Plenaire sessie Tafel van XII Jesse Klaver over oude bronnen Woensdag 5 oktober 2016 Drie Gedichten Menno Wigman - Medelijden met de lezer - Uitvaart van het boek - Weg van alle boeken Jochem Braat (Huispianist) – Somewhere over the rainbow Introductie – Ruben van Zwieten De mens is geen cv maar een verhaal, evenals de samenleving een verhaal is. De mens als verhaal in een verhaal, en hoe nu lezen wij onszelf in zo'n wereld? Verhalen zijn onmisbaar voor de ontplooiing van onze wereldoriëntatie. Zoals Bas Heijne zei (of citeerde van Alain Finkelkrauts): 'De menselijke verbeelding trekt een sluier voor de werkelijkheid. Het is de literatuur die die sluier afrukt, paradoxaal genoeg door middel van fictie, het verhaal. Het is de literatuur die de mythe ontmythologiseert, die het cliché ongeldig maakt, het gemakzuchtig in goed en kwaad denken in een andere licht zet.' Plenaire Sessie met Jesse Klaver R: Vanavond te gast, Jesse Klaver! Partijleider, vader, auteur, gewilde gast bij ook Pauw – Jesse, hoe kom jij aan je inspiratie in deze drukke tijden? J: Momenteel door de Nederlandse primatoloog Frans de Waal en zijn boek Tijd voor Empathie waarin hij een krachtig contrapunt neerzet tegen het Greed is Good credo dat is opgekomen sinds de jaren tachtig. In de huidige politiek ligt de nadruk op egoïsme en ik wil in mijn komende boek juist een positief mensbeeld neerzetten. Zolang mensen in denken abstracties over elkaar, bijvoorbeeld vluchtelingen, dan is dat denken vaak bot en negatief, als men echter elkaars verhaal leert kennen kunnen we ons verplaatsen en zijn we vaak veel positiever. Ik vind het daarom belangrijk om juist meer verhaal en emotie de politieke arena in brengen. R: Je had niet de eenvoudigste start, je vader had vroeg het gezin verlaten, hebben je grootouders je verhalen meegegeven? J: Ja mijn opa heeft me veel verhalen uit de Joods-Christelijke traditie meegegeven met als uitgangspunt dat deze inclusief moet zijn, gebaseerd op mededogen en begrip. In het Indonesisch hebben we een begrip Kasijam, het betekent jammer, maar ook, oordeel niet zo hard. Op de vrije school werden ook veel verhalen verteld, vooral verhalen als de van Parcival en de zoektocht naar de heilige graal spraken me aan. De heilige Graal is natuurlijk geen ding maar de rit van binnen. Dus laten we nou genieten van die rit, ons bevoorrecht weten (Noblesse Oblige ofwel adel verplicht) en niet te geobsedeerd zijn met de resultaten. R: Juist, steeds meer mensen zijn lineair gaan denken terwijl de meest wezenlijke dingen toch concentrisch gestructureerd zijn. J: Fortuin vind ik een sterk voorbeeld daarvan, hij heeft geen enkele wet er door gekregen, maar wel gigantisch veel invloed gehad middels zijn campagne. Daar ligt deels mijn interesse in de politiek, haar vermogen om een directe dialoog met onze collectieve normen en waarden op te zetten. We denken in verhalen, daar gaat het om, enkel koopkracht plaatjes mobiliseren niet. R: Vind jij zelf te midden van alle drukte nog tijd om met de verhalen in contact te blijven? J: Jonathan Franzen ligt nog steeds op mijn nachtkastje. Maar ik kom er helaas weinig aan toe. Ik lees boeken vaak ook niet meer helemaal, enkel de hoofdstukken die me erg aanspreken. R: Instrumenteel dus? Goed even een rondje, wat wordt hier zoal gelezen? Publiek: Winter in Praag, X , Koningsroman van Cuperus. R: Jesse we snakken naar een verhaal, wat ga jij in je nieuwe boek doen? J: Iets zeer on-links, ik ga de Nederlandse identiteit omarmen. Ik raad iedereen aan ons Plakkaat van Verlatinghe te lezen. We waren het eerste land dat zijn vorst verliet, dat was ongehoord. Dat is de grondslag van onze Nederlandse gewetensvrijheid, onze vrijheid van godsdienst en meningsuiting, de oploop naar de emancipatiebewegingen van de jaren zestig – alles in de geest van inclusie. Dat waren allemaal nieuwe idealen en een goede leider met daarover met de bevolking durven spreken, ze daarin ook tegen te durven spreken. De analyse van mijn tweede boek is dat we te kampen hebben met de tragiek van het wij minimalisme. Waarin we het zij heel groot maken en onszelf heel klein, dat werkt nervositeit en protectionisme in de hand. Ik zie juist graag dat we het wij groot maken en het zij klein. R: Wat dat betreft loopt Rotterdam met Aboutaleb weer eens voorop. Hij is Moslim maar dat geeft hem tenminste een vertrekpunt. Godzijdank vertrekt hij vanuit een verhaal binnen de verhalen en niet zomaar vanuit de leegte zoals veel anderen. J: Dat ook, en als het over inclusie gaat kom je ook niet om het thema ongelijkheid heen. Het IMF kwam laatst met een analyse over het populisme in Europa, dat is toegenomen omdat de ongelijkheid zo is gegroeid. Als teveel mensen verliezers zijn van nieuwe ontwikkelingen dan verliezen zij het vertrouwen in hun leiders. Dus we zullen gezamenlijk, ook met de Big Four die hier nu zitten, die ongelijkheid moeten bestrijden. Iedereen zal moeten profiteren – laat de revolutie uitbreken voor hij zelf uitbreekt. R: Jesse hoe kunnen we nog met vertrouwen vooruit kijken? J: Zeker. Nog maar eens een boek, De Adem van Grootsheid over de jaren vijftig van Yoshua Livestro, een rechtse rakker,. Er leefde toen ondanks de vernieling juist een zeer sterk gevoel van gezamenlijk werken aan de wederopbouw. Dat is de uitdaging, gezamenlijk bouwen met een eerlijke verdeling over top en basis. Er zijn nu mensen die niet eens naar hun bridgeclubjes kunnen omdat het verplichte drankje van 3,5 niet betaald kan. We moeten echt nu gezamenlijk poetsen. R: Dankjewel Jesse, bedankt ook lieve mensen. Het is de tragiek van het Wij minimalisme, maar wij gaan nu uiteen naar onze afzonderlijke tafels van twaalf.