IVF-behandeling - Wilhelmina Ziekenhuis Assen

advertisement
Medisch Centrum Wilhelmina
Informatie voor patiënten
Gynaecologie
IVF-behandeling
Inhoud
Voorwoord
1
Inleiding
De eerste kennismaking
IVF-team
Vragen? Altijd stellen!
Medisch Maatschappelijk Werk
2
In vitro fertilisatie: wat is dat precies?
Bevruchting buiten het lichaam
Vier fasen
1 Hyperstimulatie van de eierstokken
2 Follikelpunctie
3 Laboratoriumwerkzaamheden
4 Terugplaatsing en daarna afwachten
4
In vitro fertilisatie: wie komt ervoor
in aanmerking?
Beschadigde eileiders
Andere indicaties
Leeftijd
Zaadanalyse
Bijzondere vormen van IVF
ICSI
MESA/PESA en TESE
IVF met donorzaad
Eiceldonatie
Draagmoederschap
IVF/ICSI in de gemodificeerde natuurlijke cyclus
7
9
Uw kansen
Ongeveer twintig procent kans op zwangerschap
Wat kan er misgaan?
Drie behandelingen
Zes + twee behandelingen
14
De voorbereiding
De intake
Het vooronderzoek
Het startgesprek
Wachttijd
17
De IVF-behandeling zelf
Hyperstimulatie
Follikelpunctie
Laboratoriumfase: IVF of ICSI
De terugplaatsing en daarna afwachten...
21
Overgebleven embryo's
Invriezen
Terugplaatsing van ontdooide embryo’s
Onderzoek met zaad- en eicellen en embryo’s
Wetenschappelijk onderzoek
31
U bent zwanger
Net als andere zwangere vrouwen
Echo-onderzoek na zeven weken
Miskraam
Bloedverlies
34
Prenatale screening en diagnostiek
Bloedtest, nekplooimeting, echo-onderzoek
Vlokkentest of vruchtwaterpunctie
ICSI-zwangerschap
35
U bent niet zwanger
Menstruatie
Begeleiding
Nog een behandeling?
36
Bijverschijnselen en complicaties
38
Kosten
Vergoedingen
Ziektekosten aftrekbaar voor de belasting
40
Leren spuiten
42
Zelf hormonen toedienen
Subcutane injectie
Materiaal
Voorbereiding injectie Decapeptyl
Voorbereiding injectie Puregon
Voorbereiding injectiepennen voor Puregon®en Gonal-F
Voorbereiding Menopur®, Pregnyl®,
Cetrotide® en Lucrin-depot
Onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek
Gebruik van (anonieme) medische gegevens
en lichaamsmateriaal
45
Medicijnenlijst / hormonenlijst
47
Begrippenlijst
49
Meer weten?
Vereniging Freya
www.fertimagazine.nl
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en
Gynaecologie NVOG
52
1
Voorwoord
U hebt zich bij het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA)
gemeld om in aanmerking te komen voor een IVF-behandeling. Die stap hebt u samen met uw partner gezet. En hoewel onderzoek en behandeling van de vrouw een centrale
plaats innemen, is de IVF-behandeling iets wat u samen
aangaat. U volgt de behandeling met z'n tweeën. Leest u
daarom beiden deze brochure. Wij raden u aan dit ter voorbereiding van het intakegesprek te doen. Deze brochure zal
natuurlijk niet al uw vragen beantwoorden. Misschien roept
het juist wel vragen op. Hoe dan ook, al uw vragen bespreken we in het intakegesprek. Zet uw vragen vooraf gerust
op papier.
We beginnen deze brochure met een korte uitleg over in
vitro fertilisatie (afgekort tot IVF), en wie ervoor in aanmerking komen. Daarna geven we een uitgebreide beschrijving
van de IVF-behandeling en de kansen op succes. Ook de
kosten komen aan de orde.
We geven in deze brochure weinig praktische instructies;
die krijgt u, mondeling en schriftelijk, gedurende de behandeling, op het moment dat u ze nodig hebt.
U zult merken dat een IVF-behandeling complex is en veel
van u vraagt, zowel lichamelijk als geestelijk. Het is daarom
heel belangrijk te weten dat u altijd met uw vragen of problemen bij het IVF-team terecht kunt. Aarzelt u niet uw
vragen te stellen.
Wij wensen u succes met de behandeling!
Het IVF-team
Medisch Centrum Wilhelmina
(0592) 34 00 53 (poli Gynaecologie)
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
(0592) 32 51 03 (poli Gynaecologie)
(0592) 32 55 55 (centraal nummer)
2
Inleiding
De eerste Deze brochure is uw eerste kennismaking met de IVF-bekennismaking handeling in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen in samen-
werking met het Universitair Medisch Centrum. Wij hopen
dat deze brochure u genoeg informatie geeft om u voor te
bereiden op het intakegesprek, waarvoor u een uitnodiging
hebt gekregen of binnenkort zult krijgen.
Het intakegesprek is bedoeld om over en weer een duidelijk
beeld te krijgen: wij van uw situatie en u van de IVF-behandeling. Het is daarom van groot belang dat u vragen stelt
tijdens het gesprek. Om u daarbij op weg te helpen, hebt
u deze brochure gekregen.
Later, wanneer u met de behandeling bent begonnen, kunt
u deze brochure bovendien gebruiken om informatie na te
lezen.
IVF-team Al vanaf het intakegesprek krijgt u te maken met het IVF-
team. Tot het team behoren:
 gynaecologen (WZA en UMCG) en IVF-artsen (UMCG);
zij zijn verantwoordelijk voor alle medische aspecten; de
gynaecologen dragen de eindverantwoordelijkheid voor
de IVF-behandeling
 klinisch embryologen en analisten van het laboratorium
Voortplantingsgeneeskunde (VPG) in het UMCG; zij zijn
verantwoordelijk voor de laboratoriumwerkzaamheden;
de klinisch embryologen dragen de eindverantwoordelijkheid voor de laboratoriumfase van de IVF-behandeling
 nurse practitioners en/of gespecialiseerde verpleegkundigen (UMCG)
 medewerkers van het secretariaat (WZA en UMCG)
 medisch maatschappelijk werkers (WZA en UMCG)
3
Vragen? We kunnen het niet vaak genoeg benadrukken: met vragen
Altijd stellen! kunt u altijd bij de leden van het team terecht. Als u behoef-
te hebt aan een persoonlijk gesprek, kunt u daarvoor een
afspraak maken. Zet de onderwerpen waarover u wilt praten
en de vragen die u wilt stellen, gerust op papier. Een ziekenhuisbezoek is voor de meeste mensen een spannende gebeurtenis. Het zou vervelend zijn als u door nervositeit
niet alles zou vragen wat u wilde weten. Geen arts kijkt er
vreemd van op als u een 'spiekbriefje' hebt.
Er kunnen zich ook problemen voordoen die u liever met
anderen dan de direct betrokken artsen en verpleegkundigen wilt bespreken. In dat geval kunt u een beroep doen
op de maatschappelijk werkers die verbonden zijn aan het
IVF-team van het WZA en het UMCG.
Medisch Maat- Gedurende en na een IVF-behandeling is het mogelijk om
schappelijk begeleiding te krijgen van een medisch maatschappelijk
Werk werker. Bij aanmelding voor de behandeling hebt u vaak
al een lange weg van hoop en teleurstelling achter de rug.
Begeleidende gesprekken kunnen een hulpmiddel zijn om
de komende periode het hoofd te bieden. Ook tijdens de
behandelingen kan het helpen om met een professionele
hulpverlener te praten. De verwerking van wat u meemaakt(e) en de keuzes waar u voor staat wegen soms zwaar.
Met behulp van ondersteuning en informatie lukt het
meestal om vervolgens op eigen kracht weer verder te gaan.
De gesprekken vinden plaats op uw verzoek, individueel of
samen met uw partner. U kunt een gesprek aanvragen via de
gynaecoloog.
4
In vitro fertilisatie: wat is dat precies?
Bevruchting De letterlijke vertaling van 'in vitro fertilisatie' luidt: bebuiten het vruchting in glas. De vaak gehoorde term 'reageerbuisbaby'
lichaam is dus niet juist: alleen de bevruchting van de eicel vindt
buiten het lichaam plaats. Het embryo dat na de bevruchting is ontstaan, wordt teruggeplaatst in de baarmoeder,
waar het zich op een natuurlijke manier verder ontwikkelt,
net als na een gewone bevruchting. De kans op een succesvolle zwangerschap na een gestarte IVF-behandeling is in
Nederland ongeveer twintig procent (zie ook het hoofdstuk
‘Uw kansen’).
Vier fasen De IVF-behandeling is te verdelen in vier fasen, die u in
ongeveer vier weken doorloopt:
1. Hyperstimulatie van de eierstokken
Normaal gesproken rijpt er per menstruatiecyclus maar één
eicel in één van de eierstokken uit. Tijdens een IVF-behandeling wordt met hormonen de rijping van meer eicellen
tegelijkertijd gestimuleerd. Dit gebeurt om meer dan één
eicel te kunnen bevruchten. Als hieruit meerdere embryo's
ontstaan, geven deze na terugplaatsing in de baarmoeder
een hogere kans op een zwangerschap. De stimulatiefase
duurt acht à twaalf dagen.
Bij IVF in de gemodificeerde natuurlijk cyclus, ook 'eigen
cyclus' genoemd (zie pagina 13) wordt gebruik gemaakt van
het ene eiblaasje dat maandelijks groeit. Er worden slechts
enkele dagen hormonen gebruikt.
5
2. Follikelpunctie
Eicellen rijpen in follikels. Follikels zijn eiblaasjes in de
eierstokken die elk één eicel bevatten. Tijdens de follikelpunctie, die via de vagina wordt uitgevoerd, worden alle
eiblaasjes in de eierstokken met een naald aangeprikt en
leeggezogen. Op deze manier worden de eicellen verkregen.
De punctie vindt twee dagen na afronding van de stimulatiefase plaats.
