Oplossing vraag 5 afspraken i.v.m. stromen en spanningen Opgave Gegeven: onderstaande schakeling R1 10k V1 10Vdc R3 2k R2 1k V2 10Vdc 0 Fig. 1: opgave Gevr. Spanning over en stromen door de weerstanden. Werk uit met superpositie en Kirchoff. Oplossing: Met superpositie We lossen het eerst eens op met behulp van de superpositie methode Ter herhaling. Je vervangt alle bronnen op één na door hun inwendige weerstand. Je berekent de stromen en spanningen met deze ene bron. Dit is een deelresultaat. Stemt de stroom en spanningspijl overeen met de initieel gekozen zin, dan is het teken van het deelresultaat positief, is de spanning of stroom tegengesteld aan de initiële zin dan is het teken negatief. Je herhaalt dit tot alle bronnen één keer overgebleven zijn. Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen 1/8 LM Stap 1 We plaatsen de spanningspijlen zoals we verwachten, de stroompijlen plaatsen we rekening houden met de zin van de spanningspijlen. (omgekeerd kan natuurlijk ook) IR1 R1 10k UR1 UV1 V1 10Vdc IR3 UR3 R3 2k IR2 UR2 R2 1k V2 UV2 10Vdc 0 Fig. 2: plaatsen van spannings- en stroompijlen Stap 2: UV1 overhouden We vervangen V2 door zijn inwendige weerstand. Bij een ideale spanningsbron is de inwendige weerstand 0 en bij een ideale stroombron oneindig. Het schema wordt dus: IR1 R1 10k UR1 UV1 V1 10Vdc IR2 UR3 R3 2k R2 1k UR2 IR3 0 Fig. 3: UV1 overhouden Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen 2/8 LM Alle spanningspijlen stemmen overeen met de gekozen beginsituatie, dus alle waarden zullen positief zijn. R2 _ 3 R2 .R3 1K .2 K 2K 2 K 666,67 R2 R3 1K 2 K 3K 3 R1_ 2 _ 3 R1_ 2 R3 666,67 10.000 10.666,67 I R1 ' UV 1 10V 937,5µA R1_ 2 _ 3 10666,67 U R1 ' I R1 '.R1 937,5µA.10 K 9,375V I R 2 ' I R1 '. R3 2K 2 937,5µA. .937,5µA 625µA R2 R3 2 K 1K 3 I R 3 ' I R1 '. R2 1K 1 937,5µA. .937,5µA 312,5µA R2 R3 2 K 1K 3 U R 2 ' U R 3 ' I R 2 '.R2 625µA.1K 625mV Controle met PSPICE 937.5uA R1 10k 10.00V V1 10Vdc 625.0mV 937.5uA 312.5uA R3 2k 625.0uA R2 1k 0V 0V 0 Fig. 4: Controle stap 2 met PSPICE Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen 3/8 LM Stap 3 UV2 overhouden Uv1 wordt vervangen door zijn inwendige weerstand, het schema wordt: IR1 R1 10k UR1 IR3 IR2 R3 2k UR3 R2 1k UR2 V2 UV2 10Vdc 0 Fig. 5: UV2 overhouden R1_ 2 R1.R2 10 K .1K 106 3 0,909.103 909 R1 R2 10 K 1K 11 R1_ 2 _ 3 R1_ 2 R3 909 2000 2909 I R3 ' ' UV 2 10V 3,438mA R1_ 2 _ 3 2909 U R 3 ' ' I R 3 '.R3 3,438mA. 2 K 6,875V I R1 ' ' I R 3 ' '. R2 1K 1 3,438mA. .3,438mA 312,5µA R1 R2 10 K 1K 11 I R 2 ' ' I R 3 ' '. R2 10 K 10 3,438mA. .3,438mA 3,125mA R2 R3 10 K 1K 11 U R1" U R 2 ' ' I R 2 ' '.R2 3,125mA.1K 3,125V Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen 4/8 LM De zin van pijl UR2 en IR2 is tegengesteld aan deze van