R. Koole Geschiedenis en tandheelkunde De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Honderd jaar geleden brak de Grote Oorlog, ook wel Eerste Wereldoorlog genoemd, uit. Historici nuanceren de aanslag op de Oostenrijkse Aartshertog Franz Ferdinand op 28 juni 1914 als oorzaak. De aanvankelijke bewegingsoorlog werd een ‘Sitz Krieg’. Vele honderdduizenden militaire slachtoffers werden aan beide zijden van de loopgraven behandeld aan uitgebreide gezichtsverwondingen die het gevolg waren van de oorlogsvoering. De oorsprong van het specialisme mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie wordt hier wel aan toegeschreven. Een aantal behandelingen uit de Eerste Wereldoorlog wordt nog steeds toegepast, zoals het aanbrengen van dentale spalken bij fractuurbehandeling, de intraorale verschuifplastieken voor het sluiten van kleine defecten en de bottransplantatie uit de crista iliaca om kaakdefecten te herstellen. In het neutrale Nederland werden de ervaringen uit de Grote Oorlog in 1919 bestendigd met de benoeming van een lector ‘Mondheelkundige Diagnostiek en Kaakchirurgie’ aan de Rijksuniversiteit Utrecht. ode gesitueerd. Aan beide zijden is de ontwikkeling van de chirurgische technieken voor de behandeling van de mond- en kaakletsels als gevolg van de oorlogshandelingen stormachtig, creatief, innoverend en – uiteindelijk - soms duurzaam gebleken. De naamgeving aan de verschillende kanten van de loopgraven is echter verwarrend gecompliceerd en voor meerdere uitleg vatbaar. Maar duidelijk is wel dat nog steeds tandartsen en mondziekten-, kaak- en aangezichts(mka-)chirurgen gebruikmaken van technieken die toen zijn ontwikkeld. Deze nalatenschap wordt in het hiernavolgende geschetst. Geschiedenis Het is dit jaar 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog, de Grote Oorlog, uitbrak. De aanslag op de Oostenrijkse aartshertog Frans Ferdinand in Sarajevo op 28 juni 1914 werd gevolgd door de oorlogsverklaring van OostenrijkHongarije aan Servië op 28 juli 1914, waarna de tsaar in Rusland de mobilisatie afkondigde. Hierop verklaarde Duitsland op 1 augustus Rusland de oorlog en op 3 augustus verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk. Een dag later, op 4 augustus, was ook het Verenigd Koninkrijk in oorlog met Duitsland. Vanwege de strijd in Oost-Europa werd Italië eveneens bij de oorlog betrokken. Ten slotte ontstond er door de diverse koloniale belangen en uiteindelijk het meedoen van de Verenigde Staten een wereldoorlog (Funnekotter, 2014a; Funnekotter 2014b). De politieke moord op de aartshertog Frans Ferdinand door de Bosnische/Servische nationalist Gavrilo Princip wordt nog wel enigszins gezien als de aanleiding, maar historici zijn er de afgelopen jaren van overtuigd geraakt dat de schuldvraag en het antwoord veel complexer zijn (Andriessen, 2002). De pacten die de verschillende Europese landen/vorsten met elkaar hadden gesloten, weer als gevolg van de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871, maakten deel uit van deze complexiteit (Funnekotter, 2014a; Funnekotter 2014b). Het ontstaan van het specialisme mondziekten, kaaken aangezichtschirurgie in Europa wordt in deze peri- In het begin van de Grote Oorlog was er nog sprake van een klassieke bewegingsoorlog. Volgens het Von Schlieffenplan zou Parijs worden omsingeld via de buitenbocht: een snelle mars door België en Noord-Frankrijk om ten zuiden van Parijs naar het noordoosten te gaan en Parijs te omsingelen. Door de onverwacht hevige weerstand in België, vertraagde deze opmars echter. Met de Slag bij de Marne (5-12 september), de Slag bij Ieper (oktober-november), werd van deze bewegingsoorlog in het westen een zogenoemde ‘Sitz Krieg’ gemaakt door het innemen van stellingen en het bouwen van loopgraven (Spiering, 2014). De oorlogsvoering veranderde. Aanvallen vanuit de loopgraven werden voorafgegaan door langdurige artilleriebombardementen, maar een doorbraak