De wonderlijke komst van onze Redder: geboren uit een maagd Preek over Zondag 14 lezen: Mattheus 1:18-25 Lelystad, 24 juli 2005 R.J. Vreugdenhil De wonderlijke komst van onze Redder: geboren uit een maagd! 1. Een eerste teken van wie Hij is 2. een duidelijk teken dat Gód alleen redt 3. een bemoedigend teken: de zonde wordt overwonnen Toen ik deze preek aan het voorbereiden was, heb ik eens wat op internet rond gekeken. Ik was er niet naar op zoek, maar ik kwam terecht bij een preek. Een preek van een rooms-katholieke priester over de maagdelijke geboorte. Hij schreef daarin: wat is het vreemd, bij Matteus en Lucas lees je in de geboorteverhalen wel over die maagdelijke geboorte, maar verderop in hun evangelie kom je het nergens meer tegen; ook bij de andere evangelisten staat het niet. Hoe komt dat? Hij heeft daar een mooie verklaring voor. Die maagdelijke geboorte is helemaal niet echt gebeurd. Matteus en Lucas bedoelen dat ook niet. Ze bedoelen alleen maar te zeggen dat Jezus zo bijzonder is; dat hij een bijzondere Godsman was. En dat maken ze duidelijk in een verhaal over een bijzondere geboorte. Letterlijk noemt hij het: een geloofsbelijdenis-in-verhaalvorm: een getuigenis over de grootsheid van Jezus, Godsman bij uitstek. Zo’n uitleg geloof ik niet. Ik wil de bijbel als Woord van God serieus nemen. Dus als Lucas - nota bene een arts schrijft dat hij alles nauwkeurig onderzocht heeft, dan geloof ik dat zijn verhaal betrouwbaar is. Feitelijk betrouwbaar. Lucas zal het wel nagevraagd hebben. Misschien heeft hij Maria wel geïnterviewd voor hij zijn evangelie schreef. Lucas vertelt ons de feiten die hij verzameld heeft. Dus geen geloofsbelijdenis-in-verhaalvorm, maar een feiten-verhaal waar je je geloof op kunt baseren. De feiten zijn: Maria was maagd. Ze was wel in ondertrouw met Jozef, maar ze waren nog niet met elkaar naar bed geweest. Er is geen zaadcel bij te pas gekomen. Toch ontstond in haar een embryo, een kindje. En engelen hebben gezegd wat daar gebeurde: de Heilige Geest zelf werkte in Maria, zodat in haar de Zoon van God groeide. Dat zijn de feiten. En toch kriebelt die preek van die priester bij mij. Als mens van de 21e eeuw vind ik het moeilijk om die maagdelijke geboorte te geloven. 1 En ergens heeft hij toch een punt: waarom krijgt dat wonderlijke begin zo weinig aandacht in het vervolg? Waarom staat verderop in het Nieuwe Testament niet veel vaker: ‘Jezus is geboren uit een maagd’? Ik denk dat je daar o.a. dit over kunt zeggen: die wonderlijke geboorte van onze Redder, is een feit. Zo is het echt gegaan. En tegelijk, God heeft het zo laten gaan als een soort teken. God heeft daarmee iets duidelijk willen maken. De geboorte uit de maagd Maria is een soort grote pijl die ergens op wijst. Kijk, mensen, Jezus werd zo op zo’n ongewone manier geboren, want Hij is geen gewoon mens. Hij is Gods Zoon die mens wordt. Op zich had Jezus ook wel gewoon als derde kind in een gewoon gezin geboren kunnen worden. Of net als voorvader David: als laatste in een hele rij. Maar dan was niet vanaf het begin zo duidelijk geweest wat een bijzonder kind dit was. En nu was dat wel vanaf het begin duidelijk. We lazen uit Matteus 1. Neem het maar heel letterlijk wat daar staat: terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de Heilige Geest. Je hebt gauw neiging om dat laatste zo te lezen: ze bleek zwanger te zijn (en wij weten: dat was uit de Heilige Geest). Maar dat staat er niet. Er staat heel simpel: het bleek, het werd duidelijk, dat zij zwanger was door de Heilige Geest. Zó heeft Jozef het gezien. En ook anderen in de directe omgeving. Ze konden er niet omheen: er is iets heel wonderlijks gebeurd met Maria. Maria heeft zelf waarschijnlijk wel verteld van die engel. Jozef wist zelf heel goed: we hebben geen gemeenschap gehad. Elisabet had een heel bijzondere ervaring gehad toen Maria bij haar binnenkwam. De zwangerschap