tot de - Naturalis repository

advertisement
Bijdrage
de
tot
geologie
van
Nias
DOOR
A.L.W.E.
van
der
Veen
Litteratuur:
1.
R.
D.
2.
R.
Lief.
H.
VERBEEK, „Geologische
in
Mijnw.
D.
tion
3.
M.
h.
v.
M.
H.
O.
VERBEEK, O.
Indië
beschrijving
1876, V, 1,
BOETTGER
und
K.
het
van
eiland
Nias.”
Jaarb.
3—13.
p.
VON
FRITSCH
„Die Tertiärforma-
Sumatra und ihre Thierreste.”
Palaeontographica
von
1880 Suppl. III,
VIII—XI.
ICKE
MARTIN
K.
en
eiland Nias."
4.
Ned.
DOUVILLÉ
Deze
„Les
„Over
tertiaire
„Sammlungen"
1912,
foraminifères de
1'ile
kwartaire
en
1»
de
vormingen
Bd
Serie,
Nias."
VIII,
ibid.
van
het
204—252.
p.
253 —278.
p.
INLEIDING.
reeds
Gelijk
collectie
NEGIETER
het
een
zou
E.
in
het
W.
eerst
door
dezen
latere
gebreide
wacht
aan
zending
mogelijk
G.
door
ambtsbezigheden
zooveel
1)
E.
en
derzoek
daar
Nias
van
vermeld
vroeger
Leidsche
hem
A.
beletten
deze
Tijdens
versteeningen
de
nog
op
bewerking
nog
niet
in
dit
van
stamt
J.
geschieden,
te
vangen,
Daarbij
den
on-
doch
werd
werd
nog
heer SCHRODER
gelrokken;
door dezen
de
Z. KAN-
petrographisch
aan
van
beschouwing
nadere
der
Het
overgedragen.
verzameling petrefacten,
echter
204)
p.
GRUTTERINK
Niasgesteenten
in
(3,
Museum
SOHRÖDER.
J.
mij
werd
een
uit-
bijeengebracht,
bewerking.')
conchylen
door
Leiden aanwezig.
Mej.
II.
ICKE
(3)
waren
deze
226
BTJDRAGE
bladzijden
Volgende
beschrijving
phische
daarbij
aansluit
al
beschikbare
het
kend
om
het
eiland
uit
niet
voor
wijkingen
in
van
SOHRÖDKR
van
het
zich
GIETER
97° 24'
Dit
het
verloop
van
te
samen
bestaat
is
bij
der
het
in
Een
zelve.
o a w e
en
te
(1°
eiland
uit,
kunnen
Latijnsche
niet
der
op
ter
beeld
een
zijne
KANNE-
terwijl
D aha na
(1° 23' N. B.;
O.L.); L
e
1
ew
97° 33'
L.).
o n
O.L.);
Lengte-
orienteering
o
op
en
onze
nauwkeurigheid bogen.
teekens
karakters
Romeinsche
mij
beperkte:
97°31'0.
B.;
af-
aanteekeningen
om
Ononamule
slechts
eenige
SCHRÖDER strekte
18' N.B.; 97° 35'
71'N.
het werk
bestaan.
korte
plaatsen
L.);
ver-
Nias
op
n.l.
bleken
gidsen
vormen.
G
(1°
dienen
verklaring
sprong
van
door
eiland
liet
van
rivieren
geheele
97° 22'30" O.
sedimentairen,
op
toerei-
streken
Noord-Nias
Er
welkome
volgende
Lahago
Ze
zich
daar het
vervaardigd
KANNEGIETER
te kunnen
bijna
breedte-opgaven
kaart.
niet
stellen,
(1° 17'N.B.; 97° 35' O L.); Moezöj (1° 11'N.B.;
Ojo
petrogra-
terwijl
eenige
en
werd
gesteund.
vaak
waren
O.L.); M
gewijd,
laatste
„Schetskaart
werd
tot
(1° 25'N. B.;
de
aan
geologisch overzicht steunende
materiaal.
( 1)
over
NIAS.
vertegenwoordigd zijn.
landschap
tochten
collectie
rolstukken
reisnotities
De
VAN
hoofdzaak
de kolenvoorkomens
VERBEEK
van
kort
SCHRODER'S
van
terwijl
de
overzichtskaart
Bijgaande
kleinen
in
zijn
van
een
GEOLOGIE
geologische kaart
een
grootendeels
DE
TOT
bevindt
werden
voor
zich
voor
die
van
op
de
kaart
gesteenten
eruptieven
van
oor-
gebezigd.
PETROGRAPHISCH
OVERZICHT.
Gahhro.
Zeer
1)
Niet
grofkorrelig gesteente,
in
den
handel,
voor
zoover
welks
mij
breukvlak
bekend.
op
witten,
BIJDRAUE
door
vaak
verweering
2
c.a.
groote
cm
meerdere
Het
uit
twee
doorsnede
in.
schatting
25
Dan
dit
Volgens
0
behoort
50
%
Een
van
wat
als
plagioklaas
het
de
121
dus
mineraal
°/
molendie
dit
een
gesteente
werd
een
spoor
mij
opgebouwd
diallaag. De dialwillekeurige
eener
gaf
naar
mag worden beschouwd.
bevat
schommelt
is
handstuk
het volume
van
0
met
staat.
en
oppervlak
gemiddelde
0)
serpentijn
van
tot
de
een
waar
de
innemen.
plagioklaas
cijfer
voor
Soms
buiten
olivijn
dit
naar
weinig
ons
c.a.
om
48°/
50%-
minder
met
0
dan
is
gevonden
mineraal.
kristalliseerden
dit
der
vaker
en
makroscopisch
diallaagblaadjes,
13.
wordt
de
diallaag
georiënteerde
regelmatig
Niasgabbro
gelijktijdig,
diallaag deed
zichtbaar
terwijl
Dit
geheel
photo
toont
gioklaas
t.
wijst erop, dat de plagioklaas
Diallaag
duidelijk
o.
van
vormt
tusschen
1.
verknipt
plagioklaasindividuen:
groei staakte. Als argument daarvoor
photo
pseudo-
15
aan
het
twijfel stelt.
