Dalton - School B

advertisement
Daltonboek
School B
“wie wil die kan”
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Daltononderwijs
3. De Dalton-ontwikkeling v.a. 2000
4. Ontwikkeling komende jaren
5. School B in activiteiten in de Regio
6. Dalton coördinator
7. Dalton en WMK
8. Verantwoordelijkheid
9. Zelfstandigheid
10. Samenwerking
11. De weektaak
12. Uitgestelde aandacht
13. Dalton en Passend onderwijs
14. Dalton en bewegingsonderwijs
15. Dalton, PR en communicatie
16. Bijlagen –taakbrieven/ontwikkelingslijnen/directe instr.model/
samenvatting indicatorenlijst team/ouders
Daltonboek School B 2010
blz. 3
blz. 4
blz. 7
blz. 8
blz. 14
blz. 15
blz. 16
blz. 18
blz. 19
blz. 21
blz. 24
blz. 27
blz. 28
blz. 28
blz. 29
blz. 30 e.v.
2
1. Inleiding
Voor u ligt ons daltonboek. Een
boek waarin wij uitleg geven over
de uitgangspunten van het
daltononderwijs,
Een boek waarin onze
ontwikkelingen worden beschreven
en waarin we een praktisch
overzicht geven van onze
daltonwerkwijze. Aan de hand van
foto’s kunt u zien waar kinderen
mee bezig zijn, wat er in de
verschillende groepen gebeurt en
hoe de doorgaande lijn bij ons
op school er uitziet. Op deze wijze
krijgt de lezer een goed beeld hoe
wij invulling geven aan dalton.
Daarnaast besteden we aandacht
aan onze verantwoordelijkheid
t.a.v. onze regio.
Tevens staat beschreven hoe we
de komende jaren het
daltononderwijs verder vorm willen
gaan geven. We willen ons blijven
ontwikkelen.
Na de visitatie van de NDV
(Nederlandse daltonvereniging) zal
dit daltonplan op basis van
aanbevelingen van de
visitatiecommissie worden
bijgesteld.
Dit daltonboek is geschreven voor:
-sollicitanten, collegea, nieuwe
leerkrachten en stagiaires
-ouders (MR), die zich willen
verdiepen in de werkwijze en
achtergronden van ons
daltononderwijs
-het schoolbestuur
-de visitatiecommissie van de
Nederlandse Dalton Commissie. Zij
beoordeelt elke 5 jaar de kwaliteit
van ons daltononderwijs (externe
kwaliteitsbewaking)
En niet in de laatste plaats is het
een leidraad voor alle leerkrachten,
die dagelijks in de praktijk brengen
wat hier wordt beschreven.
Het is een borgingsdocument, dat
verworven inzichten en werkwijzen
vastlegt voor een langere periode.
Wij wensen u veel leesplezier met
ons daltonboek.
School B
De naam van onze school komt uit
het verleden. In de 19e eeuw waren
er in Steenwijk o.a. de Walschool en
de Armenschool. Onze school werd
de Walschool genoemd, omdat
deze op de oude stadswal was
gebouwd. De school stond toen
aan de Kornputsingel. Om van
deze benamingen verlost te
worden, werden later de scholen
aangeduid met letters. Zo
ontstonden School A, School B en
school C.
Sinds 2007 zijn we tijdelijk gehuisvest
in het voormalig Drenthe College.
We hopen in het najaar van 2010
naar onze nieuwe school te
verhuizen.
Onze school telt momenteel zo’n
300 kinderen, verdeeld over 13
groepen. Er werken 21
leerkrachten, waaronder 2 RT’ers,
een I.B’er, een adjunct en een
directeur.
Daltonboek School B 2010
3
Op de website
www.schoolbdalton.nl kunt u
informatie vinden over de school,
de laatste nieuwsbrieven en foto’s
van activiteiten met de kinderen.
2. Daltononderwijs
Helen
Parkhurst
Daltonpedagogiek is gebaseerd op
de ideeën van de Amerikaanse
pedagoge Helen Parkhurst (18861973). Als schoolkind had ze het
moeilijk en demotiverend
gevonden om alsmaar stil te zitten,
alsmaar te luisteren, te oefenen en
te herhalen. Het had haar
leergierigheid getemperd,
constateerde ze. Eenmaal zelf
lerares op een basisschool, in 1905,
wilde ze het anders doen. Dat
moest ook wel: het bleek
onmogelijk om op een
eenmansschooltje volgens de
voorgeschreven methodes
klassikaal les te geven. Het was een
klas met zo'n veertig leerlingen van
verschillende leeftijden en niveaus!
Parkhurst kwam met een simpele
en ingenieuze oplossing: zij zette de
voorgeschreven bepalingen van
het lesrooster en de leerstof
overboord en vroeg de kinderen
zélf te kiezen uit de aangeboden
leerstof, eigen leerprogramma's te
maken. Leerling en leerkracht
gingen als het ware een
samenwerkingsverband aan,
waarbij de leerling zich verplichtte
het zelf gekozen leerdoel binnen
een bepaalde tijd te bereiken. De
leerkracht beloofde te helpen,
indien nodig.
Van 1913 tot 1915 werkte Parkhurst
aan de theoretische onderbouwing
van haar onderwijskundige visie. In
die jaren werkte ze in Italië samen
met de beroemde pedagoge
Maria Montessori. Terug in de
Verenigde Staten bracht zij haar
uitgewerkte ideeën verder in de
praktijk. Rond 1918 kwam ze in
contact met de zeer welgestelde
familie Crane uit de stad Dalton
(Massachusetts). Ze gaf daar één
jaar les aan de dochter des huizes
en probeerde haar ideeën te
introduceren op de plaatselijke
High School. Toen dat niet lukte,
vertrok ze naar New York. Met
financiële steun van de familie
Crane opende ze daar in 1919 The
Childrens's University School. Deze
werd in 1920 omgedoopt tot The
Dalton School, naar de woonplaats
van haar geldschieters. De school
bestaat tot op de dag van
vandaag.
In 1922 zette Parkhurst haar
pedagogiek uiteen in het boek
'Education on the Dalton Plan',
waarin zij haar drie principes:
vrijheid in gebondenheid ('freedom'
in tegenstelling tot 'liberty'),
zelfstandigheid en samenwerken
preciseerde. Ook legde ze uit hoe
leren door instructie in evenwicht
kon zijn met actief probleem
oplossend leren. Parkhurst gaf in
Daltonboek School B 2010
4
haar boek geen toelichting op
haar drie pedagogische
uitgangspunten. Voor haar was het
klip en klaar dat onderwijs alleen
via principes vrijheid in
gebondenheid, zelfstandigheid en
samenwerking de natuurlijke groei
van de persoonlijke weerbaarheid
van kinderen kan bevorderen, wat
nodig is om een eigen leven te
leiden.
Voor Parkhurst was er geen
scheiding tussen onderwijs en
opvoeding, kennis- en
cultuuroverdracht, en tussen
karakter- of gewetensvorming.
Haar stond een school voor ogen
waar kinderen leren terwijl ze in hun
waarde worden gelaten, door hen
verantwoordelijk te laten zijn voor
het eigen leerproces. Het ging
Parkhurst om zowel intellectuele
vorming als om de ontwikkeling van
het karakter en ontwikkeling van
eigenschappen die een mens
nodig heeft als lid van de
samenleving. Door de kinderen op
school waardevolle ervaringen te
laten opdoen kan men hen op de
samenleving voorbereiden,
meende ze.
Parkhurst onderkende het
spanningsveld tussen de
maatschappelijke functie van de
school en de opdracht het individu
te ontwikkelen. Zij zag het als een
pedagogische randvoorwaarde
dat kinderen van jongs af aan
kunnen ervaren dat vrij zijn,
zelfstandig zijn en samenwerken
begrensd worden door de eigen
capaciteiten èn door de groep. De
school diende rekening te houden
met en respect te hebben voor
kennis en vaardigheden die de
leerlingen buiten school opdeden.
Parkhurst's daltonschool vond
navolging in de Verenigde Staten
en Europa. Al snel werden er
daltonscholen opgericht in
Engeland. In Nederland werd in
1928 de eerste daltonschool
gesticht. Het tegenwoordige
daltononderwijs baseert zich nog
steeds op de ideeën van Parkhurst.
Op dit moment is Dalton de snelst
groeiende vernieuwingsschool in
Nederland. De uitgangspunten
spreken een groot aantal scholen
erg aan.
