Handboekregeling 6.2.2. Gesprekscyclus en

advertisement
Handboekregeling 6.2.2.
Gesprekscyclus en promotietraject voor docenten met een vaste aanstelling
Inhoudsopgave:
Pagina:
Klik op het betreffende onderwerp om direct door te gaan naar de juiste pagina
A.
Regeling gesprekscyclus van ontwikkeling tot beoordeling
3
Lb-docent
Beeld Lb-docent
6
Functiebeschrijving Lb-docent
7
Competenties en gedragsbeschrijvingen Lb-docent
10
Lc-docent
Beeld Lc-docent
12
Functiebeschrijving Lc-docent
13
Competenties en gedragsbeschrijvingen Lc-docent
16
Ld-docent
B.
Beeld Ld-docent
17
Functiebeschrijving Ld-docent
18
Competenties en gedragsbeschrijvingen Ld-docent
21
Format Persoonlijk Plan LB, LC, LD
22
Format Beoordeling
33
Promotietraject Lc/Ld docent
34
Format Persoonlijk Plan LC
37
Format Persoonlijk Plan LD
40
Format beoordeling portfolio
43
Procedure beoordeling Lc/Ld
44
Format beoordeling Lc/Ld
45
Promotiecriteria Lc
46
Promotiecriteria Ld
47
Lesobservatieformulier
48
Feedbackscan VO
49
Functiemix RSG Enkhuizen
51
A. GESPREKSCYCLUS VAN ONTWIKKELING TOT BEOORDELING voor de docent
Inleiding
Het onderwijsbeleid van de RSG is uitgangspunt voor al het andere beleid op de school. Een integrale
benadering van alle beleidsterreinen is noodzakelijk.
Personeelsbeleid is het middel bij uitstek om het menselijk kapitaal van de school optimaal in te zetten
en te ontwikkelen.
Het leren lerenconcept vormt het onderwijskundig uitgangspunt van de school. Wil de school dit doel
realiseren, dan dient een congruente leeromgeving voor alle medewerkers te ontstaan. Docenten en
onderwijsondersteunend personeel werken samen om dit doel te bereiken.
Een lerende organisatie is een absolute voorwaarde om het onderwijsideaal te realiseren.
Ontwikkeling naar creatief onderwijsondernemerschap is noodzaak. Dit vraagt een nieuwe
professionaliteit, waarvoor de schoolorganisatie de juiste voorwaarden moet scheppen.
Verdere professionalisering van de docenten is een primair uitgangspunt.
Onder professionalisering wordt verstaan: persoonlijk meesterschap als wezenlijke voorwaarde voor
het tot stand brengen van onderwijsontwikkeling en onderwijsondersteuning.
Persoonlijk meesterschap dat zich kenmerkt in het kennen van de eigen competenties en het nemen
van de persoonlijke verantwoordelijkheid om die verder te ontwikkelen.
Van belang is dat een permanente ontwikkeling op gang komt, dat kan leiden tot nieuw gedrag.
Dit betekent dat voor iedere docent de mogelijkheid er is om zich te ontwikkelen in een voor hem/haar
uitdagende richting, gekoppeld aan de doelen van de organisatie.
Opgemerkt moet worden dat er sprake is van parallelle processen: de ontwikkeling van het onderwijs
aan de RSG Enkhuizen pretendeert een ontwikkeling van de leerling naar zelfverantwoordelijk leren
en vraagt een vergelijkbare ontwikkeling van de docent, de onderwijsondersteunende medewerkers,
de leidinggevenden en de organisatie.
De gesprekscyclus
Om een permanente ontwikkeling op gang te laten komen, wordt de gesprekscyclus van ontwikkeling
tot beoordeling geïntroduceerd. Beoordelen is een van de stappen in de cyclus van groei. Een
belangrijk doel van beoordelen is het verbeteren en waarderen van de kwaliteit van de docenten en
het onderwijs.
Voorafgaand aan de gesprekscyclus moeten de missie en doelstellingen van de RSG helder zijn.
Competenties en resultaatgebieden, passend bij de doelstellingen, zijn beschreven voor alle functies.
De gesprekscyclus bestaat uit verschillende fasen:
A.
De eerste fase, het voortraject, bestaat uit het bepalen van de situatie, zoals deze nu is. Deze
stap betekent het bepalen van het huidige niveau waarop de docent op de vastgestelde
competenties functioneert.
De docent vergelijkt samen met de conrector het gewenste profiel (de vastgestelde
competenties) en het profiel dat de docent, eventueel na informatie van leerlingen en
collega’s, zelf heeft gemaakt.
B.
Vanuit deze situatie formuleert de docent een persoonlijk plan (PP) dat bestaat uit de
volgende onderdelen:
Ontwikkeling kennis en vaardigheden / competenties
Functie- en taakvervulling: wat is de bijdrage van de docent uit hoofde aan de
realisering van de doelen van de school.
De functie is omschreven in de functiebeschrijving, over aanvullende taak/taken
worden jaarlijks afspraken met de docent gemaakt.
2
C.
D.
E.
Ondersteuning: welke ondersteuning heeft de docent nodig en wat kan de
organisatie bieden.
In het ‘PP’ gesprek wordt het persoonlijk plan definitief vastgesteld.
In het vervolg van het traject zal de docent aan zijn PP werken.
Middels voortgangsgesprekken volgt de conrector het proces. Eventueel wordt het PP
bijgesteld.
Uiterlijk na twee jaar vindt een beoordelingsgesprek plaats, waarin de balans wordt
opgemaakt. Zijn alle doelstellingen en afspraken behaald? In welke mate? Hoe verder? Start
van een nieuwe cyclus!
Doel van de gesprekscyclus
De bijdrage aan de doelen van de school en de ontwikkeling van de docent staan centraal.
In de gesprekken komt de wijze van leren, de aanpassingen van de leervraag en/of van de
persoonlijke doelen, tussentijds behaalde resultaten aan de orde. De bijdrage van de docent aan de
schooldoelen is altijd een agendapunt. Hierbij speelt de rol die de docent in het team heeft en zijn
betrokkenheid bij het behalen van de teamdoelen een belangrijke rol: reactief, actief, pro-actief.
Frequentie
De gesprekscyclus voor docenten duurt maximaal twee jaar en bestaat uit een PP-gesprek, twee
voortgangsgesprekken en een beoordelingsgesprek. Afhankelijk van de behoefte van de docent of de
signalen die de conrector krijgt kunnen extra voortgangsgesprekken worden gevoerd. Dit betekent dat
er twee formele gesprekken per jaar gevoerd worden.
Minimaal een keer per jaar bezoekt de conrector een les en levert de docent een analyse van een
leerlingenquête aan.
Kenmerken van het PP gesprek
a. in samenspraak (docent en conrector) vaststellen van de nulsituatie (vergelijken van het
huidige functioneren en de gewenste competenties / resultaatgebieden (functieomschrijving);
b. vaststelling welke competenties prioriteit hebben;
c. afspraken over de bijdrage aan de school(team/afdelings-)doelen;
d. PP vaststellen;
e. opgestelde doelstellingen, geplande acties en gemaakte afspraken moeten concreet
en realiseerbaar zijn;
f. conclusies en afspraken uit het PP-gesprek worden kort samengevat vastgelegd op
gespreksformulieren door de docent zelf.
Kenmerken van voortgangsgesprekken
De belangrijkste kenmerken van voortgangsgesprekken zijn:
a. het volgen van de ontwikkeling en de realisering van de afspraken;
b. er wordt een relatie gelegd met voorgaande gesprekken;
c. het eventueel bijstellen van het PP;
d. kort verslag door de medewerker door middel van het gespreksformulier.
Kenmerken van het beoordelingsgesprek
a. beoordelen prestaties en competenties betreffende de ontwikkeling en de realisering van de
afspraken. Waarde toekennen gericht op de achterliggende periode, met de blik op de
toekomst;
b. vaststellen of gestelde doelen en afspraken zijn behaald;
c. informatie van belang voor de beoordeling wordt door docent aangeleverd;
d. beoordelingsformulier wordt ingevuld door conrector;
e. éénrichtingsgesprek;
f. aan het eind van het gesprek wordt de beoordeling door beide gesprekspartners ondertekend
en in het personeelsdossier c.q. bekwaamheidsdossier opgeborgen;
g. ook de gebruikte instrumenten worden in het personeelsdossier cq. bekwaamheidsdossier
opgeborgen;
h. het CvB ziet toe op de gevolgde procedure;
i. het gevolg / de gevolgen van een beoordeling worden door het CvB bepaald.
3
Gespreksfunctionaris
De conrector voert de PP-, voortgangs-en beoordelingsgesprekken. De conrector heeft een duidelijk
overzicht van de werkzaamheden die de docent verricht, de benodigde competenties die van belang
zijn voor goed functioneren en heeft een beeld van het functioneren.
Verslaglegging
De docent legt middels gespreksformulieren het PP en de verslagen van voortgangsgesprekken vast.
Deze documenten (na accordering van de conrector) worden opgenomen in het
bekwaamheidsdossier van de docent, zoals dat in de wet BIO is voorgeschreven.
Het bekwaamheidsdossier wordt bijgehouden door de docent maar is wettelijk eigendom van de
school. De conrector is te allen tijde bevoegd om het bekwaamheidsdossier in te zien en te wijzigen.
Het bekwaamheidsdossier is een onderdeel van het personeelsdossier van de docent.
De beoordeling wordt opgesteld door de conrector.
Archiveren
De verslagen van gesprekken en de gebruikte instrumenten bij de gesprekscyclus worden
opgenomen in het personeelsdossier van de docent.
Instrumenten bij de gesprekscyclus OP
In de gesprekscyclus worden de volgende instrumenten ingezet om de onderdelen ‘functie- en
taakvervulling’ en ‘competentieontwikkeling’ te meten:
afspraken in PP;
observatie leidinggevende over uitvoering PP/verslagen gesprekken;
lesbezoek met lesobservatieformulier;
leerlingenenquêtes (feedbackscan);
analyse op de resultaatgebieden en kritische competenties uit de functiebeschrijving.
Bezwaar
De docent die bezwaar heeft tegen de vastgestelde beoordeling heeft de mogelijkheid om binnen 6
weken nadat de beoordeling is vastgesteld en bekendgemaakt schriftelijk bezwaar hiertegen in te
maken door het indienen van een bezwaarschrift bij de bezwaaradviescommissie. In het
bezwaarschrift legt de docent gemotiveerd uit wat de inhoud van het bezwaar is. De
bezwaaradviescommissie neemt kennis van onderliggende beoordelingsdocumenten en hoort zowel
de beoordelaar als de docent gezamenlijk in een zitting. De bezwaaradviescommissie brengt
schriftelijk advies uit aan het CvB over het te nemen besluit op het bezwaar. Het CvB neemt een
beslissing op het bezwaar en deelt dit schriftelijk en gemotiveerd mee aan de docent die bezwaar
heeft gemaakt. De docent heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de beslissing op het bezwaar
hiertegen in beroep te gaan bij de bestuursrechter.
4
LB DOCENT
Beeld LB docent
De goede RSG docent:
De goede RSG docent is continu bezig met de eigen ontwikkeling op de volgende terreinen:
Omgang met leerlingen:

beschikt over ruime pedagogische- en vakinhoudelijke bagage en kan deze met
overtuiging inzetten;

Is respectvol, empathisch, eerlijk en oprecht geïnteresseerd;

heeft passie voor het vak en het overbrengen van vakkennis;

Is didactisch in staat de lesstof op verschillende manieren aan te bieden en de les
zodanig te organiseren dat dit tot optimale leerprestaties leidt. Hierdoor worden
verschillende leerstijlen van leerlingen aangesproken;

Heeft natuurlijk overwicht en verwerft gezag door prestaties.
Eigen ontwikkeling:

heeft zicht op de kwaliteit van het eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan;

Is intrinsiek gemotiveerd om zichzelf doelen op te leggen, door reflectie de resultaten
te evalueren en zich verder te ontwikkelen in de breedte of in de diepte.
Samenwerking in team/sectie/school:

is breed inzetbaar;

is een ‘teamplayer’: is in de samenwerking in team en sectie open, eerlijk en loyaal ten
opzichte van genomen besluiten;

is aanspreekbaar op de bijdrage aan team/sectie;

voelt zich verantwoordelijk om zaken met en voor elkaar te doen.
Persoonlijkheid:

heeft passie;

heeft empathisch vermogen;

is loyaal;

heeft een intrinsieke motivatie.
5
FUWA-VO Sessie
Functie-informatie
Functienaam
Codering
Organisatie
Onderdeel
Salarisschaal
Indelingsniveau IVc
FUWASYS-advies
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Uitvoerder
Datum
FUWASYS-versie
Docent LB
RSG Enkhuizen
Onderwijsafdeling
10
10 - IVc
Onderwijsproces -> Docenten
Coördinatie van activiteiten en processen
Overdragen van informatie en vaardigheden
43343 43333 33 43
46
beheerder
29-06-2010
2002.1.41
FUNCTIEBESCHRIJVING
Context
De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen,
een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO.
Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan
een team van docenten. De Lb-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de
betreffende conrector.
De Lb-docent is in de eerste plaats docent, die:
in teamverband werkt;
onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken;
onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten,
domeinassistenten.
Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Lb-docent:
het beheren van een mentoraat;
het uitvoeren van andere schooltaken;
het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de
RSG-visie;
het uitdragen en uitvoeren van genoemde visie.
Werkzaamheden
Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept
draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie;
hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere
leerstijlen van leerlingen worden aangesproken;
houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke
ontwikkeling (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs;
maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de ervaringspraktijk
inzichtelijk;
creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen.
Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen
stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren;
helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde
6
-
doelstellingen te bereiken;
definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces;
signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, maakt deze bespreekbaar
met collega's en (in- of externe) deskundigen en onderhoudt hierover contacten met ouders;
onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, gedrag en
de ontwikkeling van de leerling.
Resultaatgebied 3: Bijdrage aan onderwijsontwikkeling
houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke
ontwikkelingen en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en verbeteringen
van onderwijs(onderdelen) en toetsen;
draagt bij aan het (in team/sectie verband) ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van
een deelgebied van het onderwijs en participeert in werk- en projectgroepen;
draagt bij aan het (in team/sectie verband) ontwerpen van onderwijsmateriaal, modulen en
andere delen van het curriculum.
Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen
stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde
niveau van kennis en vaardigheden;
beoordeelt werkstukken, neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op
basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten.
Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan
begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk
plan;
adviseert over studieloopbaan keuzes en stimuleert zelfregie;
begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar
de juiste kanalen (personen, instanties etc.).
Resultaatgebied 6: Professionalisering
houdt actief de voor het beroep vereiste pedagogische en didactische bekwaamheden op peil;
houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en in het
onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en op de resultaten/opbrengsten
daarvan;
houdt zicht op de kwaliteit van het eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan;
legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte en/of in de
diepte.
Resultaat 7: Overige schooltaken:
levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc;
onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen;
stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan.
7
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijsprogramma's die van belang zijn voor de uitvoering
van het onderwijsleerproces;
Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs- PP- en
beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bijdrage aan de
ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsprogramma voor het eigen vakgebied, de beoordeling
van leerlingen, begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken.
Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden, de bijdrage aan het
ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs; het beoordelen van
leerlingen, het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de
eigen professionalisering, overige schooltaken.
Kennis en vaardigheden
-
algemeen theoretische vakinhoudelijke kennis;
algemeen theoretische pedagogische en didactische kennis en kennis van diverse,
actuele onderwijskundige methoden en technieken;
kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de
vakgebieden en- inzicht in onderwijskundige samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein;
inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG;
vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden;
vaardigheid in het toepassen van pedagogisch-didactische methoden en technieken;
vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen
en/of van onderwijsassistenten en instructeurs;
vaardigheid in het samenwerken met collega's in team/sectie;
organiserende en communicatieve vaardigheden.
Contacten
-
met leerlingen over studievoortgang en gedrag om te begeleiden, tot betere studieresultaten
te komen, te corrigeren, af te stemmen en te inspireren;
met ouders over de voortgang van de studieresultaten, verzuim en welbevinden van de
leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen;
met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te
superviseren;
met leidinggevenden en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over
onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen.
8
DOCENT Lb
COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN
Competentie
Pedagogisch
competent
Gedragsbeschrijving voor Lb-docent
past de pedagogische stijl toe waarvoor de RSG heeft gekozen en
weet zijn eigen stijl hierin te integreren;
geeft positieve feedback op inbreng van leerlingen, neemt
initiatieven en feedback van leerlingen serieus;
stimuleert dat leerlingen zich bij hem en bij elkaar op hun gemak
voelen door zich uitnodigend en open op te stellen;
kan leerlingen door zijn enthousiasme motiveren en boeien voor
het vak;
toont belangstelling voor zowel de studieresultaten als persoonlijke
ontwikkeling en interesses van leerlingen, maakt echt contact met
leerlingen.
past de didactische stijl toe waarvoor de RSG heeft gekozen en
weet zijn eigen stijl hierin te integreren;
geeft duidelijk aan wat de inhoud van de lessen is, gebruikt de
studiewijzer en bewaakt dat voor de leerlingen duidelijk is wat van
hen wordt verwacht;
kiest afwisselende didactische werkvormen passend bij de
leerlingen, inhoud en de leerdoelen van de les;
maakt een overzichtelijke planning, verdeelt de stof goed over de
weken, houdt rekening met de moeilijkheidsgraad van de stof,
bouwt ruimte in voor uitloop/inhalen;
kent de actuele stand van zaken op zijn vakgebied;
is actief in het ontwikkelen van zijn eigen kennis en vaardigheden;
stemt de lesstof af op voorgaande en volgende leerjaren en volgt
de leerlijn die is afgesproken binnen de sectie.
stimuleert en motiveert het verbeteren van het prestatieniveau bij
zichzelf, leerlingen, en collega's;
geeft feedback op het huiswerk, signaleert en analyseert daarbij
leervragen en behandelt deze in de les;
beoordeelt rechtvaardig en is daarin transparant;
kan laten zien tot welk resultaat zijn inspanningen hebben geleid;
kan op eigen en gezamenlijke resultaten reflecteren.
is in staat problemen te signaleren op gebied van:
- leren leren;
- leren leven;
- leren kiezen;
weet dit om te zetten in adequate vorm van begeleiding;
kan doelgerichte gesprekken voeren met leerlingen, ouders en/of
andere betrokkenen;
stimuleert dat leerlingen zich actief inzetten ten behoeve van hun
eigen leerproces, benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de
leerlingen;
stimuleert leerlingen om een actieve rol in het leerproces op te
pakken, bv laat leerlingen zelf keuzes maken binnen gestelde
kaders en geeft ruimte om te leren van fouten;
volgt de studieresultaten en signaleert of er extra aandacht aan
bepaalde vakken moet worden besteed;
fungeert als voorbeeld en aanspreekpunt voor de leerling en zijn
ouders/verzorgers, zorgt dat hij benaderbaar en bereikbaar is;
geeft relevante informatie over de leerlingen door aan betrokken
collega’s en de conrector en vermeldt het in LVS.
Vakinhoudelijk/
didactisch competent
Resultaatgerichtheid
Competent in het
begeleiden van
leerlingen
9
Competent in het
samenwerken met
collega’s en de
omgeving
Competent in reflectie
en ontwikkeling
levert een actieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg
en samenwerking op school, bv in sectie- en teamvergaderingen;
komt afspraken na;
stelt zich flexibel op en is bereid om iets extra’s te doen.
toont een ontwikkelingsgerichte instelling ten aanzien van zijn
eigen functioneren en probeert zijn werkwijze voortdurend te
verbeteren;
toont betrokkenheid, voelt zich medeverantwoordelijk voor het
functioneren van de school;
creëert feedbackmomenten door bv collega’s om
verbetersuggesties te vragen of hen bij de les uit te nodigen of bij
hen lessen te bezoeken;
houdt zijn didactische-, pedagogische- en vakkennis actueel,
ontplooit professionaliseringsactiviteiten.
10
LC DOCENT
Beeld LC docent
Een LC docent heeft als basis het profiel van ‘De goede RSG docent”. Ook bij de LC docent staat
ontwikkeling centraal. Daarbovenop komen de volgende elementen:
Rol in team/sectie;