Nog
slieren
De
nagenoeg
plagioklaas
van
reeds
nbch
variëteiten.
olivijnvrije
eutecticum
rangschikking
Zij
uit
gesteente
fijnkorrelig
meer
bestanddeelen
ontstaan.
en
variëteit
beschikking
dus
dus
Beide
3
overeenkomst
Si0 3 .
morphosen
wat
veel
toont aan, dat het
diallaag
Nergens
de
°/
hebben
49°/
ter
tot
achtergrond,
vertoont.
grovere
optische bepalingen
Voor
.
We
227
NIAS.
getinten
gabbro
mineralen:
4 tot
zou
nog
handstukken
laag neemt
Si 0 2
en
microscoop
slechts
deze
VAN
Figlina bij Prato, nabij Florence,
steengroeve
in
GEOLOGIE
donker
bezit
frissche
meer
DE
diallaagpartijen
Makroscopisch
de
TOT
de
den
soms
dicht
idiomorphe
moge
iets
photo
vroeger
photo
begrenzing
door
van
8
on-
2;
zijn
dienen.
den
pla-
diallaag.
de
laatste
magmarest, die
opeengedrongen
in
plagioklasen
dunne
stolde:
228
BTJDRAGE
De
85%
anorthiet,
De
(photo
is
Meestentijds is
schijnt
ting kon
ik
den in
wel in
den
Uit
dat
is.
dooving,
Van
sterke
een
bleven
zuur
1,64).
Door
massa
met
bleek
De
blaaspijpvlam
prehniet
nieten
Een
de
een
uit
elders
o.
grooten
1,61
te
in
die
de
oorspronkelijke
basalten
ander
met
van
met
Dit
witte
zijn
kookte
vezelig
en
stof
allen
pektoliet.
in
een
van
Dit
ik
worden
zout-
(1,62
daarna
met
en
en
deze
kaliloog,
toonde
den
chalcedoonachtig
zwelt
voor
op
eigenschappen
bevestigd
den
van
preh-
bezit
aangetroffen
uit de
de
vond.
veldspaath
werd
calcietsnoeren, rolsteen
nor-
verdund
onbetwistbare
Reichenbach
uit-
rechte
onveranderd
vervolgens
was
omzettingsproduct
eigenschappen
serpentijn
en
gelijksoortige,
van
mine-
positief karakter.
en
bijna isotroop
sintert.
doch
mineraal
brekingsindices
water;
zoutzuur
was
zel-
sphaerolietisch
orde
2e
(groen
nagenoeg
ontweek
aan
zekere
dit
een
hoog relief,
1,64. Door koken
en
zoodat
of
gangen
assenhoek
waarden
ik
omzet-
werd calciet
ontstaan,
door
geheel veranderd,
en
photo 9.
absoluut
om
producten
a.
dubbelbreking
1,55,
dooreen:
grijpen
stamt.
gekenmerkt
verdund
brekingsindex
geworden.
de
vloksgewijze,
gloeien
ze
dan
en
plagioklaas zelve aangetroffen,
schijnt
deze
overheerscht,
zijn. Deze
te
vervolgen
weinig poeder konden
op
lamellaire
en
splijtrichtingen
Nu
gabbroïden serpentijn,
van
Het is
vastgesteld
dan
door
slijpplaatje),
maal
Onder
veranderden
plagioklaas
verdeeld
verleent.
veranderd
genoegzaam
onregelmatig
drie
makropinakoïdale
plagioklaas
vermoedelijk
tot
Niasgabbro sterk geserpentiniseerd. Het
trekken.
gangen
100
eutecticumachtige wijze
de
niet
te
conclusies
raal
de
80
bepalingen)
volgens
door
bladerig aanzien
een
twee individuen op
eerst
de
NIAS.
VAN
16.
photo
gekenmerkt
waaronder
18),
hem
tweelingen
toont
diallaag
GEOLOGIE
(volgens optische
volgens 010:
tweelingen
wat
bevat
plagioklaas
DE
TOT
in
Boholoe,
TOT
BIJDRAGE
zijtak
een
is
en
afscheiden
c.
in
pektoliet
bladderige
nog
de
De
verandert
bladen.
vaak
Bij
met
in
tusschen
in
gangen,
van
den
de
van
dit
bladen
vorm
van
belangrijke
een
waarschijnlijk
vloed
6. Deze
en
van
magnetiet
te midden
getoond.
) meldt
in
over
verraadt
soms
14.
photo
vezelige
een
ser-
bladderige diallaag zelve
ook af tusschen
ziet
vezels,
welke
men
den
deze
daardoor
ééne
waarvan
cor-
diallaag geheel
het
in
van
te
scheef
duidelijk
waarschijnlijk
Thans
In
praeparaat
en
geen limoniet
In
zeshoekige
korrels,
een
en
enkel
geval
vierkante
oxydmodificatie
te
daarop onderzocht,
welke
soort
wijten
is,
Physiographie
dor
we
vertoonen
optreedt,
voorloopig
kon
in-
zelfs
doorsneden
worden
toonden
metamorphose
kon
het
photo 7
den wateronttrekkenden
aan
bijna isotropen diallaagserpentijn
Aan
infiltreerde
vinden
aangesneden
Dat
serpentiniseeren.
Enkele
titaanreactie.
mineraal.
dikte.
wijten
en
diallaag afkomstig,
roodijzererts.
zijn de roodijzerertsplaatjes
is
5
reeds
der
groot deel
den
daardoor
x
stollingsgesteenten.
ijzeroxyde in het gesteente aanwezig
een
onder
zoutzuur
doorklieven.
willekeurig
terug
die
po-
bedragen
ROSF.NBUSCH
pseudomorphosen
hoofdrichtingen
respondeert
voor
de
en
plagioklaasverweering is vaak
dit mineraal
zich
dergelijke
twee
Het
en
zet
warm
Ook
geleidelijk
gaat
pyroxeen
iritdooft
brekingsindices
structuur:
oorspronkelijke
chrysotiel
deze
van
229
NIAS.
recht
basische
van
serpentijn: photo
pentijn. Daarbij
in
zelve
massa
Het eindresultaat
een
De
kiezelzuur.
slijmig
de
steeds
1,61. Ze lost op in
a.
van
die
vertoont.
ellipsligging
1,58
a.
