Injecteren intramusculair (depot met luchtbel)

advertisement
Injecteren algemeen 62
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Injecteren intramusculair (depot met luchtbel)
Omschrijving
Oplossen van het medicijn. Optrekken van medicijn en luchtbel in spuit. Inspuiten medicijn loodrecht in een
spier.
Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
Mag zelfstandig verricht worden door:
Aandachtspunten
–
Het voordeel van de depotmethode met luchtbel is dat er geen vloeistof kan teruglopen.
–
Gebruik een opzuignaald:
- bij vloeistoffen met een etsende/irriterende reactie op de huid;
- als de spuit niet naast de cliënt klaargemaakt wordt.
–
In deze werkinstructie wordt een opzuignaald gebruikt.
–
Gebruik veilige naalden.
–
Bepaal de naaldlengte aan de hand van de dikte van de injectieplaats: arm of been 38 mm, bil 50 mm.
–
Bij een depotinjectie gaat het doorgaans om een grotere hoeveelheid in te spuiten vloeistof. Raadpleeg de
bijsluiter voor het meest geschikte injectiegebied: de boven- en buitenkant van het middelste deel van het
bovenbeen (musculus lateralis) de rug- en (bij voorkeur) buikkant van de bilspier (musculus glutaeus), of
het bovenste deel van de bovenarm (musculus deltoïdeus).
–
Vraag de cliënt de spier te ontspannen. Bij een injectie in de bilspier gaat dat het beste wanneer de cliënt
op de buik ligt met de voeten naar binnen gekeerd.
–
Deze geprotocolleerde werkinstructie niet gebruiken voor het injecteren van cytostatica.
–
Maak melding van een verkeerde toediening of handeling volgens procedures van de organisatie.
Complicaties tijdens de handeling
Handelwijze
Misselijkheid door te snel injecteren.
Rustig, niet te snel injecteren.
Tijdens het terugtrekken van de zuiger wordt bloed
opgetrokken.
Trek de naald eruit en druk de injectieplaats af met
een gaasje. Maak een nieuwe spuit klaar en begin
opnieuw. Kies een andere injectieplaats.
Tijdens het injecteren verschuift naald naar
subcutaan.
Let op heftige lokale reacties.
Benodigdheden
–
toedienlijst
–
voorgeschreven medicijn (in ampul of flacon)
–
steriele spuit
–
steriele opzuignaald
–
steriele injectienaald voor intramusculaire injecties
–
gaasje
–
–
afvalbak
naaldenbeker en naaldverwijderaar
© Vilans 14-01-2015
ROC van Amsterdam 19-8-2015
Als medicijn in een ampul zit:
–
gaasje (om de ampul open te breken)
Als medicijn in een flacon met rubber dop zit:
–
desinfectans, alcohol 70 %
–
gaasje (om de rubber dop te desinfecteren)
Als medicijn in flacon nog moet worden
opgelost:
–
ampul met oplosmiddel
–
gaasje (om ampul open te breken)
Injecteren intramusculair (depot met luchtbel): 1 (van 2)
Injecteren algemeen 63
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Werkwijze
Zorg voor dubbele controle: juiste medicatie, berekening oplossing.
1
2
3
4
5
Pas handhygiëne toe.
Maak een schoon werkveld en zet de benodigdheden daarop binnen handbereik.
Controleer het medicijn en de gegevens van de cliënt.
- naam en geboortedatum cliënt
- vervaldatum
- kleur en substantie
- toedienwijze
Vergelijk het medicijn met de toedienlijst.
- soort
- dosering
- toedientijdstip
Maak het medicijn klaar voor opzuigen in spuit en plaats opzuignaald op spuit. Bij desinfectie: laat drogen.
Indien het medicijn in een ampul zit: breek de ampul open met een gaasje als bescherming.
Indien het medicijn in een flacon met rubber dop zit: plaats opzuignaald op de spuit.
a Overgiet een gaasje met alcohol.
b Desinfecteer het rubber met het alcoholgaasje en laat drogen.
c Plaats opzuignaald op de spuit.
Indien het medicijn nog moet worden opgelost: spuit oplosmiddel in flacon met medicijn.
a Breek de ampul oplosmiddel open met een gaasje als bescherming.
b Plaats opzuignaald op de spuit.
c Trek de juiste hoeveelheid oplosmiddel op.
d Spuit het oplosmiddel in de flacon met het medicijn; laat de opzuignaald + spuit in de flacon zitten.
e Wacht tot het medicijn geheel is opgelost. Laat hierbij de zuiger van de spuit iets vieren.
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Zuig medicijn op in spuit en verwijder opzuignaald.
a Zuig de voorgeschreven hoeveelheid medicatie op in de spuit.
b Verwijder de opzuignaald met naaldverwijderaar en doe de naald in de naaldenbeker.
Plaats injectienaald op de spuit en zuig 1 ml lucht op.
Vraag de cliënt de injectieplaats te ontbloten en zich te ontspannen.
Palpeer de injectieplaats en controleer of de injectieplaats schoon en droog is.
Neem de spuit in de injecterende hand en verwijder de naaldhuls.
Kantel de spuit met naald naar beneden, zodat de luchtbel boven de vloeistof zit.
Span de huid met de duim en wijsvinger van uw vrije hand.
Steek de naald met een snelle beweging loodrecht in de spier, minimaal 1 cm verwijderd van de vorige
injectieplaats (in een roterend schema).
Laat de huid los.
Fixeer de spuit en naald met de andere hand om onverwachte bewegingen op te vangen.
Trek de zuiger iets terug (alleen bij injectie in bovenste buitenste bilkwadrant, de rugzijde van de bilspier)
om na te gaan of er geen bloedvat is aangeprikt. Zo ja, maak dan een nieuwe spuit klaar.
Spuit de vloeistof en de daarop volgende luchtbel langzaam en gelijkmatig in.
Trek de naald uit de huid (houd een gaasje voor de opvang van een eventuele bloeddruppel gereed).
Masseer de huid niet.
Verwijder de naald van de spuit met naaldverwijderaar en doe de naald in de naaldenbeker.
Ruim de materialen op.
Pas handhygiëne toe.
Noteer tijdstip, plaats, wijze van toediening en bijzonderheden en controleer of toedienlijst is ingevuld.
© Vilans 14-01-2015
ROC van Amsterdam 19-8-2015
Injecteren intramusculair (depot met luchtbel): 2 (van 2)
Download