Taaljournaal 2 | Werkblad 1 | groep 7 | 4596-0101-A-WB6-REV5 08:39 Pagina 22 � � � � persoonsvorm meer → woordenboekvorm ik → ik-vorm één ander → ik-vorm + t � Startopdracht Kijk goed wat er allemaal gebeurt. Mijn Malmberg (PANTONE 235 CV Plaat) werkwoorden begrippen Herhaling werkwoordspelling blok 8 Hoor je bij een voltooid tip 22 03-07-2003 deelwoord geen /t/ achteraan? Dan moet er een n aan het eind staan. Voorbeeld: gegeven. 1 Zet een rondje om het onderwerp in de zin. Verander het onderwerp van één naar meer of andersom. Verander nu ook de persoonsvorm. Schrijf het achter de zin op. Zet daarna een rode streep onder de twee persoonsvormen. 1 Schrijf het voltooid deelwoord in de zin. Voorbeeld: Ik bak pannenkoeken. blijven 1 Ik help je wel even het podium op. 2 Ik juich voor jou! 4 Wij krijgen vast ook een prijs. Hij is nog lang op dat feest _____________________________________________. Wij bakken. zitten Ik heb daar wel een uur _______________________________________________. schrijven Wij hebben een leuk verhaal ___________________________________________. 3 Daarom schreeuwen wij niet harder. 5 Hij eet een pannenkoek. lopen 6 Jij danst op die mooie muziek. Zijn jullie samen naar huis ____________________________________________? 7 Inge en Jasper drinken limonade. gaan Ik ben gisteren vroeg naar bed _________________________________________. 2 Vul het schema verder in. woordenboekvorm voltooid deelwoord woordenboekvorm lachen voltooid deelwoord gegeten gegeven worden doen varen krijgen gekomen 3 Maak van elke zin, een zin met een voltooid deelwoord. Ik zag mijn vriend. Ik heb mijn vriend ________________________________. Hij schoot de bal hard weg. Hij ________________________________. Zij koos de blauwe kleur. Zij heeft ________________________________. Mama verbood mij dat. Mama ________________________________. Zij lag lekker in de zon. Zij ________________________________. 4 Vul het schema verder in. woordenboekvorm tijd van toen voltooide tijd geven ik ik hij hij heeft verloren wij vonden wij ________________ jij? ________________ gekregen? krijgen © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 1 Taaljournaal 2 | Werkblad 2 | groep 7 | Mijn Malmberg Herhaling werkwoordspelling blok 8 tip Hoor je bij een voltooid deelwoord een /t/ achteraan?Maak het woord langer om te weten of er d of t moet staan. 1Maak het voltooid deelwoord eerst langer. Vul daarna het schema in. voltooid deelwoord -de of -te? Maak het woord langer. Ik heb het beloof_____ Het beloof______ cadeau. Hij heeft gereis_____. De gereis_______ afstand. Ik heb een foto gemaak_____. De gemaak______ foto. Zij is gevluch_____. De gevluch______ vrouw. Ik heb hem gemis_____. De gemis_______ trein. d t 2 Maak het woord langer. Wat hoor je? Kruis het aan. Vul dan het voltooid deelwoord in. -de of -te? Maak het woord langer. d t voltooid deelwoord De gewerk_____ uren. Die uitgezoch_____ boeken houd ik. Reed de gestop_____ trein weer verder? De gestar_____ motor hield weer op. Het gevolg_____ spoor liep dood. Dan schrijf je het voltooid deelwoord met een t. Vul in: gemaak_____ gezoch_____ omgedraai_____ gehoor_____ gerem_____ gemis_____ tip 3 Staat voor de /t/-klank een letter uit ’t fokschaap? Twijfel je of het d of t moet zijn? Gebruik dan de regel van ’t fokschaap. 4 Zet de zinnen in de voltooide tijd. hebben Ik ________________ nog nooit zo’n buikpijn _____________________________. landen Het vliegtuig ________________ op tijd __________________________________. verkopen Mijn moeder ________________ die boeken ______________________________. schreeuwen Waarom ________________ je zo tegen me ______________________________? werken Ik ________________ daar erg lang aan _________________________________. © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 1 Taaljournaal 2 | Werkblad 3 | groep 7 | Mijn Malmberg Herhaling werkwoordspelling blok 8 tip De hij-vorm van kunnen, 214616_BW7_8.qxd 09-03-2006 11:43 zullen, mogen en willen, Pagina 51 schrijf je zonder t. Het is om te gillen! werkwoord in de zin. week 30 Bij werkwoorden uit het Engels kun je bij twijfel tussen d / t of de(n) / te(n), ’t (ex)fokschaap gebruiken. De /s/-klank kun je in het Engels ook schrijven als x, c, ch of sh. Ook daar komt t of te/ten achter. tip 1Schrijf de juiste vorm van het Werkwoord Persoonsvorm (tijd van nu) Voltooid deelwoord vertellen De juf ________________ een verhaal. Zij heeft het ________________. behandelen De dokter ________________ mij. Ik word ________________. 