is drager en overdrager van de (onderwijs)visie van het team;

voelt zich extra verantwoordelijk, pakt de voortrekkersrol;

is inspirator;

heeft een voorbeeldfunctie;

kan mensen op basis van gezag mobiliseren;

heeft een analyserende en reflecterende houding t.o.v. ontwikkelingen binnen
team/sectie;

toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking binnen sectie/team;

heeft speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere

leerjaren, kijkt over het eigen vak heen;

heeft een coachende houding naar collega’s;

heeft een voortrekkersrol bij onderwijsontwikkeling/activerende didactiek;

is innovatief (vak/didactiek).
Kennis:

specifieke/unieke expertise op een bepaald gebied.
Persoonlijkheid:

is bereikbaar/beschikbaar/aanspreekbaar;

kan mensen mobiliseren;

ziet kansen en weet ze in daden om te zetten.
11
FUWA-VO Sessie
Functie-informatie
Functienaam
Codering
Organisatie
Onderdeel
Salarisschaal
Indelingsniveau
FUWASYS-advies
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Uitvoerder
Datum
FUWASYS-versie
Docent LC
RSG Enkhuizen
Onderwijsafdeling
11
Vb
11 - Vb
Onderwijsproces -> Docenten
Coördinatie van activiteiten en processen
Overdragen van informatie en vaardigheden
44343 44334 43 43
50
beheerder
29-06-2010
2002.1.41
FUNCTIEBESCHRIJVING
Context
De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen,
een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO.
Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan
een team van docenten. De Lc-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de
betreffende conrector.
De Lc-docent is in de eerste plaats docent, die:
in teamverband werkt en daar een voortrekkersrol vervult;
onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken;
onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's,
lesassistenten, domeinassistenten.
Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Lc-docent:
het beheren van een mentoraat;
het uitvoeren van andere schooltaken;
het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de
RSG-visie;
het uitdragen, vertalen en teambreed inzetten van genoemde visie.
Werkzaamheden
Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept
draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie en
past daarbij uiteenlopende gedragsscenario's toe;
draagt en overdraagt de onderwijsvisie van het team;
hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere
leerstijlen van leerlingen worden aangesproken;
houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke
ontwikkelingen (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs;
maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de praktijk inzichtelijk;
creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen.
12
Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen
stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren;
reikt uitdagende opdrachten/lesstof aan aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met
een uiteenlopende onderwijsvraag;
helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde
doelstellingen te bereiken;
definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces;
signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, stemt af met (in- of
externe)deskundigen over te nemen handelingsstappen en onderhoudt hierover contacten
met ouders;
onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, verzuim, gedrag en
de ontwikkeling van de leerling.
Resultaatgebied 3: Onderwijsontwikkeling
houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke
ontwikkelingen en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en/of verbeteringen
van onderwijs(onderdelen) en toetsen, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies;
signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs met speciale aandacht
voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere leerjaren;
zorgt voor het (in team/sectieverband) ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een
deelgebied van het onderwijs met inachtneming van andere (aanverwante) deelgebieden;
toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking binnen sectie/team en daagt collega's
uit mee te doen;
ontwerpt (in teamverband), voor de eigen vaksectie, alternatieve onderwijsonderdelen,
onderdelen van het curriculum, onderwijsmateriaal, leermiddelen, toetsen, leersituaties e.d.,
bindt mensen aan zich om mee te doen en doet voorstellen ten aanzien van de organisatie
van het onderwijs;
participeert in en/of begeleidt/leidt project- en werkgroepen die zijn belast met het ontwikkelen
van onderwijs en toetsen.
Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen
stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde
niveau van kennis en vaardigheden;
beoordeelt werkstukken,neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en
evalueert op basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten.
Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan
begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan;
onderhoudt contacten met het veld (instellingen voor vervolgonderwijs, universiteiten en
bedrijfsleven) om ontwikkelingen op het eigen vakgebied bij te houden en om leerlingen te
adviseren over studieloopbaan keuze;
adviseert over studieloopbaan keuze en stimuleert zelfregie;
begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar
de juiste personen en instanties.
Resultaatgebied 6: Professionalisering
houdt proactief de voor het beroep vereiste pedagogische en didactische bekwaamheden op
peil;
houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en in het onderwijsveld
gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan en ten
dienste van collega's;
legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte of in de diepte;
draagt bij aan de professionalisering van docenten door het overdragen van kennis op het
eigen vakgebied;
13
Resultaat 7: Overige schooltaken:
levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc;
onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen;
stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijsprogramma's die van belang zijn voor de uitvoering
van het onderwijsleerproces;
Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs- PP- en
beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bruikbaarheid van de
ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs, de kwaliteit van de beoordeling van leerlingen,
begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken;
Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden en daarbij toepassen van
uiteenlopende gedragsscenario's, het aanreiken van uitdagende opdrachten/lesstof aansluitend op de
leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag, het zorgen voor het ontwikkelen,
uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs met inachtneming van andere
(aanverwante) deelgebieden; het beoordelen van leerlingen,
Het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de eigen
professionalisering, de bijdrage aan de professionalisering van docenten door het overdragen van
kennis op het eigen vakgebied, overige schooltaken.
Kennis en vaardigheden
-
-
brede theoretische of gespecialiseerde vakinhoudelijke kennis;
brede pedagogische en didactische kennis en kennis van diverse, actuele onderwijskundige
methoden en technieken;
kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de vakgebieden
en inzicht in onderwijskundige ontwikkelingen in een bredere context van het eigen
werkterrein;
inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG;
vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden en daarbij toepassen van diverse
gedragsscenario's (beheersen van volledig gedragsrepertoire);
vaardigheid in het toepassen van een breed scala aan pedagogisch-didactische methoden en
technieken;
vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen en/of van
(minder ervaren) docenten en/of van onderwijsassistenten en instructeurs;
vaardigheid in het inspireren, initiëren en organiseren van taken in team/sectie gericht op het
beoogde resultaat;
vaardigheid in het inspelen op een veranderende onderwijsvraag;
organiserende en communicatieve vaardigheden.
Contacten
-
met leerlingen over studievoortgang en gedrag en om hen te begeleiden, tot betere
studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te stimuleren;
met ouders over de voortgang van de studieresultaten, welbevinden, gedrag en verzuim van
de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen;
met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te
superviseren;
met collega-docenten om kennis van ontwikkelingen in het eigen vakgebied over te dragen en
om hen vanuit een coachende houding feedback te geven, te coachen en te superviseren;
met instellingen voor vervolgonderwijs om op de hoogte te blijven van relevante
ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen;
met conrectoren en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over
onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen.
14
DOCENT Lc
COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN
De Lc docent beschikt over de competenties van de Lb docent
Competentie
Gedragsbeschrijving
Creatief vermogen
combineert verschillende werkwijzen om tot een voor de afdeling
specifieke aanpak te komen;
herkent goede ideeën (van anderen) en bouwt hierop voort;
bedenkt nieuwe werkwijzen ter vervanging van een traditionele
aanpak en/of benadering;
bedenkt acties op hoofdlijnen om de afdelingsdoelen te bereiken.
Probleemanalytisch
is in staat problemen te signaleren en te analyseren;
vermogen
geeft causale verbanden aan en brengt ordening aan in complexe
informatie;
benoemt de mogelijke gevolgen van een probleem.
Competent in visie
is in staat te formuleren waar de ontwikkelingen binnen een team
ontwikkelen
en/of sectie naar toe gaan en weet dit uit te dragen;
weet ontwikkelingen te vertalen naar de doelen van de afdeling;
heeft speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken
en meerdere leerjaren, kijkt over eigen vak heen.
Vermogen tot
enthousiasmeert collega's voor het bereiken van een resultaat of
motiveren
voor nieuwe ideeën;
kan zijn collega's overtuigen mee te denken over een moeilijk
voorstel of ingewikkelde problematiek;
stimuleert collega's bij het zoeken naar oplossingen;
brengt collega's in situaties die voor hen uitdagend en leerzaam
zijn;
geeft feedback op functioneren en bereikte resultaten;
kan zijn voorstellen onderbouwen met logische en relevante
argumenten.
Coördineren, plannen
schept randvoorwaarden om de zaken ordelijk en effectief af te
en organiseren
werken;
stelt relevante prioriteiten;
werkt een realistisch actieplan uit, stelt een budget op, benoemt
daarin de benodigde mensen, middelen, tijdpad, etc.;
houdt rekening met zaken die op de langere termijn spelen;
kan plannen aanpassen aan wijzigende inzichten en
omstandigheden en houdt daarbij de oorspronkelijke doelen voor
ogen.
Competent in
pakt kansen aan om anderen te ontmoeten en toont actief;
samenwerken met de
interesse in de ander door initiatieven te nemen tot informatieomgeving
uitwisseling.
15
LD DOCENT
Beeld LD docent
Een LD docent heeft als basis het profiel van ‘De goede RSG docent”. Ook bij de LD docent staat
ontwikkeling centraal. Daarbovenop komen de volgende elementen:
Rol schoolbreed;

