Fabels en Feiten over morfine en andere opioïden

advertisement
Fabels en Feiten
over morfine
en andere opioïden
(herziene druk)
de heer E. Delhaas en mevrouw W.H. Oldenmenger
Inleiding
Uw arts heeft u een opioïd voorgeschreven om uw pijn onder controle te krijgen.
Vroeger was hiervoor vrijwel alleen morfine beschikbaar. Tegenwoordig bestaat een
hele groep morfine-achtige sterke pijnstillers (zie tabel) die ook wel opioïden genoemd
worden. Opioïden kunnen worden toegediend als tablet of capsule, drank, pleister,
zetpil, zuigtablet, neusspray, injectie of via een infuuspomp.
Het gebruik van een opioïd kan bij u, uw familie of anderen in uw naaste omgeving
een aantal vragen oproepen. Deze folder is bedoeld om deze vragen te beantwoorden
en u op de hoogte te brengen van fabels en feiten over opioïden. Mocht u na het lezen
van deze folder nog vragen hebben, bespreek die dan met uw arts.
De functie van pijn
In het algemeen is pijn een belangrijk signaal. Het waarschuwt ons dat er iets niet
in orde is in ons lichaam. Meestal verdwijnt de pijn als de oorzaak is weggenomen.
Maar soms kan de oorzaak niet worden weggenomen en heeft de waarschuwende
functie van pijn geen zin meer. Goede pijnbestrijding is dan hard nodig. Ernstige (langdurige) pijn is meestal goed te behandelen met medicijnen. Opioïden nemen daarbij
een belangrijke plaats in als pijnstiller. Het zijn krachtige middelen waarmee al heel
veel ervaring is opgedaan. Er zijn al miljoenen patiënten mee behandeld. Toch bestaan
er nog veel fabels en onduidelijkheden.
Fabel 1: Alle opioïden zijn hetzelfde
Feiten:
In grote lijnen hebben alle opioïden een krachtige werking en vergelijkbare
bijwerkingen. De belangrijkste verschillen zijn vooral gelegen in de duur
van de werking en hoe snel het opioïd begint te werken. De langwerkende opioïden
werken lang, maar het duurt ook langer voordat ze beginnen te werken. Het omgekeerde
is het geval bij kortwerkende opioïden.
Als basis van uw behandeling worden meestal langwerkende opioïden gebruikt. Het is
belangrijk dat u deze regelmatig inneemt, op vaste tijden en met een vaste tussenpoos.
Op deze manier is voortdurend voldoende van de pijnstiller in uw bloed aanwezig.
U hoeft dan ’s nachts niet wakker te worden van de pijn.
2
Overzicht opioïden
Langwerkende middelen
Langzaam inwerkend
(tablet 4 uur, pleister 12 uur)
Langwerkend
(tablet 12 uur, pleister 3 of
7 dagen)
Fentanyl
Durogesic®
pleister
Hydromorfon
Palladon® SR
(slow release)
capsule
Methadon
Rescue-medicatie
Kortinwerkend
(20-30 minuten)
Kortwerkend
(3-4 uur)
Snelinwerkend
(10-15 minuten)
Kortwerkend
(60 minuten)
Actiq®
Instanyl®
zuigtablet
neusspray
Palladon® IR
capsule
(immediate release)
Symoron®
tablet,
drank
Morfine
MS Contin®
Kapanol®
tablet
capsule
Oramorph®
drank,
zetpil
Oxycodon
OxyContin®*
tablet
OxyNorm®
capsule,
drank
Buprenorfine
Transtec®
BuTrans®
pleister
pleister
Temgesic®
sublinguaal
tablet
Naast genoemde merknamen worden ook andere namen gebruikt
*Werkt sneller door afgiftesysteem
Fabel 2: Opioïden als pijnstiller zijn verslavend
Feiten:
Bij verslaving (of geestelijke afhankelijkheid) is sprake van de drang om
e
en snelle “kick” te krijgen. Het gaat daarbij dus niet om pijnstilling. De langen kortwerkende opioïden, worden geleidelijk in het lichaam afgegeven. Ook bij de
snelwerkende zuigtablet of neusspray speelt verslaving in de praktijk geen rol. In de
loop der jaren is gebleken dat bij het gebruik volgens medisch voorschrift de kans op
verslaving zeer gering is. Wel kan bij langdurig gebruik, zoals bij bijna ieder geneesmiddel, het lichaam na verloop van tijd aan opioïden wennen. Op zich kan dit geen
kwaad. Alleen als het gebruik van opioïden plotseling wordt gestaakt, kan dit tot
ontwenningsverschijnselen leiden. Dit kan dan worden voorkomen door de opioïden
geleidelijk af te bouwen.