De uitgangspunten:
Vrijheid in gebondenheid
Grenzen stellen
Op een daltonschool leren
kinderen door zelfstandig kennis en
ervaring op te doen. Vrijheid is
noodzakelijk om eigen keuzes te
kunnen maken, eigen wegen te
vinden. Maar vrijheid betekent niet
dat alles zomaar kan en mag. 'De
ideale vrijheid is geen
vrijblijvendheid en nog minder is het
ongedisciplineerdheid. Het kind dat
maar doet waar het zin in heeft, is
niet vrij. Integendeel, het wordt een
slaaf van slechte gewoontes,
egoïstisch en ongeschikt voor een
leven met anderen', zei pedagoge
Helen Parkhurst al in 1922. Parkhurst
is de grondlegster van het
daltononderwijs. De docent biedt
iedere leerling structuur om vrijheid
binnen grenzen te kunnen leren
hanteren.
Daltonboek School B 2010
5
Verantwoordelijkheid leren
Vrijheid betekent in het
daltononderwijs: kunnen omgaan
met verantwoordelijkheid.
Uitgangspunt is het vertrouwen in
de eigen kracht van ieder kind.
Leerkracht en leerling maken
samen afspraken over de leerstof.
De leerling schat zelf in wat het
nodig heeft om een taak te kunnen
doen en in hoeveel tijd. Achteraf
legt het verantwoording af aan de
leerkracht.
Stap voor stap
Het leren omgaan met vrijheid gaat
stap voor stap. Bij kleuters gaat het
om kleine, overzichtelijke
keuzetaken die ze zelfstandig
uitvoeren. Naarmate kinderen en
jongeren zich verder ontwikkelen,
worden taken omvangrijker en
complexer. Net als op alle scholen
wordt de inhoud van de leerstof
grotendeels bepaald door de
richtlijnen van de overheid,
samenleving, schoolplan en
dergelijke.
Zelfstandigheid
Zelfstandige mensen
Het daltononderwijs wil kinderen
vormen tot volwassenen die
zelfstandig kunnen denken en
handelen. Daarvoor is nodig dat
kinderen en jongeren leren hoe je
informatie vergaart, hoe je zaken
op waarde kunt schatten en hoe je
keuzes maakt. Daarin zal ieder
mens verschillen, en daar houdt het
daltononderwijs rekening mee.
Zelfstandig werken
Ieder kind en iedere jongere heeft
recht op optimale kansen om
zichzelf te ontwikkelen. Daarom
wordt op daltonscholen veel
zelfstandig gewerkt. De leerkracht
onderzoekt steeds wat ieder nodig
heeft om iets specifieks te kunnen
leren. Zijn rol is het begeleiden en
coachen van iedere leerling, het
initiatief blijft zoveel mogelijk bij de
leerling.
Samenwerking
Respect voor de ander
Om later als volwassene te kunnen
deelnemen aan de samenleving
moet je leren samenwerken. Ook
met mensen die je niet zelf kiest.
Daarom wordt op daltonscholen
veel aandacht besteed aan het
spelen en werken in groepjes.
Meestal gaat het om leerlingen uit
dezelfde klas die samen een
opdracht uitvoeren, maar ook
gebeurt het dat leerlingen van
verschillende leeftijden
samenwerken. Al doende leren ze
te luisteren naar elkaar en respect
te hebben voor elkaar. Ieder mens
is immers verantwoordelijk voor
zichzelf en voor zijn omgeving.
De meerwaarde van Dalton
Optimale ontwikkelingskansen
De vraag:” Wat heeft deze leerling
nodig om te leren lezen, schrijven,
een werkstuk te maken, sociaal
vaardiger te worden…? “ Is het
uitgangspunt van Dalton. Steeds
opnieuw onderzoekt de docent
wat een individuele leerling nodig
heeft om verder te komen in zijn
ontwikkeling. De docent schept de
voorwaarden zodat iedere leerling
zich kan ontplooien.
In het basis- en voortgezet
onderwijs is de Daltonpedagogiek
Daltonboek School B 2010
6
te herkennen in de volgende
aspecten:





er zijn verschillende vormen
van zelfstandig werken
de leerkracht gaat uit van
het eigen vermogen van de
leerling tot leren, wat onder
andere blijkt uit keuzevrijheid
op een moment van de dag
de inrichting van de ruimte
maakt zelfstandig werken en
samenwerken mogelijk
de leerlingen kijken de
oefenstof zoveel mogelijk zelf
na
en specifiek voor het
basisonderwijs: er wordt
gewerkt met
takenbord/taakblad en
dagkleuren.
Rol van de leerkracht
In de Daltonpedagogiek is de rol
van de leerkracht meer coachend
en begeleidend en minder gericht
op kennisoverdracht. Deze
taakopvatting vloeit voort uit het
mensbeeld dat ten grondslag ligt
aan Dalton.
Mensbeeld
Dalton gaat uit van het gegeven
dat ieder mens in staat is tot het
dragen van verantwoordelijkheid
voor zichzelf en voor zijn omgeving.
Dit is een voorwaarde om goed te
kunnen functioneren in een
democratische samenleving.
Volgens de Daltonpedagogiek zijn
kinderen in principe in staat om
verantwoordelijkheid te dragen,
bijvoorbeeld voor hun eigen
ontwikkeling. Dat gebeurt stap voor
stap, met heldere afspraken tussen
leerkracht en individuele leerling.
De leerkracht biedt veiligheid en
structuur; een
klimaat dat de
leerling uitdaagt
tot leren.
Daardoor krijgt deze de ruimte om
zich persoonlijk, sociaal en
cognitiefte ontwikkelen.
3. De Dalton-ontwikkeling vanaf
2000 op School B
De afgelopen jaren hebben we
niet stilgezeten. Dalton blijft in
ontwikkeling en door de structurele
(regio)bijeenkomsten, bij-en
nascholing, blijven er nieuwe
dingen op ons afkomen.
Nadat de school het
Daltonpredikaat in 2000 gekregen
had (en ook na de visitatie in 2005),
waren er een aantal
aandachtspunten.
Zo werd er geadviseerd om, voor
de kinderen, inzichtelijk te maken
wanneer en hoeveel taaktijd er
voor die dag gepland is (de netto
beschikbare taaktijd). De kinderen
moeten weten wanneer de
instructie plaatsvindt. Zo kunnen de
kinderen beter inzicht krijgen in de
weektaak en kunnen ze ook
daadwerkelijk leren plannen.
We hebben dus in alle groepen
een weekoverzicht in gebruik
genomen. Op dit weekoverzicht
kunnen de kinderen zien wanneer
de instructie gepland is en wanneer
er bijzondere activiteiten zijn, waar
zij bij hun planning rekening mee
moeten houden.
Bij de kleuters wordt gebruik
gemaakt van een weekoverzicht
met een dagritme. Daarnaast is er
een planbord voor de weektaken
en een keuzetakenbord.
Verder werd er opgemerkt dat er
meer structuur aangebracht zou
Daltonboek School B 2010
7
kunnen worden in het keuzewerk.
Keuzewerk is toen opgenomen in
de taakbrief. In een later stadium
hebben we een start gemaakt met
het maken van een keuzekast
waarin de meervoudige
intelligenties aan bod komen, om
de leerlingen nog meer te kunnen
bieden. In de nieuwe school, die in
het najaar van 2010 in gebruik
genomen zal worden, wordt hier
een aparte plek voor gecreëerd.
Het gebruik van een instructietafel
is geadviseerd en ingevoerd.
Evenals een gedifferentieerde
taakbrief.
We zijn toen vrij snel gestart met het
maatjeswerk. Kinderen leren op
deze manier met alle kinderen
samen te werken.
We hebben een rapport
ontwikkeld, waarin we de
daltonaspecten kunnen
beoordelen en we ruimte geven
voor eigen inbreng van de
leerlingen (reflectie) en zelf
gemaakte werkjes.
We hebben, met het hele team, de
opleiding coöperatief leren
gevolgd en afgerond.
De groepen 7 en 8 worden al enige
jaren ingezet bij het tutorlezen met
de groepen 3 en 4.
Ook een advies van de
visitatiecommissie: “ de school
moet iets met ontwikkelingslijnen“
( zie bijlage)
4.Ontwikkeling komende jaren:
Scholing
Naast het reguliere visitatietraject
wordt er van iedere school
verwacht dat zij de collega’s
verplichten om de cursus voor het
certificaat Daltonleerkracht te
volgen.
Op onze school zijn op dit moment
18 van de 21 groepsleerkrachten in
het bezit van dit certificaat. In het
schooljaar 2009-2010 volgen twee
leerkrachten de nieuwe tweejarige
cursus.
Al voor het 3e jaar in successie
volgen onze directeur en
Daltoncoördinator een
tweedaagse managementcursus
met collega’s uit heel Nederland.
