DEN HAAG/DE BILT - Het jaar 2007 heeft de warmste lente

advertisement
2007 (hersteld )
2006 bevestigt opwarming van de Aarde
De extreme weersomstandigheden in 2006 bewijzen de opwarming van de Aarde, stelt de secretarisgeneraal Michel Jarraud van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), een agentschap van de
VN.
http://www.wmo.int/pages/partners/ipcc/index_en.html
*In Sydney werd op 1 januari 2006 meer dan 45 graden gemeten.
Op de Noordpool verdween er 60.000 vierkante kilometer pakijs, wat overeenkomt met de oppervlakte
van België en Nederland samen.
Een verklaring voor de opwarming van de Aarde is volgens de topman van de WMO de hogere
uitstoot van broeikasgassen door de mens.
Langdurige droogte
2006 was voor de Aarde het zesde warmste jaar ooit, en het vierde warmste voor het noordelijk
halfrond.
Vooral in het begin en aan het einde van het jaar werden abnormaal hoge temperaturen opgetekend.
Zo bijvoorbeeld was het in het noorden van Noorwegen in januari en april meer dan twaalf graden
warmer dan normaal.
Ook in het Australische Sydney was het extreem heet, met temperaturen van bijna 45 graden Celsius
op nieuwjaarsdag.
Aan de andere kant waren er extreme weersverschijnselen zoals langdurige droogte gevolgd door
zware overstromingen in de hoorn van Afrika en zelfs in de Sahara en Niger.
Het zeepeil zou tegen 2100 met 10 tot 90 centimeter kunnen stijgen, of gemiddeld zo'n 50 cm, aldus
Jarraud.
Dit zou een ramp betekenen voor de eilanden in de Indische Oceaan of de steden aan de zee, die
grotendeels dreigen onder water te komen staan.
Voor 2007 zou het zelfs nog warmer kunnen worden, meent Jarraud, die verwees naar de invloed van
het fenomeen El Nino. (belga)
Recordwarmte verwacht in 2007
Gepubliceerd op vrijdag 05 januari 2007
Wie dacht dat 2006 een warm jaar was, kan zijn borst vast nat maken: 2007 wordt nog heter. Volgens
Britse meteorologen is de kans vrij groot dat het warmterecord dit jaar gaat sneuvelen.
Het warmste jaar dat weerkundigen ooit hebben geregistreerd, was 1998. De kans dat we daar dit jaar overheen
gaan, is volgens deskundigen ongeveer zestig procent. Dat komt vooral omdat 2007 een El Nino-jaar wordt. In
combinatie met de opwarming van de aarde zal dit resulteren in een jaar met uitzonderlijk hoge temperaturen, zo
luidt de verwachting.
El Nino
El Nino is een toestand van de atmosfeer en de oceaan in de tropische Pacific, die zich op onregelmatige tijden
voordoet. Het water rond de evenaar in het oostelijke deel van dit gebied is dan warmer, terwijl het drukverschil
tussen Tahiti en Darwin lager is dan normaal. Het omgekeerde van deze situatie komt ook voor, en wordt La
Nina genoemd.
Deze toestand heeft invloed op het klimaat op grote delen van de aarde. In Europa merken we er nagenoeg niks
van, maar bijvoorbeeld in grote delen van Noord- en Zuid Amerika zal het veel warmer of juist kouder worden.
Welke gebieden precies de gevolgen van El Nino en La Nina ondervinden, en of het er warmer of juist kouder
wordt, hangt af van de tijd van het jaar.
El Nino en La Nina zijn de voornaamste bron van veranderlijkheid van het klimaat van jaar tot jaar. In de laaste
maanden van 2006 werd vastgesteld dat er een nieuwe El Nino was begonnen, en die zal naar verwachting ook
nog een groot deel van 2007 in beslag nemen. Hoewel de El Ni챰o van dit jaar niet zo krachtig is als de vorige uit
2002, vermoeden de meteorologen dat er toch warmterecords gaan sneuvelen als je dit combineert met de
opwarming van de aarde.
Orkanen en tyfonen
In het noordoosten van de Verenigde Staten zorgt El Nino voor een milder klimaat. Zo zal het gebied naar
verwachting veel minder dan normaal geteisterd worden door orkanen. Maar in andere delen van de wereld zijn de
gevolgen minder positief. De Filippijnen kunnen bijvoorbeeld meer tyfonen verwachten, terwijl de droogte in Zuid
Afrika en Australië alleen maar verder zal toenemen.
Milieu-organisaties hebben de onderzoeksresultaten aangegepen om opnieuw te onderstrepen dat menselijke
activiteiten, en vooral de uistoot van broeikasgassen, een slechte invloed hebben op het klimaat en dat hier zo snel
mogelijk iets aan gedaan moet worden. Volgens milieu-activisten is het bewijs dat het de verkeerde kant op gaat
inmiddels 'overweldigend' geworden.
Vissen happen naar adem
Ook in de zeeën en oceanen zijn de gevolgen van het steeds warmer wordende klimaat duidelijk te merken. Zo
blijkt uit een nieuwe Duitse studie dat de puitalen (Zoarces viviparus) die in het noorden van de Waddenzee
voorkomen, zich - bijna letterlijk - als een vis op het droge voelen. Na een hete zomer is de watertemperatuur zo
hoog dat deze dieren moeite hebben om hun lichaamstemperatuur aan te passen. Ze sterven dan in grote getale aan
de gevolgen van de warmte of aan zuurstofgebrek.
Volgens de onderzoekers is zuurstofgebrek de voornaamste doodsoorzaak voor de aalachtigen in de waddenzee,
gevolgd door een te hoge lichaamstemperatuur. Verder sluiten ze niet uit dat het warmere water ook nieuwe
roofvissen naar het gebied heeft gelokt, die het voortbestaan van de puitalen in gevaar brengen.
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=duikgids&id=346
Puitaal (Zoarces viviparus)
Vissen worden groter door opwarming aarde
De opwarming van de aarde heeft een invloed op de groei van vissen in de Stille Oceaan. Door de
hogere temperaturen in de bovenste waterlagen groeien de vissen er bijna 30 procent sneller dan vijftig
jaar geleden, zo ontdekten Australische wetenschappers. Het onderzoek wordt gepubliceerd in de
online editie van het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Science.
Onderzoek
Ronald Thresher van de Commonwealth Scientific and Industrial Research Organization (CSIRO) in
Australië en zijn team onderzochten voor deze studie acht verschillende vissoorten uit de Stille Oceaan
die erg lang leven. De wetenschappers maten de groeiringen aan de oorbeenderen van de vissen. Net
als de jaarringen bij bomen kunnen wetenschappers hieruit de leeftijd en de groeisnelheid van de
vissen afleiden. De onderzochte vissen werden tussen 1987 en 1996 gevangen en waren tussen 2 en
128 jaar oud. De wetenschappers gingen na hoe sterk bepaalde exemplaren van de onderzochte
soorten in hun vroege levensjaren waren gegroeid. Bij zes van de acht soorten was de snelheid
waarmee de dieren de voorbije honderd jaar waren gegroeid, veranderd.
Temperatuur
Die groei komt overeen met de temperatuurstijgingen in de Stille Oceaan, zo stellen de
wetenschappers. De oppervlaktetemperaturen zijn de voorbije 50 jaar gestegen. Door de aanhoudende
opwarming van de aarde zou het wel eens kunnen dat ook vissen die dieper in de zee leven in de
toekomst sneller gaan groeien.
Het is mogelijk dat sommige soorten door die snellere groei beter bestand zijn tegen de gevolgen van
de visvangst. Voor soorten die trager groeien, vormt de overbevissing een grotere dreiging.
Vermoedelijk doen dergelijke veranderingen zich ook voor in andere oceanen. (dpa/hln)
Links:
Forecasters expect toasty 2007
Hot waters make it hard for fish to
breathe
Onderzoek: opwarming aarde versnelt zichzelf
Winter wereldwijd warmste ooit 16 maart 2007
WASHINGTON - De afgelopen winter was niet alleen in Nederland /belgie de warmste ooit.
Wereldwijd zijn gemiddeld nooit hogere temperaturen gemeten dan in de afgelopen
wintermaanden. Dat heeft het Amerikaanse klimaatinstituut NOAA bekendgemaakt.
De gecombineerde land- en zeetemperatuur tussen december en februari sloeg alle records sinds
dergelijke metingen begonnen in 1880.
De gemiddelde temperatuur lag 0,72 graden Celsius boven het gemiddelde van de 20e eeuw (12,0
graden).
