Handboekregeling 6.2.2. Gesprekscyclus en promotietraject voor docenten met een vaste aanstelling Inhoudsopgave: Pagina: Klik op het betreffende onderwerp om direct door te gaan naar de juiste pagina A. Regeling gesprekscyclus van ontwikkeling tot beoordeling 3 Lb-docent Beeld Lb-docent 6 Functiebeschrijving Lb-docent 7 Competenties en gedragsbeschrijvingen Lb-docent 10 Lc-docent Beeld Lc-docent 12 Functiebeschrijving Lc-docent 13 Competenties en gedragsbeschrijvingen Lc-docent 16 Ld-docent B. Beeld Ld-docent 17 Functiebeschrijving Ld-docent 18 Competenties en gedragsbeschrijvingen Ld-docent 21 Format Persoonlijk Plan LB, LC, LD 22 Format Beoordeling 33 Promotietraject Lc/Ld docent 34 Format Persoonlijk Plan LC 37 Format Persoonlijk Plan LD 40 Format beoordeling portfolio 43 Procedure beoordeling Lc/Ld 44 Format beoordeling Lc/Ld 45 Promotiecriteria Lc 46 Promotiecriteria Ld 47 Lesobservatieformulier 48 Feedbackscan VO 49 Functiemix RSG Enkhuizen 51 A. GESPREKSCYCLUS VAN ONTWIKKELING TOT BEOORDELING voor de docent Inleiding Het onderwijsbeleid van de RSG is uitgangspunt voor al het andere beleid op de school. Een integrale benadering van alle beleidsterreinen is noodzakelijk. Personeelsbeleid is het middel bij uitstek om het menselijk kapitaal van de school optimaal in te zetten en te ontwikkelen. Het leren lerenconcept vormt het onderwijskundig uitgangspunt van de school. Wil de school dit doel realiseren, dan dient een congruente leeromgeving voor alle medewerkers te ontstaan. Docenten en onderwijsondersteunend personeel werken samen om dit doel te bereiken. Een lerende organisatie is een absolute voorwaarde om het onderwijsideaal te realiseren. Ontwikkeling naar creatief onderwijsondernemerschap is noodzaak. Dit vraagt een nieuwe professionaliteit, waarvoor de schoolorganisatie de juiste voorwaarden moet scheppen. Verdere professionalisering van de docenten is een primair uitgangspunt. Onder professionalisering wordt verstaan: persoonlijk meesterschap als wezenlijke voorwaarde voor het tot stand brengen van onderwijsontwikkeling en onderwijsondersteuning. Persoonlijk meesterschap dat zich kenmerkt in het kennen van de eigen competenties en het nemen van de persoonlijke verantwoordelijkheid om die verder te ontwikkelen. Van belang is dat een permanente ontwikkeling op gang komt, dat kan leiden tot nieuw gedrag. Dit betekent dat voor iedere docent de mogelijkheid er is om zich te ontwikkelen in een voor hem/haar uitdagende richting, gekoppeld aan de doelen van de organisatie. Opgemerkt moet worden dat er sprake is van parallelle processen: de ontwikkeling van het onderwijs aan de RSG Enkhuizen pretendeert een ontwikkeling van de leerling naar zelfverantwoordelijk leren en vraagt een vergelijkbare ontwikkeling van de docent, de onderwijsondersteunende medewerkers, de leidinggevenden en de organisatie. De gesprekscyclus Om een permanente ontwikkeling op gang te laten komen, wordt de gesprekscyclus van ontwikkeling tot beoordeling geïntroduceerd. Beoordelen is een van de stappen in de cyclus van groei. Een belangrijk doel van beoordelen is het verbeteren en waarderen van de kwaliteit van de docenten en het onderwijs. Voorafgaand aan de gesprekscyclus moeten de missie en doelstellingen van de RSG helder zijn. Competenties en resultaatgebieden, passend bij de doelstellingen, zijn beschreven voor alle functies. De gesprekscyclus bestaat uit verschillende fasen: A. De eerste fase, het voortraject, bestaat uit het bepalen van de situatie, zoals deze nu is. Deze stap betekent het bepalen van het huidige niveau waarop de docent op de vastgestelde competenties functioneert. De docent vergelijkt samen met de conrector het gewenste profiel (de vastgestelde competenties) en het profiel dat de docent, eventueel na informatie van leerlingen en collega’s, zelf heeft gemaakt. B. Vanuit deze situatie formuleert de docent een persoonlijk plan (PP) dat bestaat uit de volgende onderdelen: Ontwikkeling kennis en vaardigheden / competenties Functie- en taakvervulling: wat is de bijdrage van de docent uit hoofde aan de realisering van de doelen van de school. De functie is omschreven in de functiebeschrijving, over aanvullende taak/taken worden jaarlijks afspraken met de docent gemaakt. 2 C. D. E. Ondersteuning: welke ondersteuning heeft de docent nodig en wat kan de organisatie bieden. In het ‘PP’ gesprek wordt het persoonlijk plan definitief vastgesteld. In het vervolg van het traject zal de docent aan zijn PP werken. Middels voortgangsgesprekken volgt de conrector het proces. Eventueel wordt het PP bijgesteld. Uiterlijk na twee jaar vindt een beoordelingsgesprek plaats, waarin de balans wordt opgemaakt. Zijn alle doelstellingen en afspraken behaald? In welke mate? Hoe verder? Start van een nieuwe cyclus! Doel van de gesprekscyclus De bijdrage aan de doelen van de school en de ontwikkeling van de docent staan centraal. In de gesprekken komt de wijze van leren, de aanpassingen van de leervraag en/of van de persoonlijke doelen, tussentijds behaalde resultaten aan de orde. De bijdrage van de docent aan de schooldoelen is altijd een agendapunt. Hierbij speelt de rol die de docent in het team heeft en zijn betrokkenheid bij het behalen van de teamdoelen een belangrijke rol: reactief, actief, pro-actief. Frequentie De gesprekscyclus voor docenten duurt maximaal twee jaar en bestaat uit een PP-gesprek, twee voortgangsgesprekken en een beoordelingsgesprek. Afhankelijk van de behoefte van de docent of de signalen die de conrector krijgt kunnen extra voortgangsgesprekken worden gevoerd. Dit betekent dat er twee formele gesprekken per jaar gevoerd worden. Minimaal een keer per jaar bezoekt de conrector een les en levert de docent een analyse van een leerlingenquête aan. Kenmerken van het PP gesprek a. in samenspraak (docent en conrector) vaststellen van de nulsituatie (vergelijken van het huidige functioneren en de gewenste competenties / resultaatgebieden (functieomschrijving); b. vaststelling welke competenties prioriteit hebben; c. afspraken over de bijdrage aan de school(team/afdelings-)doelen; d. PP vaststellen; e. opgestelde doelstellingen, geplande acties en gemaakte afspraken moeten concreet en realiseerbaar zijn; f. conclusies en afspraken uit het PP-gesprek worden kort samengevat vastgelegd op gespreksformulieren door de docent zelf. Kenmerken van voortgangsgesprekken De belangrijkste kenmerken van voortgangsgesprekken zijn: a. het volgen van de ontwikkeling en de realisering van de afspraken; b. er wordt een relatie gelegd met voorgaande gesprekken; c. het eventueel bijstellen van het PP; d. kort verslag door de medewerker door middel van het gespreksformulier. Kenmerken van het beoordelingsgesprek a. beoordelen prestaties en competenties betreffende de ontwikkeling en de realisering van de afspraken. Waarde toekennen gericht op de achterliggende periode, met de blik op de toekomst; b. vaststellen of gestelde doelen en afspraken zijn behaald; c. informatie van belang voor de beoordeling wordt door docent aangeleverd; d. beoordelingsformulier wordt ingevuld door conrector; e. éénrichtingsgesprek; f. aan het eind van het gesprek wordt de beoordeling door beide gesprekspartners ondertekend en in het personeelsdossier c.q. bekwaamheidsdossier opgeborgen; g. ook de gebruikte instrumenten worden in het personeelsdossier cq. bekwaamheidsdossier opgeborgen; h. het CvB ziet toe op de gevolgde procedure; i. het gevolg / de gevolgen van een beoordeling worden door het CvB bepaald. 3 Gespreksfunctionaris De conrector voert de PP-, voortgangs-en beoordelingsgesprekken. De conrector heeft een duidelijk overzicht van de werkzaamheden die de docent verricht, de benodigde competenties die van belang zijn voor goed functioneren en heeft een beeld van het functioneren. Verslaglegging De docent legt middels gespreksformulieren het PP en de verslagen van voortgangsgesprekken vast. Deze documenten (na accordering van de conrector) worden opgenomen in het bekwaamheidsdossier van de docent, zoals dat in de wet BIO is voorgeschreven. Het bekwaamheidsdossier wordt bijgehouden door de docent maar is wettelijk eigendom van de school. De conrector is te allen tijde bevoegd om het bekwaamheidsdossier in te zien en te wijzigen. Het bekwaamheidsdossier is een onderdeel van het personeelsdossier van de docent. De beoordeling wordt opgesteld door de conrector. Archiveren De verslagen van gesprekken en de gebruikte instrumenten bij de gesprekscyclus worden opgenomen in het personeelsdossier van de docent. Instrumenten bij de gesprekscyclus OP In de gesprekscyclus worden de volgende instrumenten ingezet om de onderdelen ‘functie- en taakvervulling’ en ‘competentieontwikkeling’ te meten: afspraken in PP; observatie leidinggevende over uitvoering PP/verslagen gesprekken; lesbezoek met lesobservatieformulier; leerlingenenquêtes (feedbackscan); analyse op de resultaatgebieden en kritische competenties uit de functiebeschrijving. Bezwaar De docent die bezwaar heeft tegen de vastgestelde beoordeling heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken nadat de beoordeling is vastgesteld en bekendgemaakt schriftelijk bezwaar hiertegen in te maken door het indienen van een bezwaarschrift bij de bezwaaradviescommissie. In het bezwaarschrift legt de docent gemotiveerd uit wat de inhoud van het bezwaar is. De bezwaaradviescommissie neemt kennis van onderliggende beoordelingsdocumenten en hoort zowel de beoordelaar als de docent gezamenlijk in een zitting. De bezwaaradviescommissie brengt schriftelijk advies uit aan het CvB over het te nemen besluit op het bezwaar. Het CvB neemt een beslissing op het bezwaar en deelt dit schriftelijk en gemotiveerd mee aan de docent die bezwaar heeft gemaakt. De docent heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de beslissing op het bezwaar hiertegen in beroep te gaan bij de bestuursrechter. 