onbewaakte kopie Injecteren medicijn 273 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Injecteren griepvaccin intramusculair (Vaxigrip of Influvac) Omschrijving Inspuiten Vaxigrip of Influvac loodrecht in een spier. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling: Mag zelfstandig verricht worden door: Aandachtspunten – Deze werkinstructie beschrijft een kant-en-klaarspuit met injectienaald, gevuld met 0,5 ml vloeistof. – Vaxigrip of Influvac mogen (volgens de bijsluiter van de fabrikant) intramusculair of diep subcutaan worden toegediend. In dit protocol wordt intramusculaire toediening beschreven. – Geschikt injectiegebied is het bovenste deel van de bovenarm (musculus deltoïdeus) bij volwassenen en oudere kinderen. Bij jonge kinderen is de boven- en buitenkant van het middelste deel van het bovenbeen (musculus lateralis) het meest geschikt. – Gebruik bij voorkeur veilige naalden. – Het griepvaccin wordt eenmaal per jaar toegediend. Kinderen die niet eerder griep hadden, krijgen na ten minste 4 weken een revaccinatie. – Breng het vaccin vóór toediening op kamertemperatuur. – Ontlucht een kant-en-klaarspuit niet, tenzij de fabrikant anders adviseert. De luchtbel in de spuit zorgt ervoor dat de vloeistof volledig wordt ingespoten. De luchtbel dient bij de zuiger te zitten. De fabrikant van Influvac adviseert de injectiespuit te ontluchten. – Bij toediening van de helft van de dosis: druk de zuiger tot het aangegeven punt en spuit de helft van de vloeistof weg. Injecteer de resterende helft. – Maak van een verkeerd toegediend en/of een niet gegeven injectie melding volgens de procedure van de organisatie. Complicaties tijdens de handeling Er verschijnt (zonder aspiratie) bloed in de spuit na het inbrengen van de injectienaald. De injectie wordt halverwege onderbroken door bijvoorbeeld onverwachte beweging van de cliënt. Handelwijze Het vaccin niet inspuiten, maar de spuit en naald terugtrekken, de naald vervangen door een nieuwe en de vaccinatie opnieuw uitvoeren. Er hoeft geen nieuw vaccin te gebruikt te worden. Als het vaccin niet volledig is toegediend, moet de gehele injectie opnieuw worden uitgevoerd. Benodigdheden – toedienlijst – voorgevulde injectiespuit met vaccin – gaasje – afvalbak – naaldenbeker © Vilans 14-01-2015 Albeda College Injecteren griepvaccin intramusculair: 1 (van 2) onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Injecteren medicijn 274 Werkwijze 1 2 3 4 5 6 7 8 9 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Zorg voor dubbele controle van de medicatie. Pas handhygiëne toe. Maak een schoon werkveld en zet de benodigdheden daarop binnen handbereik. Controleer het medicijn en de gegevens van de cliënt. - naam en geboortedatum cliënt - vervaldatum - kleur en substantie - toedieningswijze Vergelijk het medicijn met de toedienlijst. - soort - dosering - toedieningstijdstip Vraag de cliënt de injectieplaats te ontbloten en zich te ontspannen. Palpeer de injectieplaats en controleer of de injectieplaats schoon en droog is. Schud de spuit, Vaxigrip moet witachtig licht doorschijnend zijn, Influvac moet helder en kleurloos zijn. Neem de spuit in de injecterende hand. Bij gebruik Vaxigrip Controleer of de luchtbel zich bij de zuiger bevindt. Tik zo nodig tegen de spuit om de luchtbel te verplaatsen. Bij gebruik Influvac Ontlucht de spuit. Span met de andere hand de huid met de duim en wijsvinger van de vrije hand. Steek de naald met een snelle beweging loodrecht in de spier. Laat de huid los. Fixeer de spuit en naald met de andere hand om onverwachte bewegingen op te vangen. Spuit de vloeistof langzaam en regelmatig in. Trek de naald uit de huid (houd een gaasje voor de opvang van een eventuele bloeddruppel gereed). Gooi de spuit in zijn geheel in de naaldenbeker. Ruim de overige materialen op. Pas handhygiëne toe. Teken de toedienlijst af of noteer tijdstip, soort, hoeveelheid en noteer bevindingen. © Vilans 14-01-2015 Albeda College Injecteren griepvaccin intramusculair: 2 (van 2)