Cultuursensitieve diagnostiek en therapie Mei 2009 Dr. Victor Kouratovsky Klinisch psycholoog Kinder- en Jeugdpsycholoog Specialist NIP Wat is Cultuursensitieve diagnostiek en therapie ? • DSM-IV Culture-Bound Syndromes en Outline for Cultural Formulation • Transcultural Psychiatric Section WPA • Kinder- en jeugdpsychiatrie • Cross-cultureel: cultuur, taal en enculturatie • Neuropsychologisch: autobiografisch geheugen, auditief-verbale en het visuele werkgeheugen • who I am is the same as where I belong Onderdelen cultuursensitieve diagnostiek en therapie 1. Etniciteit/ culturele achtergrond: inwikkeling 2. Migratie/ radicale verandering van omgeving 3. Acculturatie: relatie met dominante cultuur – Vaardigheden, Attitude, Kennis Etniciteit /cultuur In hoge mate bepalend voor betekenis van gedrag: • Tot welke groep(en) word je gerekend? • Tot welke groep(en) reken je jezelf? Afhankelijk van: • Uiterlijk, naam, geslacht, • Familie, status, opleiding • Vertegenwoordiging in de samenleving • Taal, enculturatie: gedrag conform aan groepsnormen en waarden Ontwikkeling en inwikkeling • Hechting, autonomie, sociale en cognitieve vaardigheden, identiteit • Invulling radicaal bepaalt door [culturele] omgeving • Enculturatie en ‘the need to belong’ • Inwikkeling als basaal voor holding / containment / identiteit Inwikkeling • • • • Spiegelneuronen Theory of Mind Agency en embodiment Taal en mentaliseren • [Schema’s] Inwikkeling in 3 hoofdlagen Inwikkeling als buffer voor stress Stress Onhanteerbare stress pathologie Def. inwikkeling: De fundamenteel vormende, richtinggevende beinvloeding van de eenling door de fysische en sociale omgeving 3 voorlopige conclusies Intelligentie is [vooral] een kwestie van inwikkeling Iedere test is biased: vooringenomen Er is geen test die los staat van taal en cultuur Migratie Tot nu: • Winst en verlies • Invloed op ontwikkeling: vertrouwen, autonomie, vaardigheden, identiteit, intimiteit, generativiteit / ouderschap • Risico van mislukking, frustratie, rouw, isolement • Transitie en migratie als inter-wikkeling Migratie en psychopathologie 1 • Recent: kans op psychose en schizofrenie verviervoudigd • Risico voor tweede generatie groter dan voor eerste • kans op psychose onder de 16 jaar al verviervoudigd (UMC, K & J-psychiatrie) • Verklaring: dopaminesysteem al vroeg in de jeugd gesensitiveerd voor stress • Vergroot risico op allerlei psychopathologie, m.n. ook depressie en verslaving Migratie en psychopathologie 2 • K & J: in samenhang met taalstoornissen hebben tweetaligen groter risico op allerlei stoornissen, waaronder gedragsstoornissen Andere risicofactoren: Minderheid: huidskleur / uiterlijk, afkomst, Gebrekkige sociale integratie, weinig steun en slechte maatschappelijke vooruitzichten Ervaren discriminatie Cannabisgebruik Grote stad Eerder trauma en blootstelling aan stress Laag IQ Acculturatie • Assimilatie, separatie, marginalisatie, integratie • Integratie als wederzijdse (h)erkenning • Onderwijs, vooruitzichten Waarneming en waardering • Categoriseren • Stereotyperen – Discriminatie – Racisme • Virtuele sterotypen [onbewust, onmiddellijk] – – – – – Marokkaans Afro-Caribisch Hindostaan Turk Asielzoeker Rol van professional Geestelijke gezondheid: • [bevorderen van] integratie • gevaar onbewust mee te werken aan uitsluiting • Terugbrengen van stress ⇒Huidige situatie, nog steeds, : • Te weinig in de vrijwillige GGz, teveel in de forensische sector • Categoriseren als zwakbegaafd en antisociaal • Gebrek aan diagnostische en therapeutische mogelijkheden Aandachtspunten Toegankelijkheid GGz instellingen Cultuursensitief aanbod Vaardigheden, attitude en kennis Invoeren van richtlijnen Richtlijnen • APA: psychiatric, DSM-IV; • APA: psychological • NIP • Voorbeelden praktische richtlijnen – Tolken bij de afdeling Jeugd – Verklaringskaders expliciteren en navragen – Gebruik van psychodiagnostische tests bij kinderen en adolescenten Verklaringskaders expliciteren en navragen Voorbeelden van vragen – Hoe moet een kind van een bepaalde leeftijd zich vanuit uw achtergrond gedragen? – Wat is daarvoor nodig? – Is bij dit kind alles even goed verlopen? – Bij een probleem als dit, dat niet zo maar weggaat, gaat men aan allerlei dingen denken. Waaraan heeft u al niet gedacht bij wat het probleem veroorzaakt? – Hoe zou dit vroeger, in uw eigen land of vanuit uw eigen achtergrond, kunnen worden genoemd en hoe zou er mee om worden gegaan?