VAN
(0° 50'30" N.B., 97° 36'O.L.). Het
substantie
vezelige
een
sitieve
c.
de 0-o-oe
van
GEOLOGIE
DE
deze
niet
aan-
geen
ijzer-
worden
uitgemaakt.
1) Mikroskopische
Stuttgart
1905.
S.
197.
petrographisch
wichtigen
Mineralien.
230
TOT
BIJDRAGE
Vaak
heel is
hier
is
daar
harder
sterk
wordt,
NIAS.
dat
veranderd,
naarmate
verraadt
calciet,
meer
het
ge-
die slechts
homogenen serpentijn
ziju gabbroïden herkomst
witter
en
vrij
een
VAN
GEOI.OGIE
gesteente zóó
het
omgezet in
en
DE
des
en
te
prehniet
en
pektoliet zijn bijgemengd. Al deze bestanddeelen zijn dermate
dat
dooreengevlochten,
scheiden
amorphe
in
algemeen
't
bladderige antigoriet
:
worden
selijk
kan
Men
gesloten.
mechanische
een
de
zóó
blaadjes
ontstaat.
massa
variëteiten
twee
onder-
vezelige chrysotiel. Plaat-
en
fijn, dat
Men
is buiten-
scheiding
vergelijke
schijn
isotrope,
een
4.
photo
(Jralietgabbro.
Een
uit
opgebouwd
structuur
hoornblende
evenals
op
zóó
is
hier
boven
daar
de
delijken kristalvorm,
is
pleochroisme
geelachtig
te
waar
blauwachtig
De
Ab
30
70
normalen
.
van
is
In
een
gabbro
een
donker
vrij
(variëteit:
grofkorrelig
echter
als
een
nevenmineraal,
photo
10.
op
het
onder
de
hij
dui-
17.
Zijn
groen
tot
klinopinakoïd
20°
met
c
is
(krist.):
kleurloos.
bytowniet
slechts
treedt
vertoont
blauwachtig
best
kiezelzuurgehalte
dus
uralietiseeren
splijting, photo
en
(opt.),
(opt.):
c
groen;
c
vaak
doch
het
eigenaardig gesteente
het zich
tuur:
wel:
en
Plagioklasiet
Dit
wat
dat
gabbro,
tusschenklemmingsmassa
licht
van
door
uiterlijk,
uitwendige
Microscopisch
als
nog
tweelingen
zwak,
plagioklaas
An
gesteente
diallaag,
kleurloos,
nemen
dit
De
voorgaanden
aan
voortgekomen.
en
gabbroid
van
hoornblende.
en
sterk
dat
aannemen
Niasgabbro
uit
gesteente
plagioklaas
herinnert
moet
men,
verweerd
sterk
van
overtreft
de
dit
samenstelling
gesteente
den
weinig.
oligoklaas-albietrots).
maakt
makroscopisch den indruk
marmer.
zuiveren
met
Microscopisch
plagioklaasrots
verraadt
zonder
paniöiomorph korrelige
eenig
struc-
TOT
BIJDRAGE
De
aantal
Hun
mesdunne
Het
Abjg
in
zeer
de
nabijheid
is
arm
dat
kunnen
ten
is
zelfs
hem
we
arm
Overigens
sterk
varieert
uit
van
uraliet-
een
andere
representant
uralietischen hoorn-
aan
den
naam
gelijken
primaire
op
albietwet.
gesteente gevonden,
Een
met
veilig
bestempelen.
buitengewoon
zóó
de
en
5
blijkt
voorgaand
hoornblende.
aan
An,
groot
een
individuen.
Niasgabbro
van
door
volgens
Ab H5
231
NIAS.
doorsneden
ongeveer
den
met
dezelfde streek
blende
worden
verschillende
over
verband
gabbro
die
is
VAN
GEOLOGIE
tweelinglamellen
samenstelling
Ab go tot
uit
kristallen
meeste
BE
plagioklasiet
dergelijke gesteen-
hoornblendediorieten.
Plagioklaasbasa.lt.
Deze
voor
naam
de
Ten
gevolge
maken,
basalten
in
van
de
van
hoeverre
deze
overeenstemming
van
Java,
met
waarmede
dien
dit ge-
heeten.
mag
sterke
onderscheiden
plagioklaas
in
gekozen
olivienvrije
identiek
steente
staan
is
')
ook
groen
en
ontleding laat zich slechts
het
en
is
daardoor
hoornblendeandesieten
donker roodbruin
niet
aan
de
uit
te
het ont-
veweerde massa's
bijdroegen.
Sommigen,
structuur,
den
zijn
lijkst
Sowoe
tweede
(1°
door
duidelijke
olivienvrijen
eveneens
met
den
1) Verg.
steine.
2)
II.
II.
uit
bouw.
der
zich
1896. S.
ROSENBUSCII.
het
ibid.
v.v.
het
brongebied
voorbeeld
strekken,
een
De
met
duidevan
van
spiliet
door
makroscopisch
Mikroskopische
1091
wel
en
gesteenten zijn als
1014.
p.
Als
intersertaal-
verbonden
plagioklaaslansen.
vaak
Deze
ROSENBUSCII.