stap 1. Het teken van het deelresultaat zal dus negatief zijn in de uiteindelijke optelling. Controle met PSPICE 0V 312.5uA R1 10k -3.125V 3.438mA R3 2k R2 1k 3.438mA V2 -10.00V 3.125mA 10Vdc 0 Fig. 6: UV2 overhouden, controle met PSPICE Stap 4 optellen van de deelresultaten I R1 I R1 ' I R1 ' ' 937,5µA 312,5µA 1,25mA I R 2 I R 2 ' I R 2 ' ' 625µA 3125µA 2,5mA I R 3 I R 3 ' I R 3 ' ' 312,5µA 3438µA 3,75mA U R1 U R1 'U R1 ' ' 9,375V 3,125V 12,5V U R 2 U R 2 'U R 2 ' ' 0,625V 3,125V 2,5V U R 3 U R 3 'U R 3 ' ' 0,625V 6,875V 7,5V UR2” en IR2” krijgen een negatief teken omdat in stap 3 de spanning en de stoom door R2 tegengesteld waren aan de initiële zin. In het eindresultaat heeft de spanning over- en de stroom door R2 een negatief teken. Dit wil zeggen dat de spanning en de stroom tegengesteld zijn aan de initieel gekozen richtingen in stap 1 Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen 5/8 LM Controle met Orcad en PSPICE Bij PSPICE heeft een stroom of een stroomlabel een positieve waarde als deze de aansluiting of node ingaat en een negatieve waarde als deze de aansluiting of node verlaat. De stroom gaat dus van onder naar boven door R2. Het knooppunt R1, R2, R3 is 2,5V negatief t.o.v. massa. 1.250mA R1 10k 10.00V -2.500V V1 3.750mA 10Vdc R3 2k R2 1k -10.00V 2.500mA V2 0V 10Vdc 0 Fig. 7: controle totaal met PSPICE Ook hier zien we dat de stroom door R2 van onder naar boven vloeit en dat de spanning op het knooppunt R1,R2,R3 negatief is. Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen 6/8 LM Met Kirchoff We kiezen de zin in de lussen, plaatsen stroom- en spanningspijlen IR1 UR1 R1 10k A C V1 10Vdc UV1 IR3 IR2 B R3 2k UR3 R2 1k UR2 V2 UV2 10Vdc 0 Fig. 8: Oplossen met Kirchoff In lus of maas A UV 1 U R1 U R 2 0 UV 1 I R1.R1 I R 2 .R2 (1) In lus of maas B UV 2 U R 2 U R 3 0 UV 2 I R 2 .R2 I R 3 .R3 (2) In knooppunt C I R1 I R 2 I R3 0 (3) We hebben ons stelsel van 3 vergelijkingen met 3 onbekenden, we lossen nu op. Uit (3) I R1 I R 2 I R3 (4) (4) in (1) UV 1 ( I R 2 I R3 ).R1 I R 2 .R2 Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen (5) 7/8 LM Uit (2) UV 2 I R 2 .R2 I 3.R3 halen we I3 I3 UV 2 I R 2 .R2 U I .R V2 2 2 R3 R3 R3 (6) (6) in (5) U I .R U V 1 I R 2 V 2 R 2 2 .R1 I R 2 .R2 (5) R3 R3 10 1K 10 I R 2 I R2. .10 K I R 2 .2 K 2K 2K 10 I R 2 5.10 3 0,5.I R 2 .10 4 1.103.I R 2 10 (1,5 I R 2 5.10 3 ).10 4 1.103.I R 2 10 15000.I R 2 50 1000 I R 2 10 16000.I R 2 50 I R2 40 2,5mA 16000 Via (6) berekenen we nu IR3 I R3 UV 2 I R 2 .R2 10 2,5.103.1.103 10 2,5 3 .10 3,75mA (6) R3 2.103 2 Rest IR1 uit (4) I R1 I R 2 I R3 2,5mA 3,75mA 1,25mA De spanningen zijn: U R1 I R1.R1 1,25mA.10 K 12,5V U R 2 I R 2 .R2 2,5mA.1K 2,5V U R 3 I R 2 .R2 3,75mA.2 K 7,5V Oplossing vraag 5 oef op U en I pijlen 8/8 LM