. De bekendste patiënt
bij wie dit is gedaan is voetballer Marco
van Basten. Die heeft jarenlang problemen
gehad met zijn enkel. Nu kan hij zonder
klachten bewegen.”
Klompvoeten
Weer bewegen zonder
pijn en ongemakken
De meeste kinderen worden gelukkig compleet en zonder problemen geboren. Maar soms blijkt er wel een probleem te zijn. Een voet
die verkeerd staat bijvoorbeeld: een klompvoet. Die is gelukkig bijna
altijd goed te behandelen.
“H
et vraagt veel van de ouders. Maar
het lukt bijna altijd om de voet zo
te krijgen dat het kind er op kan
lopen en gewoon schoenen kan dragen”,
zegt orthopedisch chirurg Femke Van Erp
Taalman Kip. Zij is gespecialiseerd in het
behandelen van kinderen en volwassenen
met klachten van het bewegingsapparaat.
“Het mooie van ons vak is dat we patiënten
echt wat te bieden hebben. Ze komen bij
ons binnen met pijn en stijve gewrichten. Zij
slapen vaak slecht door de pijn. En ze hebben moeite om de gewone dingen te doen.
Bij iemand langs gaan of een boodschap
doen is al een probleem. En vaak kunnen
wij daar wat aan doen. Daar is soms wel een
operatie voor nodig.”
De orthopedisch chirurgen van het HagaZiekenhuis werken vooral op de locatie
Sportlaan. Zij hebben de taken onderling
verdeeld. Zo behandelt Van Erp Taalman
Kip bij volwassen patiënten vooral klachten
aan de enkels en voeten. “Als er een teen
10
scheef staat, geeft dat veel ongemak.
Schoenen passen niet goed, lopen doet pijn.
Zoiets is vaak met een operatie op te lossen”.
Artrose
Een veel voorkomend probleem in gewrichten is artrose. Dat betekent dat het
kraakbeen in het gewricht versleten is. Het
gewricht beweegt daardoor niet soepel. Dat
doet pijn bij het bewegen. En het gewricht is
vaak stijf. Bij artrose van de knie of de heup
wordt vaak een kunstgewricht ingebracht.
De orthopedisch chirurgen van het geven
elk jaar ongeveer 750 patiënten een kunstheup en 425 patiënten een kunstknie.
Ook in de enkel en in de voet komt artrose
voor. “Je kunt ook een kunstgewricht in de
enkel inbrengen. We doen dat soms ook wel.
Maar er is nog minder ervaring mee. En het
kunstgewricht gaat na een aantal jaren vaak
kapot omdat zo’n prothese nog niet zo doorontwikkeld is als bijvoorbeeld een nieuwe
heup of knie. Zeker bij jonge patiënten doen
Van Erp Taalman Kip werkt ook in het
Juliana Kinderziekenhuis. Samen met haar
collega Hubert Oostenbroek behandelt zij
kinderen met afwijkingen aan het bewegingsapparaat. “We zien veel verschillende
kinderen. Soms is het vooral een kwestie van
de ouders geruststellen. Zo is het heel normaal als jonge kinderen O-benen hebben.
Maar er zijn ook kinderen met wie echt wat
aan de hand is. Een heup die niet goed is
ontwikkeld. Of een scheve stand van de rug.
Of kinderen met zeldzame ziekten van de
botten, waardoor zij deze makkelijk breken.
Ik behandel zelf ook kinderen met klompvoeten, dat zijn er ongeveer twintig per jaar”.
Oude behandelmethode
Een klompvoet is een afwijking die direct na
de geboorte al duidelijk te zien is. De voet
van de baby staat scheef, een beetje zoals
een golfclub. In het Engels heet het dan ook
‘club foot’. Klompvoeten komen vaker voor
bij jongens. De afwijking moet behandeld
worden. Anders kan het kind niet goed
lopen. Er bestaat een uitstekende behandelmethode. Die is vijftig jaar geleden ontwikkeld door de Amerikaanse orthopedisch
chirurg Ignazio Ponseti. Bij deze aanpak
worden de voetjes met een gipsverband
langzamerhand in de goede richting geduwd. Na een aantal weken tot maanden is
dan een kleine operatie aan de achillespees
nodig. Dat kan onder plaatselijke verdoving.
Het kind kan daarna goed leren lopen. Wel
moet het enkele jaren ‘s nachts nog spalken
dragen. Van Erp Taalman Kip: “Het is een
heel effectieve methode. Veel beter dan hoe
we het vroeger deden. Het is bizar dat het
zolang geduurd heeft voordat de Ponsetimethode werd toegepast.” •
Meer informatie over klompvoetjes op www.
klompvoet.nl
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Zwangerschap
Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum
Investeren in borstvoeding
Borstvoeding is het vanzelfsprekende vervolg op zwangerschap en
geboorte. Toch voelen bijna alle moeders die een eerste kind krijgen
zich onzeker en hebben ze veel vragen. Het HagaZiekenhuis heeft twee
lactatiekundigen: deskundigen op het gebied van borstvoeding.
H
anna Zuidema is sinds 2005 lactatiekundige in het HagaZiekenhuis. Zij
weet als geen ander hoe belangrijk
goede informatie over borstvoeding is.
“Wanneer zie je tegenwoordig nog een
vrouw die haar kind voedt? We hebben
niet meer zulke grote gezinnen en we leven
meer op onszelf. Vroeger had je altijd wel
een vrouwelijk familielid bij wie je te rade
kon gaan.”
Vrouwen denken vaak dat een natuurlijk
proces als borstvoeding meteen na de
bevalling vanzelf op gang komt. Maar dat
is niet altijd zo. Zuidema: “Hoe vaker je de
baby laat drinken, ook al is het maar een
klein beetje, hoe sneller de melkproductie
op gang komt. Het is als het welbekende
principe: hoe meer vraag des te groter het
aanbod.” Zorgen dat de baby onvoldoende
melk binnenkrijgt, zijn niet meteen nodig.
“Het maagje van een pasgeborene heeft de
afmetingen van een knikker.”
Huid-op-huidcontact
In het HagaZiekenhuis wordt de baby vaak
al direct na de bevalling op de buik van de
moeder gelegd, lekker toegedekt met een
warme doek. Zo kunnen moeder en baby
samen bijkomen van de bevalling. Huidop-huidcontact heeft een goede invloed
op de borstvoeding, het brengt de voeding
op gang. Het moederlichaam is de ideale
warmtebron en het contact op de blote huid
versterkt de band tussen moeder en baby.
Voedingssignalen
In borstvoeding moet je investeren door
een goede voorbereiding, benadrukt
Zuidema. “Dan laat je je in ieder geval niet
verrassen door het feit dat een baby 8 tot 12
keer in de 24 uur aan de borst gaat, dus elke
2 à 3 uur. Een hele verandering!”
In het HagaZiekenhuis ligt de baby vlak bij
de moeder. “Zo leren moeders al snel de
voedingssignalen van hun baby te herken-
Borstvoeding
is goed voor baby
en moeder
• Borstvoeding bevat antistoffen die de
baby beschermen tegen bijvoorbeeld
oorontsteking en eczeem.
• De samenstelling van de voeding past
zich vanzelf aan aan de groei van de
baby en is licht verteerbaar.
• De voeding is altijd onder handbereik,
hygiënisch en op de juiste temperatuur.
• De baby heeft later in zijn leven minder
kans op overgewicht, diabetes en harten vaatziekten.
• Het geven van borstvoeding bevordert
de hechting en het contact tussen
moeder en kind.
• Door borstvoeding herstelt de baarmoeder zich sneller na de bevalling.
• Een vrouw die borstvoeding geeft loopt
op latere leeftijd minder risico van borstof eierstokkanker en/of botontkalking.
Het HagaZiekenhuis is als eerste ziekenhuis in de regio in het bezit van het WHO/
Unicef borstvoedingscertificaat. Het is
een bevestiging dat het ziekenhuis een
borstvoedings­vriendelijke organisatie
is die hoge kwaliteit van zorg biedt aan
moeder en kind.
nen. Als een baby bijvoorbeeld op z’n duimpje of handje gaat sabbelen of gaat liggen
smakken, dan weet je dat hij wil eten en kun
je hem aan de borst leggen.”
Borst- of flesvoeding? Dat is een keuze die
iedere vrouw zelf maakt. In het HagaZiekenhuis start ongeveer 80 procent van de
moeders met borstvoeding. Het merendeel
houdt het geen half jaar vol, zoals de
Wereldgezondheidsorganisatie graag ziet.
Hoofdoorzaak is onzekerheid of de baby
wel voldoende melk binnenkrijgt. “Een fles
heeft maatstreepjes. Bij borstvoeding moet
je erop vertrouwen dat je eigen lichaam
voldoende voeding produceert.” •
LIJFMAGAZINE • februari 2013
11
ACUTE ZORG
HagaZiekenhuis heeft een gloednieuw Spoedplein
De juiste zorg voor elke spoedpatiënt
Het nieuwe Spoedplein van het HagaZiekenhuis aan de Leyweg ziet
er prettig uit. Gloednieuw, overzichtelijk, geruststellend. Maar niet
alleen de inrichting is nieuw. Ook de manier van werken. Huisartsen,
specialisten en apothekers werken hier samen. Zodat elke
spoedpatiënt in de regio Haaglanden de juiste zorg krijgt.
H
et kan elk moment gebeuren dat je
ineens medische hulp nodig hebt.
Er gebeurt een ongeluk in huis of op
straat. Het doet plotseling pijn in je borst.
Een ziekte wordt ineens zo erg dat je het
niet meer vertrouwt. Dan bel je natuurlijk
eerst je eigen huisarts. Die kent je immers het beste. Maar wat als je daar het
antwoordapparaat krijgt? Of de assistente
zegt dat de dokter visites aan het rijden is?
Als je dan toch met spoed hulp nodig hebt,
ben je welkom op het Spoedplein van het
12
HagaZiekenhuis aan de Leyweg. De ingang
van het Spoedplein zit aan de achterkant
van het ziekenhuis. Daar is ruim parkeergelegenheid en een wachtkamer die heel wat
drukte aankan.
Je meldt je bij de receptie en even later
komt er een ervaren verpleegkundige. Hij of
zij kan snel zien wat voor soort hulp nodig
is en hoeveel haast er is. De ene patiënt
gaat dan naar de huisartsenpost. Daar is
vierentwintig uur per dag een huisarts, dus
ook tijdens kantooruren. Als er ziekenhuiszorg nodig is, gaat de patiënt naar de
Spoedeisende hulp. Wie met de ambulance
binnenkomt, belandt direct op de Spoedeisende hulp. Kortom, voor elke patiënt is er
passende hulp.
Grote veranderingen
“Ons Spoedplein is uniek voor Nederland, zegt medisch manager Hub van der
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum
Meulen. “Het bijzondere is dat er hier
vierentwintig uur per dag dezelfde hulp is.
De huisartsenpost is hier continu bemand.
En straks is ook de apotheek voortdurend
open. Als er medicijnen nodig zijn, kun je
die dus gelijk meenemen”. Artze Prins, de
manager van de acute afdelingen van het
HagaZiekenhuis, is trots op het nieuwe
Spoedplein. “Bij ons in het HagaZiekenhuis
staat de patiënt centraal. Hier kunnen we
dat nog beter waarmaken. Je weet als patiënt snel waar je aan toe bent en je wordt zo
snel mogelijk geholpen. Als er iets ernstigs
is, krijg je direct de beste zorg. En als je even
moet wachten, kom je in onze lounge. Ik
vind dat die er mooi uitziet. Patiënten kunnen hier rustig even zitten met een boekje
of het Lijfmagazine. Dankzij giften van de
Stichting DenHaag-Texel hebben we mooie
meubels en Ipads waarop je spelletjes kunt
doen. Er is draadloos internet voor je eigen
mobiele telefoon of tabletcomputer. We
hebben zelfs een mooi ingerichte tuin als je
even frisse lucht wilt”.
“Je weet als patiënt
snel waar je aan toe
bent en je wordt zo snel
mogelijk geholpen”
Het nieuwe Spoedplein past bij alle grote
veranderingen in het HagaZiekenhuis. Er
wordt flink gebouwd en vernieuwd. En dat
is ook een goede gelegenheid om de dingen
beter te organiseren. Vroeger was er wel
een huisartsenpost aan de Leyweg. Maar
die stond los van de Spoedeisende hulp van
het ziekenhuis. De patiënt moest zelf maar
kiezen waar hij heen ging. Bovendien was
de huisartsenpost alleen in de avonden,
nachten en weekenden open. Je moest toen
ook eerst een telefonische afspraak maken.
Van der Meulen: “Het komt natuurlijk ook
overdag voor dat je bij je eigen huisarts niet
terecht kunt. Mensen gaan dan vaak naar
een spoedeisende hulp afdeling van een
ziekenhuis. Dat kost een hoop geld en tijd.
En het is meestal niet nodig. De minister
wil daar zelfs een soort boete voor heffen.
Wij zeggen: probeer het altijd eerst bij je
eigen huisarts. Maar lukt dat niet, kom dan
gewoon naar ons dan wordt hier gekeken
welke hulp je nodig hebt. De huisarts is er
LIJFMAGAZINE • februari 2013
ook altijd, ook doordeweeks overdag. De
zorgverzekeraars vinden het een erg goed
idee. Zij hebben beloofd ons te steunen en
geen boetes op te leggen als mensen naar
ons Spoedplein komen”.
Opname
Veel mensen kunnen na behandeling op
het Spoedplein weer naar huis. Met een
gipsverband om een arm of been, of met de
juiste medicijnen. Maar soms moet iemand
wat langer blijven voor een behandeling.
Of er moet nog onderzoek worden gedaan
om erachter te komen wat er precies aan de
hand is. Het HagaZiekenhuis heeft daarvoor
een speciale afdeling. De Acute Opname
en Diagnostiek Afdeling (AODA) zit dicht
bij het Spoedplein. Patiënten kunnen
makkelijk naar de AODA worden vervoerd.
Zij blijven dus niet te lang niet op de
spoedeisende hulp afdeling. Op de AODA
is het rustiger. En zo’n ‘tussenstation’ is ook
prettig voor de andere verpleegafdelingen.
Vroeger was het nog wel eens nodig om
midden in de nacht de patiënt op te nemen.
Dat gaf een hoop onrust. Nu is dat dus niet
meer nodig. Als iemand echt opgenomen
moet worden op een verpleegafdeling van
het HagaZiekenhuis, kan dat in alle rust de
volgende ochtend.
Nieuw beroep
De nieuwe werkwijze op het Spoedplein
betekent dat er ook een nieuw beroep is gekomen: de triageverpleegkundige [spreek
uit: triaasje verpleegkundige]. Prins: “Triage
betekent dat je kijkt welke zorg iemand
nodig heeft. De triageverpleegkundige is
iemand met veel ervaring op het gebied van
de spoedeisende hulp. Iemand die snel ziet
welke patiënt met spoed naar de behandelkamer moet. Iemand die ook goed kan
kijken welke patiënt beter naar de huisartsenpost kan”. Van der Meulen: “We hebben
met elkaar richtlijnen vastgesteld. Daar
staat in welk soort patiënt waarheen moet.
Maar uiteindelijk is het ook een kwestie van
ervaring. Iemand met genoeg routine kan
gewoon zien: hé jij moet toch even naar de
specialist. Wij hebben ervoor gekozen om
daar speciaal iemand voor aan te stellen.
Dat kost geld. We moeten in de toekomst
kijken of we zo willen blijven werken. Maar
voorlopig bevalt het heel goed. Elke maand
bespreken we hoe het gegaan is. Zijn er
mensen bij de specialist gekomen die toch
beter door de huisarts behandeld kunnen
worden? Zo leren we van alle beslissingen
en wordt het systeem steeds beter.” >>>
13
ACUTE ZORG
Spoed? Alle volwassenen
naar Leyweg, kinderen
naar Sportlaan
Voor patiënten en medewerkers betekent
de triage dat er ook meer rust is. Vroeger
werden patiënten nog wel eens ongeduldig
als het wat langer duurde. Dat kon zelfs
tot agressie leiden. Van der Meulen: “Als
mensen op een spoedeisende hulp agressief
worden, is dat bijna altijd angst. Ze zijn
bang dat er iets mis is en dan worden ze
boos dat ze niet goed geholpen worden. Nu
is er al aandacht geweest, er heeft een deskundig iemand gekeken. Dat neemt al veel
angst weg en daardoor zie je minder agressie. Dat is natuurlijk voor iedereen prettiger.
Voor de andere patiënten in de wachtkamer
en voor ons en onze collega’s.”
Verschillende patiënten
Van der Meulen en Prins zitten heel rustig te
praten. Ook als Prins de afdeling laat zien,
heerst er een rustige sfeer. Maar natuurlijk
is het vaak doorwerken op een spoedeisende hulpafdeling. Als er bijvoorbeeld in
de buurt een groot ongeluk plaatsvindt.
Zwaargewonde patiënten worden dan in de
14
ambulance of met ondersteuning van de
helikopter naar het Spoedplein vervoerd.
Elke seconde kan dan tellen. Soms moet
eerst nog worden gekeken wat er met
iemand aan de hand is.
Gelukkig is de supersnelle CT-scanner van
het Radiologisch Centrum vlakbij. Daarmee
kun je elk deel van het lichaam driedimensionaal van binnen bekijken. Prins:
“Onze afdeling is zo ingericht dat andere
patiënten er weinig van zullen merken als
er zwaargewonden binnenkomen. Als je
zelf naar het Spoedplein moet, is dat vaak
als stress genoeg.” Hij laat de verschillende
ruimtes zien. Sommige zijn gewoon rustige
patiëntenkamers. Andere lijken nog het
meest op een kleine operatiekamer. Er
zijn kamers vol röntgenapparaten en er
is een centrale post van waaruit je goed
overzicht hebt over de hele afdeling. Een
beetje achteraf is een speciale ruimte waar
familieleden afscheid kunnen nemen van
een overleden patiënt. “Het is natuurlijk al
heel droevig als iemand komt te overlijden.
Het nieuwe Spoedplein aan de Leyweg
vervangt de oude spoedeisende hulp
afdeling aan de voorkant van de locatie
Leyweg. Tegelijkertijd wordt ook de
afdeling spoedeisende hulp voor
volwassenen op de Sportlaan (het voormalige Rode Kruis Ziekenhuis) gesloten.