Deze bijeenkomsten vinden plaats
in Zwartsluis en zijn erg boeiend om
te volgen. Niet alleen door de
waardevolle contacten die
opgedaan worden, maar vooral
ook door de thema’s die op deze
dagen gepresenteerd worden
zoals:
 inspirerend en dienstbaar
leiderschap
 vorm en inhoud van Dalton
op school
 kwaliteitsbewaking en
instrumenten
 projectmanagement
 rapportage op
Daltonscholen
 plaats directie in
Daltonscholen
 Dalton en PR
Afgelopen najaar hebben we een
1-daagse ‘opfriscursus’ gevolgd en
hieruit kwamen de volgende
conclusies, waar we ons op zullen
gaan richten de komende periode:
-de effectieve beschikbare tijd voor
zelfstandig werken moet omhoog
Daltonboek School B 2010
8
-de hoeveelheid tijd die besteed
wordt aan klassikale instructie moet
omlaag
-er kan veel meer gedifferentieerd
worden
-hoe kunnen we (meer) toe naar
zelfstandig leren (met name in de
bovenbouw)?
-hoe kunnen we de kinderen meer
verantwoordelijkheid geven?
Collegiale consultatie
Binnen de regio worden gemiddeld
3x per jaar, bijeenkomsten
georganiseerd waarbij de
Daltoncoördinatoren elkaar
informeren over hun expertise en
elkaar ook consulteren.
Daarnaast is er nog een
bijeenkomst met de coördinatoren
en directeuren.
Regelmatig kijken we binnen op
een andere school, om bv. de
meervoudige keuzekasten te
komen bekijken of het te hebben
over reflectie. Soms komen de
coördinatoren op een school
specifiek onderwerp bekijken, zoals
bij ons vorig jaar het ‘coöperatief
leren’ en ‘de veiligheid in de klas ‘
bekeken is.
Het is ‘halen en brengen’.
Deze contacten worden als zeer
zinvol ervaren.
Ontwikkelpunt: op welke manier
kan het hele team bij de
‘opbrengsten’ van deze
bijeenkomsten betrokken worden?
Dit schooljaar nog, komt er een
‘werkgroep dalton’ met als doel de
daltoncoordinator te ondersteunen
en dalton nog meer draagvlak te
geven binnen onze school.
Sinds een aantal jaren zijn de
techniektorens bij ons op school in
gebruik.
Kinderen werken structureel en in
groepjes aan de
techniekopdrachten, waarbij de
Daltonaspecten veel aan bod
komen. In maart 2010 hebben we
een ‘trots op techniek’ project bij
ons op school gehad, waarbij de
hele week in alle groepen
structureel aan techniek gewerkt
werd.
Ook zijn alle groepen op excursie
geweest naar een
(technisch)bedrijf uit de directe
omgeving van de school. De week
is afgesloten met een succesvolle
open dag, waarbij ouders en
andere belangstellenden een kijkje
konden nemen bij ons op school.
Ontwikkelpunt; het wordt de
uitdaging om techniek te
integreren in het daltononderwijs,
als onderdeel van het taakwerk.
Op welke manier gaan we dit
vormgeven?
De 3e jaars studenten van dit
schooljaar gaan de mogelijkheden
voor ons onderzoeken als
‘onderzoeksopdracht’ vanuit de
opleiding.
Dalton en techniek
Dalton en handvaardigheid
Daltonboek School B 2010
9
In de bovenbouwgroepen wordt
gewerkt met een
handvaardigheidcircuit. We
hebben er dit schooljaar voor
gekozen om de leerkrachten te
laten rouleren; iedere 4 weken
wordt van groep gewisseld en krijgt
de groep een andere techniek
aangeboden.
In de overige groepen is er
handvaardigheid in de eigen
groep en hebben de kinderen de
(keuze) vrijheid in het (beperkt)
kiezen van een activiteit.
Ontwikkelpunt; hoe geven we de
creatieve vakken binnen ons
onderwijs een vaste plek en hoe
laten we de kinderen meer
meedenken in de mogelijkheden
en onderwerpen?
Dalton en rapport
We werken al 5 jaar met een
‘Daltonrapport’; een rapport waar
de leerkrachten inzichtelijk de
voortgang van de kinderen kunnen
noteren en waarbij de leerling ook
een eigen inbreng heeft. Zo kan de
leerling zichzelf beoordelen op de
daltonaspecten. Tevens reflecteert
het op zijn eigen werk en kijkt
vooruit.
We werken steeds meer toe naar
een portfolio; de kinderen kiezen
ook een werkje om bij te voegen
waar ze zelf heel trots op zijn.
Bij ieder rapport worden er een
aantal werkbladen bijgevoegd;
een tekening, verhaal,
schrijfopdracht, etc.
Het rapport
(inhoud/meetinstrumenten/layout)
wordt tussentijds regelmatig
aangepast, zodat het niet statisch
wordt, maar aangepast wordt aan
de wensen van dat moment.
2x per jaar gaat het rapport mee,
tussendoor wordt er een ‘zo heb ik
gewerkt boekje’ meegegeven met
werkjes over de afgelopen periode.
Ouders wordt 4x de gelegenheid
geboden met de leerkracht te
praten over de vorderingen van
hun kinderen.
Ontwikkelpunt: hoe werken we toe
naar een portfolio?
Keuzetaken en meervoudige
intelligentie
Op het
moment
dat de
kinderen
‘klaar’ zijn
met hun
taak, of
denken
dat ze
daar tijd
voor hebben, mogen ze wat kiezen
van het keuzebord.
Van te voren wordt er een afspraak
gemaakt over de tijd die ze eraan
gaan besteden (bv. 15 min.).
Daarna gaan ze verder met (extra)
werk van hun taakbrief.
Op het keuzebord staan
activiteiten die motiverend en
leerzaam zijn voor de kinderen, bv
een spel, pico picolo, set, etc.
De keuze kan regelmatig
veranderd/aangevuld worden.
De afspraak is ook dat alle kinderen
minstens 1 keer per week de
gelegenheid krijgen iets van het
keuzebord te kiezen.
In de kleutergroepen mogen de
kinderen tijdens het speelwerkuur 3x
van activiteit wisselen.
Vanaf het schooljaar 2008-2009
kunnen de kinderen ook gebruik
maken van een keuzekast,
gebaseerd op meervoudige
Daltonboek School B 2010
10
intelligentie. De keuzekast bevat
werkvormen (bevat) die aan de
interesse en belangstelling van de
kinderen tegemoet komen.
Kinderen zijn verschillend en
nemen op verschillende manieren
informatie in zich op.
Er zijn verschillende leerstijlen te
onderscheiden.
Het ene kind leert makkelijker door
dingen te doen, te ervaren. Een
ander kind neemt beter informatie
op door te zien en weer een ander
leest het eerst liever.
Daarnaast is er sprake van het
verschil in belangstelling. Het ene
kind heeft grote affiniteit met de
natuur, een ander met muziek.
Door het toepassen van
opdrachten geënt op
meervoudige intelligentie kun je
inspelen op de talenten van de
leerlingen en zo de leerprestaties
en werkplezier vergroten.
De kinderen krijgen zo de kans hun
sterke kanten te benutten en
minder sterke kanten verder te
ontwikkelen.
Door het toepassen van
uitgekiende werkvormen
(didactische structuren) kan
Meervoudige Intelligentie
geïntegreerd worden in het
onderwijs.
Op school B hebben we een
Meervoudige Intelligentie keuzekast
ontwikkeld.
Er zijn 3 (verrijdbare) kastjes
gemaakt, met laatjes die gevuld
zijn met opdrachten die tegemoet
komen aan de intelligenties.
Deze opdrachten zijn bedoeld als
keuzewerk.
Momenteel rouleren de kastjes
langs de groepen; alle groepen
maken er op zo kennis mee.
Het plan is om, in de nieuwe school,
een ruimte te creëren waarin de
materialen staan en de leerlingen
daar te laten kiezen.
De uiteindelijke vorm is nu nog niet
bekend.
De te onderscheiden intelligenties
zijn:
-Verbaal linguïstisch; de talige
intelligentie. Het kind gebruikt de
taal als middel om de wereld te
begrijpen. Het gaat hier om
kinderen die altijd om uitleg
vragen, die alles willen horen en
zelf onder woorden willen brengen,
die alles lezen wat los en vast zit,
enz.
