Arrangementenkaart SO Arrange ment 1 zeer intensief Niveau leerlijn Leerlijn: schriftelijke taal Methode en materialen en organisatie 1 Lezen: Wijst plaatjes aan op een bladzijde. Slaat de bladzijden van een boek één voor één om. Wijst grote verschillen tussen plaatjes aan. Geeft een juiste reactie na het zien van een symbool* van dagelijkse activiteiten (dagritme), personen, voorwerpen (drie verschillende). Schrijven: Houdt het krijtje met zijn vingers vast Schrijfdans, Schrijven op maat, Mijn eigen handschrift. Veilig stap voor stap, Stam werkbladen, ,Zelfstandig spellen, Stenvert taalblokken, diverse computerprogramma’s 2 Lezen: Wijst genoemde woorden aan op plaatjes in een boek. Herkent details in een afbeelding. Geeft een juiste reactie na het zien van alle in de groep gebruikte symbolen* van dagelijkse activiteiten (dagritme), personen, voorwerpen Schrijven: Houdt een potlood vast met de punt naar beneden 3 2 intensief Groep: B.B (Leeftijd: 12t/m 13 jaar) Concreet leerdoel Lezen:Luistert geboeid naar een voorlees-verhaal in een groepje.Herkent een (afwijkende of gelijke) letter tussen andere letters en in woorden (duidelijk verschil). ‘Leest’ en begrijpt tweewoord-zinnen, gekoppeld aan dagelijkse situaties met behulp van symbolen. Schrijven: Tekent de vormen korte stok, lange stok en rondje na 3 Lezen:Luistert geboeid naar een voorlees-verhaal in een groepje.Herkent een (afwijkende of gelijke) letter tussen andere letters en in woorden (duidelijk verschil). ‘Leest’ en begrijpt tweewoord-zinnen, gekoppeld aan dagelijkse situaties met behulp van symbolen. Schrijven: Tekent de vormen korte stok, lange stok en rondje na 4 Lezen: Pakt met regelmaat een boek om zelf in te kijken of te lezen. Herkent een bepaalde letter tussen (gelijke en andere) letters en in woorden (gering verschil). Leest de eerste 10 grafemen uit de leesmethode. Begrijpt meerwoordzinnen binnen het hier en nu m.b.v. symbolen (passend bij belevingswereld) Leert ‘lezen’ m.b.v. signaalwoor-den Schrijven: Tekent de vormen open rondje, boogje/poort en kuiltje na 5 Lezen: Stelt vragen over het verhaal om het beter te begrijpen. Koppelt aan elk grafeem het juiste foneem (36 grafemen). Leest op AVI-Start. Koppelt een zelf gelezen woord of korte zin aan een afbeelding of handeling Schrijven: Schrijft zijn eigen naam na. 6 Lezen: Benoemt het verschil tussen een waargebeurd verhaal en een sprookje. Leest op AVI-Start. Leest op AVI-M3. Leest een eenvoudige opsomming en begrijpt wat er nodig is (materiaallijst, boodschappen-lijst, inpaklijst). Schrijven: Houdt een potlood vast met een pincetgreep (duim en wijsvinger). Schrijft zonder Kraaienest arrangementen mei 2013 Schrijfdans, Schrijven op maat, Mijn eigen handschrift. Veilig stap voor stap, Stam werkbladen, ,Zelfstandig spellen, Stenvert taalblokken, diverse computerprogramma’s Toetsing (wanneer/hoe?) leertijd voorbeeld zijn eigen naam. 3 basis 4/5 extra 5 Lezen: Stelt vragen over het verhaal om het beter te begrijpen. Koppelt aan elk grafeem het juiste foneem (36 grafemen). Leest op AVI-Start. Koppelt een zelf gelezen woord of korte zin aan een afbeelding of handeling Schrijven: Schrijft zijn eigen naam na. 6 Lezen: Benoemt het verschil tussen een waargebeurd verhaal en een sprookje. Leest op AVI-Start. Leest op AVI-M3. Leest een eenvoudige opsomming en begrijpt wat er nodig is (materiaallijst, boodschappen-lijst, inpaklijst). Schrijven: Houdt een potlood vast met een pincetgreep (duim en wijsvinger). Schrijft zonder voorbeeld zijn eigen naam. 7 Lezen: Leest vlot wisselrijtjes met medeklinkercombinaties. Leest op AVI-M3 Leest op AVI-E3. Begrijpt een eenvoudige tekst (1 -3 zinnen) Schrijven: Houdt een potlood vast met een driepuntspengreep (duim, wijs-vinger, middelvinger). Schrijft alle letters van de schrijf-methode na. 8 Lezen: Leest boeken in zichzelf. Leest op AVI-E3, Leest op AVI-M4. Begrijpt het leesdoel van verschillende teksten (koken, zingen, lekker lezen, puzzelen, kopen, meer weten over, waarschuwen, betalen, uitnodigen) Schrijven: Schrijft eigen naam op een lijn. Schrijft zonder voorbeeld alle letters volgens de schrijf-methode . Lezen: Leest boeken in zichzelf. Leest op AVI-E3, Leest op AVI-M4. Begrijpt het leesdoel van verschillende teksten (koken, zingen, lekker lezen, puzzelen, kopen, meer weten over, waarschuwen, betalen, uitnodigen) Schrijven: Schrijft eigen naam op een lijn. Schrijft zonder voorbeeld alle letters volgens de schrijf-methode . 8 9 Lezen: Voorspelt aan de hand van de samenvatting op de achterkant van een boek de inhoud. Leest op AVI-M4, Leest op AVI-E4. Begrijpt verschillende soorten eenvoudige teksten (verhaal, instructie-tekst, info-tekst). Schrijven: Schrijft lettergroepen (l-k, a-n, j-g) in een onderling variërende hoogte. Laat even grote spaties tussen woorden. 10 Kiest aan de hand van de samen-vatting op de achterkant zelf de boeken uit die hem aanspreken. Leest op AVI-E4. Begrijpt de belangrijkste inhoud van een deel van een authentieke tekst (oorzaak-gevolg, doel-middel, etc.) Schrijven: Schrijft zijn eigen voor- en achternaam met een hoofdletter. Schrijft hoofdletters in de juiste verhouding tot kleine letters. Kraaienest arrangementen mei 2013 Schrijfdans, Schrijven op maat, Mijn eigen handschrift. Veilig stap voor stap, Stam werkbladen, ,Zelfstandig spellen, Stenvert taalblokken, diverse computerprogramma’s Schrijfdans, Schrijven op maat, Mijn eigen handschrift. Veilig stap voor,Zelfstandig spellen, Stenvert taalblokken, diverse computerprogramma’s stap, Stam werkbladen, Vso leerlijn Kraaienest arrangementen mei 2013