Kennisagenda

advertisement
Deltaprogramma | Zoetwater
Kennisagenda Zoetwater
Geprogrammeerde onderzoeken en geagendeerde
kennisvragen
Januari 2016
Kennisagenda Zoetwater 2016
Geprogrammeerde onderzoeken en geagendeerde
kennisvragen
Inhoud
Pagina
1. Waarom een kennisagenda zoetwater?
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
Inleiding
Thema’s kennisagenda
Afbakening
Regie, agendering, financiering
Samenhang met andere (DP) programma’s
Opbouw kennisagenda
2. Thema 1: Watersysteemkennis
2.1 Achtergrond
2.2 Geprogrammeerde onderzoeken
2.3 Geagendeerde kennisvragen
3. Thema 2: Hydrologisch modelinstrumentarium
3.1 Achtergrond
3.2 Geprogrammeerde onderzoeken
3.3 Geagendeerde kennisvragen
4. Thema 3: Economisch modelinstrumentarium
4.1 Achtergrond
4.2 Geprogrammeerde onderzoeken
4.3 Geagendeerde kennisvragen
5. Thema 4: Hydrologische en economische effectiviteit van
(regionale) maatregelen
5.1 Achtergrond
5.2 Geprogrammeerde onderzoeken
5.3 Geagendeerde kennisvragen
6. Thema 5: Adaptief Deltamanagement
6.1 Achtergrond
6.2 Geprogrammeerde onderzoeken
1
1
1
3
4
4
5
6
6
6
10
11
11
11
12
13
13
13
17
18
18
18
24
29
29
29
6.3 Geagendeerde kennisvragen
7. Thema 6: Governance
7.1 Achtergrond
7.2 Geprogrammeerde onderzoeken
7.3 Geagendeerde kennisvragen
33
34
34
34
34
Bijlage 1: Overzichtstabel programmering kennisagenda Zoetwater
Bijlage 2: Overzichtstabel met kennisvragen die niet worden opgepakt in 2016
1. Waarom een kennisagenda zoetwater?
1.1 Inleiding
De uitvoering van het Deltaplan Zoetwater en het volgen van een adaptieve
zoetwaterstrategie brengt de nodige kennisvragen en innovatie-uitdagingen met zich
mee. In de afgelopen fasen van het Deltaprogramma waarin de zoetwaterstrategie is
ontwikkeld is de nodige kennis en ervaring opgedaan met het in beeld brengen van de
zoetwateropgave en het bepalen van de (kosten)effectiviteit van maatregelen. Voor de
besluitvorming op de korte en langere termijn over de inzet van maatregelen en het
tijdstip waarop, is het nodig periodiek de zoetwaterstrategie tegen het licht te houden.
Nieuwe ontwikkelingen, kennis en inzichten en effecten van reeds uitgevoerde
maatregelen kunnen leiden tot een veranderde zoetwateropgave en daarmee
aanleiding geven tot een benodigde bijstelling van de zoetwaterstrategie.
In dit kader is een Kennisagenda Zoetwater ontwikkeld. In het Deltaplan Zoetwater zijn
de contouren hiervan reeds geschetst. Het afgelopen jaar is samen met de
zoetwaterregio’s gewerkt aan een verdere concretisering van de Kennisagenda
Zoetwater.
1.2 Thema’s kennisagenda
De Kennisagenda kent de volgende thema’s, zoals in het DP2016 reeds is opgenomen.
1. Watersysteemkennis
Het Nederlands watersysteem is een complex systeem waarbij effecten van
maatregelen en regionale ontwikkelingen in het ene deel van het watersysteem van
aanzienlijke invloed kunnen zijn op andere delen van het watersysteem. Voor
besluitvorming over inzet van maatregelen en voor de uitwerking van het
voorzieningenniveau is het daarom van groot belang om gedegen kennis te hebben
van het watersysteem.
2. Hydrologisch modelinstrumentarium
Om de zoetwateropgave goed in beeld te brengen is het nodig te beschikken over
een goed hydrologisch instrumentarium dat de watervraag en waterbeschikbaarheid
onder verschillende omstandigheden goed in beeld brengt.
3. Economisch modelinstrumentarium
Om goed onderbouwde en maatschappelijk verantwoorde keuzes te kunnen maken,
is het belangrijk een goed beeld te hebben van de kosten en baten van de beoogde
maatregelen. Hiervoor worden economische modellen ontwikkeld.
1
4. Hydrologische en economische effectiviteit van (regionale) maatregelen
Een belangrijke geagendeerde kennisvraag is hoe de hydrologische en economische
effectiviteit van met name de regionale maatregelen in beeld kan worden gebracht.
Ook de wisselwerking met het hoofdwatersysteem is hierbij van belang. Dit is
essentiële informatie voor de uitvoering van de maatregelen uit het Deltaplan, het
ontwikkelen van de voorzieningenniveaus en voor verdere besluitvorming over de
inzet van regionale maatregelen. Vaak levert het modelinstrumentarium (thema 2
en 3) hiervoor niet voldoende informatie.
5. Adaptief deltamanagement
Uitgangspunt van de zoetwaterstrategie is adaptief deltamanagement. Welke
maatregelen op termijn daadwerkelijk nodig zijn, hangt onder andere af van de
klimaatontwikkelingen en ontwikkelingen op sociaaleconomisch gebied. Belangrijke
kennisvraag is hoe de uitvoering van de strategieën in tijd en omvang gepland en
ingepast gaat worden.
6. Governance
Afspraken maken over voorzieningenniveaus en nieuwe manieren van operationeel
beheer vragen andere samenwerkingsvormen. In het waterbeheer zullen nieuwe
bestuurlijke, maatschappelijke en private arrangementen (moeten) ontstaan. Ook
zal er bewustwording bij gebruikers gecreëerd moeten worden over de risico’s van
watertekort.
In onderstaande figuur is de samenhang tussen de thema’s weergegeven.
2
De figuur laat zien dat de watersysteemkennis aan de basis staat. Het hydrologische en
economische modelinstrumentarium is hierop gebaseerd. Deze modellen worden op
hun beurt gebruikt om de hydrologische en economische effectiviteit van maatregelen
in het hoofdwatersysteem en het regionale watersysteem te bepalen. Een
overkoepelende kennisvraag die gebruik maakt van alle hiervoor genoemde
kennisthema’s is hoe om te gaan met lange termijn veranderingen (adaptief
deltamanagement). Ook vragen rondom governance (besluitvorming, samenwerking,
ed.) zijn een categorie apart.
1.3 Afbakening
De Kennisagenda beschrijft alleen die onderzoeken die van landelijk of bovenregionaal
belang zijn. Zo beschrijft deze kennisagenda niet het onderzoek dat gedaan wordt in
het kader van individuele uitvoeringsmaatregelen. Voor de meeste (wel beschreven)
onderzoeken geldt dat deze vanuit het Deltaprogramma Zoetwater zijn geïnitieerd.
Daar waar dit niet zo is, is dit opgenomen in de betreffende beschrijvingen.
De Kennisagenda Zoetwater maakt onderscheid tussen geprogrammeerde onderzoeken
en geagendeerde kennisvragen. Op 1 oktober 2015 heeft een Kennisdag Zoetwater
plaatsgevonden, waarop de resultaten van enkele geprogrammeerde onderzoeken aan
een brede groep van belangstellenden is gepresenteerd. Op deze dag waren
vertegenwoordigers aanwezig van onder andere Deltares, Alterra, STOWA, KWR Water
Recyle Institute, Rijkswaterstaat, IenM, provincies, waterschappen, koepelorganisaties
en adviesbureaus. De deelnemers hebben op deze Kennisdag naast de
kennisuitwisseling tevens een eerste prioritering aangebracht tussen de kennisvragen
die momenteel nog niet opgepakt worden. Hieruit kwam een driedeling naar voren van
kennisvragen die volgens de deelnemers een hoge prioriteit, een matige prioriteit en
lage prioriteit hebben om geprogrammeerd te worden.
De vijf kennisvragen (of beter gezegd thema’s) met een hoge prioriteit zijn vervolgens
voorgelegd aan het BPZ en besproken met de regiocoördinatoren en Rijkswaterstaat
tijdens een werksessie. Ook heeft een verdiepend gesprek met de STOWA
plaatsgevonden. Gedurende deze besprekingen is de kennisbehoefte rondom de
geformuleerde thema’s nader in beeld gebracht. Dit heeft geleid tot de volgende vijf
onderwerpen / kennisvragen die op dit moment nader worden uitgewerkt en opgepakt.
Hierbij zijn de resultaten van eerder onderzoek vertrekpunt voor de vraagspecificatie:
Thema 4. hydrologische en economische effectiviteit van (regionale) maatregelen
1. Inzicht genereren in de effecten op regionale schaal van op lokaal niveau
toegepaste maatregelen om de zelfvoorzienendheid te vergroten
(Projectvoorstel Deltares).
2. Vermindering van de behoefte aan doorspoelen (Projectvoorstel Deltares).
3. Verbeteren van de operationele kennis van de bodem: vervolg op het STOWAonderzoek Goede Grond.
3
4. Mogelijkheden rondom maatregelen zoetwater en natuur.
Thema 6. Governance
5. Governance vraagstukken: De kennisvragen rondom governance dienen nader
in beeld gebracht te worden alvorens hier een concreet plan van aanpak,
inclusief planning en budget aan kan worden gekoppeld. Dit gebeurt in de
eerste helft van 2016. Hierbij wordt de link gelegd met de governance
vraagstukken rondom het voorzieningenniveau.
Een nadere uitwerking van bovenstaande vijf prioriteiten staan in respectievelijk
paragraaf 5.3 (prioriteit 1 t/m 4) en paragraaf 7.3 (prioriteit 5).
In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle kennisvragen die op dit moment niet
opgepakt worden. Gedurende het jaar worden eventuele aanvullende kennisvragen
hieraan toegevoegd. In het najaar van 2016 wordt net als in 2015 met betrokkenen
vastgesteld of bepaalde kennisvragen dusdanig urgent zijn geworden dat ze alsnog
opgepakt dienen te worden.
1.4 Regie, agendering, financiering
Het programmabureau Zoetwater vervult een regisserende rol met betrekking tot de
Kennisagenda Zoetwater. Zij bewaakt in grote lijnen de voortgang van de
geprogrammeerde en te starten onderzoeken, zorgt voor een goede programmering
van de kennisagenda en faciliteert kennisuitwisseling tussen partijen door middel van
twee jaarlijks terugkerende Kennisdagen Zoetwater. Het programmabureau beschikt
ook over financiële middelen, waarmee kennisontwikkeling (mede) gefinancierd kan
worden. Dit budget is aanvullend op de € 150 miljoen die voor het Deltaprogramma
Zoetwater is gelabeld in het Deltafonds.
De programmering van de Kennisagenda wordt in het voorjaar besproken. Op deze
manier kan een goede bijdrage worden geleverd aan het Deltaprogramma-boek en kan
de programmering van de werkzaamheden van Rijkswaterstaat en Deltares voor het
opeenvolgende jaar worden besproken (het betreft hier de BOA-programmering).
De Kennisdagen Zoetwater vinden in het voor- en najaar plaats en bieden een breed
podium aan de betrokkenen van geprogrammeerde onderzoeken om hun resultaten te
presenteren. Deze kennisdagen worden in nauw overleg met de kennisinstellingen als
onder andere Deltares, Alterra, STOWA, KWR Water recycle georganiseerd.
1.5 Samenhang met andere (DP) programma’s
Daar waar zinvol zal de verbinding met andere kennisagenda’s gelegd worden. Hierbij
wordt gedacht aan de Kennisagenda van het Deelprogramma Ruimtelijke Adaptatie en
een eventuele kennisagenda rondom het thema waterkwaliteit. Ook zal de verbinding
met het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) gelegd
worden. Voor sommige onderzoeken is dit al gebeurd. Zo zijn de kennisvragen rondom
Slim Watermanagement gekoppeld aan het NKWK.
4
1.6 Opbouw kennisagenda
In de volgende hoofdstukken wordt per kennisthema een korte toelichting gegeven op
het thema (paragraaf 2.1, 3.1, 4.1, etc), een beschrijving van de geprogrammeerde
onderzoeken (paragraaf 2.2, 3.2, 4.2, etc) en de binnenkort op te starten onderzoeken
(paragraaf 2.3. 3.3, 4.3, etc). De op te starten onderzoeken betreffen de vijf in
paragraaf 1.3 genoemde prioriteiten.
In bijlage 1 is een programmering van de onderzoeken opgenomen. Deze tabel geeft
een overzicht van alle onderzoeken, hun planning en financiering.
Bijlage 2 bevat een overzicht van de kennisvragen die weliswaar door betrokkenen zijn
benoemd het afgelopen jaar, maar die niet als prioritair worden beschouwd en in 2016
dan ook niet opgepakt worden.
5
2. Thema 1: Watersysteemkennis
2.1 Achtergrond
Het Nederlands watersysteem is een complex systeem waarbij effecten van
maatregelen en regionale ontwikkelingen in het ene deel van het watersysteem van
aanzienlijke invloed kunnen zijn op andere delen van het watersysteem. Voor
besluitvorming over inzet van maatregelen en voor de uitwerking van het
voorzieningenniveau is het daarom van groot belang om gedegen kennis te hebben van
het watersysteem.
2.2 Geprogrammeerde onderzoeken
De volgende lopende onderzoeken worden hieronder beschreven:




Systeemanalyse Rijnmaasmonding.
Integrale Studie Waterveiligheid en Peilbeheer IJsselmeergebied.
Slim Watermanagement.
Nadere analyse zouttolerantie landbouwgewassen
6
Titel
Systeemanalyse Rijnmaasmonding
Beoogde resultaten
Wat zijn de onderliggende verziltingsprocessen in het
Rijnmaasmondgebied en aangrenzende delen van het
hoofdwatersysteem, wat is de relatie met de
waterverdeling en hoe werken ingrepen door op de
verzilting en wat betekent dit voor de
waterbeschikbaarheid in het gebied.
Opdrachtgever
DGRW, RWS, waterschappen en gebruikers van het
systeem.
Opdrachtnemer
RWS, waterschappen en gebruikers van het systeem.
Benodigd budget
>500K (t/m 2017)
<500K (2018 t/m 2021).
Stand van zaken
Een systeemanalyse is uitgevoerd om het systeem te
doorgronden en de meest urgente kennishiaten te dichten.
Hierna dient een vertaling gemaakt te worden naar wat dit
betekent voor de tweede fase van het DPZ. Doorlooptijd
2018 t/m maximaal 2021.
Periode
Eerste periode 2015 t/m 2017, tweede periode 2018 t/m
2021.
Aandachtspunten
Tot nu toe is alleen voorzien in de systeemstudie t/m 2017.
De doorvertaling van de nieuwe kennis en inzichten naar
de betekenis voor fase 2 maatregelen van het
Deltaprogramma is tot nu toe nog niet gepland.
Product tot en met 2017 moet in ieder geval inzicht geven
in de werking van de zoetwaterbel in de Hollandse IJssel
om verdere stappen in de tweede fase zoetwateraanvoer
richting West Nederland te kunnen bepalen.
Vervolgproces
Er dient nog een vertaling gemaakt te worden naar wat dit
betekent voor de tweede fase van het DPZ. Doorlooptijd
2018 t/m maximaal 2021.
7
Titel
Integrale Studie Waterveiligheid en Peilbeheer
IJsselmeergebied
Beoogde resultaten
Vergroten van inzicht in de samenhang tussen waterafvoer,
waterveiligheid en peilbeheer in het IJsselmeergebied, als
kennisbasis voor beslissingen over inrichting en beheer na
2050.
Opdrachtgever
DG Ruimte en Water.
Opdrachtnemer
Rijkswaterstaat WVL, Deltares, CPB en adviesbureaus, in
samenspraak met waterbeheerders.
Benodigd budget
< 500 k€
Stand van zaken
Het project is medio 2014 gestart. In het najaar van 2015
is een rapport over de eerste fase afgerond.
Periode
2015-2018.
Vervolgproces
nog niet bekend
8
Titel
Slim Watermanagement
Beoogde resultaten
In beeld brengen van de samenhangende maatregelen
onder de noemer ‘Slim Watermanagement’ om watertekort
en wateroverlast te vermijden/beperken door de
beschikbare capaciteit van het (regionale en hoofd)
watersysteem beter te benutten.
Opdrachtgever / betrokkenen
Opdrachtgever is DGRW, opdrachtnemer is RWS mede
namens de waterschappen
Betrokken partijen (naast DGRW, RWS en waterschappen):
STOWA, UvW, marktpartijen en kennisinstituten.
Opdrachtnemer
Formeel RWS (mede namens waterschappen).
Benodigd budget
< 5.000 k€
Periode
2015-2021
Stand van zaken
Er is een kennisagenda ontwikkeld.
Aandachtspunten