4 LB DOCENT Beeld LB docent De goede RSG docent: De goede RSG docent is continu bezig met de eigen ontwikkeling op de volgende terreinen: Omgang met leerlingen: beschikt over ruime pedagogische- en vakinhoudelijke bagage en kan deze met overtuiging inzetten; Is respectvol, empathisch, eerlijk en oprecht geïnteresseerd; heeft passie voor het vak en het overbrengen van vakkennis; Is didactisch in staat de lesstof op verschillende manieren aan te bieden en de les zodanig te organiseren dat dit tot optimale leerprestaties leidt. Hierdoor worden verschillende leerstijlen van leerlingen aangesproken; Heeft natuurlijk overwicht en verwerft gezag door prestaties. Eigen ontwikkeling: heeft zicht op de kwaliteit van het eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan; Is intrinsiek gemotiveerd om zichzelf doelen op te leggen, door reflectie de resultaten te evalueren en zich verder te ontwikkelen in de breedte of in de diepte. Samenwerking in team/sectie/school: is breed inzetbaar; is een ‘teamplayer’: is in de samenwerking in team en sectie open, eerlijk en loyaal ten opzichte van genomen besluiten; is aanspreekbaar op de bijdrage aan team/sectie; voelt zich verantwoordelijk om zaken met en voor elkaar te doen. Persoonlijkheid: heeft passie; heeft empathisch vermogen; is loyaal; heeft een intrinsieke motivatie. 5 FUWA-VO Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Organisatie Onderdeel Salarisschaal Indelingsniveau IVc FUWASYS-advies Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum FUWASYS-versie Docent LB RSG Enkhuizen Onderwijsafdeling 10 10 - IVc Onderwijsproces -> Docenten Coördinatie van activiteiten en processen Overdragen van informatie en vaardigheden 43343 43333 33 43 46 beheerder 29-06-2010 2002.1.41 FUNCTIEBESCHRIJVING Context De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen, een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO. Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan een team van docenten. De Lb-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de betreffende conrector. De Lb-docent is in de eerste plaats docent, die: in teamverband werkt; onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken; onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten, domeinassistenten. Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Lb-docent: het beheren van een mentoraat; het uitvoeren van andere schooltaken; het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de RSG-visie; het uitdragen en uitvoeren van genoemde visie. Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere leerstijlen van leerlingen worden aangesproken; houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkeling (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs; maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de ervaringspraktijk inzichtelijk; creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen. Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren; helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde 6 - doelstellingen te bereiken; definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces; signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, maakt deze bespreekbaar met collega's en (in- of externe) deskundigen en onderhoudt hierover contacten met ouders; onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, gedrag en de ontwikkeling van de leerling. Resultaatgebied 3: Bijdrage aan onderwijsontwikkeling houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en verbeteringen van onderwijs(onderdelen) en toetsen; draagt bij aan het (in team/sectie verband) ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs en participeert in werk- en projectgroepen; draagt bij aan het (in team/sectie verband) ontwerpen van onderwijsmateriaal, modulen en andere delen van het curriculum. Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde niveau van kennis en vaardigheden; beoordeelt werkstukken, neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten. Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan; adviseert over studieloopbaan keuzes en stimuleert zelfregie; begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar de juiste kanalen (personen, instanties etc.). Resultaatgebied 6: Professionalisering houdt actief de voor het beroep vereiste pedagogische en didactische bekwaamheden op peil; houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en in het onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en op de resultaten/opbrengsten daarvan; houdt zicht op de kwaliteit van het eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan; legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte en/of in de diepte. Resultaat 7: Overige schooltaken: levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc; onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen; stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan. 7 Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijsprogramma's die van belang zijn voor de uitvoering van het onderwijsleerproces; Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs- PP- en beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsprogramma voor het eigen vakgebied, de beoordeling van leerlingen, begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken. Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden, de bijdrage aan het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs; het beoordelen van leerlingen, het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de eigen professionalisering, overige schooltaken. Kennis en vaardigheden - algemeen theoretische vakinhoudelijke kennis; algemeen theoretische pedagogische en didactische kennis en kennis van diverse, actuele onderwijskundige methoden en technieken; kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de vakgebieden en- inzicht in onderwijskundige samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein; inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; vaardigheid in het toepassen van pedagogisch-didactische methoden en technieken; vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen en/of van onderwijsassistenten en instructeurs; vaardigheid in het samenwerken met collega's in team/sectie; organiserende en communicatieve vaardigheden. Contacten - met leerlingen over studievoortgang en gedrag om te begeleiden, tot betere studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te inspireren; met ouders over de voortgang van de studieresultaten, verzuim en welbevinden van de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen; met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te superviseren; met leidinggevenden en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen. 8 DOCENT Lb COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN Competentie Pedagogisch competent Gedragsbeschrijving voor Lb-docent past de pedagogische stijl toe waarvoor de RSG heeft gekozen en weet zijn eigen stijl hierin te integreren; geeft positieve feedback op inbreng van leerlingen, neemt initiatieven en feedback van leerlingen serieus; stimuleert dat leerlingen zich bij hem en bij elkaar op hun gemak voelen door zich uitnodigend en open op te stellen; kan leerlingen door zijn enthousiasme motiveren en boeien voor het vak; toont belangstelling voor zowel de studieresultaten als persoonlijke ontwikkeling en interesses van leerlingen, maakt echt contact met leerlingen. past de didactische stijl toe waarvoor de RSG heeft gekozen en weet zijn eigen stijl hierin te integreren; geeft duidelijk aan wat de inhoud van de lessen is, gebruikt de studiewijzer en bewaakt dat voor de leerlingen duidelijk is wat van hen wordt verwacht; kiest afwisselende didactische werkvormen passend bij de leerlingen, inhoud en de leerdoelen van de les; maakt een overzichtelijke planning, verdeelt de stof goed over de weken, houdt rekening met de moeilijkheidsgraad van de stof, bouwt ruimte in voor uitloop/inhalen; kent de actuele stand van zaken op zijn vakgebied; is actief in het ontwikkelen van zijn eigen kennis en vaardigheden; stemt de lesstof af op voorgaande en volgende leerjaren en volgt de leerlijn die is afgesproken binnen de sectie. stimuleert en motiveert het verbeteren van het prestatieniveau bij zichzelf, leerlingen, en collega's; geeft feedback op het huiswerk, signaleert en analyseert daarbij leervragen en behandelt deze in de les; beoordeelt rechtvaardig en is daarin transparant; kan laten zien tot welk resultaat zijn inspanningen hebben geleid; kan op eigen en gezamenlijke resultaten reflecteren. is in staat problemen te signaleren op