(woordvoerder, journalist)
-Logisch mathematisch; wordt
gekenmerkt door het gebruik van
analytische, logische en ik elk geval
geordende stapjes in de
denkstructuur. Deze kinderen willen
altijd het naadje van de kous
weten en die je dat het best ook
Daltonboek School B 2010
11
heel geordend en systematisch
kunt vertellen voordat ze het echt
goed (kunnen) begrijpen. Het
begrip zou als het ware ‘gefileerd’
moeten worden om begrepen te
worden.
(wetenschapper, wiskundige)
-Muzikaal ritmisch; heeft niet zozeer
met goed kunnen zingen te maken,
maar met het aanvoelen en
onderkennen van de
onderliggende patronen als maat,
ritme en herhaling. In de muziek
komt dat natuurlijk heel vaak tot
uiting. In allerlei andere, dagelijkse
bezigheden in de klas gaat het ook
vaak om herhaling, om vaste ritmes
en regelmaat van een handeling of
oplossingspatroon. Als daar actief
gebruik van wordt gemaakt, dan
kan dat een eye opener worden
voor het begrip.
(componist, pianist)
-Visueel ruimtelijk; kenmerkt zich
doordat het kind zich de zaken
ruimtelijk (of in beelden) moet
kunnen voorstellen. Het kind moet
iets als het ware kunnen zien om te
kunnen begrijpen wat je vraagt of
wat je met iets bedoelt. Het beeld is
waar het op dat moment om
draait.
(navigator, beeldhouwer)
-Intrapersoonlijk; hierbij gaat het
om de vaardigheid om na te
kunnen denken over het eigen
handelen, zelfreflectie toe te
passen, om daar van te leren.
(filosoof, goeroe)
-Interpersoonlijk; dit wil zeggen:
gericht op elkaar. Hierbij gaat het
over de vaardigheid te leren van
en met elkaar. De reactie van de
ander is van invloed op de eigen
ontwikkeling.
(adviseur, verkoper)
-Lichamelijk kinestetisch; wordt
duidelijk zichtbaar als we ons
kinderen voorstellen die altijd alles
in de handen moeten hebben, die
alles voor het goede begrip
moeten kunnen manipuleren. De
doeners dus. Sommige kinderen
zien het dan in een keer, terwijl
andere kinderen kunnen nalezen of
uitgelegd kunnen krijgen hoe iets in
elkaar steekt.
(atleet, danser)
-Naturalistisch; het kenmerkende
hiervan is de vaardigheid om
grotere verbanden of
samenhangen te (kunnen) zien.
Vaak wordt dat met name
gerelateerd aan de natuur;
betrokkenheid. Tegelijkertijd
ontdekken we in die aanleg vaak
een sterke neiging om te kunnen
ordenen, om verbanden te zien en
samenhangen te kunnen
aanwijzen.
(tuinman, bioloog)
ontwikkelpunt: hoe gaan we de
meervoudige intelligenties straks
vorm geven binnen onze nieuwe
school?
Reflecteren
Reflectie is een belangrijke
competentie en een veel gebruikte
term. Er zijn veel verschillende
definities van; bij de meeste draait
het om het terugkijken op eigen
ervaringen om daarvan te kunnen
leren.
Door te reflecteren:
- vergroot je je zelfkennis
Daltonboek School B 2010
12
-ben je je bewust van de
emoties die in bepaalde
situaties bij jou een rol
spelen
- -krijg je inzicht in hoe je
daarnaar handelt
- -reflecteren is een manier
van leren.
Reflecteren is niet hetzelfde als
evalueren. Het gaat om het
steeds terugkijken op, en jezelf
vragen stellen over hoe jij aan
het werk bent en wat daar de
achtergronden van zijn.
Het gaat er niet zozeer om of je
het werk wel of niet goed
gedaan hebt. Dat is evalueren.
Wanneer we met de kinderen
gaan reflecteren, moeten we
goed voor ogen houden dat er
een verschil is tussen vorm en
inhoud.
-
Inhoud:
-interpersoonlijke reflectie (op
het gebied van samenwerking,
relatie; hoe ging het
maatjeswerk deze week?)
-intrapersoonlijke reflectie
(reflectie op het zelfbeeld,
zelfsturing- wat ging goed deze
week met de taakbrief?)
-procesreflectie (reflectie op
het doorlopen van
handelingen, gebeurtenissenheb ik gebruik gemaakt van
hulpbronnen?)
-productreflectie(reflectie op
het gemaakte product-hoe
waren de resultaten?)
vorm:
*kringgesprek
*toneelstuk
*poppenkast
*werkbladen
*reflectiekaarten
*tweegesprek
*invulformulier
Op school B reflecteren we met
de kinderen op verschillende
manieren en op verschillende
momenten in de week.
Aan het begin van de
week(taak) wordt er met de
kinderen (individueel of
klassikaal) in gr. 3 t/m 8
besproken wat hun persoonlijke
doel is voor die week: waar
gaan ze extra aan denken deze
week?
Dit doel formuleren ze in hun
eigen woorden op de taakbrief.
Op deze manier worden de
kinderen de hele week aan hun
persoonlijke doel herinnerd.
Aan het eind van de week
wordt er besproken of het
geformuleerde doel behaald is.
De kinderen reflecteren ook
inhoudelijk op hun zelf
gemaakte en gecorrigeerde
werk. D.m.v. een smiley laten ze
zien hoe ze zelf vinden hoe ze
gewerkt hebben.
In de kleutergroepen wordt er
met de kinderen besproken
waar deze week extra op gelet
wordt bij de weektaken.
Daltonboek School B 2010
13
Er wordt elke keer een andere
vraag gesteld, bv. vond je het
makkelijk/niet makkelijk, vond je
het leuk/niet zo leuk.
De kinderen geven met een smiley
op de aftekenlijst aan, wat hun
eigen mening daarover was.
Er wordt ook gereflecteerd op
gedrag.
Elke maand staat er een afspraak
centraal door de hele school.
Deze afspraak staat op de
taakbrief en hangt in de
kleutergroepen zichtbaar in de klas.
Tussentijds wordt deze afspraak
besproken.
Ontwikkelpunt: op welke manier
kunnen we het reflecteren nog
beter vorm geven bij ons op school
en van welke vormen gaan we
gebruik maken?
Het voorstel is om volgend jaar
gebruik te gaan maken van
‘reflectiekaartjes’ waarmee de
leerkracht (of kinderen onderling)
elkaar vragen kunnen stellen over
het gemaakte werk of het proces.
5. School B in activiteiten in de
Regio
Onze school maakt sinds 2003 deel
uit van het netwerk Dalton Regio
Groot Zwolle.
Op dit moment maken meer dan
20 scholen deel uit van ons
netwerk. Een aantal scholen (
Dalton in oprichting) wordt
geïnformeerd over de
ontwikkelingen.
Ons netwerk beschikt over een
huishoudelijk reglement en een
concept beleidsplan.
Sinds april 2010 is de website
www.daltonregiogrootzwolle.nl
actief, waarop veel informatie te
vinden is over de daltonscholen in
onze regio.
Beleidsmatig zijn de afgelopen
schooljaren de volgende zaken
aan de orde geweest:
Schooljaar 2006-2007
Kwaliteitszorg
Taken Daltoncoördinator
scholing
Schooljaar 2007-2008
Kwaliteitszorg
Keuzewerk en meervoudige
intelligentie
Dalton klassenmappen
Schooljaar 2008-2009
Dalton en de schoolgids /
schoolplan
Ontwikkelingslijnen (
studiedag)
Maatjesscholen
Coöperatief leren
Taakwerk
Beleidsplan NDV
Schooljaar 2009-2010
Nieuw huishoudelijk
reglement
Nieuw regiobeleidsplan
Ontwikkeling website
Kieskast
Reflecteren
PR en contacten
Daltonboek School B 2010
14
-
Intervisie
-
Netwerkbijeenkomsten:
Jaarlijks zijn er drie bijeenkomsten
voor directies en drie
bijeenkomsten voor
Daltoncoördinatoren. Directies
praten over beleidsmatige zaken
en coördinatoren zijn vooral
inhoudelijk bezig. Lilian Leferink van
de IJsselgroep in Zwolle is
inhoudelijk coördinator.
Ambities:
Op de jaarlijkse studiedag van de
regio hebben directeuren en
daltoncoördinatoren gezamenlijk
uitspraken gedaan over de
toekomst van de regio.
De onderstaande thema’s zijn aan
de orde geweest:
Welke ambitie heeft onze regio?
 Welke behoeftes hebben wij
en willen wij in de regio
vervullen?
 Hoe gaan we om met de
facilitering van het bestuur?
 Wat moet er in ons regio
reglement geregeld worden?