kwam er zelden tot nooit. Deze tactiek had wel tot gevolg dat er aan beide kanten van het slagveld enorme verliezen vielen. Het aantal doden en gewonden liep in de tientallen miljoenen. Ook aan het Oostelijke front werden bij de slag bij Tannenberg, de strijd tussen het Russische en Duitse leger, bij de veldslagen van het Russische leger met het Oostenrijks-Hongaarse leger en bij het Italiaanse front in de Dolomieten vele slachtoffers en krijgsgevangenen gemaakt. Het aantal mond- en kaakverwondingen was vergeleken met het westelijk front ook daar aanzienlijk. De moderne oorlogvoering met het machinegeweer, de bombardementen door grote kanonnen, het gifgas en de vlammenwerper werd op een industriële wijze gevoerd (Toebosch, 2014). De verwondingen in deze oorlog waren dan ook niet te vergelijken met individuele steek-, stoot- en schotwonden die de soldaten opliepen tijdens de bewegingsoorlogen van de Napoleontische veldslagen (en de oorlogen tot 1850), al was de kans op overleven toen gering vanwege de stand van de geneeskunde. De industriële aanpak van de Grote Oorlog leidde ertoe dat bijvoorbeeld een enorm aantal Britse artsen, uiteindelijk 13.000, toezicht hadden op meer dan 600.000 bedden aan beide zijden van Het Kanaal. Op die bedden werden Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 547 Koole R. De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Ned Tijdschr Tandheelk 2014; 121: 547-552 doi: 10.5177/ntvt.2014.11.14187 Inleiding 121 | november 2014 Koole: De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Afb. 1. De behandeling van kaakfracturen rond de eeuwwisseling: hoofdverband met kinkap (Bruhn). 9 miljoen (!) zieken en gewonden in de jaren 1914-1918 behandeld. Dit zijn getallen die elk voorstellingsvermogen te boven gaan (Van Bergen, 2006). Van algemene chirurgie naar mondziekten, kaaken aangezichtschirurgie De ontwikkeling van de tandheelkunde vanuit de geneeskunde met Ambroise Paré (1515-1590), Pierre Fauchard (1678-1761) en John Tomes (1815-1895) is historisch gezien geaccepteerd. Echter, de ontwikkeling in de algemene chirurgie naar belangstelling voor de chirurgie van de mond, kaak én in het bijzonder de fractuurleer is merkwaardig schoksgewijs verlopen. Ge s c h i e d e n i s e n t a n d h e e l k u n d e In zowel de Verenigde Staten als Europa waren het algemeen chirurgen, (Garretsen, Hullihen, Brophy, Perthes, Küttner, Garré, Bruhn) die tandarts waren (of later werden), die belangstelling hadden voor de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie en veelvuldig publiceerden over de resultaten van hun behandelingen (Stoelinga, 2006). De Haarlemse tandarts dr. M.J.F. Schutte beschreef in 1900 in zijn monografie ‘Pathologie en therapie der fracturen van onder- en bovenkaak’ de wonderlijk tot stand gekomen werkverdeling tussen chirurgen en tandartsen en de wijze waarop de fracturen van de kaak werden behandeld: uitgebreide kaakbreuken door de chirurgen; beperkte processus alveolaris-fracturen door de tandartsen. Uiteindelijk werkten rond de eeuwwisseling chirurgen én tandartsen samen in een ‘teambehandeling avant la lettre’ bij de behandeling van kaakfracturen (Schutte, 1900). In de Oostenrijks-Hongaarse Oorlog (1848-1849), de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) en de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) ontstond door de verandering van oorlogvoering een ander verwondingspatroon. Die verandering zette door in de Grote Oorlog die op een industriële wijze werd gevoerd met inzet van vooral mitrailleurs en artillerie. Een gevolg hiervan was dat niet alleen de aard en omvang van de verwondingen veranderde, maar ook dat het aantal gelaatsletsels zo immens was (20% van het totale aantal 15 miljoen gewonden), dat aan het front en in de lazaretten de gewonden werden verzorgd door chirurgen en tandartsen. Er werden ‘Kiefer Stationen’ ingericht en ‘Special Centres for Reparative Surgery’, waarmee het