2 Vul de goede werkwoordsvormen in. woordenboekvorm mixen coachen bewaren Zij ________________ dat voor later. verstoppen Marnix ________________ mijn pen. geloven Juf ________________ mij niet. stressen shoppen pinnen dubben trainen tijd van nu ik tijd van toen één voltooid deelwoord Ik heb het ________________. Hij heeft hem ________________. Ik word niet ________________. printen 2 Streep de vorm door die niet in de zin hoort. Zij heeft mijn e-mail al beantwoordt / beantwoord. Zij betaald / betaalt mij voor dat boek. Mijn moeder heeft zich erover verbaast / verbaasd. Oma verhuisd / verhuist naar een flat. Heb jij dat pakje nog bestelt / besteld? 3 Beantwoord de vragen. Gebruik van het onderstreepte werkwoord de tijd van toen of de voltooide tijd. 3 Zet de goede vorm van het werkwoord in de juiste kolom. 1 Chat jij wel eens op je computer? Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord 2 Wat kan er gebeuren als je vergeten bent iets te saven? Wij zijn naar Amsterdam [verhuizen]. 3 Kun je een voorbeeld geven van dingen die je uit kunt printen? Dat [gebeuren] hier haast elke dag. 4 Download jij wel eens iets van internet? Wat bijvoorbeeld? Zij [veranderen] haar kamer best vaak. 5 Heb jij wel eens per ongeluk iets gedeletet? Is dat hier al niet vaker [gebeuren]? 6 Is jouw computer wel eens gecrasht? Wat deed je toen? 4 Is het een PV of een voltooid deelwoord? Zet een kruisje in de goede kolom. Maak daarna zelf zinnen met de woorden. PMS 267 Persoonsvorm Voltooid deelwoord bekeurt ___________________________________ vernield ___________________________________ betaalt ___________________________________ verbaasd ___________________________________ verbrandt ___________________________________ © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 1 51 Taaljournaal 2 | Werkblad 4: toetsblad | groep 7 | Mijn Malmberg Herhaling werkwoordspelling blok 8 Punten 1 Vul in: tijd van toen en voltooide tijd. verliezen ik ________________ ik heb ________________ _______ komen hij ________________ hij is ________________ _______ 2 Schrijf het voltooid deelwoord in de zin. schrijven Ik heb opa een e-mail ________________. _______ vinden Zij heeft haar mobieltje weer________________. _______ 3 Vul het voltooid deelwoord in. verbieden liggen De juf heeft dat ________________. _______ 214606_WB7_A-REV3.qxd 30-11-2010 11:21 Pagina 9 Heeft de hond onder tafel ________________? _______ 4 Vul van elk werkwoord het voltooid deelwoord in. kiezen krijgen ________________ tip ________________ ________________ _______ Hoor je /ies/ aan het eind van een woord? ________________ Maakschieten het woord langer. Hoor je /iesu/? Schrijf dan isch. blijven _______ 5 Maak het woord langer. Schrijf het voltooid deelwoord erachter. Het gevolg________________ spoor. ________________ _______ Het gevluch________________ hert. ________________ _______ week 5 2 Kijk naar de tekeningen. Vul de goede woorden uit het woordpakket in. 6 Vul in: d of t. Denk aan de regel van het ’t fokschaap. gehoor_______ gestop_______ gemis_______ Ik doe mee aan de _______ gerem_______ verkoch_______ gespaar_______ _______ Ik sta in Brussel, de 7 Zet de zinnen in de voltooide tijd. schreeuwen werken ……………………..…..………..……... spelen. ……………………..………..……... Zij ________________ om hulp Ik sta________________. midden hoofdstad. _______ Jullie ________________ _______ in Moskou, hard ________________. maar ik spreek geen woord 8 Streep de vorm door die niet in de zin hoort. ……………………..………..……... Mijn vriendje verhuist / verhuisd naar België. _______ Zij heeft € 10 voor dat boek betaald / betaalt. _______ 9Welke vorm moet je hier schrijven? Zet die erachter. 3 Joël is op vakantie. Hij schrijft een kaart aan Jim. Maar zijn pen vlekte nogal. Mijn zusje [veranderen] vaak van haarkleur. _______ Schrijf de woorden goed op ________________ naast de kaart. Zoek ze op in het woordpakket. Zij hebben me erg naar [behandelen]. 10Is dit een voltooid deelwoord of een PV? Zet een streep Maak daarna een zin met de woorden. gebeurt voltooid deelwoord / PV gebeurd voltooid deelwoord / PV © Malmberg, ’s-Hertogenbosch ________________ ......_______ ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ...... onder het goede antwoord. ..................... ..................... ..................... ............ ..................... ..................... ..................... ..................... ............ ..................... ..................... ..................... ..................... ............ ..................... ________________ _______ ..................... ..................... ..................... ............ ..................... ... ..................... ________________............ _______ ..................... ..................... ......... ..................... ..................... .....................---------..................... ..................... ..................... ..................... ............ Totaal: _______ blz. 1 van 1 9