Vervolgproces
Kennisvragen > toepassen en combineren van
bestaande kennis.
Kennisvragen > ontwikkelen van kennis.
Afstemming met diverse onderzoekslijnen zoals
Digitale Delta en waterwijzers
Uitvoeren van de kennisagenda, nadere invulling hiervan
moet nog gebeuren. De start is voorzien in 2016 .
9
Titel
Nadere analyse zouttolerantie landbouwgewassen
Beoogde resultaten
Inzicht in de droogte- en zoutschades voor landbouw en
natuur.
Het ontsluiten en analyseren van de bestaande gegevens
over zouttolerantie van landbouwgewassen.
Het product is een rapport dat inzicht geeft in:

Praktijkgegevens over de zouttolerantie van diverse
gewassen en eventuele randvoorwaarden in de
bedrijfsvoering en teeltomstandigheden;

Analyse van het economisch potentieel voor
zouttolerante gewassen en kansen voor duurzame
zoetwatervoorziening;

Kennishiaten over zouttoleranties en processen in
bodem en plant.
Opdrachtgever/ betrokkenen
DPZW, RWS, STOWA, EZ, IenM
Opdrachtnemer
Alterra
Budget
nog niet bekend
Periode
2015-2016
Stand van zaken
Het project verkeert momenteel in de startfase.
Aandachtspunten



Vervolgproces
Gebruik maken van de expertise van de bestaande
kennistafel zout.
Afstemming met STOWA.
Opdracht van EZ aan zilt proefbedrijf.
In 2016 worden de volgende werkzaamheden verricht:



de gegevens ontsluiten die beschikbaar zijn bij de zilte
proefbedrijven.
de gegevens ontsluiten die aanwezig zijn bij EZ.
verzamelen overige literatuurgegevens over
zoutschades en indien mogelijk verzekeringsdata.
2.3 Geagendeerde kennisvragen
Er zijn bij dit thema geen kennisvragen geagendeerd.
10
3. Thema 2: Hydrologisch modelinstrumentarium
3.1 Achtergrond
Om de zoetwateropgave goed in beeld te brengen is het nodig te beschikken over een
goed hydrologisch instrumentarium dat de watervraag en waterbeschikbaarheid onder
verschillende omstandigheden goed in beeld brengt.
Voor het berekenen van de watervraag en waterbeschikbaarheid bij de verschillende
scenario’s en voor het berekenen van de hydrologische effectiviteit van maatregelen is
in de vorige fasen van het Deltaprogramma gebruik gemaakt van het Landelijk
Hydrologisch Model (verder: LHM). Dit model is een toepassing die is gemaakt met het
Nederlands Hydrologisch Instrumentarium (NHI). Uit een analyse van de berekeningen
uit fase 4 van het Deltaprogramma is onder andere geconstateerd dat:



het LHM geen goede zoutverspreiding in het regionale watersysteem kan
berekenen;
de huidige waterverdelingsmodellen DM en Mozart die in het LHM zijn gebruikt aan
vervanging toe zijn;
het LHM niet geschikt is voor het doorrekenen van maatregelen die lokaal (in een
klein gebied) worden toegepast.
De komende jaren wordt er verder gewerkt aan de ontwikkeling van het NHI (en
daarmee het LHM).
3.2 Geprogrammeerde onderzoeken
Binnen dit thema loopt er momenteel een onderzoeksprogramma voor de
doorontwikkeling van het Nationaal Water Model. Dit model wordt niet alleen voor
zoetwater ontwikkeld, maar ook voor de thema’s waterveiligheid en waterkwaliteit.
11
Titel
Doorontwikkeling Nationaal Water Model
Beoogde resultaten
Het Nationaal Water Model geeft inzicht in de gevolgen van
klimaatverandering voor Nederland door het maken van zogeheten
basisprognoses van de waterbeweging voor: veiligheid,
waterbeschikbaarheid en waterkwaliteit.
Deze prognoses bevatten op basis van gewijzigde klimaat en/of
modelinzichten telkens een doorkijk naar 2050 en 2085 op de
veranderingen die Nederland te wachten staan. De basisprognoses
worden om de twee jaar geleverd, te beginnen in 2016. Alle
waterbeheerders kunnen gebruik maken van de uitkomsten. Ook het
doorrekenen van maatregelen is met het Nationaal Water Model
mogelijk.
Voordelen zijn uniformiteit en consistentie van uitkomsten tussen
projecten en programma’s. Iedereen gaat uit van dezelfde
modellenbasis en randvoorwaarden. Dit voorkomt onnodige discussie
en kosten.
Opdrachtgever
DGRW/RWS
Opdrachtnemer
Deltares/Alterra
Budget
<1.000 k€
Periode
2016-2023
Stand van zaken
Het onderdeel Waterbeschikbaarheid is gebruiksklaar. Het onderdeel
Waterkwaliteit is in ontwikkeling en omstreeks 2018 gereed.
Aandachtspunten




