Auteur: Roeland Vrolijk www.nieuwgeluid.noordhoff.nl isbn: 978-90-01-81543-1 © 2013 Noordhoff Uitgevers bv Hoofdstuk 8 Recht doen aan muzikale verschillen Paragraaf 8.1 Variëren in oriënteren, b egeleiden en evalueren In deze paragraaf gaan we eerst in op de binnenmuzikale en buitenmuzikale werkvormen. Binnenmuzikale werkvorm: zijn de muziekactiviteiten die voortkomen uit de domeinen met KVB-aspecten. Om de muziekles zo goed en muzikaal mogelijk in te vullen, willen we dat je de muziek zelf gebruikt om muziek uit te leggen. Buitenmuzikale werkvorm: Je kunt deze beschouwen als niet direct muzikale activiteiten. Het zijn activiteiten die je ook bij andere vakken kunt gebruikt. We denken onder meer aan: • • • muziek koppelen aan een beeld of verhaalfragment tekenen, proza of poëzie schrijven diverse vormen van media inzetten: zoals tekst, video, audio en beeld et cetera. Oriënteren en muziek Het oriënteren op een bepaalde muziekactiviteit heeft een voorbereidende functie. Door de kinderen te oriënteren op een bepaald muzikaal onderwerp of een domein raak je een element ervan. Je zult niet snel direct op de inhoud ingaan. Begeleiden en muziek Nadat de kinderen in de oriëntatie zijn voorbereid op de kern van de les, kunnen we kiezen voor het begeleiden van kinderen. Deze vorm van onderwijs suggereert een volgende rol van de docent. Daarmee bedoelen we dat het kind actief is en dat de leraar het kind volgt (op afstand). In de fase van het begeleiden zien we vaak pure binnenmuzikale werkvormen. Evalueren en muziek Een andere mogelijkheid om verdieping te zoeken in muziek is het evalueren van een activiteit. Onder evalueren verstaan we het volgende: De kinderen en de leerkracht verzamelen, interpreteren en presenteren muzikale leerinhouden teneinde de waarde van het resultaat of proces te bepalen. Samenvatting - hoofdstuk 8 | 1 Auteur: Roeland Vrolijk www.nieuwgeluid.noordhoff.nl isbn: 978-90-01-81543-1 © 2013 Noordhoff Uitgevers bv Paragraaf 8.2 Ideeën van leerlingen en muzikale aspecten Beginsituatie in kaart brengen Wanneer we aan het begin staan van het ontwerpen van onderwijs is het van belang om de beginsituatie in kaart te brengen. Dat houdt in dat we de muzikale voorkennis en muzikale ervaringen op een rij zetten. Structuur binnen de muzikale smaak van jonge mensen Tabel 8.5 Structuur muzieksmaak jongeren van 12 tot 18 jaar (2005) Pop Rock AfroAmCAR Highbrow Dance New urban Top 40 Nederlandse pop Nederlands levenslied Gouwe ouwe Metal Punk Gothic Alternative R&B Hiphop Latin Dancehall Reggae Klassiek Jazz Soul Singsong Lounge Gospel Trance Techno Hardhouse Electro Rai Turkse pop Marokkaanse pop Bron: Switch On 2005, Qrius Research, Amsterdam Paragraaf 8.3 Muziekonderwijs op maat Zoals ieder mens muzikaal is, kan ook ieder mens muziekonderwijs volgen. Dat betekent dat we het onderwijs ook daartoe kunnen inrichten. In deze paragraaf geven we aan hoe muziekonderwijs met behulp van coöperatief leren voor ieder kind toegankelijk kan zijn. Paragraaf 8.4 Muziek en nieuwe media We noemen onder andere het elektronisch schoolbord (activeboards, smartboards en digiborden), maar de mogelijkheden zijn eindeloos. Media zijn middelen met de mogelijkheid tot overdracht en verspreiding
van kennis en informatie, zoals audio, beeld en video. Een bijzondere vorm is multimedia waar gebruikgemaakt wordt van een techniek of toepassing waarin tekst, beeld en geluid geïntegreerd zijn. Het vastleggen van en terugkijken op leermomenten en producten versterkt het leerrendement omdat je vaak niet alles ziet en hoort. Ook beschrijft de paragraaf de mogelijkheden om gebruik te maken van de iPad: Yamaha notestar en garageband. Samenvatting - hoofdstuk 8 | 2