 Facilitering
Daltoncoördinator
De regio wil zich meer profileren als
regio. Dit gaan we doen door:
-
-
Aandacht in de pers voor
de regio.
In contact met andere
instellingen bekendheid
geven aan
daltononderwijs
Zorgen dat de kwaliteit
op Daltonscholen hoog
blijft.
-
-
Te onderzoeken hoe
daltonkinderen op
langere termijn presteren.
Een eigen school voor VO
oprichten in de regio.
Een regionale
daltondag/daltonactivitei
tendag/ontmoetingsdag
voor alle leerkrachten.
Opzetten van een eigen
regiowebsite.
Vademecum:
Iedere school presenteert zich
middels een vademecum, dat
jaarlijks wordt bijgesteld. Op deze
wijze leer je een collega-school
kennen en weet je waar zij zich in
willen ontwikkelen.
Het ligt in de lijn van de
verwachting dat een nieuwe
website een belangrijke rol gaat
spelen als het gaat om:
elkaar goed te leren
kennen
ontwikkeling van de
scholen
maatjesscholen
6. Daltoncoördinator
Onze Daltoncoördinator is Nancy
Hoekstra. Zij is gefaciliteerd voor 2
uur per week voor de volgende
taken:
teamleden coachen,
ondersteunen en begeleiden
bij het invoeren en toepassen
van Dalton in hun specifieke
klassensituatie
dalton aan de orde stellen
bij bouwvergaderingen en
plenaire teamvergaderingen.
Ook bij MR –vergaderingen
informatie geven over de
daltonontwikkeling op
school.
Daltonboek School B 2010
15
-
-
-
-
informatie geven over
dalton in nieuwsbrieven en/of
schoolkranten
de school
vertegenwoordigen op
bijeenkomsten van de regio
de school
vertegenwoordigen op het
landelijke Daltoncongres
organiseren van een
themabijeenkomst op de
eigen school voor collegascholen
contacten onderhouden
met de andere
daltoncoördinatoren
de daltonontwikkelingen
monitoren d.m.v. een
proefvisitatie of
groepsbezoek
verantwoordelijk zijn voor
de organisatie van de (na)scholing van teamleden op
daltongebied.
enthousiasmeren van
teamleden en initiëren van
nieuwe daltonontwikkelingen
uitvoeren van de kijkwijzer
en deze vertalen in
beleidsdoelen
het bewaken van
afspraken die gemaakt zijn
m.b.t. daltonontwikkelingen
werkelijk implementatie
realiseren in de school
ondersteunen van de
directie bij de
daltonontwikkeling
7. Dalton en WMK ( kaarten
didactisch handelen en
pedagogisch handelen)
Al enkele jaren zijn wij bezig om
onze kwaliteit in beeld te
brengen. Daartoe gebruiken wij
het kwaliteitsinstrument van
Cees Bos; WMK ( Werken Met
Kwaliteitskaarten)
In het schooljaar 2008-2009
hebben we o.a. de
beleidsterreinen pedagogisch
en didactisch handelen
behandeld. Deze
kwaliteitskaarten hebben we
aangepast aan onze
daltonwerkwijze. Voortdurend
zijn we bezig om vooral deze
twee beleidsterreinen up to
date te houden.
De kaart pedagogisch
handelen:
-De leraren werken met dag-en
weektaken,weekritmeborden
en keuzetaakborden
-De leraren laten kinderen zelf
corrigeren, plannen, reflecteren
en aftekenen.
-De leraren geven kinderen de
gelegenheid om geleid of
spontaan met elkaar samen te
werken
-De leraren letten erop dat
kinderen met verschillende
kinderen leren samenwerken
(maatjessysteem)
-De leraren gebruiken in de
groepsstructuren van
coöperatief leren
Daltonboek School B 2010
16
-De leraren baseren
samenwerking tussen kinderen
op basis van gelijkwaardigheid
-De leraren reflecteren en
evalueren het samenwerken en
geven verbeterpunten aan
-De leraren zorgen voor
verschillende werkvormen en
geschikte materialen
-De leraren geven leerlingen
passende taken en zorgen voor
voldoende uitdaging
-De leraren organiseren het werk
zo dat leerlingen werken aan
haalbare taken en
succeservaringen hebben
-De leraren zorgen ervoor dat
zorgkinderen aangepaste dagen/of weektaken hebben
-De leraren zorgen ervoor dat
de leerlingen weten wanneer ze
hulp kunnen verwachten door
gebruik te maken van vaste
looproutes in de klas
-De leraren hanteren een
symbool voor uitgestelde
aandacht
-De leraren zien en accepteren
verschillen tussen leerlingen
-De leraren geven leerlingen de
mogelijkheid keuzewerk te
maken o.g.v. meervoudige
intelligentie
-De leraren proberen zich
empathisch op te stellen t.o.v.
de leerlingen en hebben een
goede luisterhouding
De kaart
pedagogisch handelen
-De leraren realiseren een
taakgerichte werksfeer
-De leraren leggen duidelijk uit
-De leraren geven expliciet les in
strategieën voor leren en
denken
-De leraren zorgen voor een
goede structuur in de
onderwijsactiviteiten
-De leraren gaan na of de
kinderen de uitleg en/of de
opdrachten begrijpen
-De leraren geven de kinderen
feedback op hun leer- en
ontwikkelingsproces
-De leraren betrekken alle
kinderen bij de
onderwijsactiviteiten
-De leraren passen verschillende
werkvormen toe
-De leraren dragen met behulp
van leer- en hulpmiddelen toe
aan een uitdagende
leeromgeving
-De leraren zorgen voor structuur
in hun handelen en in de groep
-De leraren besteden veel
aandacht aan de
basisvaardigheden (zie rooster)
-De leraren zorgen voor
interactie met de groep en voor
interactie tussen de kinderen
-De leraren begeleiden
leerprocessen en zorgen daarbij
voor voorspelbaarheid
-De leraren besteden aandacht
aan evaluatie en reflectie
-De leraren laten de kinderen
actief werken (en waar mogelijk
zelfontdekkend)
-De leraren geven instructie met
behulp van het directe
instructiemodel
-De leraren zorgen voor
differentiatie en gebruiken
daartoe (o.a.) de extra
instructietafel
-De leraren besteden aandacht
aan het leren leren (hoe leer
je?)
Daltonboek School B 2010
17
-De leraren motiveren de
kinderen voor het werk
-De leraren werken met het BHVmodel (basisstof, herhalingsstof
en verrijkingsstof
-De leraren besteden de lestijd
effectief (tijdpad van de les –
tijdsduur
-De leraren zorgen voor een
functionele (ordelijke)
leeromgeving
-De leraren besteden aandacht
aan zelf (leren) plannen: wat hoe - wanneer?
werk gaat (gedeeltelijk) mee
naar huis; zeker in de hogere
groepen.
Zie verder H11 de weektaak
klassendienst
De kinderen zijn allemaal
medeverantwoordelijk voor het
netjes houden van de klas.
Daarnaast zijn er wekelijks een
aantal kinderen aangewezen
die de klas extra nalopen.
Ook bij coöperatief leren
worden de kinderen
aangesproken op hun
verantwoordelijkheden. Zo is er
een materiaalbaas, een
tijdbewaker en een
fluisterkapitein.
8. Verantwoordelijkheid
*vertrouwen
*weektaak
*klassendienst
*leerlingenraad

weektaak
De kinderen zijn verantwoordelijk voor hun taak. De taakbrief
wordt gezien als een soort
‘overeenkomst’; die aan het
eind van de afgesproken
periode af is.
Ze hebben de vrijheid om te
plannen en te kiezen. Ook bij
het kiezen van een werkplek en
het samenwerken hebben ze
inspraak.
Wanneer de taak niet binnen de
afgesproken periode af is,
worden daar afspraken over
gemaakt; het kind blijft na of het


Leerlingenraad
Al enkele jaren hebben wij op
school een leerlingenraad. Deze
bestaat uit leerlingen uit groep 6,
7 en 8.
De leerlingenraad van School B is
een groepje kinderen dat :
zich verantwoordelijk en
betrokken voelt bij onze school
en het gehele schoolgebeuren
leuke activiteiten wil organiseren
voor de andere groepen, vlak
voor een vakantie bijv.
bepaalde zaken op school wil
verbeteren, veranderen,
aanpakken
Als een leerling in de leerlingenraad
wil, maakt hij/zij een “
verkiezingsprogramma “ en
presenteert dat in zijn/haar groep.
De klasgenoten kiezen uit de groep
hun vertegenwoordiger, het
nieuwe lid van de leerlingenraad.
