WISKUNDE D TWEEDE FASE HAVO MEETKUNDE HOEKEN EN AFSTANDEN 4 – Afstanden Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5 HAVO wi-d Hoeken en afstanden Afstanden Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen met behulp van een constructie in GeoGebra. Uitleg www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5 HAVO wi-d Hoeken en afstanden Afstanden Uitleg Opgave 1 Voer de berekening die in de Uitleg is beschreven zelf uit. Ga na of het antwoord overeen komt met de bedoelde afstand in de applet. Opgave 2 Bereken de afstand van P(0,5) tot lijn m: y = −0,5x + 10. Theorie en Voorbeelden www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5 HAVO wi-d Hoeken en afstanden Afstanden Theorie Bekijk eerst de Theorie. Bekijk vervolgens de Voorbeelden, de volgende opgaven gaan daarover. Opgave 3 Bereken in Voorbeeld 1 zelf de lengte van de hoogtelijnen uit A en uit B. Opgave 4 Oefen met de applet in Voorbeeld 1 het berekenen van lengtes van hoogtelij­ nen. Opgave 5 Bereken de afstand van P(25, −13) tot de lijn l: 5x − 3y = 30. Opgave 6 Gegeven is de cirkel c met vergelijking (x − 5)2 + (y − 4)2 = 10 en de lijn l: x + y = 2. a) Wat versta je onder de afstand van O tot cirkel c? Bereken deze afstand. b) Wat versta je onder de afstand van lijn l tot cirkel c? Bereken ook deze afstand. Bekijk eventueel Voorbeeld 2. c) Bereken ook de afstand tussen cirkel c en de cirkel om O en door (1,1). STICHTING MATH4ALL 17 NOV 2008 1 WISKUNDE D TWEEDE FASE HAVO MEETKUNDE HOEKEN EN AFSTANDEN Opgave 7 Bereken de afstand tussen de twee lijnen 2x + 4y = 7 en y = 6 − 0,5x. Opgave 8 Wanneer heeft het zin om te vragen naar de afstand tussen twee rechte lijnen? Hoeveel bedraagt die afstand in alle andere gevallen? Practicum www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5 HAVO wi-d Analytische Meetkunde Afstanden GeoGebra Voer de beschreven constructie uit en bepaal de vergelijkingen van de twee lijnen die op afstand 2 van de lijn l: x + 4y = 8 lopen. Verwerken Opgave 9 Bereken (eventueel in twee decimalen nauwkeurig) de afstand van a) punt P(2, 3) tot lijn l: 4x − 5y = 40 b) punt P(2, 3) tot cirkel c: (x + 3)2 + (y + 4)2 = 16 c) lijn l tot cirkel c. Opgave 10 Bereken in de volgende gevallen de afstand van cirkel c1 tot cirkel c2. a) c1: (x − 3)2 + (y − 4)2 = 25 en c2 heeft middelpunt M2(−2,1) en straal 1. b) c1: (x − 3)2 + (y − 4)2 = 25 en c2 heeft middelpunt M2(2,3) en straal 1. c) c1: (x − 3)2 + (y − 4)2 = 25 en c2 heeft middelpunt M2(−2,1) en straal 4. Opgave 11 Een driehoek PQR is gegeven door P(12,5), Q(35,7) en R(40,12). a) Bereken de lengte van de hoogtelijn uit P. b) Bereken de oppervlakte van ∆PQR. Opgave 12 Afstand uit oppervlakte Soms kun je de lengte van een hoogtelijn in een driehoek snel vinden vanuit de oppervlakte. Neem bijvoorbeeld ∆ABC met A(1,0), B(5,2) en C(2,6). De afstand van punt C tot lijn AB is de lengte van de hoogtelijn CD in deze driehoek. a) Bepaal eerst de oppervlakte van ∆ABC met behulp van het rooster. b) Bereken nu de lengte van basis AB. c) Bereken vervolgens |CD| vanuit de formule voor de oppervlakte van een driehoek. Deze techniek kun je toepassen om de afstand van punt P tot lijn l te berekenen. Je bepaalt dan eerst twee (willekeurige) punten A en B op l. En vervolgens bere­ ken je de lengte van de hoogtelijn PS in ∆PAB vanuit de oppervlakte van die drie­ hoek. d) Bereken op deze manier de afstand van P(2,10) tot de lijn l: y = 2x. STICHTING MATH4ALL 17 NOV 2008 2 WISKUNDE D TWEEDE FASE HAVO MEETKUNDE HOEKEN EN AFSTANDEN Testen Opgave 13 Bereken de afstand van A(0,12) tot de lijn l: y = 4x + 5 in twee decimalen nauwkeurig. Opgave 14 Stel vergelijkingen op van de twee lijnen die een afstand l: y = 4x + 5. 17 hebben tot de lijn Opgave 15 Gegeven is de cirkel c met middelpunt O(0,0) en straal 17 . Bereken de afstand van lijn l: −3x + 5y = 68 tot deze cirkel. STICHTING MATH4ALL 17 NOV 2008 3 WISKUNDE D TWEEDE FASE HAVO MEETKUNDE HOEKEN EN AFSTANDEN Antwoorden l: y = − 23 x + 2, dus r.c.m = 1,5 1. 15. 136 − 17 m: y = 1,5x − 0,5 , 16 ) snijden met l geeft Q (15 13 13 |PQ| ≈ 3,33. 2. 3. 4. 5. 6a) b) c) 7. 8. 9a) b) c) 10a) 20 hoogtelijn uit A: lengte ≈ 3,88 hoogtelijn uit B: lengte ≈ 3,40 ongeveer 22,98 middelpunt cirkel M(5,4) OM: y = 0,8x snijdt c in S en T. S(2,53;2,02) ligt het dichtst bij O. |OS| ≈ 3,24. De afstand tussen het snijpunt van de lijn m door het middelpunt M van de cirkel en loodrecht op l met lijn l en het snijpunt van m met de cirkel. Die afstand is ongeveer 1,79. Ongeveer 2,24. Ongeveer 3,80. Hint: maak lijn door O en loodrecht de gegeven lijnen. Alleen als beide lijnen evenwijdig lopen, anders is de afstand 0. 7,34 4,60 1 4− 5 b) 4− c) 0 13 11a) 10 12 b) 12a) 52,5 11 roosterhokjes b) 2 20 c) |CD| = 22/ 20 d) 6/ 5 7 13. 14. 17 y = 4x − 12 en y = 4x + 22 STICHTING MATH4ALL 17 NOV 2008 4