Volwassenen die snel een dokter nodig
hebben, moeten dus naar de Leyweg.
De spoedeisende hulp voor kinderen
blijft voorlopig gevestigd op de Sportlaan, bij het Juliana Kinderziekenhuis.
Daar staan kinderartsen, kinderchirurgen en andere specialisten klaar
voor elk kind dat snel medische hulp
nodig heeft. Het is de grootste afdeling spoedeisende hulp speciaal voor
kinderen in Nederland. Jaarlijks worden
hier 18.000 kinderen onderzocht en zo
nodig behandeld.
In het nieuwe Spoedplein is wel al
ruimte ingericht voor de kinderen. Die
ruimtes staan nu nog leeg. Binnenkort
start de bouw van het nieuwe Juliana
kinderziekenhuis op de Leyweg. Zodra
dat klaar is, komt ook de afdeling
spoedeisende hulp voor kinderen naar
het Spoedplein. Dat is in het voorjaar
van 2015.
Als je dan ook nog niet eens rustig afscheid
kunt nemen, is dat extra belastend en
ellendig. We zijn daarom blij dat we dit zo
hebben kunnen inrichten”, zegt Prins.
De nieuwe ruimte bieden ook betere mogelijkheden voor het onderzoeken van patiënten. Van der Meulen noemt als voorbeeld
de nieuwe Eerste Harthulp: “Hier wordt
direct bepaald hoe ernstig de klachten zijn.
Als alles in orde is mag je meteen naar huis.
Soms moet je worden opgenomen of is
direct een acute dotterbehandeling nodig.
Een bezoekje aan de huisartsenpost en de
apotheek sluit de rondleiding af. Het is nog
maar het eind van de ochtend, erg druk
is het nog niet. Maar het is duidelijk dat
iedereen klaar staat. Want spoed laat zich
nu eenmaal niet plannen. •
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
cultuur
Tekst Bernadette Schoemaker Beeld PR
Grote ontdekkingen
in kleine Haagse musea
Het kunnen pareltjes zijn, exposities in de kleine musea. Je zou ze bijna
vergeten door alle aandacht voor het grote werk. Ten onrechte, want
Den Haag heeft er veel, en de kleine Haagse musea zijn leuk. Lekker
warm ook, op winterse dagen.
S
tel je voor dat je rustig over het Lange
Voorhout wandelt en opeens een
mooie jonge vrouw ziet langskomen,
in galop. Zoiets kan toch niet? In 1850 kon
dat. De vrouw die toen op haar paard over
de mooiste laan van Den Haag draafde, was
echt. Ze heette Alexine Tinne, dochter van
een van de rijkste families in Holland. Ze
woonde daar op nr. 32, nu het pand van de
bankier Van Lanschot. In dat schitterende
huis wilde Alexine niet gaan zitten bordu-
LIJFMAGAZINE • februari 2013
ren. Nee, zij wilde eruit, en schilderen en
fotograferen. Dat kon ze ook allemaal.
Naar het buitenland wilde Alexine ook.
Zo ging ze naar Frankrijk, en vooral naar
Afrika. Ze moest en zou de oorsprong van
de Nijl zien. Geen globaliste met backpakking, maar een dame met slaven, die ze in
dienst nam uit een soort van barmhartigheid. Die “crew” droegen haar spullen
en begeleidde haar. Avonturieren kostte
Alexine uiteindelijk haar leven, maar ze had
het niet willen missen. Althans, dat schreef
ze in de laatste brief aan haar broer in
Holland. Ze is “bruut” vermoord, doet het
verhaal, door Toearegs. Ze werd 34 jaar.
Het verhaal over deze bijzondere vrouw
wordt verteld in vier zalen in het Haags Historisch Museum. Daar is van alles te zien:
haar amazonejurk, veel zelfgemaakte foto’s,
haar aquarellen, haar brieven, woestijnoutfit en nog veel meer. De tentoonstelling
Alexine Tinne, Afrikaanse avonturen van
een Haagse dame is nog heel even te zien:
tot en met 17 februari 2013. >>>
Foto boven: Gezicht op Delft van Vermeer. Het is een
van de topstukken van het Mauritshuis die tot medio
2014 zijn te zien in het Gemeentemuseum.
15
cultuur
De Spinazieacademie
Museum Meermanno
Huis van het boek
Op de tweede etage van het Haags
Historisch Museum wordt tegelijkertijd een
andere wereld gepresenteerd uit ongeveer
dezelfde tijd. Het was immers ook de tijd
van de huishoudsters. Van de vrouwen in
hun witte schorten, die hard werkten en
in de souterrains van herenhuizen zaten
te wachten op het belletje van de heer of
mevrouw des huizes. Wellicht hadden sommigen van hen het vak op school geleerd.
125 jaar geleden werd huishouden namelijk
een vak dat je op school kon leren. Deze opleiding was toen een Haagse primeur. Deze
“Spinazieacademie” bestaat niet meer. Nog
even gaan kijken hoe het daar (ook alweer)
was, kan nog wel, tot 24 februari. 125 jaar
huishoudonderwijs in Den Haag.
Haags Historisch Museum, Korte
Vijverberg 7, Den Haag
Een van de panden op de Prinsessegracht viel onlangs extra op. Vanuit het
raam van de bovenverdieping waren
héél veel boeken op straat gedonderd. Ja,
echt. Een vloedgolf van boeken. Niet van
plastic, of gips, maar van heus papier. De
Spaanse Alicia Martín bedacht het. Het
bleek een kunstwerk, getiteld Biografías.
Het was één van de vele werken van
de tentoonstelling Papier Biënnale in
Museum Meermanno, die over twee jaar
wordt herhaald.
Meermanno/Huis van het boek,
Prinsessegracht 30, Den Haag
Museum Rijswijk, Herenstraat 67,
Rijswijk
foto Frank Jansen
Foto Museum Den Haag
Voor wie geen zin heeft in Haagse historie, is er ook eigentijds werk in de kleinere musea.
Neem het Foto Museum, in het gebouw van het GEM, naast het Gemeentemuseum. Daar
hangt vanaf 20 januari de foto van de fotograaf die dit jaar is uitverkoren voor de Zilveren
Camera, de prijs voor fotojournalisten. En de winnaar van de Canon Prijs voor vernieuwende fotojournalistiek hangt er dan ook.
Fotomuseum Den Haag, Stadhouderslaan 43, Den Haag
De Mesdag Collectie
Het unieke uitzicht op zee, duin, Scheveningen en Den Haag in de verte - het
schilderij in de rondte - hoeft niet meer
beschreven. Wie kent nou niet die beroemde optische illusie in de Zeestraat?
Minder bekend dan Panorama Mesdag
is De Mesdag Collectie, in het nauwe
deel van de Laan van Meerdervoort. Ooit
woonde daar de schilder van Panorama
Mesdag. Samen met zijn vrouw Sientje
bouwde Hendrik Willem Mesdag daar in
de 19e eeuw een eigen collectie op. Dat
waren vooral schilderijen, waaronder
ook werk van schilders van de Haagse
School, de stroming in de kunst waartoe
Mesdag zelf behoorde. Zo hangen er twee
prachtige kalfjes van Willem Maris, en de
Ezelsstandplaats op Scheveningen van
Anton Mauve.
De Mesdag Collectie,
Laan van Meerdervoort 7f, Den Haag
16
foto Marleen Sleeuwits
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Bernadette Schoemaker Beeld PR
Jenever- en likeurmuseum Van Kleef
Bij straffe wind, ijzel en sneeuw kan een
versterkertje geen kwaad. Een goede borrel
(jenever, korewijn), advocaatje, Calvados,
likeur (Oranjebitter, Bruidstranen), Haagse
whisky laat je bloed weer stromen. In het
Jenever- en likeurmuseum Van Kleef, in het
hart van Den Haag, aan de Lange Beestenmarkt zijn deze hartverwarmers. In 1842
nam Lambertus Theodorus van Kleef daar
de fabriek in likeuren en bitterextracten
over. Hij maakte toen drank, maar ook eau
de cologne en alcohol voor schilders en
apothekers. In dit kleine museumpje is te
zien hoe. Voor deze Haagse borrels is de
basis nog steeds het recept van Lambertus. In de winkel ernaast zijn ze te koop
(behalve op zondag).
Jenever- en likeurmuseum Van Kleef,
Lange Beestenmarkt 109, Den Haag
Kleine man met hoed en wandelstok
Kent u de kleine man in brons met hoed en
wandelstok op het Lange Voorhout al? “Zoo
ik íets ben, ben ik een Hagenaar” zei Louis
Couperus ooit. Deze woorden staan bij
zijn beeld gebeiteld. Wie deze Nederlandse
schrijver uit diezelfde 19e eeuw beter wil
leren kennen, zou De kleine zielen, of Eline
Vere kunnen gaan lezen, maar ook het
piepkleine museum kunnen gaan bezoeken
dat aan hem is gewijd. Een beetje een stijf
en heilig, dat woord gewijd, maar daar komt
het wel op neer in dit kleine museumpje.
Het is er grappig, een beetje “stoffig”, intiem,
donker, een beetje Indisch ook. Echt van
toen nog, en toch ook weer niet. Hier is ook
het boekje De literaire wandeling door het
Den Haag van Couperus te koop.
Louis Couperus Museum, Javastraat 17,
Den Haag
Meer kleine musea
GEM
Gem Museum Voor Actuele Kunst toont (internationale) eigentijds werk in veel vormen:
(video)installaties, schilder- en beeldhouwkunst, film, fotografie, tekeningen. Stadhouderslaan 43, Den Haag
Muzee Scheveningen
Naast cultuurhistorie over de visserij in het voormalige
vissersdorp Scheveningen toont dit museum een
bijzondere schelpencollectie en andere “parels” uit zee.
Neptunusstraat 90-92, Den Haag.
Humanity House
In het Humanity House onderga je
zelf hoe het is om te moeten leven
(overleven) in conflictgebieden en
rampgebieden. Prinsegracht 8, Den Haag.
Museum De gevangenpoort
In deze gevangenis uit de Middeleeuwen zaten veel
beroemde politieke gevangenen vast. Cornelis de Wit, bijvoorbeeld. Hij werd verdacht
van de moord op prins Willem 3. Zijn broer Johan probeerde hem nog te bevrijden, maar
“het volk” stak daar een stokje voor. Het lynchte de twee broers. Buitenhof 33, Den Haag.
Galerij Prins Willem V
Naast De gevangenpoort ligt de Galerij Prins Willem V. Dit is een huis vol schilderijen.
Willem V zou in de 18e eeuw met deze privé-collectie hebben willen laten zien hoe
erudiet hij was. Buitenhof 33, Den Haag.
Huygensmuseum Hofwijck (Voorburg)
In dit prachtige huis met bijzondere tuin in Voorburg moest je je in het Paradijs wanen. Zo
had de dichter Constantijn Huygens het althans bedoeld toen hij in de 17e eeuw de tuin
van dit buitenhuis voor de familie ontwierp. Op dit moment wordt het huis verbouwd.
Vanaf april kunnen bezoekers daar weer terug in de sfeer van Huygens’ tijd.
Westeinde 2-A , Voorburg.
Museum Bredius
Dit herenhuis uit de 18e eeuw toont de privé-collectie van de eerste kunsthistoricus in
Nederland, Abraham Bredius. Het omvat grote en kleinere schilders uit de Gouden Eeuw,
maar ook meubels, porselein, zilver en kristal uit Bredius tijd, de 19e eeuw.
Lange Vijverberg 14, Den Haag.
Escher in het Paleis
Het voormalige winterpaleis
van koningin-moeder Emma
op het Lange Voorhout is, alweer jarenlang, museum. Het
werk van kunstenaar Escher is
daar te zien. Lange Voorhout
74, Den Haag.
LIJFMAGAZINE • februari 2013
17
Ouderenzorg
Waardevolle extra informatie voor een goede diagnose
Op huisbezoek bij
kwetsbare ouderen
Voor oudere mensen die toch al kwetsbaar zijn, kan een bezoek aan het ziekenhuis tot zo veel stress
leiden en zo overweldigend overkomen dat ze zichzelf niet meer zijn. Dat levert een vertekend beeld
op van de werkelijke situatie. Soms lukt het artsen en verpleegkundigen dan niet om meteen een
diagnose te stellen, want ze krijgen geen kijk op wat er precies aan de hand is met de patiënt. Dan
kan een thuisbezoek waardevolle extra informatie opleveren.
J
an Kaffa, verpleegkundig consulent
ouderengeneeskunde, springt van tijd
tot tijd op z’n fiets om op huisbezoek
te gaan bij een patiënt. Het begon als een
experiment, maar na een jaar is het al zo’n
succes dat het HagaZiekenhuis ermee
doorgaat. Kaffa legt uit waarom: “Sommige
18
patiënten zijn zo onder de indruk van wat
er allemaal om hen heen gebeurt op de polikliniek dat we geen goed beeld krijgen hoe
het nu echt met de patiënt is. Dat is jammer,
want hoe sneller we de diagnose stellen, des
te eerder de hulp op gang kan komen.”
Kaffa kwam samen met Frederiek van den
Bos, internist ouderengeneeskunde, op het
idee om mensen die eerst op de polikliniek
zijn geweest in hun eigen omgeving te
observeren. “Als stress patiënten parten
speelt, presteren ze minder dan thuis in
hun vertrouwde omgeving. Dat geeft een
vertekend beeld van hun mogelijkheden”,
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Els van Thiel
zegt Jan Kaffa. Ook het tegenovergestelde
komt voor: “Patiënten die zich heel behoorlijk door de testen heen weten te slaan,
maar die het thuis nauwelijks meer redden.
Dat horen we dan ook van de mantelzorg.
De korte tijd dat ze hier zijn, ongeveer
anderhalf uur, lukt het ze om zich beter
voor te doen dan ze eigenlijk zijn.” En soms,
zegt Kaffa, is er ook het ‘niet-pluisgevoel’:
op het oog lijkt er niets aan de hand, maar
je gevoel zegt iets anders.
Een huisbezoek geeft een realistisch beeld
van de situatie. “Ik zie hoe het huis eruitziet
en of iemand zichzelf nog goed verzorgt.
Ik loop mee als mensen een kopje koffie
gaan maken, ik vraag of ze de tv eens aan
willen zetten. Dat kan heel onthullend zijn.
Mensen voelen zich in hun eigen omgeving
veilig en vertrouwd en laten daardoor meer
van zichzelf zien. En dat levert heel vaak
zinvolle informatie op.”
Directe zorgverlening
Mensen die het centrum ouderenzorg van
het HagaZiekenhuis bezoeken, komen de
eerste keer bij de geriater of de internist
ouderen. Beiden werken samen met een
verpleegkundig consulent. De arts en de
verpleegkundige beginnen met een gesprek
waarin ze proberen de problemen boven
water te krijgen. Vaak praat de arts daarna
door met de familie en doet de consulent
wat lichamelijk onderzoek zoals een
bloeddrukmeting. De consulent verricht
ook een oriënterend neuropsychologisch
onderzoek, dat wil zeggen dat hij kijkt
naar bijvoorbeeld het geheugen en het
oriëntatievermogen van de patiënt. Als dat
allemaal achter de rug is, volgt een uitvoeriger lichamelijk onderzoek door een van
de artsen. Meestal worden ook het bloed en
de urine van de patiënt onderzocht. Soms
is er een diepgaander onderzoek nodig
door de neuropsycholoog. Ook kan er een
hersenscan gemaakt worden om eventuele beschadigingen in de hersenen op te
sporen. Al deze onderzoeken zijn bedoeld
om problemen op vier gebieden in kaart te
brengen: lichamelijk, geestelijk, sociaal en
in het dagelijks functioneren. De patiënt
zelf weet vaak niet zo goed waarom hij op
de polikliniek is.
In de eerste plaats levert het huisbezoek zo
veel informatie op dat de diagnose beter en
sneller gesteld kan worden. In de tweede
plaats kunnen problemen meteen in de
kern aangepakt worden op de plek waar ze
LIJFMAGAZINE • februari 2013
Mensen voelen zich in
hun eigen omgeving
veilig en vertrouwd en
laten daardoor meer
van zichzelf zien
zich voordoen. Deze heel directe manier
van zorgverlening geeft Kaffa, een verpleegkundige met een groot hart voor zijn oudere
patiënten, veel voldoening. “Een deel van
onze patiënten ervaart veel moeilijkheden
en spanningen thuis. Mensen kunnen die
vaak zelf niet meer oplossen door problemen met het geheugen, het denken, door
lichamelijke ongemakken of het ontbreken van kennis en hulp. Juist deze groep
kwetsbare mensen is gebaat bij een snelle
oplossing. Ik ben iemand die er helemaal
induikt en het geeft me veel voldoening als
ik iets kan doen voor ouderen die in onze
maatschappij vaak tussen de wal en het
schip vallen.”
Vertrouwen winnen
Soms stuit de verpleegkundig consulent op
trieste situaties. “Op de polikliniek kwam
een mevrouw met wat we ‘stemmingsstoornissen’ noemen, ze was intens verdrietig
en kwam nergens meer toe. Al gauw bleek
dat er thuis een onhoudbare situatie was
ontstaan na het overlijden van haar enige
kind en haar steun en toeverlaat. Mevrouw
leidde met haar man een teruggetrokken
leven, ze kwamen nauwelijks meer buiten.
Er werd niet meer gekookt, ze leefden louter
Beeld Studio Oostrum
op brood. Mevrouw was in twee jaar tijd
veel afgevallen. Het echtpaar verwaarloosde
zichzelf en ook de woning was vervuild. De
spanningen tussen beiden namen met de
dag toe. Familie was er niet, vrienden en
hulpverleners evenmin.”
Kaffa nam rustig de tijd om naar het verhaal
van de man en de vrouw te luisteren en om
langzaamaan hun vertrouwen te winnen.
Ze stonden open voor hulp, maar zagen
ertegenop om veel mensen over de vloer
te krijgen. Kaffa besprak de mogelijkheden
voor hulp met het echtpaar en schakelde
die stapje voor stapje in: thuiszorg voor
het huishouden, de boodschappenbegeleidingsdienst, de maaltijdendienst, de
taxibus voor het vervoer, fysiotherapie om
het echtpaar weer in beweging te krijgen
en ergotherapie voor aanpassingen in huis
en voor hulpmiddelen. De woningbouwvereniging pakte de schimmel in huis aan
en een buurman bleek bereid voortaan een
oogje in het zeil te houden.” Intussen gaat
het een stuk beter. “De extra aandacht die
ze krijgen, doet onze patiënten goed.”
