5010 DE NEUROTISCHE CULTUUR Inleiding Het denken van de mens wordt niet alleen bepaald door zijn opvoeding, maar ook voor een groot stuk door de cultuur van de tijd, de sociale kringen, de geloofsgroep waarin iemand leeft. Bepaling De neurotische cultuur is het geheel van denkwijzen die iemands denken voeden om neurotisch te denken. iedereen tracht zich namelijk gelukkig te voelen in een onvolmaakte wereld. Daartoe moet hij bepaalde onaangename aspecten van de realiteit van zijn bestaan verdringen en rationaliseren. Maar deze neurotische afweermechanismen zijn daardoor ook in staat zijn groei als mens af te remmen, of zijn gebrek aan groei aanvaardbaarder te maken. In feite is de neurotische cultuur een andere naam voor de secundaire cultuur, en de neurosevrije is de tertiaire. Indeling De neurotische cultuur omvat mythes, neurotische begrippen en neurotische manieren van denken. Onderstaand lijstje is nog lang niet volledig. Deze ingrediënten staan uiteraard in verband met elkaar. 1. Mythes Mythes zijn verklarende redeneringen die bepaalde toestanden schijnen te verklaren, maar dit in feite niet doen. Ze zijn misleidend, en niet gemakkelijk te ontzenuwen. Dit maakt hen taai. Mythe van de onbruikbaarheid van de psychologie. De psychologie, en vooral de psychologie van het optimale functioneren, kan heel vervelend zijn in de mate dat ze de illusie dat we anders en beter zouden kunnen functioneren, en dat dit hoofdzakelijk van onszelf afhangt, doorprikt. daartoe maakt men karikaturen van de psychologie, verwijst naar haar inwendige inconsistenties en onwetenschappelijkheid, en naar de spreekwoordelijke krankzinnigheid van de beoefenaars ervan. Mythe van het anderszijn van de psychologie. Van vele regels van het gezond verstand weet men dat ze overal opgaan. Maar van de psychologie veronderstelt men dat ze daar niet opgaan. Bv. Hoe meer men iets oefent, hoe beter men het kent. In de psychologie, bv. bij seksualiteit en communicatie, veronderstelt men dat de eerste "spontane" keren de mooiste zijn. Zie ook de Mythe van de Spontaanheid Mythe van de spontaanheid. Hierbij veronderstelt men dat de enige goede manier van functioneren, communiceren, organiseren, e.d. de spontane is. Oefeningen, leerprocessen en psychotherapie, maken het gedrag "kunstmatig" en "onoprecht", waardoor het minder "authentiek" en waardevol wordt. Mythe van de grotere authenticiteit van negatief gedrag. Wie duizenden keren lief is geweest en eenmaal agressief, toont bij die negatieve gelegenheid "zijn ware aard". Mythe van de ondefinieerbaarheid van enkele belangrijke fundamentele begrippen. Begrippen als schoonheid, geluk, de zin van het leven, het bestaan van God, het leven na de dood, worden verondersteld ondefinieerbaar te zijn. De "vrijheid van denken" wordt echter verward met de "vrijheid om niet te denken". 2. Neurotische begrippen Er bestaan een reeks veelgebruikte begrippen die in de grond met geen enkele realiteit overeenkomen (in werkelijkheid bestaan ze dus niet), maar toch zinvol lijken en vaak gebruikt worden in argumentaties. Elk van deze begrippen is een neurotische reductie, een illusie boven een veel waardevoller en echter, maar veel moeilijker te realiseren begrip Vrijheid: De situatie waarin men ongehinderd zichzelf kan zijn. De onderliggende behoefte is ongestoord zichzelf kunnen zijn, de eigen behoeften kunnen realiseren zonder rekening te moeten houden met de beperkingen en verwachtingen, opgelegd door anderen. De neurotische manier om dit te realiseren is te proberen geen rekening te moeten houden met anderen. De op0timale manier is zijn virtuositeit zodanig te doen toenemen, door oefening en en bewuste groei, dat men op alle belangrijke terreinen van zijn leven een integratie maakt met de beperkingen/behoeften der anderen, dus zichzelf is zonder in botsing te komen met die anderen. Tegelijkertijd is het te weinig hebben van vrijheid een projectie op de anderen ("die jou onrechtmatig beperken en dwingen") van wat eigenlijk het eigen onvermogen is. Schuld: De veronderstelde "slechte wil" bij de ander die dingen doet waarvan hij wist dat het niet "mocht", op basis van wetten, afspraken, rechtmatige verwachtingen (eigen rechten). De onderliggende behoefte is een argument te vinden om zich te kunnen wreken, de ander te mogen straffen, of minstens dwingen voortaan anders te handelen en waar nodig de aangerichte schade te vergoeden. De neurotische manier is aan te tonen dat er duidelijke regels zijn overtreden. De onderliggende redenering hierbij is dat wie echt "weet"dat hij iets mag doen, getuigt van "kwade wil" als hij het toch doet. Deze redenering is echter foutief want, zoals reeds Socrates zei, niemand doet ooit bewust iets slechts, en iedereen, held en misdadiger, is gewoon op zoek naar het eigen geluk. De optimale aanpak is te zorgen dat de mensen met wie men interageert bewust en groeibaar functioneren, en dat men zijn behoeften met elkaar deelt en integreert. Basisattitude is dus zeker: nooit veronderstellen dat de ander iets deed uit slechte wil, ook al zijn er aanwijsbare fouten gemaakt. Fout: Een negatieve omschrijving van een gedrag of activiteit die achteraf gezien beter kon, d.w.z. met een grotere kans op slagen zijn doel had kunnen bereiken. Deze negatieve quotering wordt gebruikt om iemand te vernederen, d.w.z. te diskwalificeren. Iedereen is op zoek naar waardering, d.w.z. knapper dan de anderen overkomen in de ogen der anderen. De neurotische manier om dit te oden is te wijzen op andermans "fouten", dan hoeft men (wat de optimale methode is) de eigen superioriteit niet echt te bewijzen, wat veel moeilijker is. We missen in onze taal een courant woord dat "opportuniteit" omschrijft, d.w.z. iets dat beter zou kunnen Recht Plicht Eerlijkheid De unieke oorzaak De negatieve oorzaak Het ziektemodel 3. Neurotische denkwijzen Dit zijn manieren van denken die juist lijken maar eigenlijk foutief zijn. Duaal denken. Een manier van denken waarbij enkel de twee uitersten als echte alternatieven worden beschouwd. De derde weg, meestal een integratie, wordt niet gesuggereerd, en meestal onmogelijk geacht. Vaak rechtvaardigt men het negatieve door te wijzen op de onmogelijkheid van het ideale positieve. Principieel denken. Hierbij rechtvaardigt men een keuze of gedrag door te verwijzen naar een juist maar meestal willekeurig principe dat dit gedrag schijnt te rechtvaardigen. Men spreekt niet over de andere principes die datzelfde gedrag/keuze negatief zouden kunnen maken.