Vervolgproces
Het Landelijk Hydrologisch Model (LHM) en onderdeel van het
NHI vormt een belangrijke bouwsteen van het Nationaal Water
Model.
Voor het project Voorzieningenniveau vindt mogelijk een
uitbreiding en aanpassing plaats om in plaats van 30-jarige
reeksen met 100-jarige reeksen te kunnen rekenen.
Afstemming met de regionale modellen
Vanuit de regio benoemd: modellen moeten brongerichte
maatregelen en monitoringsgegevens kunnen inlezen om
externe ontwikkelingen die negatieve effecten hebben op
verzilting te kunnen beoordelen.
Nadere afstemming met stakeholders en gebruikers is noodzakelijk.
3.3 Geagendeerde kennisvragen
Er zijn bij dit thema geen kennisvragen geagendeerd.
12
4. Thema 3: Economisch modelinstrumentarium
4.1 Achtergrond
Voor toekomstige besluitvorming en onderbouwen van onder andere de
voorzieningenniveaus is het belangrijk een goed beeld te hebben van de kosten en
baten van de beoogde maatregelen.
In de vorige fasen van het Deltaprogramma zijn voor het ontwikkelen van de
zoetwaterstrategie verschillende economische analyses uitgevoerd waarmee de kosten
en baten van zoetwater maatregelen in beeld zijn gebracht1,2. Beide studies zijn
bruikbaar gebleken om de meest kansrijke maatregelen te identificeren, maar er is nog
een verdiepingsslag nodig voor de verdere uitwerking van maatregelen uit het
Deltaplan en voor gebruik bij toekomstige besluitvorming.
4.2 Geprogrammeerde onderzoeken
De volgende geprogrammeerde onderzoeken worden hieronder beschreven:




Doorontwikkeling economisch instrumentarium.
Waterwijzer Landbouw.
Effectbepaling Landbouw.
IMPREX droogtedeel.
Fase 1: Ecorys (2013). Voorverkenning kosten en baten Deltaprogramma Zoetwater.
Fase 2: Stratelligence (2014). Economische analyse Zoetwater ten behoeve van de Voorkeursstrategie
Zoetwater.
1
2
13
Titel
Doorontwikkeling economisch instrumentarium
Beoogde resultaten
Plan van Aanpak voor het ontwikkelen van kennis gericht
op de economische onderbouwing van de
voorzieningenniveaus. Dit levert tevens kennis op om de
baten van maatregelen tegen droogte beter te kunnen
kwantificeren en monetariseren.
Opdrachtgever
RWS-WVL
Opdrachtnemer
Deltares, Stratelligence en LEI
Budget
> 500 k€
Periode
2015-2016
Stand van zaken
In 2015 is een methodiek ontwikkeld en getest waarmee
de baten van maatregelen tegen droogte beter kunnen
worden gekwantificeerd en gemonetariseerd. De methodiek
blijkt kansrijk, maar voor het verkrijgen van
beleidsrelevante resultaten is meer kennisontwikkeling
nodig.
Aandachtspunten


Vervolgproces
Afstemming met ontwikkelen waterwijzer landbouw en
natuur.
Afstemming met het Horizon2020 project IMPREX.
In 2016 wordt een plan gemaakt welke informatie nodig is
om tot een methodiek te komen waar beleidsrelevante
uitkomsten uitkomen. Daarnaast wordt de methodiek
toegepast in een kleine casestudie in Rijnland. Op basis
hiervan worden de effecten en waardering van
watertekorten op de gebruiksfuncties van zoetwater waar
nodig verdiept.
14
Titel
Waterwijzer Landbouw
Beoogde resultaten
Het eindresultaat is een makkelijk toepasbare (online) tool
voor het bepalen van droogteschade, natschade en
zoutschade bij huidige meteorologische condities en
klimaatscenario’s.
Dit instrument is ook toepasbaar voor het bepalen waar
waterhuishoudkundige maatregelen het meest effect zullen
sorteren. In dat kader is het instrument ook relevant voor
Slim Watermanagement.
Opdrachtgever/betrokkenen
STOWA, Rijkswaterstaat / WVL / I&M, ACSG /BIJ12, ZON,
provincies Zuid-Holland en Utrecht, waterschappen,
drinkwaterbedrijven Vitens en Brabant Water, VEWIN, LTO,
EZ.
Opdrachtnemer
WUR-Alterra (penvoerder) namens consortium met KWR
Watercycle Research Institute, Bakelse Stroom, WURLivestock Research en –Plantaardig Praktijkonderzoek en
Wageningen Universiteit.
Budget
Reeds geïnvesteerd ca 1 M€. Nog nodig voor het vervolg <
400 k€ (waarvan 200 k€ gedekt).
Periode
2016-2017 (gestart in 2012).
Stand van zaken



Het modelinstrumentarium hydrologie (SWAP) en
gewasgroei (WOFOST) gekoppeld, getoetst en
operationeel is gereed (beoogd resultaat 1).
In periode 2015-2016 (fase 3 van het project) wordt
aan alle resultaten gewerkt voor de melkveehouderij.
In de periode 2016-2017 wordt gewerkt aan de
resultaten voor akkerbouw (modelinstrumenten,
metamodel) en aan de makkelijk toepasbare online
tool voor melkveehouderij en akkerbouw.
Aandachtspunten
1. Voor fase 4 (periode 2016-2017) ontbreekt nog een
deel van de financiering (ca. 200 k€)
2. Voor de periode na 2017 zijn er wel vragen
geformuleerd, maar na oplevering van de genoemde
resultaten is vooralsnog geen vervolg voorzien.
Vervolgproces