3
Fabel 3: Van opioïden is steeds meer nodig
Feiten:
De kans op verslaving aan opioïden is gering. De reden dat de dosering
van opioïden zo nu en dan wordt aangepast, is dat de pijn toeneemt.
Er is dan meer van het opioïd nodig om de pijn te kunnen stillen. Daarbij is het goed
om te weten dat de hoeveelheid van de meest gebruikte opioïden morfine, oxycodon
en fentanyl in principe geen bovengrens heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige
van de hoeveelheid waarmee ze zijn gestart, krijgen toegediend. Ook kan het zijn dat
uw lichaam went aan een bepaald opioïd, waardoor u steeds meer nodig heeft. Uw arts
kan dan besluiten over te gaan op een ander opioïd.
Fabel 4: Opioïden worden alleen gebruikt in het eindstadium van kanker
Feiten:
Zo’n 75% van de opioïden wordt gebruikt door patiënten met langdurige,
niet door kanker veroorzaakte pijn. Opioïden kunnen dus jaren achtereen
als pijnstiller worden gebruikt en niet alleen in het eindstadium van kanker.
Fabel 5: Opioïden zijn het laatste redmiddel
Feiten:
Als bijvoorbeeld morfinetabletten niet meer zouden werken, zijn er nog
andere mogelijkheden. Uw arts kan dan besluiten over te gaan op een
ander opioïd of het op een andere manier toe te dienen, bijvoorbeeld via een infuus.
In een gevorderd stadium van kanker hoeft het meestal niet zover te komen omdat
de meest gebruikte opioïden geen bovengrens hebben bij pijnbehandelingen.
Fabel 6: Opioïden werken levensverkortend
Feiten:
Nee, dat is niet het geval. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat opioïden niet levensverkortend werken.
4
Fabel 7: Opioïden alleen nemen als de pijn heftig is
Feiten:
Opioïden werken bij langdurige pijn het beste wanneer er steeds een bepaalde hoeveelheid van in het bloed aanwezig is. Dit kunt u bereiken
door de langwerkende opioïden op vaste tijden in te nemen. Bij korte periodes van
heftige pijn (=doorbraakpijn) kunt u extra medicatie voorgeschreven krijgen, die u in
kunt nemen als de pijn te heftig is.
Fabel 8: Elke pijn is met een opioïd goed te behandelen
Feiten:
Opioïden zijn de sterkste pijnstiller die we hebben, maar zijn minder geschikt voor zogenaamde zenuwpijn. Dan zal uw arts u in eerste instantie
andere medicijnen (erbij) voorschrijven die de betrokken zenuwcellen tot rust brengen.
Fabel 9: Als een “pijnpleister” wordt verwisseld voor een nieuwe, dan moet de oude pleister nog een dag blijven zitten
Feiten:
Nee. Als u een nieuwe “pijnpleister” aanbrengt, moet de oude meteen worden verwijderd. Op de plaats waar de oude pleister op uw huid was geplakt, zit
nog een aanzienlijke hoeveelheid van het opioïd in de huid. Als deze
hoeveelheid uiteindelijk uit de huid is verdwenen, doet de nieuwe pleister inmiddels
zijn werk.
Fabel 10: Pijn bij kanker is altijd een continu aanwezige pijn
Feiten:
Pijn bij kanker is meestal continu aanwezig. Echter daarnaast kunnen
periodes van doorbraakpijn voorkomen. De term doorbraakpijn wordt in
drie situaties gebruikt, namelijk (1) bij plotseling onverwacht optredende kortdurende
pijn; (2) bij verergering van de pijn bij bijvoorbeeld verzorging, vervoer e.d.; (3) bij
pijn die ontstaat als het opioïd is uitgewerkt, maar het nog geen tijd is voor de
volgende dosering.