Schakel
Naast psychosociale ondersteuning, hulp
bij alle mogelijke problemen en spanningen, geeft Kaffa ook veel praktische tips.
En soms fungeert hij als schakel tussen de
patiënt en andere zorgverleners zoals de
huisarts en de fysiotherapeut. De ontwikkelingen gaan steeds sneller en de wereld
wordt almaar ingewikkelder en dus ‘onherbergzamer’ voor ouderen, merkt Kaffa. “De
maatschappij is meestal niet zo aardig voor
kwetsbare oude mensen.” •
19
WETENSCHAP
Kraanwater helpt prima bij
kleine verwondingen
Kraanwater helpt bij kleine huidverwondingen net zo goed als het veelgebruikte
chloorhexidine. Dat blijkt uit een onderzoek van de afdeling Spoedeisende Hulp
van het HagaZiekenhuis.
Chloorhexidine wordt zowel door particulieren als in ziekenhuizen gebruikt bij het
tegengaan van infecties van oppervlakkige
wonden. Het wordt in de volksmond wel
aangeduid als ‘witte jodium’ omdat het een
niet-vlekkend alternatief is voor het bekende,
ouderwetse joodtinctuur.
De Haagse artsen Haag, Hoek, Van der
Meulen en Sandel onderzochten op hun
afdeling of er een duidelijk verschil optrad
als je een eenvoudige huidverwonding behandelde met kraanwater of chloorhexidine.
In het onderzoek ging het in totaal om een
kleine 200 patiënten die zich bij de afdeling
Spoedeisende Hulp meldden met kleine
huidverwondingen die al dan niet gehecht
moesten worden. De patiënten kwamen na
een week weer terug op de afdeling voor een
controlebezoek waarbij ook hechtingen werden verwijderd. De patiënten die ‘behandeld’
Jeuk is besmettelijk
Wie iemand ziet krabben, kan zelf ook ineens jeuk krijgen. Dat blijkt uit onderzoek
van de John Moores University in Liverpool en de University of Manchester.
De onderzoekers lieten dertig proefpersonen neutrale foto’s en foto’s van kriebelige
dingen bekijken. Bijvoorbeeld beelden
van insecten zoals mieren, maden, maar
ook vlinders. Ook zagen ze foto’s van
iemand die zich krabt of zijn handen wast,
van huiduitslag en gezonde huid. Bij elke
foto werd gevraagd of de deelnemers
jeuk hadden. Bovendien registreerden de
onderzoekers hoe vaak de proefpersonen
zich krabden.
‘Kriebelige’ beelden bleken jeuk te
veroorzaken bij de proefpersonen. Bij het
zien van iets wat jeuk veroorzaakt, zoals
een mier, voelden de proefpersonen al
20
wat kriebels. Met name iemand anders zien
krabben, zorgde ervoor dat de deelnemers
ook daadwerkelijk gingen krabben. De
onderzoekers hopen met deze ontdekking
de behandeling van mensen met chronische jeuk te kunnen verbeteren.
waren met kraamwater en chloorhexidine
lieten geen opmerkelijke verschillen zien
als het ging om ontwikkelde wondinfecties.
Kraanwater is dus een prima alternatief voor
het duurdere chloorhexidine.
Tekort Vitamine D
verhoogt risico op
hart- en vaatziekten
Een tekort aan vitamine D verhoogt het
risico op hart- en vaatziekten. Dat blijkt
uit een onderzoek van de University of
Copenhagen en Copenhagen University Hospital onder 10.000 Denen.
Vitamine D-tekort wordt van oudsher
in verband gebracht met een slechte
gezondheid van de botten. Maar nu uit
het Deense onderzoek blijkt dat een
gebrek aan vitamine D ook gekoppeld is
aan een duidelijk hoger risico op hart- en
vaatziekten.
De onderzoekers keken naar het verband
tussen een laag niveau van vitamine D en
ischemische hartziekten, aandoeningen
van het hart die ontstaan als gevolg van
vernauwingen van de kransslagaderen
rond het hart.
Zij ontdekten dat een vitamine D tekort
het risico op ischemische hartziekte met
40 procent verhoogt en het risico op een
hartaanval met 64 procent.
Volgens onderzoeker dr. Peter BrøndumJacobsen is de zon de goedkoopste
en makkelijkste manier om voldoende
vitamine D binnen te krijgen. Volgens
hem is er voldoende bewijs dat de zon
goed is, maar hij benadrukt dat je verbranding moet zien te voorkomen. Verder
zegt hij niet is bewezen dat vitamine D als
voedingssupplement hart- en vaatziekten
kan voorkomen.
januari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Dam Beeld Shutterstock
Wandelen zorgt voor langer leven
Mensen die vijf kwartier per week wandelen, leven gemiddeld 1,8 jaar langer.
Dat becijferen Amerikaanse wetenschappers van verschillende instituten uit het
Amerikaanse Boston in het medische
vaktijdschrift PLOS Medicine.
‘Kantoorknie’ door
overgewicht
Naast de tenniselleboog of de muisarm
kampen steeds meer mensen met een
zogenoemde kantoorknie. Dat blijkt uit
een Brits onderzoek onder 1.600 mensen
tussen de 16 en 65 jaar oud. Volgens het
onderzoek lijdt 25 procent van de mensen in Groot-Brittannië aan kniepijn in de
gewrichten. Dit komt door een toename
van zittende beroepen, maar ook doordat
steeds meer mensen overgewicht hebben. Orthopedisch chirurg en onderzoeker Ronan Banim verwacht dan ook dat
het aantal mensen dat in Groot-Brittannië
een nieuwe knie nodig heeft de komende
jaren fors zal stijgen.
De onderzoekers gebruikten voor hun onderzoek de gegevens van 650.000 vrijwilligers,
die over een periode van tien jaar gevolgd
waren. Dat sporten gezond is, is uiteraard
allang bekend, maar de precieze levenswinst
was nog nooit zo grootschalig onderzocht.
Het bleek dat een klein beetje beweging al
een grote invloed had op de levensverwachting. Door vijf kwartier per week te wandelen,
wint een persoon gemiddeld al
1,8 levensjaren.
Wordt de fysieke activiteit verhoogt tot
2,5 uur per week, een hoeveelheid die
geadviseerd wordt door de Rijksoverheid,
dan is de winst gemiddeld 3,4 jaar.
De onderzoekers ontdekten dat het niet
uitmaakt hoe slank of dik iemand is. De winst
is bij elk gewicht vergelijkbaar. Ook geslacht
of afkomst maakt geen verschil.
Bier net zo gezond als wijn
Vaak wordt gedacht dat rode wijn gezonder is dan bier, maar volgens onderzoekers
van de Vrije Universiteit Brussel klopt dat niet.
De wetenschappers ondervroegen 2.000 Belgische mannen over hun levensstijl. Er werd
ze gevraagd naar hun alcohol- en voedselconsumptie en hun bewegingspatroon. Ook
werd gekeken naar hun algemene gezondheidstoestand en naar factoren als opleiding en
inkomen. Uit het onderzoek trokken de wetenschappers de conclusie dat dezelfde gezonde
eigenschappen heeft als wijn, maar hebben wijndrinkers over het algemeen wel een gezondere levensstijl. De wetenschappers benadrukken dat bier en wijn alleen gezond zijn als het
drinkgedrag gematigd is. Voor vrouwen is één glas per dag voldoende, mannen mogen tot
twee glazen per dag gaan.
Gezonde voeding verkleint risico’s hartpatiënten
Keukenspons viezer
dan toiletbril
Eén van de smerigste voorwerpen in huis
is de keukenspons. De spons blijkt zelfs
200.000 keer viezer dan een toiletbril.
Dat blijkt uit onderzoek van professor
Hugh Pennington van de Universiteit van
Aberdeen in Schotland. Volgens deze
microbioloog is de keuken één van de
smerigste plekken in huis.
Het onderzoek toont aan dat er zo’n
vier miljoen bacteriën per vierkante centimeter op een spons aanwezig zijn. Ook
vaatdoeken en snijplanken blijken meer
bacteriën te bevatten dan de gemiddelde
toiletbril.
LIJFMAGAZINE • januari 2013
Een dieet rijk aan fruit, groenten en vis vermindert de kans op terugkerende hartaanvallen
en beroertes met zo’n dertig procent. Dat blijkt
uit een internationaaql onderzoek van The
Population Health Research Institute (PHRI) in
Canada. Onderzoekster Mahshid Dehghan bekeek met haar team de effecten van voeding
op de gezondheidsresultaten voor mensen
met hart- en vaatziekten. Aan het onderzoek
namen in totaal meer dan 30.000 volwassenen
uit 40 landen deel. De deelnemers aan het
onderzoek waren gemiddeld 66 jaar oud en
leden allen aan hart- en vaatziekten.
Het onderzoek wijst uit dat de deelnemers met
een dieet rijk aan vezels en weinig verzadigde
vetten ongeveer 30 procent minder risico
hebben op een hartaanval of een beroerte.
21
Gezondheid
Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten onder de loep
Microscopisch kleine vrienden én vijanden
Bacteriën kunnen ons ziek maken. Maar zonder bacteriën is er ook
geen leven. Wat zijn het? En wat zijn parasieten, virussen en schimmels? Wanneer zijn ze nuttig, wanneer gevaarlijk? De wereld bekeken
door de microscoop van de deskundigen in het HagaZiekenhuis.
D
e Nederlander Antoni van Leeuwenhoek ontdekte als eerste de
allerkleinste levende wezens. Met
een zelfgemaakte microscoop keek hij ruim
drie eeuwen geleden naar een druppel
vies water. Daar krioelde het van de kleine
‘dierkens’. Het waren levende wezens die uit
maar één cel bestaan: eencelligen.
Bacteriën zijn de bekendste eencelligen. Als
kind al leer je dat je je handen moet wassen
voor het eten. Anders komen er bacteriën
22
in je eten. En die maken je ziek. Ook in
reclames voor schoonmaakmiddelen is de
boodschap duidelijk. Bacteriën moeten
weg. Maar is het echt zo simpel? Eigenlijk
niet. De meeste bacteriën zijn onschuldig.
In onze darmen bijvoorbeeld wonen veel
meer bacteriën dan er mensen op aarde
zijn. Een deel van hen is zelfs nuttig. Zij
produceren bijvoorbeeld vitamine K. Dat
hebben we nodig om ons bloed gezond te
houden.
Nuttige eencelligen en schimmels
Mensen maken al eeuwenlang gebruik van
nuttige eencelligen. Gist bijvoorbeeld is eigenlijk een eencellig organisme. Het wordt
al honderden jaren lang gebruikt om brood
te bakken en om bier en wijn te maken.
En verschillende soorten schimmels om
kaas lekker te maken. Voor de productie
van andere melkproducten zijn bacteriën
nodig. Met kennis van het erfelijk materiaal
DNA kun je bacteriën nog nuttiger konden
maken. Dan kun je zorgen dat hij nuttige stoffen gaat produceren. Medicijnen
bijvoorbeeld. Of stoffen die in de landbouw
of de industrie gebruikt kunnen worden.
Het allerbelangrijkste nut van eencelligen
en schimmels is dat zij zorgen dat afval
vergaat. Alles wordt afgebroken en de
onderdelen komen weer vrij.
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum, Shutterstock
Zo ontstaat uit plantenresten nuttige compost. Onmisbaar voor de kringloop van het
leven. Grappig idee eigenlijk. De natuur kan
ons mensen prima missen en bacteriën niet.
“Als je onverstandig
omgaat met antibiotica
kunnen bacteriën
resistent worden”
Ziekteverwekkers
We leren zeker niet voor niks onze handen
te wassen. Infecties kunnen immers heel
gevaarlijk zijn. Jaarlijks overlijden in Nederland duizend mannen en duizend vrouwen
aan de gevolgen van een infectieziekte. Een
infectieziekte is een ziekte die ontstaat door
schadelijke bacteriën, virussen, schimmels of parasieten. Je noemt ze ook wel
ziekteverwekkers. Als zij de kans krijgen om
zich in ons lichaam te vermenigvuldigen,
worden we ziek. Ons lichaam doet zijn best
om de ziekteverwekker kapot te maken.
Meestal merken we daar weinig van. Maar
als er teveel ziekteverwekkers komen,
neemt ons lichaam harde maatregelen
zoals koorts. Veel ziekteverwekkers voelen
zich minder lekker bij een hoge temperatuur. Koorts helpt dus om ze te overwinnen.
Verder gaat alle energie naar het overwinnen van de infectie. Daarom zijn we moe en
kunnen we niet veel doen.
De meeste infecties gaan vanzelf over. Een
verkoudheid, een griepje, een buikgriep
- die horen er nu eenmaal bij. De boosdoener is meestal een virus, dat snel door
het lichaam onschadelijk gemaakt wordt.
De meeste mensen in Nederland zijn sterk
genoeg om een infectie snel te overwinnen. Honger en ziekte kunnen iemand
verzwakken. In arme landen overlijden veel
mensen aan infecties die hier nauwelijks
voorkomen. Patiënten met bijvoorbeeld
kanker of hiv krijgen ook eerder een
infectie. Sommige behandelingen verlagen
je weerstand. Een stamceltransplantatie
of een orgaantransplantatie bijvoorbeeld.
Kinderen en oudere mensen kunnen ook
kwetsbaarder zijn voor infecties.
Zoeken naar de oorzaak
Als iemand ziek wordt, wil de arts zo snel
mogelijk weten wat voor infectie het is. In
het HagaZiekenhuis is dat het werk van
arts- microbioloog Erika van Elzakker en
haar collega’s. “We zoeken op verschillende
manieren naar de oorzaak van een infectie.
Soms kun je de ziekteverwekker direct
aantonen. Bacteriën kun je vaak kweken.
We kunnen onderdelen herkennen, zoals
eiwitten, DNA of RNA van een virus of
bacterie. En we kunnen ook zien hoe het
lichaam van de patiënt reageert. Tegen
welke infecties maakt hij antistoffen? Veel
van die bepalingen zijn geautomatiseerd.
Maar sommige dingen blijven handwerk,
zoals het kweken van bacteriën.”
Van Elzakker en haar collega’s zijn artsen,
Wie is de Mol?
Van Elzakker is voorzitter van de Infectie Preventie Commissie. Daarin zitten
mensen uit alle onderdelen van het
HagaZiekenhuis. Zij maken afspraken
over het voorkomen van infecties.
Soms moet iedereen weer even gewezen worden op alle regels en afspraken.
Dat gebeurt in het HagaZiekenhuis
met het spel ‘Wie is de Mol?’. Van Elzakker: “We spelen dat op een speciale
dag. Vijftig mensen uit het ziekenhuis
zijn die dag ‘De Mol’. Zij doen iets
dat tegen de regels van hygiëne is.
Natuurlijk zonder dat de veiligheid van
patiënten gevaar loopt. Iemand loopt
bijvoorbeeld in zijn operatie kleding
over de gang buiten de operatiekamer.
Je kunt punten verdienen als je aan de
juiste persoon vraagt: ben jij de Mol?
Op die manier worden ook heel veel
mensen aangesproken die niet de Mol
zijn. Door dat spel is het ook de rest
van het jaar gemakkelijker om elkaar
aan te spreken op de hygiëne. En dat
is belangrijk, want bacteriën gaan
nog altijd via onze handen van de ene
patiënt op de andere.”
maar zij behandelen niet zelf patiënten. Dat
blijft de taak van de arts op de polikliniek en
op de verpleegafdeling. “Achter de schermen is er altijd veel overleg. Wij adviseren
dan de arts die de patiënt behandelt. En
soms vraagt de arts ons om iets aan de
patiënt uit te leggen. Maar we hebben geen
eigen polikliniek of verpleegafdeling.”
Bijzondere ziekten
Mensen maken al heel lang gebruik van schimmels om kaas te bereiden.
LIJFMAGAZINE • februari 2013
Het microbiologisch laboratorium van het
HagaZiekenhuis is op een aantal punten
bijzonder. Van Elzakker: “Ons ziekenhuis
is één van de centra voor de behandeling
van taaislijmziekte, cystic fibrosis. Infecties zijn daar vaak het grootste probleem.
Vaak gaat het om zeldzame ziekteverwekkers, die je niet snel herkent. We zijn heel
nauw betrokken bij de zorg voor cystic
fibrosis-patiënten.”
Extra aandacht vragen ook de patiënten van
de afdeling hematologie in het HagaZiekenhuis. Vooral de mensen met kanker van de
bloedcellen (leukemie en lymfomen) zijn
vaak kwetsbaar voor infecties. >>>
23
GEZONDHEID
Van Elzakker: “Het bijzondere van ons
ziekenhuis is dat patiënten hier soms een
transplantatie met hun eigen stamcellen krijgen. Zij zijn dan wekenlang extra
gevoelig voor infecties. Bij zulke extreem
kwetsbare patiënten kunnen ziekteverwekkers de kop opsteken die normaal nauwelijks gevaarlijk zijn. Sommige schimmels
bijvoorbeeld. Of virussen die mensen vaak
jarenlang bij zich dragen zonder klachten.
Snelle herkenning van de ziekteverwekker
kan dan helpen om de juiste beslissing te
nemen.”
Kinderen
Het HagaZiekenhuis is natuurlijk ook
bijzonder vanwege het Juliana Kinderziekenhuis. Van Elzakker: “Bij kinderen zie je
vaak weer andere infecties dan bij volwassenen. Kinderen hebben bijvoorbeeld vaker
last van parasieten. Het is soms een hele
uitdaging om die te vinden. Op verzoek van
de kinderartsen hebben we een speciale
techniek ingevoerd waarmee in andere
ziekenhuizen meer parasieten gevonden
werden. We vinden er nu ook meer. Het is
leuk om zo met elkaar samen te werken, in
het belang van zieke kinderen. We kijken
ook vaak in het bloed van kinderen naar
bepaalde virussen. Daar kunnen kinderen
heel ziek van zijn. Dan worden ze opgenomen en krijgen ze antibiotica. Maar die werken niet bij een virus. Door ons onderzoek
is er tenminste duidelijkheid. Je weet dan
dat ziekte vanzelf overgaat. De patiënt heeft
dus geen antibiotica nodig.”.
