IEDEREEN IS MUZIKAAL MUSICI EN ONDERZOEKERS OVER EEN OMSTREDEN BEGRIP LIZA MEURS EN FLEUR DE SNOO ‘Iedereen kan typen dus ook een beetje pianospelen,’ zegt de Amsterdamse musicoloog Henkjan Honing. Muzikaliteit is echter een omstreden begrip over de inhoud waarvan musici en onderzoekers van mening verschillen. Volgens de een is muzikaliteit een gave, terwijl volgens de ander iedereen in wezen muzikaal is. P eter Desain, werkzaam aan het Nijmeegs Instituut voor Cognitie en Informatie (NICI), doet al jaren onderzoek naar muziek. Hij brengt het grootste deel van zijn dag door een donkere, maar levendige kelder. Temidden van zelfstandig spelende vleugels, geluidsdichte muziekcellen, computers en digitale drumstellen probeert hij erachter te komen hoe ons muzikale brein in elkaar steekt. Dagelijks spelen getalenteerde musici ingewikkelde muziekstukken op deze muziekinstrumenten om Desain te helpen bij zijn zoektocht. Is het talent van deze musici aangeboren of hebben zij gewoon veel getraind? maakt, heeft dus meteen een muzikale voorsprong: hij hoort elke dag muziek of hij dat nou wil of niet. ‘Iedereen heeft gevoel voor muziek en beschikt over een zogenaamde muzikale antenne, maar als hij niet aanstaat, heb je er niets aan.’ De antenne werkt alleen op volle kracht als er een muzikaal omgeving is. AANGEBOREN BEGAAFDHEID E r zijn ook musici die vinden dat muzikaliteit als begrip niet goed hanteerbaar is. Zo iemand is de componist Pieter Bakker. ‘Onder muzikaliteit wordt zoveel verstaan dat het begrip eigenlijk niets betekent.’ Bakker meent bijvoorbeeld dat bijna iedereen zuiGEORGANISEERD GELUID verheid, maar ook structuur in muziek kan horen. Dit is te verklaren at is muziek eigenlijk? Over de precieze definitie van het be- door bepaalde frequentieverhoudingen binnen een samenklank of grip muziek zijn de meningen verdeeld. Desain is van me- tussen opeenvolgende samenklanken welke geregistreerd worden ning dat muziek ‘georganiseerd geluid’ is. Deze definitie is dus door de hersenen. ‘Bij wat iemand tot een goede musicus maakt zeer breed. Desain bedoelt hiermee dat onder muziek alle soorten komt echter heel wat kijken. Behalve gevoel voor zuiverheid is er ook het geheugen dat aan klank en gecomponeerd geluid vallen. Hier reaan motoriek gekoppeld is, een bekent hij zelfs elektronische compilapaalde motorische aanleg, doorzetties onder die gemaakt zijn door een tingsvermogen, enzovoorts. Heel vercomputer. schillende dingen dus.’ Een andere inhoud van het begrip De Van Dale geeft een andere definimuziek geeft Henkjan Honing die tie van muzikaliteit, waar zowel werkzaam is bij de Music Cognition Manneke als bijvoorbeeld John Group. Hij vindt niet dat muziek in Slobeda, werkzaam aan de Britse de eerste plaats geluid is. Muziek is Keele University, zich niet in kunnen volgens hem meer de manier waarop vinden. ‘De aangeboren begaafdheid we luisteren naar geluid. Onze herseom ritmische en melodische elemennen spelen daarbij een belangrijke ten te verstaan en uit te drukken,’ is rol. Muziek is daarbij anders dan volgens het woordenboek muzikalitaal. Muziek heeft geen duidelijk alteit, wat impliceert dat, omdat het fabet en geen symbolische tekstuele kennelijk om een bijzondere gave opdeling. Verder is muziek, veel gaat, slechts een selecte groep bemeer dan taal, gerelateerd aan het geschikt over een muzikale gave. Sloheugen. ‘Al het geheugen komt terug beda meent juist dat een uitmuntend als je een stukje muziek hoort, zoals muzikant geen aangeboren talent je dat ook hebt bij geuren.’ heeft voor muziek. Volgens hem is Daan Manneke, verbonden aan het het een mythe dat uitzonderlijke muConservatorium van Amsterdam, dizikale prestaties afhankelijk zijn rigent van het Cappella koor Breda van de zeldzame, aangeboren, geneen componist, verstaat onder muzitisch bepaalde eigenschap ‘talent’. kaliteit de ontvankelijkheid voor muDe enige genetische factor die volziek. ‘Muzikaliteit is een soort angens Sloboda meespeelt om op muzitenne voor muziek. Dat hoeft niet te kaal gebied beter te presteren, is een betekenen dat iemand een drumstel aangeboren lichamelijk voordeel. Dit of piano moet kunnen bespelen, maar PAGINA UIT PLENUM VOOR DUBBELKOOR, OBLIGATE HARP EN ORKEST VAN DAAN kan bijvoorbeeld een grote spandat hij gevoel heeft voor muziek. EMENANNEKE wijdte van de hand zijn die van pas Kortom, een persoon moet er ontvankelijk voor zijn.’ Manneke meent echter dat bij iedereen een zekere kan komen bij moeilijke pianostukken. Bakker ziet dit totaal anontvankelijkheid voor muziek aanwezig is. Hij hecht hierbij veel ders: ‘Dat genetische factoren geen rol zouden spelen, vind ik een waarde aan het muzikale klimaat. Hier bedoelt hij mee dat iemand absurd standpunt van een verouderde school van psychologen. Zij alleen zijn muzikaliteit ontwikkelt als hij veel met muziek bezig is. geloven dat de geest van een pasgeboren mens een tabula rasa is. Iemand die in een familie geboren wordt waar muziek wordt ge- Een ideologische stellingname die wetenschappelijk op niets geba- W KUNST EN WETENSCHAP 33 seerd is. Dan is er nog een zekere artistieke aanleg. Die heb je of die heb je niet. Geen opleiding die daar wat aan kan doen.’ OMGEVING M aar als muzikaliteit niet genetisch bepaald zou zijn, waar komt zij dan vandaan? Sloboda bepleit de gedachte dat muzikale prestaties gebaseerd zijn op een fundamentele aanleg die al na de geboorte bij vrijwel alle mensen aanwezig is. Iedereen heeft volgens hem dus aanleg voor muziek. Deze aanleg moet zich echter nog wel verder ontwikkelen door omgevingsinvloeden. Een zeer bepalende factor voor een goede muziekbeoefening is dan ook een vroege kennismaking met muziek. Die kan al starten in de baarmoeder aangezien het embryonale gehoorsysteem al vroeg in de zwangerschap bijna volgroeid is. Ongeboren kinderen die via luidsprekers op de buik van de moeder muziek te horen krijgen, zijn bijvoorbeeld al in staat deze muziek na de geboorte te herkennen. Een goede motivatie en goed onderwijs zijn andere factoren die bepalend zijn voor een goede muziekbeoefening. Muziekonderwijs kan altijd beter. Peter Desain doet op dit moment dan ook onderzoek naar de verbetering van leermethoden voor musici. Hij is bezig een computerprogramma te ontwikkelen dat musici helpt om hun vertolking meer expressie te geven. Een goede muziekbeoefening is immers veel meer dan het spelen van de juiste noten. Pas wanneer een muzikant zijn gevoel in de muziek legt, wordt de luisteraar echt geraakt. Het programma van Desain maakt het mogelijk dat studenten op een beeldscherm kunnen zien met wat voor karakter zij een muziekstuk spelen. Dat kan swingend zijn, droevig of zelfs hakkelig. Het doel van het programma is dat muziekstudenten leren hun muzikale vaardigheden beter te trainen en te beheersen. Elke week komen er conservatoriumstudenten in zijn lab, waarDesain intensief aan de slag gaat. De studenten krijgen dan een voorbeeldfragment te horen van bijvoorbeeld swingende muziek. Vervolgens proberen ze het fragment zo goed mogelijk na te spelen. Het programma van Desain beoordeelt daarna of ze het gevraagde muzikale karakter goed hebben geïmiteerd. Dit muziekprogramma vervangt eigenlijk gedeeltelijk een muziekdocent. Een muziekdocent geeft namelijk ook voortdurend aanwijzingen hoe een student een muziekstuk beter kan spelen met metaforen als ‘speel eens met wat meer vuur’. Thuis moeten de muziekstudenten echter zonder de steun van hun docent verder. Dat kan voor hen lastig zijn en het programma is dan een goede tussenoplossing. Studenten zijn dan ook zeer enthousiast. Ze merken dat ze door het computerprogramma vooruitgaan en steeds beter expressie in hun muziek kunnen leggen. maken namelijk veel moeilijker dan luisteren naar muziek. Zo herkent vrijwel iedereen een jazzpianist ook al speelt hij Bach. Zeer weinig mensen kunnen echter een stuk van Bach foutloos uitvoeren op de piano. Honing toetst zijn theorie door middel van een internetexperi ment waarmee hij de relatie tussen timing en tempo onderzoekt. ‘Als je een film iets sneller afdraait, zie je meteen dat mensen raar lopen.’ Honing vraagt zich af of mensen ook bij muziek kunnen horen of een uitvoering origineel is of vertraagd of juist versneld. Honing maakte bij zijn experiment gebruik van drie verschillende genres: pop, klassiek en rock. Per genre zette hij een groot aantal muziekfragmenten op het internet die steeds bestonden uit twee verschillende uitvoeringen: een originele en een versnelde of vertraagde. De luisteraar moest aangeven welk van de fragmenten de originele was. De resultaten waren opmerkelijk: tachtig procent van de luisteraars bleek in staat te zijn het originele fragment aan te kunnen wijzen. Slechts twintig procent van de luisteraars kon dit niet. Opvallend is dat musici niet beter scoorden dan niet-musici. Honing noemt hiervoor als oorzaak dat musici vaak probeerden de fragmenten te veel te analyseren met hun parate muzikale kennis. Hierdoor wezen zij juist het verkeerde fragment aan als origineel. Een bepalende factor voor een goede score bleek echter ervaring met het luisteren naar een specifiek genre te zijn. Een rock-fan presteerde beter bij de rockfragmenten, een liefhebber van klassieke muziek scoorde daarentegen beter bij de klassieke fragmenten. Uiteindelijk wil Honing met de verzamelde gegevens een luisterende machine maken die net zo reageert op muziek als een mens. Hij heeft al een mechanisch schoentje gemaakt dat, net als bij een mens, even twijfelt als het ritme verandert en dan weer mee gaat stampen. B Op het gebied van de muziekwaarneming valt nog veel te onderzoeken. Zo willen zowel Honing als Desain in de toekomst meer onderzoek verrichten naar muziek en emotie. Honing verwoordde hun nieuwsgierigheid zeer concreet: ‘Als mensen droevig zijn, zetten ze droevige muziek op om nog droeviger te worden, dat is toch vreemd?’ Honing vindt dat je het kiezen van de juiste muziek om je stemming te reguleren ook muzikaliteit kunt noemen. Muzikaliteit blijft echter een omstreden begrip. Toch zijn musici en onderzoekers het er in het algemeen over eens dat iedereen in meer of mindere mate muzikaal is. In theorie zou iedereen dan inderdaad kunnen leren pianospelen. DEFINITIE D esain vindt, evenals trouwens Bakker, dat muzikaliteit een slecht gedefinieerd begrip is. ‘Muzikaliteit bestaat uit een goede motoriek en een goede waarneming.’ Volgens Desain zijn bepaalde onderdelen van muzikaliteit te meten. Zo kun je bijvoorbeeld meten of iemand een ritme kan naklappen. De één heeft hiervoor meer aanleg dan de ander. ‘Echter veel belangrijker vind ik een lange trainingstijd.’ Desain is het eens met Honing dat iedereen muzikaal is. ‘Iedereen heeft het in zich om muzikaal te zijn, maar je wordt er niet mee geboren. Je wordt pas muzikaal door veel te oefenen en veel te luisteren.’ Als je niet goed leert luisteren kun je bijvoorbeeld nooit een onderscheid leren maken tussen verschillende ritmes. Desain is een goed voorbeeld van iemand die over een goed muzikaal waarnemend vermogen beschikt zonder dat hij zelf een muziekinstrument kan bespelen. Dit sluit aan bij de theorie van Henkjan Honing die meent dat iedereen muzikaal is als het tenminste gaat om het luisteren naar muziek. ‘De muzikaliteit van mensen zit in de waarneming,’ aldus Honing. Volgens hem is muziek 34 KUNST EN WETENSCHAP L. Meurs is studente Geschiedenis en Journalistiek aan de Universiteit Leiden. F. de Snoo is studente Klassieke Talen en Journalistiek aan de Universiteit Leiden.