Een overzicht van activiteiten:
Daltonboek School B 2010
18
a. het rondleiden van
ouders / opa’s en
oma’s op de nationale
daltondag en open
dagen
b. organiseren van
klassenfeesten,
talentenjachten,
speurtochten,
vossenjacht enz.
c. organiseren van een
beroepenmiddag voor
ouders
d. mee helpen beslissen
bij een nieuwe
speeltoestel
e. organiseren
voorleesontbijt
f. brief schrijven aan
burgemeester over
vieze douches
g. organiseren
sportevenementen
h. meedenken over
organisatie
kinderboekenweek,
Sinterklaasfeest,
Kerstviering/maaltijd,
Paasactiviteiten en
project
i.
meedenken over aanvulling
klassenbibliotheek en boeken
uitzoeken
Wekelijks vergadert de
leerlingenraad met de directeur
en doet daar verslag van in hun
groep.
Aan het eind van het schooljaar
ontvangen alle leerlingen van de
leerlingenraad een certificaat.
Leerlingenraad School B voor
Daltononderwijs schooljaar 20092010
v.l.n.r. : Isabel (8a) – Loes (6) –
Manon (7) – Tim ( 8b)
9. Zelfstandigheid
instructietijd
De leerkrachten zijn zich bewust
van het feit, dat er verschil van
niveau is binnen hun groep.
Daarom wordt er bij ons op school
gedifferentieerd instructie
aangeboden. Dat wordt op 3
niveaus gegeven. Er wordt een
instructie gegeven aan, in principe,
de hele groep.
De eerste groep krijgt een korte
uitleg over de te maken stof en
gaat daarna zelfstandig aan het
werk.
De tweede groep krijgt een
uitgebreidere, inhoudelijke uitleg
over de stof en gaat dan aan het
werk.
De derde groep krijgt verlengde
instructie en komt indien nodig nog
(individueel) aan de instructietafel.
Uitgangspunt is, dat je de kinderen
zelf laat maken wat ze kunnen en
Daltonboek School B 2010
19
ze niet gaat vervelen met uitleg die
ze niet nodig hebben.
De kinderen blijven op deze manier
gemotiveerd en de leerlingen, die
dat nodig hebben, krijgen extra
aandacht.
ziet door het teruglopen van de
timer hoeveel tijd daarvoor (nog)
beschikbaar is. Kinderen die vlug
afgeleid zijn en moeite hebben met
concentreren worden
aangemoedigd om door te
werken.
Time-timers
Zelfcorrectie
Een praktisch
hulpmiddel om
kinderen
zelfstandig te
leren werken.
Met dit doel
worden er in alle
groepen klokken
gebruikt.
Behalve grote groepsklokken zijn er
ook in alle groepen kleine
individuele timers om kinderen aan
te moedigen tot zelfstandigheid. Er
wordt van tevoren een bepaalde
tijd afgesproken voor bv. het
maken van een taak en de leerling
Groep 1 en 2
Groep 3 en 4
Groep 5 en 6
Groep 7 en 8
Zelfcorrectie bevordert de
zelfstandigheid en is een essentieel
onderdeel van Daltononderwijs. De
kinderen zien gelijk welke stof
beheerst wordt en waar ze nog
moeite mee hebben. De kinderen
leren zo verantwoordelijkheid te
nemen voor hun eigen
ontwikkeling.
Zelf nakijken vraagt wel een
bepaalde houding van de
kinderen.
De kinderen moeten zich realiseren,
dat je je eigen werk nakijkt om er
iets van te leren.
Geen nakijktafel, wel zelfcorrigerend
materiaal,zoals Zoef, Piccolo,
oorzaak/gevolg begrippentaal
Kijken zelf dictees na (taal en reken)
gr. 4 soms klassikale rekenlessen.
Individuele kinderen kijken eigen
werk na.
Kijken zelf dictees, rekenen,
geschiedenis, aardrijkskunde na
Er is een nakijktafel. Al het rekenwerk
(behalve de toetsen) worden door
de kinderen zelf nagekeken.
Taal wordt voor het grootste deel zelf
nagekeken.
Werkboekjes geschiedenis en A.K.
ook.
De leerkracht ziet door de week de
werkjes van de kinderen en tekent af
voor akkoord. Indien niet akkoord, of
vragen; dan werk in de hulpbak en
zo nodig verlengde instructie.
Daltonboek School B 2010
20
Stilteplekken / werkplekken
Kinderen kunnen, behalve in de
eigen groep, ook werken op de
stilteplek of op de gang.
De stilteplek is geen overlegplek,
op de gang kan wel met een
maatje samengewerkt worden.
De leerling krijgt het vertrouwen van
de leerkracht om buiten de klas te
werken.
Kinderen die precies weten wat ze
moeten doen en geen vragen
hebben over de stof, kunnen naar
de stilteplek om rustig te werken.
Een meegenomen time-timer
bewaakt dan de tijd.
Kinderen die in de groep werken,
maar wat meer rust wensen,
kunnen gebruik maken van een
gehoorbeschermer. Hiermee
worden de eerste geluiden
gedempt.
10. Samenwerking
Maatjeswerk
Een belangrijk aandachtspunt bij
dalton is het samenwerken. De
achterliggende gedachte is dat
kinderen leren in interactie met
elkaar en daarna pas in interactie
met de leerkracht. Kinderen leren
van en met elkaar.
Van welke activiteit onthouden ze
nu het meest?
Lezen
10%
Luisteren
20%
Kijken
30%
Kijken en luisteren
50%
Praten
70%
Ervaren
80%
Uitleggen aan anderen
95%
Tijdens het samenwerken, leren
kinderen rekening houden met
elkaar. Ze leren rekening te houden
met verschillen. Daardoor
bevordert maatjeswerk ook een
positief klimaat op de school. Om
hier wat meer structuur in aan te
brengen is in alle groepen het
maatjeswerk structureel ingevoerd.
De kinderen worden gedurende
een bepaalde periode aan een
ander kind gekoppeld. Het doel is
dat kinderen leren samenwerken
met iedereen en niet alleen met
hun directe vriendjes en
vriendinnetjes.
Het samenwerken met je maatje
kan op verschillende momenten
ingezet worden; tijdens het
taakwerk (eerst zelf proberen, dan
vragen aan je maatje, dan pas
naar de leerkracht; uitgestelde
aandacht), tijdens klassikale lessen
(discussie/ mening vormen), maar
ook tijdens de creatieve vakken
kun je gebruik maken van elkaars
kwaliteiten.
In de bovenbouw kijken we ook
steeds meer leerinhoudelijk naar de
meerwaarde van het maatjeswerk.
Wie kan mij het beste helpen bij dit
werkje?
Daltonboek School B 2010
21
Afspraken:
 er wordt goed naar de
samenstelling van de
groepjes gekeken; welke
kinderen kunnen elkaar wat
bieden?
 als er gekozen is op sociale
gronden hoeft de
samenstelling van de
groepjes niet wekelijks
gewisseld te worden. Je kunt
van schouder-naar
oogmaatje en schuin
wisselen.
 In de meeste groepen wordt
na elke vakantie de
samenstelling van de
groepjes veranderd.
 op de taakbrief worden
minimaal 2 werkjes per week
aangegeven die met het
maatje samen gemaakt
moeten worden. Meer mag
wel. Op de taakbrief wordt
dit aangegeven met $.
 een aantal taken (bv.
toetsen) moeten alleen
gemaakt worden om de
voortgang van de
betreffende leerling goed te
kunnen volgen.
 *er zijn 2 geluidsniveaus:
-pinkstem
-- - -
-liniaalstem
Bij het maatjeswerk wordt
gebruik gemaakt van de
pinkstem; alleen je maatje
hoeft je te verstaan.
Overleg binnen het groepje is
met de liniaalstem.
Coöperatief leren
In scholen, bedrijven en instellingen
moeten grote en kleine mensen
goed kunnen samenwerken. Niet
dat dit zomaar vanzelf gaat; ze
moeten ook leren samenwerken.
Coöperatief leren zorgt voor betere
prestaties dan competitieve en
individuele leerstructuren bij alle
leeftijden, onderwerpen en bijna
alle taken, zo blijkt uit onderzoek.
Je gedrag zo aanpassen dat je
effectief met anderen kunt
samenwerken en communiceren is
een vaardigheid die alleen geleerd
kan worden tijdens een werk- en
interactieproces met anderen.
Spencer Kagan is een van de
pioniers van het Coöperatief Leren.
Zijn werkwijze wordt vooral
gekenmerkt door het werken met
didactische structuren, waarbij de
actieve betrokkenheid van alle
leerlingen toeneemt en er sprake is
van verhoogde leerprestaties bij de
meeste leerlingen.