"De trend naar hogere temperaturen en een gematigde El Nino in de Grote Oceaan droegen daaraan
bij", aldus de overheidsinstantie in verklaring op haar website. Het vorige record werd gevestigd
in 2004. De op twee na warmste winter was in 1998
In 2007 warmste lente sinds 1862
ANP 19 februari 2008
DEN HAAG/DE BILT - Het jaar 2007 heeft de warmste lente opgeleverd in bijna anderhalve eeuw. De
maanden maart, april en mei waren met een gemiddelde temperatuur van 11,7 graden precies 1 graad
warmer dan het vorige record uit 1862. Dat staat te lezen in het dinsdag verschenen rapport De Staat
van het Klimaat 2007. Een keur van klimaatonderzoekers van zeven instellingen zoals KNMI, ECN en
MNP werkte eraan mee.
Het ontbreken van neerslag, samen met het vaak uitzonderlijk warme en zonnige weer, zorgde volgens
het rapport in de aprilmaand bovendien voor een ongekend tekort. Op 6 mei kwam een einde aan een
nagenoeg droge periode van 45 dagen; sinds de eerste metingen daarvan in 1901 was dit niet
voorgekomen. Maar daarna was het goed raak: in De Bilt viel in mei niet eerder zoveel regen, namelijk
135 millimeter tegen normaal 57 millimeter. Terwijl het warmer was dan normaal.
Het afgelopen jaar evenaarde wat de gemiddelde temperatuur betreft het record van 2006 van 11,2
graden. Het normale jaargemiddelde is 9,8 graden. Eind december zag het er nog naar uit dat er een
nieuw hoogtepunt in het vat zat.
Zachte winter
Het zachte voorjaar van 2007 volgde op een zachte winter. Een relatief warme Noordzee zorgde vooral
aan de kust voor wat hogere temperaturen. De vraag rijst of er in de toekomst meer van dit uitzonderlijk
warme seizoenen te verwachten zijn. Volgens de klimaatexperts zit het er niet in dat uitschieters in de
lente, de herfst en de winter vaker zullen voorkomen dan vroeger. Voor de zomer, ook al was dat in
2007 vanaf de maand juli qua temperatuur een normaal seizoen, wordt dit echter wel verwacht. Met
onder meer een grotere kans op hittegolven.
2007 een bijzonder jaar. Naast de film An inconvenieth truth van Al Gore die klimaatverandering
volgens het rapport ‘op geheel eigen wijze’ op de publieke en politieke agenda zette, kwam de
wetenschap volop aan bod. Daarbij draaide het om de IPCC-VN-klimaatrapporten.
KNMI-onderzoeker Rob van Dorland, voorzitter van de wetenschapsredactie achter het rapport, is niet
bang dat de aandacht voor het klimaatprobleem een tijdelijk verschijnsel is, mensen klimaatmoe worden
en het draagvlak voor maatregelen afkalft.
‘Ik noem het geen hype, er is terecht aandacht voor een groot wereldprobleem.’
Begin Januari 2007
Het blijft maar warmte-records regenen. In België was de nacht van dinsdag op woensdag net zo
warm als normaal in juni. De temperatuur van 11,8 graden in Brussel doorbrak het warmterecord
uit 1939 met 0,7 graden.
Volgens het Belgisch weerinstituut KMI was het dinsdag met 13 graden al de warmste 9 januari sinds
1999.
Inmiddels is zeker dat de eerste tien dagen van januari de warmste zijn sinds het begin van dergelijke
weermetingen in 1921. Eind vorig jaar werden ook enkele dagen achtereen warmterecords gebroken.
Normaliter zou het in januari overdag circa 5 graden moeten zijn en 's nachts rond het vriespunt. De
warme temperaturen hebben in de eerste tien dagen van januari 2007weinig te maken met de zon.
Warme lucht zorgt voor de aangename omstandigheden. Daardoor kan het 's nachts warmer zijn dan
overdag.
Een warme januari gaat altijd gepaard met veel wind. Ook nu is dat het geval; de komende dagen
verwachten de meteorologen van het KNMI veel wind. Verder blijft het zacht met temperaturen tot 14
graden.
Winterslaap De natuur reageert duidelijk op het afwijkende warme weer. *Vogels gaan niet op trek,
planten staan vrolijk te bloeien en sommige dieren slaan hun winterslaap over.( beren
, vleermuizen ) Ook krijgen mensen hooikoortsklachten, fladderen de vlinders nog rond en blijven
veel dieren zich gewoon voortplanten
'Natuur kwetsbaarder door klimaatverandering dan tot dusver werd gedacht.'
18 januari 2007
Dat stellen wetenschappers van het Nederlandse klimaatplatform PCCC, Het document beschrijft de
actuele kennis over klimaatverandering, toegespitst op nieuwe ontwikkelingen in 2005 en 2006. Zo blijkt
het behoud van gevoelige ecosystemen lastig te worden, ook als de temperatuurstijging in Europa
beperkt zou blijven tot 2 graden.
Koraalriffen
Men onderscheidt drie soorten ecosystemen die extra gevoelig blijken te zijn voor klimaatverandering.
"Allereerst zijn dat koraalriffen, die zelfs kleine temperatuurveranderingen niet goed kunnen
opvangen. Eén graad warmer kan er al voor zorgen dat koraalriffen afsterven."
Dat heeft grote gevolgen, want koraalriffen vormen de kraamkamers voor talloze zeediersoorten.
Nergens anders in zee vind je op zon kleine oppervlakte zon enorme verscheidenheid aan planten en
dieren. Het krioelt er van de vissen, krabben, schorpioenen, weekdieren en andere zeediertjes.
Bergvegetatie
"Een ander extra kwetsbaar ecosysteem vormen de hogere zones van de bergen,"weet Oude
Loohuis.
"Daar verlopen de temperatuurverschillen nog wat sneller en dat is te merken aan de vegetatie in
bijvoorbeeld de Alpen. Bergplantjes zoeken het door de stijgende temperaturen hogerop, maar
op een gegeven moment is natuurlijk de grens bereikt."
Ook in Nederland verandert de natuur door klimaatverandering.
Zuidelijkere diersoorten, zoals de tijgerspin of de processierups, schuiven door klimaatverandering op
naar het noorden, onze kant op.
"Maar door versnippering van de ecosystemen in Nederland, door wegen of bebouwing, kunnen
ze zich minder gemakkelijk verplaatsen," weet Oude Loohuis. "Planten voelen zich prettig in een
bepaalde temperatuurzone. Als het warmer wordt, bewegen de planten in hun voortplanting mee.
Bebouwing belemmert ze daarin echter, waardoor het risico op uitsterven groter is geworden."
Hockeystick
In De Staat van het Klimaat 2006 ontzenuwen de opstellers verder een aantal discussiepunten, zoals
die over de 'hockeystick-grafiek'.
De hockeystick is de benaming van de temperatuurreconstructie van de laatste duizend jaar: een licht
dalende trend tussen 1000 en 1900 en vervolgens een temperatuurstijging in de 20e eeuw. Twee
Canadese wetenschappers hebben deze curve in 2005 in het vakblad Geophysical Research Letters in
twijfel getrokken. Onterecht, meent het PCCC.
Maatregelen en aanpassingen
Het PCCC is er van overtuigd dat menselijk handelen mede verantwoordelijk is voor de relatief snelle
klimaatverandering. Dat vereist maatregelen en aanpassingen.
Klimaatverandering moet onder meer worden aangepakt door de uitstoot van broeikasgassen zoals
CO2 te verminderen, vindt KNMI-klimaatonderzoeker Rob van Dorland, tevens voorzitter van de
wetenschapsredactie van de PCCC-publicatie. Hij juicht het recente energieplan van de Europese
Commissie voor een verdere vermindering van de uitstoot(van 20 procent in 2020 ten opzichte van
1990) dan ook toe. "Ik hoop dat het haalbaar is.''
Maar er zijn volgens de klimaatonderzoeker ook aanpassingen nodig. "We ventileren niet een keuze
tussen die twee, maar kiezen heel nadrukkelijk voor beide.'' In Nederland gaat het bijvoorbeeld om
kostbare aanpassingen van de kustbescherming.
Het veenbesblauwtje, een soort met een noordelijke verspreiding die in Nederland steeds zeldzamer
wordt.
Fauna en flora in de war
16 maart 2007
Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar ondertussen is er al wel één gesignaleerd in Nijmegen
en zijn de eerste korte rokjes al gezien. De natuur is van slag. De waarnemers van de
Natuurkalender tellen zich suf en vallen van de ene verbazing in de andere. En een tsunami van
wespen is deze zomer heel waarschijnlijk.
Arnold van Vliet, bioloog aan de Lanbouwuniversiteit Wageningen, is er maar druk mee: het bijhouden
van de Natuurkalender. Het ene na het andere insect of dier duikt op in het land terwijl dat eigenlijk nog
maanden had moeten duren.
Het is ontegenzeggelijk waar dat het vroege geluid van de tjiftjaf bij menigeen tot vroegtijdige
lentekriebels leidt en daarmee een prettig gevoel. Ook de verschijning van Zuid-Franse planten en
insectensoorten in het Nederlandse landschap doet menig biologenhart harder kloppen.
