In HAMEL, de schoolkrant van het Haags Montessori Lyceum, verschijnt een serie artikelen over de voorstelling Romeo en Julia van het Nationale Toneel. Door Janneke van der Ham, Jotte den Dulk en Michel Franken Interview met regisseur Johan Doesburg en verslag van de premièreavond. JOHAN DOESBURG: Romeo en Julia is een Ode aan de Liefde. Inmiddels zijn we bekend met vrijwel alle hoeken van het Nationale Toneel Gebouw. Waar en hoe het decor en de kostuums gemaakt worden, weten we al. Het denken over deze zaken, met de eerste aanwijzingen daarvoor, gebeurt in de Directiekamer. De kamer wordt bewoond door Johan Doesburg, medeartistiek directeur en regisseur van Romeo en Julia. Sinds 1994 is Johan Doesburg medeartistiek leider van het Nationale Toneel, waar hij zich ontwikkelde tot een regisseur die zich thuis voelt in zowel modern als klassiek repertoire. Voordat hij werkzaam werd bij toneel, heeft hij verschillende beroepen gehad zoals taxichauffeur en leraar. Als regisseur heeft hij een breed repertoire: hij heeft 45 stukken geregisseerd, zowel modern als klassiek. Johan nam ruim de tijd voor ons. Anderhalf uur lang hadden we het over toneel, voorstellingen, recensies, en regie als vak, maar voerden we ook discussies en bespraken zelfs het onderwerp ‘liefde’. En dat had dan, zij het met een omweg, natuurlijk weer betrekking op het stuk. Op zijn bureau ligt op A3-formaat een overzicht van alle recensies die tot nu toe over Romeo en Julia geschreven zijn. ‘Vroeger stond ik er vroeg voor op.’ Die tijden zijn inmiddels voorbij, nu is maandagochtend ‘zijn ochtend’. ‘Bij veertien recensies horen nu eenmaal veertien percepties,’ zegt Johan over de stukjes op het blad. Het Nationale Toneel was één van de eerste gezelschappen die twee jaar geleden besloot de Shakespeare klassieker op te voeren. ‘Soms speelt politieke terughoudendheid naar het gezelschap een rol of animositeit op het persoonlijke vlak.’ Het speelt niet in het voordeel van het Nationale Toneel dat ze als laatste Romeo en Julia opvoeren in een reeks van vijf Romeo en Julia’s. Maar deze uitvoering zit wel het dichtst bij de originele versie. Interpretatie van recensies De leeftijd van de recensent heeft veel invloed op de vorm van de recensie. De kans is groot dat de bespreking negatiever wordt naarmate het stuk bekender is. En een recensent van vijftig heeft meer ervaring in de liefde, naar ik aanneem. Die kan zich minder goed inleven in jonge mensen. ‘Voor Julia is haar liefde voor Romeo de eerste van haar leven. Voor Romeo is het de tweede. Maar de pijn achter een eerste liefde is vele malen groter dan iemand die al zeven relaties heeft gehad en weet dat het verdriet overgaat. Veel recensenten hebben dat eelt op hun ziel al. Het gaat Shakespeare vooral om die prille gevoelens: er is geen grotere liefde dan liefde van jonge harten.’ Johan werkt met een jonge cast. En dat is niet voor niets, de mensen staan nog dichterbij hun eerste liefdes. Ze zijn nog puur en onervaren. Daarover is de Volkskrant te zuur, vindt hij. ‘Mensen van 25 die net van de Toneelschool komen, of er zelfs nog opzitten in het geval van Marwan Kenzari (Romeo), moeten juist geprezen worden. Het is niet niks wat ze hier zomaar voor elkaar weten te krijgen.’ Dat het stuk dit jaar maar liefst vijf keer door verschillende gezelschappen opgevoerd wordt, hoeft geen toeval te zijn. “Blijkbaar is er veel behoefte aan een stuk als dit: een ode aan de liefde, waarbij het wel slecht afloopt.” Toneelbeeld en tekst Romeo en Julia ontmoeten elkaar op een feest dat wordt georganiseerd door familie van Julia, de Capulettes. Johan heeft het feest een stuk ingekort. Een gewoon feest is niet interessant genoeg. Hij moet het origineel maken met de faciliteiten die toneel biedt. “Niemand kan een feest houden met twaalf mensen, ik wel. Narcisme speelt een grote rol en door de verkleedpartij maak ik ook winst: omdat iedereen incognito is lijkt het alsof er meer spelers zijn. Door de doorgetrokken ruimte naar achteren krijgt het podium ook meer diepte.” Het zijn de kleine kneepjes van het vak waar rekening mee wordt gehouden. Al lang voordat de voorstelling gerepeteerd werd, is Frank Albers, meester vertaler, aan de slag gegaan met dit eeuwen oude werk. Maar waarom een nieuwe vertaling als er al zoveel vertalingen zijn? ‘Allereerst wil ik, zoals in de oorspronkelijke Shakespeare, het ordinaire en triviale niet wegpoetsen maar benoemen. De hoogpolige poëzie wil ik behouden. Omdat er vroeger geen televisie was ging iedereen naar het theater. Dat theater bediende iedereen, vanaf het schellinkje tot de eerste rij. Vooraan stonden de meest intelligenten, zij konden de filosofische implicaties onderscheiden, in het midden kon men alles wat gezegd werd begrijpen en achteraan kon de anekdote gevolgd worden. Eerdere vertalingen bedienden niet iedereen. De taal zorgt ervoor ruimte te reflecteren en maakt het stuk. Er is niemand die in tien zinnen zonder punten zo lyrisch praten kan als een personage uit Shakespeare. Ook de radicaliteit wordt door de taal vormgegeven. Er is geen tiener die zo kan praten als deze twee dat doen. Als je dat kan, dan houd je het niet lang vol, dan ben je voor je twintigste dood.’ Ondanks dat dit stuk al zo lang bestaat, is het nog steeds actueel. Naast het familieconflict worden ze allebei in de steek gelaten. Julia door de voedster, die een tournure maakt nadat ze de twee heeft geholpen met het anonieme huwelijk en Romeo door de priester. Bij niemand kunnen ze hun gevoelens uiten. En dat is precies wat er actueel aan is. ‘Jongeren die in hun eentje de liefde dragen gaan eraan ten onder. Een gesloten cultuur kan leiden tot zelfmoord, wat je ziet bij bijvoorbeeld Japanse en Hindoestaanse jongeren.’ Dan doet Johan een bureaula open en pakt er een haarborstel uit. Hij kamt zijn haar en stopt de borstel in zijn zak. Eenzaam en alleen Johan is als regisseur eindverantwoordelijke. Omdat hij ook directielid is kan hij relatief veel keuzes zelf maken. Denk aan: wie de vormgever is, degene die het licht doen, wie het geluid en wie de kleding. Wil hij moderne kostuums op het podium dan kiest hij niet voor iemand die gespecialiseerd is in klassieke kleding. Als hij deze keuzes maakt heeft hij ondertussen gesprekken met de dramaturg. ‘Natuurlijk komt het voor dat de dramaturg en ik allebei een andere mening hebben. Voor dit stuk wilde ik bijvoorbeeld zo snel mogelijk na het vallen van alle doden het eindbeeld en niet nog vier pagina’s samenvatting. Daar was dramaturg Karim het niet mee eens, hij wilde liever minder drastisch knippen. Uiteindelijk sta ik toch eenzaam en alleen voor de eindbeslissing, en die gaat zoals ik dat wil.’ Pas na de laatste voorstelling kan Johan opgelucht adem halen. ‘De planning is veel preciezer dan op het eerste moment gedacht wordt. Handelingen en teksten moeten per maat overeenkomen met de muziek. En de ene zaal is de andere niet. Omdat ze in grootte verschillen zijn er twee decors gemaakt: één paar grote torens en één paar kleine torens. Worden de kleine torens gebruikt dan moet er anders worden gespeeld: ga je normaal gesproken bij de grote torens een trap op, dan kan dat nu niet. Spelers moeten daarbij ook letten op de plaats waar ze staan, zitten, vallen of dansen. Val je bijvoorbeeld 30 cm. te ver naar