5
Fabel 11: Plotseling onverwacht optredende kortdurende pijn wordt op dezelfde manier behandeld als voortdurend aanwezige pijn
Feiten:
Nee. Voortdurend aanwezige pijn wordt behandeld met langwerkende opioïden. Bij doorbraakpijn is een snel, niet te langdurend effect noodzakelijk. Doorbraakpijn wordt behandeld met zogenaamde “rescue”-medicatie. Dit zijn
kortwerkende opioïden in de vorm van een drank, zetpil, tablet of capsule die ongeveer
na een half uur werken. Is een sneller effect gewenst dan zijn er snelwerkende opioïden
in de vorm van een zuigtablet of een neusspray. Deze werken gemiddeld na 10-15 minuten.
Uw arts zal bepalen wat voor u het beste is.
Fabel 12: De zuigtablet die als “rescue”-medicatie kan worden voorgeschreven, moet u als een gewone lolly gebruiken
Feiten:
Nee. Er wordt bij deze medicatie gesproken van zowel een lolly als een zuigtablet. Beide termen zijn verwarrend. Het is belangrijk dat u niet op
de tablet zuigt, bijt of kauwt. Om het beste resultaat te krijgen, moet u de zuigtablet
tussen uw kiezen en uw wang tegen het wangslijmvlies plaatsen en voortdurend heen
en weer bewegen.
Fabel 13: “Rescue”-medicatie niet gebruiken bij verergering van
de pijn bij de verzorging, transport e.d.
Feiten:
Nee. “Rescue”-medicatie kan juist preventief gebruikt worden wanneer bijvoorbeeld het wassen, bed verschonen, transport per ambulance of
een bestralingsbehandeling pijnlijk is.
Fabel 14: “Rescue”-medicatie is ongeschikt bij de behandeling
van pijn bij een uitgewerkt langwerkend opioïd
Feiten:
Als de plotselinge pijn ontstaat als het langwerkende opioïd eerder
is uitgewerkt dan de bedoeling is, dan kunt u tijdelijk uw pijn
6
onderdrukken met extra “rescue”-medicatie. U moet dan wel met uw arts overleggen
of in dit geval het langwerkende opioïd moet worden aangepast. U moet er dus goed
op letten wanneer een plotselinge verergering van de pijn ontstaat.
Fabel 15: Bij doorbraakpijn kan onbeperkt extra “rescue”
medicatie worden ingenomen
Feiten:
Nee, dat is niet de bedoeling. Als u vaker dan 4-6 keer dag “rescue”
medicatie nodig heeft, moet de dosering (of hoeveelheid) of de frequentie
van innemen van het langwerkende opioïd dat u als basis heeft om de pijn te behandelen
worden verhoogd.
Fabel 16: Langwerkende opioïden en “rescue”-medicatie mogen niet tegelijkertijd bij dezelfde patiënt worden gebruikt
Feiten:
Ja, dat mag wel. Als u periodes van doorbraakpijn heeft en daarvoor “rescue”-medicatie gebruikt, dan moet u het langwerkende opioïd
gewoon blijven gebruiken.
Fabel 17: ”Rescue”-medicatie werkt sterker
Feiten:
”Rescue”-medicatie werkt niet sterker, maar geeft een (zeer) snel en
korterdurend effect.
Fabel 18: Opioïden geven veel bijwerkingen I
Feiten:
Net als bij ieder ander geneesmiddel kunnen met opioïden ook bijwerkingen
optreden. De meeste bijwerkingen treden in het begin van de behandeling
op en zijn vaak tijdelijk. De meest voorkomende en langdurige bijwerking is verstopping van de darmen (obstipatie). Let u daarom op hoe vaak u ontlasting heeft, of de
ontlasting hard is en of u meer moet persen dan anders. Daarom zal uw arts u altijd
een recept geven voor een laxerend middel. Het doel is dat u uw ‘normale’ ontlastingpatroon behoudt.
7
Fabel 19: Bij diarree moet het laxerend middel worden gestopt
Feiten:
Als u tijdens de opioïdbehandeling een laxerend middel krijgt en daarbij diarree krijgt, moet met de arts worden overlegd of u het laxerend middel
moet stoppen of blijven gebruiken. Er kan namelijk sprake zijn van schijnbare diarree:
dunne ontlasting lekt langs harde ingedikte ontlasting. Uw arts kan aangeven wat u
moet doen.