Maar de achterliggende oorzaken zijn in feite dieptriest, aldus Arnold van Vliet. Want door ons eigen
toedoen warmt de aarde op. De voorbeelden van de klimaatsverandering zijn nu nog wel als romantisch
te beschouwen, maar als straks met de exotische plantsoorten ook de overstromingen komen, zal
menigeen het lachen vergaan. Voorlopig zijn de gevolgen van de klimaatsverandering beperkt. Een
kleine opsomming:
Gevaar
Op korte termijn zullen we de komende zomer vooral last krijgen van een wespenplaag. Menig koningin
heeft de fabriek alweer opgestart en is begonnen met het bouwen van nesten. Normaal komt de
koningin pas rond half april uit de winterschuilplaats tevoorschijn. Tenzij het nog flink gaat vriezen de
komende tijd, zullen mensen met een wespensteekallergie een angstige zomer tegemoet gaan. De
(weers)omstandigheden nu lijken volgens Van Vliet erg op 2004, toen er een wespenplaag in ons land
was. Ook toen was sprake van een warme zomer in het jaar ervoor en een zachte winter.
Vlinders
Bij vlinders denkt menigeen aan zonnige dagen, bloeiende bloemen en velden vol klavers. Maar door
de hoge temperaturen zijn de rupsjes dit jaar sneller groot dan vewacht. De meest opvallende
verschijning afgelopen tijd was die van de atalantavlinder. In de maanden januari en februari werden in
totaal meer dan tweehonderd meldingen van de atalanta doorgegeven. De eerste al op 2 januari. Een
andere veelgeziene vlieger is de dagpauwoog. Ruim 50 keer werd dit exemplaar aangemeld bij de
natuurkalender. Ook de gehakkelde aurelia en de citroenvlinder zijn opmerkelijk vaak gesignaleerd.
Vogels
Ook de vogels zijn behoorlijk in de war. Sommige ooievaars zijn al weer teruggekeerd van hun
zonvakantie in het zuiden. En als het zo doorgaat vertrekken ze over een paar jaar helemaal niet meer.
Ze vinden het wel prima aan de Costa del Noord. Ook de tjiftjaf heeft extreem vroeg van zich laten
horen. En in Nijmegen is een optimistische zwaluw opgemerkt.
Gewassen
Behalve de dieren is ook menig plant en gewas de kluts kwijt. De groei van wintertarwe ligt een maand
voor op schema. En bij de fruitbomen staan de knoppen op knappen. Een mooi gezicht, maar voor
boeren vergt het flink wat oplettendheid. Gebruikelijke schema’s voor bemesten, ziektebestrijding en
oogsten zijn dit jaar onbruikbaar. Alles loopt anders dan anders.
Bovendien zou een periode van vorst nog wel eens voor vreselijk veel schade kunnen zorgen. Juist als
bomen in bloei staan zijn ze het kwetsbaarst voor vorst. Om precies inzicht te krijgen welke invloed de
klimaatsverandering heeft op de landbouw, roept de Natuurkalender boeren dan ook op om nauwgezet
verslag uit te brengen van de veranderingen. Zo kan beter worden bepaald welke (natuurvriendelijke)
aanpassingen nodig zijn in het landbouwbeleid.
De natuurkalender
Vlinders kijken
2007 Planet Internet
April op weg naar nieuwe weerrecords
An Inconvenient Truth
Belgie
We blijven volgens het KMI tijdens deze laatste dagen van april op koers om nieuwe klimatologische
records te boeken. De gemiddelde temperatuur (voor Ukkel) beloopt tot nog toe 13,6 graden, wat exact
4,6 graden meer is dan normaal voor de hele maand. Het record is 11,9 graden en dateert uit 1987. De
gemiddelde maximumtemperatuur bedraagt tot nu toe 19,8 graden, tegenover 13,1 normaal. Het vorige
record van 17,4 graden werd in 1946 genoteerd.
Warmste maand
De gemiddelde minimumtemperatuur van 6,8 graden is eveneens boven de normale waarde, met name
5,0 graden. Toch bleef het maandrecord voor deze weerparameter nog overeind: 8,2 graden in 1961.
"Op het eerste gezicht ziet het er goed uit" dat april 2007 de warmste maand ooit wordt, zo verluidde op
het KMI. Op 15 april sneuvelde met 28,7 graden ook een warmterecord voor de vierde maand van het
jaar.
Geen neerslag
In Ukkel werd deze maand nog geen neerslag gemeten. Het vorige record van 0,5 mm dateert uit 1893.
Voor de komende vier dagen verwacht het KMI (voor het centrum van het land) enkel voor zondag dat
het eventueel niet droog blijft. De zon verpulverde met 236 uur 45 minuten reeds de normale
maandwaarde van 158 uur zonneschijn. Het maandrecord bedraagt 255 uur en dateert uit 1893.
(belga/hln)
April warmer, droger en zonniger dan ooit
Nederland 26 april 2007
DE BILT - De maand april is warmer, droger en zonniger dan ooit. De temperatuur lag in april
ongeveer 5 graden hoger dan gemiddeld.
Ook het aantal uren zon is een record. Normaal schijnt het zonnetje minder dan 40 procent van de tijd,
nu is dat al meer dan 60 procent. De neerslag is te verwaarlozen geweest; alleen op 3 april viel in De
Bilt een spatje.
http://ad.nl.doubleclick.net/N4442/adj/P4442.Nu.nl/wetenschap.artikel;sz=336x280;ord=94330656?">
Regen
Dat maakte het weerinstituut KNMI donderdag bekend. De warmste dag tot nu toe was 15 april, toen
naderde het kwik de 30 graden. 3 april was de koudste dag. Dit was ook de datum dat op een klein
aantal plaatsen in Nederland een paar druppels regen vielen.
Hoe de records precies uitvallen moet het KNMI nog afwachten. De laatste dagen van de maand
moeten achter de rug zijn om de hoogtepunten precies in de boeken te kunnen noteren.
ZIE OOK:
Het regent warmterecords
Trekvogels eerder in Europa aangekomen
28 juli 2007
De vogeltrek vond dit voorjaar vroeger plaats dan anders, zo blijkt uit metingen van BirdLife
International, de wereldwijde Vogelbescherming.
De vereniging onderzocht 16.000 waarnemingen van ooievaars, boeren- en gierzwaluw en de koekoek.
De vogels zijn eerder in Europa aangekomen dan in 2006, door de zeer warme lente.
"Zulke vroege waarnemingen zouden twintig jaar geleden niet mogelijk zijn geweest", zei
projectcoördinator Joanna Kalinowska zaterdag.
De ooievaars kwamen al begin april, de boerenzwaluw half april, de gierzwaluw en koekoek begin mei.
(c) ANP
Vogels bouwen hun nest vroeger door het zachte weer
17/01/2007
Door het zachte weer en het uitblijven van een strenge winter zijn verscillende soorten inlandse
(stand)vogels anderhalve maand tot twee maanden vroeger dan gewoonlijk begonnen met het bouwen
van hun nest.
Dat meldt de Koninklijke Belgische Liga voor de Bescherming van de Vogels.
"De vogels zijn nu( in januari ) al begonnen met het bouwen van nesten en men kan ze nu hier en
daar ook al horen zingen. Maar als de koude nu komt, zal die catastrofaal zijn voor die
vogels", luidt het.
(belga)
Vogels leggen steeds vroeger eieren
23 augustus 2007 10:03
De klimaatverandering leidt er toe dat vogels steeds vroeger hun eieren leggen. Gegevens van
45 zangvogelsoorten laten zien dat tussen 1985 en 2005 de start van de eileg gemiddeld een
week naar voren is geschoven, van 11 naar 4 mei.
Dat blijkt donderdag uit de Vogelbalans van de Vogelbescherming, een jaarlijks overzicht van de
vogelstand.Volgens de Vogelbescherming hebben vogels wereldwijd last van
klimaatveranderingen. "Sommige soorten zijn nu al zeer sterk in aantal achteruit gegaan en bijna
verdwenen. Als de opwarming toeneemt, zullen veel soorten domweg uitsterven. In Europa
kunnen dat tientallen vogelsoorten zijn", zegt de organisatie.
Zachte winters
Ook voor Nederland liggen veranderingen in de vogelstand in verschiet. "Zachte winters stimuleren
de opmars van een aantal zuidelijke broedvogels, waaronder bijeneter, cetti's zanger en kleine
zilverreiger. Er zullen dus steeds vaker ook nieuwe soorten in ons land bivakkeren", concludeert
de Vogelbalans. Aan de andere kant trekken er vogels weg uit Nederland, richting noorden, zoals de
korhoen en kemphaan.
Populair Nederland is populair bij overwinteraars. In januari verblijven maar liefst vijf miljoen
watervogels in Nederland. De Vogelbescherming verwacht dat door de warmere winters er een afname
zal plaatsvinden van het aantal wintergasten. Dit geldt niet alleen voor watervogels, maar ook
bijvoorbeeld voor de roek en de bonte kraai.