Stuttgart
uit
11
photo
vedervormige schikking
fraaie
overgangen
13., 97° 26' 0. L.).
moge
mige schikking
hun
Niasgabbro
uralietgabbro
22' N.
soort,
rolietischen
door
gekenmerkt
s
de
deze
)
met
vedervoreen
sphae-
ganggesteenten
Physiographie
der
massigen
Ge-
232
BIJDRAGE
beschouwen,
te
1
plagioklasiet
Anderen
der
12)
verband
den
geheel
NIAS.
den
met
habitus
door
gekenmerkt
generaties
tuffen
beschreven
den
en
meer
der
Javaansche
an-
contrast tus-
sterk
een
equidimensionalen
werden
uitgeslingerd
wel:
en
vorm
rapillituf (photo
fijn gelaagde, thans geheel ontglaasde, heldere
en
met
plagioklaaskristallen,
tuffen.
In
45'O.L.)
Een
den
het
feit
onder
wel,
uiterst
c.a.
oo'P
.
1
naast met
these
B.
.
zij
overmaat
de
gedaante:
Brekingsindex
komt
en
SARASIN
gepraecipiteerd
oplossing
eener
2
)
handstuk
zijn met
albiettweelingen
PGO
GO
.
oP
.
Po~
1,53 -f- 0.01.
wellicht
de
Zooals
overeen.
natriumsilicaat
.
Het
albietsynbekend,
met
aluminiumliydroxyde
van
uit-
opmerkelijk
Een
bedekt
wanden
kleurlooze)
gevonden.
kunnen
doch
geschiedt.
wier
ontstaanswijze
FRIEDEL
bombe
albiet,
van
(bijna
in
een
(0° 44'N.B., 97°
plagioklasen
kloven
op
grootte,
deze
van
verhitten
dit
door barsten
'P 3
GO
.
werd
dat basische
zeegroene
mm.
ooP
is,
wanneer
licht
van
van
Eho
tuffen
glasdraad-
gewezen
de Arame
van
de
nieuwvorming
doorkliefd
wordt
vermoedelijk
bovenloop
zijtak
een
bekend
eenvallen
in
in
VAN
phenokristen.
Ook
is
GEOEOGIE
).
toonen
twee
DE
mogelijk
gietandesietlava's,
schen
TOT
op
een
500°
G.
platinabuis.
een
Granaatglimmerschiefer.
Dit
uit
biet)
1)
its
geol.
soc.
inches
zijn
en
to
of
een
in
door
mahaard, waaruit
2)
Compt.
SMVTII.
the
(On
rend.
in
the
enkele
elkaar
dyke
at
basalt
en
p.
1,
houden
1910)
het
de
intrusie
1883, 97,
aldaar
290.
en
plaats
had.
and
dykes; Quart. journ,
klompen
onmogelijk,
eerder
kwartskorrels
(Northumberland)
Morpetli
melden
voor niet
liquatie afgescheiden
veldspaathkorrels (alhakende
Crookdene
and
Collywell, Tynemouth
London Vol. 66,
grootte
van
overmaat
een
HESLOP
relations
naast
bestaat
gesteente
gestolde
plagioklaas
dat dit
korst
van
6
fragmenten
op de
mag-
BIJDRAGE
tusschengeweven
met
glimmer, die
achtigen
van
Oud
Den
kern
karakter
typen
reeds
draagt
en
vond
dezen
gneis-
doch
ver-
microscopisch
den
bepalen
18.
hun, omdat
zooals
hunne
en
direct
ze
uit
blijkt
de
op
het
gabbro-
serpentineus
geographische verspreiIk
metamorphose.
wil
hier
bespreken.
gemetamorphoseerd kwartsgrint
vele karaktertrekken
spaarzame
met
lichtrose
van
cubischen
glimmerschiefer
een
sterk
bevat.
veroorzaakt
habitus,
het
waarvan
granaatkristallen
granaat buitengewoon
voor
Ik
door
overi-
ontwikkelde,
gebrekkige splijting (mantelvormige bouw). Dit mineraal
Het
de
mm.) in
daarvan
relief
dan
ontstaan.
metamorphose
gelukte mij, eenige granaatkorrels (ze zijn nooit groo-
dan 1
o.
is
bruine
en
gelijkmatig
granaatkorrels
ondergingen
duidelijk tijdens
ter
ik
cement
kristal
een
een,
aan
Vrij
rose,
Photo
rusten,
het
Een sterk
gens
gaf
te
van
cement
t.
oud
Sommigen
1.
verleenen.
isotrope
gesteente.
schijnen
eenige
kleurlooze
van
macroscopisch
233
NIAS.
conglomeraat').
naam
ding.
blaadjes
volmaakt
dit
VAN
GEOLOGIE
opvallend goede strekking
een
kleine,
kleurlooze,
naam
UE
glimmerschiefer
deelde,
is
TOT
van
dat
het
methyleenjodide
bedroeg
nefelien
van
best
in
de
0,02,
Canadabalsem
kaliumbromide
onder
h
+0,01
in
pyropen
te
op
dan
grooter
was
(+ 0,005)
die harssoort
schikken
te
Hun relief
nemen.
en
het
kleiner
(+ 0,025). Hij
en
is
volmaakt
isotroop.
De
geheel
morphe
zende,
een
melkwitte
kwartsconglomeraten
glimmerige
matigen
Stufe
I,
huidje.
assenhoek
de kwartskiezels
1)
kwartskiezels
VERBEEK
De
p.
10).
en
het
voor
kenmerkende,
glimmer in
(negatief)
aangelegd.
(2,
zoo
toonen
het
heeft zich
meta-
vetglan-
cement
toont
vooral
tegen
234
BIJDRAGE
2.
doch
Dito,
tconen
zels
zwart)
evenals
cement,
als
nogmaals
een
doch
als
3.
Matig
enkele
met
ik
kwartskie-
(rossig, geelachtig,
bij enkelen
Glimmer
product
die
breccie,
het
bewaarde
de
De
slechts
(de
in
ontbreekt
het
van
niet
gesteente
het
voorgaande,
minder
gelijkwaardige,
In
bevat.
slecht
N]AS.
gemetamor-
opvat.
spoedig
kwarts,
foraminiferen
te
Dit
plagioklaas
kalkcement
beperkte
zeer
toestaan.
ouderdomsbepaling
band
is
waarom
omgewerkt
korrelige
mikroklien
kleuren
aanwezig.
granaat,
variëteit
phoseerde
VAN
conglomeraat.
natuurlijke
daarmede
een
GEOI.OGIE
glimmerige huidje
melkwitte)
grauwachtig
't
DE
onveranderd
nog hunne
het
en
TOT
aanwezig,
wijst
orbitoïden
bespreken
zijn
die
mogelijk
en
geen
ver-
op
voerende
breccien.