3. Laboratoriumfase
Enkele uren na de follikelpunctie worden zaadcellen van de
man bij de eicellen gevoegd. Dit gebeurt in het laboratorium
VPG van het UMCG. Bij ICSI wordt in iedere eicel één zaadcel naar binnen gebracht (zie pagina 9 ‘Bijzondere vormen
van IVF’). Na twee à drie dagen is onder de microscoop te
zien welke eicellen daadwerkelijk bevrucht zijn en in aanmerking komen voor terugplaatsing.
4. Terugplaatsing en daarna afwachten
Als er bevruchtingen zijn opgetreden worden één of twee
embryo's in de baarmoeder geplaatst. Dit gebeurt drie dagen na de punctie. Eventueel kunnen resterende embryo's
worden ingevroren. Om hiervoor in aanmerking te komen
moeten deze embryo's aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen.
Bij de afweging hoeveel embryo's teruggeplaatst moeten
worden gaat het er enerzijds om zo'n groot mogelijke kans
te hebben op een zwangerschap, maar anderzijds om geen
onnodig risico te lopen op een meerlingzwangerschap.
6
Na de terugplaatsing begint voor de meeste paren de moeilijkste periode van de behandeling. Behalve de medicijnen
die u nog moet gebruiken kunt u niets meer doen. Er zit
niets anders op dan af te wachten of één van de embryo’s
zich innestelt (of beide) en voor een zwangerschap zorgt.
Als twee weken na de terugplaatsing uw menstruatie nog
niet is begonnen, is het tijd voor een zwangerschapstest. Wij
geven van tevoren aan wanneer u deze test het beste kunt
gaan doen. U gebruikt hiervoor uw ochtendurine en bepaalt
of het zwangerschapshormoon in de urine aanwezig is.
Als u zwanger bent geworden, willen we de zwangerschap
tot minimaal acht weken echoscopisch volgen.
Het UMCG heeft een satelliet-samenwerking met het WZA.
Dit houdt in dat de intake, hormoontoedieningen en echoscopische controles plaatsvinden in het WZA. Voor de follikelpunctie en de terugplaatsing wordt u verwezen naar het
UMCG. Voor de verdere zorg gaat u terug naar het WZA.
7
In vitro fertilisatie: wie komt ervoor in
aanmerking?
Beschadigde IVF is in eerste instantie ontwikkeld voor vrouwen bij wie de
eileiders eileiders afgesloten of ernstig beschadigd zijn. Hierdoor is
een rijpe eicel onbereikbaar voor zaadcellen en kan er vrijwel nooit bevruchting optreden. Bij deze vrouwen wordt de
natuur een handje geholpen door de eicel via een omweg,
de ‘reageerbuis’, van de eierstok naar de baarmoeder te
brengen.
Andere Inmiddels is duidelijk dat ook andere vrouwen baat hebben
indicaties bij IVF, zoals vrouwen met endometriose of hormonale
stoornissen, of paren met een onbegrepen kinderloosheid
die al langer dan drie jaar duurt.
Voor paren waarvan de man een verminderde zaadkwaliteit
heeft, biedt de IVF-behandeling ook kans op succes. Is het
zaad te slecht voor ‘gewone’ IVF, dan kan ICSI (zie pagina 9)
plaatsvinden. Bij het ontbreken van zaadcellen in het sperma is soms MESA/PESA of TESE met ICSI mogelijk. Bij het
ontbreken van eigen eicellen kan IVF worden gedaan in
combinatie met eiceldonatie (voor uitleg van deze begrippen zie ook het hoofdstuk ‘Bijzondere vormen van IVF’).
Leeftijd De leeftijd van de vrouw is een belangrijke factor in de IVF-
behandeling. Bij vrouwen van veertig jaar en ouder is de
kans op succes lager dan bij jongere vrouwen. Vrouwen die
bij hun eerste aanmelding voor IVF veertig jaar of ouder zijn
komen in het UMCG niet meer voor behandeling in aanmerking.
Voor mannen wordt een leeftijdsgrens gehanteerd van
55 jaar.
8
Zaadanalyse Wanneer u zich hebt aangemeld voor een IVF-behandeling,
moet er altijd een zaadanalyse in het laboratorium VPG
worden uitgevoerd. Aan de hand van de resultaten wordt
bekeken of u in aanmerking komt voor IVF danwel ICSI.
9
Bijzondere vormen van IVF
ICSI Als de kwaliteit van het zaad zodanig slecht is dat verwacht
mag worden dat er bij een gewone IVF geen bevruchtingen
tot stand komen, of als bij IVF al is gebleken dat de eicellen
niet bevrucht raken, kan tot ICSI worden besloten. ICSI
staat voor Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie. Dit is een
techniek waarbij in het laboratorium in iedere rijpe eicel die
is verkregen één zaadcel naar binnen wordt gebracht.
Om voor ICSI in aanmerking te komen moeten de uitslagen
van de testen op hepatitis-B, hepatitis-C en HIV bij man en
vrouw negatief zijn. Verder moeten mannen met een laag
aantal zaadcellen een onderzoek van hun chromosomen
hebben laten verrichten om een eventuele erfelijke oorzaak
van de slechte kwaliteit van het zaad te kunnen aantonen
of uitsluiten. Mocht er een afwijking worden gevonden, dan
is een gesprek op de polikliniek erfelijkheidsvoorlichting
aangewezen om de consequenties voor het kind te bespreken.
MESA/PESA Soms worden er geen zaadcellen in het sperma aangetroffen
en TESE (azoöspermie). Dit betekent niet altijd dat er geen zaadcel-
len worden geproduceerd. Er kan namelijk ergens een
afsluiting in de zaadleiders of in de epididymis (de bijbal)
zitten waardoor de zaadcellen niet naar buiten kunnen
komen. Soms is de productie van zaadcellen zo minimaal
dat er ook sprake is van azoöspermie.
Als er een afsluiting wordt verwacht kan MESA worden
uitgevoerd om aan zaadcellen te komen (Microchirurgische
Epididymale Sperma Aspiratie). Hierbij wordt via een operatieve ingreep vocht uit de bijbal gezogen. Een andere
techniek om vocht uit de bijbal te zuigen is PESA (Percutane Epididymale Sperma Aspiratie). Hierbij worden zaadcellen uit de bijbal verkregen door middel van een punctie
door de huid.
10
Als in het vocht dat met MESA/PESA wordt verkregen geen
zaadcellen worden aangetroffen, kan besloten worden tot
TESE (TEsticulaire Sperma Extractie). Hierbij wordt een
stukje weefsel (biopt) uit de testikel gehaald. Onder de
microscoop wordt vervolgens de zaadproductie beoordeeld
en worden jonge zaadcellen uit dat weefselstukje geïsoleerd.
Met MESA/PESA of TESE wordt meestal maar een klein
aantal zaadcellen verkregen. Daarom is er alleen met een
ICSI behandeling een kans op bevruchting en zwangerschap
en niet met ‘gewone’ IVF.
Zaadcellen die via MESA/PESA of TESE worden verkregen,
kunnen worden ingevroren voor later gebruik. Het voordeel
hiervan is dat de ingreep bij de man dus los van de ICSI
behandeling van de vrouw kan worden uitgevoerd. Bovendien is het dan zeker dat er zaadcellen zijn voor de bevruchting.
In Nederland is TESE nog niet toegestaan. MESA/PESA
wordt alleen in het kader van een onderzoek uitgevoerd
in een aantal centra, waaronder in het UMCG.
11
IVF met Als uw situatie daarvoor aanleiding geeft, is het mogelijk
donorzaad bij IVF gebruik te maken van donorzaad. Het UMCG heeft
een beperkte semenbank. Als u zaad gebruikt uit een
semenbank is het zaad ‘anoniem’. Het is ook mogelijk
gebruik te maken van een donor die u kent.
Sinds 2002 is een wet van kracht waardoor donorbanken
alleen nog maar zaad mogen leveren van anonieme, maar
opspoorbare donoren. Zowel de donoren als de vrouwen die
via hun zaad een kind hebben gekregen, moeten volgens die
wet geregistreerd worden bij de Stichting Donorgegevens
Kunstmatige Bevruchting. Kinderen die vermoeden een
donorzaad-kind te zijn, kunnen vanaf hun twaalfde jaar
bij die stichting informeren of dat zo is. Zij kunnen vanaf
zestienjarige leeftijd eventuele stappen ondernemen om in
contact te komen met hun biologische (genetische) vader.
Uitgebreide informatie treft u aan op de websites:
www.donorgegevens.nl en www.nbvki.nl .
Het donorzaad betaalt u zelf. U krijgt hiervoor een rekening
van het UMCG. De verdere behandeling met het donorzaad
(bijvoorbeeld IVF) wordt wel, afhankelijk van uw polis, vergoed door de verzekeraars.
Vóór de behandeling met donorzaad krijgt u mondelinge en
schriftelijke voorlichting en wordt u gevraagd een verklaring
te ondertekenen.
12
Eiceldonatie Als een vrouw geen eierstokken (meer) heeft of als haar
eierstokken niet te stimuleren zijn, kan zij voor eiceldonatie
in aanmerking komen. Gezien de medische behandeling
die nodig is om aan eicellen te komen (hyperstimulatie,
follikelpunctie) zijn er vrijwel geen vrouwen die zich als
eiceldonor aanmelden. Patiënten die voor IVF met eiceldonatie in aanmerking komen, moeten dus hun eigen donor
meebrengen. Donor en ontvanger (de wensmoeder) moeten
tijdens een behandeling zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Dit is nodig om de baarmoeder van de wensmoeder
waarin de embryo’s worden geplaatst op het juiste moment
in optimale conditie te krijgen. Voorafgaand aan de behandeling wordt uitvoerig mondeling en schriftelijk voorlichting gegeven en moeten uiteindelijk verklaringen worden
ondertekend door de donor en het ontvangende paar. In
Nederland is handel in eicellen verboden. Voor alle veiligheid moet de donor binnen drie maanden voor iedere behandeling getest zijn op hepatitis-B, hepatitis-C en HIV.