Resistentie
Als je onverstandig met antibiotica omgaat,
wennen bacteriën eraan. Zij worden zoals
dat heet resistent. In sommige landen is
men helaas heel slordig met antibiotica.
Daar komen bacteriën voor die bijna niet
meer te bestrijden zijn. Ze zijn resistent
tegen alle bekende antibiotica. Als een
patiënt in zo’n land geweest is, kan hij niet
zomaar worden opgenomen. Dan moet
eerst worden gekeken of hij geen resistente
bacteriën bij zich draagt. Van Elzakker:
“Vroeger duurde dat een aantal dagen. Dat
was bijna niet te doen. Nu weten we in ruim
een uur of iemand de resistente MRSAbacterie bij zich heeft. Als dat zo is, wordt
hij geïsoleerd verpleegd. De kamer moet
dicht en iedereen die bij hem in de buurt
komt moet beschermende kleding dragen.
Ook een andere resistente bacterie, de
24
Verschillende soorten ziekteverwekkers
Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten die mensen ziek kunnen maken, noemen
we ook wel ziekteverwekkers.
Bacteriën zijn eencelligen. Ze kunnen bijna altijd zelfstandig overleven buiten het menselijk lichaam. Sommige bacteriën zijn heel gevaarlijk. Ze groeien bijvoorbeeld heel snel
en maken daarbij veel weefsel kapot. De vleesetende bacterie streptococcus pyogenes
kan in korte tijd hele spieren kapot maken. Andere bacteriën zijn gevaarlijk door de stoffen die ze produceren. Een infectie met bacteriën kan worden bestreden met antibiotica.
Dat zijn geneesmiddelen die zorgen dat de bacterie doodgaat.
Virussen zijn veel kleiner dan bacteriën. Je kunt ze met een gewoon microscoop niet
zien. Het zijn simpele klompjes erfelijk materiaal (DNA of RNA) met een laagje eiwit
eromheen. Virussen leven eigenlijk niet zelf. Het enige wat zij doen is zichzelf vermenigvuldigen. Ook dat kunnen ze niet zelfstandig. Het virus moet binnendringen in een
levende cel, bijvoorbeeld van een mens. Daar neemt hij de boel over. Hij zorgt dat de cel
verandert in een virusfabriek. Als de cel duizenden nieuwe virussen gemaakt heeft, gaat
hij kapot. De virussen komen vrij en gaan nieuwe cellen besmetten. Op die manier kan
het virus veel schade aanrichten.
Infecties met schimmels zijn relatief zeldzaam. Ze komen
vooral voor als ons afweersysteem tegen ziekten niet
goed functioneert. Een infectie met een schimmel is soms
moeilijk te herkennen. Ook de behandeling kan lastig zijn.
Parasieten heb je in soorten en maten. Er bestaan veel
eencellige parasieten. Wereldwijd is malaria de ergste. Elk
jaar overlijden ongeveer één miljoen mensen (vooral veel
kinderen) aan deze parasiet.
Hij wordt overgebracht door muggen. Niet alle parasieten
zijn eencelligen. Ook wormen zoals de lintworm worden
tot de parasieten gerekend.
ESBL, kunnen we nu snel herkennen. Die
komt overigens ook gewoon in Nederland
voor. Dat komt doordat in de veeteelt teveel
antibiotica worden gegeven. Vooral kip is
vaak besmet met resistente bacteriën.”
Zorgen voor een gezond Den Haag
“Infecties houden zich niet aan de muren
van het ziekenhuis”, zegt Van Elzakker. “Wij
werken dan ook nauw samen met de artsen
van de GGD. Als er een landelijk probleem
is, zoals we laatst hadden met de besmette
zalm, werken we ook samen met het RIVM,
het Rijksinstituut voor volksgezondheid en
milieuhygiëne. We hebben toen de salmonellabacterie gevonden. Die hebben we
opgestuurd naar het RIVM,. Daar konden
ze kijken of het om dezelfde bacterie ging
die andere mensen ziek gemaakt had. Zo
hebben we geholpen om de bron van de
besmetting te vinden.”
Sommige bacteriën zijn zo besmettelijk dat
artsen verplicht zijn om het te melden als
ze die vinden. Samen met de GGD kijkt het
microbiologisch laboratorium van het HagaZiekenhuis dan ook naar de omgeving van de
patiënt. Wie is er mogelijk nog meer besmet?
Met antibiotica kan dan worden voorkomen
dat nog meer mensen ziek worden. •
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Overgewicht
Tekst Els van Thiel
Beeld Shutterstock
“We leven in een luilekkerland waarin eten altijd onder handbereik is”
Fitness is beter dan fatness
U krijgt uw rok niet meer dicht. Uw favoriete broek zit akelig strak. En jawel, de weegschaal bevestigt
het: u bent aangekomen. En u bent niet de enige in het luilekkerland waarin wij leven, want intussen is
de helft van de Nederlanders te dik. Hoe komt dat? Wat zijn de risico’s? En vooral: wat kunt u eraan doen?
I
eder pondje gaat door het mondje.
We zeggen het zo gemakkelijk,
maar klopt het ook?
Het ligt ingewikkelder. Genen
spelen bijvoorbeeld een rol. De
ene mens is gevoeliger voor het
ontwikkelen van overgewicht
dan de andere. Maar dat wil
niet zeggen dat u er niets aan
kunt doen. U moet alleen nóg
beter opletten dan mensen die
geen aanleg hebben om dik te
worden.
Deskundigen wijzen steeds
vaker met een beschuldigende vinger naar
onze ‘obesogene’
omgeving die
aanzet tot
eten en die
bewegen
ontmoedigt.
Stations ruiken tegenwoordig niet meer
naar treinen, maar naar kaasbroodjes
en shoarma. Kortom, we leven in een
luilekkerland waarin eten altijd
onder handbereik is. Toetasten
wordt dan wel heel gemakkelijk.
Niet dat we helemaal willoos
zijn, maar ons ‘oerbrein’, ons
instinct, snakt naar veel en
vet en zoet eten. Een kwestie
van overleven. In de oertijd
moesten onze voorouders
reserves opbouwen voor
slechte tijden. De echo
van dat verleden
zit nog in ons.
In soberder
tijden was
dat geen
probleem.
>>>
Het
ligt allemaal
voor het grijpen: de
rookworst bij de
Hema, de Thaise
loempiaatjes op de
markt, de bekers
popcorn in de
bioscoop en de
pizzapunt als snel
tussendoortje.
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
25
Overgewicht
Gezonder eten,
meer bewegen
Tips van de Gezondheidsraad om
gezond te eten en meer te bewegen:
• Zorg dagelijks voor voldoende
lichaamsbeweging, bijvoorbeeld een
half uur stevig fietsen of wandelen
• Eet zo gevarieerd mogelijk: hoe meer
afwisseling, hoe groter de kans dat u
alle noodzakelijke voedingsmiddelen
binnenkrijgt
• Gebruik dagelijks 150-200 gram
groente en 200 gram fruit
• Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan
verzadigde vetzuren zoals roomboter,
kaas en melkproducten, vet rundvlees
en chocola
• Eet regelmatig (vette) vis (2 keer per
week)
• Beperk de inname van keukenzout
• Wees matig met alcohol: niet meer
dan 2 standaardglazen per dag voor
vrouwen, niet meer dan 3 voor mannen
“In mijn jeugd keken kinderen 2 uur tv per
week, nu 20 à 25 uur”, zegt vijftiger Jaap
Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid
aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
“Dat ligt niet aan die kinderen, dat ligt
aan veranderingen in de maatschappij.”
We komen er steeds meer achter dat ons
gedrag gestuurd wordt door de omgeving,
legt Seidell uit. Daarom is het zo belangrijk
dat die omgeving uitnodigt tot gezond gedrag. Seidell maakt zich vooral zorgen om
kinderen. “Als je ze voor de tv zet met een
schaal koekjes en een fles limonade, dan
gaan die geheid op. Laat je de tv de hele dag
aanstaan, dan blijven ze zitten. Maar als er
een karaf water staat en een schaal fruit,
gaan die net zo goed op. En als je ze een
tuin geeft en een bal, gaan ze buiten spelen.
Zo wordt de kiem gelegd voor later gedrag.”
Kortom: maak gezond gedrag weer heel
gewoon, heel vanzelfsprekend en vooral
leuk. Dan volgt de gedragsverandering
vanzelf. Dat is overigens ook een
boodschap die volwassenen die willen afvallen houvast biedt. Spreek
alle creativiteit die u in u heeft
aan om het tot een spannend en
uitdagend avontuur te maken.
gezondheid. Een afname van 5 procent van
uw lichaamsgewicht zet al zoden aan de
dijk, verlaagt dus het risico.
Realistisch doel
Als u besloten heeft dat u moet en wilt
afvallen, vraag u dan af of het wel het juiste
moment is. Afvallen vraagt veel aandacht
en vooral veel doorzettingsvermogen.
Dat is lastig op te brengen in moeilijke of
stressvolle tijden. Ook als u zwanger bent
of borstvoeding geeft, is het niet het juiste
moment om af te vallen.
Bent u er helemaal aan toe, begin dan
met uzelf een realistisch
Slecht en goed nieuws
Het is pas de laatste vijftig jaar een knelpunt
geworden omdat we voortdurend omringd
zijn door eten dat lekker is en gemakkelijk
verkrijgbaar.
Spannend avontuur
Daar komt bij dat we tegelijkertijd minder
zijn gaan bewegen. De lift is vaak gemakkelijker te vinden dan de trappen! In de jaren
dertig van de vorige eeuw bijvoorbeeld,
waren vrouwen de hele dag druk bezig met
poetsen, wassen, koken en boodschappen
doen, te voet natuurlijk. Rond 1980 zag het
leven er al heel anders uit, toen spendeerden vrouwen gemiddeld twee uur aan het
bereiden van een gezinsmaaltijd. Nu is dat
ingekrompen tot gemiddeld 12 minuten,
de tijd die nodig is om de magnetron in te
schakelen en de borden te pakken.
26
Mensen met overgewicht en
obesitas (ernstig overgewicht) leven minder lang
in goede gezondheid. Ze
lopen – zelfs op jongere
leeftijd al – een grotere
kans op het krijgen
van bepaalde ziekten
dan mensen met
een gezond gewicht.
Overgewicht verhoogt
de kans op diabetes type 2, hart- en vaatziekten, sommige vormen van kanker en
op problemen met het bewegingsapparaat.
Het risico groeit naarmate je ouder wordt.
Het kan ook leiden tot het ten onrechte
opplakken van etiketten. Uit onderzoek
blijkt bijvoorbeeld dat werknemers met
overgewicht minder kansen hebben op de
arbeidsmarkt. Dikke kinderen zijn vaak
het mikpunt van pesterijen en ze hebben
minder vriendjes dan kinderen die niet
te zwaar zijn. Ze kampen ook vaker met
depressieve gevoelens.
Tot zover het slechte nieuws. Het goede
nieuws is dat afvallen, zelfs weinig afvallen,
al een groot voordeel oplevert voor de
doel te stellen.
Geen vage wensen of fantasieën,
maar een concreet en haalbaar doel. Beter
dan ‘ik wil afvallen’ is ‘op 1 september 2013
wil ik 10 kilo minder wegen’. Geleidelijk afvallen werkt op den duur het beste. Doelen
geven fleur, kleur en richting aan het leven
en inspireren en motiveren.
Neem uw eetgedrag onder de loep en zoek
een manier van afvallen die bij uw leven
past. Wat zijn uw ‘eetgevaarlijke’ tijdstippen en hoe kunt u die omzeilen? Bent u
misschien een emotie-eter die gewend is
problemen of nare gevoelens weg te eten?
Misschien heeft u zichzelf aangeleerd dat
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Els van Thiel
eten troost biedt of rust of een gevoel van
geborgenheid. Besef dan dat eten om de
tijd te doden of een ‘leeg gevoel’ in je geest
op te vullen een lapmiddel is. Probeer
andere oplossingen te vinden. Praat over
problemen, zoek ontspanning.
Beter fit dan fat
Afvallen heeft te maken met uw leefwijze en
de keuzes die u daarin maakt. Zoek uw heil
uw dagelijkse routine. Bewegen verhoogt
de stofwisseling en helpt om het afvallen
beter vol te houden. Is Zumba misschien
iets voor u? Een mix van fitness en dans
op leuke muziek met invloeden van salsa
en samba. Of aquajogging? Vrijwel alle
gemeenten geven gidsen uit waarin alle
mogelijkheden om in de buurt te sporten
en te bewegen keurig op een rijtje staan.
En als goed gaat, vergeet dan niet uzelf van
tijd tot tijd te belonen. Spreek bijvoorbeeld
met uzelf af dat u telkens als u drie kilo afgevallen bent uzelf trakteert op een avondje
bioscoop of iets anders dat u leuk vindt.
Beeld Shutterstock
elke hap. Het gevoel van verzadiging heeft
bij bijna iedereen 20 minuten nodig om de
hersenen te bereiken. Als je nog een tweede
keer wilt opscheppen, wacht dan 20 minuten. U zult merken dat u zich verzadigd
voelt en geen behoefte meer heeft aan eten.
Een simpele tip tot slot: gebruik kleinere
borden. Ons brein laat zich beetnemen: het
lijkt alsof er veel eten op ligt. Het is geen
wondermiddel – die zijn er niet als het om
afvallen gaat – maar het is alweer een stapje
in de goede richting. •
Met aandacht eten
niet bij dieetgoeroes of crashdiëten. Gemakkelijke
oplossingen bestaan niet. Stel
een vastomlijnd
programma op
dat rekening
houdt met uw
voedingsgewoonten en uw leefwijze.
Probeer mensen in uw omgeving méé te
krijgen, zodat ze u steunen en rekening
houden met u. En – heel belangrijk – kom
in actie, ga bewegen: fitness is beter dan
fatness. Laten we eerlijk zijn: om het juiste
gewicht te bereiken, te behouden en fit en
gezond te blijven is er eenvoudigweg geen
andere keus dan regelmatig bewegen. Probeer het eens anders te bekijken, maak van
bewegen een gewoonte, zoals tandenpoetsen. U heeft er niet altijd zin in, maar u doet
het gewoon als noodzakelijk onderdeel van
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Peter Daansen ziet nog andere redenen waarom we de laatste vijftig jaar
meer zijn gaan eten dan we nodig
hebben. Daansen is als klinisch
psycholoog en psychotherapeut
bij de afdeling Eetstoornissen
& Obesitas van PsyQ, een
landelijke organisatie die
psychische hulp biedt.
We zijn ons steeds
meer gaan richten op
kortetermijnpleziertjes, zegt hij, we
gaan voor de snelle
bevrediging en de
rest zien we later
wel… Het moet heel
gauw leuk, lekker en
prettig zijn. Een soort zapgedrag, ook op
het gebied van eten. “Focus op de lange termijn”, zegt hij. “En niet alleen op het verlies
van kilo’s, maar vooral op het behouden
van een gezond gewicht. Gezonder en minder eten is belangrijker dan streng lijnen.”
Daansen betreurt het dat de gemeenschappelijke gezinsmaaltijd een zeldzaamheid is
geworden. De gezinsleden hebben het zo
druk dat een gezamenlijke maaltijd erbij
inschiet. De magnetron zorgt wel voor een
snelle, warme hap. “Het aantal mensen dat
alleen eet, neemt toe. En wat is het kenmerk
van mensen die alleen eten? Die doen er
iets bij, tv kijken of de krant lezen, anders is
het zo ongezellig. Maar het gevolg is dat je
automatisch eet, niets proeft en daardoor
waarschijnlijk te veel eet.”
Veel mensen met overgewicht eten niet alleen te veel, maar ook impulsief en te snel.
Het helpt als u probeert langzaam en met
aandacht te eten. Pauzeer tussen de happen, leg desnoods even het bestek neer na
Hoe pakt u
overgewicht aan?
• Stel uzelf een realistisch doel
• Kies een manier van afvallen die past bij
het leven van alledag
• Kom in actie: ga bewegen
• Stel een vastomlijnd programma op
• Houd u verre van crashdiëten en
dieetgoeroes
• Zoek steun bij familie of lotgenoten
• Zorg dat gezond eten en bewegen een
goede gewoonte worden
• Vergeet niet uzelf te belonen als het
goed gaat
Twee boekentips voor wie zich verder wil
verdiepen in het onderwerp:
Tegenwicht, feiten en fabels over overgewicht, Jaap Seidell en Jutka Halberstadt,
Uitgeverij Bert Bakker (2011)
De grote voedselverleiding, over de psychologie van het eten, Denise de Ridder,
Uitgeverij Bert Bakker (2011)
Praktische informatie is te vinden op de
websites:
http://www.voedingsraad.nl/gezondafvallen-zo-moet-het-wel-en-zo-moethet-niet/
http://hartstichting.nl/risicofactoren/
overgewicht/praktische_tips_afvallen/
27
HagaZiekenhuis
Originele en gastvrije
entree nieuw ziekenhuis
Er wordt stevig gebouwd in en om het HagaZiekenhuis op de locatie
Leyweg. Voorjaar 2013 wordt de nieuwe hoofdingang
afgebouwd. Die ligt aan de kant van de poliklinieken, rechts van de
oude ingang. Er komt een espressobar, een restaurant en in de
toekomst een overdekte straat met winkels. Een kijkje in
de toekomst samen met de architecten die hem bedenken.
I
n 2016, als het nieuwe ziekenhuis
helemaal klaar is, ziet het er heel anders
uit aan de Leyweg. De ingang van het
nieuwe ziekenhuis zit dan aan de zijkant.
Die entree ziet er interessant en eigentijds
uit. Vanuit die ingang loop je naar een brede
lichte overdekte straat. Daar zijn horecavoorzieningen en winkels. Vanuit die straat
28
kun je naar links en naar rechts. Zo kom je
in de verschillende afdelingen van het ziekenhuis. Aan het begin zitten de poliklinieken. Daar zit nu al het polikliniekgebouw.