heeft een verbindende rol (team- en sectieoverstijgend);

is een kwaliteitsbewaker team- en sectieoverstijgend;

heeft een analytische instelling op vakinhoudelijk- en/of pedagogisch-didactisch gebied;
vertaalt de RSG visie naar onderwijskundige of pedagogisch-didactische concepten die
schoolbreed toegepast worden;

haalt de wereld in school. Vertaalt maatschappelijke ontwikkelingen naar praktische
toepassing in de school, zorgt voor implementatie en evaluatie;

neemt initiatief op schoolbreed terrein en geeft gevraagd en ongevraagd advies;

vertaalt analyses, concepten en ideeën naar schoolbreed beleid en kan dit mondeling en
schriftelijk helder communiceren;

kan procesmatig handelen.
Kennis:

breed of expert.
Kernwoorden:

initiatief;

analytisch;

implementatie;

communicatie.
16
FUWA-VO Sessie
Functie-informatie
Functienaam
Codering
Organisatie
Onderdeel
Salarisschaal
Indelingsniveau
FUWASYS-advies
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Uitvoerder
Datum
FUWASYS-versie
Docent LD
RSG Enkhuizen
Onderwijsafdeling
12
Vc
12 - Vc
Onderwijsproces -> Docenten
Coördinatie van activiteiten en processen
Overdragen van informatie en vaardigheden
44443 44434 43 43
52
beheerder
29-06-2010
2002.1.41
FUNCTIEBESCHRIJVING
Context
De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen,
een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO.
Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan
een team van docenten. De Ld-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de
betreffende conrector. De docent is deskundige op pedagogisch en/of didactisch en/of inhoudelijk
gebied en geeft vanuit die deskundigheid vorm aan de ontwikkeling en vernieuwing van het
onderwijsklimaat van de school.
De Ld-docent is in de eerste plaats docent, die:
in teamverband werkt;
een voortrekkersrol vervult op schoolniveau;
onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken;
onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten,
domeinassistenten.
Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Ld-docent:
het beheren van een mentoraat;
het uitvoeren van andere schooltaken;
het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de RSGvisie;
het uitdragen,vertalen en schoolbreed inzetten van genoemde visie.
Werkzaamheden
Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept
draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie en past
daarbij uiteenlopende gedragsscenario's toe;
draagt en overdraagt de onderwijsvisie van de school, en heeft daarbij een verbindende rol;
hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere
leerstijlen van leerlingen worden aangesproken;
houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke
ontwikkelingen (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs
maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de ervaringspraktijk
inzichtelijk;
creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen.
17
Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen
stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren;
reikt uitdagende opdrachten/lesstof aan aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met
een uiteenlopende onderwijsvraag;
helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde
doelstellingen te bereiken;
definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces;
signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, stemt af met (in- of
externe) deskundigen over te nemen handelingsstappen en onderhoudt hierover contacten
met ouders;
onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, gedrag en de
ontwikkeling van de leerling.
Resultaatgebied 3: Onderwijsontwikkeling
houdt zich op de hoogte van relevante maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen
op pedagogisch/didactisch gebied en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen
en verbeteringen van onderwijs(onderdelen) en toetsen, creëert betrokkenheid, implementeert
procesmatig, evalueert, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies;
houdt zich op de hoogte van de inhoud, het niveau en de ontwikkelingen in het
vervolgonderwijs en initieert en onderhoudt de nodige contacten daartoe;
brengt (bestaande) onderzoeksresultaten in verband met het verzorgde onderwijs en/of de
gehanteerde pedagogische en/of didactische methoden;
doet voorstellen ten aanzien van ontwikkeling en vernieuwing van het pedagogisch klimaat
met oog op de lange termijn ontwikkeling van het onderwijs;
is actief in het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van samenhangende pedagogische en/of
didactische methoden met een vak- en/of schoolbrede toepasbaarheid en doen van
voorstellen over de inbedding in het onderwijs;
begeleidt/leidt project- en werkgroepen die zijn belast met het ontwikkelen van onderwijs en
toetsen, levert daarbij een didactische en/of pedagogische inbreng gebaseerd op een
analytische instelling;
neemt collega's bij vernieuwingen en verbeteringen mee op het gebied van pedagogische
en/of didactische methoden;
toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs binnen de school en
daagt collega's uit mee te doen.
Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen
stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde
niveau van kennis en vaardigheden;
beoordeelt werkstukken, neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op
basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten.
Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan
begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan;
onderhoudt contacten met het veld (instellingen voor vervolgonderwijs, universiteiten
en bedrijfsleven) om ontwikkelingen op het eigen vakgebied bij te houden en om leerlingen te
adviseren over studieloopbaan keuze;
adviseert over studieloopbaan keuze en stimuleert zelfregie;
begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar
de juiste personen, instanties.
Resultaatgebied 6: Professionalisering
houdt proactief de voor het beroep vereiste academisch werk- en denkniveau op peil;
houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen op pedagogisch/didactisch gebied en is in
het onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en de
resultaten/opbrengsten daarvan en ten dienste van collega's;
legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte of in de diepte;
draagt bij aan de professionalisering van docenten schoolbreed door het overdragen van
kennis op pedagogisch/didactisch gebied en de toepassing daarvan in het onderwijs.
18
Resultaat 7: Overige schooltaken:
levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc;
onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen;
stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijskundig beleid van de schoolorganisatie;
Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs-, PP- en
beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bruikbaarheid van de
ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsklimaat, de kwaliteit van de beoordeling van leerlingen,
begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken.
Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden en daarbij toepassen van
uiteenlopende gedragsscenario's, het aanreiken van uitdagende opdrachten/lesstof aansluitend op de
leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag, het in verband brengen van
(bestaande) onderzoeksresultaten met het verzorgde onderwijs en/of pedagogische en/of didactische
methoden, het doen van voorstellen ten aanzien van ontwikkeling en - vernieuwing van het
pedagogisch klimaat met het oog op de lange termijn ontwikkeling van het onderwijs, het ontwikkelen,
uitwerken en verbeteren van samenhangende pedagogische en/of didactische methoden met een
vak- en/of schoolbrede toepasbaarheid en doen van voorstellen over de inbedding in het onderwijs;
het beoordelen van leerlingen, het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en
stimuleren van zelfregie, de eigen professionalisering, de bijdrage aan de professionalisering van
docenten schoolbreed vanuit de rol van deskundige op didactisch en/of pedagogisch gebied; bij de
overige schooltaken.
Kennis en vaardigheden
-
-
brede (generalistische) of gespecialiseerde kennis van pedagogiek en didactiek;
toegepaste kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen
vakgebied/de vakgebieden en inzicht in onderwijskundige ontwikkelingen in een bredere
context van het eigen werkterrein;
inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG;
vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden en daarbij toepassen van
diverse gedragsscenario's (beheersen van volledig gedragsrepertoire);
vaardigheid in het toepassen van een breed scala aan pedagogisch-didactische
methoden en technieken;
vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen
en/of van (minder ervaren) docenten en/of van toa's, lesassistenten en domeinassistenten;
vaardigheid in het inspelen op een veranderende onderwijsvraag;
initiërende, organiserende en communicatieve (mondeling en schriftelijk) vaardigheden;
vaardigheid in het leggen van verbanden tussen onderzoeksresultaten en bestaande
onderwijsconcepten en pedagogische en/of didactische methoden;
vaardigheid in het overtuigen van collega's bij vernieuwingen en verbeteringen op het
gebied van onderwijs en toetsing binnen de school en het creëren van betrokkenheid;
vaardigheid in het aansturen van project- en werkgroepen.
Contacten
-
met leerlingen over studievoortgang en gedrag en om hen te begeleiden, tot betere
studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te stimuleren;
met ouders over de voortgang van de studieresultaten, welbevinden, gedrag en verzuim van
de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen;
het uitdragen,vertalen met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te
geven, te coachen en te superviseren;
met collega-docenten over vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van pedagogische
en/of didactische methoden om af te stemmen;
met leidinggevenden en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over
onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen.
met instellingen voor vervolgonderwijs over de inhoud, het niveau en de ontwikkelingen in het
vervolgonderwijs om contacten te leggen en te onderhouden.
19
DOCENT Ld
COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN
De Ld docent beschikt over de competenties van de Lb docent
Competentie
Gedragsbeschrijving
