Het einde van de Tweede Wereloorlog Getuigenis Michel Harboort 4 september ‘44 Dit verslag met herinnering aan slechts enkele dagen van WO II, die de hele wereld vier jaar lang in de spanning hield, bood de gelegenheid om er de nodige aandacht aan te geven. Het einde van de Tweede Wereldoorlog, die even moordadig was als de eerste, eindigde niet zo plots als de eerste en werd slechts na lange tijd gewonnen. Maar het einde verliep op een andere manier - zoals een tapijt werden de troepen van de vijand opgerold, maar het bleek toch nog een zwaar werk tot in mei 1945. Leuven werd ontzet op 4 september 1944. Dit verslag - genoteerd heet van de naald - is van de hand van Erestadssecretaris Michel Harboort, dat hij ons aanbood om bij een gepaste gelegenheid – nu na zeventig jaar – te laten kennen. Op het ogenblik van de feiten, die Michel Harboort noteerde, wist hij nog niet dat een paar weken voordien – op 22 augustus 1944 zijn oudere Broer, adjudant Pierre Harboort in Normandië aan het front gesneuveld was (N.v.d.R.). Na 51 maanden werd Leuven bevrijd door de Britse troepen van de Guards Armoured Divisions. Deze pantserdivisie was in Engeland opgericht in september 1941. Zij omvatte alle regimenten van het Britse leger, die nog steeds het uitsluitend voorrecht hebben de wacht op te trekken vóór het Buckingham Palace te Londen. Van 1941 tot 1945 stond de divisie onder het bevel van generaal-majoor Allan H. S. Adair, DSO, MC, en in haar rangen dienden veteranen, die reeds in mei 1940 tijdens de Blitzkrieg gevochten hadden, op de verdedigingslijn K.W. Na de geallieerde landing in Normandië had de Guards Armoured Division deelgenomen aan hevige gevechten die het zevende Duitse leger te Cagny de val van Falaise kon afdwingen. De Britse troepen bereidden zich voor op het oversteken van de Seine wat hen lukte op 31 augustus, waarna Adair’s Irish Guards Douai hadden bereikt. Op 2 september gaf generaal sir Brian Hörröcks, commandant van het 3de Britse korps, Adair de opdracht zo snel mogelijk door te stoten naar... Brussel! Op zondag 3 september 1944, om 6 uur ’s morgens, zetten de troepen aan en legden in 14 uur een afstand af van 156 km via Doornik, Ath en Edingen. Om 18u waren zij tot op 10 mijl van de hoofdstad genaderd. Bij het vallen van de avond reden de tanks van de Welsh Guards het centrum van Brussel binnen. Daar werden zij op een onbeschrijflijk onthaal ontvangen door de overgelukkige Brusselaars Op maandag 4 september werd Leuven bevrijd. Twee Britse kolonnes hadden bijna gelijktijdig de Brusselsespoort en de Tervuursepoort bereikt. Deze laatste trok de stad in langs de Kapucijnenvoer, waar ze werden verwelkomd door enthousiaste Leuvenaars en een groepje jonge verpleegsters van de klinieken. De chef van de eerste tank, luitenant Hanburry vroeg: “Where is the maquis?”… En ja, uit verscheidene straten kwamen leden van het verzet aangelopen om de Engelsen 16 als gids bij te staan en hen te waarschuwen voor bepaalde gevaren. In de Brusselsestraat aan de Handbooghof merkte men in een put bij de eerste brug over de Dijle een bom waarvan men snel de springladingen kon doorknippen. Niet zo ver daar vandaan merkte guardsman Jack Brook dat twee Duitse SS-mannen bij hun Kübelwagen op de uitkijk stonden om deze brug ook te doen springen. Ze kregen echter de kans niet, want ze werden onmiddellijk door leden van het verzet uitgeschakeld, die meteen ook de draden van de bom op de brug konden doorknippen. Nu rukten de eerste tanks op naar de Grote Markt, alwaar ze op mitrailleurvuur werden onthaald van Duitse soldaten, die zich verscholen hadden in het gebouw van de Nationale Bank (Het Tafelrond). Een eerste Duitse auto werd onder vuur genomen vóór de hoofdingang van de Sint-Pieterskerk waarvan alle inzittenden werden gedood. Wat later kwam een Fordauto, bemand met Duitsers vanuit de Mechelsestraat de Grote Markt opgereden richting Kortestraat. Het machinegeweer van de eerste tank velde de chauffeur. Een tweede Duitser sprong uit de wagen en wou vluchten, maar hij werd door een Brit afgemaakt. Een derde Duitser verborg zich achter de wagen en velde een Tommy en de verzetsman Henri Toremans. Deze SS-man scheen ook gekwetst en viel enkele meters verder bloedend neer. Intussen waren er ook vuurgevechten losgebroken op de Grote Markt, op de Naamsestraat en op de Oude Markt. De Britse grenadiers kwamen hun kameraden tankisten ter hulp. In het gebouw van de Nationale Bank was intussen brand uitgebroken, terwijl de Duitsers de vlucht namen. Nu trokken de bevrijders geholpen door het Leuvense verzet de Bondgenotenlaan in waar ze enkele weerstandsnesten uitschakelden nabij de cinema Forum en ook in de Justus Lipsiusstraat. Ondertussen werden de Engelse troepen op de Tervuursevest fel gehinderd door het vuur van een zware Duitse tank. Toen een Duitse kamion poogde te vluchten, sprong een Engelse sergeant in een scoutcar (verkenningswagen) en zette de achtervolging in. Onmiddellijk nam de Duitse tank de Engelsen onder vuur; het voertuig kantelde en vatte vuur nabij de villa Bodart. De chauffeur werd gedood en de kanonnier werd krijgsgevangen gemaakt. Wat later verscheen een andere Duitse tank aan de Naamsepoort, komende van Heverlee. Met drie granaten troffen de Engelsen hun tegenstrever, doch aangezien zij slechts over explosiegranaten beschikten kon de Duitser overhaast de vlucht nemen. Fig.1: Bevrijding WO II burgers herstellen de putten in de weg 17