2016/2017: focus op akkerbouw, metarelaties,
indirecte schade èn gewasopbrengstschade omzetten
naar financiële schade (bedrijfsvoering)
Mogelijk ook verbetering berekening zoutschade
Toetsing in de praktijk nodig.
15
Titel
Effectbepaling Landbouw
Beoogde resultaten
Een verbeterde methodiek om de baten voor landbouw
beter in beeld te brengen.
Het LEI heeft verschillende aanpakken om de waarde van
de opbrengstderving in de landbouw te berekenen. Het
doel van de notitie is om een praktische methode te
beschrijven voor de bepaling van de kosten en baten (de
welvaartseffecten) van maatregelen die opbrengstderving
voor de landbouw bestrijden.
Verdere uitwerking dosiseffectrelaties en schaderelaties per
gewas en bedrijfsstysteem, opschaling naar integraal
model.
Verdere ontwikkeling sociaaleconomische context voor
welvaartseffecten en verdieping analyse prijseffecten.
Opdrachtgever
ECKB/DPZW
Opdrachtnemer
Het LEI
Budget
nog niet bekend
Periode
2015-1016
Stand van zaken
Het project bevindt zich in de opstartfase. In 2016 wordt er
een Plan van Aanpak opgesteld.
Aandachtspunten
Afstemming met project waterwijzer landbouw, Imprex,
economisch instrumentarium
Vervolgproces
nog niet bekend
16
Titel
IMPREX droogtedeel
Beoogde resultaten
Het doel van het droogtedeel van IMPREX is het
ontwikkelen en toepassen van een methode en een
generieke tool voor een risicobenadering voor de analyse
van droogte en watertekort. Dit draagt bij aan de
onderbouwing van de besluitvorming rond het
voorzieningenniveau en aan de ontwikkeling van het BOI
(beslissingsondersteunend informatie profiel).
Opdrachtgever/ betrokkenen
Programmabureau Zoetwater, RWS, STOWA, Rijnland, AA
en Maas
Opdrachtnemer
Deltares en HKV
Budget
< 1.000 k€
Periode
2016-2019
Stand van zaken
In opstartfase. Begin 2016 wordt het Plan van Aanpak
vastgesteld.
Aandachtspunten
Afstemming met project doorontwikkeling economisch
instrumentarium.
Afstemming Waterwijzers.
Financiering moet nog formeel bevestigd en geregeld
worden.
Vervolgproces
nog niet bekend
4.3 Geagendeerde kennisvragen
Er zijn voor dit thema geen kennisvragen geagendeerd.
17
5. Thema 4: Hydrologische en economische effectiviteit van
(regionale) maatregelen
5.1 Achtergrond
Voor toekomstige besluitvorming, het onderbouwen van de voorzieningenniveaus en de
uitvoering van maatregelen uit het Deltaplan is het belangrijk een goed beeld te
hebben van de kosten en baten van de beoogde maatregelen om goed onderbouwde,
maatschappelijk verantwoorde keuzes te kunnen maken. In de vorige fasen van het
Deltaprogramma zijn voor het ontwikkelen van de zoetwaterstrategie verschillende
economische analyses uitgevoerd waarmee de kosten en baten van zoetwater
maatregelen in beeld zijn gebracht. Beide studies zijn bruikbaar gebleken om de meest
kansrijke maatregelen te identificeren, maar er is nog een verdiepingsslag nodig voor
verdere uitwerking van maatregelen uit het Deltaplan en voor gebruik bij toekomstige
besluitvorming.
Een belangrijke geagendeerde kennisvraag is hoe de hydrologische en economische
effectiviteit van met name de regionale maatregelen in beeld kan worden gebracht. Dit
is essentiële informatie voor de uitvoering van de maatregelen uit het Deltaplan, het
ontwikkelen van de voorzieningenniveaus en voor verdere besluitvorming. Vaak levert
het modelinstrumentarium (thema 2 en 3) hiervoor wel noodzakelijke maar nog niet
altijd voldoende informatie.
5.2 Geprogrammeerde onderzoeken
De volgende onderzoeken worden hieronder beschreven:




Joint Fact Finding m.b.t Permanente Oostelijke Aanvoer.
Pilot Langsdammen Waal.
Klimaatpilots.
Lumbricus; klimaatrobuust bodem- en watersysteem
18
Titel
Joint Fact Finding m.b.t. Permanente Oostelijke
Aanvoer
Beoogde resultaten
Afspraak binnen het Deltaprogramma is dat via joint
factfinding gezamenlijk door betrokken partijen naar de
permanente oostelijke aanvoer wordt gekeken.
Het product van de JFF zal een bouwsteen vormen voor de
invulling van fase 2 van de KWA.
Opdrachtgever
IenM (in deze fase, later wordt regio West trekker)
Opdrachtnemer
TAUW
Budget
Nog niet bekend
Periode
2015-?
Stand van zaken
De eerste stap is de bestaande beelden en beschikbare en
benodigde onderbouwing te inventariseren.
Aandachtspunten
Het overleg over de oostelijke aanvoer is in regio West
Nederland gestart tussen diverse organisaties. Hierbij
lopen de organisaties er tegen aan dat de problematiek
breder is dan regio West. Ook vertegenwoordiging vanuit
ZW Delta en het landelijke natuurbeleid zijn nodig voor een
compleet beeld van alles wat er speelt rond deze ingreep.
Hierbij gaat het onder andere om het betrekken van de
effecten van de Kier en de natuurambities voor de
Nederlandse delta.
Vraag is ook wie in de volgende fase de regie gaat voeren.
Vervolgproces
nog niet bekend
19
Titel
Pilot Langsdammen Waal
Beoogde resultaten
Onder andere het minimaliseren van
onderhoudsbaggerwerk en het stoppen van de
bodemdaling op de Waal. (Daarnaast bijdrage aan
hoogwaterveiligheid en KRW doelen).
Opdrachtgever
RWS Bestuursstaf (BS)
Opdrachtnemer
RWS Oost Nederland (ON)
Budget
< 250 k€
Periode
2016-2019
Stand van zaken
In 2010 is een pilot gestart waarin 10 km van het
zomerbed van de Waal is heringericht en langsdammen en
oevergeulen zijn aangelegd (opgeleverd 1 januari 2016)
waaraan een 3-jarige monitoring is gekoppeld. De pilot
onderscheidt twee aspecten; het zogenaamde inregelen
van de openingen en het meet/ monitoringsprogramma.
Op basis van de uitkomsten van de monitoring kan de
effectiviteit van de maatregel langsdammen worden
ingeschat en wordt informatie ingewonnen waarmee het
mogelijk is om te bepalen welke trajecten van het
riviersysteem het meest geschikt zijn en waar dit
inrichtingsconcept kan worden uitgerold over - grotere
aaneengesloten - delen van het riviersysteem. Ook zal dan
duidelijk moeten worden of en zo ja in welke mate
langsdammen een bijdrage leveren aan de
zoetwatervoorziening vanuit het hoofdwatersysteem.
Aandachtspunten
n.v.t.
Vervolgproces
Vanaf 2019 – na afronding van de pilot – kan
daadwerkelijk worden besloten tot de (gedeeltelijke)
herinrichting van riviertakken (Mirt).
20
Titel
Klimaatpilots
Beoogde resultaten
Het vergroten van de regionale zelfvoorzienendheid en het
zorgvuldig omgaan met zoet water. De regionale
watervoorziening zal duurzamer en robuuster moeten
worden. Dat betekent een andere manier van omgaan met
zoet water: beter benutten van beschikbare bronnen,
betere manieren om zoetwatervoorraden op te slaan en
vast te houden, efficiënter gebruik van zoet water en een
slimmere sturing van het watersysteem.
De 5 klimaatpilots zijn:

Proeftuin IJsselmeer: o.a. zelfvoorzienende
zoetwaterberging en systeemgerichte drainage - Regio
IJsselmeer.

Proeftuin Zoet Water voor gebieden zonder aanvoer
zoetwater uit hoofdwatersysteem - Regio
Zuidwestelijke Delta.

Efficiënt watergebruik hoge zandgronden - Regio Hoge
Zandgronden.

Zoetwaterfabriek Groote Lucht - Regio West Nederland.

Duurzaam gebruik ondiep grondwater - Regio
Rivierenland.
Opdrachtgever
Waterschappen, provincies, kennisinstellingen,
ondernemers
Opdrachtnemer
Verschilt per pilot
Budget
Verschilt per pilot
Periode
De meeste pilots lopen t/m 2018-2019
Stand van zaken
De pilots verkeren in verschillende stadia:

Proeftuin IJsselmeer: de pilot spaarwater loopt. De
pilot Gouden gronden is nog niet begonnen.

Proeftuin Zoet Water voor gebieden zonder aanvoer
zoetwater uit hoofdwatersysteem: pilots zijn gestart.