gebied van: - leren leren; - leren leven; - leren kiezen; weet dit om te zetten in adequate vorm van begeleiding; kan doelgerichte gesprekken voeren met leerlingen, ouders en/of andere betrokkenen; stimuleert dat leerlingen zich actief inzetten ten behoeve van hun eigen leerproces, benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen; stimuleert leerlingen om een actieve rol in het leerproces op te pakken, bv laat leerlingen zelf keuzes maken binnen gestelde kaders en geeft ruimte om te leren van fouten; volgt de studieresultaten en signaleert of er extra aandacht aan bepaalde vakken moet worden besteed; fungeert als voorbeeld en aanspreekpunt voor de leerling en zijn ouders/verzorgers, zorgt dat hij benaderbaar en bereikbaar is; geeft relevante informatie over de leerlingen door aan betrokken collega’s en de conrector en vermeldt het in LVS. Vakinhoudelijk/ didactisch competent Resultaatgerichtheid Competent in het begeleiden van leerlingen 9 Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling levert een actieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerking op school, bv in sectie- en teamvergaderingen; komt afspraken na; stelt zich flexibel op en is bereid om iets extra’s te doen. toont een ontwikkelingsgerichte instelling ten aanzien van zijn eigen functioneren en probeert zijn werkwijze voortdurend te verbeteren; toont betrokkenheid, voelt zich medeverantwoordelijk voor het functioneren van de school; creëert feedbackmomenten door bv collega’s om verbetersuggesties te vragen of hen bij de les uit te nodigen of bij hen lessen te bezoeken; houdt zijn didactische-, pedagogische- en vakkennis actueel, ontplooit professionaliseringsactiviteiten. 10 LC DOCENT Beeld LC docent Een LC docent heeft als basis het profiel van ‘De goede RSG docent”. Ook bij de LC docent staat ontwikkeling centraal. Daarbovenop komen de volgende elementen: Rol in team/sectie; is drager en overdrager van de (onderwijs)visie van het team; voelt zich extra verantwoordelijk, pakt de voortrekkersrol; is inspirator; heeft een voorbeeldfunctie; kan mensen op basis van gezag mobiliseren; heeft een analyserende en reflecterende houding t.o.v. ontwikkelingen binnen team/sectie; toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking binnen sectie/team; heeft speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere leerjaren, kijkt over het eigen vak heen; heeft een coachende houding naar collega’s; heeft een voortrekkersrol bij onderwijsontwikkeling/activerende didactiek; is innovatief (vak/didactiek). Kennis: specifieke/unieke expertise op een bepaald gebied. Persoonlijkheid: is bereikbaar/beschikbaar/aanspreekbaar; kan mensen mobiliseren; ziet kansen en weet ze in daden om te zetten. 11 FUWA-VO Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Organisatie Onderdeel Salarisschaal Indelingsniveau FUWASYS-advies Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum FUWASYS-versie Docent LC RSG Enkhuizen Onderwijsafdeling 11 Vb 11 - Vb Onderwijsproces -> Docenten Coördinatie van activiteiten en processen Overdragen van informatie en vaardigheden 44343 44334 43 43 50 beheerder 29-06-2010 2002.1.41 FUNCTIEBESCHRIJVING Context De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen, een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO. Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan een team van docenten. De Lc-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de betreffende conrector. De Lc-docent is in de eerste plaats docent, die: in teamverband werkt en daar een voortrekkersrol vervult; onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken; onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten, domeinassistenten. Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Lc-docent: het beheren van een mentoraat; het uitvoeren van andere schooltaken; het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de RSG-visie; het uitdragen, vertalen en teambreed inzetten van genoemde visie. Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie en past daarbij uiteenlopende gedragsscenario's toe; draagt en overdraagt de onderwijsvisie van het team; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere leerstijlen van leerlingen worden aangesproken; houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs; maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de praktijk inzichtelijk; creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen. 12 Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren; reikt uitdagende opdrachten/lesstof aan aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag; helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde doelstellingen te bereiken; definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces; signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, stemt af met (in- of externe)deskundigen over te nemen handelingsstappen en onderhoudt hierover contacten met ouders; onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, verzuim, gedrag en de ontwikkeling van de leerling. Resultaatgebied 3: Onderwijsontwikkeling houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en/of verbeteringen van onderwijs(onderdelen) en toetsen, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies; signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs met speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere leerjaren; zorgt voor het (in team/sectieverband) ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs met inachtneming van andere (aanverwante) deelgebieden; toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking binnen sectie/team en daagt collega's uit mee te doen; ontwerpt (in teamverband), voor de eigen vaksectie, alternatieve onderwijsonderdelen, onderdelen van het curriculum, onderwijsmateriaal, leermiddelen, toetsen, leersituaties e.d., bindt mensen aan zich om mee te doen en doet voorstellen ten aanzien van de organisatie van het onderwijs; participeert in en/of begeleidt/leidt project- en werkgroepen die zijn belast met het ontwikkelen van onderwijs en toetsen. Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde niveau van kennis en vaardigheden; beoordeelt werkstukken,neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten. Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan; onderhoudt contacten met het veld (instellingen voor vervolgonderwijs, universiteiten en bedrijfsleven) om ontwikkelingen op het eigen vakgebied bij te houden en om leerlingen te adviseren over studieloopbaan keuze; adviseert over studieloopbaan keuze en stimuleert zelfregie; begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar de juiste personen en instanties. Resultaatgebied 6: Professionalisering houdt proactief de voor het beroep vereiste pedagogische en didactische bekwaamheden op peil; houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en in het onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan en ten dienste van collega's; legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte of in de diepte; draagt bij aan de professionalisering van docenten door het overdragen van kennis op het eigen vakgebied; 13 Resultaat 7: Overige schooltaken: levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc; onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen; stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijsprogramma's die van belang zijn voor de uitvoering van het onderwijsleerproces; Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs- PP- en beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bruikbaarheid van de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs, de kwaliteit van de beoordeling van leerlingen, begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken; Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden en daarbij toepassen van uiteenlopende gedragsscenario's, het aanreiken van uitdagende opdrachten/lesstof aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag, het zorgen voor het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs met inachtneming van andere (aanverwante) deelgebieden; het beoordelen van leerlingen, Het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de eigen professionalisering, de bijdrage aan de professionalisering van docenten door het overdragen van kennis op het eigen vakgebied, overige schooltaken. Kennis en vaardigheden - - brede theoretische of gespecialiseerde vakinhoudelijke kennis; brede pedagogische en didactische kennis en kennis van diverse, actuele onderwijskundige methoden en technieken; kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de vakgebieden en inzicht in onderwijskundige ontwikkelingen in een bredere context van het eigen werkterrein; inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden en daarbij toepassen van diverse gedragsscenario's (beheersen van volledig gedragsrepertoire); vaardigheid in het toepassen van een breed scala aan pedagogisch-didactische methoden en technieken; vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen en/of van (minder ervaren) docenten en/of van onderwijsassistenten en instructeurs; vaardigheid in het inspireren, initiëren en organiseren van taken in team/sectie gericht op het beoogde resultaat; vaardigheid in het inspelen