De eerste klas Aanleren van de letters In de eerste schoolweek wordt de rechte en de kromme lijn aangeboden. Er wordt gezocht naar voorbeelden, waar de rechte en de kromme lijn te vinden is in de wereld. Deze twee lijnen vormen de basis van al het schrijven en van alle lettervormen. Deze twee lijnen worden op verschillende manieren geoefend. De medeklinkers worden aangeleerd vanuit het beeld. De leerkracht bepaald zelf welk beeld er bij welke letter gebruikt wordt. De beelden komen meestentijds uit een sprookje. Het lettertype van de drukletters zal hiervoor gebruikt worden. De aangeleerde letter zal getekend worden, maar niet worden geschreven. Het schrijven zal gebeuren met de niet verbonden schrijfletters. Het kind krijgt dus twee verschillende letters naast elkaar aangeboden. De letters worden in de klas opgehangen en zullen het hele jaar blijven hangen. Het beeld wordt gebruikt, maar zal zo snel mogelijk geabstraheerd worden. Het is niet nodig alle letters met een beeld weer te geven. Tot aan de crocusvakantie zullen de letters aangeleerd worden. Dit betekent, dat er ongeveer drie á vier taalperiodes zijn om de letters aan te leren. In iedere periode zullen er ook naast de medeklinkers gelijk klinkers worden geleerd. De klinkers worden vanuit het gebaar of een ander beleven aangeboden en niet uit het beeld. Het is van belang onderscheid te maken bij de klinkers tussen aa en a enz. Er wordt gekozen om de a op deze wijze aan te leren. Bij het aanleren van de medeklinkers zijn verschillende combinaties binnen één periode niet gewenst, zoals b en de d m en de w f en de t q en de p Het is verstandig om de b uit een beeld neer te zetten, maar de d juist niet om op deze manier ook nog een verschil tussen de b en de d te krijgen. Het is gebleken op andere scholen, dat de verwisseling tussen de b en de d niet voorkomt bij het lopende schrift. Na het aanleren van alle letters komen de volgende twee tekenklanken aan de beurt in de eerste klas, ij, oe, ui en ie. Schrijven Naast de drukletters zal het kind het lopende niet verbonden schrift leren. Tegelijkertijd met het leren van de drukletter zal de schrijfletter geleerd worden. Zo ontstaat een verschil tussen een schrijfletter en een leesletter. Er wordt gebruikt gemaakt van de methode ‘Schrijven in de Basisschool’. Om het lopende schrift motorisch aan te leren zal aan het begin van het schrijven veel geoefend moeten worden met het dynamische vormtekenen in bandmotief. Het schrijven gaat met de dikke driekantige kleurpotloden. Beslist niet proberen te schrijven met de staafjes van Stockmar. Om het schrijven te oefenen kan de leerkracht een lijnenvel ontwerpen. Het is handig om een exemplaar te maken, die op dat moment geschikt is om mee te oefenen. Er kan zo een losbladig systeem komen, dat in mappen opgeborgen kan worden. Als de kinderen in periodeschriften gaan schrijven kan er eventueel een lijnenvel onder de bladzijde van het periodeschrift gedaan worden. Dit om de kinderen houvast te geven bij het schrijven van de lussen. Lezen Als de kinderen medeklinkers en klinkers geleerd hebben, kan met het aanvankelijk lezen begonnen worden. Dit kan al tijdens de eerste of tweede taalperiode. Het streven blijft om het lezen van uit het schrijven te leren. Er is echter een verschil tussen schrijfteksten en leesteksten. Het geschrevene lezen gaat met het niet verbonden lopende schrift, het pure lezen gaat met de drukletters. Het kan dus zijn, dat er twee teksten op het bord staan met twee verschillende lettertypes. Het lezen van losse woorden en schrijven van losse woorden moet opgebouwd worden van uit mk woorden, dan mkm en tot slot mmkm. Mkmm woorden zijn voor de kinderen moeilijker te lezen en te schrijven. Dit vereist een grotere auditieve vaardigheid. v.b.op in (mk), maan man baas(mkm), pret praat druk(mmkm) Begrijpend lezen Het begrijpende lezen zal in de eerste klas bestaan uit het begrijpende horen. Na het vertellen van een verhaal laat de leerkracht het verhaal de volgende dag terugvertellen. Let er bij het navertellen op, dat de kinderen hun eigen stuk na mogen vertellen. Als leerkracht wil je het meestal chronologisch naverteld hebben, maar als je die dwang loslaat is de ervaring, dat de kinderen meer terugvertellen en er meer kinderen aan de beurt komen. Laat af en toe ook een tekening maken over het verhaal en laat het kind bij zijn tekening In de eerste klas ben je vooral bezig met het begrijpende horen. Er kan naar aanleiding van een verteld verhaal een tekening gemaakt worden. Het begrijpen van de mondeling gegeven instructie is onderdeel van het begrijpende horen. Andere onderdelen van het begrijpende lezen zijn: Pictogrammen begrijpen Plaat van