Draagmoeder- Als het medisch gezien onmogelijk of niet verantwoord
schap is om een zwangerschap te dragen, kan een verzoek tot
draagmoederschap worden gedaan. Bij draagmoeder-IVF
ondergaat de wensmoeder een IVF-behandeling maar worden de embryo’s in de baarmoeder van de draagmoeder
geplaatst. Na de geboorte wordt het kind afgestaan door de
draagmoeder en geadopteerd door de wensouders. Deze
behandeling vergt veel voorbereiding. Ook de Raad voor
de Kinderbescherming wordt hierbij betrokken. Op basis
van de resultaten van een landelijk onderzoek naar draagmoeder-IVF zijn er indicaties, adviezen en regels opgesteld
waaraan de IVF-centra zich moeten houden. Voor alle veiligheid moeten de wensouders binnen drie maanden voor
iedere behandeling getest zijn op hepatitis-B, hepatitis-C
en HIV.
13
IVF in de
gemodificeerde
natuurlijke
cyclus
Er wordt aan alle vrouwen onder de 35 jaar met een maandelijkse cyclus voorgesteld een IVF-behandeling uit te voeren in een spontane cyclus die met hormonen wordt ondersteund. Dit wordt maximaal zesmaal uitgevoerd. Hierbij
worden minder hormonen toegediend en gedurende een
kortere periode dan bij de hyperstimulatie bij een ‘standaard’ IVF-behandeling.
Een IVF-behandeling in een gemodificeerde natuurlijke
cyclus levert minder kans op zwangerschap op dan een
behandeling met hyperstimulatie van de eierstokken, maar
als IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus zesmaal
wordt uitgevoerd, dan is de kans op zwangerschap vergelijkbaar met de kans in één cyclus met hyperstimulatie.
De behandeling in de gemodificeerde natuurlijke cyclus kan
als gevolg van zijn eenvoud vaker achter elkaar worden
uitgevoerd. Het grootste voordeel is dat er vrijwel geen
meerlingzwangerschappen ontstaan omdat er maar één
embryo tot stand komt en wordt teruggeplaatst.
14
Uw kansen
Ongeveer 20% In ziekenhuizen waar men ruime ervaring heeft met de
kans op hyperstimulatie IVF-behandeling is de kans op een zwanzwangerschap gerschap ongeveer vijfentwintig procent per gestarte be-
handeling. De kans op een succesvolle zwangerschap (een
levend geboren kind) is ongeveer twintig procent per gestarte behandeling. Bij ICSI liggen die kansen twee tot vier
procent hoger.
Dit succespercentage lijkt misschien laag, maar bedenkt
u wel dat de kans op een zwangerschap bij paren waarvan
beide partners wel normaal vruchtbaar zijn, ook niet hoger
is dan ongeveer twintig procent per eisprong (= per maand).
De leeftijd van de vrouw is hierin een belangrijke factor,
want veroudering geeft een lagere kans. De kans op succes
is waarschijnlijk ook niet in iedere behandeling gelijk,
omdat niet telkens hetzelfde aantal embryo's kan worden
teruggeplaatst en de kwaliteit ervan ook enigszins kan
verschillen.
Wat kan er Zoals we u hiervoor al in het kort hebben uitgelegd, betemisgaan? kent 'in vitro fertilisatie' bevruchting buiten het lichaam.
En die omweg brengt een aantal momenten met zich mee
waarop er iets mis kan gaan.
Zo kan de stimulatie bijvoorbeeld mislukken doordat er te
weinig of juist te veel eicellen rijpen. Dan wordt de stimulatie gestaakt en kan die later worden hervat met een hogere
of juist lagere dosering medicijnen.
Een enkele keer wordt bij een te geringe reactie van de eierstokken de behandeling afgerond met een intra-uteriene
inseminatie om toch nog een kans te creëren. Van alle
gestarte behandelingen bereikt vijf à tien procent niet het
stadium van de follikelpunctie.
15
Soms worden er bij de follikelpunctie geen eicellen verkregen of is de opbrengst in verhouding tot het aantal follikels
erg laag. Maar ook een geslaagde follikelpunctie is geen
garantie voor succes. Een deel van de eicellen is afwijkend,
en ongeveer een derde van de vergaarde eicellen wordt om
onduidelijke redenen niet bevrucht. Een deel van de eicellen
dat wél bevrucht is, deelt zich niet of deelt zich abnormaal,
en ontwikkelt zich dus niet tot een terugplaatsbaar embryo.
En ten slotte: het grootste deel van de teruggeplaatste
embryo’s nestelt zich niet in of gaat vlak daarna verloren,
zodat geen zwangerschap ontstaat. Juist in de laatste fase
van de IVF-behandeling, na de terugplaatsing, kan er dus
nog veel misgaan.
Ter bemoediging het volgende: naarmate u verder komt in
de behandeling, laat u steeds meer 'risicomomenten' achter
u, en neemt de kans op een zwangerschap toe. Zo hebt u op
het moment dat er één ‘topembryo’ of twee goede embryo's
teruggeplaatst worden een kans van ongeveer vijfentwintig
procent op een doorgaande zwangerschap.
Drie Het lijkt ideaal iedereen een onbeperkt aantal IVF-behanbehandelingen delingen toe te zeggen. De behandeling is echter te complex
en te intensief om dit in praktijk te kunnen brengen.
Bovendien blijken de meeste paren met goede kansen binnen drie hyperstimulatie IVF-behandelingen zwanger te
zijn. Daarom wordt meestal na drie keer gestopt. Drie
pogingen lijkt dus een goed aantal, maar meer behandelingen zijn, afhankelijk van het verloop van de eerdere
behandelingen niet uitgesloten.
16
Een mislukte behandeling
Na een mislukte behandeling adviseren wij twee à drie
maanden te wachten voor u de volgende behandeling
begint. Als uit de behandeling blijkt dat uw kans duidelijk
kleiner is dan verwacht, ontraden we u mogelijk een volgende behandeling. Als de behandelingen technisch optimaal zijn verlopen kan het zinvol zijn om met IVF door te
gaan, maar u moet na drie puncties wel zelf gaan betalen
want de meeste verzekeraars vergoeden niet meer dan drie
behandelingen. Hierbij wordt de follikelpunctie als teleenheid genomen.
Zes + twee Om het aantal tweelingzwangerschappen terug te dringen
behandelingen wordt in het UMCG in samenspraak met de verzekeraars bij
vrouwen jonger dan 35 jaar met een goede maandelijkse
cyclus de eerste hyperstimulatie IVF-behandeling vervangen
door zes behandelingen in de gemodificeerde natuurlijke
cyclus. De behandeling kan maandelijks worden uitgevoerd.
Er wordt gebruik gemaakt van het ene eiblaasje dat iedere
maand groeit en voor een zwangerschap kan zorgen. Door
een kortdurende hormonale ondersteuning wordt geprobeerd zekerheid te hebben dat het ene eitje van die maand
ook echt kan worden verkregen. Na de zes behandelingen
in de gemodificeerde natuurlijke cyclus kunnen nog twee
hyperstimulatie IVF-pogingen volgen.
17
De voorbereiding
Intake Kort na uw aanmelding in het WZA vindt de intake plaats.
Ter voorbereiding op dit gesprek bekijkt de gynaecoloog
uw 'medische geschiedenis'. De arts met wie u het gesprek
voert stelt u ook vragen van algemeen medische en gynaecologische aard.
Als u rookt wordt u geadviseerd hiermee te stoppen, omdat
dit de vruchtbaarheid schaadt. Bij overgewicht wordt geadviseerd eerst af te vallen, om hiermee de kans op zwangerschap te vergroten.
Vooronderzoek Meestal wordt aansluitend op het intakegesprek het voor-
onderzoek uitgevoerd. Afhankelijk van de resultaten kan
het vooronderzoek enkele weken tot maanden duren. Het
vooronderzoek kan bestaan uit de volgende onderdelen:
Lengte en gewicht
Uw lengte en gewicht worden gemeten. Op basis van deze
metingen wordt een berekening gemaakt die aangeeft of
u in behandeling kunt worden genomen of eerst moet afvallen. U krijgt hiervoor dan adviezen en begeleiding.
Zaadonderzoek
U krijgt een aanvraagformulier voor zaadonderzoek in het
laboratorium VPG van het UMCG. Het is wenselijk om
voorafgaand aan het zaadonderzoek twee tot vier dagen
geen zaadlozing te hebben.
Als de uitslag geen zekerheid biedt over de uit te voeren
behandeling, dan geeft het laboratorium het advies om het
onderzoek te herhalen of om een bewerkingstest uit te voeren. U krijgt voor die test een afspraak.
18
Tijdens de test wordt het zaad bewerkt zodat er een concentraat van goed bewegende zaadcellen overblijft (zoals
dat voor de IVF-behandeling zelf ook gebeurt). Als er door
die bewerking voldoende zaadcellen overblijven is IVF
mogelijk, als er te weinig zijn dan is alleen ICSI mogelijk.
Is de uitslag onduidelijk, dan wordt gevraagd de test na
ongeveer drie maanden nogmaals te herhalen om daarna
pas een beslissing te nemen over de te volgen behandeling.
Zaad invriezen
Als de man verwacht moeite te hebben met het produceren
van zaad in het ziekenhuis, is het verstandig dit bij de intake
al te laten weten. We kunnen dan overwegen om voor alle
zekerheid zaad voorafgaand aan de behandeling in te vriezen. Het is dan nodig om bij de man bloed af te nemen voor
onderzoek naar afweerstoffen tegen hepatitis-B, hepatitis-C
en HIV. Alleen als de uitslagen negatief zijn, kan er zaad
ingevroren worden. U wordt ook verzocht een 'bewaargeving-verklaring' te tekenen. Aan deze procedure zijn kosten
verbonden.
Chromosomenonderzoek
Als op basis van (eerdere) zaadonderzoeken ICSI nodig
blijkt, wordt bij de mannen die een laag aantal zaadcellen
hebben bloed voor chromosomen-onderzoek afgenomen.
Hierbij wordt gekeken naar erfelijke eigenschappen die verantwoordelijk kunnen zijn voor de slechte zaadkwaliteit.