Bij de structuren van coöperatief
leren levert elke leerling zijn
bijdrage om een gezamenlijk doel
te bereiken. Om deze structuren
goed toe te kunnen passen in de
Daltonboek School B 2010
22
groepen heeft het hele team een
meerjarige cursus gevolgd.
De basisprincipes bij coöperatief
leren zijn: Gelijke Deelname,
Individuele Aanspreekbaarheid,
Positieve Wederzijdse
Afhankelijkheid en Simultane Actie
(GIPS).
Als een van de vier principes niet
toegepast wordt, is er geen
spraken van Coöperatief Leren.
In alle groepen worden er wekelijks
leermomenten gezocht waarbij
coöperatieve werkvormen gebruikt
kunnen worden. Dit kunnen
klassenactiviteiten zijn, maar ook
groeps- of zelfs maatjesactiviteiten.
Allemaal met het doel om de
leerprestaties en leerklimaat te
verbeteren.
We zijn nu bezig om het geleerde in
de praktijk te brengen en ons de
structuren goed eigen te maken en
goed in te voeren in het
alledaagse onderwijs.
6 structuren die wij uitgekozen
hebben:
We hebben er als school voor
gekozen om 6 structuren toe te
passen in ons onderwijs. Deze
structuren kunnen in alle groepen
toegepast worden, dus ook bij de
kleuters.
Door ons, in eerste instantie, te
beperken tot 6 structuren, kunnen
we deze ons goed eigen maken en
goed benutten.
We hebben gekozen voor:
1. binnen-en buitenkring
a.
De klas maakt een binnenen buitenkring.
b.
De binnenkring stelt een
vraag.
c.
De buitenkring geeft
antwoord.
d.
De binnenkring coacht of
prijst.
e.
Ruilen van rol en van
vragen(kaartjes).
f.
Binnenkring draait met de
klok mee.
2. mix en koppel
a.
Leerlingen mixen.
b.
Leerlingen zoeken een
partner, stellen een vraag die
past bij de kaart.
c.
Partner geeft antwoord,
leerling bedankt of coacht.
d.
Wissel van rol en ruil de
kaarten.
e.
De leerkracht geeft een
stopteken.
f.
De leerlingen zoeken snel
de partner die een passende
kaart heeft.
3. tafelrondje
In tweetallen werken
leerlingen om de
beurt,schriftelijk,aan een
antwoord op een vraag of
oplossing van een
probleem.
4. zoek iemand die..
a. Leerlingen lopen door de klas
en zoeken een partner.
Daltonboek School B 2010
23
b. A stelt een vraag, B antwoordt,
A schrijft het antwoord op
werkblad.
c. B checkt en tekent af, wisselen
van rol.
d. Werkblad vol: zitten en in je
team checken of antwoorden
goed zijn.
e. Bij onenigheid: teamvraag
5. zoek de valse
a.
In elk team schrijft iedere
leerling drie stellingen: 2 waar, 1
niet waar.
b. De leerlingen vertellen elkaar
om de beurt hun stellingen.
c.
De teamleden proberen te
ontdekken welke stelling niet waar
is.
6.
2-tal coach
De leerkracht stelt een gesloten
vraag.
A geeft antwoord, B observeert en
bevestigt / coacht.
De leerkracht stelt een volgende
vraag.
B geeft antwoord, A observeert en
bevestigt / coacht.
Begin weer bij a.
11 De weektaak
Taakbrieven
In de groepen 3 t/m 8 werken de
kinderen met een taakbrief (een
‘contract’).
De taakborden (gr. 1 en 2) en
taakbrieven zijn didactische
werkvormen die gebruikt worden
om bepaalde onderwijsdoelen te
bereiken. Het omvat een
afgebakend deel van de leerstof
die een leerling binnen een
bepaalde tijd moet verwerken.
De taak is het enige middel
waardoor het kind een compleet
overzicht kan krijgen van het werk
dat van hem wordt verwacht.
kinderen leren door taakwerk
verantwoordelijkheid dragen.
Zeker als we de taak zien in het
perspectief van een leercontract
waarbij er afspraken gemaakt
worden tussen kind en leerkracht.
Taakopdrachten kunnen uit alle
vakgebieden voortkomen.
Vanzelfsprekend neemt het aantal
uren zelfstandig werken toe
naarmate de kinderen verder
groeien in de school.
Op de taakbrief staat een dag,
meerdaagse (taak) of een
weektaak.
De kinderen hebben binnen die
taak de vrijheid de volgorde van
(een groot aantal) vakken te
bepalen. Welke taak/opdracht wil
ik het eerst maken? Ook hebben
de kinderen ‘vrijheid’ in het kiezen
van een werkplek.
Maak ik het werk in de klas, op de
gang of op de stilteplek? Natuurlijk
heeft de leerkracht hier een
begeleidende rol in.
Kan het kind daar wel werken?
De taken worden gepland door ze
te nummeren. Een aantal
opdrachten lenen zich erg goed
voor samenwerken, deze
mogen/moeten dan ook samen
met hun maatje gemaakt worden.
Hebben ze een taak/opdracht af,
dan wordt het vakje wat daarbij
hoort, afgekleurd in de dagkleur.
Zo is heel duidelijk te zien wat ze op
welke dag gemaakt hebben.
Indien mogelijk, wordt het werk
door de kinderen zelf nagekeken.
De leerkracht begeleidt het
leerproces en heeft zicht op (de
kwaliteit van) het gemaakte werk.
Daltonboek School B 2010
24
Het is noodzakelijk om in de
taakbrieven differentiatie aan te
brengen. In alle groepen zijn er
kinderen die meer aankunnen en
kinderen die moeite hebben met
de stof.
Ook is het mogelijk dat kinderen
(gedeeltelijk of helemaal) een
eigen leerlijn volgen.
Behalve het taakwerk staat er op
de taakbrief ook keuzewerk.
Kinderen die het werk voor die dag
af hebben, of denken dat ze goed
‘op schema‘ lopen mogen wat
kiezen van het aangegeven
keuzewerk voor die week.
De afspraak is, dat alle kinderen in
die week een keer aan keuzewerk
toekomen.
De taakbrief gaat aan het eind van
de week mee naar huis, zodat de
ouders ook inzicht hebben in hoe
het kind met de taak gewerkt
heeft.
Behalve de leerkracht, reflecteren
de kinderen ook op hun eigen
handelen, door te noteren hoe ze
die week gewerkt hebben en waar
ze de volgende week nog aan
zullen denken ( tip aan mijzelf).
De taakbrief blijft voortdurend aan
verandering onderhevig,
regelmatig worden ze veranderd
en bijgesteld. Ook hebben de
collega’s allemaal hun ‘”eigen’’
taakbrief, hoewel er natuurlijk wel
afspraken gemaakt zijn. Zo wordt
een taakbrief niet statisch, maar
blijft in ontwikkeling.
Afspraken;
Per groep kunnen de taakbrieven
van layout verschillen, afgesproken
is wel dat er een doorgaande lijn
binnen de school zichtbaar moet
zijn.
Op alle taakbrieven staat:
het logo van de school
de afspraak van de week
ruimte om te plannen
ruimte om af te kleuren in de
dagkleur
 instructie (*)
 differentiatie/ verrijkingsstof
 keuzewerk
 wie het maatje is
 welke werkjes met het
maatje gemaakt moeten
worden, min. 2 p.w.($)
reflectie van de leerling
 reflectie van de leerkracht
De parallel groepen moeten
goede afspraken
maken/hebben over de
taakbrief!




Daltonboek School B 2010
25
groep
Taak
hoeveelheid taaktijd per dag
1/2
Gr.1: Leerkracht hangt een magneetje Van 30 tot 45 minuten
bij de weektaak op en weer af, tot aan (ochtend)
kerst. Daarna is er een overgang naar
het aftekensysteem zoals in gr. 2
30 minuten (middag)
gehanteerd wordt. Na
voorjaarsvakantie twee weektaken
voor de kinderen die doorgaan naar
gr.2.
Gr. 2: twee weektaken. De kinderen
plannen zelf en halen zelf het
magneetje eraf en registreren zelf in de
map. Na de voorjaarsvakantie meer
verdieping in de weektaken en komt er
een 3e klassikale weektaak bij.
3
Dagtaak; tot aan de kerstvakantie
Van 1 uur tot 1 ½ uur
alleen leesonderwijs, daarna ook
reken-en schrijftaken. Taakbrief wordt
eerst klassikaal, vervolgens individueel.
Binnen verschillende taken wordt er
ook gedifferentieerd.
