Observaties belangrijk bij het leren lezen

advertisement
Observaties belangrijk
bij het leren lezen
Auteur: Huub Lucas en Bea Zuurwelle
Veilig leren lezen biedt de mogelijkheid om de leesontwikkeling van leerlingen op de voet te volgen en het leesonderwijs aan te passen aan de behoeften van die leerlingen. Diverse projecten van Kees Vernooij e.a. hebben
aangetoond hoe belangrijk het is om het leesonderwijs tijdig af te stemmen op de leerlingen. Niet na een half jaar,
niet na de herfstvakantie, maar direct vanaf het begin van het schooljaar. Hoe eerder u hiermee begint, hoe groter
de kans op succes!
Met de controletaken Veilig & vlot kunt u de leesontwikkeling van de eerste tot en met de laatste kern volgen, en
op basis van die gegevens het leesonderwijs afstemmen op uw leerlingen. Maar toetsresultaten vertellen lang niet
alles, ook uw eigen observaties zijn van belang. Over observeren en het gebruik van uw observatiegegevens gaat
dit derde artikel in de reeks over afnemen van toetsen, het interpreteren van toetsresultaten, en het aanpassen van
het leesonderwijs aan de behoeften van uw leerlingen.
Belang optimale leesontwikkeling
beter om daarvoor gebruik te maken van de eigen
observatiegegevens?’ Deze vraag kan duidelijk beantwoord worden: gebruik beide gegevens!
Elk kind doorloopt het proces van leren lezen op zijn
eigen manier. Het ene kind pikt het leren van letters en
het lezen van woorden snel en moeiteloos op. Bij andere
leerlingen duurt het even, maar komt het lezen in een
versnelling als het kind ineens in de gaten heeft hoe
het moet. Maar er zijn ook leerlingen waarbij het leren
lezen moeizaam verloopt. Soms zó moeizaam dat een
leerling zonder goede begeleiding gefrustreerd raakt en
het lezen gaat ervaren als een activiteit die hij of zij bij
voorkeur vermijdt.
Ga niet enkel en alleen af op de toetsresultaten.
Toetsresultaten, uitgedrukt in cijfers, vertellen weliswaar
veel, maar toch ook weer niet alles. Hetzelfde geldt
voor observatiegegevens. Die zijn belangrijk voor het
afstemmen van uw onderwijs op de leerlingen, maar
moeten wel worden aangevuld met meer objectieve
gegevens zoals toetsresultaten. Illustratief in dit verband
is een ervaring op een school die bij de ontwikkeling van
Veilig leren lezen als proefschool meewerkte.
De gevolgen zijn nadelig voor het zelfvertrouwen en het
competentiegevoel van die leerling. Het is daarom van
groot belang dat bij elke leerling de leesontwikkeling
positief en zo optimaal mogelijk verloopt.
Toetsresultaten of observatiegegevens?
Halverwege het schooljaar kwam een nieuwe leerling op
deze school. Een leerling die op de vorige school op basis
van observatiegegevens gezien werd als een van de betere
lezers van de klas.
Regelmatig wordt de volgende vraag gesteld: ‘Waarop
kan ik me het beste baseren bij het aanpassen van
het onderwijs aan de leerlingen? Kan ik het beste de
toetsresultaten hiervoor gebruiken? Of is het misschien
Op de nieuwe school manifesteerde deze leerling zich in de
ogen van de leerkracht als een gemiddelde lezer, zelfs als
een leerling die best wat extra aandacht kon gebruiken. De
1
Veilig leren lezen
Artikel - Leesontwikkeling: volgen en beïnvloeden
© Uitgeverij Zwijsen - www.veiliglerenlezen.be
ouders van deze leerling waren verbaasd en vroegen zich
dan ook terecht af hoe zoiets mogelijk was: ‘Waarom leest
mijn kind op deze school opeens minder goed dan op de
vorige school?’
In de volgende paragrafen zullen we nader ingaan op
deze aandachtspunten.
De leesvaardigheid
U werkt dagelijks met uw leerlingen. U kent uw leerlingen
het beste. Tijdens de leesles valt al op als kinderen niet
adequaat reageren op vragen/beurten of als ze tijdens
het zelfstandig werken niet precies weten wat ze moeten
doen, en werkelijk weinig doen. Dan kan er sprake zijn
van een leesvaardigheidsprobleem.
U zult merken dat een aantal kinderen:
Bij een vergelijking van de objectieve toetsresultaten
op beide scholen bleek dat de leesvaardigheid niet
veranderd was. Op beide scholen was het resultaat
‘voldoende’. Maar de observatiegegevens waren op
beide scholen verschillend.
Op de vorige school waren er veel leerlingen in de klas
die lager scoorden dan deze leerling, waardoor hij in de
observatiegegevens naar voren kwam als een betere
lezer. In de nieuwe klas waren er juist veel leerlingen die
hoger scoorden. Daarom ook het advies: baseer je nooit
alleen op objectieve toetsresultaten of op subjectieve
observatiegegevens, maar gebruik beide om een zo
goed mogelijk beeld te krijgen van de leesontwikkeling
van een leerling.