19
Onderzoek naar afweerstoffen
Binnen drie maanden voor de eerste IVF- of ICSI-behandeling wordt bij man en vrouw bloed afgenomen voor onderzoek naar afweerstoffen tegen hepatitis-B, hepatitis-C en
HIV. Alleen als deze uitslagen negatief zijn mag ICSI plaatsvinden en mogen er embryo's na een IVF- of ICSI- behandeling ingevroren worden. Deze uitslagen zijn twee jaar geldig.
Als de uitslagen van alle onderzoeken bekend zijn, bekijkt
het IVF-team of u voor IVF of ICSI in aanmerking komt.
Soms leert het onderzoek dat een IVF/ICSI-behandeling niet
zinvol is. Bijvoorbeeld omdat de eierstokken tekenen van de
overgang vertonen of het zaad bijzondere afwijkingen heeft.
Mocht dit bij u zo zijn, dan zullen we de resultaten van het
onderzoek uitvoerig met u doornemen, waarbij we ook aandacht besteden aan mogelijke alternatieve behandelingen.
Vaak is het al bij de intake mogelijk een principeafspraak
te maken over de maand waarin kan worden gestart met de
behandeling. Als het vooronderzoek langer duurt wordt dit
uiteraard pas later duidelijk.
20
Startgesprek Kort voordat de behandeling begint, vindt het startgesprek
plaats. Voor dit gesprek krijgt u een afspraak. Diverse details
van de behandeling worden dan nog eens met u doorgenomen. U krijgt recepten voor de medicijnen die u moet gaan
gebruiken, het behandelingsschema met de datum waarop
u moet beginnen of juist moet stoppen met bepaalde medicijnen en de eerste afspraak voor een echoscopie. U maakt
ook afspraken met de verpleegkundige om zelf te leren
spuiten (als u dit niet in een eerder traject al hebt geleerd).
We raden u aan om als u nog geen foliumzuur gebruikt, hiermee te starten voor het begin van de IVF/ ICSI-behandeling.
Foliumzuur is een vitamine die in Nederland geadviseerd
wordt aan alle vrouwen die proberen zwanger te worden.
De kans op een kind met een open ruggetje neemt namelijk
af als de moeder tijdens het begin van de zwangerschap
foliumzuur gebruikt.
Wachttijd De wachttijd voor zowel het intakegesprek, het startgesprek
als voor alle behandelingen is ongeveer even kort. Bent u
eenmaal begonnen, dan kunt u in principe doorgaan zonder
verdere onderbrekingen.
21
De IVF-behandeling zelf
Een IVF-behandeling verloopt in vier fasen:
 hyperstimulatie
 follikelpunctie
 laboratoriumfase: IVF of ICSI
 terugplaatsing en daarna afwachten.….
Hyper- In verband met de planning van de behandelingen, maar
stimulatie ook om een goede uitgangssituatie te bereiken voor de eier-
stokken wordt de pil of een tablettenkuur (bijvoorbeeld
Primolut-N) als voorbehandeling voorgeschreven.
De hormonen die voor de hyperstimulatie worden gebruikt
kunnen alleen per injectie worden toegediend. Wij adviseren u om zelf te leren spuiten. U moet namelijk ongeveer
zeven tot twintig dagen injecties krijgen, soms moet er
tweemaal per dag gespoten worden en eenmaal moet u
laat in de avonduren een injectie krijgen. De injecties zijn
eenvoudig klaar te maken en toe te dienen. De IVF-verpleegkundigen leren u graag zelf spuiten. Achterin deze
brochure kunt u de instructies nalezen. Uw arts noteert bij
iedere controle op het behandelkaartje wanneer, hoeveel
en welke medicijnen u moet spuiten.
De hyperstimulatie heeft tot doel om meerdere eicellen te
verkrijgen en daaruit meerdere embryo's te laten ontstaan.
Door de embryo’s die er het beste uitzien daarna terug te
plaatsen is de kans op een zwangerschap het grootst. Er zijn
verschillende hyperstimulatie behandelingen mogelijk om
eierstokken aan te zetten tot het tegelijkertijd laten uitgroeien van meerdere follikels. In het UMCG wordt een
zogeheten ‘lang schema’ gehanteerd.
22
Welke hormonen?
Het FSH is het belangrijkste hormoon voor de hyperstimulatie. Afhankelijk van de dosis gaan meerdere follikels
tegelijkertijd groeien. Er zijn enkele preparaten die FSH
bevatten: Puregon, Gonal-F en Menopur. Wij gebruiken
Puregon. Tijdens de hyperstimulatiefase kan het hormoon
LH dat uw lichaam zelf aanmaakt in de hypofyse storend
werken. Om die storingen te voorkomen wordt ook een
ander medicijn (een GnRH-agonist) voorgeschreven.
Meestal wordt Decapeptyl gebruikt dat ook dagelijks moet
worden geïnjecteerd.
Soms wordt ook wel gebruik gemaakt van een langdurig
werkzaam preparaat (Lucrin-depot) dat vier weken werkt.
In een ‘lang schema’ wordt met de GnRH-agonist al tijdens
de voorbehandeling met de pil of Primolut-kuur begonnen.
Na ongeveer twee weken wordt gestart met FSH injecties.
Globaal duurt de periode waarin tegelijkertijd FSH en de
GnRH-agonist moeten worden gespoten acht tot twaalf
dagen.
Controles
Kort voor de start van de FSH injecties wordt een vaginale
echo gemaakt om te zien of de eierstokken en baarmoeder
er normaal uitzien. Als dat het geval is, kunt u met de injecties starten. We controleren de behandeling door middel
van echoscopie en soms met bloedonderzoek. De eerste
controle is meestal op de zesde dag van de stimulatie.
Afhankelijk van de bevindingen worden daarna de volgende
controles afgesproken. De controles vinden altijd ’s ochtends plaats. Bij iedere controle noteert de arts met welke
medicijnen en met welke dosering u moet doorgaan. Houdt
u deze dosering zelf goed in de gaten, zodat er geen fouten
kunnen worden gemaakt.
23
 Als de man binnen twee maanden voor de start van de
behandeling een periode met koorts heeft doorgemaakt,
meld dit dan voordat u aan de behandeling begint. Zo
nodig kan dan nog een extra zaadmonster worden
onderzocht.
 Mocht u klachten krijgen, bijvoorbeeld bloedverlies,
afscheiding of buikpijn, meld dit dan altijd!
 Het kan gebeuren dat u onvoldoende of juist te sterk
reageert op de medicijnen. In dat geval wordt de behandeling gestopt. Dit is in ongeveer vijf à tien procent van
de gestarte stimulaties het geval. Afhankelijk van de oorzaak worden maatregelen genomen die ervoor moeten
zorgen dat de volgende behandeling succesvoller verloopt. Een enkele keer moeten we concluderen dat
doorgaan niet zinvol is. Uiteraard wordt dit uitvoerig
met u besproken.
Pregnyl-injectie en punctie
Als bij controle blijkt dat enkele follikels zijn uitgegroeid
tot ongeveer achttien millimeter doorsnede wordt een
Pregnyl-injectie (5000 eenheden) afgesproken. Deze wordt
meestal in de avonduren gegeven. Hierdoor wordt de eisprong op gang gebracht, maar voordat die echt optreedt
wordt de punctie uitgevoerd. Dit is 36 uur (soms 34 uur) na
de Pregnyl-injectie. Over het tijdstip van de Pregnyl-injectie
en de punctie wordt u meestal telefonisch vanuit het UMCG
op de hoogte gebracht.
IVF-kinderen hebben niet vaker dan spontaan ontstane kinderen aangeboren afwijkingen. De hormoonpreparaten die
tijdens de IVF-behandeling worden gebruikt, hebben in het
verleden nooit geleid tot ziektes of afwijkingen bij moeder
of kind.
24
Follikelpunctie De follikelpunctie vindt meestal in de ochtenduren plaats.
U wordt samen met uw partner ongeveer een half uur
voordat de punctie gepland is op het laboratorium VPG op
afdeling L2VA verwacht.
Van de man wordt verwacht dat hij dan eerst zaad produceert. Hiervoor zijn aparte ruimtes op afdeling L2VA
beschikbaar. Het beste zaad wordt verkregen als er 2-4
dagen geen zaadlozing is geweest.
Voor de punctie wordt u uit de wachtkamer op L2VA
opgehaald.
De punctieprocedure begint met het inbrengen van een
infuusnaaldje in de arm. Hierdoor wordt de pijnstilling
(Fentanyl) toegediend. Mocht de punctie te pijnlijk worden,
dan krijgt u later door het naaldje extra pijnstilling.
Uw hart- en longfunctie worden tijdens de punctie gecontroleerd met behulp van een pulsoxymeter. Dit apparaatje,
een soort ‘wasknijper’ op uw vinger, meet uw zuurstofgehalte en hartslag, zodat op een veilige manier pijnstilling
kan worden gegeven. Soms worden voorafgaand aan de
punctie antibiotica gegeven. Dit gebeurt door op het naaldje
een infuus met medicijnen aan te sluiten.
U gaat daarna liggen in een gynaecologische stoel. De vagina wordt vervolgens met een steriele vloeistof en gaasjes
schoongemaakt. Als dit klaar is krijgt u steriele doeken over
uw benen en onderlichaam.
De arts pakt de echokop steriel in. Dan wordt de echokop
in de vagina ingebracht. De eierstokken worden nog eens
echoscopisch bekeken en eventueel vinden nog metingen
plaats van bijvoorbeeld de baarmoeder.
25
De punctie zelf
De punctie zelf verloopt als volgt: met behulp van de
echokop worden de follikels op de monitor goed in beeld
gebracht. Aan de echokop is een naaldgeleider bevestigd.
Door deze geleider wordt een naald naar binnen geschoven.
Met deze naald wordt door de vaginawand heen in de eierstokken geprikt en worden de follikels één voor één leeggezogen. De eerste prik wordt vaak ervaren als een ‘stomp
in de onderbuik’. Op de monitor kunt u het verloop van
de punctie volgen. Op het echobeeld kunt u de naald zien
bewegen op de stippellijn.
