Lehouck Florine Abstract Inleiding Het onderzoek Methode Resultaten Discussie Onderzoek op 2 tijdstippen 283 Nederlandse ‘beste’ vriendschappen Al studies in dit gebied verricht Verklaringen muziek belangrijke rol vroegadolescente vriendschap: ◦ Social Identity Theory (SIT) Sociale identiteit door het behoren tot een bepaalde muzikale voorkeurgroep. ◦ Similarity-attraction Hypothesis (S-AH) & Assortative mating perspective (AMP) Meest aangetrokken door mensen die dezelfde attitudes, waarden, gedragen en karaktertrekken hebben. Delen hele leefwereld. => Jongeren populaire of niet-populaire muziek kiezen om zich al dan niet van anderen te onderscheiden. Hypothese 1: Vrienden tonen gelijkheid in voorkeur voor specifiek muzikale dimensies en in het volledige patroon van muzikale voorkeur Hypothese 2: Specifieke en volledige gelijkheid voorspelt vriendschapsformatie Hypothese 3: Specifieke en volledige muziekvoorkeur voorspelt niet vriendschapsstabiliteit Deelnemers: Personen uit CONAMORE studies Procedure: Invullen reeks vragenlijsten Types vriendschap: vriend benoemen en rekening als tot onderzoek behoort Metingen a.d.h.v. 5-punten Likert schaal & 4 muzikale dimensies Strategische analyse: Randomizeren, multivariate tests Grote muzikale gelijkheid zowel in specifieke als volledige voorkeur in de vroege vriendschapsrelaties ◦ Vanuit SIT: sociale identiteit van muziekgebaseerde groep waartoe behoren ◦ Vanuit S-AT & AMP: aangetrokken door jongeren met gelijke attitudes, waarden, gedragingen, persoonlijkheid… Geen bewijs verandering smaak als vriendschap eindigt Hypothese muzieksmaak belangrijker bij hogere klasse jongeren dan lagere klasse jongeren Niets beweren voor beste vriendschapsrelatie want geen onderzoek verricht op ‘gewone’ vriendschap Toekomstige studies meer metingen in kortere tijdsintervallen & meer focussen op (niet)vriendschap dan ‘beste’ vriendschapsrelatie Geen bewijs voor vriendschapsstabiliteit