GCS 418.1 Werkinstructie Injecteren van Fraxiparine subcutaan Proceseigenaar: teammanager Versiedatum: 18-01-2016 Versie: 003 Beoordelaars: Expertisegroep Eerst publicatiedatum: 03 februari 2011 Doel: het subcutaan toedienen van Fraxiparine (bloedverdunner) per injectie met de loodrechttechniek ter voorkoming en ter behandeling van bloedstolsels Opgesteld door: Expertisegroep Bestemd voor: kraamverzorgenden Bevoegd om handelingen uit te voeren: De kraamverzorgende1 in opdracht van een arts/verloskundige. Inhoud: Aandachtspunten: In dit protocol wordt ervan uitgegaan dat de Fraxiparine injectie in een kant-en-klaar spuit met vaste naald (korte injectienaald) zit. Kant-en-klaar spuiten kunnen in verschillende hoeveelheden/doseringen voorkomen Controleer daarom altijd de hoeveelheid en dosering van de spuit met de hoeveelheid en dosering die de arts bij de betreffende cliënt heeft voorgeschreven alvorens de Fraxiparine toe te dienen De dosering van de Fraxiparine wordt altijd voorgeschreven door een arts en schriftelijk door de arts/verloskundige vastgelegd in op de medicijnlijst in het zorgdossier van de cliënt. In het algemeen wordt 4 tot 8 uur na een sectio gestart op de afdeling Verloskunde met het toedienen van Fraxiparine op voorschrift van de arts Bij de kant-en-klaar spuit bevindt zich een luchtbel bij de zuiger. Deze luchtbel zorgt ervoor dat de exacte hoeveelheid Fraxiparine wordt toegediend, dus tik de luchtbel niet uit de spuit Als de luchtbel zich in de spuit bij de opening bevindt, kantel de spuit zodat de luchtbel aan de kant van de zuiger komt Geadviseerde injectieplaatsen na een sectio zijn boven/buitenkant van de bovenarm, de boven/buitenkant van het bovenbeen Wissel de plaats waar de injectie wordt toegediend af Vooraf aan de uitvoering van deze handeling vindt een dubbele controle plaats op naam en geboortedatum van de cliënt, soort medicijn, de dosering en het toedieningstijdstip door de kraamverzorgende die het injecteert en door een collega. Dit wordt door beiden op de medicijnlijst genoteerd Indien er geen tweede kraamverzorgende op het Geboortecentrum aanwezig is dan zal een andere zorgprofessional de controle moeten verrichten en aftekenen (arts, verloskundige of verpleegkundige) 1 De kraamverzorgende moet hiertoe bevoegd zijn middels scholing en in het bezit zijn van een geldige bekwaamheidsverklaring voor deze handeling. © Copyright Geboortecentrum Sophia. Alle rechten voorbehouden. Pagina 1 van 4 GCS 418.1 Werkinstructie Injecteren van Fraxiparine subcutaan Proceseigenaar: teammanager Versiedatum: 18-01-2016 Versie: 003 Werkwijze – voorbereiding: Benodigdheden - Kant-en-klaar spuit met de juiste dosering (hoeveelheid en samenstelling) Fraxiparine - Een gaasje - Een naaldenbeker - Bekkentje/prullenbak Werkwijze - uitvoering - Was je handen - Zet de benodigdheden binnen handbereik - Controleer de kant-en-klaar spuit Fraxiparine met de medicijnsticker en de gegevens van de cliënt. - Vraag de naam van de cliënt bij de cliënt na en leg de cliënt uit wat je gaat doen - Controleer de Fraxiparine op; o de vervaldatum o de kleur en substantie o de toedieningswijze (subcutaan) - Vergelijk het medicijn met de medicijnsticker o naam en geboortedatum van de cliënt o soort medicijn o de dosering o het toedieningstijdstip - Haal de spuit met naald uit de verpakking met de grijze dopjes naar beneden - Zorg dat de luchtbel onderin de spuit zit, bij de zuiger. Tik zo nodig tegen de spuit om de luchtbel te verplaatsen naar de zuiger of kantel de spuit zodat de luchtbel aan de kant van de zuiger komt. - Vraag de cliënt de injectieplaats te ontbloten en zich te ontspannen - Neem de spuit met fraxiparine in de injecterende