ontstaan van het specialisme mondziekten, kaak, en aangezichtschirurgie eigenlijk een feit was (Bruhn, 1916; Esser, 1935; Ganzer, 1943; Stoelinga en Williams, 2012). Huidige toepassingen In het huidige specialisme mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie zijn nog toepassingen aan te wijzen die zijn Afb. 2. De gezichtsverwonding uit Eerste Wereldoorlog Afb. 3. Spalken met pelotte-obturator waarop de intraorale Afb. 4. Schuin laterale röntgenopnamen van de ten gevolge van mitrailleurvuur en granaatsplinters verschuifplastieken werden gepositioneerd en gehecht kaak voor en na bottransplantatie uit de crista (Ganzer). (Ganzer). iliaca. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 548 121 | november 2014 Koole: De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Ge s c h i e d e n i s e n t a n d h e e l k u n d e Afb. 7. Schotverwonding en reconstructie met intra- en extraorale verschuifplastieken, crista iliaca transplantaat en overkappingsprothese op implantaten. Situatie na meerdere chirurgische behandelingen ( 2014). Afb. 5. De biological temporalisflap (1916) van Esser. ontstaan in de Eerste Wereldoorlog. Het gebruik van kinkappen en hoofdgipsverbanden was al regel in de fractuurbehandeling rondom de eeuwwisseling (afb. 1) en werd in 1914-1918 veelvuldig toegepast, maar bleek bewerkelijk en onvoldoende stabiel. Draadligaturen, met pelotten rondom de tandbogen, werden in combinatie toegepast om kaakbotstukken te fixeren. Het gebruik van geprefabriceerde dentale spalken zoals beschreven door Hauptmeyer (1916), werd geïntroduceerd vanwege de grote aantallen kaakfracturen. Ook banden en buizen, gefixeerd op de molaren en andere ingenieuze apparaten, stabiliseerden de kaken. band. Vanwege de grote defecten die ontstonden door de brisantbommen, mitrailleurvuur en granaatsplinters werden transpositielappen in het mond-, kaak- en aangezichtsgebied ontwikkeld (afb. 2). Obturatoren van rubber of zink vulden de defecten van de kaak op, daarop werden de intraorale verschuifplastieken en andere ontwikkelde lappen gelegd en gehecht ter reconstructie van de grote wekedelendefecten in het aangezicht (afb. 3). Wanneer de weke delen waren geheeld, werd de mandibula gereconstrueerd met vrije bottransplantaten uit de crista iliaca of de tibia (afb. 4). (Lindemann, 1917). De tandarts Hugo Ganzer (1943) beschreef in zijn boek ‘Die Kriegsverletzungen des Gesichts und Gesichtsschädels’ plastieken vanuit het voorhoofd. Door Esser (1935) werd in 1916 een gesteelde ‘biological flap’ ontwikkeld. Deze arts en tandarts kwam, na een kortstondig verblijf in 1914 in de chirurgische kliniek van professor Laméris te Utrecht en een spoedcursus oorlogschirurgie in Parijs, terecht in de hoofdstad van Moravië (Oostenrijk-Hongarije), in wat toen het grootste hospitaal van de wereld was (Sillevis Smit et al, 2006). Het ziekenhuis had 3.600 bedden en zijn functie omschrijft hij later in zijn boek ‘Biological or artery flaps of the face’ als ‘surgeon-in-chief’. Esser werkte daarna nog in Wenen, Boedapest en Berlijn. Hij verrichtte meer dan 10.000 operaties met biological flaps en schreef in het voorwoord van zijn boek dat hij zich gerechtvaardigd voelt om te spreken van een lap die zijn waarde heeft bewezen (afb. 5) (Esser, 1935). De door Ganzer beschreven intraorale verschuifplastieken worden nog veel toegepast (afb. 6). Voor de intermaxillaire fixatie van kaakfracturen zijn er nu brackets en botankers voorhanden, maar de indertijd ontwikkelde geprefabriceerde dentale spalk, vastgezet met staalligatuur aan de gebitselementen is nog steeds een veelvuldig gebruikte methode. Ook de vrije bottransplantatie uit de crista iliaca wordt nog veel toegepast en dankzij de huidige antibiotica is het slagingspercentage ongetwijfeld hoger dan tijdens de oorlogschirurgie in de lazaretten (afb. 7). Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 549 Afb. 6. Voorbeeld van intraorale palatinale verschuifplastiek met wondver- 121 | november 2014 Koole: De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Ge s c h i e d e n i s e n t a n d h e e l k u n d e ken, nadat hij, bekend met de tandheelkundige afdruktechnieken, de wond met guttapercha had afgedrukt. In de Amerikaanse pers werd dit wel de ‘meest waardevolle bijdrage aan de plastische chirurgie gedurende de Eerste Wereldoorlog’ genoemd (Esser, 1935). Esser noemde zijn vak echter ‘structive surgery’, de Angelsaksische benaming werd ‘plastic surgery’ en in Duitsland gebruikte men de naam ‘Mund-, Kiefer-, und Gesichtschirurgie mit Plastische Operationen’ voor het nieuwe specialisme, dat zijn oorsprong vond gedurende de oorlogsjaren 1914-1918. Discussie Volgens sommige medici is oorlog ‘de leermeester van de chirurgie’. De enorme aantallen gewonden én de tijdsdruk waaronder men moest werken, prikkelden de fantasie van de chirurgen en zette aan tot creativiteit! Anderen, zoals de Nederlandse medisch historicus L. van Bergen, zijn echter uiterst kritisch over het vermeende nut van oorlog voor de geneeskunde (1998). In zijn artikel ‘De Eerste Wereldoorlog en de vooruitgang in de geneeskunde’ stelt Van Bergen (2006) dat de Eerste Wereldoorlog weliswaar heeft gezorgd voor een enorme uitbreiding van kennis over de kaakchirurgie/plastische chirurgie, maar dat bepaalde aandoeningen alleen in oorlogssituatie veelvuldig voorkomen en niet in de civiele maatschappij. Van Bergen illustreert dit met het voorkomen van de zogenoemde ‘loopgraafmond/ voet’ in de Eerste Wereldoorlog, die ontstonden vanwege de erbarmelijke omstandigheden in de loopgraven. Speciaal geldt dit voor het optreden van gasgangreen, dat vóór de Eerste Wereldoorlog en ná de Eerste Wereldoorlog niet meer voorkomt vanwege het ontbreken van die heel specifieke omstandigheden. De civiele geneeskunde werd er nooit mee geconfronteerd. Evenzo geldt dit voor de omvang van het gelaatsletsel uit de Eerste Wereldoorlog (Van Bergen, 2008). De discussie of ‘oorlog de leermeester is van de chirurgie’ blijft uiterst actueel (intermezzo 1). Afb. 8. Voorhoofdslap bij intraoraal defect ten gevolge van een wangcarcinoom (met dank aan dr. R.J.J. van Es). Afb. 9. ‘Bucket handle flap’ = biological flap van Esser (met dank aan dr. R.J.J. van Es). Wanneer om welke redenen dan ook de vrije gevasculariseerde transplantatietechnieken in de moderne chirurgie niet kunnen worden toegepast, wordt nog wel eens naar de voorhoofdslap of bilaterale temporalislap uitgeweken (afb. 8 en 9). Een lap uit het voorhoofd wordt nog steeds gebruikt voor herstel van de uitwendige neus! Gebaseerd op de nalatenschap van Esser wordt tegenwoordig nog een techniek gebruikt om retentie te zoeken voor de volledige gebitsprothese bij een ernstig atrofische bovenkaak waarbij geen bottransplantaties en implantologische technieken kunnen worden gebruikt. Met deze ‘buccal inlay’-techniek wordt een afdruk van de omslagplooi, nadat deze chirurgisch is verdiept en waarbij een huidtransplantaat om deze afdruk wordt gewikkeld, in de verdiepte omslagplooi ingehecht, opdat een geëpithelialiseerde ruimte ontstaat waar de rand van de gebitsprothese retentie kan vinden (afb. 10) (Egyedi, 1981). Esser ontwikkelde deze inlaytechniek in Eerste Wereldoorlog om grote wondoppervlakken met een huidtransplantaat te bedek- Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde Conclusie De Grote Oorlog, oercatastrofe van de twintigste eeuw, die zijn beginpunt had in de zomer van 1914, heeft de geschiedenis van voornamelijk Europa bepaald in de twintigste eeuw (Mak, 2014). Op het grensgebied geneeskunde en tandheelkunde heeft het geleid tot het ontstaan van het vakgebied ‘Mund-, Kiefer- und Gesichtschirurgie’, zoals dat in Centraal-Europa werd genoemd. In Nederland, neutraal gebleven in de Grote Oorlog, werd in 1919 dr. H. de Groot, keel,- neus- en oorarts (officier van gezondheid in het Militair Hospitaal te