4
Dagtaak; binnen verschillende taken
Van 1 uur tot 1 ½ uur
wordt er gedifferentieerd.
5
1-daagse taak, overgang naar 2Van 1 ½ tot 2 uur
daagse
6
2-daagse taak; opgebouwd en
2 uur
uitgebreid naar 3 dagen halverwege
het schooljaar
7
Weektaak
2 uur
8
Weektaak; de kinderen maken per
Van 2 tot 2 ½ uur
dag (en indien mogelijk voor de hele
week) een planning in de volgorde
van werken. Het maatjeswerk wordt als
eerste ingevuld. De kinderen kunnen
op het planbord zien welke vakken
instructie nodig hebben; deze vakken
kunnen ze dus nog niet doen.
Individuele kinderen worden geholpen
met hun planning. En hebben in
sommige gevallen ook nog een
dagtaak.
Daltonboek School B 2010
26
Planborden
In alle groepen hangt een
weekplanning of zijn
weekritmekaarten zichtbaar .
Hierop staat de hele weekplanning
vermeld; in de onder-en
middenbouw is de dag verdeeld in
voor-en na de pauze, in de
bovenbouw zijn de digitale tijden
erbij vermeld.
Op deze manier is voor de kinderen
goed te overzien wat er die dag
gepland is en hoeveel tijd er
beschikbaar is. Nu is ook duidelijk te
zien hoeveel tijd er per dag aan
taaktijd gereserveerd is. Hier
kunnen de kinderen rekening mee
houden bij het maken van hun
planning.
Ook toetsen en taken die instructie
vragen zijn op de borden te zien.
Op de weekplanningsborden staan
de vaste wekelijks terugkerende
activiteiten vermeld, zoals gym.
Maar ook bijzonderheden zoals
Sinterklaas en Kerstfeest worden er
op vermeld.
Veel kinderen vinden deze
‘voorspelbaarheid’ heel fijn; ze
weten waar ze die dag aan toe
zijn.
in groep 1 en 2 is een planbord
voor het plannen van de
weektaken en kunnen ze op de
weekritmeborden zien wat er die
week/dagen gaat gebeuren.
12 Uitgestelde aandacht
Uitgestelde aandacht
In het daltononderwijs wordt veel
aandacht besteed aan een grote
mate van zelfstandigheid. Een van
de manieren om dit te stimuleren is
het werken met uitgestelde
aandacht. Dit stimuleert kinderen
om eerst zelf te gaan zoeken naar
een oplossing voor een probleem
dat zich aandient en dat het niet
altijd direct terecht kan bij de
leerkracht. Het zet hen zelf aan het
nadenken, en het voorkomt dat ze
dingen gaan vragen die ze best
zelf kunnen oplossen. Ook leren ze
op andere wijzen aan hun
informatie te komen ; via andere
kinderen, middels het gebruik van
hulpbronnen op de computer en
uit boeken. In die tijd heeft de
leerkracht de tijd om bijvoorbeeld
met een kleine groep kinderen aan
de slag te gaan. Natuurlijk betekent
uitgestelde aandacht geen
afgestelde aandacht. Tijdens het
zelfstandig werken wordt met de
kinderen met regelmaat gesproken
over hoe het werken verlopen is en
heeft de leerkracht de
gelegenheid onopgeloste vragen
te beantwoorden.
De volgende afspraken zijn
gemaakt:
Wanneer een kind een vraag heeft
en er niet zelfstandig uit komt, dan:
Daltonboek School B 2010
27
1. leest het kind nogmaals de
vraag of opgave
2. kan het kind dan niet verder,
dan vraagt hij/zij het maatje
3. kan die het kind niet verder
helpen, dan mag iemand uit
het groepje gevraagd
worden
4. weet die het antwoord niet,
kan iemand uit een ander
groepje om hulp gevraagd
worden
5. is de vraag dan nog niet
opgelost, dan kan het kind
naar de leerkracht voor hulp.
Maar: is de leerkracht op dat
moment nog niet beschikbaar
voor hulp, dan gaat het kind
verder met de volgende
opgave.
Op het moment dat de
leerkracht zijn/haar vaste
looproute door de klas loopt,
kan het kind de vraag stellen,of
wanneer het stoplicht op groen
staat.
maatje/klasgenoten, met de
pinkstem (zo zachtjes, dat alleen
je maatje je verstaan kan en je
een ander niet stoort). De
leerkracht mag niet gestoord
worden,; hij heeft nu tijd voor
individuele kinderen of uitleg
aan een groepje aan de
instructietafel).
Groen: de leerkracht is
beschikbaar voor hulp; mits alle
voorgaande stappen doorlopen
zijn! De kans is groot dat het
probleem dus bij meerdere
kinderen leeft en er een
(nieuwe, beperkte) klassikale
instructie zal volgen over dit
onderwerp.
Bij de kleuters wordt gewerkt met 2
kleuren; oranje (wel overleggen, de
leerkracht mag niet gestoord
worden) en groen (de leerkracht is
beschikbaar voor vragen, mits het
kind het eerst zelf nog een keer
geprobeerd heeft en er eerst een
maatje om hulp gevraagd is).
13.Dalton en Passend onderwijs
Heel actueel is het onderwerp:
Dalton en passend onderwijs.
Verklaring kleuren:
Rood: de kinderen zijn stil en
werken zelfstandig. De
leerkracht mag niet gestoord
worden. De kinderen lezen zelf
wat ze moeten doen.
Oranje: de kinderen mogen
overleggen met hun
Veel daltonscholen vragen zich af
hoe ze een passend antwoord
kunnen geven op de hulpvraag die
kinderen met speciale
leerbehoeftes hebben.
Past onderwijs volgens
daltonprincipes en
daltonwerkwijzen wel bij
zorgleerlingen?
*is er sprake van differentiatie?
*is de beschikbare tijd bekend?
*zijn de momenten van instructie
bekend?
*is er ruimte om te plannen?
Daltonboek School B 2010
28
*klaar?...en dan?
*is het doel van de les bekend?
*evaluatie mogelijk?
*afwisselend in werkvormen?
*afwisseling in verwerkingsvormen?
*houden we rekening met de
leerstijlen?
Allemaal punten waar de D
daltonwijze zich bij uitstek toe leent.
er een speciale Daltonnieuwsbrief
met aandacht voor actuele
ontwikkelingen en overige zaken
die spelen.
Als school B nemen we een
voorschot op het te volgen beleid,
door bv. handelingsgericht te
werken, handelingswijzers te
gebruiken, gedifferentieerde
instructie toe te passen, etc.
Bij kennismakingsgesprekken of
oriënterende gesprekken met
ouders van nieuwe kinderen
komt Dalton nadrukkelijk naar
voren en wordt daar uitvoerig over
gesproken. Naast de schoolgids
ontvangen de ouders ook een
Daltonfolder van de NDV.
14.Dalton en bewegingsonderwijs
Bij ons op school gebruiken we de
methode “ Planmatig
Bewegingsonderwijs “. Deze
methode sluit goed aan bij onze
daltonwerkwijze, waarin de
kinderen verantwoordelijkheid
gegeven wordt en
zelfredzaamheid en (gebonden)
vrijheid.
Er worden in een gymles 3
activiteiten aangeboden, waarvan
er 2 bekend zijn bij de leerlingen en
1 nieuwe activiteit aangeleerd
wordt.
Ook op onze website
www.schoolb.nl staat Dalton
beschreven. Datzelfde geldt voor
het 4-jarig schoolplan en het nog
nieuw te maken schooljaarplan.
De jaarlijks terugkerende
Daltondag in maart is een
belangrijke activiteit tijdens ons
schooljaar. De laatste jaren hebben
de ouders en grootouders een kijkje
in alle groepen kunnen nemen. De
reacties waren erg positief. Ouders
werden rondgeleid door kinderen
van onze leerlingenraad. Tijdens de
nationale Daltondag wappert de
speciale Daltonvlag aan de mast.
15.Dalton en PR / communicatie
Op school wordt er voortdurend
gecommuniceerd over Dalton. Dit
doen we in de
bouwvergaderingen, de plenaire
teamvergaderingen en op de MRvergadering.
Regelmatig staan er Daltonzaken
vermeld in de wekelijkse
nieuwsbrief en maandelijkse
kleuternieuwsbrief. Af en toe komt
Daltonboek School B 2010
29
Bijlage 1.
Taakbrieven groep 3-8
Bijlage 2.
Ontwikkelingslijnen.
Bijlage 3.
Directe instructiemodel
Bijlage 4.
Samenvatting indicatorenlijst tema/ouders
Daltonboek School B 2010
30
Daltonboek School B 2010
31
Download