Creatief vermogen
komt met oorspronkelijke oplossingen voor problemen en
ontwikkelingen en kan daar vorm aan geven;
combineert bestaande en nieuwe werkwijzen om tot een
geïntegreerde en meerjarige aanpak voor de school te komen.
Probleemanalytisch
legt een relatie tussen de huidige en toekomstige behoeften,
vermogen
ontwikkelingen in de maatschappij, ontwikkelingen in het onderwijs
en in de school zelf;
legt een relatie tussen afdelingen en tussen afdelingen en het
management;
vertaalt analyses, concepten en ideeën naar schoolbreed beleid en
kan dit mondeling en schriftelijk helder communiceren.
Competent in visie
weet te formuleren waar de ontwikkelingen binnen het onderwijs
ontwikkelen
naar toe gaan en weet deze ontwikkelingen te vertalen naar de
visie van de school;
signaleert externe en interne ontwikkelingen die effect hebben op
de koers van de school en weet deze ontwikkelingen te vertalen
naar de visie van de school.
Strategisch denken
heeft een analytische instelling op vakinhoudelijk- en/of
pedagogisch-didactisch gebied;
vertaalt de RSG visie naar onderwijskundige of pedagogischdidactische concepten die schoolbreed worden toegepast;
geeft vanuit de strategie impulsen voor de beleidsontwikkeling;
is in staat verantwoordelijkheid te dragen voor het ontwikkelen, het
formuleren en het implementeren van nieuwe werkwijzen en
plannen;
neemt initiatief op schoolbreed terrein en geeft gevraagd en
ongevraagd advies.
Competent in het
is actief betrokken bij de opleiding en bij scholing van collega's;
kunnen motiveren en
heeft brede kennis van ontwikkelingsmogelijkheden voor
coachen
personeelsleden;
onderzoekt sterktes en zwaktes in het presteren van collega's en
geeft suggesties voor ontwikkeling;
brengt collega's in situaties die voor hen uitdagend en leerzaam
zijn.
Zelfstandigheid
kan zonder aansturing zijn eigen werk organiseren;
is een kwaliteitsbewaker team- en sectieoverstijgend.
20
Format
Persoonlijk Plan (PP)
Lb
naam
:
datum
:
looptijd PP
:
leidinggevende:
DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING
Nulmeting competenties
1. Pedagogisch competent
2. Vakinhoudelijk/didactisch competent
3. Resultaatgerichtheid
4. Competent in het begeleiden van leerlingen
5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving
6. Competent in reflectie en ontwikkeling
Ontwikkeling competenties
Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of scholing
Evaluatiemethode
21
DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten)
Teamplan algemeen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Evaluatie vorderingen van
leerlagen
Alle leerlingen krijgen
instructie en verwerking op
het niveau dat bij hen past
Evaluatie leerbehoefte op
leerniveau
Leerklimaat
Groeimodel
22
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO
Doelen B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage aan sectieplan
Doelen sectieplan
Kwaliteit toetsing
Hanteren Leerlijn
Analyse eigen resultaten
23
Format
Persoonlijk Plan (PP)
Lc
naam
:
datum
:
looptijd PP
:
leidinggevende:
DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING
Nulmeting competenties
1. Pedagogisch competent
2. Vakinhoudelijk/didactisch competent
3. Resultaatgerichtheid
4. Competent in het begeleiden van leerlingen
5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving
6. Competent in reflectie en ontwikkeling
7. Creatief vermogen
8. Probleemanalytisch vermogen
9. Competent in visie ontwikkelen
10. Vermogen tot motiveren
11. Coördineren, plannen en organiseren
12. Competent in samenwerken met de omgeving
Ontwikkeling competenties
Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of scholing
Evaluatiemethode
24
DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten)
Teamplan algemeen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Evaluatie vorderingen van
leerlagen
Alle leerlingen krijgen
instructie en verwerking op
het niveau dat bij hen past
Evaluatie leerbehoefte op
leerniveau
Leerklimaat
Groeimodel
25
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO
Doelen B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage aan sectieplan
Doelen sectieplan
Kwaliteit toetsing
Hanteren Leerlijn
Analyse eigen resultaten
26
DEEL 3: VERANTWOORDING LC-OPDRACHT
A. Evaluatie uitvoering opdracht 2011-2012
Korte beschrijving
LC-opdracht 2011-2012
Eigen bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Activiteiten
Resultaat
B. Plan van aanpak opdracht 2012-2013:
Beschrijving
LC opdracht 2012-2013
Eigen bijdrage
27
Format
Persoonlijk Plan (PP)
Ld
naam
:
datum
:
looptijd PP
:
leidinggevende:
DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING
Nulmeting competenties
1. Pedagogisch competent
2. Vakinhoudelijk/didactisch competent
3. Resultaatgerichtheid
4. Competent in het begeleiden van leerlingen
5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving
6. Competent in reflectie en ontwikkeling
7. Creatief vermogen
8. Probleemanalytisch vermogen
9. Competent in visie ontwikkelen
10. Strategisch denken
11. Comptetent in het kunnen motiveren en coachen
12. Zelfstandigheid
Ontwikkeling competenties
Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of scholing
Evaluatiemethode
28
DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten)
Teamplan algemeen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Evaluatie vorderingen van
leerlagen
Alle leerlingen krijgen
instructie en verwerking op
het niveau dat bij hen past
Evaluatie leerbehoefte op
leerniveau
Leerklimaat
Groeimodel
29
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO
Doelen B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage aan sectieplan
Doelen sectieplan
Kwaliteit toetsing
Hanteren Leerlijn
Analyse eigen resultaten
30
DEEL 3: VERANTWOORDING LD-OPDRACHT
A. Evaluatie uitvoering opdracht 2011-2012
Korte beschrijving
LC-opdracht 2011-2012
Eigen bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Activiteiten
Resultaat
B. Plan van aanpak opdracht 2012-2013:
Beschrijving
LC opdracht 2012-2013
Eigen bijdrage
31
FORMAT
BEOORDELING
DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING
Competentie
Resultaat
DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten)
teamplan
Algemeen
Resultaat
Evaluatie vorderingen van leerlagen
Alle leerlingen krijgen instructie en verwerkingsopdrachten op het niveau dat bij hen past.
Evaluatie leerbehoefte op leerlingniveau
Leerklimaat
Groeimodel
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO
sectieplan
Resultaat
Kwaliteit toetsing
Hanteren leerlijn
Analyse eigen resultaten
DEEL 3: LC/LD OPDRACHT
DEEL 4: CONCLUSIE
32
B. PROMOTIETRAJECT
Lc / Ld docent
Kernbegrip voor een Lc docent is: voortrekker op team/ sectieniveau
Kernbegrip voor een Ld docent is: voortrekker op schoolniveau
Tijdens het promotiejaar worden verschillende activiteiten gevraagd. Verslaglegging van deze
activiteiten en zelfreflectie hierop, worden verzameld in een portfolio.
De conrector zal voortgangsgesprekken voeren. Initiatief hiertoe is een
verantwoordelijkheid van beide partijen (conrector en kandidaat).
Voor 1 juni 2013 wordt het portfolio aangeleverd bij de conrector, die het portfolio beoordeelt en de
kandidaat in een gesprek laat weten of er wel of niet een voordracht aan het CvB zal plaatsvinden
voor promotie.
Activiteiten ter voorbereiding op de promotie zijn:
- Afnemen leerling enquêtes in twee rondes (okt/nov en mrt/april) middels de feedbackscan.
- Twee lesobservaties door de conrector.
- Analyse van het huidig functioneren in relatie tot de resultaatgebieden Lb/Lc/Ld en de
competenties.
- Activiteiten op team- en/of schoolniveau initiëren of voortzetten.
- Ontwerpen van een Persoonlijk Plan.
Voorwaarde voor de voortgang van het promotietraject is een voldoende beoordeling van de
lesobservaties (gebruikt wordt het lesobservatieformulier). Met andere woorden: je voldoet aan de
criteria van ‘De goede RSG docent’.
PORTFOLIO
1
VORMGEVING PORTFOLIO
De omvang van een portfolio, exclusief de mogelijke bijlage(n), is ten hoogste 15 A4.
Het portfolio omvat de volgende componenten.
1 Motivatie voor Lc c.q. Ld functie
Beschrijf in circa 1 A4 waarom je opteert voor die functie. Daarbij kan gerefereerd worden
aan het begrip ‘professionele groei’. Veel docenten doorlopen de volgende groeistadia,
ontleend aan CBAM-literatuur (betrokkenheidsmodel, Van de Berg, Vandenberghe):
- gerichtheid op jezelf; is leraarschap een beroepskeuze die bij mij past, hoe reageren
leerlingen op mij, hoe reageren collega’s op mij; deze fase duurt vaak twee jaar, met
sterke emoties over falen/slagen gedurende eerste half jaar
- gerichtheid op de taak; hoe leer ik steeds beter les te geven en om te gaan met de
klas als groep; deze fase loopt parallel met fase 1 en duurt vaak 4 tot 5 jaar; door
reflectie op de eigen lespraktijk, experimenteren, praten met collega’s, lezen van
vakliteratuur verbetert de lespraktijk elk jaar (niveau Lb)
- gerichtheid op de ander: deze fase start vaak in tweede jaar en krijgt meer accent als
er zelfvertrouwen is m.b.t. de taak; leerkracht leert verschillen tussen leerlingen te
zien en deze te hanteren door differentiatie in zijn aanpak (niveau Lb)
- gerichtheid op de organisatie; het lesgeven (taak, ander) is overwegend ‘in control’; er
komt aandacht voor de school buiten de eigen klassen, de afdeling, de sectie (Lc) en
de school breed (Ld)
2 Curriculum vitae
Omvang circa 1 A4. Geef aan wat je opleiding(en) is/zijn en je werkervaring voorafgaande
aan dienstverband bij de RSG en binnen de RSG.
3 Functioneren als docent
- geef hoofdlijn resultaten van leerlingenquetes (2 rondes);
33
-
geef verslagen van twee lesbezoeken;
geef een reflectie op beide in circa 2 A4 in perspectief van beeld ‘de goede RSGdocent’ t.a.v. onderdeel ‘omgang met leerlingen’;
geef een analyse van het huidig functioneren in relatie tot de competenties Lb.
4 Ontwerp Persoonlijk Plan (PP)
Het PP omvat de volgende onderdelen:
A. Beschrijf de activiteiten waaraan je gaat werken:
-
-
relateer dat aan één of meer van de 7 resultaatgebieden (Lc/Ld);
motiveer het belang van het onderwerp voor de school;
geef een probleemstelling of doelstelling;
beschrijf de huidige situatie t.a.v. het onderwerp;
relateer de situatiebeschijving en probleemstelling aan literatuur;
beschrijf de aanpak die je gaat volgen; denk daarbij aan een of meer van de volgende
mogelijkheden:
een onderzoek (vormgeving daarvan)
een experiment (vormgeving daarvan)