Wanneer je verder loopt, ga je bijvoorbeeld
rechtsaf naar Radiologie. Links ligt eerst het
gebouw met de operatiekamers. Aan het
eind van de straat links staat het Moeder en
Kind Centrum. Daar verhuist het Juliana
Kinderziekenhuis begin 2015 naartoe.
Stad in het klein
Hoe doe je dat eigenlijk, een nieuw gebouw
bedenken? Ik praat erover met architecten
Erika Lopulalan en Do Janne Vermeulen.
Zij werken bij verschillende architectenbureaus.Ieder ontwerpt een stuk van het
nieuwe ziekenhuis. Lopulalan tekende
de nieuwe entree bij het Rotterdamse
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Megchelen
architectenbureau ‘Architecten aan de
Maas’. Vermeulen werkt in Amsterdam bij
Meyer Van Schooten Architecten, MVSA
Zij ontwerpt de nieuwbouw met onder
andere het Juliana Kinderziekenhuis en de
operatiekamers.
Vermeulen: “De nieuwbouw en de entree
sluiten op elkaar aan. We zijn dus al snel
bij elkaar gaan zitten. Je wilt iets maken dat
een mooi geheel wordt. Dat betekent dat je
samen goed moet overleggen.” Lopulalan:
“We zijn begonnen met het geheel. Hoe
maak je een grootschalig gebouw zodanig
dat mensen zich toch thuis kunnen voelen?
Een ziekenhuis is eigenlijk net een stad in
het klein. Zo hebben we het samen ook
ontworpen. Je gaat van groot naar klein,
van de ingang door de hoofdstraat naar de
plek waar je zijn moet.” Vermeulen: “De
grote straat die tussen het oude gebouw en
de nieuwe gebouwen in komt, wordt licht
en ruim. Hij is helder en overzichtelijk. Zo
kun je makkelijk je weg vinden. Ook in de
gebouwen zelf willen we zoveel mogelijk
licht en ruimte.”
Originele vorm
‘Architecten aan de Maas’, het architectenbureau waar Erika Lopulalan werkt, keek
allereerst naar de omgeving. Wat is een
logische plek voor de ingang? Hoe sluit je
aan bij het openbaar vervoer? Hoe moeten
de auto’s rijden? Dit ‘stedenbouwkundig
ontwerp’ vormde de basis voor de verdere
plannen. Het was duidelijk dat de ingang
aan de zijkant moest komen, dicht bij het
‘OV-knooppunt’ van bus, tram en Randstad
rail. Bij de ingang komt ook een plein.
Lopulalan: “De entree moet het oude
gebouw ook een nieuw smoel geven. Het
HagaZiekenhuis is iets nieuws begonnen
en dat mag dus best opvallend zijn.” De originele vorm van de ingang komt ook door
de grote zaal (het auditorium) die boven
de ingang hangt. Een mooie plek voor
bijeenkomsten en de kerkdienst op zondag.
Je zou er ook een wetenschappelijk congres
kunnen houden. Het HagaZiekenhuis doet
immers heel wat aan de opleiding van medisch specialisten en aan wetenschappelijk
onderzoek. De ruimte zou ook gebruikt
kunnen worden voor bijeenkomsten voor
mensen buiten het ziekenhuis. Het is
daarom goed dat het auditorium dicht bij
de ingang zit. Gasten van buiten kunnen
dan makkelijk de weg vinden, zonder dat zij
door het hele ziekenhuis hoeven te dwalen.”
In het entreegebouw komen voorzieningen
voor eten en drinken. Een espressobar
bijvoorbeeld, waar iedereen een smakelijk
kopje koffie kan drinken. Lopulalan: “In
het Medisch Centrum Leeuwarden dat wij
ontworpen hebben, zit ook een espressobar.
Daar zitten regelmatig buurtbewoners aan
de leestafel.” Verderop in de straat komen
winkels. Het moet een prettige gastvrije
omgeving zijn, waar je voor je plezier gaat
winkelen. Vermeulen: “Die gastvrijheid
binnen zie je straks ook terug in het terrein
eromheen. Het wordt een echte tuin, om
het hele complex heen. Die nodigt uit om
maar even een wandelrondje te maken.
Onze collega’s van Karres en Brands
Landschapsarchitecten maken daar nu de
plannen voor.”
Overlast en communicatie
Buurtbewoners, patiënten, bezoekers en
Beeld PR
Bouwen in 2013
Januari tot en met maart 2013:
Ingebruikname 11e verdieping
(Heelkunde)
Sloop hoofdingang en opening tijdelijke
entree
April tot en met juni 2013:
Opening nieuwe entree
Graafwerkzaamheden voor de
ondergrondse parkeergarage
Juli tot en met september 2013:
Ingebruikname 10e verdieping
(Neurologie)
Ingebruikname Hartcentrum
Oktober tot en met december 2013:
Ingebruikname 9e verdieping (Long)
Casco nieuwbouw tot en met 4e
verdieping gereed
medewerkers van het ziekenhuis hebben
nu ook wel eens last van alle bouwwerkzaamheden. Moet je daar als architect ook
rekening mee houden? Lopulalan: “Natuurlijk, je probeert alles zo te regelen dat
mensen er zo min mogelijk last van hebben.
Er worden goede afspraken gemaakt met
de bouwers. Dat loopt niet allemaal via ons,
maar we zijn er wel bij betrokken. Zeker
in een ziekenhuis moet je goed regelen op
welke tijden er gebouwd wordt. En als het
te veel problemen geeft, moet de bouw snel
stopgezet kunnen worden. De patiëntenzorg gaat altijd voor. Maar helaas blijft het
ook zo dat bouwen altijd overlast geeft”.
Ook de buurtbewoners kunnen last hebben
van de bouw. Zeker als de nieuwbouw
wordt gebouwd is overlast soms onvermijdelijk. Vermeulen: “Ja, daar moet je gewoon
eerlijk in zijn. We vinden communicatie
met de buurt dan ook heel belangrijk. Het
ziekenhuis organiseert informatiebijeenkomsten voor medewerkers en voor de
buurt. Wij laten dan vanuit de architectenbureaus zien hoe het wordt. Dan weet
iedereen ook weer even waar het allemaal
goed voor is.” •
De foto links geeft u een impressie van de toekomstige entree. De foto op de linkerpagina
geeft een indruk van de overdekte hoofdstraat bij binnenkomst in het ziekenhuis.
LIJFMAGAZINE • februari 2013
29
DIABETES
Tekst Els van Thiel
Beeld Shutterstock
“Aanleg heb je nu eenmaal, maar aan je leefstijl kun je wél iets doen”
Enorme toename van diabetes
Diabetes – de officiële naam is diabetes mellitus – is een chronische
stofwisselingsziekte, die iedereen kan krijgen. Diabetes type 1 en type
2 zijn de meest voorkomende vormen. Type 2, dat vooral voorkomt op
middelbare en oudere leeftijd, maakt een explosieve groei door. Naar
schatting 800.000 Nederlanders hebben type 2. Er komen niet alleen
steeds meer mensen met diabetes, ze zijn ook steeds jonger. “Een
onrustbarende ontwikkeling”, vindt internist Hessel van Houten.
O
ns lichaam heeft elke dag energie
nodig. Die halen we uit onze voeding.
Bij diabetes zijn vooral koolhydraten
belangrijk. Die worden in het lichaam
namelijk omgezet in glucose. Die glucose
gaat op transport naar bijvoorbeeld een
spier. Om bij die spier naar binnen te
kunnen, heeft de glucose ‘insuline’ nodig.
En daar wringt bij mensen met diabetes de
schoen, want hun lichaam maakt geen of
onvoldoende insuline aan om de glucose
naar binnen te helpen. Die glucose blijft in
het bloed zweven, waardoor het glucosegehalte (de hoeveelheid suiker) veel hoger is
dan normaal.
Alvleesklier
De oorzaak van diabetes is het slecht of
niet werken van bepaalde cellen in de
alvleesklier. De alvleesklier is het orgaan dat
normaal gesproken onder meer insuline
aanmaakt. Als de alvleesklier merkt dat er
veel glucose in het bloed zit, produceert hij
extra insuline en komt het glucosegehalte
weer op het juiste peil. Dit gebeurt niet bij
mensen met diabetes.
Diabetes veroorzaakt schade aan de bloedvaten en het zenuwstelsel. Op den duur
treden er vaak complicaties op als hart- en
vaatziekten, oogaandoeningen, nierziekten
en gevoeligheid of pijn in de ledematen.
Lifestyle-aandoening
Diabetes type 1 ontstaat op jonge leeftijd.
De alvleesklier maakt dan helemaal geen
insuline meer. Mensen met deze vorm van
diabetes moeten dagelijks insuline spuiten
om de glucose uit het bloed in de weefsels
op te slaan. Als er te veel glucose in het
bloed komt, vertaalt zich dat in klachten als
vaak moeten plassen, steeds dorst hebben,
afvallen en vermoeidheid.
Diabetes type 2, vroeger wel ‘ouderdomssuiker’ genoemd, ontstaat geleidelijk en op
oudere leeftijd. Bij type 2 maakt het lichaam
meestal nog wel insuline aan, alleen niet
voldoende. Soms is er wel voldoende,
maar reageert het lichaam er niet goed op.
Mensen met type 2 hoeven – in het begin
– meestal geen insuline te spuiten. Ze zijn
goed te behandelen met voedingsadviezen
en eventueel tabletten.
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren voor het
ontwikkelen van type 2 zijn erfelijke aanleg,
overgewicht, gebrek aan beweging en
roken. Het wordt steeds meer een lifestyleaandoening. “Aanleg krijg je van je ouders,
daar kun je niets aan doen”, zegt Hessel van
Houten, internist in het HagaZiekenhuis.
“Maar je kunt wel voorkomen dat je te
zwaar wordt.” Al speelt erfelijkheid een rol,
dat betekent geenszins dat je bij de pakken
neer moet zitten. “Als je vader, moeder,
broer of zus diabetes type 2 heeft, is de kans
dat je het ook krijgt aanzienlijk verhoogd.
Dan is een gezonde lifestyle extra belangrijk: overgewicht vermijden, goed bewegen
én niet roken.” •
30
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Els van Thiel
Beeld Hans Oostrum
“We passen de behandeling aan het leven aan en niet andersom”
Kinderen met diabetes
Als je te horen krijgt dat je kind diabetes heeft, verandert het leven op slag. Niet alleen dat van je kind,
maar het leven van het hele gezin. Niets is meer zo vanzelfsprekend als het was, over alles moet worden
nagedacht. Het HagaZiekenhuis heeft op de locatie Juliana Kinderziekenhuis een ervaren en gespecialiseerd team dat kinderen met diabetes mellitus en hun ouders op weg helpt om ondanks de ziekte een zo
gewoon mogelijk leven te leiden. “Het leven gaat vóór de ziekte”, zegt kinderarts Dick Mul. >>>..
LIJFMAGAZINE • februari 2013
31
DIABETES
D
iabetesverpleegkundige Katja Zuur
maakt jonge patiënten vertrouwd
met hun ziekte. “We proberen de
kinderen uitleg te geven op een manier
die aansluit bij hun levensfase”, zegt
Katja. “Zodat ze begrijpen waarom ze
alle handelingen moeten uitvoeren die
noodzakelijk zijn als je diabetes hebt. Mijn
uitleg verschilt al naargelang ik een peuter,
kleuter, basisschoolkind of puber voor me
heb. Elke leeftijdsfase brengt weer andere
vragen met zich mee.” Het uiteindelijke
doel is dat kinderen voldoende kennis en
vaardigheden krijgen om de diabetes zelf in
de hand te houden.
“Het is elke dag
opnieuw opletten,
nadenken, rekenen
en het liefst ook nog
vóóruit denken.”
De diabetesverpleegkundige ondersteunt
haar voorlichting met plaatjes, boeken,
tekeningen, websites, filmpjes en beeldspraak. “Net zoals een auto niet zonder
benzine kan, heeft een lichaamscel glucose
nodig”, vertel ik jonge kinderen. “Die krijg
je uit je voeding. Maar als je zoals jij zelf
geen insuline hebt, kan die glucose niet op
de goede plek terechtkomen. De insuline
die van buitenaf in jouw lichaam komt, is
het sleuteltje dat het celdeurtje opent.” Het
is erg belangrijk, zegt Zuur, dat kinderen
begrijpen dat ze altijd insuline nodig
hebben om te blijven functioneren, om te
kunnen overleven. “Het is elke dag opnieuw
opletten, nadenken, rekenen en het liefst
ook nog vóóruit denken.”
ting zijn er in Nederland 5.000 tot 5.500
kinderen met diabetes type 1. Wereldwijd
wordt er onderzoek naar gedaan, maar op
dit moment is genezing nog niet mogelijk.
Het is ook niet precies bekend waaróm het
ene kind het krijgt en het andere niet. “Ik
leg ouders altijd uit dat we denken aan een
combinatie van aanleg die je bij je draagt
en ‘iets’ van wat er van buitenaf bij komt.
Wat dat ‘iets’ precies is, weten we nog niet
zeker.” Ouders vragen dokter Mul soms of ze
iets verkeerd gedaan hebben. Zijn antwoord
is duidelijk: “Niemand heeft er schuld aan.
Niemand kan er iets aan doen.”
Intensief leertraject
Zeker de eerste tijd na de diagnose krijgen
ouders en kinderen heel veel informatie,
ze komen geregeld naar het ziekenhuis, er
is telefonisch contact, er zijn huisbezoeken
en er is zelfs schoolbezoek. Het doel van de
behandeling is om het kind ‘goed ingesteld’
te krijgen: te zorgen dat er de hele dag
voldoende insuline in het lichaam aanwezig
is. Al met al leggen ouders en kinderen een
intensief leertraject af. Per ouder en per
kind wordt een zogenoemd educatieplan
opgesteld. Diabetesverpleegkundige Zuur:
“Wat kan het kind op zijn leeftijd bevatten?
Wat kunnen de ouders aan? Het gaat ook
om praktische vaardigheden: het leren
spuiten. En de hoeveelheid in te spuiten insuline leren afstemmen op wat het kind eet
en hoeveel het beweegt. Er moet een goed
samenspel zijn tussen die drie factoren.”
Altijd opletten
Er komt veel op je af als je te horen krijgt
dat je kind diabetes heeft. “Het is een pittige
aandoening”, zegt kinderarts Mul. “Kinderen en ouders krijgen geen tijd om rustig
aan de diagnose te wennen, ze moeten als
het ware op een rijdende trein springen.
Leren spuiten en leren de bloedglucosewaarden te controleren, nadenken over de
maaltijden, een nieuw levensritme vinden
thuis, voedingsvoorschriften bestuderen,
koolhydraten tellen, nadenken over school,
vakanties, uitstapjes, kinderopvang,
sportbeoefening…”
Bij diabetes zijn er zo veel factoren die
invloed uitoefenen op de regulatie van de
bloedsuikers dat je altijd moet opletten.
Stress, ziekte, intensief sporten en onregelmatig eten zijn bijvoorbeeld omstandigheden die de insulinebehoefte beïnvloeden.
Voor een ziekte die zo veel lichamelijke,
maar ook psychosociale gevolgen heeft is
een behandelteam nodig met deskundigen
op verschillende terreinen. Het Juliana Kinderziekenhuis heeft een goedgeschoold en
ervaren team met artsen, diabetesverpleegkundigen, diëtisten, een kinderpsycholoog
en een ouderbegeleider. Diëtisten mogen
niet ontbreken, want weten wat je eet is
essentieel als je diabetes hebt.
Een goede regulatie van de diabetes heeft
voordelen op de korte en langere termijn.
Mul: “In de eerste plaats omdat je met de
juiste bloedsuikers meer energie hebt en je
beter voelt. En in de tweede plaats om com-
Combinatie
Kinderarts Dick Mul ruimt graag eerst een
paar misverstanden over diabetes uit de
weg. Zo hoort hij het woord ‘suikerziekte’
liever niet meer. “Diabetes krijg je niet door
te veel suiker te eten. Het betekent evenmin
dat je suiker helemaal uit je voeding moet
schrappen, zoals we vroeger meenden.”
Dokter Mul en zijn team behandelen
kinderen van nul tot zeventien, achttien
jaar. Daarna gaan ze naar de internist net
als volwassenen met diabetes. Naar schat-
32
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Els van Thiel
Beeld Studio Oostrum
Het Juliana
Kinderziekenhuis
beschikt over een
goedgeschoold en
ervaren diabetesteam met artsen,
diabetesverpleegkundigen,
dietisten, kinderpsychologen en
ouderbegeleiders.
plicaties later in het leven te voorkomen.”
Dat is soms een moeilijk punt, bijvoorbeeld
bij pubers die volop in het nu leven en geen
boodschap hebben aan wat er later komt.
Het diabetesteam ziet dan ook vaak dat het
reguleren van de diabetes in deze leeftijdsfase moeilijk gaat. Diabetesverpleegkundige
Zuur merkt soms hoe eventuele complicaties als een zwaard van Damocles boven het
hoofd van ouders hangen.
Glucosesensor
In het HagaZiekenhuis/Juliana Kinderziekenhuis zijn ongeveer 250 kinderen met
diabetes uit de hele regio in behandeling.
Dat begint bij baby’s van een paar weken;
die hebben een bijzondere vorm van de
ziekte. Het is een echte grotestadspraktijk
met kinderen van wel 30 nationaliteiten.
Heel jonge kinderen krijgen vanaf de
diagnose insuline via een pompje dat heel
secuur ingesteld kan worden en waarmee
minieme hoeveelheden toegediend kunnen
worden. Iets oudere kinderen gebruiken
een insulinepen en spuiten meestal drie
keer per dag bij de maaltijden en voor het
slapen gaan nog een keer. Afhankelijk van
hun eigen voorkeur en die van hun ouders
kunnen ze op een gegeven moment overgaan op een insulinepomp. Dat betekent
minder prikmomenten en de mogelijkheid
van subtielere aanpassingen. Sommige
kinderen vinden het echter heel vervelend
LIJFMAGAZINE • februari 2013
om altijd zo’n pompje bij zich te moeten
dragen. Het is een individuele keuze die in
samenspraak met de arts wordt genomen.
De artsen van het HagaZiekenhuis/Juliana
Kinderziekenhuis volgen alle ontwikkelingen op het terrein van diabetes op de
voet. Het ziekenhuis gebruikt de nieuwste
technieken om continu de bloedsuiker te
kunnen meten, de zogenoemde glucosesensor. Dat vraagt om veel begeleiding.