Voedsel Dat het gezegde 'in mei leggen alle vogels een ei' aan erosie onderhevig is, heeft volgens de
Vogelbescherming te maken met de voedselvoorziening.
De vogels reageren op de hogere temperaturen in de winter en het vroege voorjaar. Die zorgen er op
hun beurt voor dat bomen eerder uitlopen en insecten en rupsen eerder actief worden. Sommige
soorten ( vooral trekvogels komen weleens te laat in het broedgebied ) kunnen het tempo niet
bijbenen en komen in de problemen met de voedselvoorziening van hun jongen.
http://www.ivnvechtplassen.org/ivn_vogels_park_bos/Spotvogel_Hippolaisicterina.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Spotvogel
Spotvogel verdwijnt, Zuid-Europese exoot verschijnt
9 januari 2008
http://www.ivnvechtplassen.org/ivn_vogels_park_bos/Spotvogel_Hippolais-icterina.jpg
- Exotische vogelsoorten uit Zuid-Europa zijn over vijftig jaar een begrip in Nederland.
Samen met de Vogelbescherming en de Universiteit van Durham heeft SOVON de Klimaatatlas
Europese Broedvogels samengesteld.
Deze atlas, , biedt inzicht in de gevolgen van de klimaatverandering voor 540 Europese vogelsoorten.
Ook een groot aantal andere Europese landen presenteert volgende week de atlas.
Leefgebied
De Klimaatatlas geeft volgens Foppen onder meer een beeld van de leefomgeving van vogels over
vijftig jaar. Zo zal de in Nederland bekende spotvogel verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt de
orpheusspotvogel, een nu nog exotische familie uit Zuid-Europa.
maar werd reeds gesignaleerd in de
>Noorderkempen http://www.vogelsindekempen.nl/Waarnemingen/Niet-broedvogels%202006-07.htm
De onderzoeker constateert twee fenomenen. "Aan de ene kant zie je dat vogels die zuidelijk leven
naar het noorden trekken. Verder zie je soorten die alleen in noordelijke gebieden voorkomen.
Hun leefgebied wordt kleiner en soorten zullen uitsterven", aldus Foppen.
Andere vogels
Vogelsoorten die op termijn zullen verdwijnen uit Nederland zijn behalve de spotvogel ook
de velduil en de kemphaan.
"Over enige decennia is het klimaat hier volstrekt ongeschikt voor deze vogels", aldus Foppen.
"Je zult zien dat Nederland een transportland wordt voor vogels die zich hier nu nog
vestigen." De opvolging van deze vogels komt volgens Foppen uit Zuid-Europa.
"De orpheusspotvogel zal in Nederland over enkele tientallen jaren makkelijk kunnen leven. En
de Provençaalse grasmus, die langs de Middellandse Zee leeft, kan over vijftig jaar met gemak
tot in Denemarken komen."
Gier De vale gier, die bijvoorbeeld in juni 2007 al boven Nederland werd gesignaleerd, is volgens de
vogelonderzoeker "een speciaal geval". De populatie van de roofvogel, afkomstig uit de Spaanse
Pyreneeën, is de laatste jaren "spectaculair gegroeid". Op zoek naar voedsel trekken ze richting het
noorden en ook Nederland zal volgens Foppen regelmatig bezoek krijgen van de vale gier.
Interessant Foppen noemt de ontwikkelingen door de klimaatverandering "uitermate interessant" voor
vogelonderzoekers. Snelle klimaatsveranderingen doen vogels echter vaak de das om. "Wat wij moeten
doen, is de kwaliteit en grootte van de natuurgebieden op peil houden. Alleen dan kunnen vogels de
veranderingen van het klimaat doorstaan."
(c) ANP
Dieren trekken noordoostwaarts door ander klimaat 16 maart 2007
De meeste dieren in Noordwest-Europa zullen hun leefgebied in deze eeuw opschuiven in
noordelijke en oostelijke richtingen. Dat heeft alles te maken met de klimaatverandering,
waardoor het in het zuiden te warm wordt en in het westen te nat.
Onderzoekers uit Wageningen en Oxford (GB) hebben voor 390 diersoorten doorgerekend wat
de gevolgen van klimaatverandering zijn voor hun huidige leefgebied. Zij stellen dat in NoordwestEuropa meer bos moet komen met onder andere zuidelijke boom- en struikensoorten. Ook is het nodig
meer moerasland aan te leggen langs rivieren als de Rijn en de Elbe.
Springkikker Overheidsmaatregelen als de aanleg van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) kunnen
niet voorkomen dat het leefgebied van veel soorten zal afnemen, stellen de onderzoekers. Zo verliezen
de haas en de middelste bonte specht tot 2050 duizenden vierkante kilometers terrein. De springkikker
krijgt er juist veel leefgebied bij, maar kan dat nauwelijks bereiken door versnippering.
De onderzoekers verwachten dat menselijk ingrijpen nodig zal zijn om uitsterven van soorten te
voorkomen. Zo denken de wetenschappers dat het uiteindelijk nodig zal zijn om bepaalde soorten actief
naar eilanden als Engeland en Ierland te brengen.
Die gebieden zijn voor veel diersoorten die nu nog in warmere streken leven anders onbereikbaar
Klimaatswijziging bedreigt trekvogels
De opwarming van onze planeet bedreigt volgens de Verenigde Naties zowat 84 procent van de
migrerende dieren.
Bijzonder getroffen zijn de trekvogels, zeggen de VN-organisaties voor het behoud van de AfrikaansEuraziatische watervogels en voor migrerende diersoorten.
Droger
Klimatologische wijzigingen zoals stijgende temperaturen, veranderde neerslag, droogte,
stormen en wijzigingen van het zeeniveau komen steeds vaker voor. Vooral trekvogels lijden
daaronder.
Migratie
Velen vertrekken eerder, wijzigen hun vliegroutes geografisch en/of in de tijd, landingsplaatsen wijzigen.
Sommige dieren - in sommige extreme gevallen - verlaten soms hun zomergebied niet meer. Het
gevaar bestaat dat zij tijdens het overwinteren in hun zomergebied de lagere temperaturen niet kunnen
verdragen en daar sterven.
(belga/hln)
Jonge vogels missen rupsen
8 mei 2007
WAGENINGEN - Het vlinderseizoen is dit jaar door de extreem hoge temperaturen ongeveer drie
weken eerder begonnen dan normaal. Dat betekent dat jonge trekvogeltjes de rupsenpiek gaan
missen en mogelijk te weinig voedsel krijgen.
Dat zeggen onderzoekers van De Natuurkalender, een onderdeel van de Wageningen Universiteit.
Volgens hen zijn de vlinders en dus ook de rupsen veel eerder dan normaal.
jonge gierzwaluwen
Maar trekvogels als de gierzwaluw, de bonte vliegenvanger, de tapuit en de koekoek komen
nauwelijks eerder terug uit het warme zuiden en moeten dus nog volop jongen krijgen.
foeragerende tapuit vlakbij het nest
De Natuurkalender houdt samen met natuurorganisaties komend weekeinde een nationale
Vlindertelling.
oranjetipje
Natuurvorsers hebben koolwitjes en boomblauwtjes begin april al gezien. De vliegtijd van het oranjetipje
was eind april al voorbij, terwijl het beestje gewoonlijk voor het eerst rond koninginnedag wordt
aangetroffen.
Zomerdip
Na de eerste vliegperiode treedt in juni de zomerdip in de vlinderstand in. De eerste generatie is voorbij
en de tweede generatie moet nog komen. Dan zijn er voldoende rupsen voor de jonge vogels. Maar de
onderzoekers verwachten dat de zomerdip dit jaar al rond deze tijd zal plaatshebben.
Dat moet onder meer blijken uit de Vlindertelling. De Natuurkalender wil graag dat mensen van tien
vlindersoorten doorgeven hoeveel ze er zaterdag en zondag zien.
(c) ANP
Schitterend weer, meer wespen
Door de hoge temperaturen in het voorjaar zullen deze zomer waarschijnlijk meer wespen rondzoemen
dan in andere jaren.
Vanaf half juni komen de werksters vermoedelijk al naar buiten om zoetstoffen te zoeken, zegt de
Nederlandse Wageningen Universiteit.
Dit jaar waren de wespen al vroeg in de weer. Zijn deze hinderlijke insecten gewoonlijk pas rond april
waar te nemen, nu werden ze in februari al gesignaleerd. Het warme voorjaar is vooral gunstig voor de
wespenkoninginnen. In die periode sterken ze aan na de winterrustperiode.
Hoe beter het voorjaar, hoe sterker de koningin en hoe meer nageslacht. De koningin produceert
ongeveer 125 dagen eitjes, waar larven uit voortkomen. Die groeien op tot werksters, die de nieuwe
larven weer verzorgen. Zijn de larven op, dan zwerven de werksters uit over het land op zoek naar
zoetigheid. (belga/hln)
Vlinders tot twee maand vroeger dan normaal
De Atalanta.