Tijdens de punctie wordt de vloeistof uit de follikels in
reageerbuisjes opgevangen en warm gehouden. Vaak komt
er een beetje bloed mee, maar dit is in het algemeen geen
probleem. Als de punctie klaar is worden de buisjes aan een
analist in het aangrenzende laboratorium gegeven. Deze
zoekt onder de microscoop de eicellen, die microscopisch
klein zijn, en brengt ze over in een kweekvloeistof. U kunt
deze procedure, waarbij ook de overtollige cellen die rond
de eicel zitten worden verwijderd, enige tijd op de monitor
volgen.
Een enkele keer wordt de vagina direct na de punctie met
een (eendenbek) speculum geïnspecteerd omdat er een
bloedinkje blijkt te zijn opgetreden. Soms wordt tijdelijk
een tampon ingebracht om dit te stelpen.
Meestal gaat u na een uurtje naar huis, afhankelijk van het
verloop van de punctie en de hoeveelheid pijnstilling die
u hebt gekregen. Voordat u naar huis vertrekt krijgt
u te horen hoeveel eicellen er zijn verkregen. Omdat als
pijnstilling Fentanyl, een morfine-variant, wordt gegeven
mag u die dag zelf geen auto meer rijden. Mocht u na de
punctie of binnen de eerste weken daarna buikpijn, een
opgezette buik, kortademigheid, koorts of andere klachten
krijgen, neem dan altijd direct contact met het WZA op.
26
Laboratorium- Bij voldoende zaadkwaliteit zal een IVF procedure worden
fase: IVF uitgevoerd in het laboratorium. Bij een verminderde zaadof ICSI kwaliteit zal ICSI worden uitgevoerd. Voorafgaand aan uw
behandeling is met u besproken voor welke procedure u in
principe in aanmerking komt.
Een enkele keer komt het voor dat de zaadkwaliteit op de
dag van de punctie erg verschilt van de kwaliteit van voor
de behandeling. In dat geval zal met u besproken worden of
de bevruchtingsmethode niet alsnog aangepast zal worden.
Meestal zal dan een ICSI procedure worden voorgesteld in
plaats van een IVF procedure, om bij onverwacht slechte
zaadkwaliteit op de dag van de punctie de kans op bevruchting van de eicellen te vergroten.
Het zaad dat voor de punctie werd ingeleverd (bij ICSI
meestal na de punctie) wordt vrij snel daarna bewerkt,
waardoor er een concentraat van goed bewegende zaadcellen ontstaat.
Iedere eicel die bij de punctie werd verkregen, wordt in een
druppeltje kweekvloeistof gebracht en in een stoof geplaatst
om nog verder uit te rijpen.
Enkele uren later wordt de inseminatie uitgevoerd: bij iedere eicel in zo’n kweekdruppeltje wordt een bepaalde hoeveelheid zaadcellen gebracht. Dan is het afwachten of de
zaadcellen ook werkelijk de eicellen bevruchten, de ‘in vitro
fertilisatie’.
27
ICSI-behandeling
Bij een ICSI-behandeling worden geen zaadcellen bij de
eicellen gedaan, maar wordt onder de microscoop met een
zeer dun pipetje in iedere eicel een zaadcel naar binnen
gebracht. Daarvoor worden de eicellen geheel ontdaan van
de omringende cellen (‘kaal gemaakt’). Alleen eicellen die
voldoende zijn uitgerijpt, en dat is nu pas goed te zien,
ondergaan zo’n injectie.
Als een zaadcel naar binnen is gebracht betekent dit nog
niet dat de eicel ook bevrucht is. Daarvoor moeten er verschillende processen in de eicel op gang komen waarop
geen invloed kan worden uitgeoefend.
De volgende ochtend wordt bekeken of de eicellen bevrucht
zijn.
Uitslag
Drie dagen na de punctie wordt u gebeld over de uitslag.
We vertellen u dan of de bevruchte eicellen zich hebben
ontwikkeld tot embryo's, of we tot terugplaatsing kunnen
overgaan en wanneer dat gebeurt.
Het kan zijn dat er geen bevruchting heeft plaats gevonden
of dat de ontstane embryo’s er zo slecht uitzien dat terugplaatsen niet zinvol is. Deze bevinding wordt door uw
gynaecoloog van het WZA telefonisch aan u doorgegeven.
U doet er dan goed aan een afspraak te maken om de uitslag
verder te bespreken. Er kan dan worden overlegd of een
volgende poging nog zinvol is en, als de eerdere poging
het resultaat is van IVF, of niet beter op ICSI kan worden
overgestapt.
28
Terugplaatsing Hoewel het terugplaatsen van de embryo's (embryotransfer)
en daarna medisch gezien een eenvoudige handeling is, is het voor u
afwachten... het spannendste moment van de IVF-behandeling. Kom
daarom als het enigszins mogelijk is samen.
Er worden één of twee embryo's in de baarmoederholte
geplaatst. Gestreefd wordt om de kans op een zwangerschap
zo groot mogelijk te maken, maar ook de kans op een tweelingzwangerschap zoveel mogelijk te voorkomen. De kans
op een twee-eiige tweelingzwangerschap ligt na het terugplaatsen van twee embryo's vrij hoog, rond 25 procent van
alle zwangerschappen. Om deze kans te verkleinen wordt
bij vrouwen jonger dan 35 jaar die goede embryo’s hebben
in het algemeen maar één embryo in de baarmoeder geplaatst. Dit wordt single embryo transfer (SET) genoemd.
De overige gave tot goede embryo’s kunnen we invriezen en
bewaren voor terugplaatsing op een later tijdstip. De kans
op een eeneiige tweeling is overigens bij IVF/ICSI ook wat
hoger dan in de natuur.
Het terugplaatsen is meestal pijnloos; het verloop ervan
kunt u vergelijken met het maken van een uitstrijkje. Via
een speculum (eendenbek) dat in de vagina wordt geplaatst,
wordt de baarmoederhals in beeld gebracht. Daarna wordt
een dun slangetje waarin de embryo's zitten (katheter) via
de baarmoederhals in de baarmoederholte geschoven. In
een minuscuul druppeltje kweekvloeistof worden de embryo’s in de baarmoederholte gedeponeerd. Daarna wordt
de katheter verwijderd en nog even onder de microscoop
bekeken om te controleren of de embryo's ook werkelijk uit
het slangetje zijn verdwenen. Een enkele keer moet de
procedure worden herhaald omdat een embryo weer mee
naar buiten is gekomen.
29
Voordat u naar huis gaat, wordt met u besproken welke
medicijnen u nog moet gebruiken en wanneer. Dit is meestal Utrogestan (driemaal daags twee capsules zo hoog mogelijk in de vagina plaatsen). Bij uitzondering kan Pregnyl
1500 gebruikt worden (drie injecties: op dag 5, 8 en 11 na
de punctie). Ook krijgt u de datum en de tijd te horen
(veertien à vijftien dagen na de terugplaatsing) waarop
u een zwangerschapstest kunt gaan doen.
Na de terugplaatsing kunt u naar huis of naar uw werk en
mag u vrijwel alles doen wat u normaal gesproken ook doet.
Om onnodige irritatie van de baarmoeder te voorkomen en
in verband met de gevoeligheid van de vergrote eierstokken
is het raadzaam om een aantal dagen na de terugplaatsing
geen geslachtsgemeenschap te hebben.
Mocht u na de terugplaatsing of binnen de eerste weken
daarna buikpijn, een opgezette buik, kortademigheid,
koorts of andere klachten krijgen, neemt u dan altijd
direct contact op met het WZA! Neemt u ook contact op
als u twijfelt over het medicijngebruik.
30
Zwanger?
Na de embryotransfer bestaat er een kans van ongeveer 25
procent dat u zwanger bent. U kunt daar zelf niets meer aan
veranderen. Voor de meeste paren is deze periode de moeilijkste van de hele IVF-behandeling. U bent twee weken lang
bezig geweest met echo's, injecties en ziekenhuisbezoek, en
nu kunt u niets anders doen dan afwachten. Om deze tijd
zo goed mogelijk door te komen, geven we u de volgende
adviezen (deze zijn gebaseerd op de ervaringen van vrouwen in dezelfde situatie):
 Verander uw patroon van bezigheden niet. Blijf bijvoorbeeld gewoon werken en uw dagelijkse of wekelijkse
afspraken nakomen. Te veel tijd voor nadenken leidt
tot gepieker.
 Zorg wel voor wat tijd voor u zelf, zodat u alle opgedane
indrukken niet in slapeloze nachten hoeft te verwerken.
 Misschien is het verstandig niet te veel mensen op de
hoogte te brengen van uw IVF-behandeling.
Het moeilijkste van alles: voel u niet te snel zwanger! Pas
veertien à vijftien dagen na de terugplaatsing is er iets te
zeggen over een mogelijke zwangerschap. Als u dan nog niet
hebt gemenstrueerd, doet u een zwangerschapstest. Het is
mogelijk dat de uitslag negatief is en dat de menstruatie wat
later komt dan verwacht.
31
Overgebleven embryo’s
Invriezen Uiteraard worden de best-ogende embryo’s teruggeplaatst.
De gaaf tot goed uitziende embryo’s die overblijven kunnen
worden ingevroren en bewaard. Na ongeveer tien à twintig
procent van alle terugplaatsingen kan tot invriezen van de
overgebleven embryo’s worden overgegaan. De ingevroren
embryo's kunnen in een latere cyclus worden teruggeplaatst
en geven een extra kans op een zwangerschap. Deze kans is
wel wat kleiner dan na een ‘verse’ terugplaatsing, maar voor
deze extra kans hoeft u weinig extra’s te doen.
Terugplaatsing Als er ontdooide embryo’s worden teruggeplaatst, mogen
van ontdooide dat er maximaal twee zijn.
embryo’s De kans dat ontdooide embryo’s voor een zwangerschap
zorgen is lager dan na het terugplaatsen van ‘verse’ embryo’s. Ook de kans op een meerlingzwangerschap is erg
klein.