Gelukkig vergemakkelijken de moderne
communicatiemiddelen het contact tussen
de ouders en het team. Internationaal
werken onderzoekers aan volledig automatische systemen om insuline toe te dienen,
dat wordt wel de kunstmatige alvleesklier
genoemd.
Vast ritme
Wat moet een kind met een 4 x daags
spuitregime allemaal doen?
• Nadenken over eten: 50 x per week
• Bloedglucosecontrole: 25 x per week
• Insuline injecteren: 30 x per week
• Bloedglucosewaarden en insulinedoseringen bijhouden: 42 x per week
Flinke stempel
Dokter Mul en zijn team helpen kinderen
en ouders op weg om ondanks de ziekte een
zo gewoon mogelijk leven te leiden. “We
passen de behandeling aan het leven aan
en niet andersom”, zegt de kinderarts. “De
eerste tijd zet de ziekte een flinke stempel
op het gezin. Maar op een gegeven moment
komt er een balans en wordt het een
onderdeel van het leven. Het reguleren van
diabetes vraagt veel inzet. Wij helpen onze
jonge patiënten en hun ouders om het leven
in eigen hand te houden en zélf zo goed
mogelijk met de diabetes om te gaan.” •
33
Vrije tijd
Wie aan Midden-Delfland
denkt, ziet een prachtig
weidegebied voor zich met
smalle polderweggetjes
omzoomd door weelderig
begroeide bermen. Rijen knotwilgen ook, en in het voorjaar
bloeiend fluitenkruid. De
Midden-Delfland Vereniging
is op het lumineuze idee
gekomen om in dit rijke
wandelgebied veertig ommetjes
uit te zetten. Wandelingen van
een paar kilometer, kort genoeg
om tussendoor te doen en lang
genoeg om lekker uit te
waaien. Overal is de stad
dichtbij, maar er is nog genoeg
natuur en cultuur om van te
genieten. Wandeldeskundige
en routebouwer Eef Boeve
geeft tips en onthult zijn
lievelingsommetje.
H
et kleinste dorp van Nederland,
kerken, molens, oude vaarten en
nieuwe gemalen, dijken en kaden –
het is er allemaal in Midden-Delfland. Een
uniek veenweidegebied in de verstedelijkte
rand van Nederland. Het ligt ingeklemd
tussen de steden Rotterdam, Schiedam,
Vlaardingen, Den Haag, Rijswijk en Delft.
Een kwetsbare plek. De Midden-Delfland
Vereniging stelt zich ten doel het gebied
groen en open te houden en het unieke
landschap te bewaken.
Eef Boeve van de Werkgroep Paden van
de Midden-Delfland Vereniging heeft 40
ommetjes uitgezet. Met hulp van andere
werkgroepleden zijn ze te boek gesteld en
digitaal beschikbaar gemaakt. Als u houdt
van wandelen, maar geen zin, tijd of conditie heeft voor lange afstanden, dan zijn
de 40 ommetjes geknipt voor u. Rond de 5
kilometer zijn ze, sommige iets korter, an-
34
Veertig ‘ommetjes’ in
dere wat langer. “Ook een korte wandeling
doet je goed. Zeker als je alleen wandelt,
kun je zo goed nadenken.” Gepensioneerd
architect Boeve spreekt uit ervaring: als
hij vroeger een gebouw moest ontwerpen,
trok hij met een blocnote de natuur in. De
ideeën kwamen dan vanzelf.
Grillig krekenpatroon
Op de website van de Midden-Delfland
Vereniging staat een handig overzicht van
alle 40 ommetjes. U kunt het ommetje van
uw keuze printen: links een kaartje, rechts
de beschrijving van de wandeling. Is er een
ommetje dat Boeve speciaal kan aanbevelen? Ze zijn allemaal interessant, zegt hij,
als een vader die geen van zijn kinderen wil
voortrekken. Maar als het dan moet, kiest
hij voor Ommetje 1, de Woudse-polderroute (5 km). Kenmerkend voor deze route is ’t
Woudt, het kleinste dorpje van Nederland.
Een kerk met pastorie, een rij huisjes en
drie boerderijen. En dat is alles. “De combinatie van oud en nieuw maakt deze route
zo boeiend: die kleine boerengemeenschap
nog net als vroeger en daarbij – helemaal
van deze tijd – een gemaal.” Dwars door
de polder is een paar jaar geleden een dijk
aangelegd om bij extreme regenval een deel
van de polder als wateropvang te kunnen
gebruiken. “Dan loop je over die grasdijk
door de polder en als je goed kijkt, is het
prehistorische, grillige krekenpatroon
nog deels zichtbaar in het patroon van de
sloten.” Voor mensen die dorst of honger
krijgen, ligt er op de route een horecabedrijf, voegt de ervaren wandeldeskundige er
praktisch aan toe. De dichter Willem Kloos
(1859-1938) zei het al: “Ik houd erg van
een mooi uitzicht, maar ik moet er iets te
drinken bij hebben.”
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum
Midden-Delftland
is een uniek veenweidegebied in de Randstad
Midden-Delfland
Golvende beweging
Altijd genoeg te praten
Ommetje 28, de Vlietenroute (in de winter
als het pontje niet vaart 4 km, in de zomer
5,5 km), is een andere favoriet van Eef
Boeve. De Vlietlanden bestaan uit drassige
stukken moerasland die niet zijn bemalen
en ingepolderd. Natuurmonumenten zorgt
tegenwoordig voor dit gebied. Eigenlijk
zijn het voor dit deel van Nederland unieke
stukjes hoogveen, waar bijzondere planten
en dieren leven. “Als je langs het water van
de Boonervliet en de Middelvliet loopt, voel
je een soort golvende beweging onder je
voeten, je kunt beter niet stil blijven staan.”
En voor wie even de benen wil strekken,
is er ook op deze route een horecabedrijf.
Een busstation ligt op loopafstand. Bij alle
beschrijvingen van de ommetjes staat overigens vermeld hoe je er met het openbaar
vervoer kunt komen.
Boeve, een actieve zeventiger, wandelt
vanaf zijn jeugd. Om precies te zijn: vanaf
het moment dat hij als elfjarige padvinder
met kaart en kompas op weg werd gestuurd.
Rond zijn twintigste ontwikkelde hij een
passie voor bergwandelen. Tot op de dag van
vandaag maakt hij wandelroutes, ook langeafstandsroutes, en gidst hij wandelaars door
zijn geliefde polder. “Wandelen in een groep
bevordert het sociale contact. Er is zo veel te
zien dat je altijd genoeg gespreksstof hebt.”
Zo biedt bijvoorbeeld Ommetje 6, de Tanthofkade-Kerkpolderroute (3 km), behalve
een mooie wandeling ook aanleiding voor
bespiegelingen over oprukkende woningbouw, ruimtelijke planning en het dichter
bij elkaar brengen van stad en platteland. “Je
loopt over een oude kade die vroeger twee
polders van elkaar scheidde. Nu houdt de
kade aan de ene kant de stadsuitbreiding van
LIJFMAGAZINE • februari 2013
Delft tegen, maar door de rijke begroeiing
heb je niet in de gaten dat je zo dicht bij de
stad bent. Hartje winter wel, maar zodra de
bladeren groen worden, is het een prachtige,
karakteristieke wandeling.”
Boeve heeft nog een laatste tip tot slot: de
vogelkijkhut die uitzicht biedt op de Rijsplasjes en de Aalkeet-Buitenpolder is met zijn
rijke vogelleven een rustpunt tijdens Ommetje 24, de Broekpolderroute 3. “Met een
beetje geluk hoor je de rietvogels zingen.” •
Routebeschrijvingen en kaarten van de
40 ommetjes kunt u downloaden van de
website: www.middendelflandvereniging.nl
Ze zijn ook beschikbaar als PDF-bestand.
Secretariaat Midden-Delfland Vereniging,
Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636
GG Schipluiden.Telefoon: 06 42 10 54 07.
E-mail: [email protected]
35
HAGANIEUWS
Kaakchirurg Rozema
bijzonder hoogleraar
Kaakchirurg dr. Fred Rozema van het
HagaZiekenhuis is door de Universiteit van
Amsterdam benoemd tot bijzonder hoogleraar bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Tevens is hij benoemd tot
staflid van de afdeling Mondziekten, Kaak- en
Aangezichtschirurgie van het AMC en het
VUmc.
Rozema gaat in Amsterdam een nieuwe
leerstoel bekleden. Deze leerstoel richt zich
op het wetenschappelijk onderzoek en
onderwijs dat een brug kan slaan tussen
het medisch en tandheelkundig handelen
in zowel de tandheelkundige als medische
beroepspraktijk. Dit is onder andere van
belang voor de behandeling van oudere patiënten die steeds vaker hun eigen tanden en
kiezen behouden, terwijl juist in deze groep
vaak sprake is van ingewikkelde medische
problemen. Dat vergt van de tandarts een
uitgebreidere medische basiskennis.
Naast zijn hoogleraarschap blijft Rozema
voor drie dagen per week als kaakchirurg
verbonden aan het HagaZiekenhuis.
Informatie voor patiënten in één map
Als een patiënt wordt opgenomen in het HagaZiekenhuis krijgt hij veel informatie aangereikt, zowel mondeling als schriftelijk. Om de patiënt de mogelijkheid te geven om die
informatie op een ander moment nog eens rustig na te lezen, wordt deze voortaan gebundeld in één map: de patiënteninformatiemap. Elke verpleegafdeling van het HagaZiekenhuis
ontwikkelt in samenwerking met de afdeling Patiëntencommunicatie zijn eigen map.
In die map vindt men onder andere informatie over de mogelijkheid voor rooming in en
over de patiëntencomputer bij het ziekenhuisbed, waarmee de patiënt toegang heeft tot
internet, maar ook een warme maaltijd kan bestellen en televisie kan kijken. Daarnaast is
er informatie opgenomen over het behandelteam, patiëntveiligheid en het ontslag uit het
ziekenhuis. Verder wordt er ook informatie gegeven over de voorzieningen in het ziekenhuis,
waaronder winkels, de kapper en de kerkdiensten.
De vernieuwde verpleegafdelingen Heelkunde, Hematologie en Oncologie en de Acute
Opname en Diagnostiek Afdeling maken inmiddels gebruik van de patiëntinformatiemap.
Goed toeven in De Nijkamphoeve
Wist u dat in de ‘achtertuin’ van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg,
een echte buurtboerderij ligt? Een gezellige ontmoetingsplaats voor
wijkbewoners en ook voor ziekenhuisbezoekers die even hun zinnen
willen verzetten. De ‘veestapel’ bestaat uit twee aaibare ezels, een aantal
geiten, schapen, konijnen, cavia’s, kippen van verschillende rassen en
niet te vergeten boerderijpoes Otje en witte gans Josefien.
Er is koffie, thee, ijs en limonade verkrijgbaar. Snelwegen en hoogbouw
zijn niet ver weg, maar daar merkt u niets van, want De Nijkamphoeve is
een oase van rust die mooi verscholen in het groen ligt.
Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 9.00 tot 16.00 uur (winterrooster). Na 1 maart van 9.00 tot 17.00 uur. Elke woensdag- en zondagmiddag cavia’s knuffelen.
Buurtboerderij De Nijkamphoeve, Escamplaan 1750, 2547 HG
Den Haag. Telefoon: (070) 3298873. Website: www.nijkamphoeve.nl
36
januari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Dam Beeld Studio Oostrum
Ruimere bezoektijden voor
meeste afdelingen HagaZiekenhuis
Een opname in een ziekenhuis is vaak een
ingrijpende gebeurtenis. Je hele leven kan
erdoor veranderen. Dan wil je graag de
mensen om je heen hebben die belangrijk
voor je zijn.
Het HagaZiekenhuis heeft daarom de
bezoektijden op de meeste afdelingen
verruimd. Op alle afdelingen van de locaties
Leyweg en Sportlaan zijn de bezoektijden nu
van 13.00 tot 16.00 uur en van 18.00 tot 20.00
uur. Wel gelden voor verschillende afdelingen, zoals bijvoorbeeld de intensive care, de
hartbewaking, de dialyse-afdeling en de afdeling verloskunde nog aparte bezoektijden.
In het Juliana Kinderziekenhuis blijven de
bezoektijden van 14.30 tot 19.00 uur.
Op de website van het ziekenhuis vindt u een
compleet overzicht van alle bezoektijden.
Rooming-in
gelijk om bij de patiënt op de kamer te slapen
(rooming-in). Vanaf december 2012 is dat mogelijk op de verpleegafdelingen Hematologie,
Interne Geneeskunde/Oncologie en de Acute
Opname en Diagnostiek afdeling (AODA).
Over deze mogelijkheden van ‘rooming-in’ is
een aparte brochure beschikbaar..
Deze aanpassingen passen bij de kijk op zorg
in het HagaZiekenhuis, die in vaktermen wordt
aangeduid als de planetree-filosofie. Daarin
staat dat het contact met familie, vrienden en
dierbaren belangrijk zijn voor de kwaliteit van
leven en het herstel van de patiënt.
Recepties
Om alle bezoekers van dienst te zijn, worden
ook de openingstijden van de receptie verruimd. De receptie bij de hoofdingang van de
locatie Leyweg is nu elke dag open van 7.00
uur tot 23.00 uur.
Op een aantal afdelingen wordt het ook mo-
Speciale website voor opnames
op de Intensive Care
Familieleden van patiënten die zijn opgenomen op de Intensive Care-afdeling van een ziekenhuis, worden overladen met belangrijke informatie, die zij soms nauwelijks kunnen verwerken.
In een gesprek met de behandelend artsen horen zij vaak alleen het ergste woord; de rest van
de informatie beklijft vaak niet. Om deze familieleden, maar ook vrienden en contactpersonen
beter te informeren en hen beter te ondersteunen in de zorg rondom de patiënt heeft
het HagaZiekenhuis een speciale website
ontwikkeld.
Zij kunnen hier informatie vinden over de
patiënt zelf: informatie over het ziektebeeld,
noodzakelijke behandelingen en de apparatuur rondom het bed. Deze informatie wordt
verschillende keren per dag geactualiseerd.
Uiteraard is deze informatie alleen in te zien
door personen die hiertoe bevoegd zijn.
Gebruikers kunnen op de website ook een
dagboek bijhouden en een (bezoek)agenda
inrichten.
Via het dagboek van hun naasten kunnen zij
teruglezen wat hen allemaal is overkomen.
LIJFMAGAZINE • januari 2013
Dialyse op vakantie
Dialysepatiënten moeten bij het plannen van hun vakantie altijd rekening
houden met hun dialyseschema. Daar
kan niet van worden afgeweken. Het
HagaZiekenhuis heeft nu voor deze patiënten op de locatie aan de Sportlaan
drie aparte behandelunits.
“Wij bieden mensen de gelegenheid om
rondom hun vakantieadres bij ons hun
dialysebehandeling te ondergaan. Wij zijn
er helemaal op ingespeeld. We hebben
al een vaste, trouwe vakantiepatiëntengroep, sommigen daarvan komen uit het
buitenland, “ zegt Josca Voskamp, een
van de gespecialiseerd verpleegkundigen
die de vakantiedialyse regelt. “We vinden
het belangrijk dat mensen zich hier meer
dan welkom voelen. Juist op vakantie wil
je dat alles goed en vlot verloopt.”
Het HagaZiekenhuis heeft het grootste
dialysecentrum in de regio en heeft
voor vakantiegangers het voordeel dat
het centrum gelegen is in de buurt van
strand en zee.
Duurzaam verwarmen
en koelen
Het HagaZiekenhuis beschikt over één
van de grootste systemen in Nederland
voor de opslag van koude en warmte in
de bodem. Dit systeem zorgt voor het
duurzaam verwarmen en koelen van het
ziekenhuisgebouw en kan daarom grote
besparingen opleveren. Bovendien levert
het ziekenhuis hiermee een bijdrage
aan een beter milieu. Dit zogenoemde
WKO-systeem is een belangrijk onderdeel van de gekozen methode van
duurzaam renoveren en bouwen bij het
HagaZiekenhuis.
37
In ons lichaam vinden elke
dag miljarden celdelingen plaats
Als cellen ontsporen
Cellen zijn de bouwstenen van ons lichaam. Cellen kunnen delen.
Er ontstaan dan twee nieuwe cellen. Dat gaat bijna altijd goed.
Maar soms gaat er iets mis. Cellen worden ‘ziek’ en gaan ongeremd
delen. Zij verdringen hun gezonde soortgenoten. Er ontstaat kanker.
Wat is dat, hoe ontstaat het en wat is eraan te doen?
38
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Megchelen Beeld Hans Oostrum, Shutterstock
A
lles wat leeft bestaat uit cellen.
Muggen en olifanten, kwallen en
walvissen, eikenbomen en vergeetmij-nietjes en ook mensen bestaan uit
cellen. De meeste cellen zijn niet groter dan
een 100ste deel van een millimeter. Je kunt
ze dus alleen zien door een microscoop.
Elke cel in ons lichaam is omgeven door
een dun vliesje, het celmembraan. De binnenkant van de cel bestaat uit de celvloeistof en de celkern. Alles wat de cel doet,
doet zij met celvloeistof en celmembraan.
Zo kunnen spiercellen samentrekken. Cellen van de lever kunnen gifstoffen afbreken. Cellen in de darm kunnen voedsel
opnemen. Hersencellen kunnen informatie
uitwisselen. De cellen van ons lichaam
werken onderling samen om te zorgen dat
wij (over)leven.
Alle onderdelen van de cel worden voortdurend vernieuwd. De informatie daarvoor ligt
opgeslagen in de kern van elke cel. De celkern is een soort bibliotheek vol recepten.
Die recepten zijn geschreven in het DNA in
de celkern. De informatie in het DNA wordt
bepaald door de volgorde van de DNAbouwsteentjes. Die worden aangeduid met
de letters A,T,C en G. Elk recept is gemaakt
van een paar duizend van die ‘DNA-letters’.
De cel gebruikt die recepten om zijn eigen
bouwstenen telkens te vervangen.