van Elisabet was op zich trouwens al heel wonderlijk. En Maria was drie maanden daar in huis geweest. Over al die wonderlijke dingen werd ook gepraat daar in het bergland van Judea. Allerlei signalen die duidelijk maken: de zwangerschap van Maria is een regelrecht Godswonder. Maria bleek zwanger uit de Heilige Geest. Vervolgens krijgt ook Jozef een verschijning van een engel. Toen was het voor Jozef en Maria helemaal duidelijk: alles wijst er op dat dit kind een heel bijzonder kind is: Gods Zoon. Al die bijzondere dingen, samengevat in dat ene ‘een geboorte uit een maagd’ waren vanaf het begin een duidelijk teken: dit is Gods Zoon. De maagdelijke geboorte was een eerste legitimatiebewijs voor Jezus. Allereerst bedoeld voor Maria, voor Jozef. Misschien hebben zij dat ook wel mogen gebruiken bij hun opvoeding van Jezus. Een eerste legitimatiebewijs van wie Hij is. Later kwamen er nog veel meer legitimatie-bewijzen. Jezus heeft op veel meer manieren laten zien dat Hij Gods Zoon is. In zijn wonderen. Doordat Hij mensen hun zonden vergaf. In zijn preken. 2 En nog belangrijker: God de Vader heeft zelf vanuit de hemel het uitgeroepen: deze is mijn Zoon, de geliefde. Er kwamen op die manier zoveel pijlen die aanwezen wie Jezus is - daardoor werd die eerste pijl (de maagdelijke geboorte) wat minder belangrijk. Daarom was het ook niet meer nodig om nadruk te leggen op dat wonderlijke begin. Ik geloof dat dat een antwoord kan zijn op die kritische vraag uit zo’n preek: waarom krijgt de maagdelijke geboorte verderop zo weinig aandacht? Daardoor hoef je je niet aan het twijfelen te laten brengen, maar heel nuchter: meer aandacht was niet nodig, want het werd ook op andere manieren steeds duidelijker dat Jezus de Zoon van God is. 2 Toch is er nog wel meer over te zeggen. Achteraf kun je best nog wat dieper nadenken over die wonderlijke komst van onze Redder. Had dat, behalve functie voor zijn ouders toen, nog meer betekenis? Ik lees twee verzen uit Johannes 1: Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn. (Joh.1:12,13). Dit gaat niet over Jezus Christus. Dit gaat over mensen die in God geloven en daarom kinderen van God zijn. Johannes wil duidelijk maken: kind van God zijn, dat is niet vanzelfsprekend; dat is het werk van God zelf. Hij geeft je dat. Het is ingrijpen van bovenaf. Om dat duidelijk te maken, vergelijkt hij het met de geboorte van een kind. Hij zegt: de geboorte van een kind, dat is iets normaals. Dat gaat op de natuurlijke manier. Een man verlangt naar zijn vrouw, ze hebben lichamelijke gemeenschap, er is bloedcontact en dan kan de bevruchting plaatsvinden en groeit er een kind. Dat is de natuurlijke gang van zaken. Als dat gebeurt, ben je niet verbaasd. Eerder andersom, als het niet gebeurt terwijl je wel graag een kindje zou willen, ben je teleurgesteld. Zo gaat dat met het krijgen van een kind. Maar, zegt Johannes, zo gaat het niet met het kind-van-God worden. Dat is niet iets natuurlijks, vanzelfsprekend; dat is helemaal het werk van God. Waar het mij nu om gaat is die tegenstelling. Een kind verwekken en krijgen - uiteraard is het een wonder, maar je mag ook zeggen: het is heel natuurlijk. Zo heeft God dat in de schepping gelegd, zo werkt dat hier op aarde. Zo gaat het al eeuwen. En het is niet raar dat veel mensen de uitdrukking gebruiken: je zet een kind op de wereld. Of je maakt samen een kind. En daartegenover staat het directe ingrijpen van God. Het totaal onverwachte. Het absoluut niet vanzelfsprekende. Het is niet voor niets dat de Here God bij de komst van onze Verlosser voor die manier heeft gekozen. Hij liet zijn Zoon niet in de wereld komen op de gewone manier. Jozef heeft niet Jezus op de wereld gezet. De zwangerschap van Maria was niet te verwachten. 