Utrecht) benoemd tot lector in de Mondheelkundige Diagnostiek en 550 121 | november 2014 Koole: De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Ge s c h i e d e n i s e n t a n d h e e l k u n d e gie van mond en kaak een stap voorwaarts maken, omdat de gewonde soldaat recht had op behandeling. Een feit blijft dat de huidige kaakchirurgie in geval van trauma zijn basis heeft in de technieken die toentertijd zijn ontwikkeld. Bij oncologische resectie en reconstructie kan soms op die technieken teruggegrepen worden als vrij gevasculariseerde reconstructie niet (meer) mogelijk is. Literatuur * Andriessen JHJ. De Eerste Wereldoorlog in foto’s. Lisse: Rebo Productions, 2002: 11-12. * Funnekotter B. De Duitsers dachten dat de Britten hen wilden vernietigen (interview historicus Sönke Neitzel. In: NRC Special ‘Eerste Wereldoorlog 100 jaar; De Grote Oorlog is niet voorbij’: 4-5. NRC Afb. 10. ‘Buccal inlay’-techniek (Egyedi, 1981). Handelsblad, 28 juni 2014a. * Funnekotter B. Het is allemaal de schuld van…. In: NRC Special ‘Eerste Kaakchirurgie aan het Tandheelkundig Instituut der Rijks Universiteit Utrecht, waarmee het latere specialisme in Nederland begon. Wassmund (1892-1956), bekend van zijn ‘Lehrbuch der praktischen Chirurgie des Mundes und der Kiefer’ concludeerde in zijn voorwoord dat “Der Kieferchirurg muss darum gleichzeitig ein guter Chirurg und ein erfahrener Zahnartz sein. Vollendete Ergebnisse können auf diesem Gebiet erst erzielt werden, wenn ärztliches Wissen und chirurgisches Können, sowie zahnärtzliche Kenntnis und Geschikcklichkeit in einem Kopf und einer Hand vereinigt sind. Dann ist die Einheitlichkeit und geradlinige Durchführung des Behandlungsplanes bei den oft sehr schwierigen Aufgaben der Kieferchirurgie am besten gewährleistet.” (Wassmund, 1935). Kortom, kennis en vaardigheid uit de geneeskunde en tandheelkunde verenigd in één persoon. Wereldoorlog 100 jaar; De Grote Oorlog is niet voorbij’: 6-7. NRC Handelsblad, 28 juni 2014b. * Bergen L van. Het vermeende nut van oorlog voor de geneeskunde. De As, anarchistisch tijdschrift 1998; 122/123; 11-20. * Bergen L van. Mens of monster? Plastische chirurgie en de Eerste Wereldoorlog. Streven 2008; 75: 898-907. * Bergen L van. De Eerste Wereldoorlog en de vooruitgang in de geneeskunde. Maarn: Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog, 2006. Geraadpleegd op: http://www.ssew.nl/de-eerste-wereldoorlogvooruitgang-geneeskunde. * Bruhn C. Zur Indikationsstellung für die Anwendung der verschiedenen Kieferstützapparate I. In: Bruhn C. Die gegenwärtigen Behandlungswege der Kieferschussverletzungen II/III. Wiesbaden: J.F. Bergmann Verlag, 1916: 63-112. * Egyedi P. Tussen kies en kaak: verhalen uit het grensgebied tussen mond- en tandheelkunde. Utrecht: Bohn, Scheltema & Holkema, 1981. * Esser JFS. Biological or artery flaps of the face. Monaco: The Editor of Slot De naamgeving van het huidige specialisme mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie in Europa en de Verenigde Staten, de totstandkoming van wet- en regelgeving voor het specialisme, de opleiding (arts, tandarts of beide) houden verband met de boven beschreven voorgeschiedenis in een land (Stoelinga, 2006; Stoelinga en Williams, 2012). Het houdt in ieder geval de beroepsbeoefenaren in de mkachirurgie, de belendende specialismen én overheden tot op de huidige dag bezig met bevoegdheden en competenties te beschrijven in ieders vakgebied (Stoelinga, 2006). De afgelopen 100 jaar hebben de chirurgische technieken voor het mond en kaakgebied een enorme ontwikkeling doorgemaakt. De oorsprong van die ontwikkeling ligt in de Grote Oorlog. Door de omvangrijke verwondingen in het aangezicht van de soldaten moest de praktische chirur- the “Institut Esser de Chirurgie Structive”, 1935. * Ganzer H. Die Kriegsverletzungen des Gesichts und Gesichtsschädels und die plastischen Operationen zum Ersatz der verlorengegangenen Weichteile und