Als embryo’s van u zijn ingevroren, dan worden die eerst
teruggeplaatst voordat een nieuwe IVF- of ICSI-poging
wordt ondernomen. De ingevroren embryo’s worden teruggeplaatst in een met hormonen overgenomen cyclus (substitutiecyclus), waarin u Progynova tabletten (oestrogenen)
gebruikt en capsules Utrogestan. Kort na het ontdooien
worden de embryo's teruggeplaatst. De ervaring leert dat
een deel van de embryo's na ontdooien niet meer vitaal is,
met als gevolg dat er dan geen embryotransfer kan plaatsvinden.
32
Onderzoek met
zaad- en
eicellen
en embryo’s
We hopen dat zoveel mogelijk van de eicellen die we bij
de punctie verkregen hebben, worden bevrucht in het laboratorium. Eicellen die onbevrucht blijven kunnen niet ingevroren worden omdat ze niet bestand zijn tegen invriezen.
Eicellen kunnen ook abnormaal bevrucht worden, bijvoorbeeld doordat er meer dan één zaadcel de eicel binnendringt. Dit kan gebeuren bij een natuurlijke bevruchting
in het lichaam, maar ook bij de bevruchting in het laboratorium. Deze abnormaal bevruchte eicellen kunnen zich
niet verder ontwikkelen tot normale kinderen en worden
dan ook nooit teruggeplaatst. Normaal bevruchte eicellen
(embryo’s) kunnen wel bewaard worden door ze in te vriezen. Echter, alleen embryo’s van goede kwaliteit overleven
het invriezen en ontdooien. Om deze reden komen niet alle
embryo’s voor invriezen in aanmerking.
Weten- Zaadcellen die zijn overgebleven na de bevruchting van
schappelijk de eicellen, onbevrucht gebleven eicellen, abnormaal beonderzoek vruchte eicellen en embryo’s die niet geschikt zijn om in
te vriezen kunt u afstaan voor wetenschappelijk onderzoek.
Voor dit onderzoek is altijd uw schriftelijke toestemming
nodig.
Via onderzoek met geslachtscellen (zaad- en eicellen) en
embryo’s wordt geprobeerd inzicht te krijgen in het ontstaan van onvruchtbaarheid en betere behandelingsmogelijkheden te ontwikkelen. Het wetenschappelijke onderzoek
dat in het UMCG wordt uitgevoerd met geslachtscellen en
embryo’s heeft vooral betrekking op het verbeteren van
de IVF-methode. De geslachtscellen en embryo’s worden
geanonimiseerd ter beschikking gesteld aan de onderzoekers, zodat niet meer te achterhalen is van wie de geslachtscellen of embryo’s afkomstig waren.
33
Toestemmingsverklaring
Voordat u met uw IVF-behandeling begint krijgt u een
toestemmingsverklaring, waarop u beiden door het zetten
van uw handtekening uw toestemming kunt geven voor
(anoniem) onderzoek met uw overgebleven zaadcellen,
onbevruchte eicellen en embryo’s. Als u niet wenst deel te
nemen aan onderzoek heeft dit geen enkele consequentie
voor uw IVF-behandeling. Ook kunt u altijd uw eerder
gegeven toestemming weer intrekken.
34
U bent zwanger
Net als andere Als u zwanger wordt na een IVF-behandeling, bent u niet
zwangere anders dan andere zwangere vrouwen die dat langs de
vrouwen ‘normale’ weg geworden zijn. Naast de blijdschap die bij
zwanger zijn hoort, is er, zeker in de eerste maanden, ook
het risico van een miskraam. We willen met deze waarschuwing uw vreugde niet bederven, maar houdt u rekening met
het feit dat u 'er nog niet helemaal bent': vijftien procent
van alle (dus ook de spontaan ontstane) zwangerschappen
eindigt in een miskraam.
Echoonderzoek
na zeven
weken
Als u zwanger blijkt te zijn, krijgt u een afspraak voor een
echo zo rond zeven weken zwangerschap (ongeveer drie
weken na de terugplaatsing). Als op de echo te zien is dat
het een goede zwangerschap is, moet u besluiten waar u uw
zwangerschap verder wilt laten controleren en waar u in
principe wilt gaan bevallen.
Miskraam Soms moet op basis van het echo-onderzoek geconcludeerd
worden dat de zwangerschap zich waarschijnlijk niet goed
zal ontwikkelen en in een miskraam zal uitlopen. Soms
treedt ondanks het aanvankelijk goede verloop later toch
nog een miskraam op. Een enkele keer blijkt er een buitenbaarmoederlijke zwangerschap te bestaan.
Bloedverlies Bij IVF/ICSI-zwangerschappen komt bloedverlies in de
eerste weken wat vaker voor, maar gelukkig meestal zonder
consequenties.
35
Bloedtest,
nekplooimeting, echoonderzoek
Prenatale screening en diagnostiek
Alle zwangere vrouwen in Nederland komen in aanmerking
voor prenatale screening naar een kind met Down syndroom (bloedtest en nekplooimeting = combinatietest)
tussen de elfde en veertiende week en een echo-onderzoek
rond de twintigste week voor het opsporen van o.a. open
ruggetjes en hartafwijkingen. Afhankelijk van uw verzekeringsmaatschappij zijn voor vrouwen onder de 36 jaar eigen
kosten verbonden aan de combinatietest.
Vlokkentest of Vrouwen ouder dan 36 jaar mogen ook zonder voorafgaande
vruchtwater- prenatale screening (bloedtest, nekplooimeting of echo-onpunctie derzoek) direct voor een vlokkentest of vruchtwaterpunctie
kiezen. Het is belangrijk dat u van te voren nadenkt of u dit
soort onderzoek wilt. Uw zwangerschapsbegeleider kan u
goede voorlichting geven en u de informatiefolders doen
toekomen. U kunt zelf ook informatie vinden op de websites
erfocentrum.nl, zwangerwijzer.nl en RIVM.nl.
ICSI- Bij kinderen geboren na ICSI-zwangerschappen leek de kans
zwangerschap op chromosomale afwijkingen aanvankelijk iets hoger en
was dit de reden dat deze vrouwen ook direct voor een vlokkentest of vruchtwaterpunctie konden kiezen. Dit risico
blijkt echter niet verhoogd te zijn, maar deze ingrepen
worden nog steeds vergoed. Zinvoller lijkt een uitgebreide
echo rond twintig weken in een centrum voor prenatale
diagnostiek zoals het WZA. Mogelijk hebben kinderen die
ontstaan zijn met behulp van ICSI iets vaker een hartaandoening, wat met echo-onderzoek meestal op te sporen is.
36
U bent niet zwanger
Menstruatie Als u binnen veertien tot zestien dagen na de terugplaatsing
begint te menstrueren, bent u niet zwanger geworden.
Bel ons altijd wanneer u menstrueert, zodat ook wij op de
hoogte zijn van hoe de behandeling is verlopen.
De menstruatie die na een IVF-behandeling optreedt verloopt meestal iets heviger dan normaal. Verloopt de menstruatie duidelijk anders dan gebruikelijk, neem dan nogmaals contact met ons op. Er kan dan namelijk toch nog
sprake zijn van een (buitenbaarmoederlijke) zwangerschap.
Begeleiding De teleurstelling over de opgetreden menstruatie is natuur-
lijk groot en moeilijker te verwerken naarmate u al meerdere behandelingen hebt ondergaan. Mocht u behoefte
hebben over de behandeling of de emotionele consequenties daarvan te praten, geef dit dan aan zodat u een afspraak
krijgt bij een gynaecoloog of een maatschappelijk werker.
De medisch maatschappelijk werker kan u en uw partner
bijstaan in het verwerken van deze zoveelste teleurstelling
en u begeleiden in de beslissing verder te gaan met behandelen of enige tijd (of zelfs helemaal) te stoppen. In een
gesprek met de arts wordt het verloop van de behandeling
nog eens onder de loep genomen. In overleg met u wordt
besloten óf er nog een behandeling zal plaatsvinden en zo
ja, of deze op dezelfde wijze zal plaatsvinden als de vorige.
37
Nog een Tussen de behandelingen wordt minimaal twee maanden
behandeling? 'rust' ingelast. U bepaalt zelf of u nog een tweede, derde, of
een eventuele volgende behandeling wenst. De beslissing
om nog een poging te doen of definitief te stoppen, wordt
moeilijker naarmate u meer behandelingen hebt gehad en
het verlangen naar kinderen sterker is dan ooit. Bij de overweging een vierde behandeling te starten, kunnen ook nog
eens de financiën een rol gaan spelen.
Als u verder wilt met behandelen, wordt er een afspraak
gepland. Als u het prettig vindt, kunt u vooraf een gesprek
hebben. We kunnen de recepten en het behandelingsschema ook opsturen.
Mocht u besluiten met de behandelingen te stoppen, dan
zouden wij graag willen dat u dat aan ons vertelt. U kunt
dan ook aangeven of u nog een afrondend gesprek wenst,
controle op een later tijdstip of verdere begeleiding.
38
Bijverschijnselen en complicaties
Tijdens een IVF-behandeling kúnnen er bijverschijnselen
en complicaties optreden. De meeste patiënten krijgen er
echter niet mee te maken.
 Bloedafnames en injecties kunnen blauwe plekken
(bloeduitstortingen) veroorzaken. Deze verdwijnen
vanzelf na enkele dagen.
 De injectieplaatsen worden soms wat rood en opgezwollen. Als u uitslag krijgt over uw hele lichaam, met opgezwollen oogleden en koorts, dan is er sprake van een
allergische reactie. Neemt u in dat geval direct contact
op met uw gynaecoloog. Soms is nadere analyse van de
reactie nodig en volgt onderzoek door de afdeling allergologie.