scholing die je gaat volgen
werkbezoeken aan andere schoolgemeenschappen
indien samenwerking met collega; beschrijf dan ieders rol;
een tijdsplanning (omvang en doorlooptijd);
voortgangsrapportage naar conrector;
een SMART geformuleerd voorstel naar de conrector inzake de invoering van de
voorgestelde verbetering.
B. Maak een nulmeting en beschrijf de ontwikkeling ten aanzien van de vereiste
competenties voor LC of voor LD.
Beschrijf de eigen bijdrage aan de school- en teamdoelstellingen
5 Reflectie op recente lesoverstijgende activiteiten
- beschrijf activiteiten waaraan je afgelopen 12 maanden hebt gewerkt in 1 tot 2 A4 en
competenties;
- geef een reflectie in circa 2 A4 over de activiteiten in relatie tot Lc promotiecriteria of
Ld promotiecriteria en competenties.
2
BEOORDELING PORTFOLIO
Voor het bepalen van de bevordering naar Lc of Ld geldt het portfolio als toetsinstrument.
De beoordeling vindt plaats per component van het portfolio. Per component zijn er de volgende
waarderingsniveaus:
- 0 = kandidaat voldoet niet aan gestelde in de component;
- 1 = kandidaat voldoet in onvoldoende mate aan gestelde in component;
- 2 = kandidaat voldoet in voldoende mate aan gestelde in component;
- 3 = kandidaat voldoet in ruime mate aan gestelde in de component.
1 Motivatie voor de Lc of Ld functie (gewicht 2)
0 = kandidaat geeft geen enkele onderbouwing t.a.v. zijn/haar motivatie;
1 = kandidaat geeft er blijk van bijna uitsluitend te functioneren op niveau taak/ander;
2 = kandidaat geeft er blijk van in klein(e) project(en) korter dan 12 maanden te functioneren
buiten de eigen klassen;
3 = kandidaat geeft er blijk van in grote projecten/langer dan 12 maanden te functioneren buiten
de eigen klassen.
34
2 Curriculum vitae (gewicht 1)
0 = er is geen cv;
1 = cv is niet volledig; er ontbreken jaren;
2 = cv is volledig.
3 Functioneren als docent (gewicht 2)
0 = gegevens leerlingenquetes en verslagen lesbezoeken zijn onvolledig;
1 = reflectie omvat hoofdzakelijk beweringen die niet onderbouwd worden;
2 = reflectie is mix van beweringen en onderbouwingen;
3 = reflectie omvat onderbouwde beweringen t.a.v. alle aandachtspunten.
4 Ontwerp beschrijving PP (gewicht 3)
0 = PP is onvolledig, er ontbreken meerdere componenten;
1 = PP is volledig maar op vele componenten is de invulling onduidelijk en/of vaag;
2 = PP is volledig en maar niet alle componenten zijn duidelijk;
3 = PP is volledig en geheel uitgewerkt.
5
Reflectie recente lesoverstijgende activiteiten (gewicht 3)
Lc
0 = er is geen sprake van project(en) die niveau van de klas overstijgen;
1 = er is sprake van zeer beperkt project op niveau van sectie of bouw;
2 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de sectie en/of
bouw;
3 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de sectie en/of
bouw en de reflectie omvat vooral onderbouwde beweringen.
Ld
0 = er is geen sprake van project(en) die niveau van de sectie/bouw overstijgen;
1 = er is sprake van zeer beperkt project op niveau van de school;
2 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de school;
3 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de school en de
reflectie omvat vooral onderbouwde beweringen.
Waardering scores Lc/Ld
in totaal kan de kandidaat 32 punten behalen; cesuur is score van 22 (is 5 x voldoende)
score lager dan 22 = afwijzing;
score van 22 of hoger is nodig om in beginsel bevorderd te kunnen worden.
35
Format
Persoonlijk Plan (PP)
LC docent in promotietraject
naam
:
datum
:
looptijd PP
:
leidinggevende:
DEEL 1:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEITEN
(bevat de onderdelen a t/m i)
Relatie van de activiteiten tot één of meer van de 7 resultaatgebieden
Motivatie van het belang van het onderwerp voor de school
De probleemstelling of doelstelling
Beschrijving huidige situatie
Relatie van de situatiebeschrijving en de probleemstelling tot de literatuur.
Beschrijving van de te volgen aanpak
Tijdsplanning
Voortgangsrapportage
SMART geformuleerd voorstel inzake de invoering van de voorgestelde verbetering
DEEL 2: COMPETENTIEONTWIKKELING
Nulmeting competenties
13. Pedagogisch competent
14. Vakinhoudelijk/didactisch competent
15. Resultaatgerichtheid
16. Competent in het begeleiden van leerlingen
17. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving
18. Competent in reflectie en ontwikkeling
19. Creatief vermogen
20. Probleemanalytisch vermogen
21. Competent in visie ontwikkelen
22. Vermogen tot motiveren
23. Coördineren, plannen en organiseren
24. Competent in samenwerken met de omgeving
Ontwikkeling competenties
Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of
scholing
Evaluatiemethode
36
DEEL 3: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten)
Teamplan
algemeen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Evaluatie
vorderingen van
leerlagen
Alle leerlingen
krijgen instructie
en verwerking op
het niveau dat bij
hen past
Evaluatie
leerbehoefte op
leerniveau
Leerklimaat
Groeimodel
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO
Doelen
B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
37
Bijdrage aan sectieplan
Doelen
sectieplan
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Kwaliteit toetsing
Hanteren
Leerlijn
Analyse eigen
resultaten
38
Format
Persoonlijk Plan (PP)
Ld docent in promotietraject
naam
:
datum
:
looptijd PP
:
leidinggevende:
DEEL 1:
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q.
r.
BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEITEN
(bevat de onderdelen a t/m i)
Relatie van de activiteiten tot één of meer van de 7 resultaatgebieden
Motivatie van het belang van het onderwerp voor de school
De probleemstelling of doelstelling
Beschrijving huidige situatie
Relatie van de situatiebeschrijving en de probleemstelling tot de literatuur.
Beschrijving van de te volgen aanpak
Tijdsplanning
Voortgangsrapportage
SMART geformuleerd voorstel inzake de invoering van de voorgestelde verbetering
DEEL 2: COMPETENTIEONTWIKKELING
Nulmeting competenties
13. Pedagogisch competent
14. Vakinhoudelijk/didactisch competent
15. Resultaatgerichtheid
16. Competent in het begeleiden van leerlingen
17. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving
18. Competent in reflectie en ontwikkeling
19. Creatief vermogen
20. Probleemanalytisch vermogen
21. Competent in visie ontwikkelen
22. Strategisch denken
23. Comptetent in het kunnen motiveren en coachen
24. Zelfstandigheid
Ontwikkeling competenties
Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of
scholing
Evaluatiemethode
39
DEEL 3: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten)
Teamplan
algemeen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Evaluatie
vorderingen van
leerlagen
Alle leerlingen
krijgen instructie
en verwerking op
het niveau dat bij
hen past
Evaluatie
leerbehoefte op
leerniveau
Leerklimaat
Groeimodel
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO
Doelen
B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
40
Bijdrage aan sectieplan
Doelen
sectieplan
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Kwaliteit toetsing
Hanteren
Leerlijn
Analyse eigen
resultaten
41
FORMAT
Beoordeling Portfolio Lc / Ld
Naam:
Beoordelaar:
Datum:
1. Motivatie voor de Lc- / Ld-functie:
2. Curriculum Vitae:
3. Functioneren als docent:
4. Ontwerp beschrijving Persoonlijk Plan:
5. Reflectie recente lesoverstijgende activiteiten:
6. Totaal aantal behaalde punten:
Conclusie
7. Mening docent:
8. Ondertekening:
Datum:
Docent:
Beoordelaar:
9. Akkoord CvB:
42
PROCEDURE BEOORDELING Lc/Ld
Dit document beschrijft de procedure beoordeling voor Lc- of Ld-docent voor het jaar na de promotie.
Achtereenvolgens wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
- wat wordt beoordeeld;
- hoe komt beoordeling tot stand;
- hoe ontstaat het eindoordeel;
- wie zijn betrokken in de beoordeling.
1. Wat wordt beoordeeld?
De beoordeling heeft betrekking op de volgende componenten:
- uitvoering van het persoonlijk plan;
- reflectie op lesobservatie en leerlingenquête.
2. Hoe komt beoordeling tot stand?
Bij de beoordeling worden de volgende waarderingsniveaus gehanteerd:
0 = kandidaat voldoet niet aan gestelde in de component
1 = kandidaat voldoet in onvoldoende mate aan gestelde in de component
2 = kandidaat voldoet in voldoende mate aan gestelde in document
3 = kandidaat voldoet in ruime mate aan gestelde in de component
Per component worden criteria gehanteerd om tot een waarderingsniveau te komen. Deze staan
hieronder uitgewerkt.
2.1. Uitvoering van het persoonlijk plan; gewicht 3 (per activiteit)
Aan elk van de activiteiten ligt een goedgekeurd PP ten grondslag (op LC dan wel LD niveau); dit
vormt de basis van de beoordeling.
Per beschreven activiteit wordt een waardering voor de uitvoering gegeven.
0 er is geen uitvoering gegeven aan het PP
1 De opzet van het PP is maar voor een beperkt deel (<50 %) gevolgd; eventuele wijzigingen
zijn niet verantwoord
2 De opzet van het PP is voor een groot deel (50 tot 75 %) gevolgd en eventuele wijzigingen zijn
verantwoord
3 de opzet van het PP is (bijna) geheel gevolgd (>75 %); eventuele wijzingen zijn verantwoord
Voor elke activiteit worden punten gegeven; totaal aantal te behalen punten bedraagt 18.
2.2. Leerling-enquête; gewicht 2
0 er is geen leerling-enquête
1 reflectie op leerling-enquête omvat hoofdzakelijk beweringen die niet onderbouwd zijn
2 reflectie is mix van beweringen en onderbouwingen
3 reflectie omvat onderbouwde beweringen
Het totaal aantal te behalen punten voor 2.2 bedraagt 6.
3. Hoe ontstaat het eindoordeel
Een kandidaat kan maximaal 24 punten behalen.
Cesuur
kandidaat scoort op elke component voldoende, is 16 punten
Onvoldoende
< 16 punten
voldoende
16 tot 21 punten
Goed
> 21 punten
4. Wie zijn betrokken in eindoordeel
Oordeel wordt gegeven door conrector. CvB gaat na of de benodigde zorgvuldigheid is betracht en de
procedure is gevolgd in de uitvoering van de beoordeling. Indien dit het geval is bekrachtigd het CvB
de beoordeling door deze vast te stellen en bepaalt ook welk gevolg aan de beoordeling wordt
gegeven.
43
FORMAT
Beoordeling Lc / Ld
Naam:
Beoordelaar:
Datum:
Reflectie op uitvoering Persoonlijk Plan
Jaar:
Activiteit 1:
Activiteit 2
Reflectie op lesbezoek en leerlingenquete van schooljaar
Beoordeling
Activiteit 1:
Activiteit 2:
Reflectie:
Totaal aantal behaalde punten:
Conclusie
Ondertekening:
Datum:
Docent:
Beoordelaar:
Akkoord CvB:
44
Promotiecriteria LC docent