op een veranderende onderwijsvraag; organiserende en communicatieve vaardigheden. Contacten - met leerlingen over studievoortgang en gedrag en om hen te begeleiden, tot betere studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te stimuleren; met ouders over de voortgang van de studieresultaten, welbevinden, gedrag en verzuim van de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen; met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te superviseren; met collega-docenten om kennis van ontwikkelingen in het eigen vakgebied over te dragen en om hen vanuit een coachende houding feedback te geven, te coachen en te superviseren; met instellingen voor vervolgonderwijs om op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen; met conrectoren en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen. 14 DOCENT Lc COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN De Lc docent beschikt over de competenties van de Lb docent Competentie Gedragsbeschrijving Creatief vermogen combineert verschillende werkwijzen om tot een voor de afdeling specifieke aanpak te komen; herkent goede ideeën (van anderen) en bouwt hierop voort; bedenkt nieuwe werkwijzen ter vervanging van een traditionele aanpak en/of benadering; bedenkt acties op hoofdlijnen om de afdelingsdoelen te bereiken. Probleemanalytisch is in staat problemen te signaleren en te analyseren; vermogen geeft causale verbanden aan en brengt ordening aan in complexe informatie; benoemt de mogelijke gevolgen van een probleem. Competent in visie is in staat te formuleren waar de ontwikkelingen binnen een team ontwikkelen en/of sectie naar toe gaan en weet dit uit te dragen; weet ontwikkelingen te vertalen naar de doelen van de afdeling; heeft speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere leerjaren, kijkt over eigen vak heen. Vermogen tot enthousiasmeert collega's voor het bereiken van een resultaat of motiveren voor nieuwe ideeën; kan zijn collega's overtuigen mee te denken over een moeilijk voorstel of ingewikkelde problematiek; stimuleert collega's bij het zoeken naar oplossingen; brengt collega's in situaties die voor hen uitdagend en leerzaam zijn; geeft feedback op functioneren en bereikte resultaten; kan zijn voorstellen onderbouwen met logische en relevante argumenten. Coördineren, plannen schept randvoorwaarden om de zaken ordelijk en effectief af te en organiseren werken; stelt relevante prioriteiten; werkt een realistisch actieplan uit, stelt een budget op, benoemt daarin de benodigde mensen, middelen, tijdpad, etc.; houdt rekening met zaken die op de langere termijn spelen; kan plannen aanpassen aan wijzigende inzichten en omstandigheden en houdt daarbij de oorspronkelijke doelen voor ogen. Competent in pakt kansen aan om anderen te ontmoeten en toont actief; samenwerken met de interesse in de ander door initiatieven te nemen tot informatieomgeving uitwisseling. 15 LD DOCENT Beeld LD docent Een LD docent heeft als basis het profiel van ‘De goede RSG docent”. Ook bij de LD docent staat ontwikkeling centraal. Daarbovenop komen de volgende elementen: Rol schoolbreed; heeft een verbindende rol (team- en sectieoverstijgend); is een kwaliteitsbewaker team- en sectieoverstijgend; heeft een analytische instelling op vakinhoudelijk- en/of pedagogisch-didactisch gebied; vertaalt de RSG visie naar onderwijskundige of pedagogisch-didactische concepten die schoolbreed toegepast worden; haalt de wereld in school. Vertaalt maatschappelijke ontwikkelingen naar praktische toepassing in de school, zorgt voor implementatie en evaluatie; neemt initiatief op schoolbreed terrein en geeft gevraagd en ongevraagd advies; vertaalt analyses, concepten en ideeën naar schoolbreed beleid en kan dit mondeling en schriftelijk helder communiceren; kan procesmatig handelen. Kennis: breed of expert. Kernwoorden: initiatief; analytisch; implementatie; communicatie. 16 FUWA-VO Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Organisatie Onderdeel Salarisschaal Indelingsniveau FUWASYS-advies Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum FUWASYS-versie Docent LD RSG Enkhuizen Onderwijsafdeling 12 Vc 12 - Vc Onderwijsproces -> Docenten Coördinatie van activiteiten en processen Overdragen van informatie en vaardigheden 44443 44434 43 43 52 beheerder 29-06-2010 2002.1.41 FUNCTIEBESCHRIJVING Context De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen, een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO. Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan een team van docenten. De Ld-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de betreffende conrector. De docent is deskundige op pedagogisch en/of didactisch en/of inhoudelijk gebied en geeft vanuit die deskundigheid vorm aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsklimaat van de school. De Ld-docent is in de eerste plaats docent, die: in teamverband werkt; een voortrekkersrol vervult op schoolniveau; onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken; onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten, domeinassistenten. Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Ld-docent: het beheren van een mentoraat; het uitvoeren van andere schooltaken; het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de RSGvisie; het uitdragen,vertalen en schoolbreed inzetten van genoemde visie. Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie en past daarbij uiteenlopende gedragsscenario's toe; draagt en overdraagt de onderwijsvisie van de school, en heeft daarbij een verbindende rol; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere leerstijlen van leerlingen worden aangesproken; houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de ervaringspraktijk inzichtelijk; creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen. 17 Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren; reikt uitdagende opdrachten/lesstof aan aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag; helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde doelstellingen te bereiken; definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces; signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, stemt af met (in- of externe) deskundigen over te nemen handelingsstappen en onderhoudt hierover contacten met ouders; onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, gedrag en de ontwikkeling van de leerling. Resultaatgebied 3: Onderwijsontwikkeling houdt zich op de hoogte van relevante maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op pedagogisch/didactisch gebied en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en verbeteringen van onderwijs(onderdelen) en toetsen, creëert betrokkenheid, implementeert procesmatig, evalueert, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies; houdt zich op de hoogte van de inhoud, het niveau en de ontwikkelingen in het vervolgonderwijs en initieert en onderhoudt de nodige contacten daartoe; brengt (bestaande) onderzoeksresultaten in verband met het verzorgde onderwijs en/of de gehanteerde pedagogische en/of didactische methoden; doet voorstellen ten aanzien van ontwikkeling en vernieuwing van het pedagogisch klimaat met oog op de lange termijn ontwikkeling van het onderwijs; is actief in het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van samenhangende pedagogische en/of didactische methoden met een vak- en/of schoolbrede toepasbaarheid en doen van voorstellen over de inbedding in het onderwijs; begeleidt/leidt project- en werkgroepen die zijn belast met het ontwikkelen van onderwijs en toetsen, levert daarbij een didactische en/of pedagogische inbreng gebaseerd op een analytische instelling; neemt collega's bij vernieuwingen en verbeteringen mee op het gebied van pedagogische en/of didactische methoden; toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs binnen de school en daagt collega's uit mee te doen. Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde niveau van kennis en vaardigheden; beoordeelt werkstukken, neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten. Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan; onderhoudt contacten met het veld (instellingen voor vervolgonderwijs, universiteiten en bedrijfsleven) om ontwikkelingen op het eigen vakgebied bij te houden en om leerlingen te adviseren over studieloopbaan keuze; adviseert over studieloopbaan keuze en stimuleert zelfregie; begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar de juiste personen, instanties. Resultaatgebied 6: Professionalisering houdt proactief de voor het beroep vereiste academisch werk- en denkniveau op peil; houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen op pedagogisch/didactisch gebied en is in het onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan en ten dienste van collega's; legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte of in de diepte; draagt bij aan de professionalisering van docenten schoolbreed door het overdragen van kennis op pedagogisch/didactisch gebied en de toepassing daarvan in het onderwijs. 