Talklei.
Omtrent ouderdom
loopig weinig
met
wirwar dooreen
verbonden
band
met
en
zekerheid
geknede
door
ontstaan
te
massa
kalkcement
van
een
overmaat
wordt
en
gesteente is
Het bestaat
zeggen.
gabbroïde serpentijnen,
fragmenten
dit
van
voor-
uit
talkschubjes
aangetroffen in
waarvan
een
het
vaak
ver-
eenige
omsluit.
Serpentijnen.
Gabbroïde
serpentijnen
als
zijn
gabbro's
op
mijn kaart
aangegeven.
basalten
Ook
verkiezelde
massa's.
serpentijnen
verkiezeld
waren,
rende
veranderen in
voor,
als
liet
serpentijnslib.
ontstonden
serpentijnen.
achterwege
Verder
komen
ware
Waar
gelaten.
deze
een
op
Nias
in
kalksteenen
varianten
verplaatste
verhard,
kalksteenen
serpentineuse
Al
vaak secundair
serpentineuse,
werden
soms
de
zelfs
nabijheid
of calcietvoe-
op
mijn
kaart
BIJDRAGE
TOT
VAN
GEOBOGIE
DE
235
NIAS.
Zandsteenen.
Deze
vertoonen
hun
korrelgrootte
betreft,
dien
naastbij gelegen
de
van
zijn
ze
nen
worden
dan
nen,
echter
ik
vrij
zijn
kaart
aan
kan
slechts
dit
(koolzandsteen);
kiezeld,
deels
zijn
vooral
de
eens
gesplitst kun-
glimmer vrije zandstee-
mineraal.
reeds
9
alle
Daar
deze
détails
zonder
wisselen,
te
aan
zandsteen
verdere
stolliugskern,
Op
geven.
resten
soorten,
deels
dus
dat
voor-
met
deels kalkhoudend.
serpentineus,
nabij
en
dan
hoofdtrekken
8
Nü
onderscheiden, acht ik het
ingeschreven:
planten
ze
zouden
en
met
varieert
stollingsgesteenten.
vindplaats
horizonten
raadzaam
loopig
rijk
éénzelfde
op
mineraalinhoud
glimmerhoudende
weer
bepaalde
mijn
en
geheel plagioklaasvrij
in
wat
hoogst uiteenloopend karakter,
een
van
ver-
Serpentineus
in
gabbroge-
de
bieden.
Volgende structuureigenaardigheden zijn
1.
Een
97° 43'
doen
die
aan
2. Verschillende
gende: Blijft
in
achtte
hem
een
zijn
vormt
(0° 58' N.B.;
indrukken
doet
denken
dikwandige caoutchoucbuis
geruimen tijd
ze
wordt
en
lengterichting
zich
buigen
Glawo
die
sterk
regendruppels.
Hun
verdroogt
de
de
voegvlakken
van
doorsnede
uitwendige
dau
een
uit
opgevallen:
objecten bevatten geheel verkiezelde buis-
lichamen.
vormige
barst
de
O.L.), toont op
denken
steld,
zandsteen
dunplatige
mij
en
binnenwaarts.
phytogenen
het beslist
de
De
broos.
lippen
Ze
2
li
licht
3
volmm.
blootge-
knapt spoedig,
van
deze
palaeophytoloog
oorsprong
geen
van
het
aan
het
aan
mogelijk,
scheuren
JONGMANS
doch
volgens
plantenwortels.
Foraminiferenbreccie.
Ook
deze
heerschen
karakter
gesteenten
de
van
wisselen
terrigene
een
van
karakter.
bestanddeelen
grintconglomeraat,
en
Nu
eensover-
verkrijgen
waartusschen
ze
het
uitge10
236
BI JORAGE
weerde
de
TOT
dan
foraminiferen,
overhand
Tot
de
DE
eerste
soort
VAN
heeft
het
weer
't
schijnen
en
GEOLOGIE
marien
uit
vormingen
behoort
NIAS.
de
rolsteen
een
materiaal
branding.
uit
de
Elio
(0° 46' N.B., 97° 41' O.L.). Zijn ouderdom bepaalde H. DOÜVILLÉ
(4,
Tot
in
als
261)
p.
de
de
eoceen.
tweede
bij
Ojo
door
worden,
soort
moet
Lahago (1°
H.
DOUVILLÜ
7'
(4
rolsteen
grintbank
N.B., 97° 31' O.L.)
gerekend
273) in het oud
p.
,
uit
een
een
mioceen
gesteld.
In
eenigszins
steenen
diepere
zee
werden
natuurlijk zuivere
kalk-
gevormd.
Zandsteen
foraminiferenbreccie
en
vond
keeren
een.
Eenige
hun
breedste
vlak
aan
ik
liet
de
sluiten
onmiddelijk
lensvormige
laagvlak
van
orbitoïden
harden
aan-
met
zandsteen
bevestigd.
Jongere vormingen.
De
door het
14
getal
VERSPREIDING
De
zandsteen
toont
oud-conglomeraat
Dit
Dahana
van
geen
leverde
(Noord
der
¹).
kaart.)
is
Ononamulezandsteen.
Het
metamorphose.
we
en
op
stukken
bruinkool.
„De
hare
afgeleid
beschrijving,
breedteopgaven
betrekking
eenige
Nias).
MARTIN'S
KANNEGIETER:
1) Lengtehebben
GESTEENTEN
(Noord Nias).
stroompje
Citeeren
mijn kaart
op
Nias).
aangegeven
Booese
DER
toelichting
(Alphabetische
(Noord
zijn
aangegeven.