Inspirator en initiator van taken binnen het team en/of sectie:
o Is vernieuwend op onderwijsgerelateerd gebied;
o Maakt collega’s enthousiast;
o Daagt mensen uit om mee te denken;
o Bindt mensen aan zich om mee te doen.

Neemt op team/sectieniveau het voortouw bij het oplossen van problemen en het
bespreken/invoeren van (nieuwe) initiatieven.

Zet initiatieven om in concrete plannen, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies.

Kan taken in team/sectie zo organiseren dat zij efficiënt tot een goed einde worden gebracht.

Heeft een voorbeeldfunctie in team/sectie door te laten zien waarmee hij/zij geëxperimenteerd
heeft; geeft op regelmatige basis voorbeelden van ‘good practice’.

Is in staat recente inzichten op gebied van het vak of didactiek in zijn/haar les te gebruiken.

Heeft een coachende houding ten opzichte van collega’s in team/sectie die hem/haar
consulteren op basis van zijn/haar expertise.

Is bereid zich te binden aan professionaliseringsafspraken.
45
Promotiecriteria LD docent

Heeft oorspronkelijke ideeën vanuit een kritische houding en neemt initiatief om dit binnen de
school uit te werken en/of bespreekbaar te maken.

Signaleert maatschappelijke veranderingen en vertaalt deze naar schoolniveau.

Neemt initiatief tot het (schoolbreed) inzetten van concrete uitwerkingen van de RSG-visie.

Toetst initiatieven en analyses aan de onderwijsvisie van RSG; trekt aan de bel waar nodig.

Zet probleemanalyses om in concrete plannen en trekt heldere conclusies.

Adviseert diverse geledingen gevraagd en ongevraagd.

Vertaalt de RSG visie schoolbreed op een zodanige manier in ideeën en concepten dat
iedereen het herkent en kan toepassen.

Creëert betrokkenheid die leidt tot actief handelen.

Beheerst de onderdelen van het ‘wasproces’ van een (schoolbreed) plan:
o In de week zetten (bedenken van een plan);
o Wassen (uitvoeren van een plan);
o Ophangen (aan iedereen tonen wat er uitkomt).

Heeft aantoonbaar academisch denk- werkniveau.