• moeite heeft met de elementaire leeshandeling.
Hakken gaat wel maar plakken lukt niet, of andersom.
Blijf in de verlengde instructie samen met deze kinderen
extra analyse- en synthese-opdrachten doen.
• hardnekkig een aantal letters niet kan onthouden.
Blijf intensief oefenen (flitsen, lezen, stempelen, schrijven).
Laat deze kinderen een eigen lettergroeiboekje maken.
• hardop spelt.
Spoor deze leerlingen aan ‘in je hoofd’ te spellen en
daarna het woord in één keer te zeggen. Als dit goed
gaat, dan is het tijd om het spellend lezen helemaal over
te slaan.
• het spellend lezen niet durft c.q. kan loslaten.
Het automatiseren van het lezen lukt niet in voldoende
mate. Vlot lezen oefent u met het herhaald lezen van
woordrijtjes en korte tekstjes. Pas daarbij de ‘voor-koorzelf’-methode toe. Ook kunt u een zandloper gebruiken
om de tijd concreet te maken.
• leesfouten blijft maken.
Maak een foutanalyse en leg alle aandacht bij deze
kinderen op correct lezen. Als er regelmatig geen fouten
meer gelezen worden dan is het kind toe aan vlot lezen.
Identificatie van leesproblemen
Zoals gezegd: tegenvallende toetsresultaten zijn signalen
voor mogelijke leesproblemen, maar ze vertellen niet
alles. Door middel van observaties kunt u beter de vinger
op de zere plek leggen. De volgende aandachtspunten
zijn bij het observeren van belang:
• de leesvaardigheid,
• de houding van de leerling bij het lezen,
• de sociale en emotionele competentie,
• de fysieke gesteldheid,
• de thuissituatie.
• onnauwkeurig, slordig leest.
Deze kinderen kennen de letters meestal wel, maar ze
zijn niet oplettend genoeg. Deze kinderen kunnen baat
hebben bij een ‘leesstoel’. Als ze een tekst goed geoefend
hebben, mogen ze de tekst in een mooie stoel voorlezen.
Het kind moet nauwkeurig lezen en letten op intonatie
en verstaanbaarheid, zodat andere kinderen de tekst
kunnen begrijpen.
2
Veilig leren lezen
Artikel - Leesontwikkeling: volgen en beïnvloeden
© Uitgeverij Zwijsen - www.veiliglerenlezen.be
• letters door elkaar haalt, zoals omkeringen b-d.
Correctie van de leeshouding en de uitspraak is van
belang vanaf het allereerste begin. Het beste is echter
als een kind vanuit zichzelf een actieve leeshouding
aanneemt. Een inspirerende, uitdagende en afwisselende
leesomgeving helpt daarbij. Activiteiten zoals een
‘leesstoel’ bieden dan uitkomst.
Als een leerling moeite blijft houden met bepaalde letters
is het goed om die letters eens uitdrukkelijk in combinatie
met elkaar te behandelen om zo de verschillen duidelijk
te maken.
• radend gaat lezen.
De sociale en emotionele competentie
Kinderen die radend lezen, willen te snel lezen of gunnen
zich geen tijd. Ook is het mogelijk dat een kind radend
leest om zijn gebrekkige leestechniek te compenseren.
Leg daarom hier het accent op correct lezen.
De sociaal-emotionele competentie van de leerling heeft
invloed op de manier waarop hij leert lezen. Het maakt een
groot verschil of een kind onbevangen, spontaan en vol
zelfvertrouwen leert lezen of dat het onzeker, verlegen of
faalangstig is.
Al deze veel voorkomende situaties vereisen extra
instructie en begeleide inoefening. Het prijzen van
kinderen om vertrouwen te krijgen in het eigen kunnen
mag daarbij niet vergeten worden.
• Bij een kind van het eerstgenoemde type gaat het leren
lezen doorgaans vlot en worden eventuele correcties
in het leesonderwijs goed opgepikt.
• Bij een kind van het laatstgenoemde type komt heel wat
meer begeleiding kijken. Voor deze kinderen zijn
succeservaringen belangrijk. Ook korte, extra
momenten van persoonlijke aandacht doen deze
kinderen goed. Onzekere kinderen moeten vaker
aangespoord worden om aan een werkje te beginnen.
Adviezen kunt u vinden:
• op de Toetssite Veilig leren lezen,
• in de artikelenreeks ‘Hulp aan risicolezers’ van Ed
Koekebacker1, op www.veiliglerenlezen.be.
Verder biedt de site www.veiliglerenlezen.be nog meer
informatie in de artikelen en op het forum.
De fysieke gesteldheid
Bij sommige kinderen functioneert er iets in het lichaam
niet helemaal optimaal. Daardoor ondervinden zij
problemen bij o.a. het leren lezen. Denk bijvoorbeeld
aan dyslexie, autisme, adhd, hoor- en zichtproblemen.