GEOGRAPHISCHE
Af ia
etc.
rifkalken
jongste vormingen,
vindplaats
direct
monding.
achter
is
den
een
uit
klein
naam
eener
de notities
keteldal
rivier
in
geplaatst
BIJBRAGE
het
uiterste
spiegel
éénen
duidende
steil,
Noorden
bevat,
het
hoog
de
terwijl
wordt
deze
190
bestaan
en
boven
bodem
de
van
en
hare
dal;
uit
zachte,
rivier
en
door
den
slechts
stroomt
mollusken
van
237
NIAS.
M.
opening
genoemde
gebleekte schalen
die
mergel,
VAN
hooge ruggen omgeven
vanuit
niet
maar
GEOI.OGIE
Nias,
Door
geopend.
rivier
BE
van
door
gelegen,
kant
TOT
zee-
aan
onbe-
een
oevers
zijn
lichtgrpze
globigerinen
koraalkalk
gevormd."
de
schijnen
Dit
de
door
MARTIN
de
collectie
afdekkende
beschreven
eenige
in
zandsteen
het
althans
wezen,
koraalkalken
monsters
granaatglimmerkwartsiet,
te
lagen
bevinden
en
dalbed
een
naast
zich
enkel
in
stuk
verzameld.
Eho.
Uit
de
fauna
Boven-Eho
van
Nias,
Daarnaast
de
zijtak
oude
komen
eoeeen
in
deze
(0° 44'
Dela
hoofdmassa
De
serpentineusen
In
de
bitumen
gevonden (0°
hebben
Kara
Volgens
vormt
langs
44'
is
steeds
Nias.
Noord
a z
1) H.
i
a
4,
p.
en
als
fossiele
in haar linker
harde,
veranderde,
kalksintervor-
jongere
echter uit
gabbro, serpentijn
2G1
zandsteen
met
wat
nog
gabbro op, doch
overhand.
Nias).
deze
kaap
massieve
uit
Het
en
stuk
een
treedt
de
j a—O nonamule.
DOUVILLÈ
bekende
N.B., 97° 45' O.L.).
gabbro te zijn.
M
uiterst
voor
de Eho
(Noord
de
rivier zoowel
werd
me
imponeerd
dan
stelling
van
SCHRÖDER
een
oudst
).
bestaat
zandsteenen
Saite
de
zandsteen.
Boven-Ara
Zuidoostelijk
aldra
1
N.B.)
conglomeraatbreccien
mingen.
en
het
stamt
2GG.
beperkt
massa
koraalkalk
bleek
een
in
van
omvang,
andere
opgebouwde
uiterst
sterk
doch
samen-
kapen
ontlede
238
BIJDRAGE
De
meridionaal
uit
de
op
in
op
zijn nabijheid
cyclinen).
kalksteen
(Ononamule
Medsj aj
In
de
De
weinig
daar
en
een
het
tuf,
a
het
aan
ook
rapilli-
centrum
harde
sterk
hol
aj
plagioklasiet,
orbitoïden
wat
boven
en
conglo-
(Lepido-
veranderde
Tagianah op
Maziaja).
van
rots
dit
riviertje werd
bovenloop vindt
men
die
vooral
flintertjes,
een
zand-
mergelige
aangetroffen.
brecciefragmenten,
achtige
een
i
te bestaan
vulkanisch
Verder
a z
a.
vaste
Aan haar
hier
de
van
bedding
als
steen
moet
betrekkelijk
slotte
voor:
Maziaja;
hebben.
gelegen
met
noordhelling
M
variëteiten.
(Ononamu 1 e). Daar
rug
Ten
de
Hili
berg voorkomt,
meraatbreccie
NIAS.
harde
grove
gesteenten
de
van
den
van
zeer
volgende
oosthelling
dezen
VAN
die zich tusscheu
rug,
waarónder
komen
noordeinde
tuf
GEOI.OGIE
uitstrekt, schijnt in hoofdzaak
zandsteenen,
Daarnevens
DE
gerichte
Ononamule
en
TOT
ze
de
gelaagde,
verkiezelde tuffen.
vervoert,
bevatten
foraminiferen-arme
aardpektot
-vrije
variëteiten.
Moawe.
Deze
nabij
d
ten.
j
Het
sterk
(H i 1 i
o e
rivierbed
verval.
banken
b
e r
ligt
De
140
c.a.
o ez
nog
want
der
op
ca.
insnijding
Moezöj
Zij
is
50
m.
een
(Noord
nabij
water
voor
materiaal
haar
en
te
links
F
boven
a
d
(verkiezelde
met
laag
treedt
Be-
gehee-
o r a
op
dus
invallende
tuffen)
flintertjes
kalksteenen.
zee
Hili
zee, heeft
schuin
ondoordringbare
hoogte boven
bron
m.
zandsteenen
(uitgespoelde)
een
40
Hili
doorkruisen
bedding
Hierop discordant rusten niergels
schijnen
hoogte,
m.
door
diepe insnijding
een
e), rechts
daar
andesietisch
van
losse
zeer
van
m
monding
haar
kalksteenrug
een
roe
toont
De
te
de
en
kool.
mergels
vormen,
helling
voorschijn.
Nias).
monding
een
zeer
breede
stroom.
Nabij
TOT
BTJDRAGE
hare
bronnen
stelde
ondmioceen
1
NAGEL
)
kalksteen
komt
"VAN
GEOEOGIE
DE
die
voor,
in
DOUVILLÉ
Hilibenoea
Bij
(Bnrdigalien).
239
NIAS.
het
vond
bruinkoollaag.
een
Nooe.
Nooe
De
door
BEEK
evenals
De
of rivier
de
Sitoli
heuvelreeks
lage
een
G.
van
breekt
de
van
westwaarts
verklaarde
G.
van
brongebied
Sitoli
Bojo
de
van
naar
dahr daalt
De
voet
Kalimboe
De
ingesneden.
rijk
DOUVILLÉ
Ojo
In
aangegeven
in kalksteen
(4,
den, die tot
zijn
bij
fauna
de oudste
met
Burdigalien)
en
breccie
het cement
terwijl
foraminifeer,
1)
R.
breccien
D.
