Practicum krachten Zwaartekracht In deze proef ga je het verband tussen massa, valversnelling en gewicht ontdekken. Je hebt de volgende materialen nodig: - Weegschaal - 5 massa blokjes - Veerunsters Wat is de eenheid van massa? Wat is de eenheid van gewicht? (Kracht) Bepaal de massa van 1 blokje. Zet de weegschaal aan en controleer of deze 0 kg aangeeft. Weeg dan 1 blokje. Bepaal op dezelfde manier de massa van 2, 3, 4 en 5 blokjes. Bepaal met een veerunster de zwaartekracht op 1 blokje. Hang het blokje aan de veerunster en lees de kracht van het blokje op het unster af. Herhaal de proef met 2, 3, 4 en 5 blokjes. Kies indien nodig een ander veerunster. Blokjes 0 1 2 3 4 Massa [kg] Gewicht [N] g [m/s2] Maak een diagram waarin je op de x-as de massa zet en op de y-as de zwaartekracht. De formule om zwaartekracht te berekenen is Fz = m x g. Je kunt ook de valversnelling g uitrekenen. Maak de formule af: g= Bereken g met de meetgegevens uit deze proef. 5 Buiging Maak een opstelling met een statief, statiefklem en metalen draad zoals in de afbeelding. Zorg dat de draad horizontaal om het statief geklemd zit. Hang nu 1 blokje aan het uiteinde van de draad. Meet de doorbuiging. Herhaal de meting met 2, 3, 4 en 5 blokjes. Blokjes 0 1 2 3 Doorbuiging [cm] Maak een diagram waarin je het aantal blokjes uitzet tegen de doorbuiging. 4 5 Uitrekken Hang een elastiekje aan een statief. Meet de lengte van het elastiek. Rek nu het elastiek uit van 0 tot 20cm. Meet telkens de kracht met een veerunster. Maak een diagram waarin je de kracht uitzet tegen de lengte van het elastiek. Zet op de x-as de lengte en op de y-as de benodigde kracht. Lengte 0 2 4 6 8 10 12 14 Kracht [N] Kracht [N] Herhaal de proef met een ander elastiek. Gebruik hetzelfde assenstelsel. 16 18 20