LIJFMAGAZINE • februari 2013
Miljarden ‘letters’
Nieuwe cellen worden dus gemaakt door
deling. Een cel splitst in tweeën en er ontstaan twee kopieën. Celdeling maakt ook
groei mogelijk. Dankzij celdelingen zijn alle
cellen in ons lichaam ontstaan. Uiteindelijk
zijn we allemaal begonnen als een enkele
cel: de bevruchte eicel.
Een celdeling begint ermee dat de informatie in de celkern verdubbeld wordt. Zo
krijgen alle cellen hetzelfde DNA mee. Dat
klinkt misschien simpel. Maar de bibliotheek
in de celkern bestaat uit 3,2 miljard ‘letters’
DNA. Dat zijn 500.000 dubbelzijdig bedrukte
bladzijden. Een stevige boekenkast vol dus.
Die moet foutloos worden gekopieerd. Want
fouten kunnen tot kanker leiden.
Foutjes in de receptuur
Onze cellen doen er alles aan om het DNA
in de celkern foutloos te houden. Als er wel
iets fout is en de fout kan niet hersteld worden, gaat de cel dood. Beter één cel minder
dan fouten in het DNA. Maar er zijn elke
dag miljarden celdelingen in ons lichaam.
Dag in, dag uit wordt miljarden keren die
hele bibliotheek in ons DNA gekopieerd.
Een foutje kan er dan doorheen glippen.
Zo’n fout in het DNA is vaak onschuldig.
Sommige informatie kan best gemist
worden. Maar een fout kan ook ernstige
gevolgen hebben. De cel kan ‘doof’ of
‘blind’ worden voor signalen van andere
cellen. Zo merkt hij bijvoorbeeld niet dat er
al genoeg van zijn soort cellen zijn. Hij gaat
vaker delen. Dat is een typische eigenschap
van kankercellen. Door een paar van zulke
fouten in het DNA kan een gezonde cel
veranderen in een kankercel. En als één
enkele cel blijft delen en delen, ontstaat
uiteindelijk een gezwel.
“We lopen allemaal
een risico en dat risico
wordt groter als we
ouder worden”
Onsterfelijk en asociaal
Kankercellen zijn anders dan gewone
cellen. Ze houden geen rekening met hun
omgeving. Het zijn asociale cellen, die
blijven delen en groeien. Ze gaan ook veel
minder gemakkelijk dood, zelfs als er fouten
in hun DNA zitten. Kankercellen gaan veel
slordiger om met hun DNA. Als ze delen,
kijken ze helemaal niet meer of alles wel
netjes gekopieerd is. Zo ontstaan in een
tumor heel veel verschillende cellen.
Een deel van de cellen in de tumor wordt
steeds kwaadaardiger. Ze krijgen bijvoorbeeld de eigenschap om weefsel kapot
te maken. Dan kunnen ze in het bloed
terechtkomen en naar andere plekken in
het lichaam gaan. Daar kunnen zij weer
uitgroeien en een nieuwe tumor vormen.
Zo ontstaan uitzaaiingen. Een uitzaaiing is
een nieuwe tumor. Als er uitzaaiingen zijn,
>>>
39
Oncologie
Elke dag vinden in ons lichaam miljarden celdelingen plaats. Het is dan ook verheu­
gend dat relatief gezien zo weinig mensen met kanker geconfronteerd worden.
is kanker vaak moeilijk te genezen.
De oorzaken van kanker
Kanker ontstaat dus door fouten in het DNA
in een celkern. Alles wat het DNA beschadigt, kan kanker veroorzaken. Zonlicht
bijvoorbeeld, of bepaalde chemische
stoffen. Sigarettenrook is rijk aan zulke
stoffen. Maar ook luchtverontreiniging en
chemisch afval kan kankerverwekkend
zijn. Radioactieve straling is eveneens
kankerverwekkend.
Overmatige blootstelling aan zonlicht kan
huidkanker veroorzaken
Soms krijg je bij je geboorte al foutjes in het
DNA mee. Je krijgt dan vaak op jongere leeftijd kanker. Als er veel mensen in de familie
dezelfde vorm van kanker krijgen, is het goed
om dat te laten onderzoeken en mogelijkerwijs preventieve maatregelen te nemen.
Het ontstaan van kanker duurt meestal vele
jaren. Het kost tijd voordat de eerste kankercel is uitgegroeid tot een tumor die klachten
geeft. Hoogstwaarschijnlijk ontstaan bij
ieder mens regelmatig kankercellen. Die
worden op tijd door het afweersysteem
herkend en uitgeschakeld. Geneesmid-
40
delen die het afweersysteem onderdrukken,
vergroten daarom de kans op kanker. Zulke
middelen worden bijvoorbeeld gegeven
aan patiënten na een transplantatie. Deze
patiënten hebben vaker (huid)kanker.
Kanker is niet besmettelijk. Maar er zijn wel
vormen van kanker waarbij een besmetting
met een virus een rol kan spelen. Sommige
virussen kunnen namelijk het DNA in de
celkern beschadigen. Bij baarmoederhalskanker bijvoorbeeld is een virus betrokken.
Patiënten met de virusziekte hiv (aids)
hebben ook een grotere kans op kanker.
In het algemeen kan gezegd worden dat gezond leven ook helpt tegen kanker. Alcohol
en roken vergroten de kans op kanker. Ook
bij overgewicht en onvoldoende beweging
neemt de kans op kanker toe. Gezond eten
met voldoende groenten en fruit beschermt
tegen kanker. Dat komt doordat vitaminen
en andere stoffen in groenten en fruit het
DNA beschermen tegen schadelijke invloeden. Maar ook wie helemaal gezond leeft,
kan ziek worden. Bij de meeste mensen die
kanker krijgen is namelijk geen duidelijke
oorzaak aan te wijzen. We lopen allemaal risico en dat risico wordt groter naarmate we
ouder worden. Onze cellen hebben als we
oud worden al heel vaak gedeeld. De kans
op foutjes neemt dan toe. Eigenlijk is vroeg
doodgaan vreemd genoeg de allerbeste
manier om kanker te voorkomen.
Vaak krijgt de patiënt voor de zekerheid ook
nog bestraling of geneesmiddelen (chemotherapie). De laatste restjes kankercellen
moeten zo worden vernietigd. En dat gaat
tegenwoordig heel vaak goed. Bij veel vormen van kanker kunnen patiënten worden
genezen.
Als er al uitzaaiingen zijn, kan de chirurg
meestal niets doen. Bestraling en/of
chemotherapie moet de ziekte dan onder
controle houden. Er zijn vormen van kanker
die dan nog goed genezen kunnen worden.
Kanker van de zaadbal bijvoorbeeld is vaak
al uitgezaaid als de ziekte herkend wordt.
Toch worden de meeste mannen met deze
vorm van kanker genezen. Ook als genezing
niet meer mogelijk is, kan chemotherapie
helpen. Iemand kan dan nog geruime tijd
Kanker in Nederland
Elk jaar overlijden meer dan veertigduizend mensen in ons land aan kanker. Bij
mannen is het dan ook de belangrijkste
doodsoorzaak. Bij vrouwen zijn hart- en
vaatziekten net iets vaker dodelijk. Meer
dan een half miljoen mensen leven met
kanker. Elk jaar wordt er bij ongeveer
negentigduizend mensen kanker
vastgesteld. Dat aantal neemt elk jaar
verder toe. Dat komt ook doordat onze
bevolking ouder wordt. Prostaatkanker,
borstkanker, darmkanker en longkanker
komen het meeste voor. Prostaatkanker,
borstkanker en darmkanker zijn in het
algemeen goed te behandelen. Vooral
als zij op tijd ontdekt worden. Daarom
wordt in Nederland in de komende
jaren een screening op darmkanker
ingevoerd. Er bestaat al een bevolkingsonderzoek voor borstkanker en
baarmoederhalskanker.
Behandeling
Hoe eerder kanker wordt aangepakt, hoe
beter. Een kleine tumor is meestal nog niet
uitgezaaid. Als de chirurg de tumor er helemaal uit kan halen, is de patiënt genezen.
Longkanker als gevolg van roken is nog
steeds een van de belangrijkste vormen
van kanker.
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Pieter van Megchelen Beeld Studio Oostrum, Shutterstock
Grote verschillen
Er wordt vaak over kanker gepraat alsof
het een enkele ziekte is. Ook in dit artikel
hebben we dat gemakshalve gedaan.
Maar eigenlijk zou je moeten zeggen
dat kanker een verzamelnaam is. Er zijn
heel veel verschillende soorten kanker.
In alle gevallen gaan er cellen ongeremd
groeien. Maar het maakt wel veel uit
wat voor soort cellen dat zijn. Sommige vormen van kanker zijn redelijk
onschuldig, zoals de meeste vormen van
huidkanker. Andere zijn al snel fataal. Er
zal dan ook niet snel ‘één middel tegen
kanker’ gevonden worden. Wel wordt er
vooruitgang geboekt bij de behandeling
van verschillende soorten kanker.
Met het klimmen der jaren neemt de kans op
het krijgen van een vorm van kanker toe.
leven. Goede begeleiding en behandeling
zorgen ervoor dat hij of zij zo min mogelijk
klachten heeft.
Nieuwe behandelingen
Met chirurgie, bestraling en chemotherapie
kunnen veel patiënten behandeld worden.
Ongeveer de helft van alle patiënten kan
genezen worden. Dat hangt heel erg af van
het soort kanker. Bij de onschuldige vormen
van huidkanker geneest bijna iedereen.
Kanker van de alvleesklier en longkanker is
vaak niet te genezen. Het maakt bovendien
veel uit of de ziekte vroeg herkend wordt.
Daarom wordt bijvoorbeeld bij vrouwen
een uitstrijkje gemaakt. Baarmoederhalskanker is goed te behandelen als het in een
vroeg stadium gevonden wordt.
In de wetenschappelijke laboratoria wordt
hard gewerkt aan de ontwikkeling van
nieuwe behandelingen. In de afgelopen
jaren zijn al veel nieuwe geneesmiddelen
LIJFMAGAZINE • februari 2013
tegen kanker ontwikkeld. Net als gewone
chemotherapie maken zij kankercellen
dood. Maar ze maken gebruik van unieke
eigenschappen van kankercellen. Daardoor
laten ze gezonde cellen meer met rust. De
nieuwe middelen hebben daardoor minder
bijwerkingen.
Een andere nieuwe aanpak maakt gebruik
van het afweersysteem van het lichaam.
Ons lichaam kan afwijkende cellen
herkennen en uitschakelen. Dat gebeurt
voortdurend. Als er toch kanker ontstaat,
zijn de kankercellen dus aan die bewaking
ontsnapt. Wetenschappers zoeken naar
trucs om te zorgen dat het afweersysteem
de kankercellen weer herkent en uitschakelt. Daar zijn al successen mee bereikt.
Maar voorlopig lukt het niet om grote
aantallen patiënten op die manier te genezen. Kankercellen blijken op een bepaalde
manier heel slim te zijn. Ze ontsnappen
telkens weer aan de afweer.
Een nieuwe aanpak die al wel wordt toegepast is de behandeling met licht: fotodynamische therapie. Bepaalde geneesmiddelen
worden pas actief als je er licht op schijnt.
Je kunt op die manier dus als het ware de
tumor aanwijzen. Gezonde cellen blijven
zo gespaard. Behandeling met licht wordt
toegepast bij die vormen van kanker waar
je makkelijk licht op kunt schijnen. In de
huid bijvoorbeeld. Het HagaZiekenhuis
geeft deze fotodynamische therapie tegen
huidkanker.
Het aantal patiënten met kanker zal in de
komende jaren toenemen. Dat komt doordat de bevolking ouder wordt. Bovendien
overleven meer mensen met kanker. Vaak
hebben zij nog wel medische zorg nodig.
Het is dan ook te hopen dat wetenschappelijk onderzoek succes heeft bij het zoeken
naar effectieve oplossingen voor hun
problemen. •
Kankerzorg in het
HagaZiekenhuis
Het HagaZiekenhuis behandelt patiënten met alle veel voorkomende vormen
van kanker. Op sommige terreinen loopt
het ziekenhuis voorop. In de hema­
tologie bijvoorbeeld, bij de behandeling van kanker van bloedcellen, zoals
leukemie. Daarin is het HagaZiekenhuis
een van de koplopers in Nederland.
Lintje
Het HagaZiekenhuis was het tweede
ziekenhuis in Nederland waar een
nieuwe MRI-scan voor prostaatkanker
werd ingevoerd. Een MRI is een scan
waarop goed te zien is waar een
mogelijke afwijking zit. De uroloog kan
daar dan wat cellen weghalen om te
kijken of het kanker is. Prostaatkanker
komt veel voor. Een op de zes mannen
in Nederland krijgt ermee te maken. De
nieuwe techniek geeft meer zekerheid.
Als het nodig is, kan de patiënt snel
behandeld worden.
Ook de zorg voor patiënten met
borstkanker in het HagaZiekenhuis is
van hoge kwaliteit. Hij is al regelmatig
onderscheiden met het ‘roze lintje’ van
De Borstkankervereniging Nederland
(BVN). Deze vereniging stelt hoge eisen
aan de kwaliteit van zorg voor patiënten
met borstkanker. Ook borstkanker komt
veel voor. Een op de negen vrouwen in
Nederland krijgt borstkanker.
Beeld van
de nieuwe
verpleeg­
afdeling voor
oncologie­
patienten
41
VERPLEGING
Het beroep van verpleegkundige is steeds breder geworden
Wie is wie in het wit?
Als u in het ziekenhuis ligt, ziet u veel verschillende mensen aan uw bed
verschijnen. Is het een dokter? Een verpleegkundige? En wat voor een
dokter of verpleegkundige? Gewoon vragen, adviseert Frank Tetteroo
van de HagaAcademie. Hij legt uit welke verpleegkundigen u kunt tegenkomen in het HagaZiekenhuis en wat u van hen kunt verwachten.
F
rank Tetteroo is als manager van het
verpleegkundig onderwijs van de
HagaAcademie de leidinggevende van
alle leerlingen die in het HagaZiekenhuis
onderwijs volgen, dat zijn in totaal zo’n
honderdtwintig verpleegkundigen in spe die
de basisopleiding volgen. Ze studeren aan
het Haagse ROC Mondriaan (mbo-niveau) en
aan de Hogeschool Leiden en de Haagse Hogeschool (hbo-niveau) en zeventig procent
van hun studietijd werken ze onder begeleiding in het HagaZiekenhuis. “De afdelingen
nemen hun opleidingsverantwoordelijkheid
serieus”, zegt Tetteroo. “Medewerkers van de
HagaAcademie toetsen op hun beurt of alles
volgens afspraak verloopt en of leerlingen en
begeleiders de juiste stappen zetten op weg
naar het diploma.”
42
De HagaAcademie houdt zich bezig met
de organisatie van het wetenschappelijk
onderzoek, het beleggen van congressen
en trainingen en met het medisch en
verpleegkundig onderwijs in het ziekenhuis.
Dat Tetteroo, die zelf een verpleegkundige
achtergrond heeft, het beroep een warm hart
toedraagt, klinkt door in elke zin die hij zegt.
“Een ontzettend mooi vak, waar je trots op
mag zijn. Maar het respect voor de manier
waarop je het beroep beoefent, moet je
verdienen, daar moet je hard voor werken.”
Allemaal professionals
In het ziekenhuis ziet u zo veel mensen
voorbijkomen die allemaal in het wit gekleed
gaan, dat u de tel gemakkelijk kwijtraakt
en niet meer weet wie wie is. U bent niet
de enige. In 2012 is daar onderzoek naar
verricht door de KNMG, de koepel van alle
Nederlandse artsen. Nog geen 20 procent
van de patiënten wist precies wie de hulp in
goede banen leidt en wie waarvoor aanspreekbaar is.
Net als binnen de wereld van artsen, werken
in de verpleging en verzorging mensen met
verschillende opleidingen en dus met verschillende bevoegdheden. Maar al hebben
ze een uiteenlopende achtergrond, het zijn
allemaal professionals. Als u hulp nodig heeft
bij bijvoorbeeld eten en wassen, is de kans
groot dat een ‘helpende’ u bijstaat, de naam
verwijst naar hun opleiding. De kans dat u
een ‘verpleegkundige’ treft is groter, want er
zijn in het HagaZiekenhuis meer verpleeg-
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Els van Thiel Beeld Studio Oostrum
kundigen dan helpenden. Hun opleiding is
wat uitgebreider en hun takenpakket ook. Zij
delen bijvoorbeeld medicijnen uit, verzorgen
wonden en geven injecties, maar ze doen dat
altijd in opdracht van en onder verantwoordelijkheid van een arts.
Er zijn verpleegkundigen met een middelbare
en met een hogere beroepsopleiding. Of het
nu mbo’ers zijn of hbo’ers, het zijn allemaal
volwaardige verpleegkundigen. Ze behoren
tot wat in vaktaal heet de ‘basisverpleegkunde’
van het ziekenhuis. In de praktijk is het onderscheid tussen hbo- en mbo-verpleegkundigen
niet zo scherp aangezien in de praktijk
persoonlijke kwaliteiten een grote rol spelen.
Specialistische verpleegkundigen
Sommige basisverpleegkundigen krijgen na
verloop van tijd behoefte om zich professioneel verder te ontwikkelen. Ze kunnen
zich dan specialiseren voor bepaalde
afdelingen, bijvoorbeeld voor de hartbewaking, de operatiekamer, de kinderafdeling, de dialyseafdeling voor mensen met
nierproblemen of de spoedeisende hulp. Die
specialisatie kan gebeuren in het Erasmus
Medisch Centrum of in het Leids Universitair
Medisch Centrum, beide academische centra
waarmee het HagaZiekenhuis samenwerkt.
Verpleegkundigen die zich specialiseren,
komen in dienst van het HagaZiekenhuis,
bijvoorbeeld als leerling spoedeisende hulp
of leerling anesthesie. Zodra ze het diploma
voor hun specialisatie behaald hebben, kunnen ze solliciteren en gaan ze werken in het
team waarin ze opgeleid zijn.
“Een ontzettend mooi
vak, waar je trots op
mag zijn”
Houd je ervan om ’s nachts te werken? Kun je
goed functioneren in een omgeving waar het
altijd rennen of stilstaan is, zoals de spoedeisende hulp? Ligt het je om continu onder
spanning te werken of geef je de voorkeur
aan werken volgens vastliggende procedures? Dat zijn de vragen die voor een groot
deel bepalen in welke richting verpleegkundigen zich specialiseren. Tetteroo noemt
de spoedeisende hulp als voorbeeld: “Elk
moment kan er iets gebeuren en je weet niet
vantevoren wat, dus je moet veel kennis en
kunde hebben en adequaat kunnen inspelen
op allerhande situaties. Die continue spanningsboog moet je aankunnen.”