 Door de stimulatie van de eierstokken met hormonen
kan er soms al vanaf enkele dagen na de punctie een
hyperstimulatie-syndroom optreden. De eierstokken zijn
dan te sterk vergroot en er is vocht in de buik. Hierdoor
kunt u last krijgen van buikpijn, een opgezette buik,
dorst, minder en donkere urine, kortademigheid en gewichtstoename. Als u deze klachten krijgt, zeker bij een
gewichtstoename van meer dan twee kilo in enkele
dagen, moet u altijd contact opnemen met uw gynaecoloog. Veel drinken kan de situatie vaak al verbeteren.
Soms is opname in het ziekenhuis nodig.
Als uw behandelend arts tijdens de hyperstimulatiefase
bij u een verhoogd risico voor dit syndroom heeft geconstateerd (bijv. als er veel eicellen werden verkregen en
veel hormonen worden geproduceerd), is het goed dat u
zich dagelijks weegt vanaf het moment dat u de Pregnylinjectie hebt gekregen en op tijd contact opneemt.
39
 De follikelpunctie kan bloeduitstortingen in de eierstokken veroorzaken, waardoor u gedurende enkele dagen
misschien wat buikpijn houdt. Heel zelden ontstaat er
door de punctie een bloeding of ontsteking waarvoor
opname in het ziekenhuis of een operatie nodig is.
 Door de punctie en mogelijk soms ook door de embryotransfer, kan er een ontsteking van de eierstokken en
eileiders optreden. Mocht u zich binnen de eerste vier
weken na de punctie of terugplaatsing niet lekker voelen,
onbegrepen koorts of buikpijn krijgen, neem dan contact
op met uw gynaecoloog.
U kunt contact opnemen met uw gynaecoloog via telefoonnummer (0592) 32 51 03 (op werkdagen van 8.30 tot 16.30
uur). Op andere tijden, ’s avonds en in het weekend kunt
u bellen naar het centrale nummer van het ziekenhuis
(0592) 32 55 55 (vraagt u dan naar de dienstdoende gynaecoloog).
40
Kosten
Een IVF- of ICSI-behandeling bestaat uit vier fasen
(hyperstimulatie, follikelpunctie, laboratoriumfase,
embryotransfer / begeleiding na de terugplaatsing).
Voor een volledige behandeling worden dus vier fasen
in rekening gebracht.
Vergoedingen Wij adviseren u uw verzekeringspolis goed na te lezen en bij
uw verzekeringsmaatschappij te informeren of de IVF/ICSIbehandelingen die u wilt ondergaan worden vergoed. De
overheid heeft besloten dat de eerste drie hyperstimulatie
IVF/ICSI-behandelingen volledig worden vergoed door de
zorgverzekeraars. Dit geldt ook voor de medicijnen die bij
de behandelingen moeten worden gebruikt.
Soms moeten er machtigingen worden aangevraagd voor
IVF/ICSI. Vergoeding vindt dan alleen plaats als de verzekeringsmaatschappij vooraf toestemming voor de behandeling heeft gegeven. Wij zijn bereid een brief met een verzoek tot vergoeding van drie pogingen en de indicatie voor
IVF naar de medisch adviseur van uw verzekeringsmaatschappij te sturen.
Ook de kosten van het invriezen, bewaren en later ontdooien en terugplaatsen van overgebleven embryo’s worden
door een aantal zorgverzekeraars vergoed (niet door allemaal).
Het invriezen en bewaren van zaad kost het eerste jaar
35 euro, het tweede jaar 350 euro en verder 35 euro jaarlijks,
per vooruitbetaling te voldoen.
41
Vragen?
Door de invoering van DBC’s (diagnose behandeling combinaties) kunnen de prijzen van de vier fasen van een
IVF/ICSI-behandeling in de loop van de tijd variëren. De
afdeling Patiëntenadministratie van het WZA kan u informeren over de kosten. Men is bereikbaar van maandag t/m
vrijdag van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur. Het
telefoonnummer is (0592) 32 54 10.
Eiceldonatie
Bij eiceldonatie wordt een verzoek tot vergoeding van
de behandelingen door de verzekeringsmaatschappij van
de ontvanger ingediend bij de medisch adviseur. De rekeningen gaan naar (de verzekeringsmaatschappij van) de
wensmoeder.
Ziektekosten
aftrekbaar
voor
de belasting
In principe zijn de kosten van de IVF-behandeling die u niet
vergoed krijgt van uw ziektekostenverzekeraar, als ‘bijzondere lasten ter zake van ziekte’ aftrekbaar bij de berekening
van de inkomstenbelasting. U kunt hierover het beste
contact opnemen met de belastingdienst.
42
Leren spuiten
Zelf hormonen De medicijnen die u tijdens de IVF-behandeling krijgt, zijn
toedienen hormoonpreparaten. Al naar gelang de fase van de behan-
deling en afhankelijk van het behandelingsschema krijgt
u meer of minder hormonen toegediend. Op het behandelkaartje wordt bij ieder bezoek genoteerd hoeveel u dagelijks
moet gebruiken.
Als u voor de eerste controle komt, mag u zichzelf nog geen
injectie hebben gegeven. Neem de medicijnen mee, zodat de
verpleegkundige u kan leren om uzelf te injecteren.
Vrijwel alle medicijnen krijgt u in de vorm van injecties toegediend. Ons advies is om zelf te leren spuiten. Dit maakt
u minder afhankelijk van anderen. De verpleegkundige geeft
u graag de benodigde instructies. Bovendien vindt u hieronder een schriftelijke instructie. Het zelf doen is veel eenvoudiger dan u denkt!
Subcutane Een subcutane injectie is een injectie in het vetweefsel direct
injectie onder de huid. De beste plaats voor de injectie is een
huidplooi van de buik (dit heeft de voorkeur), het bovenbeen of de bovenarm. Alle medicamenten die bij IVF worden gebruikt kunnen subcutaan worden toegediend. Een
verpleegkundige heeft u uitgelegd en voorgedaan hoe u een
subcutane injectie moet geven.
Hierna vindt u een overzicht van de benodigde materialen
en van de handelingen die u moet verrichten. Omdat de
medicijnen in verschillende vormen worden aangeleverd,
is de voorbereiding voor de injectie telkens anders. Voor elk
medicijn krijgt u een instructieboekje waarin het injecteren
wordt uitgelegd.
43
Materiaal Benodigde materialen:
 een kant-en-klaar spuitje (Decapeptyl), een injectiepen
(Puregon, Gonal-F) of een zelf klaargemaakt spuitje
(Menopur, Pregnyl, Cetrotide, Lucrin-depot)
 een 2 ml-spuitje
 naald van 13 mm lang
 naaldenemmertje
 een pleister
U hebt van ons een recept gekregen waarmee u de materialen kunt ophalen bij de apotheek.
In het Medisch Centrum Wilhelmina kunt een naaldemmertje krijgen.
Algemene regel: was uw handen eerst grondig met zeep.
Voorbereiding De spuitjes Decapeptyl zijn kant-en-klaar: u doet het dopje
injectie eraf, ontlucht de spuit en kunt vervolgens inspuiten (zie
Decapeptyl onder Toedienen van de injectie).
Voorbereiding
injectiepennen
voor Puregon®
en Gonal-F
In de Puregon® pen kunnen ampullen van 300, 600 of 900 E
rec-FSH worden geplaatst.
De Gonal-F pennen zijn voorgevuld met 300, 450 of 900 E
rec-FSH.; deze pen gooit u weg als hij leeg is.
Voorbereiding Deze medicijnen maakt u door poeder op te lossen in een
Menopur®, vloeisof. De bereidingswijze verschilt enigszins per mediPregnyl®, cijn.
Cetrotide® en
Lucrin-depot®
44
Toedienen van de injectie
U wordt verzocht de volgende instructies op te volgen:
 Neem de spuit en prik snel, loodrecht in de huid. Zorg
ervoor dat de hele naald in de huid zit.
 Trek even aan de zuiger: als er bloed verschijnt trekt
u de spuit iets terug en probeert u opnieuw om even te
zuigen. Als er geen bloed (meer) verschijnt is het goed.
 Druk de spuit in vijf à tien seconden helemaal leeg.
Wacht na het inspuiten vijf à tien seconden. Trek daarna
de naald loodrecht en snel weer uit de huid.
 Druk de plaats van de injectie even met een watje dicht,
plak er zo nodig een pleister op.
 Deponeer de ampullen en de injectiespuit mét naald in
het naaldenemmertje. Dit emmertje kunt u uiteindelijk
bij uw apotheek of op de polikliniek bij een verpleegkundige inleveren.
45
Onderzoek
Weten- Bij een IVF-behandeling werkt het WZA samen met het
schappelijk UMCG, een universitair medisch centrum. Een universitair
onderzoek medisch centrum heeft naast de taak patiëntenzorg onder
andere de verplichting wetenschappelijk onderzoek uit te
voeren.
Het kan zijn dat u gevraagd wordt om aan een medisch
wetenschappelijk onderzoek mee te doen. Voordat u besluit
aan een onderzoek deel te nemen, krijgt u altijd eerst mondelinge en schriftelijke informatie. Verder wordt u gevraagd
een verklaring te ondertekenen waarin u aangeeft dat u
goed begrijpt waar het onderzoek over gaat en welke mogelijke risico’s er zijn.
Wij stellen uw medewerking zeer op prijs, maar benadrukken dat u niet verplicht bent om mee te doen. Uw besluit
om niet deel te nemen heeft vanzelfsprekend geen enkele
invloed op uw behandeling.
Het is mogelijk dat de IVF-behandeling in het kader van
zo’n onderzoek afwijkt van de standaardprocedure zoals
die in het WZA en het UMCG bestaat.
46
Gebruik van
(anonieme)
medische
gegevens en/of
lichaamsmateriaal
Voor de verdere ontwikkeling van de gezondheidszorg is
het belangrijk dat er medisch-wetenschappelijk onderzoek
wordt gedaan. Bij veel wetenschappelijk onderzoek wordt
gebruik gemaakt van al verzamelde medische gegevens of
van al afgenomen lichaamsmateriaal van patiënten. Met uw
medische gegevens worden alle gegevens bedoeld die in het
kader van uw onderzoek en/of behandeling zijn verzameld.