M.
voert
hoogte;
stroompje
bronwaartsche
rustende
lin-
meters
diep
blokken
zijn
belmoren
Ze
volgens
(Aquitanien).
uit
gevon-
eiland, behooren n.1.: gabbro,
met
I, Aquitanien)
(serie
verstrooide
lag
van
hier
en
III
sublitto-
en
plagio-
DOUVILLÉ,
plagioklasen
(zelfs
rechterzij tak) werd
zij
een
verhard, zandsteenachtig
daar
andesietrapilli
de Idaneumi
1.
producten
groote plagioklaasbasaltfragmenten.
ook
supérieur);
VERBEEK
werden'
serie
gevonden
fijnkorrelige
(Aquitanien
I
mondwaartsche
karakter.
De
serie
kalksteen
rijkelijk
(meest
o a
In
m.
kleine
conglomeraatbreccie
Verder
idiomorph begrensde)
D
wanden
het
van
DOUVILLÉ
(volgens
klaasfragmenten.
In de
40
ca.
tientallen
een
Lahago
granaatglimmerschiefer,
rale
MARTIN
Nias).
grintbank
een
het
meer
orbitoïden.
en
278) in
p.
(West
de
langs
lithothamnium
aan
door
den Lelewono.
van
(de
heeft zich
kerzijtak)
dal
de
aan
doorwaadt
plotseling,
men
het
(Lelewono),
volgens KANNEGIETER langzaam opwaarts tot
en
dus
kalksteenétage,
Moawe.
weg
staat
VER-
volgens
een
slecht bewaarde
bijgemengd
stelt DOUVILLÉ
bevatten
in
waren.
serie II
plagioklaasfragmenten
240
BIJDRAGE
DE
TOT
GEOI.OGIE
De
stukjes plagioklaasbasalt.
en
bezitten
Olora
Deze
(Noord
rivier
O-o-oe
Haar
o.
oud
vormen
is
de
Sowoe
veel
De
suite
een
bezit
aan
de
van
de
een
gaans
kniebocht)
in
(ca.
zijtakjes rijk
Soesoewa
breccien
komt
deze
van
tot
overwegend terrigeen
van
o m o
werden
(linkerzijtak)
treedt
Deze
die
over-
dus
in
ergens
bruin-
grootere
een
als
is
bed
hellend
RICIITIIOFEN.
Fülirer
de
rolstuk
dus
niet
dal
de
kust
afge-
plagioklaas
werd
de
Moewa
ver-
voor-
gevolge
van
gesteente
Forsclumgsreisende.
en
boven
(dus
langsdalkarakter
ten
een
liet
gevonden,
Sowoe
sedimentair
für
wordt
minder
buitengesloten.
toont
(I)
van
het
weer
van
geprononceerd
van
deze rivier
karakter.
km)
NAGEL
gerichte
een
grof
5
door
dan
meer
mergel
van
verleggen
hardheid
zeer
kalksteenen
kaart
meridionaal
v.
de
oppervlakte.
eens
nu
vaak
waarts
uit de boven
verschillende
de G
van
laterietische
Op
de
(Noord-Nias).
uur
komen
haar
uit
Zooals
rechterzijtak).
als
ook
materiaal.
gevonden.
bevat
harde
materiaal
gabbroïd
zoowel
ik
Nias).
Ononamulezandsteen,
Een
die
glimmerschiefer,
rivier
voor.
monding
hoeveelheden
F.
de
(Zuidoost
marien
koolstukken
1)
inet
conglomeraatbreccie
wegend
en
stukjes
bronwaartsclie
(meer
glimmerschiefer
voerd,
bruinkool
materiaal.
een
De
stukken
Nias).
breccie
Soesoewa
In
eenige
enkele
a.
aangeeft,
rivier
uit deze rivier
Nias).
leverde
een
Boholoe
In
zandsteenen
karakter,
(Zuidwest
in
aantrof
aan
NIAS.
rechterzijtak, de Sowo (0° 50' N.B., 97° 37' 30" O.L.),
vervoert
kaart
breccieus
een
VAN
1
).
met
het
haar
zij-
wisselende
Dit
1880, § 77,
zullen,
p.
107.
BIJDRAGE
te
oordeelen
TOT
moeten
S
hoofdzaak
ook
oude
zandsteenen
conglomeraten,
o w o e
Afi
en
wordt
a
o.
Ononamulezand-
a.
aangetroffen.
Taroöd
Deze
Toe
sj
kaap
gala
i
o.
bestaat
Oj
Mondwaarts
slijkmonster,
allerlei
:
ligt
doch
Beneden-Ojo
Uit
de
vooral
een
met
en
pyriet
stamt
o
pyriet
overmaat
octaëdrisch
een
(van
niervormig)
en
granaatfragmenten
wat
be-
(licht
diallaagstengels (pleochroïtisch
paar
met
Oj
met
gebied
een
Toegala
groote
een
weinig magnetiet,
chlorietisatie
eenige
de
om
onder
dat
isotroop),
en
door
basaltlava.
o.
habitus,
een
rose
uit
modderwellen.
talrijke
vat
241
NIAS.
wezen.
Tussclien
steen
in
onderaan
koolzandsteenen,
en
VAN
GEOEOGIE
vondsten,
de
naar
DE
pyriet geinfiltreerd)
en
ten slotte
gevulde globigerinen.
SLOTBESCHOUWING.
Ni
aan
bestaat
as
In
met
vrij
miocenen
van
begon
tijd
1)
rapilli
over
Ik
het land
andesietisch
het
vond
tot
lava's
rustende
en
dit eiland
die
den
dalen,
van
basaltisch
idiomorph
van
te
ging
grootste
vele
in kalksteen
over
vegetatie,
gepaard
ganginpersingen,
zich
daarop
parallel
metamorphe
sedimenten.
weelderige
Daarna
met
tijd heerschte
eocenen
(in hoofdzaak
stollingskern
een
gericht)
onveranderde
en
is
uit
Sumatra
tuffen.
gedeelte
begrensde
dien ouderdom,
in
erupties.
karakter
van
landperiode
bruinkool
wat
Een
een
J
oligocenen
)
en
Het
as
zee
uit.
plagioklaaskristallen
(verg.
p.