achteren dan sta je de rest van de scene in het donker. Het zijn minuscule verschillen, maar ze zijn wel van belang. Ik zit vaak genoeg zelf in de zaal: bij de eerste keer op reis, bij het kleinste theater. Morgen ga ik mee naar een kleine plaats in België waarvan ik niet eens wist dat het bestond. Maar we zijn samen uit dus ook samen thuis, zij een zware dag, ik ook een zware dag. En dat is niet sympathiek,’ nee, het is naar eigenzeggen “briljant”’. De Première We hebben om half zeven afgesproken op het Plein om nog wat te gaan eten voordat de voorstelling begint. Niemand is precies op tijd, waarschijnlijk omdat we ons allemaal afvroegen wat we eigenlijk aan moesten trekken. Moet je net gekleed voor een première of hoeft dat helemaal niet? Zo te zien hebben we allemaal voor save gekozen, gewoon netjes maar niet over-the-top. We gaan op zoek naar een lekker, goedkoop, restaurantje en dit blijkt al een hele opgave. Uiteindelijk belanden we bij Pizzeria Pinocchio, waar we heerlijk hebben gegeten, zeker een aanrader! We vertrekken op tijd richting de Koninklijke Schouwburg, we moeten immers onze persmap nog ophalen bij de speciale persbalie. In de map zitten onder andere een rood boekje met het script, een paar folders en een uitnodiging voor de afterparty in het NT gebouw. De ontvangsthal is al bijna helemaal vol met andere gasten en journalisten. Stiekem zijn we wel een beetje trots dat we nu officieel onder de PERS horen. En we kunnen het dan ook niet laten om onze stem iets te verheffen wanneer we het woordje PERSMAP zeggen. We halen een kopje thee en we hebben onze tweede slok nog niet genomen of er wordt al omgeroepen dat het tijd is om naar de zaal te gaan. Twee terrassen, aluminium stoelen, een plastic plaat, ofwel: een koele sfeer, is wat we bij binnenkomst aan treffen op het podium. De lichten worden gedimd, de muziek begint te spelen en de eerste spelers komen het podium op. Het duurt niet lang voordat er een heftig gevecht uitbreekt, waarbij stoelen de lucht in gaan en messen getrokken worden. Vrijwel de hele voorstelling bevat deze power. Natuurlijk is het verhaal bekend en zullen Romeo, gespeeld door Marwan Kenzari, en Julia, gespeeld door Sophie van Winden, uiteindelijk samen sterven maar de weg ernaar toe wordt gespeeld met zo veel passie, maar ook veel humor, dat het toch interessant blijft. Het zijn niet alleen Marwan Kenzari en Sophie van Winden die het stuk zo veel kleur geven, bijrollen als Mercutio, Romeo’s beste vriend, gespeeld door Jeroen Spitzenberger, of bijvoorbeeld Benvolio, Romeo’s neef, gespeeld door Jochum ten Haaf, en niet te vergeten de voedster, geweldig gespeeld door Mirjam Stolwijk, zij maken het stuk compleet. Bij Shakespeare denk je al snel aan zware stukken en lange teksten, je kunt het een wonder noemen maar het is regisseur Johan Doesburg gelukt om er een erg toegankelijk en mooi stuk van te maken. Na een staande ovatie voor de cast, die drie keer terugkeerde op het podium, liepen we met onze persmap terug naar de garderobe. Maar de avond was nog niet voorbij, er stond nog een afterparty op het programma! Vanuit de schouwburg was een pad, verlicht door grote, brandende fakkels, gecreëerd richting het NT gebouw. In de foyer was er de gelegenheid om met elkaar, en met de acteurs, na te praten over de voostelling. Er waren hapjes, drankjes en boven, in een repetitieruimte, een heuse dansvloer. Het feest had nog lang zijn hoogtepunt niet bereikt maar wij vonden het tegen 2 uur toch tijd om naar huis te gaan. Het was zeker een geslaagde avond, toch weer wat nieuwe dingen geleerd over de theaterwereld en natuurlijk een geweldige voorstelling.