Met lichaamsmateriaal wordt alles bedoeld dat op de een of
andere manier deel heeft uitgemaakt van het menselijke
lichaam, maar dat nu niet meer doet. Tijdens een IVF/ ICSIbehandeling wordt lichaamsmateriaal verkregen, zoals
bloed en de inhoud van de follikels (de follikelvloeistof en
de zich daarin bevindende andere cellen dan de eicel). In
sommige gevallen kan dit lichaamsmateriaal, als het niet
meer nodig is voor de IVF/ ICSI-behandeling, gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek.
Met het wetenschappelijke onderzoek dat wordt uitgevoerd
door het IVF-team in het UMCG proberen we meer inzicht
te krijgen in het ontstaan van onvruchtbaarheid en proberen we behandelingsmogelijkheden te verbeteren.
Voor het uitvoeren van dit soort anoniem onderzoek, waarbij uw naam niet bekend is bij de onderzoekers, hoeven de
onderzoekers u niet altijd apart om toestemming te vragen.
Uiteraard moet het onderzoek wel aan strikte regels en wettelijke bepalingen voldoen. Hoewel u voor dit soort onderzoek dus doorgaans geen toestemming gevraagd zal worden, kunt u wel bezwaar maken tegen het gebruik van uw
medische gegevens en/of lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek. U kunt uw bezwaar kenbaar maken
aan uw behandelend gynaecoloog via het toestemmingsformulier dat u gevraagd wordt om in te vullen.
47
Medicijnenlijst / hormonenlijst
Cetrotide®
cetrorelix
Decapeptyl®
Foliumzuur
follitropine
FSH
ganirelix
GnRH-agonist
GnRH-antagonist
Gonal-F®
hCG
hMG
leuprolide
Lucrin®
Lucrin-depot 3,75®
Menopur®
nafareline
norethisteron
Orgalutran®
Pregnyl® 1500/5000
Primolut-N®
Profasi®®
cetrorelix
een GnRH-antagonist
tryptoreline
een vitamine
recombinant-FSH
follikel stimulerend hormoon, wordt door de hypofyse
geproduceerd, stimuleert de groei van follikels
een GnRH-antagonist
een medicijn dat de afgifte van FSH en LH door de hypofyse
eerst verhoogt (de flare-up) en daarna blokkeert (de downregulatie)
een medicijn dat de afgifte van FSH en LH door de hypofyse
direct blokkeert
follitropine-alfa; een recombinant-FSH
humaan choriogonadotrofine; het zwangerschapshormoon
dat wordt door de moederkoek, het hormoon dat bij een
zwangerschapstest wordt aangetoond of gemeten; als
medicijn (uit urine van zwangere vrouwen verkregen)
gebruikt om de eisprong op te wekken of de hormoonproductie in de tweede helft van de cyclus te stimuleren.
humaan menopausaal gonadotrofine; verkregen uit urine
van vrouwen die voorbij de overgang zijn; bevat gelijke
hoeveelheden LH en FSH.
een GnRH-agonist
leuprolide
leuprolide; een depot-preparaat van Lucrin dat vier weken
werkt
hoog gezuiverd hMG
een GnRH-agonist
een progestageen
ganirelix
1500/5000 eenheden hCG
norethisteron
hCG
48
Progestageen een medicijn dat de werking heeft van progesteron;
progestativum
Progestativum progestageen
progesteron een hormoon dat in de tweede helft van de cyclus door de
eierstok wordt geproduceerd wordt en de zwangerschap in
stand houdt.
Progestan® microkristallijn progesteron; capsule voor vaginaal gebruik
(zie ook Utrogestan)
Provera medroxyprogesteron, een progestageen
Puregon® follitropine-beta; recombinant-FSH
recombinant-FSH FSH dat via recombinant-technieken wordt geproduceerd
Synarel® nafareline; via neusspray toe te dienen
tryptoreline een GnRH-agonist
Utrogestan® andere naam voor Progestan
49
Begrippenlijst
azoöspermie geen zaadcellen in het sperma
bewerken een laboratoriumtechniek waarbij uit een zaadmonster
een zuiver concentraat van de best bewegende zaadcellen
wordt verkregen dat gebruikt kan worden voor IUI, IVF of
ICSI
bewerkingstest de test in het laboratorium waarbij via de bewerking van
het zaad-monster wordt bekeken welke therapie mogelijk
is (IUI, IVF of ICSI)
cyclus periode van de eerste dag van de menstruatie tot de eerste
dag van de volgende menstruatie; meestal ongeveer
28 dagen
cyclusdag x xe dag van de cyclus, gerekend vanaf de eerste dag van de
menstruatie
cyste met vocht gevulde holte, bijvoorbeeld in een eierstok
waarin dan geen eicel aanwezig is
doorgaande zwanger- zwangerschap die verder dan tien weken na de embryoschap transfer is gevorderd
echoscopie onderzoek met geluidsgolven; bij de IVF-behandeling
gebeurt dit vaginaal
eiblaasje een met vocht gevulde holte in de eierstok met daarin een
eicel; follikel
eicel geslachtscel van de vrouw; oocyt
eierstok ovarium; orgaantje van 3x2x1 cm waarin de voorraad
eicellen ligt opgeslagen. Een vrouw heeft twee eierstokken
die links en rechts naast de baarmoeder in de buikholte
zijn gelegen. Een eierstok bevat duizenden eicellen.
eisprong ovulatie; het openspringen van een eiblaasje waarbij de
eicel vrij in de buikholte komt om bevrucht te worden
ejaculatie zaadlozing
embryotransfer de plaatsing van embryo’s in de baarmoederholte; ET
endometriose baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder
ET embryotransfer; terugplaatsing
fertilisatie bevruchting; versmelting van eicel en zaadcel
follikel zie ‘eiblaasje’
follikelpunctie het aanprikken van de follikels om eicellen te verkrijgen
FSH follikelstimulerend hormoon; komt uit de hypofyse
50
hCG humaan choriogonadotrofine, het zwangerschapshormoon;
wordt door de moederkoek geproduceerd
hypofyse een hersenkliertje, dat o.a. LH en FSH produceert
ICSI intracytoplasmatische sperma injectie; laboratoriumtechniek waarbij een zaadcel in een eicel wordt binnengebracht
injectie een inspuiting
intakegesprek eerste gesprek op het IVF-spreekuur
intramusculaire injectie injectietechniek waarbij in de spieren wordt gespoten
intra-uteriene (vergelijk subcutaan); i.m.-injectie
inseminatie het rechtstreeks in de baarmoeder inbrengen van
zaadcellen; IUI
intraveneuze injectie injectie in een bloedvat direct in het bloed; i.v.-injectie
in vitro fertilisatie bevruchting buiten het lichaam
IUI intra-uteriene inseminatie
IVF in vitro fertilisatie
LH luteïniserend hormoon, komt uit de hypofyse
Menstruatiecyclus cyclus
MESA microchirurgische epididymale sperma aspiratie, techniek
om bij azoöspermie zaadcellen uit de bijbal te verkrijgen
MNC gemodificeerde natuurlijke cyclus, 'eigen cyclus'
onttrekkingsbloeding bloeding die bij pilgebruik of gebruik van bijvoorbeeld
Primolut optreedt in plaats van de gewone menstruatie
oocyt eicel
ovarium eierstok
ovulatie eisprong
PESA percutane epididymale sperma aspiratie, techniek om
bij azoöspermie zaadcellen uit de bijbal te verkrijgen
punctie een prik; in deze brochure wordt met punctie altijd de
follikelpunctie bedoeld
reageerbuisbevruchting het in het laboratorium samenbrengen van eicel en
zaadcellen; IVF
51
satelliet-IVF/ICSI procedure van samenwerking van een ziekenhuis met
een IVF-centrum waarbij in het kleinere ziekenhuis de
hyperstimulatie plaatsvindt. De punctie, de bevruchting in
het laboratorium en de plaatsing van het embryo gebeuren
in het IVF-centrum. De verdere (na)zorg is weer in handen
van de gynaecologen van de transportkliniek.
subcutane injectie injectietechniek waarbij direct onder de huid wordt
gespoten (vergelijk intra-musculair); sc-injectie
terugplaatsing het plaatsen van embryo's in de baarmoederholte;
embryotransfer; ET
TESE testiculaire sperma extractie, techniek om bij azoöspermie
zaadcellen uit de testikel te verkrijgen
52
Meer weten?
Vereniging Freya
De vereniging Freya behartigt de belangen van ongewild
kinderloze paren, onder andere door het geven van voorlichting. Uitgebreide informatie vindt u op www.freya.nl
www.fertimagazine.nl
Op www.fertimagazine.nl vindt u allerlei informatie over
vruchtbaarheidsproblemen, oorzaken, verwachtingen en
behandelingen.
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en
Gynaecologie NVOG
De NVOG is de beroepsvereniging van de Nederlandse
gynaecologen. De NVOG vindt het belangrijk dat patiënten
goede voorlichting krijgen. De belangrijkste voorlichting
vindt plaats in de spreekkamer. Maar daarnaast is het plezierig als u thuis een en ander nog eens kunt nalezen. Op
de NVOG site staan allerlei folders en brochures. Deze zijn
bedoeld als aanvulling op het gesprek met de gynaecoloog.
U vindt de brochures op www.nvog.nl
Hebt u een opmerking of een klacht?
Als u niet tevreden bent over de (medische) zorg die u in het
ziekenhuis krijgt, verzoeken wij u om dat door te geven. U kunt
dat doen aan degene die direct verantwoordelijk is of aan de
ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via:
 e-mailadres: [email protected]
 telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55
(maandag t/m donderdag)
 postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris,
postbus 30 001, 9400 RA Assen
Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op
www.wza.nl/patienten/een-klacht
© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt
door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook
zonder voorafgaande toestemming van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen.
Borgstee 17
9403 TS Assen
Telefoon (0592) 34 00 53
www.mcwilhelmina.nl
Het Medisch Centrum Wilhelmina is onderdeel
van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen
gynae26 1210
Medisch Centrum Wilhelmina
Download