239).
tot
materiaal
treedt
ondiepe
Ni
leverde.
op
als
breidde
Bepaalde
en
kleine
242
BIJDRAGE
centra
doch
bleven
dit
Omstreeks
spiegel
en
Lelewono
1)
De
2)
Thans
weldra
2
130
kalksteenen
boven
m.
de
den
zijn
vrij
zeespiegel;
1.
in
Fig.
p.
Gabbro.
227.
Rolsteen
Diallaag
den water-
rifholen
den
van
K.
MARTIN
3,
216.
p.
PLATEN.
XV.
(0°46'N.B.,
97° 41'
tusschen
tusschenklemmingsmassa
de
O.L.). Verg.
p.
plagioklasen.
227.
Diallaag
22 X-
uitdoovingsstand.
den
2.
boven
as
rapilli.
van
DER
Gabbro. Rolsteen uit de Eho
als
uitslingeren,
).
verg.
PLAAT
Diallaag
tuffen
en
drooggelegde
VERKLARING
Tig.
NIAS.
vormingen af.
) quartaire
jongmiocene
VAN
tijd herrees Ni
in
zich
1
rust
tot
quartairen
zetten
GKOLOGIE
eenigen tijd rapilli
nog
kwam
DE
TOT
uit
de
O-o-oe
geheel verknipt
door
(0°
50'30" N.B.
plagioklaas.
,
97° 37' O. L.)
Diallaag
in
den
Verg.
uitdoo-
vingsstand. 22 XFig.
3.
Gabbro. Verg.
227.
p.
serpentijnpseudomorphosen
Fig. 4.
p.
5.
Fig.
een
Fig.
6.
p.
Fig.
Gekruiste
nicols.
plagioklaas.
naar
uit
de
Ojo (0°
rechter
zijtak
Gekruiste
22 X-
N.B., 97° 37' O.L.).
Verg.
uit
de
Gekruiste nicols.
Echule
met
uit
de
O-o-oe
insluitsels
van
Gabbro.
p.
Gekruiste
Zelfde
227.
(0°
rood
Gekruiste nicols.
PLAAT
Verg.
97°
(0°52'N.B.,
p.
229.
38 X*
35'O.E.).
Verg.
slijpplaatje
als
22X-
50'30"
ijzererts
N.B.,
op
97° 37'
de
O.O.).
Verg.
makropinakoïdaal
15 X-
XVI.
fig.
Idiomorphe begrenzing
nicols.
Verg.
nicols. 22 X-
Rolsteen
229. Diallaag
8.
57'30"
nicols.
22 X-
de O-o-oe.
Rolsteen
Serpentijn.
Gabbro.
van
gerichte splijtbarsten.
Fig.
doorbroken door fijnkorrelige
Gekruiste
Serpentijn. Rolsteen uit de Boholoe (0° 50'30" N.B., 97° 30'30" O.L),
229.
7.
p.
Rolsteen
Serpentijn.
230.
Diallaag, veelvuldig
l.Eho
van
(0°
46' N.B., 97°
plagioklaas
t.
o.
van
41'
O.L.).
diallaag.
VERKLARING
9.
Fig.
Gabbro.
10.
Fig.
11.
Verg.
12.
Fig.
Verg.
13.
Fig.
en
p.
231.
wordt
frisch
15.
Rolsteen
p.
232.
de
16.
De
is. Gekruiste
Gabbro.
p.
18.
Verg.
do
slijpplaatje
227.
Eutectische
slijpplaatje
van
nicols.
Uralietgabbro.
Bo
lagasi (1°
en
Gekruiste
als
230.
p.
Ge-
30" N.B., 97° 37' O.L.).
(0°48'N.B.,97°48'O.L.)
228.
22' N.B., 97° 25'30"
Diallaag
nicols.
O.L.),
prismatische
met
38 X-
voorgaande figuur. Verg. p. 229. Plagio-
begrenzing
van
den
vroegeren plagioklaas
do
diallaaggrondmassa
als
fig.
2.
O-o-oe
doorgroeiing
als
plagioklaas.
welke
van
geheel
nog
(0°50'30" N.B.,
door
plagioklaas
voorgaande figuur. Verg.
üe
97°37'
diallaag.
snede
is
ongeveer
//
p.
c
228
as
KarlsJ_010
en
38 X-
O-o-oe
nicols.
(0°
50'30" N.B.,
97° 37'
O.L.).
Verg.
p. 230.
38 X«
Granaatglimmer schief er. Ojo bij
p.
Verg.
38 X-
Gabbro. Zelfde
233.
van
X-
Zelfde
nicols.
(O^öO'
Soesoewa
Verg. 227
door
22
O-o-oe
de
slijpplaatje
nicols.
Amfibool. Gekruiste
Fig.
doorgroeiing
X-
idiomorplie
aangegeven
gericht. Gekruiste
17.
uit
gelijkingen.
bader-albietveelling
Fig.
gelijkende
22X-
22X-
15
So woe.
Zelfde
Gabbro.
de
uit
Rolsteen
van
pinakoïdale
Gekruiste
nicols.
(l°22'N.B.,97°25'O.L.).
uit
Gewoon licht.
Gabbro.
thans
eutecticum
een
nicols
Rolsteen
Rapillituf.
O.L.). Verg.
Fig.
Op
Maziaja
Gekruiste
klaasserpentijn.
Fig,
228.
22X-
Spiliet.
beide
14.
Fig.
nicols.
zijtak
een
p.
Plagioklasiet.
kruiste
Fig.
Verg.
diallaagindividuen. Gekruiste
twee
243
PLATEN.
DER
Gekruiste nicols.
Lahago (1° 7' N.B., 97° 31' O.L.).
22 X-
April
1913.
in*
Download