3 Alles was juist onverwacht. Daarmee liet God een diepere werkelijkheid zien. Echte verlossing komt niet bij mensen vandaan, maar is ingrijpen van God. Wij kunnen er samen niet voor zorgen. Zelfs niet al zou de hele mensheid komen tot vruchtbare samenwerking; al zou bijvoorbeeld via de Verenigde Naties er een fantastisch plan op de wereld gezet worden, we zouden het niet redden. Redding komt niet bij mensen vandaan. Redding is nooit vanzelfsprekend. Redding maak je niet. Gód redt. Dat is regelrecht genade van boven. De wonderlijke komst van onze Redder zet daar nog eens een dik uitroepteken bij. Hij is geboren uit een maagd. Dit verwacht je niet. Dit hadden wij niet eens kunnen verzinnen. Dit is het werk van God. Is dit nu iets om elke dag of elke week bij stil te staan? Die maagdelijke geboorte op zich misschien niet. Maar wel wat daardoor aangewezen wordt: redding spreekt niet vanzelf. Dat je zonden je vergeven worden, dat is niet iets waar je zomaar vanuit kunt gaan. Het is zeker niet iets waar wij als mensen voor kunnen zorgen. Blijf je verbazen. Een jonge meid die een kindje verwacht zonder dat er seksueel contact is geweest met een man - dat is onvoorstelbaar; het is dat het in de bijbel staat, maar anders zou je het niet geloven. Dat jou zonde je vergeven worden, dat God zegt: je bent mijn kind, Ik heb je lief weet je dat dat net zo onvoorstelbaar is! 3 Vanuit de maagdelijke geboorte van onze Redder kun je nog een andere lijn trekken. Als wij kinderen krijgen... of: als wij kinderen op de wereld zetten, dan is er nog iets anders heel vanzelfsprekend: dat die kinderen op ons lijken. Niet alleen van buiten, maar ook van binnen. Hebt u dat ook, dat je soms schrikt als je je eigen slechte eigenschappen herkent bij je kind? Wij weten niet beter: elk kind dat geboren wordt, is in het begin alleen maar lief en klein, maar voor je het in de gaten hebt, krijgen ze een eigen willetje en kunnen ze knap vervelend worden. Bijbels gezegd: vanaf het begin zit de zonde er al in. Ergens best frustrerend, toch. Een baby’tje ervaren wij als een nieuw begin, een belofte voor de toekomst. Maar je weet van tevoren: er zal ook bij dit kindje een heleboel fout gaan. Wij komen daar zelf niet uit. 4 Ook daarin in de wonderlijke komst van onze Redder een bemoedigend teken. God doorbrak de natuurlijke gang van zaken - een kind geboren uit een maagd. God doorbrak ook de doorgaande lijn van de zonde - een kind geboren zonder zonde! Dat was niet het automatische gevolg van die maagdelijke geboorte, alsof de zonde doorgegeven wordt via het zaad van de vader. Jezus was zonder zonde, omdat Hij de Zoon van God is. Als je het nauwkeurig wilt formuleren, dan zeggen we: er ontstond bij de bevruchting in Maria’s baarmoeder geen nieuwe persoon (zoals wel bij een normale bevruchting), maar de Persoon van de Zoon van God nam de menselijke natuur aan. Maar Hij bleef daarbij God, heilig, zonder zonde. Hij was dus niet zonder zonde dankzij die maagdelijke geboorte. Maar die geboorte was wel weer zo’n uitroepteken erbij. Gód doorbreekt de doorgaande lijn van de zonde. Dat mag ons bemoedigen. Dat geeft hoop. De lijn van de zonde gaat niet eindeloos door. De Heer breekt straks definitief die lijn af. Er komt een wereld zonder zonde. Jezus is van die wereld de eerste mens. Als eeuwige Zoon van God mag Hij die wereld-zonder-zonde binnengaan. En als u en jij gelooft in Hem (ik pak nog één keer Johannes 1 erbij), als u Hem in geloof aanneemt, dan geeft Hij u de macht, de bevoegdheid om ook zoon of dochter van God te worden. Als je in zijn naam gelooft. Als je uit God geboren bent. Zoon of dochter van God. Om met de grote Zoon van God straks die wereld-zonderzonde binnen te gaan. Onvoorstelbaar. Maar het komt. AMEN Liturgie votum, zegen openingslied Psalm 9: 1, 5, 6, 7, 8 gebed bijbellezing Matt.1:18-25 lied Lied 135: 2, 3 Onderwijs en verkondiging n.a.v. Zondag 14 amenlied Gezang 12: 3, 4, 5 en Gezang 11 Geloofsbelijdenis van Nicea belijdenislied Psalm 62: 3, 4 gebed collecte slotlied NG 46 zegen 5 6