18 Resultaat 7: Overige schooltaken: levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc; onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen; stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijskundig beleid van de schoolorganisatie; Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs-, PP- en beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bruikbaarheid van de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsklimaat, de kwaliteit van de beoordeling van leerlingen, begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken. Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden en daarbij toepassen van uiteenlopende gedragsscenario's, het aanreiken van uitdagende opdrachten/lesstof aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag, het in verband brengen van (bestaande) onderzoeksresultaten met het verzorgde onderwijs en/of pedagogische en/of didactische methoden, het doen van voorstellen ten aanzien van ontwikkeling en - vernieuwing van het pedagogisch klimaat met het oog op de lange termijn ontwikkeling van het onderwijs, het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van samenhangende pedagogische en/of didactische methoden met een vak- en/of schoolbrede toepasbaarheid en doen van voorstellen over de inbedding in het onderwijs; het beoordelen van leerlingen, het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de eigen professionalisering, de bijdrage aan de professionalisering van docenten schoolbreed vanuit de rol van deskundige op didactisch en/of pedagogisch gebied; bij de overige schooltaken. Kennis en vaardigheden - - brede (generalistische) of gespecialiseerde kennis van pedagogiek en didactiek; toegepaste kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de vakgebieden en inzicht in onderwijskundige ontwikkelingen in een bredere context van het eigen werkterrein; inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden en daarbij toepassen van diverse gedragsscenario's (beheersen van volledig gedragsrepertoire); vaardigheid in het toepassen van een breed scala aan pedagogisch-didactische methoden en technieken; vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen en/of van (minder ervaren) docenten en/of van toa's, lesassistenten en domeinassistenten; vaardigheid in het inspelen op een veranderende onderwijsvraag; initiërende, organiserende en communicatieve (mondeling en schriftelijk) vaardigheden; vaardigheid in het leggen van verbanden tussen onderzoeksresultaten en bestaande onderwijsconcepten en pedagogische en/of didactische methoden; vaardigheid in het overtuigen van collega's bij vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van onderwijs en toetsing binnen de school en het creëren van betrokkenheid; vaardigheid in het aansturen van project- en werkgroepen. Contacten - met leerlingen over studievoortgang en gedrag en om hen te begeleiden, tot betere studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te stimuleren; met ouders over de voortgang van de studieresultaten, welbevinden, gedrag en verzuim van de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen; het uitdragen,vertalen met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te superviseren; met collega-docenten over vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van pedagogische en/of didactische methoden om af te stemmen; met leidinggevenden en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen. met instellingen voor vervolgonderwijs over de inhoud, het niveau en de ontwikkelingen in het vervolgonderwijs om contacten te leggen en te onderhouden. 19 DOCENT Ld COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN De Ld docent beschikt over de competenties van de Lb docent Competentie Gedragsbeschrijving Creatief vermogen komt met oorspronkelijke oplossingen voor problemen en ontwikkelingen en kan daar vorm aan geven; combineert bestaande en nieuwe werkwijzen om tot een geïntegreerde en meerjarige aanpak voor de school te komen. Probleemanalytisch legt een relatie tussen de huidige en toekomstige behoeften, vermogen ontwikkelingen in de maatschappij, ontwikkelingen in het onderwijs en in de school zelf; legt een relatie tussen afdelingen en tussen afdelingen en het management; vertaalt analyses, concepten en ideeën naar schoolbreed beleid en kan dit mondeling en schriftelijk helder communiceren. Competent in visie weet te formuleren waar de ontwikkelingen binnen het onderwijs ontwikkelen naar toe gaan en weet deze ontwikkelingen te vertalen naar de visie van de school; signaleert externe en interne ontwikkelingen die effect hebben op de koers van de school en weet deze ontwikkelingen te vertalen naar de visie van de school. Strategisch denken heeft een analytische instelling op vakinhoudelijk- en/of pedagogisch-didactisch gebied; vertaalt de RSG visie naar onderwijskundige of pedagogischdidactische concepten die schoolbreed worden toegepast; geeft vanuit de strategie impulsen voor de beleidsontwikkeling; is in staat verantwoordelijkheid te dragen voor het ontwikkelen, het formuleren en het implementeren van nieuwe werkwijzen en plannen; neemt initiatief op schoolbreed terrein en geeft gevraagd en ongevraagd advies. Competent in het is actief betrokken bij de opleiding en bij scholing van collega's; kunnen motiveren en heeft brede kennis van ontwikkelingsmogelijkheden voor coachen personeelsleden; onderzoekt sterktes en zwaktes in het presteren van collega's en geeft suggesties voor ontwikkeling; brengt collega's in situaties die voor hen uitdagend en leerzaam zijn. Zelfstandigheid kan zonder aansturing zijn eigen werk organiseren; is een kwaliteitsbewaker team- en sectieoverstijgend. 20 Format Persoonlijk Plan (PP) Lb naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 1. Pedagogisch competent 2. Vakinhoudelijk/didactisch competent 3. Resultaatgerichtheid 4. Competent in het begeleiden van leerlingen 5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 6. Competent in reflectie en ontwikkeling Ontwikkeling competenties Competentie Leerdoelen Activiteiten en/of scholing Evaluatiemethode 21 DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Evaluatie vorderingen van leerlagen Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau Leerklimaat Groeimodel 22 Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Kwaliteit toetsing Hanteren Leerlijn Analyse eigen resultaten 23 Format Persoonlijk Plan (PP) Lc naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 1. Pedagogisch competent 2. Vakinhoudelijk/didactisch competent 3. Resultaatgerichtheid 4. Competent in het begeleiden van leerlingen 5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 6. Competent in reflectie en ontwikkeling 7. Creatief vermogen 8. Probleemanalytisch vermogen 9. Competent in visie ontwikkelen 10. Vermogen tot motiveren 11. Coördineren, plannen en organiseren 12. Competent in samenwerken met de omgeving Ontwikkeling competenties Competentie Leerdoelen Activiteiten en/of scholing Evaluatiemethode 24 DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Evaluatie vorderingen van leerlagen Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau Leerklimaat Groeimodel 25 Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Kwaliteit toetsing Hanteren Leerlijn Analyse eigen resultaten 26 DEEL 3: VERANTWOORDING LC-OPDRACHT A. Evaluatie uitvoering opdracht 2011-2012 Korte beschrijving LC-opdracht 2011-2012 Eigen bijdrage Activiteiten Resultaat Activiteiten Resultaat B. Plan van aanpak opdracht 2012-2013: Beschrijving LC opdracht 2012-2013 Eigen bijdrage 27 Format Persoonlijk Plan (PP) Ld naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 1. Pedagogisch competent 2. Vakinhoudelijk/didactisch competent 3. Resultaatgerichtheid 4. Competent in het begeleiden van leerlingen 5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 6. Competent in reflectie en ontwikkeling 7. Creatief vermogen 8. Probleemanalytisch vermogen 9. Competent in visie ontwikkelen 10. Strategisch denken 11. Comptetent in het kunnen motiveren en coachen 12. Zelfstandigheid Ontwikkeling competenties Competentie Leerdoelen Activiteiten en/of scholing Evaluatiemethode 28 DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Evaluatie vorderingen van leerlagen Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau Leerklimaat Groeimodel 29 Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Kwaliteit toetsing Hanteren Leerlijn Analyse eigen resultaten 30 DEEL 3: VERANTWOORDING LD-OPDRACHT A. Evaluatie uitvoering opdracht 2011-2012 Korte beschrijving LC-opdracht 2011-2012 Eigen bijdrage Activiteiten Resultaat Activiteiten Resultaat B. Plan van aanpak opdracht 2012-2013: Beschrijving LC opdracht 2012-2013 Eigen bijdrage 31 FORMAT BEOORDELING DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING Competentie Resultaat DEEL 2: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) teamplan Algemeen Resultaat Evaluatie vorderingen van leerlagen Alle leerlingen krijgen instructie en verwerkingsopdrachten op het niveau dat bij hen past. Evaluatie leerbehoefte op leerlingniveau Leerklimaat Groeimodel Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO sectieplan Resultaat Kwaliteit toetsing Hanteren leerlijn Analyse eigen resultaten DEEL 3: LC/LD OPDRACHT DEEL 4: CONCLUSIE 32 B. PROMOTIETRAJECT Lc / Ld docent Kernbegrip voor een Lc docent is: voortrekker op team/ sectieniveau Kernbegrip voor een Ld docent is: voortrekker op schoolniveau Tijdens het promotiejaar worden verschillende activiteiten gevraagd. Verslaglegging van deze activiteiten en zelfreflectie hierop, worden verzameld in een portfolio. De conrector zal voortgangsgesprekken voeren. Initiatief hiertoe is een verantwoordelijkheid van beide partijen (conrector en kandidaat). Voor 1 juni 2013 wordt het portfolio aangeleverd bij de conrector, die het portfolio beoordeelt en de kandidaat in een gesprek laat weten of er wel of niet een voordracht aan het CvB zal plaatsvinden voor promotie. Activiteiten ter voorbereiding op de promotie zijn: - Afnemen leerling enquêtes in twee rondes (okt/nov en mrt/april) middels de feedbackscan. - Twee lesobservaties door de conrector. - Analyse van het huidig functioneren in relatie tot de resultaatgebieden Lb/Lc/Ld en de competenties. - Activiteiten op team- en/of schoolniveau initiëren of voortzetten. - Ontwerpen van een Persoonlijk Plan. Voorwaarde voor de voortgang van het promotietraject is een voldoende beoordeling van de lesobservaties (gebruikt wordt het lesobservatieformulier). Met andere woorden: je voldoet aan de criteria van ‘De goede RSG docent’. PORTFOLIO 1 VORMGEVING PORTFOLIO De omvang van een portfolio, exclusief de mogelijke bijlage(n), is ten hoogste 15 A4. Het portfolio omvat de volgende componenten. 