Door de uitzonderlijk warme aprilmaand zijn de vlinders tot twee maand vroeger dan naders
tevoorschijn gekomen. Tot nog toe verschenen vlinders sinds de jaren ’70 elk jaar een halve dag
vroeger, zegt de Britse organisatie Butterfly Conervation.
“Maar dit jaar sloeg werkelijk alles. Veel soorten werden twee weken vroeger dan normaal, sommigen
een maand of zelfs twee maand,” zegt Richard Fox van de organisatie. Leuk om te zien misschien maar
Fox maakt zich alleen maar zorgen. “Het is een dramatische situatie.” Dat staat te lezen in de Britse
krant The Independent.
Milde winter
De reden voor de vroege vlinders is de combinatie van een milde winter en een uitzonderlijk warme en
zonnige april. De warmte zorgt ervoor dat de poppen zich sneller kunnen ontwikkelen, waardoor de
vlinders vroeger tevoorschijn komen. De zogenaamde migrerende vlinder, die overwintert in warmere,
Mediterrane landen, beginnen ook in Groot-Brittannië te overwinteren. “De Atalanta was twintig, dertig
jaar geleden een zomerse gast. Nu overleven ze de Britse winter massaal.”
Warmste ooit
In Groot-Brittannië was april 2007 de warmste sinds 1659. Er werd een gemiddelde temperatuur
gehaald van 11,2°C. Daarmee werd het vorige record (10,6°C) uit 1865 ruimschoots overschreden. Ook
bij ons was de maand april uitzonderlijk, en werden maar liefst zes records gebroken. Zo was de
gemiddelde temperatuur 14,3 graden. De gemiddelde maximumtemperatuur bedroeg zelfs meer dan 20
graden. (dm)
April verpulvert 6 records
Zwaluwen in problemen door droogte
Meikevers al actief in april
De meikever.
Begin april werden de eerste meikevers al gemeld bij de natuurorganisatie Natuurpunt. Deze soort was
vanaf midden april algemeen aanwezig in Vlaanderen. Het lijkt erop dat de meikever dit jaar zelfs haar
belangrijkste vliegperiode in april zal hebben in plaats van in mei.
Vaste waarden
Door de hoge temperaturen in april is de natuur volgens Natuurpunt van slag. "Vaste waarden als
meikever, meiklokje en meidoorn, die hun naam meekregen precies omdat ze klokvast in een
beperkte periode in mei verschenen en bloeiden, weten het nu niet meer zo goed", aldus de
organisatie. Het meiklokje stond dit jaar al op veel plaatsen vanaf half april in bloei.
"Nog een paar uitzonderlijk warme dagen en de vele mariabeeldjes zullen het dit jaar wellicht
zonder bloeiende meiklokjes moeten stellen", aldus Natuurpunt. Ook de meidoorn bloeit normaal
kort rond midden mei, maar nu staat op veel plaatsen al bijna twee weken in bloei. (belga/dm)
Vlinder corrigeert voor klimaatverandering
18 JUNI 2007
De kleine wintervlinder komt steeds eerder uit zijn ei door de hogere temperaturen in het
voorjaar. Tegelijkertijd voorkomt natuurlijke selectie dat de rupsen zo vroeg uitkomen dat er nog
geen voedsel is. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Margriet van Asch voor het Nederlands
Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
Rups van de kleine wintervlinder (Operophtera brumata) is voor zijn voedsel afhankelijk van jong
eikenblad. Daarom is het belangrijk dat de rupsen uitkomen op het moment dat eikenbomen gaan
uitlopen. Dankzij de gemiddeld steeds hogere temperaturen veranderen echter de tijdstippen dat dieren
en planten zich ontwikkelen.
Zowel de eieren van de winterrups als de bladeren van eik ontwikkelen zich eerder in het voorjaar dan
twintig jaar geleden.
De wintervlinder reageerde echter veel sterker op de klimaatverandering dan de eik. In erg warme jaren
kropen rupsen te vroeg uit hun ei, nog voordat eiken nieuw blad hadden aangemaakt. Door
voedseltekort konden veel rupsen zich niet ontpoppen tot wintervlinder.
Uit het onderzoek van Van Asch blijkt echter dat de vlindersoort zich heeft weten te herstellen. Zij
ontdekte dat de eieren van de winterrups bij dezelfde temperaturen vijf tot tien dagen later uitkomen dan
tien jaar geleden. De winterrups sluit zo weer beter op het moment aan dat jong eikenblad zich
ontvouwt. Door selectie blijven de best aangepaste eieren over, die op hetzelfde moment als de verse
eikenbladeren uitkomen.
De kleine wintervlinder leeft in de Nederlandse bossen. Daar vormt hij het voedsel voor veel
zangvogels, zoals koolmees en bonte vliegenvanger.
Informatie: www.nioo.knaw.nl/NEWS/pdf/Summary_margriet.pdf
Bron: Persbericht NIOO-KNAW
16 NOVEMBER 2007
Eerste Europese vlinder al uitgestorven
Vooraanstaande wetenschappers uit 31 Europese landen vragen dringend acties om de
dramatische achteruitgang van dagvlinders in Europa te stoppen. Deze oproep komt er naar
aanleiding van de sterke achteruitgang van algemenere soorten en het uitsterven van de eerste
Europese vlindersoort, het Madeira groot koolwitje.
foto: Groot koolwitje
Verschillende landen binnen Europa rapporteren het uitsterven van tien of meer soorten binnen hun
landsgrenzen.
Voor het eerst werd bevestigd dat een Europese vlindersoort is uitgestorven, namelijk het Madeira groot
koolwitje. De vlinder is een ondersoort van het groot koolwitje en endemisch op Madeira. Het was
daar in de afgelopen vijftien jaar niet meer gezien.
In Noordwest-Europa is de situatie voor dagvlinders het meest dramatisch.
Belgi챘 en Nederland zijn hier de trieste koplopers. De Vlinderwerkgroep van Natuurpunt en het
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) hebben aangetoond dat in Belgi챘 ongeveer een derde
van alle dagvlindersoorten verdwenen is en dat een ander derde is bedreigd.
Oorzaken van dit lokaal uitsterven en de achteruitgang is de intensivering van het landgebruik,
waardoor waardevolle vlindergebieden steeds verder in de verdrukking geraken.
Dirk Maes (INBO) :
'Steeds meer landen in Europa slagen erin om betere gegevens over de verspreiding en de
aantallen dagvlinders te vergaren. Deze nieuwe gegevens geven steeds vaker aan hoe slecht het
wel gaat met de dagvlinders in heel Europa. Deze crisis is zeker niet beperkt tot de dichtbevolkte
landen en regio’s, maar strekt zich uit van vlinderrijke gebieden zoals Turkije, over Oekraïne tot
de Baltische staten. Ook het intensiveren van de landbouw in vele Oost-Europese landen baart
wetenschappers zorgen.'
De vlinderexperten roepen op tot meer actie van zowel de Europese als de nationale en regionale
overheden. Ze zullen dit doen door samen te werken in de nieuwe koepelorganisatie Butterfly
Conservation Europe, die de acties over het Europese continent zal co철rdineren.
Twee leden van de raad van bestuur van Butterfly Conservation Europe, Martin Warren (Butterfly
Conservation Groot-Brittanni챘) en Chris van Swaay (Nederlandse Vlinderstichting) hebben een boek
gepubliceerd met daarin de vierhonderd belangrijkste vlindergebieden in Europa.
De vlinderexperten zullen behoud- en herstelacties voor vlinders concentreren op deze gebieden, die
samen ongeveer twee procent van de Europese oppervlakte beslaan. Een van hun andere doelen is om
vlinders erkend te krijgen als indicatoren voor het leefmilieu in Europa.
Wouter Vanreusel (Vlinderwerkgroep van Natuurpunt):
'Verschuivingen in de verspreiding van soorten vertellen ons over de gevolgen van
klimaatswijzigingen. Hierdoor zullen sommige soorten in onze contreien verschijnen, terwijl
andere soorten verdwijnen omdat hun leefgebieden niet meer geschikt zijn of te ver uit elkaar
liggen om er nog spontaan te geraken.'
Informatie: www.natuurpunt.be
Bron: Natuurpunt
Slechtste vlinderjaar ooit: soorten sterven uit
Er worden dit voorjaar beduidend minder vlinders geteld dan voorgaande jaren. Sommige
bekende soorten, zoals het koolwitje en de dagpauwoog, worden bijna de helft minder
waargenomen.
Geen enkele soort doet het beter dan in het voorjaar van 2007; sommige lokale soorten zijn zelfs
met uitsterven bedreigd.
Opwarming
Het warme weer speelt een grote rol: rupsen kunnen daardoor niet genoeg voedsel vinden en
een groot deel kan niet uitgroeien tot een volwassen vlinder. De Ned. Vlinderstichting volgt de
vlinderpopulatie al 25 jaar. Sinds het begin van de jaren 90 ziet de stichting een gestage daling
van de meeste soorten.
