Duplo-brokken door de klassendarm In twee bedrijven: eerst klassikaal als expertsysteem, dan in trio’s. Doel Het spijsverteringsproces incl. functie en ligging van organen, toevoeging en functie van sappen, resorptie van water en stoffen kunnen nadoen. Eerste bedrijf Nodig o Duploblokken o Doorzichtige plastic zak (grote pedaalemmerzak) o 2 kleine pedaalemmerzakken (kunnen evt. achterwege blijven) o 4 bekertjes met water o V-vormig gevouwen A4-vellen (120 grams) met aan twee kanten de volgende teksten: mond – slokdarm – maag – portier – 12-v.darm – dunne darm – dikke darm – anus Voorbereiding o Verdeel de klas in 7 groepjes via de genummerde hoofden methode. 1-2-3-4-5-6-7-1-2-3-4-5-6-71-2-3-4-5-6-7 o Schrijf op het bord de onderdelen bij de nummers. De groep die slokdarm heeft, moet als dubbelrol ook de anus zijn.(…) o Elk groepje leest dát deel uit het boek over de bouw van het spijsverteringskanaal dat bij het nummer hoort. (dus alléén het stuk over de maag, enz.) o Bouw terwijl leerlingen lezen de voedingsstoffen: Eiwit van één kleur blokjes met veel verschillende typen blokjes. Maak er één groot ‘molecuul’ van dat bestaat uit verschillende aminozuren. (= elk los blokje) Koolhydraat van één kleur blokjes, maar dan alleen 2x4 kruislings bevestigd of 2x2 op elkaar. Dat is zetmeel, bestaand uit allemaal glucoses. Vet van één staaf van 2x8 (of 2 van 2x4 achter elkaar) (= glycerol) met daar dwars op drie blokjes van verschillende lengte en in een andere kleur (=vetzuren) o Vul 4 bekertjes met water. o In de gang of in het midden van het lokaal zet je de kaartjes in een rij, met een meter tussenruimte. Uitvoering Leerlingen gaan aan weerszijden van de kaartjes staan en vormen zo met hun lichamen een ‘darmkanaal’, met namen van de onderdelen op de vloer ertussen. Vraag nu welke organen sappen afgeven. Die krijgen een bekertje water. (mond, maag, 12-v.darm, dunne darm.) Toon de verschillende voedingsstoffen, leg uit hoe ze zijn opgebouwd en doe ze in de plastic zak. Dat is het voedingsmiddel. Voeg ook wat zwarte blokjes o.i.d. toe (onverteerbaar) en witte (bacteriën). Dan gaat het naar de mond. Telkens leggen leerlingen uit wat er in hun ‘orgaan’ gebeurt. Bijv. in mond kauwen – (is lastig; zak wat schudden…) door amylase in spuug (beker water in de zak!) van koolhydraat telkens setjes van twee blokjes afhalen: maltose. In de dunne darm moeten alle stoffen in hun basale bestanddelen zijn gesplitst, en die worden buiten de rij gelegd = opname in het bloed. In de dikke darm wordt het water zoveel mogelijk uit de zak gehaald (=resorptie) en dan blijven er nog wat restjes achter die de anus uitgaan. En verder Naderhand moeten ze alles lezen over de spijsverteringsorganen en je kunt ze de volgende les nog met kleine Lego laten werken op een A3 met de organen getekend. Of: teken het nu eens goed, met functies en vormen. Tweede bedrijf Nodig o Kleine lego-blokjes o Vellen A3 o Theorieboek hoofdstuk voeding en vertering o Biodata/Binas Voorbereiding Laat in boek lezen over de moleculaire bouw van voedingsstoffen en de vertering; vergelijk met Binas/Biodata. Opdracht Teken op het vel een schema van het spijsverteringskanaal, waarbij de diameter overal minstens 7 cm moet zijn. Maak wat kronkels om voldoende lengte te hebben. Bouw van Lego grote moleculen die bestaan uit kleinere onderdelen. Bouw van één kleur een eiwit. Neem je allemaal dezelfde blokjes of verschillende? Bouw van een andere kleur een koolhydraat zoals zetmeel. Neem je allemaal dezelfde blokjes of verschillende? Bouw van ongebruikte kleuren een vetmolecuul (een drietje met zijtakken.) Voeg nog wat bacteriën toe. Schuif deze voedingsstoffen en bacteriën door het darmkanaal en geef bij elk onderdeel aan wat er daar mee gebeurt. Waar wordt vocht toegevoegd? Waar gaat alles heen?