1 Motivatie voor Lc c.q. Ld functie Beschrijf in circa 1 A4 waarom je opteert voor die functie. Daarbij kan gerefereerd worden aan het begrip ‘professionele groei’. Veel docenten doorlopen de volgende groeistadia, ontleend aan CBAM-literatuur (betrokkenheidsmodel, Van de Berg, Vandenberghe): - gerichtheid op jezelf; is leraarschap een beroepskeuze die bij mij past, hoe reageren leerlingen op mij, hoe reageren collega’s op mij; deze fase duurt vaak twee jaar, met sterke emoties over falen/slagen gedurende eerste half jaar - gerichtheid op de taak; hoe leer ik steeds beter les te geven en om te gaan met de klas als groep; deze fase loopt parallel met fase 1 en duurt vaak 4 tot 5 jaar; door reflectie op de eigen lespraktijk, experimenteren, praten met collega’s, lezen van vakliteratuur verbetert de lespraktijk elk jaar (niveau Lb) - gerichtheid op de ander: deze fase start vaak in tweede jaar en krijgt meer accent als er zelfvertrouwen is m.b.t. de taak; leerkracht leert verschillen tussen leerlingen te zien en deze te hanteren door differentiatie in zijn aanpak (niveau Lb) - gerichtheid op de organisatie; het lesgeven (taak, ander) is overwegend ‘in control’; er komt aandacht voor de school buiten de eigen klassen, de afdeling, de sectie (Lc) en de school breed (Ld) 2 Curriculum vitae Omvang circa 1 A4. Geef aan wat je opleiding(en) is/zijn en je werkervaring voorafgaande aan dienstverband bij de RSG en binnen de RSG. 3 Functioneren als docent - geef hoofdlijn resultaten van leerlingenquetes (2 rondes); 33 - geef verslagen van twee lesbezoeken; geef een reflectie op beide in circa 2 A4 in perspectief van beeld ‘de goede RSGdocent’ t.a.v. onderdeel ‘omgang met leerlingen’; geef een analyse van het huidig functioneren in relatie tot de competenties Lb. 4 Ontwerp Persoonlijk Plan (PP) Het PP omvat de volgende onderdelen: A. Beschrijf de activiteiten waaraan je gaat werken: - - relateer dat aan één of meer van de 7 resultaatgebieden (Lc/Ld); motiveer het belang van het onderwerp voor de school; geef een probleemstelling of doelstelling; beschrijf de huidige situatie t.a.v. het onderwerp; relateer de situatiebeschijving en probleemstelling aan literatuur; beschrijf de aanpak die je gaat volgen; denk daarbij aan een of meer van de volgende mogelijkheden: een onderzoek (vormgeving daarvan) een experiment (vormgeving daarvan) scholing die je gaat volgen werkbezoeken aan andere schoolgemeenschappen indien samenwerking met collega; beschrijf dan ieders rol; een tijdsplanning (omvang en doorlooptijd); voortgangsrapportage naar conrector; een SMART geformuleerd voorstel naar de conrector inzake de invoering van de voorgestelde verbetering. B. Maak een nulmeting en beschrijf de ontwikkeling ten aanzien van de vereiste competenties voor LC of voor LD. Beschrijf de eigen bijdrage aan de school- en teamdoelstellingen 5 Reflectie op recente lesoverstijgende activiteiten - beschrijf activiteiten waaraan je afgelopen 12 maanden hebt gewerkt in 1 tot 2 A4 en competenties; - geef een reflectie in circa 2 A4 over de activiteiten in relatie tot Lc promotiecriteria of Ld promotiecriteria en competenties. 2 BEOORDELING PORTFOLIO Voor het bepalen van de bevordering naar Lc of Ld geldt het portfolio als toetsinstrument. De beoordeling vindt plaats per component van het portfolio. Per component zijn er de volgende waarderingsniveaus: - 0 = kandidaat voldoet niet aan gestelde in de component; - 1 = kandidaat voldoet in onvoldoende mate aan gestelde in component; - 2 = kandidaat voldoet in voldoende mate aan gestelde in component; - 3 = kandidaat voldoet in ruime mate aan gestelde in de component. 1 Motivatie voor de Lc of Ld functie (gewicht 2) 0 = kandidaat geeft geen enkele onderbouwing t.a.v. zijn/haar motivatie; 1 = kandidaat geeft er blijk van bijna uitsluitend te functioneren op niveau taak/ander; 2 = kandidaat geeft er blijk van in klein(e) project(en) korter dan 12 maanden te functioneren buiten de eigen klassen; 3 = kandidaat geeft er blijk van in grote projecten/langer dan 12 maanden te functioneren buiten de eigen klassen. 34 2 Curriculum vitae (gewicht 1) 0 = er is geen cv; 1 = cv is niet volledig; er ontbreken jaren; 2 = cv is volledig. 3 Functioneren als docent (gewicht 2) 0 = gegevens leerlingenquetes en verslagen lesbezoeken zijn onvolledig; 1 = reflectie omvat hoofdzakelijk beweringen die niet onderbouwd worden; 2 = reflectie is mix van beweringen en onderbouwingen; 3 = reflectie omvat onderbouwde beweringen t.a.v. alle aandachtspunten. 4 Ontwerp beschrijving PP (gewicht 3) 0 = PP is onvolledig, er ontbreken meerdere componenten; 1 = PP is volledig maar op vele componenten is de invulling onduidelijk en/of vaag; 2 = PP is volledig en maar niet alle componenten zijn duidelijk; 3 = PP is volledig en geheel uitgewerkt. 5 Reflectie recente lesoverstijgende activiteiten (gewicht 3) Lc 0 = er is geen sprake van project(en) die niveau van de klas overstijgen; 1 = er is sprake van zeer beperkt project op niveau van sectie of bouw; 2 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de sectie en/of bouw; 3 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de sectie en/of bouw en de reflectie omvat vooral onderbouwde beweringen. Ld 0 = er is geen sprake van project(en) die niveau van de sectie/bouw overstijgen; 1 = er is sprake van zeer beperkt project op niveau van de school; 2 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de school; 3 = er is sprake van een groot project of meerdere kleine projecten op niveau van de school en de reflectie omvat vooral onderbouwde beweringen. Waardering scores Lc/Ld in totaal kan de kandidaat 32 punten behalen; cesuur is score van 22 (is 5 x voldoende) score lager dan 22 = afwijzing; score van 22 of hoger is nodig om in beginsel bevorderd te kunnen worden. 35 Format Persoonlijk Plan (PP) LC docent in promotietraject naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: a. b. c. d. e. f. g. h. i. BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEITEN (bevat de onderdelen a t/m i) Relatie van de activiteiten tot één of meer van de 7 resultaatgebieden Motivatie van het belang van het onderwerp voor de school De probleemstelling of doelstelling Beschrijving huidige situatie Relatie van de situatiebeschrijving en de probleemstelling tot de literatuur. Beschrijving van de te volgen aanpak Tijdsplanning Voortgangsrapportage SMART geformuleerd voorstel inzake de invoering van de voorgestelde verbetering DEEL 2: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 13. Pedagogisch competent 14. Vakinhoudelijk/didactisch competent 15. Resultaatgerichtheid 16. Competent in het begeleiden van leerlingen 17. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 18. Competent in reflectie en ontwikkeling 19. Creatief vermogen 20. Probleemanalytisch vermogen 21. Competent in visie ontwikkelen 22. Vermogen tot motiveren 23. Coördineren, plannen en organiseren 24. Competent in samenwerken met de omgeving Ontwikkeling competenties Competentie Leerdoelen Activiteiten en/of scholing Evaluatiemethode 36 DEEL 3: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Evaluatie vorderingen van leerlagen Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau Leerklimaat Groeimodel Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning 37 Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Kwaliteit toetsing Hanteren Leerlijn Analyse eigen resultaten 38 Format Persoonlijk Plan (PP) Ld docent in promotietraject naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: j. k. l. m. n. o. p. q. r. BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEITEN (bevat de onderdelen a t/m i) Relatie van de activiteiten tot één of meer van de 7 resultaatgebieden Motivatie van het belang van het onderwerp voor de school De probleemstelling of doelstelling Beschrijving huidige situatie Relatie van de situatiebeschrijving en de probleemstelling tot de literatuur. Beschrijving van de te volgen aanpak Tijdsplanning Voortgangsrapportage SMART geformuleerd voorstel inzake de invoering van de voorgestelde verbetering DEEL 2: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 13. Pedagogisch competent 14. Vakinhoudelijk/didactisch competent 15. Resultaatgerichtheid 16. Competent in het begeleiden van leerlingen 17. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 18. Competent in reflectie en ontwikkeling 19. Creatief vermogen 20. Probleemanalytisch vermogen 21. Competent in visie ontwikkelen 22. Strategisch denken 23. Comptetent in het kunnen motiveren en coachen 24. Zelfstandigheid Ontwikkeling competenties Competentie Leerdoelen Activiteiten en/of scholing Evaluatiemethode 39 DEEL 3: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Evaluatie vorderingen van leerlagen Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau Leerklimaat Groeimodel Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning 40 Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Bijdrage Activiteiten Resultaat Ondersteuning Kwaliteit toetsing Hanteren Leerlijn Analyse eigen resultaten 41 FORMAT Beoordeling Portfolio Lc / Ld Naam: Beoordelaar: Datum: 1. Motivatie voor de Lc- / Ld-functie: 2. Curriculum Vitae: 3. Functioneren als docent: 4. Ontwerp beschrijving Persoonlijk Plan: 5. Reflectie recente lesoverstijgende activiteiten: 6. Totaal aantal behaalde punten: Conclusie 7. Mening docent: 8. Ondertekening: Datum: Docent: Beoordelaar: 9. Akkoord CvB: 42 PROCEDURE BEOORDELING Lc/Ld Dit document beschrijft de procedure beoordeling voor Lc- of Ld-docent voor het jaar na de promotie. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de volgende onderwerpen: - wat wordt beoordeeld; - hoe komt beoordeling tot stand; - hoe ontstaat het eindoordeel; - wie zijn betrokken in de beoordeling. 1. Wat wordt beoordeeld? De beoordeling heeft betrekking op de volgende componenten: - uitvoering van het persoonlijk plan; - reflectie op lesobservatie en leerlingenquête. 2. Hoe komt beoordeling tot stand? Bij de beoordeling worden de volgende waarderingsniveaus gehanteerd: 0 = kandidaat voldoet niet aan gestelde in de component 1 = kandidaat voldoet in onvoldoende mate aan gestelde in de component 2 = kandidaat voldoet in voldoende mate aan gestelde in document 3 = kandidaat voldoet in ruime mate aan gestelde in de component Per component worden criteria gehanteerd om tot een waarderingsniveau te komen. Deze staan hieronder uitgewerkt. 2.1. Uitvoering van het persoonlijk plan; gewicht 3 (per activiteit) Aan elk van de activiteiten ligt een goedgekeurd PP ten grondslag (op LC dan wel LD niveau); dit vormt de basis van de beoordeling. Per beschreven activiteit wordt een waardering voor de uitvoering gegeven. 0 er is geen uitvoering gegeven aan het PP 1 De opzet van het PP is maar voor een beperkt deel (<50 %) gevolgd; eventuele wijzigingen zijn niet verantwoord 2 De opzet van het PP is voor een groot deel (50 tot 75 %) gevolgd en eventuele wijzigingen zijn verantwoord 3 de opzet van het PP is (bijna) geheel gevolgd (>75 %); eventuele wijzingen zijn verantwoord Voor elke activiteit worden punten gegeven; totaal aantal te behalen punten bedraagt 18. 2.2. Leerling-enquête; gewicht 2 0 er is geen leerling-enquête 1 reflectie op leerling-enquête omvat hoofdzakelijk beweringen die niet onderbouwd zijn 2 reflectie is mix van beweringen en onderbouwingen 3 reflectie omvat onderbouwde beweringen Het totaal aantal te behalen punten voor 2.2 bedraagt 6. 3. Hoe ontstaat het eindoordeel Een kandidaat kan maximaal 24 punten behalen. Cesuur kandidaat scoort op elke component voldoende, is 16 punten Onvoldoende < 16 punten voldoende 16 tot 21 punten Goed > 21 punten 4. Wie zijn betrokken in eindoordeel Oordeel wordt gegeven door conrector. CvB gaat na of de benodigde zorgvuldigheid is betracht en de procedure is gevolgd in de uitvoering van de beoordeling. Indien dit het geval is bekrachtigd het CvB de beoordeling door deze vast te stellen en bepaalt ook welk gevolg aan de beoordeling wordt gegeven. 43 FORMAT Beoordeling Lc / Ld Naam: Beoordelaar: Datum: Reflectie op uitvoering Persoonlijk Plan Jaar: Activiteit 1: Activiteit 2 Reflectie op lesbezoek en leerlingenquete van schooljaar Beoordeling Activiteit 1: Activiteit 2: Reflectie: Totaal aantal behaalde punten: Conclusie Ondertekening: Datum: Docent: Beoordelaar: Akkoord CvB: 44 Promotiecriteria LC docent Inspirator en initiator van taken binnen het team en/of sectie: o Is vernieuwend op onderwijsgerelateerd gebied; o Maakt collega’s enthousiast; o Daagt mensen uit om mee te denken; o Bindt mensen aan zich om mee te doen. Neemt op team/sectieniveau het voortouw bij het oplossen van problemen en het bespreken/invoeren van (nieuwe) initiatieven. Zet initiatieven om in concrete plannen, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies. Kan taken in team/sectie zo organiseren dat zij efficiënt tot een goed einde worden gebracht. Heeft een voorbeeldfunctie in team/sectie door te laten zien waarmee hij/zij geëxperimenteerd heeft; geeft op regelmatige basis voorbeelden van ‘good practice’. Is in staat recente inzichten op gebied van het vak of didactiek in zijn/haar les te gebruiken. Heeft een coachende houding ten opzichte van collega’s in team/sectie die hem/haar consulteren op basis van zijn/haar expertise. Is bereid zich te binden aan professionaliseringsafspraken. 45 Promotiecriteria LD docent Heeft oorspronkelijke ideeën vanuit een kritische houding en neemt initiatief om dit binnen de school uit te werken en/of bespreekbaar te maken. Signaleert maatschappelijke veranderingen en vertaalt deze naar schoolniveau. Neemt initiatief tot het (schoolbreed) inzetten van concrete uitwerkingen van de RSG-visie. Toetst initiatieven en analyses aan de onderwijsvisie van RSG; trekt aan de bel waar nodig. Zet probleemanalyses om in concrete plannen en trekt heldere conclusies. Adviseert diverse geledingen gevraagd en ongevraagd. Vertaalt de RSG visie schoolbreed op een zodanige manier in ideeën en concepten dat iedereen het herkent en kan toepassen. Creëert betrokkenheid die leidt tot actief handelen. Beheerst de onderdelen van het ‘wasproces’ van een (schoolbreed) plan: o In de week zetten (bedenken van een plan); o Wassen (uitvoeren van een plan); o Ophangen (aan iedereen tonen wat er uitkomt). Heeft aantoonbaar academisch denk- werkniveau. Is bereid zich te binden aan professionaliseringsafspraken. 46 Lesobservatieformulier Naam docent : Datum : Observant : Didactisch Activeren voorkennis / beginsituatie duidelijk Doel van de les Duidelijkheid omtrent leerlingactiviteiten (wat, hoe en tijd) / materiaalgebruik Leerlingen krijgen instructie en verwerkingsopdrachten op het niveau dat bij hen past Reflecteren van de les (proces en inhoud) Activerende didactiek Samenvatten (ordenen) Doorvragen Aandacht van de leerlingen vasthouden Denktijd voor leerlingen Vaart in de les De vorderingen van de leerlingen worden geëvalueerd Pedagogisch Complimenten Aanmoedigen Luisteren naar leerlingen / openstaan voor leerlingen Humor tijdens de les (Oog)contact met de leerlingen Klas voldoende in de hand Er heerst een veilig leerklimaat Aanbevelingen / opmerkingen 47 Feedbackscan VO De Feedbackscan VO is een product dat voortkomt uit de samenwerking tussen het Ruud de MoorCentrum en de Open Universiteit en is bestemd voor docenten in het voortgezet onderwijs. In september 2012 is de vragenlijst door de makers van de Feedbackscan ingekort ten opzichte van de tot dan toe gebruikte versie. De vragenlijst bevat nu 54 vragen, verdeeld over 14 categorieën. Elke vraag is geformuleerd als een stelling over de docent. Een leerling geeft op een 4-puntsschaal aan in hoeverre hij/zij het eens is met de stelling Leerlingen krijgen de vragen in willekeurige volgorde gepresenteerd. De docent kan binnen de gekozen enquête kiezen voor een beperking van het aantal vragen, bijvoorbeeld omdat hij/zij alleen geïnteresseerd is in een bepaald deel van de categorieën van de betreffende enquête. De resultaten van de enquête kunnen worden bekeken en geprint. Als een docent de Feedbackscan in een klas gaat afnemen, is het interessant te voorspellen hoe hij/zij bij deze klas denkt te zullen scoren door de vragenlijst zelf een keer in te vullen. Op deze manier is na te gaan of het beeld van de docent met het leerlingbeeld verschilt of overeenkomt. De vragenlijst hieronder is in de hij-vorm opgesteld. Uiteraard wordt dit gepersonaliseerd. De leraar is betrouwbaar Je weet bij hem precies waar je aan toe bent Hij komt zijn beloften na De leraar is alert Hij grijpt in als het nodig is Hij heeft door wat er in de klas gebeurt Je kunt bij hem makkelijk spieken De leraar is stevig/houdt goed orde/geeft leiding Hij is de rust zelve Hij wordt snel boos Je krijgt makkelijk ruzie met hem Hij houdt goed orde Hij is streng als dat nodig is De leerlingen zijn bij hem de baas De leraar is aardig, vriendelijk, ontspannen en goed gehumeurd Hij is chagrijnig Hij is aardig Hij heeft goede zin Er is een ontspannen sfeer bij hem Hij is vriendelijk De leraar is begripsvol en reëel Hij begrijpt leerlingen Hij weet wat belangrijk voor je is Hij weet wat je moeilijk vindt De leraar