(novum/bf)
04/06/08
Weinig vlinders ondanks mooi weer
Ond
anks de zomerse weersomstandigheden van de jongste weken zijn er zeer weinig vlinders
"Het weer is zeer gunstig voor volwassen vlinders, maar toch merken we er maar weinig op",
zegt Hans Van Dyck, professor Natuurbehoud en voorzitter van de Vlaamse Vlinderwerkgroep.
De professor wijst erop dat de afname van het aantal vlinders in België geen nieuw fenomeen is. "Uit
een recente analyse blijkt dat er momenteel 30 procent minder vlinders zijn dan vijftien jaar
geleden", zegt de professor. Zelfs de gewone mensen merken dat op. De tendens is helaas
negatief", zegt de professor.
Volgens Van Dyck zijn er meerdere factoren die het aantal vlinders doen dalen. Zo is er de blijvende
afname van het aantal bloemen. "Het landschap in België heeft steeds minder nectar te bieden
voor de vlinders. Dat zorgt voor afname van de gevoelige dieren", aldus de man. Het dalende
aantal vlinders zou ook te maken kunnen hebben met de slechte zomer van vorig jaar. (belga/svm)
15/05/08
Vlinders twaalf dagen eerder
19 MAART 2008
In zestien jaar tijd is de vliegperiode van de vroege dagvlinders met circa twaalf dagen
vervroegd.
Dat meldt het Milieu en Natuur Compendium, op basis van gegevens van het NEM-meetnet
vlinders. Het begin van de vliegperiode wordt bij dagvlinders in sterke mate door de temperatuur
bepaald. Dat de vroege soorten eerder in het jaar verschijnen, is waarschijnlijk het gevolg van
het warmer worden van het voorjaar.
Vroege dagvlinders zijn vroeg in het jaar vliegende vlinders zoals de argusvlinder, bont dikkopje,
koolwitje en zilveren maan. Van iedere vlindersoort is voor elk jaar in de periode 1992-2007 bepaald
op welke dag van het jaar de eerste tien procent van de vlinders is waargenomen.
Dit jaar zijn rond het weekend van 9 februari zijn tijdens het zonnige en windstille weer de meeste
waarnemingen gedaan. Het boomblauwtje en een bont zandoogje hebben met hun verschijning begin
februari beiden een vroegterecord gevestigd. Ook werden het klein en groot koolwitje al gezien.
In totaal zijn er 20 vroege dagvlindersoorten:aardbeivlinder, argusvlinder, bont dikkopje, bont
zandoogje, boomblauwtje, bruin blauwtje, bruin dikkopje, bruine vuurvlinder, groentje, groot
koolwitje, hooibeestje, icarusblauwtje, klein geaderd witje, klein koolwitje, kleine
parelmoervlinder, kleine vuurvlinder, koninginnepage, landkaartje, oranjetipje en zilveren maan.
Informatie: www.milieuennatuurcompendium.nl/indicatoren/nl1406-Vervroeging-vliegtijdvlinders.html?i=9-55, www.natuurkalender.nl/deze_maand.asp
Bron: Milieu en NatuurCompendium en De Natuurkalender
Een bruinzandoogje op een margriet. FOTO ANP/ROBERT VOS
2010 - Door de klimaatverandering en het verlies van de natuurlijke leefomgeving worden
steeds meer vlinders, kevers en libellen met uitsterven bedreigd. Zo dreigt 9 procent van de
vlindersoorten en 14 procent van de libellensoorten in Europa te verdwijnen.
Dat blijkt uit een lijst die het Internationaal Comité voor Natuurbehoud (IUCN) in opdracht van de
Europese Commissie heeft opgesteld. Europees Commissaris Janez Potocnik (Milieu) noemde de lijst
dinsdag zorgwekkend. Directeur Jane Smart van IUCN wees op het grote belang van kleine diersoorten
voor het behoud van de natuur. (ANP)
16/03/10
De tijgerspin
De tijgerspin rukte vanuit landen rond de Middelandse Zee in 2005 al op tot in Noord-Holland en
Drenthe.
De opwarming van het klimaat is daar debet aan.
Het is een van de grootste spinnen oorspronkelijk uit Midden- en zuid europa .
De tijgerspin is makkelijk te herkennen aan het geel-zwarte patroon op de rug.
De spin dankt haar naam dus niet aan haar kaken.
Bijzonderheid is dat het bij een waarneming altijd gaat om een vrouwtje.
Zij zijn flink aan de maat. Het lijf is zo'n twee centimeter groot.
Daar zitten acht flinke poten aan vast. De mannetjes zijn tamelijk klein en hebben geen lang leven. Zij
worden - dat is minder geruststellend - bij de paring opgegeten.
Overigens is er nog een naam voor deze 'argiope bruennichi' : wespenspin.
Vele prachtige afbeeldingen --->
http://www.xs4all.nl/~ednieuw/Spiders/Araneidae/Argiope/ArgiopeBruennichiNL.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wespspin
Processierups
De gevreesde processierups duikt steeds vaker op in onze regio's .
Het diertje zorgt sinds een tiental jaar elke zomer ook in Nederland voor een heuse plaag.
Sinds drie jaar duiken ze ook in de Kempen en in Limburg op.
Daar nam het provinciebestuur al maatregelen en is er een geco철rdineerde aanpak om het dier te
verdelgen.
De zachte winters van de afgelopen jaren zorgen er waarschijnlijk voor dat de rupsen makkelijker
overleven.
De klimaatsverandering en opwarming is een factor bij de verdere opmars naar het noorden
De rups is een plaag voor eikenbomen.
Grote groepen kunnen een boom volledig kaal eten.
De diertjes zorgen echter ook voor heelwat irritaties bij de mens.
De lange haren veroorzaken een hevige jeuk.
Ze kunnen tot ernstige ontstekingen en astmatische/allerische reacties leiden.
Ze bevatten mierenzuur en zijn voorzien van weerhaakjes.
De brandharen uitslag verdwijnt meestal vanzelf binnen twee weken.
Erger is het als de haartjes in de ogen terecht komen.
Daar kunnen ze een acute ontsteking veroorzaken.
Bestrijding gebeurt in dichtbevolkte gebieden door brandweermannen die gaan met speciale pakjes
aan de slag.
Alle takken van de besmette eiken-boom moesten er aan geloven.
Nadien worden de diertjes verbrand.
,,Wegbranden is de enige remedie tegen hun haartjes'', stelt brandweerman Steven Persoon.
,,De takken die we opgebrand hebben, voeren we af.''
21/06/2005
http://nl.wikipedia.org/wiki/Eikenprocessierups
Opwarming van aarde brengt tropische ziektes terug naar Europa
Opwarming van aarde brengt tropische ziektes terug naar Europa
januari 2007
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/6533-pas-op-voor-de-malariamug.html
http://www.kennislink.nl/web/show?id=109046
http://www.cmo.nl/pjb/uitleg/malaria.htm
De opwarming van de aarde bezorgt ons niet alleen warme zomers en herfstmaanden, nu ook gevolgd
door een milde winterstart, maar de Sunday Times heeft ook een keerzijde van die medaille ontdekt.
Wetenschappers waarschuwen namelijk dat tropische ziektes zoals malaria op weg zijn naar Europa.
Vooral Italiëgangers moeten volgend jaar uitkijken.
In dat land namelijk is malaria, een ziekte waartegen dictator Mussolini voor de Tweede Wereldoorlog al
een ware kruistocht organiseerde
en die sinds 1970 officieel was uitgeroeid opnieuw gesignaleerd. Dat heeft alles te maken met de
klimaatsverandering want, om met
een kopstuk van milieu-organisatie Legambiente te spreken:
'Wij liggen aan de zuidelijke rand van het gematigde klimaatsgebied op aarde en daarom wordt
Italië het eerst bedreigd door het veranderende
klimatologische evenwicht. Met andere woorden: wij importeren nu ziektes uit Afrika'.
Naast malaria steekt ook de door teken veroorzaakte hersenziekte encephalitis weer de kop op.
Tot 1993 werden in Italïë« slechts 18 gevallen van die ziekte geregistreerd. Sindsdien steeg dat aantal
al tot bijna 100 :vooral in de streek van Venetië«.
(belga)
Stijgende temperatuur leidt tot meer ziekten
De opwarming van de aarde door broeikasgassen brengt allerlei gevaren met zich mee. Een daarvan is
een toename van ziekten. Dat zeggen gezondheidsdeskundigen die een klimaatconferentie in Kenia
bijwonen. De temperatuursstijging van 0.6 graden Celsius in de afgelopen eeuw heeft volgens hen al
geleid tot een aanwijsbare toename van malaria, dengue, West-Nijlziekte, beroertes en hartaanvallen.