Knochen, mit Besonderer Berücksichtigung der Kieferverletzungen. Nach eigenen Erfahrungen. Leipzig: J. A. Barth Verlag, 1943. * Hauptmeyer F. Zur Behandlung der Schussverletzungen im Bereiche des Gesichtes mit besonderer Berücksichtigung der Läsionen der Kiefer. In: Bruhn C. Die gegenwärtigen Behandlungswege der Kieferschussverletzungen Kieferschussverletzungen I. Wiesbaden: J.F. Bergmann Verlag, 1916: 1-12. * Lindemann A. Neue Erfahrungen über die freie Knochentransplantation. In: Bruhn C. Die gegenwärtigen Behandlungswege der Kieferschussverletzungen II. Wiesbaden: J.F. Bergmann Verlag, 1917: 572-604. * Mak G. De Eerste Wereldoorlog, kan het weer gebeuren? NRC handelsblad (rubriek Opinie & Debat), 21 en 22 juni 2014; 4-5. * Schutte MJF. Pathologie en therapie der fracturen van onder- en Intermezzo 1. Leo van Bergen Voor de geïnteresseerde lezer zijn op de website van Leo van Bergen (medisch historicus) vele (kritische) artikelen van zijn hand te vinden bovenkaak. Utrecht: Van der Heide & Leijdenroth, 1900/Amsterdam, J.G. Stemler, 1900). * Sillevis Smit SH, Visscher JGAM de. Johannes FS Esser, mond-, kaak- over de Eerste Wereldoorlog en de geneeskunde. en aangezichtschirurg ‘avant la lettre’. In: Stoelinga PJW (red.). Vijftig Webadres: www.leovanbergen.nl jaar aan de kaak gesteld. Nederlandse Vereniging van Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, 2006: 19-25. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 551 121 | november 2014 Koole: De Grote Oorlog 1914-1918 en de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Ge s c h i e d e n i s e n t a n d h e e l k u n d e * Spiering H. De Eerste Wereldoorlog snel verteld. In: NRC Special ‘Eerste Wereldoorlog 100 jaar; De Grote Oorlog is niet voorbij’: 8-9. NRC Handelsblad, 28 juni 2014. * Stoelinga PJW. De internationale geschiedenis van de kaakchirurgie. In: Stoelinga PJW (red.). Vijftig jaar aan de kaak gesteld. Nederlandse Vereniging van Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, 2006: 9-19. * Stoelinga PJW, Williams JLl. 50 Years of IAOMS. The Development of the Specialty. Illionois: International Association of Oral and Maxillofacial Surgergeons, 2012. * Toebosch T. Wonderwapens boven de loopgraven. NRC Handelsblad, 11 juli 2014: 10-11. * Wassmund M. Vorwort. In: Wassmund M. Lehrbuch der praktischen Chirurgie des Mundes und der Kiefer 1. Leipzig: Verlag von Hermann Meusser,1935. Summary The Great War 1914-1918 and oral and maxillofacial surgery One hundred years ago the Great War, also known as the first world war, started. Historians consider the attack on the Austrian Archduke Franz Ferdinand on June 18, 1914 as the cause of the catastrophe. The initial war of movement turned into a ‘Sitz Krieg’, trench warfare. Many hundreds of thousands of military casualties were treated for a wide variety of facial wounds that resulted from the conflict. The origin of the specialisation oralmaxillofacial surgery is considered to be a consequence of these treatments. Several treatments dating from the first world war are still in use, such as the application of the ‘dental splint’ in fracture treatment, intra-oral transposition flaps for sealing small injuries and bone transplants from the iliac crest to restore defects of the jaw. In the Netherlands, which was neutral, experiences from the Great War were retained by the appointment in 1919 of a Lecturer in Oral Diagnosis and Oral Surgery at the University of Utrecht. Bron R. Koole Uit de zorgeenheid Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie/ Bijzondere Tandheelkunde van het Universitair Medisch Centrum Utrecht Datum van acceptatie: 15 augustus 2014 Adres: prof. dr. R. Koole, Universitair Medisch Centrum Utrecht, zorgeenheid Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie/Bijzondere Tandheelkunde, postbus 85500, 3508 GA Utrecht [email protected] Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 552 121 | november 2014