gaat respectvol met de leerlingen om en vertrouwt hen Hij gaat netjes met je om Je mag een eigen mening hebben Hij vertrouwt je Hij neemt je serieus Hij respecteert je De leraar motiveert je om te leren Hij stelt eisen aan leerlingen Hij maakt duidelijk waarom je iets moet leren Hij stimuleert je om je te verdiepen in zijn vak 48 Leerlingen leren veel van de leraar Je leert veel bij hem Je kunt bij hem aangeven wat je niet snapt Je onthoudt gemakkelijk wat hij verteld heeft Hij is moeilijk te volgen Hij legt goed uit De lessen van de leraar zijn leuk, boeiend en afwisselend Je verveelt je bij hem Zijn lessen zijn afwisselend Hij daagt je uit om mee te doen In zijn les let je vanzelf op Bij hem ben je actief bezig met de stof Zelfstandig leren Je werkt bij hem in je eigen tempo Je maakt bij hem je eigen planning De vakkennis van de leraar Je merkt dat hij van zijn vak houdt Hij doet zijn best om je beter te laten worden in zijn vak Door zijn voorbeelden snap je het De leraar is duidelijk Bij hem weet je wanneer de opdracht af moet zijn Je begrijpt wat je moet doen in de les Je weet bij hem precies wat je voor een proefwerk moet leren Hij hanteert duidelijke regels Bij hem is duidelijk hoe je cijfer tot stand komt De organisatie van de lessen Hij bereidt zijn lessen goed voor Hij houdt de tijd goed in de gaten Zijn lessen zijn rommelig Doorlopende leerlijnen Hij sluit aan bij wat je al weet uit voorafgaande jaren Hij geeft voorbeelden van wat je later met de leerstof kunt doen Bij hem heb je het gevoel dat alles goed op elkaar aansluit 49 Functiemix RSG Enkhuizen Inleiding De commissie Rinnooy Kan onderzocht in opdracht van de Minister van OCW een oplossing voor de dreigende schaarste aan docenten vanwege de uitstroom van “de grijze golf”. Zij hebben een aantal aanbevelingen gedaan om én het beroep aantrekkkelijker te maken én meer academisch opgeleide mensen te winnen voor het onderwijs. Daartoe is een aantal maatregelen voorgesteld: - verkorting van de salarislijnen van 18 naar 12 periodieken; - het scheppen van carriérekansen door vergroting van het aantal hogere docentfuncties (LC en LD). Deze maatregelen zijn overgenomen door de regering, waardoor ruim een miljard euro extra aan de onderwijsbegroting werd toegewezen. Op 1 juli 2008 is het Convenant Leerkracht van Nederland bekrachtigd door de sociale partners en de Minister van OCW. Op basis van dit convenant wordt de komende jaren fors geïnvesteerd in een betere beloning van docenten en de aantrekkelijkheid van hun beroep. Naast verkorting van de salarislijnen wordt dit gedaan door verbetering van de loopbaanmogelijkheden van docenten door middel van de functiemix: de verdeling van de lerarenfuncties over de loonschalen LB, LC en LD. Een belangrijk doel van de functiemix is een kwaliteitsimpuls te realiseren door een grotere functiedifferentiatie. Uiteindelijk zijn scholen buiten de Randstadregio verplicht in 2014 een groeipercentage te hebben gerealiseerd van 10 % toename van LC- en 11 % toename van LD-functies. Met dit percentage wordt de verhouding LB-, LC- en LD-functies per 1 oktober 2008 – de zg nulmeting - verhoogd tot de nieuwe functiemix RSG Enkhuizen. Een tussenstap moet zijn genomen in 2011, namelijk een groeipercentage van 2% toename LC en 1% toename LD. Effect Convenant Leerkracht voor de RSG Enkhuizen Nulmeting RSG: LD LC LB Totaal Situatie 1 oktober 2009 1 oktober 2008 fte's % 17,07 22,1% 13,21 17,1% 46,85 60,7% 77,13 100,0% LD LC LB Totaal 1 oktober 2009 fte's % 16,07 20,8% 13,58 17,6% 55,00 71,3% 84,65 109,7% Ingeschatte situatie* LD LC LB Totaal 1 oktober 2010 fte's % 13,07 15,1% 12,58 14,5% 61,00 70,4% 86,65 100,0% *Uitgaande van het verwachte verloop op 1-8- 2010. Nieuw aan te stellen personeel wordt in eerste instantie in principe in LB benoemd. Rekening wordt gehouden met een uitbreiding van 2 fte door groei van het leerlingenaantal. In 2011 en in 2014 moeten de volgende percentages bereikt zijn: LD LC LB Totaal 2011 fte's 20,04 16,57 50,03 86,65 % 23,1% 19,1% 57,7% 100,0% LD LC LB Totaal 2014 fte's 28,71 23,51 34,44 86,65 % 33,1% 27,1% 39,7% 100,0% 50 Meerjaren invoeringsplan: De RSG is verplicht op 31 december 2010 de LD-formatie met 1% te laten groeien in vergelijking met de nulmeting op 1 oktober 2008. Voor de jaren 2011 tot 2014 wordt voorgesteld de jaarlijkse toename van de LD- en LC-functies als volgt vorm te geven: 1 aug. 2011: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC 1 aug. 2012: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC 1 aug. 2013: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC 1 aug. 2014: groei 2,5 % LD en 2,5 % LC Wanneer in enig jaar functies niet worden uitgegeven, betekent dit een vermeerdering in een volgend jaar. Uitgangspunten RSG De belangrijke uitgangspunten voor het beleid achter de functiemix zijn: a. Verhoging van de kwaliteit van het onderwijs op de RSG b. Een instrument voor professionele ontwikkeling van docenten c. het bieden van meer carrieremogelijkheden. De achterliggende waarden van deze uitgangspunten, voortkomend uit het vigerende beleid van de RSG, zijn: - De onderwijsvisie is uitgangspunt van alle beleid. Een lerende organisatie is een absolute voorwaarde om het onderwijsconcept ‘leren leren’ te realiseren. Een nieuw vakmanschap is noodzaak: van uitvoerders van circulaires en methodelijnen naar creatief onderwijsondernemerschap. Dit vraagt professionaliteit, waarvoor de schoolorganisatie de juiste voorwaarden moet scheppen. - Het continueren van een permanente ontwikkeling dat kan leiden tot nieuw gedrag. Dit betekent dat voor ieder personeelslid de mogelijkheid bestaat om zich te ontwikkelen in een voor hem/haar uitdagende richting, gekoppeld aan de doelen van de organisatie. - Het benadrukken van de parallelle processen: de ontwikkeling van het onderwijs aan de RSG Enkhuizen pretendeert een ontwikkeling van de leerling naar zelfstandig / zelfverantwoordelijk leren en vraagt een vergelijkbare ontwikkeling van het personeel, de leidinggevenden en de organisatie. Hieruit voortkomende doelstellingen van de RSG zijn: Onderwijsontwikkeling vindt plaats door het docententeam. Docententeams stellen teamplannen op en zijn samen verantwoordelijk voor de realisatie. De secties zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de afspraken van de docententeams en de afstemming van de lesstof / doelen over de leerjaren. De docent ontwikkelt zich en houdt zijn deskundigheid op peil. De docent is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn werk. De docent legt periodiek verantwoording af over resultaten/opbrengsten. Een loopbaan van LB naar LC naar LD is mogelijk als a- de docent over de competenties beschikt of deze in potentie heeft, die behoren bij de functie en b- er in de school formatieruimte is. Functiebeelden en promotiecriteria Voor de invoering van de functiemix is een denktank opgericht, samengesteld uit docenten, afdelingsen kerndirectieleden. De denktank heeft de functiebeelden van ‘de goede RSG docent’, de LC docent en de LD docent samengesteld. Vanuit de functiebeelden zijn promotiecriteria opgesteld voor de LC- en de LD docent. 51 De bestaande functieomschrijvingen LB-, LC- en LD-docent zijn getoetst en bijgesteld aan de hand van de geformuleerde functiebeelden en promotiecriteria en omgezet in resultaatgebieden. Toewijzingsprocedure In de procedure worden de volgende groepen docenten onderscheiden: In de nulmeting van de functiemix ondergebracht bij de Ld - Ld- docent aangesteld volgens de geldende functieomschrijving - Lb-docenten met schaal 12 en een 15- jaars vooruitzicht op schaal 12 (hos) In de nulmeting van de functiemix ondergebracht bij Lc: - Lc docenten aangesteld volgens de geldende functieomschrijving - Lb-docenten met schaal 11 en een 15- jaars vooruitzicht op schaal 11 (hos) In de nulmeting van de functiemix ondergebracht bij Lb: - Lb-docenten aangesteld en salaris volgens de Lb-schaal Voor de groep docenten die door de nulmeting gaan vallen onder een ander functieprofiel is de gesprekscyclus het geëigende instrument om te onderzoeken welke ontwikkelingsdoelen opgenomen kunnen worden in het POP om aan het toegeschreven functie- en competentieprofiel te gaan voldoen. Naast de al ingevulde Lc- en Ld- functies ontstaan per 2011 - 2014 vacatures voor de Lc- en Ldfuncties. In de CAO vastgelegde afspraken en kaders: Lesgeven als hoofdtaak. Bij invulling van de Lc- en Ld- functies gaat het nadrukkelijk om lesgevende taken, dwz belast zijn met een lestaak voor circa meer dan 60%. Vanaf 2014 hebben leraren met een eerste graads bevoegdheid die structureel lesgeven in de bovenbouw, recht op een Ld-functie. Op dit moment staat het entreerecht ter discussie en is onderdeel van de CAO onderhandelingen. Mocht het entreerecht vervallen, dan is de LD-functie toegankelijk voor elke docent die voldoet aan de criteria. In een Ld- en Lc- functie worden benoemd op basis van kwaliteit Nieuw aan te stellen Ld- en Lc- docenten zullen op basis van kwaliteit en niet op basis van anciënniteit, worden benoemd. Om het carriereperspectief volgens het Convenant Leerkracht vorm te geven, wordt gebruik gemaakt van de promotiecriteria van de Lc-, en Ld-functie, een portfolio en de gesprekscyclus. 52