Tropische gebieden
De ziekten zullen zich waarschijnlijk vooral in tropische en subtropische streken uitbreiden, gebieden
die nauwelijks hebben bijgedragen tot de opwarming van de aarde. De noordelijke industrielanden
moeten daarom het voortouw nemen om de last van de toenemende gezondheidsproblemen te
verlichten, zei Diarmid Campbell-Lendrum van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Malaria
In Kenia doen zich tegenwoordig malaria-epidemieën voor in hooglanden waar de malariamug door het
koelere weer vroeger weinig kans kreeg. Uit onderzoek is gebleken dat zelfs een geringe stijging van de
temperatuur al een tienvoudige toename van de muggenpopulatie tot gevolg kan hebben, zei Solomon
Nzioka, een deskundige van het Keniase ministerie van gezondheid.
Update
Veranderend klimaat: malariamug rukt op <klik
vk.tv 12 januari 2009
Het aantal gevallen van malaria neemt toe in Kenia. Experts denken dat dit het gevolg is van
klimaatverandering.
Rusland
WHO-onderzoekster Bettina Menne zei dat malaria twintig jaar geleden in slechts drie ZuidoostEuropese landen voorkwam. Nu heeft de ziekte zich naar het noorden uitgebreid, naar Rusland en
een zestal nabijgelegen landen. Russische nieuwsmedia meldden in september dat in Moskou larven
van de malariamug waren gevonden.
Muggen
Ook andere door muggen verspreide ziektes zijn in opkomst, zei Menne. Vooral in het MiddellandseZeegebied is het risico op besmetting met het dengue- en West-Nijlvirus groter geworden.
Deze soorten muggen gedijen normaal niet in onze contreien en overleven de winters hier niet.
...... maar Kijk naar de blauwtongiekte.
Daar is ook een mug verantwoordelijk die normaal in vriesweer niet overleeft.
Wedden dat wij binnen 10 jaar in Europa malaria geïntroduceerd krijgen en de muggen zullen niet met
de vliegtuigen komen, geloof mij vrij.
Er zijn al heel wat tropische muggen en bijhorende ziektes die hier al heel goed gedijen.
vandaar dat men het onderzoeksproject MoDiRisk (Mosquitoes: vectors of Disease: drivers of change
and Risk)heeft opgestart.
Zo was malaria hier vroeger bekend als moeraskoorts en heeft oa. de romeinen hier uitgedund.
En het lijstje met tropische ziektes die op komst zijn is lang en dodelijk.
kinine nemen haalt tegenwoordig niets meer uit omdat de parasieten resistent zijn geworden tegen
kinine.
Lees maar even op de site van het Tropisch instituut "geen enkel geneesmiddel is voor de volle 100 %
doeltreffend om malaria te voorkomen,
zodat we steeds een combinatie van maatregelen moeten voorstellen"
en "Het vermijden van muggenbeten is van kapitaal belang".
China
Jin Yinlong van het Chinese instituut voor milieu en gezondheid zei dat de Chinese regering nauwkeurig
bijhoudt in hoeverre de stijgende temperatuur tot grotere sterfte leidt. Een onderzoek in drie Chinese
steden kwam op 173 tot 685 extra sterfgevallen op een miljoen inwoners. Op een enorme bevolking als
die van China kan dat neerkomen op 890.000 extra sterfgevallen per jaar. De Chinese regering maakt
zich vooral zorgen over grotere sterfte door beroertes en hartaanvallen, zei Jin. (novum)
LEES OOK: Catastrofe dreigt in Afrika
LEES OOK: Is het minder erg gesteld met bossen dan we denken?
LEES OOK: Opwarming aarde kost tot 1.000 miljard euro per jaar
Geen gevaar voor malaria in (West-)Europa ?
09/04/2008
Onderzoeker Wim Van Bortel van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen
ontkent dat malaria opnieuw overwaait naar Europa. De pers schreef dat wetenschappers
daarvoor vreesden als gevolg van de klimaatveranderingen. Van Bortel noemt dat
een 'overdreven reactie'.
'Malaria zal geen opmars maken in Europa', zegt Van Bortel. Mochten er al enkele besmettingen zijn,
zal dat enkel in het zuiden van het continent zijn. Maar ons gezondheidssysteem kan dat perfect
beheersen.'
Volgens de onderzoeker zijn er ook geen concrete aanwijzingen dat andere tropische ziektes in onze
contreien zouden uitbreken. 'Er is geen reden tot paniek, maar we moeten wel waakzaam zijn.'
Nadat Italië in augustus af te rekenen kreeg met Chikungunyakoorts (een infectieziekte die door
besmette muggen wordt overgedragen) startte het Instituut voor Tropische Geneeskunde een
onderzoek naar het risico op vectorziektes in België.
Dat zijn ziektes die verspreid worden door vectoren als muggen en vliegen. 'We bekijken welke
muggen hier allemaal rondvliegen om na te gaan welke ziektes zij eventueel kunnen
verspreiden.' De resultaten van die studie tonen volgens Van Bortel aan dat de volksgezondheid
niet meteen in gevaar is .
Door de opwarming van de aarde verhoogt bij ons wel de kans op allergieën en hartproblemen.
'Maar de klimaatverandering houdt vooral gezondheidsrisico's in voor mensen uit tropische
landen. Door overstromingen en andere natuurrampen hebben zij meer kans op besmetting.'
Blauwtong ziekte
Blauwtong is een ziekte en is genoemd naar een van de verschijnselen, namelijk een blauwe tong.
Blauwtong komt voor bij schapen, rundvee, geiten, dromedarissen, buffels en wilde herkauwers.
Blauwtong wordt in Europa op de bovengenoemde dieren overgebracht via de ( uit afrika afkomstige
) Culicoides imicola 'mug'.(1) Normaal gesproken komt blauwtong alleen in Zuid-Europe voor.
Als een met blauwtong geinfecteerd dier wordt gestoken door deze mug, raakt de mug zelf besmet en
kan deze andere dieren besmetten. De incubatietijd van blauwtong is 5 tot 20 dagen.
Hier vindt u een goed overzicht van de ziekteverschijnselen van blauwtong. Het ministerie houdt er
rekening mee dat 30 tot 40 procent van de schapen in Nederland overlijdt. De ziekte kan leiden tot
kreupelheid en de dood. Andere herkauwers, zoals koeien en geiten worden wel ziek, maar overlijden
niet aan blauwtong. Voor mensen is de ziekte ongevaarlijk.
Mogelijk heeft het warme weer van juli 2007 bijgedragen aan de verspreiding van blauwtong naar
Nederland. Als de muggen in oktober doodgaan, verdwijnt de ziekte naar verwachting vanzelf.
(1)
De Culicoides imicola is eigenlijk geen mug, maar een knut. Het is een bloedzuigend insect, dat zich
eens in de drie a vier dagen moet voeden, zoals een een mug dat doet. Een knut is 10x zo klein als een
mug. Ze kunnen overleven in moerassige gebieden. In het voorjaar (april/mei) komen daar weer
volwassen knutten uit. (Info Willem Takken, bioloog)
Nieuwe ziektes bedreigen Europa door klimaatverandering
13/09/2007
Door de klimaatverandering en de opwarming van de aarde dreigen in Europa nieuwe ziektes op te
duiken. Dat heeft Roberto Bertollini, leider van de Europese afdeling van
deWereldgezondheidsorganisatie (WHO), donderdag gezegd op een klimaatconferentie in Rome.
Zo raakten in de Italiaanse regio Emilia Romagna onlangs zeker 160 mensen besmet met
het Chikungunya-virus Dat virus wordt overgedragen door de beet van een Tijgermug (Aedes
albopictus) en leidt twee tot drie dagen na de beet tot koorts en uitputting.
De tijgermug gedijt nu ook in Europa, omdat ze hier een gunstiger klimaat gevonden heeft.
Zo'n honderd experts buigen zich nog tot donderdagavond over de klimaatverandering en de
milieuvervuiling in Italië.
En de toestand is voor het Apennijnse schiereiland bepaald onrustwekkend.
Klimaatsonderzoeker Vincenzo Ferrara onderstreepte dat de gemiddelde temperatuur in Italië de
voorbije honderd jaar met 2,8 graden is gestegen. Dat is vier keer zo snel als in de rest van de
wereld.
De neerslag is de voorbije eeuw dan weer met vijf procent verminderd. Vooral Midden- en Zuid-Italië
zijn zwaar getroffen.
Belga
de schadelijke exoot :Tijgermug (Aedes albopictus)
klimaatverandering - klimaat - WHO
Chikungunya is an arboviral disease transmitted
by Aedes mosquitoes.
The virus was first isolated in 1953 in Tanzania.
Chikungunya virus is a member of the genus Alphavirus and
the family Togaviridae.
The disease typically consists of an acute illness
characterised by fever, rash, and incapacitating arthralgia.
The word chikungunya, used for both the virus and the
disease, means “to walk bent over” in some east African
languages, and refers to the effect of the joint pains that characterise this dengue-like infection.