Deze kinderen hebben veel individuele aandacht en
structuur nodig. De problemen kunnen zo groot zijn dat
specialistisch onderwijs noodzakelijk is. Voor dyslexie
heeft het Expertisecentrum Nederlands het Protocol
voor Dyslexie en Leesproblemen2 opgesteld met
handreikingen voor de leerkracht.
De houding van de leerling bij het lezen
De leeshouding verraadt hoe een kind zich voelt als het
leest. Leest het met plezier? Spreekt het de zinnen goed
articulerend, met de juiste intonatie en verstaanbaar uit?
Is de zithouding goed? Hebt u de indruk dat het kind
begrijpt wat het leest? Haalt het op de juiste momenten
adem? Ziet u een actieve leeshouding, of is er sprake van
een passieve leeshouding? Leest het kind nauwkeurig
of slordig? Als een kind het nodig heeft, wijst het dan
systematisch bij met de vinger of dekt het tekst die het
niet hoeft te lezen consequent af?
Een zwak kortetermijngeheugen heeft ook een nadelige
invloed op het leren lezen. Het kunnen onthouden van
letters is een kwestie van inslijpen. Met veel geduld, op
veel korte momenten: herhalen, herhalen en nog eens
herhalen. En dat steeds weer op andere, nieuwe manieren
om demotivatie te voorkomen. Voor deze kinderen is
extra uitbreiding van de leestijd onmisbaar. Dagelijks
een moment van verlengde instructie en begeleide
inoefening is vaak nog niet voldoende.
3
Veilig leren lezen
Artikel - Leesontwikkeling: volgen en beïnvloeden
© Uitgeverij Zwijsen - www.veiliglerenlezen.be
De thuissituatie
Registreren van observaties
De thuissituatie heeft een grote invloed op de
leesvaardigheid van een kind.
Als leerkracht kent u uw ‘pappenheimers’ wel. Natuurlijk.
Toch is het verstandig uw observaties ook te registreren.
Ze zijn nodig om na de toetsresultaten de juiste
vervolgstappen te bepalen. Behalve de toetsresultaten
kunt u ook uw observaties in de Toetssite VLL
registreren.
• Als een kind in een rijke taalomgeving opgroeit, heeft
het een voorsprong op kinderen die in een taalarme
omgeving opgroeien. Gevarieerde mondelinge
interacties, het voorlezen van verhalen, en het
veelvuldig lezen door ouders als voorbeeld, heeft
een positieve invloed op de woordenschat en de
fonologische ontwikkeling van kinderen.
De observaties die u doet tijdens de toetsafname kunt u
invoeren bij uw “Toetsresultaten invoeren/wijzigen”
Deze observaties komen te staan bij het groepsoverzicht
in het individueel leerlingoverzicht.
• Als er thuis (bijna) geen Nederlands gesproken wordt
en/of als er geen leescultuur is dan is dit een extra
‘handicap’ voor leerlingen die de leesvaardigheid
niet snel oppikken. Voor deze kinderen is uitbreiding
van de leestijd nodig. Zij moeten als het ware
leesvaardigheidstijd ‘inhalen’.
Tot slot
Observaties in combinatie met toetsgegevens zijn als
een twee-eenheid onmisbaar in het afstemmen van het
leesonderwijs op de behoeften van uw leerlingen. Niets
geeft meer voldoening dan dat risicolezers uiteindelijk
aan het eind van leerjaar 1 toch op AVI 2-niveau kunnen
lezen.
• Ook op een totaal andere manier kan de thuissituatie
een nadelige invloed hebben. Als een kind in een
onveilige thuissituatie zit bijvoorbeeld. Dit zijn vaak
sluimerende problemen, waarover niet open gesproken
wordt. Symptomen kunnen zijn: een onverzorgd
uiterlijk, slaapgebrek, lichamelijke kneuzingen, pesten,
dominant gedrag, of juist het tegenovergestelde:
het kind trekt zich stilletjes terug. In deze situatie
zullen verminderde toetsresultaten niet alleen bij het
lezen zichtbaar worden. Voor de oplossing van de
oorzaak is professionele hulp nodig. Via deelname
aan de verlengde instructie en begeleiding kunnen
tegenvallende leesresultaten weer ingehaald worden.
1
www.veiliglerenlezen.be / Hulp aan risicolezers
2
dyslexie.taalonderwijs.nl
3
www.letop.be
• Verder kan het verlies van een familielid of scheiding
van de ouders ook een nadelige invloed op de
leesvaardigheid hebben. Tijdelijk kan het kind last
hebben van een verminderde aandacht en concentratie.
Bij tegenvallende leesresultaten zal het kind extra
ondersteuning nodig hebben.
4
Veilig leren lezen
Artikel - Leesontwikkeling: volgen en beïnvloeden
© Uitgeverij Zwijsen - www.veiliglerenlezen.be
Download