hand en verwijder de beschermhoes - Zoek een geschikte injectieplaats (boven/buitenkant van de bovenarm, de boven/buitenkant van het bovenbeen) - Neem een brede huidplooi op en steek de naald met een snelle beweging loodrecht in de huid in het onderhuids weefsel - Spuit de vloeistof langzaam en regelmatig in - Trek de spuit uit de huid (houd het gaasje gereed voor de opvang van een eventuele vloeistof- of bloeddruppel; niet nawrijven) - Laat de huidplooi los - Doe de spuit in zijn geheel in de naaldenbeker - Ruim de overige materialen op - Was je handen Werkwijze – nazorg: - Noteer de tijdstip en eventuele bevindingen op de medicijnsticker, die aan de cliënt is meegegeven door de afdeling - Op deze sticker word afgetekend door de injecteerder en de controleur. - Deze sticker word geplakt op de medicatielijst in het zorgdossier. Bronvermelding/Literatuur: - Injectiemethoden, Vilans 30-01-2009 - Injecteren subcutaan (loodrechttechniek), Vilans, 03-05-2009 - Fraxiparine, Vilans 17-07--2007 © Copyright Geboortecentrum Sophia. Alle rechten voorbehouden. Pagina 2 van 4 GCS 418.1 Werkinstructie Injecteren van Fraxiparine subcutaan Proceseigenaar: teammanager Versiedatum: 18-01-2016 - Versie: 003 Desinfecteren huid, Vilans, 04-04-2008 Injecteren van fraxiparine subcutaan, Vilans, 30-01-2010 Bijlage: Achtergrondinformatie Fraxiparine, desinfectie van de huid en plaats van injecteren © Copyright Geboortecentrum Sophia. Alle rechten voorbehouden. Pagina 3 van 4 GCS 418.1 Werkinstructie Injecteren van Fraxiparine subcutaan Proceseigenaar: teammanager Versiedatum: 18-01-2016 Versie: 003 Bijlage Achtergrondinformatie Fraxiparine, desinfectie van de huid en plaats van injecteren Fraxiparine is een medicijn dat het ontstaan van bloedstolsels voorkomt. De werkzame stof van Fraxiparine is nadroparine. Redenen voor de arts/verloskundige om geen Fraxiparine voor te schrijven: Overgevoeligheid voor nadroparine Ernstig verhoogde bloeddruk Bloedverlies uit maag- of darmzweer of tumor Aandoening van het oognetvlies door verhoogde bloeddruk of diabetes (suikerziekte) Operaties aan de hersenen, het oog of het ruggenmerg Bloedingen of bloederziekte door stollingsstoornissen Bewaren van Fraxiparine In de originele verpakking op een droge plaats beneden de 30° C en in het donker bewaren. De vervaldatum staat op de kant-en-klaar spuit vermeld. De belangrijkste bijwerkingen en/of complicaties van Fraxiparine zijn; Het ontstaan van een bloeding. Een bloeding kan optreden op de plaats waar de injectie wordt gegeven of op andere plaatsen Overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, benauwdheid en koorts Indien zich bovenstaande of een andere bijwerking en/of complicatie voordoet, dan altijd direct melden bij de verloskundige en in het zorgdossier noteren. Niet toegediende of verkeerd toegediende Fraxiparine Informeer direct de verloskundige Meld het bij je leidinggevende zodat een MIK-melding gemaakt kan worden. Geschikte injectieplaatsen Voor het toedienen van Fraxiparine na een sectio zijn de volgende injectieplaatsen geschikt: boven/buitenkant van de bovenarm boven/buitenkant van het bovenbeen Niet geschikte injectieplaatsen Een geopereerd of te opereren gebied Door vocht gezwollen of gebied met een trombose Verlamde ledematen Plaatsen die hard aanvoelen (bijvoorbeeld littekenweefsel) Plaatsen die er rood of blauw uitzien Een arm of been met een infuus of shunt Bij twijfel overleg met de arts of verloskundige Desinfecteren van de huid voor het injecteren Bij klanten met een normale weerstand tegen infecties kan het desinfecteren van de huid achterwege blijven. © Copyright Geboortecentrum Sophia. Alle rechten voorbehouden. Pagina 4 van 4