De Crisis- en herstelwet: weinig garanties voor substantiële

advertisement
De Crisis- en herstelwet: weinig garanties voor substantiële snelheid en kwaliteit
Zoals met zo veel zaken het geval is, is ook over de Crisis- en herstelwet niet te zeggen dat deze goed
of fout is. Tussen zwart en wit zit een heel palet aan grijstinten en die grijstinten zijn het meest
geschikt om over de Crisis- en herstelwet te praten. De voordelen van de wet zitten hem erin dat
niemand baat heeft bij trage en stroperige besluitvorming. De Crisis- en herstelwet probeert hier
verbetering in aan te brengen. Het grootste nadeel is dat de wet dit doet door in te grijpen op de
achterkant van de besluitvorming, terwijl aan de voorkant van de besluitvorming juist echt te winst
te boeken is: zowel wat tijd als draagvlak betreft. De Crisis- en herstelwet vormt door dit grote
nadeel een risico voor de kwaliteit van de leefomgeving.
Er is niks tegen het versnellen van besluitvorming en het tegengaan van bestuurlijke stroperigheid.
Ook groene en duurzame projecten kunnen hier baat bij hebben. Deze snelheid moet dan echter niet
ten koste gaan van de kwaliteit van besluiten. Want snelheid mag geen doel op zich worden. Het doel
van de Crisis- en herstelwet is echter niet om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren, maar
om besluitvorming te versnellen. Daardoor kunnen grote bouwprojecten eerder van start gaan en
kan de economische crisis te lijf worden gegaan.
Grote bouwprojecten helpen dan misschien op korte termijn om de economie weer op gang te
krijgen, maar hebben ook hun effecten op de leefomgeving die nog op een veel langere termijn
doorspelen. In de besluitvorming over projecten met een grote ruimtelijke impact, zou dan ook niet
voorop moeten staan wat we op korte termijn willen hebben, maar waar we op lange termijn
naartoe willen. Als afwegingen vanuit die gedachte gemaakt worden, dan past het daar slecht bij om
koste wat het kost snel tot besluiten te willen komen. Dat ten behoeve van korte termijn belangen
ongebreideld doorbouwen op lange termijn nadelig uit kan pakken, is in de praktijk al bewezen.
Enkele decennia geleden werden er vele kantoren gebouwd,met als gevolg dat er een overschot aan
deze gebouwen kwam. Daardoor staan nu vele tienduizenden vierkante meter kantoorruimte te
verstoffen, is er sprake van waardedaling en moeten er kantoren nu weer worden afgebroken.
Daarnaast is het de vraag of de Crisis- en herstelwet wel zo efficiënt is in het versnellen van
besluitvorming. De wet laat het verplichte alternatieven onderzoek in de Milieueffect Rapportage
(MER) vervallen. Ook het verplicht vragen om advies van de Commissie MER vervalt. De wet perkt de
beroepsmogelijkheden bij de bestuursrechter in en dwingt snellere doorlooptijden bij de rechter af
(zie over deze punten ook dit artikel). Al deze aspecten grijpen dus in op een vrij laat stadium van de
besluitvorming. Er is dan door de betreffende bestuurder al een oplossingsrichting gekozen en
vervolgens zijn er minder verplichtingen voor het onderzoeken daarvan en wordt getracht het
juridische proces van bezwaar te versnellen. De vraag is of hiermee substantiële tijdswinst wordt
geboekt. In 2007 schreef Pieter Winsemius, in zijn essay ‘Uit de kramp’, over de oorzaken van
traagheid in besluitvorming het volgende:
VNO-NCW roept – terecht – om snellere procedures. Inspraak en advisering zijn echter aan termijnen
gebonden die zelden langer zijn dan vier maanden. Ook beroep op de Raad van State – dit ter
geruststelling van een slecht geïnformeerd VNO-NCW en slaafs volgende politieke partijen – duurt
geen veertig jaren. De huidige traagheid is bijna onveranderlijk een zaak van (a) overheden en/of
ondernemingen die hun huiswerk niet voldoende doen (en vervolgens door een rechter of de Raad van
State worden teruggefloten) en (b) verkrampte bestuurders, die niet tot besluiten kunnen komen.
Milieuorganisaties krijgen – onterecht – de schuld en overheden stellen zware commissies aan om de
procedures te vereenvoudigen, onvermijdelijk ‘met behoud van de dubbeldoel­ stelling: economie plus
fysieke omgevingskwaliteit’. Schiphol leerde: eerst zien, dan geloven. Vertrouwen moet worden
verdiend.
Ook de Commissie Elverding, die onderzoek deed naar de mogelijkheden voor het versnellen van
besluitvorming, kwam in hun advies ‘Sneller en Beter’ (2008) tot de conclusie dat de winst hem juist
zit in investeren in de voorkant van het proces. Door te werken met een brede, gebiedsgewijze
verkenning met participatie van burgers en belanghebbenden duurt de beginfase van de
besluitvorming misschien langer, maar die tijd wordt later in het proces terugverdiend doordat er
getracht wordt de eerste fase af te sluiten met een gedragen voorkeursbesluit. Je kunt weerstand
tegen een besluit dus beter voorkomen door in het begin op zoek te gaan naar een gedragen
oplossingsrichting, dan dat je deze weerstand later in het proces probeert in te perken met
maatregelen zoals die nu in de Crisis- en herstelwet staan.
De bijdrage die de Crisis- en herstelwet nu daadwerkelijk heeft opgeleverd aan het aanpakken van de
economische crisis is nog enigszins onduidelijk. De wet is op 31 maart 2010 in werking getreden en
inmiddels zijn er enkele evaluaties verschenen. In een voortgangsrapportage van het Rijk zelf wordt
vooral heel positief over de wet gesproken. Maar er komt niet duidelijk aan de orde wat de
daadwerkelijke (tijds)winst is die wet nu oplevert. In een onafhankelijk onderzoek van de Universiteit
Groningen naar de wet wordt geconcludeerd dat de aspecten die inwerken op het
bestuursrechtelijke traject gezorgd hebben voor een relatief beperkte tijdswinst bij 6 van de 20
onderzochte projecten. Het gaat hier om een orde van grote van enkele maanden tijdswinst op een
jarenlang traject. Er komt in dit onderzoek geen beeld naar voren van behaalde tijdswinst in de
procedures van besluitvorming.
Hoewel de Crisis- en herstelwet pas kort in werking is, blijft het vreemd dat met deze wet
voornamelijk tijdswinst getracht wordt te behalen op een manier die niet overeenkomt met de
conclusies van de Commissie Elverding. Aan de wet zitten echter wel risico’s voor de kwaliteit van de
besluitvorming die in dit artikel nader worden toegelicht. Ook voor het tegengaan van de crisis lijken
er betere oplossingen te zijn dan de invoering van een Crisis- en herstelwet. Vanzelfsprekend is het
goed om kritisch te kijken of regelgeving soms niet wat eenvoudiger kan. Maar dit zou beter hand in
hand kunnen gaan met het borgen van de kwaliteit van de leefomgeving in wet- en regelgeving en
het borgen van brede participatie in de beginfase van de besluitvorming zodat de beoogde tijdswinst
ook werkelijk behaald kan worden.
Download