Doorlopende leerlijn Economie (PO-havo/vwo) primair onderwijs havo/vwo onderbouw havo/vwo bovenbouw 1. Schaarste 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. Economie: Domein B, Schaarste: maken van keuzes uit beperkte middelen. 2. Ruil n.v.t. 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. Economie: Domein C, Ruil: 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 44: De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken zijn. 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. 47: De leerling leert actuele spanningen, conflicten en oorlogen in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien. Economie: Domein D, Markt Subdomeinen Vraag en aanbod, Toetreding: Sectoren Vakkernen 3. Markt 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. budgetteren; internationale arbeidsdeling. over consumenten- en producentengedrag. Subdomein Marktstructuur: over volkomen concurrentie, monopolie, oligopolie, prijsdiscriminatie. Subdomein Welvaart en economische politiek: streven naar maximaal consumenten- dan wel producentensurplus (maatschappelijke welvaart, Pareto- efficiënte situatie); over o.a. de rol van de overheid: prijsregulering, toezichthouders op markten, invloed belastingen en subsidies op verdeling consumenten- en producentensurplus, concurrentiebeleid, doelmatigheid versus rechtvaardigheid in de politiek. Verplichte contexten: Arbeidsmarkt, Innovatie en O&O, Handelsliberalisatie: wereldhandel (keuzes en ruil op mondiaal niveau), mogelijke gevolgen van uitbreiding vrijhandel voor consumenten(surplus) en producenten(surplus). 4. Ruilen over de tijd 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 43: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.. Economie: Domein E, Ruilen over de tijd Subdomein Gezinnen ruilen over de tijd: o.a. over: waarom en wanneer gezinnen sparen en lenen: prijs en financiële gevolgen van sparen en lenen; de invloed van inflatie op sparen en lenen. Subdomein De overheid ruilt over de tijd, o.a. over: staatsschuld, inkomsten en uitgaven van de overheid; dilemma’s bij keuze pensioenvoorziening op basis van omslagstelsel of kapitaaldekkingsstelsel (verplichte context: pensioenen, o.a. AOW: omslagstelsel en (verplichte) solidariteit). Subdomein Ondernemingen ruilen over de tijd: over o.a.: balans, voorraad en stroomgrootheden. Overige verplichte contexten: Huis en hypotheek, Onderwijs en menselijk kapitaal. 5. Samenwerken en onderhandelen 6. Risico en informatie 36: De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger. 39: De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. n.v.t. 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 44: De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken zijn. 45: De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. 47: De leerling leert actuele spanningen, conflicten en oorlogen in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien. Economie: Domein F, Samenwerken en onderhandelen Bij conflicterende belangen kunnen samenwerken en onderhandelen meer resultaten opleveren dan alleen het eigen belang na te streven. Dit domein gaat o.a. over: 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 43: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.. Economie: Domein G, Risico en informatie Subdomein Risico en verzekeren, over: samenwerken en samenwerkingsdilemma’s; gevangenendilemma en enkele aspecten van speltheorie, w.o. Nash evenwicht. Verplichte contexten: Prijzenoorlog, Cao-onderhandelingen (o.a. de rol van collectieve dwang en zelfbinding), Europese integratie (o.a. de rol van het gevangenendilemma in transacties tussen lidstaten EU), Maatschappelijk verantwoord ondernemen (productie nu combineren met behoud van productiemogelijkheden in de toekomst; prioriteit van duurzaamheid van produceren boven winstgevendheid op korte termijn). risico- avers gedrag, afwegen kosten en risico’s, relatie verzekeren en solidariteit, motieven voorschrijven verplichte solidariteit, averechtse selectie, moreel wangedrag. Subdomein Effecten van asymmetrische informatie Subdomein: Risico en beleggen: mate van risico en invloed van rente. Subdomein Risico in bedrijf: vreemd en eigen vermogen, onderpand, bedrijfsvormen. Verplichte contexten: Sociale zekerheid (collectieve risicolast, individuele verantwoordelijkheid of een mix?), Faillissement en aansprakelijkheid, Privatisering. 7. Welvaart en groei 8. Goede tijden, slechte tijden 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 36: De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger. 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 43: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.. 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. Economie: Domein H, Welvaart en groei: over de oorzaken van economische groei en de verdeling van welvaart op nationaal en mondiaal niveau Subdomein Welvaart: 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 44: De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken zijn. 45: De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. Economie: Domein I, Goede tijden, slechte tijden Subdomein Conjuncturele verschijnselen: o.a. over: het BBP, de Lorenzcurve, verschillende belastingstelsels, relatie belastingstelsel en gewenste mate van inkomensongelijkheid; waarom Lorenzcurves kunnen verschillen tussen landen. Subdomein Groei: o.a. over: structuurontwikkeling en groei van het BBP, verschillende inkomenscategorieën en categorale inkomensverdeling; productiviteitsverschillen tussen landen, convergentie en divergentie ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen. totstandkoming wisselkoersen; invloed loonniveau, arbeidsproductiviteit en inflatie op internationale concurrentiepositie en daarmee op betalingsbalans en wisselkoers; 'vraag en aanbod, prijsvorming, koopkracht, inflatie en deflatie, werkgelegenheid, uitkeringen. Subdomein Registratie van de conjunctuur: conjunctuurindicatoren, nominale en reële economische groei, trendmatige groei. Subdomein Conjunctuurbeleid: anticyclisch en pro- cyclisch conjunctuurbeleid; dempende invloed van ingebouwde stabilisatoren; rol van Centrale Banken en de Europese Centrale Bank (zie ook: verplichte context: ECB en stabiliteitspact).