Fabel 20: Opioïden geven veel bijwerkingen II
Feiten:
Zoals al is gezegd treden de meeste bijwerkingen alleen op in het begin
van de behandeling. Zo kan in een aantal gevallen misselijkheid, braken, jeuk en moeilijk
plassen ontstaan. Deze verdwijnen meestal na een aantal dagen.
Fabel 21: Opioïden veroorzaken ademhalingsmoeilijkheden
Feiten:
Bij langdurige toediening van langwerkende opioïden in de vorm van
tabletten, zetpillen en pleisters spelen ademhalingsmoeilijkheden geen
rol. Dit geldt ook voor de “rescue”-medicatie. Het komt eigenlijk alleen maar voor bij ernstige longaandoeningen of bij misbruik door iemand die niet gewend is aan opioïden.
Fabel 22: Opioïden geven veel bijwerkingen III
Feiten:
Duizeligheid, transpireren, spiertrekkingen, stoornissen in de waarneming
en waandenkbeelden zijn zeldzaam en komen eigenlijk alleen voor wanneer
u hoge doseringen opioïden gebruikt.
Fabel 23: Opioïden geven veel bijwerkingen IV
Gebruik van opioïden kan een verminderd reactie- en concentratievermogen
geven. Meestal is dit in het begin en wordt het later beter. Het komt meer
voor bij oudere mensen. Als u een hoge dosering opioïden nodig heeft, komen deze
bijwerkingen vaker voor.
Feiten:
8
Fabel 24: Opioïden werken sufheid in de hand
Feiten:
Sufheid is een bijwerking die kan optreden tijdens de eerste dagen van
de behandeling met een opioïd. Vaak wordt echter de innerlijke rust, die
optreedt als de pijn onder controle is, verward met sufheid en slaperigheid. Omdat pijn
geen spelbreker meer is, kunt u beter slapen en na enkele dagen weer op krachten zijn
om deel te nemen aan het sociale leven.
Fabel 25: Met een opioïd op medisch voorschrift is autorijden
niet toegestaan
Feiten:
Vastgesteld is dat een langdurige behandeling met een stabiele opioïd-
dosering geen negatieve invloed heeft op de rijvaardigheid. Als u een opioïd
krijgt voorgeschreven en u bent goed ingesteld, mag u volgens de nieuwe wetgeving
alleen de eerste twee weken geen gemotoriseerd voertuig besturen. Wordt de opioïddosering verhoogd, dan geldt opnieuw een termijn van twee weken waarin u geen
auto mag rijden.
Fabel 26: Een opioïd kan gewoon worden gestopt als het niet meer nodig is
Feiten:
Het is niet goed om een opioïd zomaar te stoppen. Zoals bij veel medicijnen went uw lichaam aan een opioïd. Daarom moeten opioïden geleidelijk
worden afgebouwd. Uw arts kan u vertellen hoe u dat kunt doen.
Fabel 27: Bij een opioïd mag geen alcohol worden gebruikt
Feiten:
Matig alcoholgebruik is geen probleem bij opioïdgebruik op medisch voorschrift. U kunt dus rustig ’s avonds voor het slapen, bij het eten of
op een feestje een biertje, wijntje of borrel nemen. Alleen bij veelvuldig, veel alcoholgebruik kunnen de bijwerkingen van opioïden worden versterkt.
9
Belangrijke aanwijzingen
Houd goed overleg met uw arts
Bij het instellen van de behandeling met opioïden is het belangrijk dat uw arts
weet of met een bepaalde hoeveelheid van een opioïd de pijn bij u onder controle
is. Wees dus eerlijk en open tegen uw arts en vertel het hem/haar als u nog pijn hebt.
Pijn kan grotendeels worden onderdrukt en beheersbaar worden gemaakt, maar
daarbij heeft uw arts wel uw informatie nodig. Vertel ook eerlijk als u het opioïd
niet of minder heeft ingenomen. Volg de voorschriften van uw arts nauwgezet op.
Het is belangrijk dat u de hoeveelheden die uw arts u voorschrijft, precies en op
vaste tijden inneemt.
Elmar Delhaas, anesthesioloog/pijnspecialist, Franciscus Ziekenhuis Roosendaal
Wendy Oldenmenger, verplegingswetenschapper, Erasmus MC Rotterdam
10
Notities
11
Mede mogelijk
gemaakt door:
© 2010 Nycomed en auteurs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,
mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nycomed en de auteurs.
Download