Is bereid zich te binden aan professionaliseringsafspraken.
46
Lesobservatieformulier
Naam docent :
Datum
:
Observant
:
Didactisch
Activeren voorkennis / beginsituatie duidelijk
Doel van de les
Duidelijkheid omtrent leerlingactiviteiten (wat, hoe en tijd) / materiaalgebruik
Leerlingen krijgen instructie en verwerkingsopdrachten op het niveau dat bij hen past
Reflecteren van de les (proces en inhoud)
Activerende didactiek
Samenvatten (ordenen)
Doorvragen
Aandacht van de leerlingen vasthouden
Denktijd voor leerlingen
Vaart in de les
De vorderingen van de leerlingen worden geëvalueerd
Pedagogisch
Complimenten
Aanmoedigen
Luisteren naar leerlingen / openstaan voor leerlingen
Humor tijdens de les
(Oog)contact met de leerlingen
Klas voldoende in de hand
Er heerst een veilig leerklimaat
Aanbevelingen / opmerkingen
47
Feedbackscan VO
De Feedbackscan VO is een product dat voortkomt uit de samenwerking tussen het Ruud de MoorCentrum en de Open Universiteit en is bestemd voor docenten in het voortgezet onderwijs. In
september 2012 is de vragenlijst door de makers van de Feedbackscan ingekort ten opzichte van de
tot dan toe gebruikte versie. De vragenlijst bevat nu 54 vragen, verdeeld over 14 categorieën.
Elke vraag is geformuleerd als een stelling over de docent. Een leerling geeft op een 4-puntsschaal
aan in hoeverre hij/zij het eens is met de stelling Leerlingen krijgen de vragen in willekeurige volgorde
gepresenteerd. De docent kan binnen de gekozen enquête kiezen voor een beperking van het aantal
vragen, bijvoorbeeld omdat hij/zij alleen geïnteresseerd is in een bepaald deel van de categorieën van
de betreffende enquête. De resultaten van de enquête kunnen worden bekeken en geprint.
Als een docent de Feedbackscan in een klas gaat afnemen, is het interessant te voorspellen hoe hij/zij
bij deze klas denkt te zullen scoren door de vragenlijst zelf een keer in te vullen. Op deze manier is na
te gaan of het beeld van de docent met het leerlingbeeld verschilt of overeenkomt.
De vragenlijst hieronder is in de hij-vorm opgesteld. Uiteraard wordt dit gepersonaliseerd.
De leraar is betrouwbaar
Je weet bij hem precies waar je aan toe bent
Hij komt zijn beloften na
De leraar is alert
Hij grijpt in als het nodig is
Hij heeft door wat er in de klas gebeurt
Je kunt bij hem makkelijk spieken
De leraar is stevig/houdt goed orde/geeft leiding
Hij is de rust zelve
Hij wordt snel boos
Je krijgt makkelijk ruzie met hem
Hij houdt goed orde
Hij is streng als dat nodig is
De leerlingen zijn bij hem de baas
De leraar is aardig, vriendelijk, ontspannen en goed gehumeurd
Hij is chagrijnig
Hij is aardig
Hij heeft goede zin
Er is een ontspannen sfeer bij hem
Hij is vriendelijk
De leraar is begripsvol en reëel
Hij begrijpt leerlingen
Hij weet wat belangrijk voor je is
Hij weet wat je moeilijk vindt
De leraar gaat respectvol met de leerlingen om en vertrouwt hen
Hij gaat netjes met je om
Je mag een eigen mening hebben
Hij vertrouwt je
Hij neemt je serieus
Hij respecteert je
De leraar motiveert je om te leren
Hij stelt eisen aan leerlingen
Hij maakt duidelijk waarom je iets moet leren
Hij stimuleert je om je te verdiepen in zijn vak
48
Leerlingen leren veel van de leraar
Je leert veel bij hem
Je kunt bij hem aangeven wat je niet snapt
Je onthoudt gemakkelijk wat hij verteld heeft
Hij is moeilijk te volgen
Hij legt goed uit
De lessen van de leraar zijn leuk, boeiend en afwisselend
Je verveelt je bij hem
Zijn lessen zijn afwisselend
Hij daagt je uit om mee te doen
In zijn les let je vanzelf op
Bij hem ben je actief bezig met de stof
Zelfstandig leren
Je werkt bij hem in je eigen tempo
Je maakt bij hem je eigen planning
De vakkennis van de leraar
Je merkt dat hij van zijn vak houdt
Hij doet zijn best om je beter te laten worden in zijn vak
Door zijn voorbeelden snap je het
De leraar is duidelijk
Bij hem weet je wanneer de opdracht af moet zijn
Je begrijpt wat je moet doen in de les
Je weet bij hem precies wat je voor een proefwerk moet leren
Hij hanteert duidelijke regels
Bij hem is duidelijk hoe je cijfer tot stand komt
De organisatie van de lessen
Hij bereidt zijn lessen goed voor
Hij houdt de tijd goed in de gaten
Zijn lessen zijn rommelig
Doorlopende leerlijnen
Hij sluit aan bij wat je al weet uit voorafgaande jaren
Hij geeft voorbeelden van wat je later met de leerstof kunt doen
Bij hem heb je het gevoel dat alles goed op elkaar aansluit
49
Functiemix RSG Enkhuizen
Inleiding
De commissie Rinnooy Kan onderzocht in opdracht van de Minister van OCW een oplossing voor de
dreigende schaarste aan docenten vanwege de uitstroom van “de grijze golf”. Zij hebben een aantal
aanbevelingen gedaan om én het beroep aantrekkkelijker te maken én meer academisch opgeleide
mensen te winnen voor het onderwijs. Daartoe is een aantal maatregelen voorgesteld:
- verkorting van de salarislijnen van 18 naar 12 periodieken;
- het scheppen van carriérekansen door vergroting van het aantal hogere docentfuncties (LC en LD).
Deze maatregelen zijn overgenomen door de regering, waardoor ruim een miljard euro extra aan de
onderwijsbegroting werd toegewezen.
Op 1 juli 2008 is het Convenant Leerkracht van Nederland bekrachtigd door de sociale partners en de
Minister van OCW.
Op basis van dit convenant wordt de komende jaren fors geïnvesteerd in een betere beloning van
docenten en de aantrekkelijkheid van hun beroep. Naast verkorting van de salarislijnen wordt dit
gedaan door verbetering van de loopbaanmogelijkheden van docenten door middel van de functiemix:
de verdeling van de lerarenfuncties over de loonschalen LB, LC en LD.
Een belangrijk doel van de functiemix is een kwaliteitsimpuls te realiseren door een grotere
functiedifferentiatie.
Uiteindelijk zijn scholen buiten de Randstadregio verplicht in 2014 een groeipercentage te hebben
gerealiseerd van 10 % toename van LC- en 11 % toename van LD-functies. Met dit percentage wordt
de verhouding LB-, LC- en LD-functies per 1 oktober 2008 – de zg nulmeting - verhoogd tot de
nieuwe functiemix RSG Enkhuizen.
Een tussenstap moet zijn genomen in 2011, namelijk een groeipercentage van 2% toename LC en 1%
toename LD.
Effect Convenant Leerkracht voor de RSG Enkhuizen
Nulmeting RSG:
LD
LC
LB
Totaal
Situatie 1 oktober 2009
1 oktober 2008
fte's
%
17,07
22,1%
13,21
17,1%
46,85
60,7%
77,13
100,0%
LD
LC
LB
Totaal
1 oktober 2009
fte's
%
16,07
20,8%
13,58
17,6%
55,00
71,3%
84,65
109,7%
Ingeschatte situatie*
LD
LC
LB
Totaal
1 oktober 2010
fte's
%
13,07
15,1%
12,58
14,5%
61,00
70,4%
86,65
100,0%
*Uitgaande van het verwachte verloop op 1-8- 2010. Nieuw aan te stellen personeel wordt in
eerste instantie in principe in LB benoemd. Rekening wordt gehouden met een uitbreiding van 2
fte door groei van het leerlingenaantal.
In 2011 en in 2014 moeten de volgende percentages bereikt zijn:
LD
LC
LB
Totaal
2011
fte's
20,04
16,57
50,03
86,65
%
23,1%
19,1%
57,7%
100,0%
LD
LC
LB
Totaal
2014
fte's
28,71
23,51
34,44
86,65
%
33,1%
27,1%
39,7%
100,0%
50
Meerjaren invoeringsplan:
De RSG is verplicht op 31 december 2010 de LD-formatie met 1% te laten groeien in vergelijking met
de nulmeting op 1 oktober 2008.
Voor de jaren 2011 tot 2014 wordt voorgesteld de jaarlijkse toename van de LD- en LC-functies als
volgt vorm te geven:
1 aug. 2011: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC
1 aug. 2012: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC
1 aug. 2013: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC
1 aug. 2014: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC
Wanneer in enig jaar functies niet worden uitgegeven, betekent dit een vermeerdering in een volgend
jaar.
Uitgangspunten RSG
De belangrijke uitgangspunten voor het beleid achter de functiemix zijn:
a. Verhoging van de kwaliteit van het onderwijs op de RSG
b. Een instrument voor professionele ontwikkeling van docenten
c. het bieden van meer carrieremogelijkheden.
De achterliggende waarden van deze uitgangspunten, voortkomend uit het vigerende beleid van de
RSG, zijn:
- De onderwijsvisie is uitgangspunt van alle beleid. Een lerende organisatie is een absolute
voorwaarde om het onderwijsconcept ‘leren leren’ te realiseren. Een nieuw vakmanschap is
noodzaak: van uitvoerders van circulaires en methodelijnen naar creatief
onderwijsondernemerschap. Dit vraagt professionaliteit, waarvoor de schoolorganisatie de
juiste voorwaarden moet scheppen.
- Het continueren van een permanente ontwikkeling dat kan leiden tot nieuw gedrag. Dit
betekent dat voor ieder personeelslid de mogelijkheid bestaat om zich te ontwikkelen in een
voor hem/haar uitdagende richting, gekoppeld aan de doelen van de organisatie.
- Het benadrukken van de parallelle processen: de ontwikkeling van het onderwijs aan de RSG
Enkhuizen pretendeert een ontwikkeling van de leerling naar zelfstandig / zelfverantwoordelijk
leren en vraagt een vergelijkbare ontwikkeling van het personeel, de leidinggevenden en de
organisatie.
Hieruit voortkomende doelstellingen van de RSG zijn:
Onderwijsontwikkeling vindt plaats door het docententeam.
Docententeams stellen teamplannen op en zijn samen verantwoordelijk voor de realisatie.
De secties zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de afspraken van de docententeams
en de afstemming van de lesstof / doelen over de leerjaren.
De docent ontwikkelt zich en houdt zijn deskundigheid op peil.
De docent is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn werk.
De docent legt periodiek verantwoording af over resultaten/opbrengsten.
Een loopbaan van LB naar LC naar LD is mogelijk als
a- de docent over de competenties beschikt of deze in potentie heeft, die behoren bij de functie en
b- er in de school formatieruimte is.
Functiebeelden en promotiecriteria
Voor de invoering van de functiemix is een denktank opgericht, samengesteld uit docenten, afdelingsen kerndirectieleden.
De denktank heeft de functiebeelden van ‘de goede RSG docent’, de LC docent en de LD docent
samengesteld.
Vanuit de functiebeelden zijn promotiecriteria opgesteld voor de LC- en de LD docent.
51
De bestaande functieomschrijvingen LB-, LC- en LD-docent zijn getoetst en bijgesteld aan de hand
van de geformuleerde functiebeelden en promotiecriteria en omgezet in resultaatgebieden.
Toewijzingsprocedure
In de procedure worden de volgende groepen docenten onderscheiden:
In de nulmeting van de functiemix ondergebracht bij de Ld
- Ld- docent aangesteld volgens de geldende functieomschrijving
- Lb-docenten met schaal 12 en een 15- jaars vooruitzicht op schaal 12 (hos)
In de nulmeting van de functiemix ondergebracht bij Lc:
- Lc docenten aangesteld volgens de geldende functieomschrijving
- Lb-docenten met schaal 11 en een 15- jaars vooruitzicht op schaal 11 (hos)
In de nulmeting van de functiemix ondergebracht bij Lb:
- Lb-docenten aangesteld en salaris volgens de Lb-schaal
Voor de groep docenten die door de nulmeting gaan vallen onder een ander functieprofiel is de
gesprekscyclus het geëigende instrument om te onderzoeken welke ontwikkelingsdoelen opgenomen
kunnen worden in het POP om aan het toegeschreven functie- en competentieprofiel te gaan voldoen.
Naast de al ingevulde Lc- en Ld- functies ontstaan per 2011 - 2014 vacatures voor de Lc- en Ldfuncties.
In de CAO vastgelegde afspraken en kaders:
Lesgeven als hoofdtaak. Bij invulling van de Lc- en Ld- functies gaat het nadrukkelijk om
lesgevende taken, dwz belast zijn met een lestaak voor circa meer dan 60%.
Vanaf 2014 hebben leraren met een eerste graads bevoegdheid die structureel lesgeven in de
bovenbouw, recht op een Ld-functie.
Op dit moment staat het entreerecht ter discussie en is onderdeel van de CAO
onderhandelingen. Mocht het entreerecht vervallen, dan is de LD-functie toegankelijk voor
elke docent die voldoet aan de criteria.
In een Ld- en Lc- functie worden benoemd op basis van kwaliteit
Nieuw aan te stellen Ld- en Lc- docenten zullen op basis van kwaliteit en niet op basis van
anciënniteit, worden benoemd.
Om het carriereperspectief volgens het Convenant Leerkracht vorm te geven, wordt gebruik gemaakt
van de promotiecriteria van de Lc-, en Ld-functie, een portfolio en de gesprekscyclus.
52
Download