een sprookje op hangen en er over laten vertellen Verhaalsommen laten tekenen Rubriceren van woorden: waarom horen b.v. vos en bos bij elkaar Verschil duidelijk maken tussen taal en rekenen Korte zinnen, die op het bord staan tekenen. Spreekvaardigheid De spreekvaardigheid wordt geoefend door middel van gedichtjes en spraakoefeningen. Dit ook individueel of in kleine groepjes laten doen. Daarnaast wordt er eenmaal per jaar een toneelstukje opgevoerd. Dit kan een klein kerstspelletje zijn of een toneelstukje naar aanleiding van een sprookje. Deze toneelstukjes worden in de klas geoefend. Er is geen verplichting tot opvoering van het geleerde. Spreekvaardigheid wordt ook geoefend door de kinderen hun belevenissen van de dag te laten vertellen. Vergeet niet een kleine aantekening te maken voor in het leerlingvolgsysteem. Spelling Het schrijven is nog erg verbonden met de spelling. Het gebruik van de lange en korte klank is echter een spellingsfenomeen. Voor het aanleren van verschillen tussen de aa en de a kan gebruik gemaakt worden van kleuren. Wit kan gebruikt worden om de korte klank mee te schrijven en rood voor de lange klank. Deze kleuren zijn gekozen, omdat in het woord wit een korte klank zit en in het woord rood een lange klank. Er is echter één nadeel aan de kleur wit. Deze kunnen de kinderen niet gebruiken voor het zelf schrijven, want wit op wit is niet te zien. In de derde klas kan echter met deze kleuren gewerkt worden voor het aanleren van de open en gesloten lettergrepen ( zie aldaar). Voor de tweeteken klank gebruiken we groene kaartjes. Toetsing Er moet getoetst worden, hoe de visuele discriminatie en de auditieve synthese en analyse bij de kinderen zijn. Auditieve synthese en analyse worden op woordniveau bij de kleuters bekeken, maar nog niet op letterniveau. Visuele discriminatie wordt met plaatjes bekeken in de kleuterklas, maar niet op letter- en woordniveau. Na de kerstvakantie moet dat in beeld zijn. we hebben nog niet overlegd, wie dat bij de kinderen gaat bekijken. Er kan gekozen worden voor de r.t.er of de klassenleerkracht. Eventueel kan ook een klassenassistent ‘opgeleid’worden om het te doen. Na de kerstvakantie moet de letterkennis getoetst worden door middel van letterdictee en het benoemen van letters. De leerkracht overlegd met de zorgcoördinator de resultaten. Samen bekijken zij of er extra hulp geboden moet worden en in welke vorm die moet komen. Ook moet er na het leren van alle letters door middel van een letterdictee en het benoemen van letters gekeken worden, hoe de kennis van de letters is bij alle leerlingen. Dit betekent dus, dat er minimaal twee toetsmomenten zijn voor de letterkennis in de eerste klas. Na kerst en na de crocusvakantie. Aandachtspunten Er moet na de periode taal tijdens de periode rekenen doorgeoefend worden met de behandelde stof. Suggesties voor de tijd is de tien minuten voor de eerste vakles, van 10.50 tot 11.00 uur. Er moet een kleine rust zitten tussen het aanbieden van de stof en het oefenen, minimaal een week, maximaal twee weken. Er kan ook in de opmaat geoefend worden. Het oefenen is een herhalen van de aangeboden leerstof uit de vorige periode. Vanaf de crocusvakantie gaat de eerste klas naar de bibliotheek. Het kind leest nog niet echt. Het is goed om prentenboeken aan te bieden. De kinderen kunnen dan aan de hand van plaatjes zich een idee vormen over het verhaal. Zij kunnen uitgenodigd worden om zelf aan de hand van de plaatjes een verhaal te bedenken. Op deze manier wordt er hard gewerkt aan de boekoriëntatie. Maar naast de prentenboeken moeten ook kleine leesboekjes aangeboden worden voor de kinderen, die al wel toe zijn aan het lezen. Het leesniveau wordt verder niet getoetst in de eerste klas. Het streven is echter wel om de kinderen op AVI 2 niveau naar de tweede klas te laten gaan. Om het lezen te stimuleren kan gebruik gemaakt worden van de Klik-klakboekjes. Naast alle voorbereidende en stimulerende schrijf- en leesoefeningen is het ook zaak om de kinderen niet te veel in het hoofd aan te spreken. De oefeningen van Audrey McAllen werken meer op het zich eigen maken van het lichaam. Dit moet een belangrijk aspect blijven binnen onze lessen. De vrije school moet niet te cognitief worden en het streven van de school ligt toch ook op het vlak, dat kinderen zichzelf als een vrij wezen kunnen gaan voelen Suggesties Oefenen kan iedere dag in de opmaat van de periode of direct na het eten en voordat de vakles begint. Tutorlezen met een kind uit een hogere klas behoort tot de mogelijkheden. Er kan op deze manier ook geoefend worden met de letters. Indeling periodes over het jaar Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5