Efficiënt watergebruik hoge zandgronden: drie pilots in
Oost lopen.


Zoetwaterfabriek Groote Lucht: pilot loopt.
Duurzaam gebruik ondiep grondwater: pilot nog niet
gestart.
21
Aandachtspunten
nog niet bekend
Vervolgproces

Proeftuin IJsselmeer: eind 2018 de eerste rapportages
verwacht.

Proeftuin Zoet Water voor gebieden zonder aanvoer
zoetwater uit hoofdwatersysteem: de eerste
rapportages worden in 2016-2017 verwacht.

Efficiënt watergebruik hoge zandgronden: de eerste
rapportages vanaf eind 2015 verwacht.

Zoetwaterfabriek Groote Lucht: in 2016-2018 start de
testfase, de eindrapportages wordt in 2019 verwacht.

Duurzaam gebruik ondiep grondwater: de
eindrapportages worden in 2019 verwacht.
22
Titel
Lumbricus, klimaatrobuust bodem- en watersysteem
Beoogde resultaten
De vraag is hoe je een klimaatrobuust beekdal inricht.
Vanuit de gebiedsopgaven wordt kennis die nodig is
ontwikkeld en toegepast om de doelen te realiseren.
Binnen het programma wordt aandacht besteed aan de
integrale benadering van bodem en water, de beekdalen en
wordt gekeken hoe dit gezamenlijk gerealiseerd kan
worden (Governance). Dit wordt samen gedaan met alle
betrokken partners in het gebied en met kennisinstellingen
en het bedrijfsleven.
Opdrachtgever/betrokkenen
Waterschap Vechtstromen namens ZON, waterschap Aa en
Maas (namens DHZ), provincies, drinkwaterbedrijven,
kennisinstellingen, MKB, universiteiten, STOWA, LTO
Opdrachtnemer / uitvoerders
Bovengenoemde partijen voeren gezamenlijk uit
Budget
< 8000 k€
Periode
Vanaf 2016 (tot en met 2020)
Stand van zaken
Medio december 2015 is het programma definitief. Start
per januari 2016.
Aandachtspunten


Ambitieus programma.
Vertrekpunt hoog-Nederland, maar ook in laag
Nederland toepasbaar.
Vervolgproces
Vanaf 2016 start het programma met vier
deelprogramma’s:




Deelprogramma
Deelprogramma
Deelprogramma
Deelprogramma
1:
2:
3:
4:
Boeiende Beekdalen.
Bewuste Bodem.
Wellend Water.
Goede Governance.
23
5.3 Geagendeerde kennisvragen
Hieronder staan vier van de vijf geprioriteerde kennisvragen beschreven. Deze worden
op dit moment nader uitgewerkt, waarbij een andere specificatie van de vraag wordt
gegeven, de betrokken partijen in beeld worden gebracht en benaderd en afspraken
over financiering worden gemaakt. Het betreft:




Slimmer doorspoelen.
Kennis van de bodem.
Natuur en Zoetwater /Waterwijzer Natuur.
Inzicht genereren in de effecten op regionale schaal van op lokaal niveau
toegepaste maatregelen om de zelfvoorzienendheid te vergroten
Titel
Slimmer doorspoelen
Kennisvraag
Doorspoelen is een grote watervrager, terwijl nut en
noodzaak van doorspoelen de laatste jaren steeds meer ter
discussie zijn komen te staan. Het is echter niet bekend
hoe en hoeveel water daadwerkelijk zou kunnen worden
bespaard door ‘slimmer’ door te spoelen, en daarmee hoe
zwaar moet worden ingezet op slimmer doorspoelen. Het
voorstel is een Hasndreiking op te stellen hoe dit te doen.
Hierover vindt nog nader overleg plaats.
Betrokken partijen
Tot nu toe: Deltares, Alterra, adviesbureaus
Benodigde partijen
STOWA, waterbeheerders, Deltaprogramma,
Kennisinstellingen
Ideale trekker
Nader te bepalen
Benodigd budget
Nog niet bekend
Geschatte doorlooptijd en
Doorlooptijd nog niet bekend
planning
Aandachtspunten
Betrokkenheid en financiering van partijen.
24
Titel
Kennis van de bodem
Kennisvraag
Verbeteren van operationele kennis van de bodem. In
potentie een belangrijke bron voor wateropslag/water
vasthouden, gewasproductie (zie STOWA onderzoek
Gezonde bodem voor duurzaam watersysteem).
Opdrachtgever
nog niet bekend
Opdrachtnemer
nog niet bekend
Benodigde partijen
RWS, STOWA, waterschappen, provincies,
kennisinstellingen en adviesbureaus. Er is tevens een lobby
nodig bij LTO, MKWS en DAW.
Benodigd budget
nog niet bekend
Geschatte doorlooptijd en
nog niet bekend
planning
Aandachtspunten
Eerste stap is de vraagarticulatie die plaats kan vinden
onder regie van RWS en/of STOWA. Aandachtspunten:




organisch stof en bodemverdichting en de invloed
daarvan op watersystemen
de relatie waterkwaliteit (win-win) van
oppervlaktewater en (dieper) grondwater
maatregelen waaronder drainage
ruimtelijke optimalisatie van maatregelen
Afstemming kennisprogramma Lumbricus.
25
Titel
Natuur & zoetwater
Kennisvraag
Wordt momenteel nader verkend door de provincies.
Eerste invulling van de kennisvraag luidt als volgt: Wat is
het effect van veranderende waterbeschikbaarheid op
natuur? Of anders geformuleerd: wat is de
toekomstbestendigheid van natuur, gelet op
klimaatverandering en voorgenomen
waterbeheersmaatregelen / zoetwatermaatregelen? Deze
informatie is relevant voor het opstellen van GGOR’s en
voorzieningenniveaus, voor de keuze van
waterbeheersmaatregelen, voor het vastleggen van
natuurdoelen en voor de verantwoording richting regionale,
nationale en Europese besturen.
Betrokken partijen
nog niet bekend
Benodigde partijen
Ministeries, provincies, waterschappen en
terreinbeheerders als belanghebbenden. Samenwerking
van Alterra, KWR en Deltares als uitvoerders.
Ideale trekker
Provincies, eventueel overkoepelend orgaan (IPO)
Benodigd budget
nog niet bekend
Geschatte doorlooptijd en
nog niet bekend
planning
Aandachtspunten
Mogelijke invulling via vervolg op Waterwijzer Natuur (zie
hieronder)
Verschillende partijen zijn bereid tot financiering als andere
partijen ook bijdragen. Nadere afspraken hierover zijn
nodig.
26
Titel
Waterwijzer Natuur
Beoogde resultaten
Fase 1 van de Waterwijzer Natuur is afgerond in december
2014. Hiermee hebben Deltares en Alterra en KWR
gezamenlijk in beeld gebracht wat de beste manier is om
ingrepen in de waterhuishouding op de natuur te
voorspellen en hoe dit er in een effectmodule uitziet.
Het uiteindelijke doel van dit project (in een eventueel
vervolg) is het koppelen van de natuureffectmodellen van
KWR en Alterra aan hydrologische modellen op
verschillende ruimtelijke schaalniveaus (en het
Waternoodinstrumentarium). Zo kan een koppeling aan het
Nationaal Modelinstrumentarium en regionale modellen
ingezet worden bij de analyse van klimaatscenario’s en
kansrijke strategieën binnen het deelprogramma Zoetwater
op landelijke en regionale schaal.
Opdrachtgever/betrokkenen
STOWA, EZ & I&M/RWS
(fase 1)
Opdrachtnemer (fase 1)
Deltares, KWR en Alterra
Budget
n.n.b
Periode
nog niet bekend
Stand van zaken
Fase 1 is afgerond. Nadere discussie naar aanleiding van
invulling Water en Natuur (zie hierboven).
Aandachtspunten
Verdere ontwikkeling door KWR en Alterra van het
instrument hangt af van de mogelijkheid projecten en
subsidies binnen te halen.
Vervolgproces
nog niet bekend
27
Titel
Inzicht genereren in de effecten op regionale
schaal van op lokaal niveau toegepaste
maatregelen om de zelfvoorzienendheid te
vergroten
Kennisvraag
Zelfvoorzienendheid, door lokale maatregelen / adaptatie,
speelt een belangrijke rol binnen het Deltaprogramma
Zoetwater. Het ontbreekt waterbeheerders momenteel
echter aan een beeld welk deel van de zoetwateropgave
door door deze lokale maatregelen is op te vangen en wat
dit betekent voor het waterbeheer op
stroomgebiedsniveau. De vraag wordt op korte termijn
verder verkend en geconcretiseerd.
Betrokken partijen
Tot nu toe: Deltares, Acacia, Alterra, KWR
Benodigde partijen
STOWA, DP ZW/RWS, Kennisinstellingen
Benodigd budget
nog niet bekend
Geschatte doorlooptijd en
nog niet bekend
planning
Aandachtspunten
Betrokkenheid en financiering van partijen.
28
6. Thema 5: Adaptief Deltamanagement
6.1 Achtergrond
Uitgangspunt van de zoetwaterstrategie is adaptief deltamanagement. Welke
maatregelen op termijn daadwerkelijk nodig zijn, hangt onder andere af van de
klimaatontwikkelingen en ontwikkelingen op sociaaleconomisch gebied. Belangrijke
kennisvraag is hoe de uitvoering van de strategieën in tijd en omvang gepland en
ingepast gaat worden.
6.2 Geprogrammeerde onderzoeken
Hieronder worden de volgende onderzoeken beschreven:





Signposts en triggers.
Meten, Weten, Handelen systematiek.
Procesontwerp agendering financiering en RO.
Beslissingsondersteunend Informatieprofiel.
Operationalisering zoetwaterdoelen
29
Titel
Signposts en triggers
Beoogde resultaten
In beeld brengen van signalen (‘Signposts & Triggers’) om
tijdig te kunnen anticiperen op benodigde vervolgstappen
in adaptatiepaden.
Opdrachtgever
RWS-WVL
Opdrachtnemer
Deltares
Budget
<100 k€
Periode
2015-2016
Stand van zaken
In 2015 is een theoretisch kader achter Signposts &
Triggers ontwikkeld en is de methode toegepast in twee
pilots: een in laag-Nederland en een in hoog-Nederland.
Verder wordt ingegaan op de meerwaarde van een S&T
benadering. Eind medio december 2015 wordt de
rapportage verwacht.
Aandachtspunten
Inhoudelijk:

Verder uitwerken van manieren voor identificeren en
evalueren van signpoints en triggerwaarden.

Niet alleen water- maar ook ‘doel’signposts en
triggerwaarden zijn belangrijk.
Afstemming met:

Andere activiteiten die uitgevoerd worden in het kader
van DPZW, zoals bijv. economische methode.

Activiteiten van de werkgroep “Adaptief
deltamanagement” onder leiding van de staf DC.

Activiteiten van PBL in het kader van het onderzoek
“Nationale Adaptatie Strategie”.
Vervolgproces
In 2016 wordt het onderzoek voortgezet naar instrumenten
die
helpen
om
tijdig
vast
te
stellen
dat
zoetwaterstrategieën in stand kunnen blijven dan wel
bijstelling behoeven en waarmee adaptatiepaden van
maatregelen kunnen worden bepaald.
30
Titel
Meten, Weten, Handelen systematiek
Beoogde resultaten
In de Deltawet staat dat de Deltacommissaris rapporteert
over de voortgang van het Deltaprogramma en in beeld
brengt hoe het Deltaprogramma bijdraagt aan de doelen
van het Nationaal Waterplan.
Voor een systematische rapportage over deze voortgang
ontwikkelt het Deltaprogramma de systematiek ‘meten,
weten, handelen’ (MWH). Deze systematiek beschrijft hoe
gerapporteerd wordt over ‘input’, ‘output’, ‘outcome’ en
‘leren’ en bevat afspraken over de taakverdeling tussen
partijen.
Opdrachtgever/ betrokkenen
Staf Deltacommissaris is opdrachtgever. De staf DC en het
PBL werken de systematiek gezamenlijk uit met de
deelprogramma’s, DG Ruimte en Water en Rijkswaterstaat
Water, Verkeer en Leefomgeving.
Opdrachtnemer
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Budget
Niet bekend.
Periode
Doorlopend.
Aandachtspunten
DPZW dient zelf (ook) input te leveren over doelbereik.
31
Titel
Procesontwerp agendering RO
Beoogde resultaten
Het maken van een procesontwerp zodat zoetwater
vroegtijdig in ruimtelijke planprocessen geagendeerd en
gefinancierd kan worden.
Opdrachtgever/ betrokkenen
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Opdrachtnemer
Platform31
Budget
nog niet bekend
Periode
2015-2016
Stand van zaken
Het onderzoek is in 2015 gestart en is een vervolg op het
onderzoek uit 2012 naar het beleidsinstrumentarium voor
RO.
Aandachtspunten

Aangeven wat er al loopt om water en ruimte te
verbinden

Samen met Delta Ontwerpplatform zoeken naar aantal
concrete casussen (geen theoretisch verhaal)

Op basis hiervan in afstemming met het
Deltaprogramma Zoetwater enkele casussen te
selecteren (zowel waar het goed gaat als waar het
minder gaat)

Vervolgproces
Bij het procesontwerp stakeholders betrekken
De eerste resultaten worden in 2016 verwacht.
32
Titel
Het beslissingsondersteunend instrument
Beoogde resultaten
Het beslissingsondersteunend instrument (BOI) biedt
ondersteuning aan bestuurders bij het maken van keuzes
over optimalisatiemogelijkheden in het voorbereiden op of
voorkomen van watertekorten en draagt daarmee bij aan
een duurzame en doelmatige zoetwatervoorziening. Het
dient als ondersteuning bij het nemen van beslissingen
voor het programmeren van maatregelen in het kader van
het voorzieningenniveau en de 2e fase van het
Deltaprogramma (2021 – 2028).
Opdrachtgever/ betrokkenen
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Opdrachtnemer
Infram
Budget
nog niet bekend
Periode
2015-2016
Stand van zaken
Het onderzoek is in 2015 gestart. De eerste resultaten
worden eind 2015/begin 2016 verwacht.
Aandachtspunten
n.v.t.
6.3 Geagendeerde kennisvragen
Er zijn bij dit thema geen kennisvragen geagendeerd.
33
7. Thema 6: Governance
7.1 Achtergrond
Afspraken maken over voorzieningenniveaus en nieuwe manieren van operationeel
beheer vragen andere samenwerkingsvormen. In het waterbeheer zullen nieuwe
bestuurlijke, maatschappelijke en private arrangementen (moeten) ontstaan. Ook zal
er bewustwording bij gebruikers gecreëerd moeten worden over de risico’s van
watertekort. Het werken aan voorzieningenniveaus kan hieraan bijdragen. Maar hoe ga
je om met de brede communicatie hierover? En moeten burgers hier ook bij betrokken
worden? En op basis van welke argumenten?
7.2 Geprogrammeerde onderzoeken
Op dit moment zijn er geen geprogrammeerde onderzoeken ten aanzien van het thema
governance. In het geprogrammeerde onderzoek Lumbricus (zie paragraaf 5.2) is
governance wel nadrukkelijk één van de vier onderzoeksthema’s.
7.3 Geagendeerde kennisvragen
Het volgende onderzoek staat geagendeerd:

Governance vraagstukken zoetwatervoorziening
Titel
Governance vraagstukken zoetwatervoorziening
Kennisvraag
De kennisvragen rondom governance dienen nader in beeld
gebracht te worden alvorens hier een concreet plan van
aanpak, inclusief planning en budget aan kan worden
gekoppeld. Dit gebeurt in de eerste helft van 2016. Hierbij
wordt de link gelegd met de governance vraagstukken
rondom het voorzieningenniveau.
Betrokken partijen
nog niet bekend
Benodigde partijen
Gebruikers, waterbeheerders, maatschappelijke
organisaties, het Planbureau voor de Leefomgeving,
eventueel LTO, de KAVB, het gebruikersnetwerk van de
VZN en waterbeschikbaarheid.
Ideale trekker
Programmabureau Zoetwater
Benodigd budget
nog niet bekend
Geschatte doorlooptijd en
nog niet bekend
planning
Aandachtspunten
nog niet bekend
34
Bijlage 1
Overzichtstabel programmering Kennisagenda Zoetwater
35
Overzicht programmaring Kennisagenda Zoetwater
Benodigde
investering
(in €)
Jaren waarvoor
budget
geregeld is
Slim Watermanagement
<5.000 K
2015 t/m 2021
Systeemstudie Rijn-Maasmonding
Integrale Studie Waterveiligheid en Peilbeheer
IJsselmeergebied
>500 K
2015 t/m 2017
Onderzoeksfase
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Watersysteemkennis
Geprogrammeerd onderzoek
< 500 K
nog niet
bekend
Zouttolerantie landbouwgewassen
Hydrologisch model instrumentarium
Geprogrammeerd onderzoek
Doorontwikkeling Nationaal Water Model
<1.000 K
2015 t/m 2021
> 500 k
t/m 2016
2016t/m 2017
(tekort van ca
200 K)
Economisch model instrumentarium
Geprogrammeerd onderzoek
Doorontwikkeling economisch instrumentarium
Waterwijzer Landbouw
< 1.500 K
Effectbepaling Landbouw
2016 t/m 2017
Imprex
< 1.000 K
2016 t/m 2019
Hydrologische en economische effectiviteit van (regionale) maatregelen
Geprogrammeerd onderzoek
Permanente Oostelijke Aanvoer
Pilot Langsdammen Waal
?
> 1,5 K
2015 t/m 2019
Klimaatpilots
1
Benodigde
investering
(in €)
Onderzoeksfase
Lumbricus
< 8.000 K
Jaren waarvoor
budget
geregeld is
6.000 K t/m
2020, maar niet
allemaal hard
Geagendeerde Kennisvragen
Anders doorspoelen
Nee
nog niet
bekend
nog niet
bekend
Kennis van de bodem
Natuur & zoetwater
Nee
Nee
Waterwijzer Natuur
Afweging maatregelen HWS & RWS o.b.v.
kosteneffectiviteit
> 1.000 K
Nee
Adaptief Deltamanagement
Geprogrammeerd onderzoek
nog niet
bekend
nog niet
bekend
nog niet
bekend
Operationalisering zoetwaterdoelen
Beslissingsondersteunend Informatieprofiel
Procesontwerp agendering RO
Signposts en triggers
< 100 K
nog niet
bekend
Meten, weten, handelen systematiek
t/m 2016
?
Geagendeerde Kennisvragen
nog niet
bekend
Actualisatie knelpunten analyses
Governance
Geagendeerde Kennisvragen
nog niet
bekend
Vraagstukken rondom governance
Legenda:
Oriëntatie
Uitvoering onderzoek
Afgerond
2
Bijlage 2
Overzicht openstaande kennisvragen
Overzichtstabel openstaande kennisvragen. Deze vragen worden in 2016 niet opgepakt.
Tabel 1. Overzicht kennisvragen die niet worden opgepakt in 2016
Thema/ onderzoek
Kennisvragen
Thema 3. Doorontwikkeling economisch modelinstrumentarium
Scheepvaart
Verbeteren effectbepaling scheepvaart, meer specifiek aanpassen Landelijk Sobek Model op laagwater situaties
Thema 4. Bepalen van hydrologische en economische effectiviteit van regionale maatregelen
Algemeen
Wat de relatie is tussen het instellen van een flexibel peilbeheer in het regionale watersysteem en de kans op
wateroverlast en hoe komen we tot een goede afweging tussen beide belangen (bijvoorbeeld in de vorm van
een MKBA).
Buffervorming door peilbeheer
Welke technieken/maatregelen (of combinaties van maatregelen) zijn kansrijk en wat is de kosteneffectiviteit
(opzetten en uitzakken)
ervan?
Welke randvoorwaarde/ condities moeten er gesteld worden aan de maatregel 'vasthouden' om de maatregel
als Groen Blauwe Dienst aan te kunnen bieden?
Conservering: vergroten
Wat zijn de kosten/baten van vergroten grondwatervoeding op perceelniveau?
grondwatervoeding op
perceelniveau
Stimuleren/ implementatie
Welke technieken/maatregelen zijn kansrijk en wat is de kosteneffectiviteit ervan?
zelfvoorzienendheid gebruikers
1
Thema/ onderzoek
Kennisvragen
Efficiënter/ slimmer beregenen
Is efficiënter/slimmer beregenen op basis van veld- of satellietwaarnemingen (op termijn) ook voor
grasland/veeteelt rendabel?
Wat zijn de kosten/baten van druppelirrigatie i.p.v. beregenen?
Hoe monitor je of het gebruik voor beregening verantwoord/duurzaam is? Welke instrumenten zijn beschikbaar
om tot uitvoering van de maatregelen te komen?
Wat zijn de kosten/baten van uitbreiden van beregening?
Stedelijk gebied
Wat zijn de kosten/baten van groen blauwe structuren in stedelijk gebied (meervoudige doelstelling)?
Waterbergingsgebieden bij kleine stedelijke kernen: wat is hiervoor de businesscase? Is de waterberging
bedoeld voor vasthouden water t.b.v. drogere perioden of bedoeld om transportcapaciteit benedenstrooms niet
te hoeven vergroten?
Zuinig schutten bij sluizen
Wat zijn de kosten/baten van zuinig schutten bij sluizen?
2
Download