Chikungunya is a specifically tropical disease, but it is geographically restricted and outbreaks are
relatively uncommon. It is only occasionally observed in travellers and military personnel. More than
266,000 people have been infected during the ongoing outbreak in Réunion, in which Aedes
albopictus is the presumed vector. In the ongoing Indian outbreak, in which Aedes aegypti is the
presumed vector, 1,400,000 cases of chikungunya were reported during 2006.
The reasons for the re-emergence of chikungunya on the Indian subcontinent, and for its
unprecedented incidence rate in the Indian Ocean region, are unclear. Plausible explanations include
increased tourism, chikungunya virus introduction into a naive population, and viral mutation.
Lancet Infect Dis. 2007 7: 319-327
Wikipedia: Chikungunya
Tenslotte ;
'Temperatuur stijgt mogelijk zes graden' maandag 29 januari 2007
Door Claudia van Zanten
Klimaatdeskundigen sluiten niet uit dat de temperatuur deze eeuw met zes graden of meer zal stijgen.
Een stijging tussen 2 en 4,5 graden is in ieder geval zeer waarschijnlijk.
Klimaatopwarming is schuld van de mens, zeggen de VN-deskundigen
Dat meldt de Britse krant The Independent op basis van een ontwerprapport, dat is samengesteld aan
de hand berekeningen van 2.000 topwetenschappers voor de Verenigde Naties (VN). Het definitieve
rapport wordt pas vrijdag in de Franse hoofdstad Parijs gepubliceerd.
De experts zijn deze week bij elkaar in Parijs om de gevolgen van het broeikaseffect te onderzoeken.
Naast de temperatuurstijging denken de deskundigen dat er in 2100 sprake is van een gemiddeld 43
centimeter hogere zeespiegel, ook als de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer wordt gestabiliseerd.
In het vorige verslag van de wetenschappers in 2001, spraken zij over een temperatuurstijging van 1,4
tot 5,8 graden en een zeespiegelstijging van 9 tot 88 centimeter.
Menselijke
De wetenschappers komen ook tot de conclusie dat er nog maar zeer weinig twijfel bestaat dat de
veranderingen op aarde te wijten zijn aan menselijke handelingen. Volgens de VN-deskundigen is het
hoogstwaarschijnlijk de schuld van de mens dat de temperatuur, de oceaantemperatuur en de
zeespiegel stijgt en dat de polen 'dramatisch' zijn gesmolten in de afgelopen 35 jaar.
Andere wetenschappers zijn er echter helemaal niet zo zeker van dat de verwarming van de aarde
wordt veroorzaakt door de mens. Elsevier-wetenschapsredacteur Simon Rozendaal blogde vorige week
al over dit onderzoek van de VN.
Lees ook het Elsevier-artikel Klimaatopwarming: Loopt Nederland echt onder?
Zeespiegel stijgt veel minder dan verwacht 20 januari 2007
Ingrid van der Chijs
Volgens bronnen bij de Verenigde Naties blijkt uit een nog vertrouwelijk rapport van de
Klimaatcommissie dat pessimistische voorspellingen over stijging van de zeespiegel en de temperatuur
helemaal niet kloppen.
Nederland loopt niet onder water
Uit een samenvatting van het rapport van het IPCC zou blijken dat de stijging van de zeespiegel - voor
Nederland een van de belangrijkste aspecten van klimaatverandering – de komende honderd jaar
hooguit 43 centimeter zal zijn, en misschien slechts enkele decimeters.
Al Gore
In veel populaire publicaties, zoals in de recente film van Al Gore over het klimaat, wordt gesproken
over een zeespiegelstijging van vele meters. Daarvoor is geen enkele wetenschappelijke basis, zo blijkt
uit het rapport. Elsevier concludeerde dit overigens al veel eerder.
De Nederlandse steden zullen hun voeten dus droog houden. Volgens cijfers van het Natuur- en
Milieuplanbureau, de milieuonderzoeksinstantie van de overheid, zou zelfs een meter zeespiegelstijging
in honderd jaar tijd voor Nederland nauwelijks gevolgen hebben. Pas bij een stijging van 1,5 meter zijn
serieuze maatregelen nodig.
Temperatuur
Ook met het stijgen van de temperatuur valt het wel mee volgens het nieuwe rapport. Tot het jaar 2100
gaat het om minimaal 2 en maximaal 4,5 graden, als er geen maatregelen worden genomen. Het vorige
rapport, uit 2001, voorspelde een maximale stijging van 6 graden. Wel zullen weersextremen zoals
hittegolven en zware regenval volgens het IPCC vaker voorkomen.
Het rapport komt op 2 februari uit. De klimaatcommissie van de VN is de meest gezaghebbende
instantie ter wereld op het gebied van klimaat. Het rapport zal wereldwijd dienen als basis voor
milieubeleid.
Wat zijn de feiten over de opwarming van de aarde, waar beginnen de overdrijvingen en wat zou het
nieuwe kabinet moeten doen? Lees het Elsevier-artikel over klimaatopwarming: Loopt Nederland echt
onder?
Bijna elke zomer superhittegolf
Europa zal in de loop van de eeuw hittegolven meemaken die vergelijkbaar zijn met die van 2003 en
zelfs veel warmere. Dat heeft een expert van de intergouvernementele Groep over de evolutie van het
klimaat (Giec) woensdag voorspeld.
In de loop van de eeuw "zouden we één jaar op twee een zomer zo warm of zelfs warmer dan die
in 2003 kunnen hebben", schat Andreas Fischlin van het Instituut van technologie van Zûrich, één van
de auteurs van het laatste rapport van Giec.
De hitte van augustus 2003 maakte 70.000 doden in Europa, vooral oudere mensen werden slachtoffer
van uitdroging.
Doden
Hoewel ze allemaal weigeren om zich uit te spreken over de risico's van de hitte dit jaar, hebben de
deskundigen van Giec gewaarschuwd dat 2003 alleen een voorsmaakje zou kunnen zijn van de zomers
die nog moeten komen, rekening houdend met de opwarming van de aarde. "Bepaalde zomers zullen
voor het einde van de eeuw waarschijnlijk veel warmer zijn dan de zomer van 2003" voorspelt
Martin Beniston, van de universiteit van Genève.
Beniston hoopt dat bij de herhaling van de hittegolven, de bevolking zich niet meer zal laten verrassen
zoals dat vier jaar geleden het geval was.
Alpen
De deskundigen stelden in Genève de conclusies van het laatste rapport van Giec voor, dat vorige
week in Brussel publiek werd gemaakt en zich concentreert op de gevolgen van de opwarming van de
aarde in Europa en in de Alpen specifiek.
Zo waarschuwden ze dat er in de Alpen meer dan 60% van de plantensoorten sterk met uitsterven
is bedreigd voor het einde van de eeuw, met een gemiddelde temperatuurstijging tussen 1,5 en
2,5 graden per rapport sinds 1990.
(afp)
IJs op Noordpool drastisch verminderd
De ijslaag op de Noordpool is drastisch verminderd. "Wij stevenen op een minimale waarde af", zei
Lars Kaleschke op basis van satellietbeelden van de Universiteit van Hamburg.
Grote delen van de Siberische Zee en de Noordwestpassage voor de Canadese kusten zijn al ijsvrij. In
augustus vorig jaar waren deze oppervlakten nog overwegend met ijs bedekt. In juli was er op de
Noordpool nog vijf miljoen vierkante km ijs, tegen zowat 6,5 miljoen vierkante kilometer tien jaar
geleden. In de jaren tachtig was het gemiddeld acht miljoen vierkante km.
Hoogtepunt in september
De huidige waarnemingen vormen nog niet het hoogtepunt voor dit jaar. De terugloop zal nog tot
midden september duren, aldus de Hamburgse wetenschapper. Hij sluit niet uit dat er tegen het eind
van de zomer nog maar 3,5 miljoen vierkante km ijs zal zijn. De wetenschappers voeren de ongewoon
kleine oppervlakte aan noordelijk poolijs terug tot klimaatsverandering. (dpa/hln)
09/08/07
Zeeijs rond pool terug op sterkte?
26 maart 2008
Dankzij de uitzonderlijk koude winter 2007-2008 heeft het zeeijs rond de noordpool zich hersteld van
het ongekende verlies vorig jaar. Maar het percentage meerjarig ijs staat op een historisch
dieptepunt. Dat hebben Nasa-onderzoekers dinsdag bekend gemaakt.
In de derde week van maart bereikt het zeeijs rond de noordpool zijn grootste uitgestrektheid. Meerjarig
zeeijs, dat een zomer doorstond, is dikker dan jong ijs en het verschil wordt door satellieten
gezien.
Vroeger bestond 50 tot 60 procent van het zeeijs uit `oud ijs`, nu is dat minder dan 30 procent. Tot
eind jaren tachtig was 20 procent van het ijs zes jaar of ouder, nu is dat maar zes procent.
Het jonge, dunne ijs is kwetsbaar voor opwarming.
Download