Bijna een dokter
Naast de specialistische verpleegkundigen
zijn er in Het HagaZiekenhuis ook verpleegkundig specialisten. De namen van de
functies lijken veel op elkaar, maar de inhoud
LIJFMAGAZINE • februari 2013
is wel degelijk verschillend. Verpleegkundig
specialisten zijn de nurse practitioners en
de physician assistants. Deze medewerkers
werken in het grensgebied van medische en
verpleegkundige zorg, ze functioneren als het
ware als arts-assistenten en ze verrichten een
aantal medische handelingen. Daarbij zijn
ze gespecialiseerd op een bepaald gebied,
bijvoorbeeld de zorg voor mensen kanker
of cardiologische zorg voor mensen met
hartproblemen.
Tetteroo: “Soms staat een maatschap voor de
keuze: nemen we een arts-assistent aan, een
nurse practitioner of een physician assistent?
Een arts-assistent blijft tijdelijk, want hij of zij
groeit door in het artsenberoep. Het voordeel
van een nurse practitioner of een physician
assistents is continuïteit. Ze blijven, en dat
kan heel prettig zijn voor patiënten. Bijvoorbeeld voor mensen met kanker die zo tijdens
de hele behandeling, vanaf de diagnose tot
en met de controle achteraf, altijd hetzelfde
vertrouwde gezicht zien.
U bent bijna een dokter… Mensen zien
het als een uiting van waardering voor de
verpleegkundige. Tetteroo heeft er gemengde
gevoelens bij. “Patiënten bedoelen het
aardig, maar ik voel er ook een beetje een
onderschatting in van het verpleegkundige
beroep. Het is net zo’n opmerking als ‘Voor
je leeftijd zie je er nog goed uit...’ Een heel
goede verpleegkundige is gewoon een heel
goede verpleegkundige!”
Er zijn niet alleen meer medewerkers in een
groeiend aantal functies, ze gaan ook nog
allemaal hetzelfde gekleed. Voor de patiënt
wordt het er niet gemakkelijker op om te
onderscheiden wie wie is in het ziekenhuis.
Gewoon vragen, adviseert Tetteroo. “Nee, dat
is niet brutaal. Als ik zelf in het ziekenhuis zou
liggen, wil ik weten wie aan mijn bed staat. Alleen al om de juiste vragen te kunnen stellen.”•
43
Zwangerschap
Tekst Els van Thiel
Beeld Studio Oostrum
Comfortabel kramen in
het Geboortehotel Haga
Wilt u het liefste bevallen in uw
eigen vertrouwde omgeving?
Of vindt u het een veilig idee
om uw baby in het ziekenhuis
te krijgen? GeboorteHotel Haga
biedt een combinatie van
huiselijkheid en veiligheid.
D
e kraamverzorgende die de rondleiding verzorgt, is duidelijk trots op
GeboorteHotel Haga. Op het aanrecht
in de pantry staan zelfs de beschuiten met
muisjes al klaar!
GeboorteHotel Haga ligt op de vijfde
verdieping van de locatie Sportlaan van het
HagaZiekenhuis. De tien kamers zijn modern, ruim en huiselijk. Alles is er: wiegje,
commode, koelkast, radio, tv, telefoon en
draadloos internet. Elke kamer heeft een
eigen badkamer met douche en toilet. Er is
ook een extra bed, want de partner of eventueel een ouder kind van de kraamvrouw
kan blijven slapen.
Er kunnen allerlei redenen zijn om niet
thuis te kramen. GeboorteHotel Haga biedt
de mogelijkheid om in alle rust te bevallen en daarna lekker uit te rusten. “We
proberen een zo huiselijk mogelijke sfeer
te scheppen”, zegt manager Sylvia van den
Dool. “Maar met de service en het comfort
van een hotel.”
Deskundigheid binnen handbereik
In GeboorteHotel Haga kunnen vrouwen
zonder medische indicatie bevallen onder
begeleiding van hun eigen verloskundige
met assistentie van de kraamverzorgenden
van het hotel. Dat gebeurt op de afdeling
verloskunde van het HagaZiekenhuis. En
mocht er onverhoopt iets niet goed gaan,
dan is medische zorg direct aanwezig. “Als
de bevalling ‘medisch’ wordt, zoals wij dat
noemen, kan de kraamvrouw in dezelfde
kamer blijven”, legt Van den Dool uit. “Ze
hoeft niet op een brancard door de gangen,
ze blijft waar ze is. Want alle zorg die nodig
is, komt direct naar haar toe.” Het medische
team van het HagaZiekenhuis vervangt
namelijk op dat moment het team van
GeboorteHotel Haga. Mevrouw Ros maakte
dat mee: “Binnen vijf à tien seconden was
er assistentie toen bleek dat onze dochter
geen lucht had. Wij hebben ons geen
moment zorgen hoeven te maken.”
Zorgplan
Ook vrouwen met een medische indicatie
kunnen na hun bevalling gebruikmaken
van GeboorteHotel Haga. Net als thuis
44
krijgen moeders er professionele zorg van
gediplomeerde kraamverzorgenden. Van
den Dool: “Onze gasten kunnen de klok
rond rekenen op goede zorg en informatie.
We merken hoe dat gewaardeerd wordt,
want er leven veel vragen, over borstvoeding bijvoorbeeld. Een natuurlijk proces dat
je niet kunt sturen, wat moeders behoorlijk
onzeker kan maken.” De kraamverzorgenden werken met een zorgplan, waarin ook
speciale wensen van de moeder vastgelegd
kunnen worden. Zorg op maat dus, zowel ’s
nachts als overdag. En na drie à vijf dagen
– de gemiddelde verblijfsduur in het hotel
– vertrekt de moeder weer uitgerust naar
huis, vaak met aanvullende thuiskraamzorg.
Rondleiding
Wilt u een kijkje nemen in GeboorteHotel
Haga? U bent iedere dag om 15.30 uur
welkom voor een rondleiding.
Bel rond 14.00 uur even voor een afspraak.
Telefoon: (070) 210 77 01.
Ook een virtuele rondleiding is mogelijk:
http://www.geboortehotel.com/hotels/
haga/rondleidingen/ •
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
gezondheid
Tekst Bernadette Schoemaker
Beeld Studio Oostrum
De overgang: voor elke vrouw anders
Er is geen ontkomen aan: elke vrouw komt in de menopauze.
Als de menstruatie stopt, is dat een feit. Fijn, zou je zeggen, maar er
komt nieuw ongemak voor in de plaats. De opvlieger kent iedereen.
Maar wat is nou verder toe te schrijven aan die hormoonverandering?
En waar vind je de juiste informatie? Bij een overgangsconsulent,
wellicht. Die weet ook dat geen enkele vrouw in de overgang lijkt
op een ander.
en 50 jaar is een vroege overgang, te vroeg is
die bij een leeftijd van 40. Gemiddeld duurt
de overgang 4 tot 7 jaar, maar het proces
kan ook 10 jaar duren. Eenderde van de
vrouwen heeft nauwelijks last, een derde
redt zich met zelfmedicatie en eenderde
gaat met klachten naar een gynaecoloog of
overgangsconsulent.
Drie klachten zijn echt hormonaal, wat wil
zeggen dat die direct samenhangen met
de oestrogeen-daling. Dit zijn: het uitblijven van de menstruatie, de opvliegers en
het droger worden van de slijmvliezen.
Alle vrouwen hebben deze drie typische
overgangsklachten, in meer of mindere
mate.
Kettingreactie
T
wee feiten zijn gesneden koek voor
elke vrouw in de overgang: je menstrueert niet meer en maakt minder
hormonen aan. Maar dan. Hoe zit het nou
precies? Vrouwen spreken dat met elkaar
door. Ze googlen, lezen erover, gaan naar
een zelfhulpgroep, raadplegen hun huisarts,
een gynaecoloog. Bij overgangsconsulenten
komen ze ook. In het HagaZiekenhuis is
dat Liesbeth Verbeek. Zij voorziet in een
behoefte. Over de overgang is namelijk
wel veel informatie beschikbaar, maar die
LIJFMAGAZINE • januari 2013
is vaak versnipperd en ook vol meningen,
legt Verbeek uit: “Je weet vaak niet welke
informatie wetenschappelijk onderbouwd
is. Vrouwen vinden het ook prettig om met
hun eigen verhaal te komen. Ik geef informatie die bij hun specifieke situatie past.”
Basale feiten
Nog even de basale feiten op een rij: de
overgang is geen ziekte, maar een fase.
Iedere vrouw komt in de menopauze,
gemiddeld op haar 51ste jaar. Tussen de 45
Naast deze typische overgangsklachten zijn
er klachten die bij vrouwen in de overgang
vaker voorkomen. Waar die vandaan komen,
is moeilijker vast te stellen. 21 Klachten zijn
opgenomen in een gestandaardiseerde
scorelijst waarmee wordt gewerkt.
Verbeek spreekt van de ‘kettingreactie’
die zich manifesteert bij vrouwen in de
overgang. Zo hebben ze gevoelens die je
kunt scharen onder het begrip ‘emotionele disbalans’. Tussen de oren zit dat niet,
legt Verbeek uit: “Het is een cascade aan
klachten die absoluut te maken hebben met
de overgang, maar met de oestrogeendaling
hoeft dat niet altijd direct samen te hangen.
Zo zie je bij vrouwen (overigens ook bij
oudere mannen) een enorme melatoninedaling door het ouder worden.
Melatonine hebben we nodig om te kunnen
doorslapen. Door gebrek aan slaap word je
veel minder weerbaar. In de overgang kan
dat je emotionele disbalans versterken. Of
neem bijvoorbeeld stress: dat leidt tot de
aanmaak van minder geslachtshormoon,
wat meer overgangsklachten kan geven.
Wel weer een direct gevolg van oestrogeendaling zijn stemmingsveranderingen. De
daling van oestrogeen heeft namelijk direct
invloed op de aanmaak van serotonine, een
stof in onze hersenen die invloed heeft op
onze stemming. De overgang kan dus de
trigger zijn voor stemmingsschommelingen
of depressie. En dan de behoefte aan seks.
>>>
45
gezondheid
Colofon
Dit tijdschrift over gezondheid en leefstijl
is een uitgave van het HagaZiekenhuis in
samenwerking met LIJFMAGAZINE BV.
Hoofdredactie
Pieter van Dam
[email protected]
Redactie
Pieter van Dam, Pieter van Megchelen,
Els van Thiel, Bernadette Schoemaker
Fotografie
Pieter van Dam, Studio Oostrum,
Shutterstock
Vormgeving en drukwerkbegeleiding
Kim Brinkkemper
Margriet Brinkkemper
(Ditems Media, Monnickendam)
Redactieadres
Afdeling Communicatie HagaZiekenhuis
Leyweg 275, 2545 CH Den Haag
Meer informatie op
www.hagaziekenhuis.nl
Die kan afnemen, door de daling van het
hormoon testosteron. Opvliegers en droge
slijmvliezen kunnen het plezier nog eens
extra bederven.”
Menoblues
en Menoproof
Hartfalen en broze botten
De gynaecologen Pauline Ottevanger en
Wilma Smit hebben een handboek geschreven voor vrouwen in de overgang:
‘Menoblues en menoproof’ is de titel.
Met humor en tips, medewerking van
bekende Nederlandse vrouwen en een
positieve inslag helpen ze
vrouwen de overgang door. Hun motto:
zie de overgang als een kans. De twee
gynae­cologen willen met dit boek de
overgang uit de taboesfeer halen.
Ook geen pretje: de hogere kans op hartfalen
en broze botten. Wat kan een overgangsconsulent daarover vertellen? Verbeek: “Zolang
je menstrueert, beschermt oestrogeen je
tegen hart- en vaatziekten, want het heeft
invloed op je cholesterol: het goede
cholesterol (HDL) houdt je bloeddruk
hoog, het slechte cholesterol (LDL) houdt
je bloeddruk laag. Na de overgang stijgt de
bloeddruk. Daarnaast is het zo dat de overgang zorgt voor een andere vetverdeling in
het lichaam. Vrouwen krijgen meer vet op
hun bovenbuik. Dit is een extra risicofactor
voor hart- en vaatziekten (overigens ook
voor suikerziekte). Bij mannen neemt die
kans toe op hun 50-ste, bij vrouwen rond
hun 60-ste.
Oestrogeen beïnvloedt ook de stoffen die
onze botten afbreken: de afbraak gaat
sneller dan de aanmaak. Daarom is in de
overgang 1.000 tot 1.200 mg calcium per
dag nodig. Plus vitamine D, omdat dat de
benodigde calcium opslaat in je botten.
Met zonlicht alleen redden vrouwen in de
overgang het niet, weet Verbeek: “Maar
liefst 90 procent van de vrouwen van 50plus heeft een te laag vitamine D-gehalte.
De Gezondheidsraad geeft niet voor niets
het advies van 400 eenheden vitamine D
per dag. Dat is heel belangrijk, vooral voor
rokers, want een vitamine D-tekort merken
de meesten pas ná de botbreuk.”
Positief
Bij wie wil, brengt de overgangsverpleegkundige alle klachten in kaart. En ze
bespreekt oplossingen. Wijzigen van de
leefstijl kan gelukkig al veel leed verzachten.
Als meer nodig is of gewenst (bijvoorbeeld
hormonen, medicatie) omdat de overgangsklachten te invaliderend zijn, krijgen
de vrouwen een doorverwijzing naar de
gynaecoloog of een andere specialist.
De basishouding van Verbeek is bewust
positief: “Ik wijs vrouwen op het voordeel
van deze periode: ‘Kijk eens wat je allemaal
al hebt bereikt!’.” Heerlijk, die boost, maar
de werkelijkheid van veel vrouwen is toch
ook dat ze moeten blijven presteren tot hun
pensioenleeftijd van 67 jaar? Verbeek hoort
dat vrouwen ook zeggen: dat ze wel móeten
46
presteren, omdat hun baan op de tocht
staat, omdat ze anders voorbij worden gestreefd door jongere collega’s of weggezet als
een oud mens. “Jazeker, in de overgang is je
lichaam in een soort vecht- en vluchtsituatie.
Werkdruk of persoonlijke omstandigheden
kunnen weer triggers zijn tot overgangsklachten als meer opvliegers of slaapproblemen.”
Niet zeuren
Het is niet anders, alle veranderingen
moeten worden doorgemaakt. Vroeger
sprak je daar niet over. Verbeek ontmoet
veel vrouwen die vinden dat ze zeuren.
Terecht? Verzet tegen onvermijdelijke veranderingen heeft natuurlijk nooit zin, maar
ontkenning werkt ook niet. Stilletjes lijden,
zoals de moeders en grootmoeders van de
huidige generatie 50-plus nog deden, hoeft
niet meer, maar gebeurt nog veel. Vrouwen
komen nog steeds niet snel met hun klachten, is de ervaring van Verbeek.
Maar dit geeft weer hoop: tijdens de
consulten worden de vrouwen even blij.
Verbeek: “Je ziet het feest der herkenning.
Dat prettige gevoel dat je er niet alleen mee
bent; dat je klachten mág hebben én uiten
en dat er een passende oplossing is voor
vrijwel iedereen.” •
Voor een afspraak met de overgangsconsulente is een verwijzing door de huisarts
nodig.
februari 2013 • LIJFMAGAZINE
Tekst Bernadette Schoemaker
Beeld Hans Oostrum
Stichting HagaVrienden werft voor extra voorzieningen voor patiënten van
het HagaZiekenhuis. Een beetje afleiding, beweging en ontspanning helpt om
het herstel te bevorderen. En in een prettige omgeving voel je je beter.
Denk bijvoorbeeld aan ‘rustgevende’ plafonds in een radiologie onderzoekskamer
waar een patiënt een uur verblijft. Of aan trainingsapparaten voor kankerpatiënten
die de afdeling een aantal weken niet mogen verlaten.
Daar hebben HagaVrienden voor gezorgd!
Word ook HagaVriend!
www.hagavrienden.nl
LIJFMAGAZINE • februari 2013
47
HagaZiekenhuis van Den Haag
Bel 112 bij pijn op de borst
Wie in de regio Haaglanden acute hartproblemen
heeft, wordt automatisch naar het HagaZiekenhuis
gebracht. Dit ziekenhuis biedt patiënten als enige
ziekenhuis in de regio 24 uur per dag spoed dotterbehandelingen en hartoperaties.
Een hartinfarct begint haast altijd met een heftige pijn
op de borst. De pijn kan uitstralen naar de linker- of
rechterarm, of deze voelen zwaar aan. Hevig zweten,
misselijkheid en kramp in de kaken zijn de meest
voorkomende symptomen.
Bel snel
Door binnen 20 minuten na het begin van de klachten
112 te bellen, krijgt u de snelste en de beste zorg.
Met een paar controlevragen kan de meldkamer
een inschatting maken of er inderdaad sprake is
van een hartinfarct.
Hartcentrum
Hartcentrum HagaZiekenhuis
De hulp komt onmiddellijk op gang door middel van
een ambulance met gespecialiseerde hulpverleners.
Alle ambulances in de regio Haaglanden zijn uitgerust
met apparatuur die draadloos in verbinding staat
met het Hartcentrum van het HagaZiekenhuis.
Het ambulancepersoneel is opgeleid om samen met
de interventiecardioloog de diagnose te stellen of
het een hartinfarct betreft waarvoor de patiënt gedotterd
moet worden. Bij aankomst in het Hartcentrum op
de Leyweg in Den Haag staat een deskundig team klaar
om een dotterbehandeling uit te voeren.
Deskundige samenwerking
Door deze samenwerking met de ambulancediensten
is een patiënt binnen 60 minuten, nadat 1-1-2 is gebeld,
gedotterd. Een enorme tijdwinst. Hierdoor kunnen
alle patiënten in de regio Haaglanden terecht voor
deskundige zorg bij acute hartproblemen in het
Hartcentrum van het HagaZiekenhuis. Voor meer
informatie: www.hagaziekenhuis.nl/hartcentrum
Download